Overgang naar vaste voeding Tussen 4 tot 6 maanden Als je wil dat je kindje met vaste voeding start, bespreek dit met de begeleidster. Kies een rustig en ontspannen moment om de eerste keren te proberen. Zorg dat dit niet samenvalt met een ziekteperiode of de start in het kinderdagverblijf. Begin met 1 vaste voeding per dag. Pas als dit goed lukt, kan je nog een melkvoeding vervangen door een vaste voeding. Vanaf 6 maanden Als je kindje ook vlees of vis in de groentepap mag, bespreek dit dan met de begeleidster. Als je kindje een speciaal dieet nodig heeft, is dit mogelijk mits medisch attest. Het aanbieden van gevarieerde voeding maakt dat kindjes wennen aan verschillende smaken. Tussen 8 en 16 maanden Vanaf nu laten we kindjes, op een rustige manier, wennen aan brokjes in de voeding. We bespreken dit met ouders zodat je kindje dit thuis en in de Bengeltjes kan oefenen. Na een tijdje kan je kindje een gewone maaltijd eten. In deze periode leren we kindjes ook zelfstandig eten. In het begin geven we je kindje een lepel en geven we zelf met een andere lepel. Als je kindje veel oefent, zowel thuis als in de Bengeltjes, kan je kindje snel zelfstandig eten. Samen met het zelfstandig eten en het eten van stukjes mag je kleine peuter nu ook aan de ‘grote’ tafel eten in plaats van in een eetstoel. Als eten een beetje moeilijk is. Als een van de vorige stapjes wat moeilijker gaat of als kindjes (bepaalde soorten) voeding weigeren blijven we hen stimuleren en geruststellen. Dwingen heeft geen zin. Als eten een beetje moeilijk is, bespreek dit dan met de begeleidster van je kindje.