SIMULATIESPEL Simulatiespel Bij een simulatiespel wordt een situatie nagespeeld. Bijv. een vergadering, actiegroep, gemeenteraad etc. Er moet een besluit of een beslissing worden genomen of er wordt een advies gegeven. Het verschil met het rollenspel is dat bij het simulatiespel een duidelijke structuur al vastligt. De spelers hebben een omschreven rol en moeten binnen vastgelegde regels inzicht proberen te verkrijgen in een proces of systeem, die vereenvoudigd uit de werkelijkheid is afgeleid. Bij simulatiespelen gaat het meestal om de competitie en/of communicatie tussen verschillende groepen met verschillende belangen. Werkwijze: De opdracht wordt uitgedeeld. Je legt de samenstellingen uit, welke groeperingen of partijen worden vertegenwoordigd. Of er een voorzitter etc. is. De vergadering moet worden voorbereid. Deel de leerlingen in of vraag bij welke groepering zij deel willen nemen. Geef de leerlingen van de verschillende partijen een stencil met de regels van de betreffende procedure. De leerlingen kunnen dit nu in groepjes gaan voorbereiden. Hierna vindt de eigenlijke vergadering plaats. Na de vergadering wordt er een nabespreking of leergesprek gehouden ter evaluatie. Tips: Stel een bepaalde tijd in voor de vergadering en stop ook precies op dit moment, zorg dat het niet uit de hand loopt. Laat de leerlingen na de vergadering even stoom afblazen. De docent moet van te voren duidelijke leerdoelen formuleren. Houd rekening met de beginsituatie van de leerlingen wat betreft hun interesse, niveau en inzicht. Houd rekening met de sociale vaardigheden van de leerlingen. Simulatiespelen maken en uittesten vergt veel tijd voor de docent. Sterke kanten: Cognitief: de leerlingen verwerven inzicht in algemene regels en principes, tevens zijn ze probleemoplossend bezig. Affectief: de leerlingen krijgen inzicht in het gedrag van zichzelf en dat van anderen. Sociaal: de leerlingen leren luisteren, discussiëren, vergaderen, beslissingen nemen, e.d. Onderwijskundig: simulatiespelen werken sterk motivatieverhogend. Het is een ‘natuurlijke’, speelse werkvorm. Er is vaak sprake van directe feedback (directe consequenties van genomen stappen). De gegeven structuur werkt bevorderend voor de wat geremde leerlingen. Zwakke kanten: De voorbereiding kost veel tijd. Het gevaar bestaat dat sommige spelen het competitie- element gaat overheersen boven bijvoorbeeld het educatieve karakter van het spel. Organisatorisch kunnen er problemen ontstaan. zo zijn bijvoorbeeld verschillende aaneengesloten lesuren nodig. Sociale spanningen kunnen optreden (competitie- en belangenstrijd). Pagina 2