OCTAVE VANDEWEGHE Octave Vandeweghe (°1988 B) studeerde juweelontwerp & edelsmeedkunst aan Sint-Lucas in Antwerpen bij Hilde De Decker. Aanvankelijk toont hij weinig interesse voor edelstenen. Hij interesseert zich voor de evolutie, betekenis, vorm en functie, de benaming en relatie met het lichaam, de context, ... van het alledaagse gebruiks-, design- of kunst-object. “Ik wil terug gaan naar dat moment waar de samenleving ons oplegt hoe we naar de dingen moeten kijken”, stelt hij. “Ik verwonder me over welke betekenis een ding draagt ten opzichte van ons alledaagse leven. De potentie aan poëzie die uit die houding voortvloeit, leidt mij tot de interpretatie van de objecten”, vertelt hij. Zijn fascinatie voor edelstenen groeide toen hij de gelijkenis zag tussen messen uit vuursteen uit de prehistorie en gefacetteerde edelstenen. “Daar kwam een project uit voort”, vertelt hij. “De titel ervan is ‘A Brilliant Cut’. Dat is de naam voor de meest typische manier waarop diamanten geslepen worden. Bij mij refereert ‘brilliant’ naar de edelsteen en de ‘cut’ naar het mes. Het mes is het eerste gebruiksvoorwerp dat bewust is vervaardigd door de mens om te overleven. In die zin is het een noodzakelijk object. De edelsteen is voornamelijk een object van schoonheid. De edelsteen wordt voorzien van facetten ter bevordering van zijn schittering en zijn schoonheid. De combinatie van gefacetteerde edelsteen, mes en bestek brengt begrippen als schoonheid en functie samen. Schoonheid wordt functie en functie wordt schoonheid.” In zijn objecten zoekt Octave graag de grens op. De grens tussen functie en schoonheid, maar ook die tussen de natuurlijke evolutie van de edelstenen en de menselijke ingreep van het maken van bestek. Naast natuurlijke edelstenen gebruikt hij ook gecultiveerde, door de mens gemaakte edelstenen. Hij combineert een gecultiveerde robijn met het gesteente waarin robijnen op natuurlijke wijze ontstaan. Hij werkt met synthetische gegroeide stenen die er natuurlijk uitzien, en vice-versa. Het ideaal van een edelsteen vandaag is een overbewerkte steen als een diamant: een boel perfecte facetten maar volkomen transparant en schijnbaar zonder substantie. Vandeweghe daarentegen werkt graag met de groeilijnen, de inclusies, de barsten in de edelstenen omdat hij graag het gevoel van de ‘steen’ wil behouden. Hetzelfde geldt voor de manier waarop hij de stenen bewerkt. In sommige objecten laat hij de structuren van het slijpwiel staan en gebruikt ze net als met de lijnen van het natuurlijke groeiproces om ermee te spelen. Vandeweghe toont zijn objecten in een installatie waarvan de objecten deel uitmaken. Elk stuk is gevat in een houder van staaldraad – alsof het een artefact is uit een archeologisch museum. Modellen in staaldraad verwijzen naar stukken die de collectie van dit imaginaire museum in de toekomst zouden kunnen vervolledigen. Marc HOLTHOF, februari 2016