Aardbeving en tsunami in Japan Land Bevolking Inwoners: 126.475.664 (België: 10.414.336) Levensverwachting bij geboorte: 82,25 jaar (België: 79,22) Oppervlakte: 377.915 km² (België: 30.528 km²) Kindersterfte: 2,78 per 1000 (België: 4,33 per 1000) BNP/capita: $34.200 (België: $37.400) Vlag Alfabetiseringsgraad: 99% (België: 99%) 1 Informatie Op 11 maart 2011 trof een aardbeving Japan met een kracht van 8.8 op de schaal van Richter. Enkele minuten later werd de oostkust van Japan getroffen door een tsunami met tien meter hoge golven. In vijf uur tijd volgden nog eens meer dan dertig naschokken met een kracht hoger dan 5.2 op de schaal van Richter. De premier van Japan, Naoto Kan, noemde de aardbeving en tsunami de grootste ramp die het land overkwam sinds de Tweede Wereldoorlog. Vooral in het oosten van Japan is de vernieling groot. Het exacte dodental is nog onbekend, maar er zijn al duizenden doden geteld. Vele gebouwen werden verwoest en er brak op verschillende plaatsen brand uit. Meer dan vier miljoen families zitten zonder elektriciteit. Het Japanse Rode Kruis schoot onmiddellijk in actie. 11 nationale rampenteams zorgen voor eerste hulp en gezondheidszorg in de getroffen gebieden. Het Japanse Rode Kruis heeft nog geen buitenlandse hulp gevraagd. Wel werkt het Internationale Rode Kruis nauw samen met het Japanse Rode Kruis en andere plaatselijke Rode Kruisverenigingen om de situatie goed in de gaten te houden. © REUTERS/Beawiharta Na de tsunami in de Indische Oceaan in 2004 hebben de Rode Kruisverenigingen verschillende maatregelen genomen rond rampenparaatheid. In de regio rond Japan werden deze maatregelen onmiddellijk na de aardbeving en tsunami toegepast. Zo werd de evacuatie op de eilandengroep de Marianen afgekondigd via sms, televisie, radio en luidsprekers. De Cookeilanden verspreiden via vrijwilligers de boodschap tot evacuatie. Het gevaar voor tsunami’s in nu geweken. 2 Extra oefeningen Naast de opdracht in hoofdstuk 8 van het lespakket rond dit type natuurramp (te downloaden via http://www.jeugdrodekruis.be). Wat weet je over Japan? > Ga in je atlas op zoek naar een kaart van het land. Gebruik hiervoor het register achteraan in je atlas. Wat kom je allemaal te weten? Voor je deze oefening start, kan je met de kinderen een bordschema met de mogelijkheden van een atlas opbouwen. Hierin bespreek je de functie van een atlas, de dingen die er in opgezocht kunnen worden en de opzoekingmethode. Stimuleer daarna de leerlingen om zoveel mogelijk informatie te verzamelen: continent, eilandengroep, buurlanden, hoofdstad, bevolkingsdichtheid, landschap, zee, religie, … > Dit land ligt in dit continent: > In welke zee ligt het land?: > Dit is de hoofdstad van het land: Azië Stille Oceaan Tokio Informatiemuur / informatiebord Je kan nog enkele extra vragen stellen aan leerlingen die deze opdrachten zeer snel uitvoeren. Je kan de leerlingen vragen een aantal gegevens van België en het land in kwestie te vergelijken: het aantal inwoners, de totale oppervlakte. Bouw met al het materiaal dat de leerlingen verzameld hebben een informatiemuur of -bord op in de klas. Je kan kiezen voor een chronologische of thematische ordening van de artikels. 3 Journalist voor één dag © Japanese Red Cross/Toshirharu Kato © Japanese Red Cross/Toshirharu Kato © IFRC/Patrick Fuller © IFRC Je hebt nu heel veel geleerd over aardbevingen en over Japan. Gebruik al je kennis om een interessant tekst te schrijven. Kies één van de foto’s hieronder en schrijf hierbij een artikel van ongeveer 10 zinnen. Foto 1: Rode Kruisziekenhuis in Japan. De ouderen en jonge kinderen zijn vooral vatbaar voor longontstekingen. Zonder elektriciteit zijn de nachten bitterkoud. Foto 2: Rode Kruisziekenhuis in Japan. De gangen van het ziekenhuis staan vol bedden. Veel mensen lijden aan infecties aan de ademhalingswegen. Foto 3: Het Japanse Rode Kruis vervoert zieken naar het ziekenhuis in Miyagi per helicopter. Foto 4: Sommige jonge patiënten hebben speciale zorg nodig. Het ziekenhuispersoneel houdt ze extra in de gaten. Laat de leerlingen een foto kiezen. Laat hen hierbij een artikel schrijven van ongeveer 10 zinnen. De leerlingen die dezelfde foto kiezen, kan je in groepen bij elkaar zetten. Nadien kunnen de leerlingen elkaar hun artikel voorlezen en het kort bespreken. Deze oefening kan een aanzet zijn naar een “natuurrampenkrant” die de leerlingen zelf maken. 4