a n t io x id a n t e n Antioxidanten bij radiotherapie Een literatuuronderzoek naar de invloed van hoge doseringen antioxidanten op de effectiviteit en op de bijwerkingen van radiotherapie Agnetha Hofhuis*, Annemarie L. Zuur*, Caroline J.G. Panis**, Dr.ir. Peter J.M. Weijs**, Ir. Hinke M. Kruizenga** Inleiding zijn gebruikt voor het literatuuronderzoek. Zowel Diëtisten die op een afdeling radiotherapie studies met dieren als met mensen zijn geïnclu- werken krijgen regelmatig vragen van patiënten deerd. over het gebruik van hoge doseringen antioxidanten gedurende de periode van radiotherapie. Resultaten Diëtisten noch artsen lijken een eenduidige, Op basis van de zoekcriteria zijn achttien ges- goed onderbouwde mening te hebben over het chikte artikelen gevonden over de invloed van advies aan patiënten over dit onderwerp. Het hoge doseringen antioxidanten op de bijwerkin- doel van dit literatuuronderzoek was het for- gen van radiotherapie en één artikel over de inv- muleren van een advies aan diëtisten over het loed op de effectiviteit van radiotherapie. Over gebruik van hoge doseringen antioxidanten de antioxidanten glutathion en co-enzym Q10 tijdens radiotherapie. zijn helemaal geen geschikte publicaties gevon- Radiotherapie resulteert in een verhoogde vorm- den. ing van vrije radicalen en depletie van antioxi- De onderzoeksresultaten zijn ingedeeld naar de danten in het lichaamsweefsel. Een vrije radicaal invloed van hoge doseringen antioxidanten op is een molecuul met één of meer ongepaarde de effectiviteit en op de bijwerkingen van radio- elektronen, wat het molecuul zeer reactief maakt therapie. In de studies over de effectiviteit van met andere moleculen. Dit kan leiden tot oxida- radiotherapie werd de invloed van antioxidanten tieve schade aan cellen, waardoor deze in struc- op DNA-schade in tumorcellen onderzocht. In de tuur en functie kunnen veranderen (zie figuur 1). studies over de bijwerkingen van radiotherapie Antioxidanten zijn verbindingen in het lichaam werd de invloed van antioxidanten op DNA- die reageren met vrije radicalen en ze op die schade in gezonde cellen onderzocht. 1 manier onschadelijk maken. Door de vorming van vrije radicalen en het tekortschieten van het 1. Invloed op de effectiviteit van radiotherapie antioxidantsysteem tijdens radiotherapie kan het In het enige gevonden onderzoek over de inv- DNA in de cel beschadigd worden (zie figuur 2). loed van antioxidanten op tumorcellen nam Theoretisch gezien kunnen antioxidanten een de tumor van muizen in grootte af door sup- positief effect hebben op de bijwerkingen van pletie van β-caroteen na bestraling. Het aantal S am e n vattin g D o e lste llin g : E r b e s ta a t g e e n e e n d u id ig e , g o e d o n d e rb o u w d e m e n in g o v e r h e t g e b ru ik m a k e n g e b ru ik v a n k le in e o n d e rz o e k s g ro e p e n e n v a n h o g e d o s e rin g e n a n tio x id a n te n g e d u re n d e d e p e rio d e v a n ra d io th e ra p ie . H e t d o e l k o r te te s tp e rio d e n . G ro o ts c h a lig k lin is c h o n d e rz o e k is v a n d it lite ra tu u ro n d e rz o e k w a s h e t fo rm u le re n v a n e e n a d v ie s a a n d ië tis te n o v e r d it n o o d z a k e lijk . o n d e r w e rp . A an b e ve lin g : P a tië n te n d ie h o g e d o s e rin g e n a n ti- M e th o d e : M id d e ls P u b m e d (M e d lin e ) z ijn 1 9 w e te n s c h a p p e lijk e a r tik e le n g e s e le c te e rd . o x id a n te n tijd e n s ra d io th e ra p ie w ille n g e b ru ik e n Re su ltate n : In e e n a a n ta l d ie rs tu d ie s e n v ijf h u m a n e s tu d ie s is a a n g e to o n d d a t h o g e m o e te n e r d o o r d e d ië tis t o p g e w e z e n w o rd e n d a t d o s e rin g e n a n tio x id a n te n D N A -s c h a d e in g e z o n d e c e lle n z o u d e n k u n n e n v e rk le in e n . ß - h e t e ffe c t o p ra d io th e ra p ie n o g o n v o ld o e n d e b e k e n d C a ro te e n is h e t m e e s t o n d e rz o c h t e n lijk t v e e lb e lo v e n d . H e t e ffe c t v a n a n tio x id a n te n o p is . O m d e p le tie v a n a n tio x id a n te n te v o o rk o m e n , k a n tu m o rc e lle n is in s le c h ts é é n s tu d ie o n d e rz o c h t. e e n m u ltiv ita m in e p re p a ra a t w o rd e n g e a d v is e e rd . Be sc h o u w in g : To t o p h e d e n z ijn o n v o ld o e n d e o n d e rz o e k s g e g e v e n s b e k e n d o m h e t In d ie n d e p a tië n t to c h b e s lu it o m h o g e d o s e rin g e n g e b ru ik v a n h o g e d o s e rin g e n a n tio x id a n te n a a n o f a f te ra d e n a a n p a tië n te n d ie ra d io - a n tio x id a n te n te g e b ru ik e n , m o e t d e b e h a n d e le n d th e ra p ie o n d e rg a a n . D e b e s c h re v e n o n d e rz o e ke n b e tre ffe n v o o rn a m e lijk d ie rs tu d ie s e n ra d io th e ra p e u t h ie r v a n o p d e h o o g te g e s te ld w o r- Ned Tijdschr Diëtisten 59 - 4 - 2004 86 a n t io x id a n t e n muizen met een tumor dat een jaar overleefde, was significant hoger in de bestraalde β-caroteengroep dan in de overige groepen.3 2. Invloed op de bijwerkingen van radiotherapie R 〈 + β-caroteen → R _ + β-caroteen Figuur 1. Mechanisme van de opruiming van vrije radicalen door antioxidanten (β-caroteen). β-Caroteen maakt de vrije radicaal met ongepaarde elektron (R 〈 ) onschadelijk (R -). Hierbij ontstaat het relatief onreactieve β-caroteen radicaal (β-caroteen 〈 +). In een aantal dierstudies en slechts vijf humane studies is aangetoond dat hoge doseringen Radiotherapie schade in gezonde cellen verkleinen. Hierdoor Vrij radicalen ↑ → verminderd kunnen worden. De opzet en werd wel een bescherming aangetoond.12 Een resultaten van deze studies zijn per antioxi- studie met mensen toonde aan dat de concentra- dant weergegeven in tie β-caroteen in het plasma toeneemt na supple- tabel I. tie van een hoge dosis β-caroteen. De verhoogde concentratie β-caroteen in het plasma van Vitamine E bestraalde bloedmonsters leidde tot een signifi- Toediening van vitamine E vóór en na bestral- cante vermindering van DNA-schade in gezonde ing bood in gezonde cellen van muizen een cellen.8 Twee studies toonden aan dat suppletie goede bescherming tegen DNA-schade door van β-caroteen het aantal overlevende muizen radiotherapie. Bij een onderzoek met ratten vergrootte na radiotherapie (tabel III).12,14 veroorzaakte vitamine E daarentegen een toename van DNA-schade in gezonde cellen. Bij Melatonine dit onderzoek werd gebruik gemaakt van hogere In twee studies beschermde toediening van mela- doseringen bestraling en vitamine E dan bij de tonine tegen DNA-schade in bestraalde cellen andere onderzoeken.6 van gezonde mensen. De proefpersonen met de Het aantal muizen dat 30 dagen overleefde, werd hoogste concentratie melatonine in het bloed vergroot door toediening van vitamine E (tabel hadden de minste DNA-schade.15,16 II). Bij een zelfde onderzoeksopzet met een ander soort muizen werden geen significante verschil- Verschillende antioxidanten len in overleving aangetoond.7 Gecombineerde toediening van verschillende antioxidanten bood in een aantal studies bes- Vitamine C cherming tegen DNA schade in gezonde cellen Vitamine C beschermde gezonde muizen en van muizen en mensen.4,5,17,18 Maar in één studie ratten in drie studies tegen DNA-schade door verminderde een combinatie van antioxidanten bestraling.4,5,6 In andere studies bood vitamine C de DNA-schade sterker dan de antioxidanten 4,5,8 geen bescherming tegen DNA-schade of werd afzonderlijk.4,5 5 de schade zelfs verergerd. Bij mensen bracht suppletie van vitamine C geen vermindering van Flavonoïden DNA-schade teweeg.8 De oorzaak van het verschil In drie studies over flavonoïden werd DNA- in resultaten is onbekend. schade door bestraling in gezonde cellen van muizen en mensen verminderd.19,20,21 Omdat β-caroteen de studies echter moeilijk vergelijkbaar en erg Toediening van β-caroteen vóór en na bestraling onduidelijk beschreven zijn, kan minder waarde leidde in zeven studies tot minder DNA-schade worden gehecht aan deze resultaten. in gezonde cellen van muizen en mensen. 5,8,9,10,11,12,13 In één dierstudie werd ech- Beschadiging DNA Figuur 2. Radiotherapie resulteert in een verhoogde vorming van vrije radicalen en depletie van antioxidanten, wat kan leiden tot beschadiging van het DNA in de cel. zouden de bijwerkingen van radiotherapie 4,5 → Antioxidanten ↓ β-caroteen, vitamine E, vitamine C, melatonine of combinaties van antioxidanten DNA- 〈 + Beschouwing ter geen vermindering van DNA-schade De beschreven onderzoeken geven onvoldoende waargenomen, omdat in deze studie een te wetenschappelijk bewijs om een richtlijn voor hoge dosis β-caroteen werd gebruikt, waar- oncologische patiënten betreffende het gebruik door de concentratie vitamine E in het plasma van hoge doseringen antioxidanten tijdens radio- verminderde.10 In een studie met muizen bes- therapie op te stellen. chermde β-caroteen niet tegen DNA-schade in de Een vermindering van DNA-schade in gezonde beenmergcellen11, maar in een later onderzoek cellen zou de bijwerkingen van radiotherapie Ned Tijdschr Diëtisten 59 - 4 - 2004 87 a n t io x id a n t e n Tabel I. Vermindering van DNA-schade in de cel door toediening van hoge doseringen antioxidanten vóór of na bestraling van dieren of mensen. Onderzoek Subjects Gray Toediening Dosis (mg/kg) Effect (1) Vitamine E Sarma et al. 4 Muizen (n=6/groep) 1 Eenmalig, 3,1/ 6,2/ 12,5 0 2 uur voor bestraling 25/ 50/ 100 + 200 + ** 25 + ** * Sarma et al. 4 Muizen (n=6/groep) 1 Eenmalig, Konopacka et al. 5 Muizen (n=5-7/groep) 2 Per dag, gedurende 50 0 5 dagen voor bestraling 100 + * 200 + * * 5 min en 2 uur na bestraling Konopacka et al. 5 El-Nahas et al. 6 Muizen (n=5-7/groep) 2 Eenmalig, direct na bestraling 200 + Ratten (n=4-7/groep) 5,2 Per dag, gedurende 100 0 6 maanden voor bestraling 300 - Eenmalig, 3,1/ 6,1/ 12,5 0 2 uur voor bestraling 25/ 50/ 100 0 200/ 400/ 800 + ** Eenmalig, 400 + ** 5 min en 2 uur na bestraling 400 + * Per dag, gedurende 50 + * 5 dagen voor bestraling 100 + * 200 0 400 - * 400 + * 100 + * 300 + * (2) 300 0 Per dag, gedurende 3 + * 5 dagen voor bestraling 6 + * 12 + * *** Vitamine C Sarma et al. 4 Sarma et al. Muizen (n=6/groep) 4 Muizen (n=6/groep) Konopacka et al. Konopacka et al. 5 5 El-Nahas et al. 6 Muizen (n=5-7/groep) 1 1 2 Muizen (n=5-7/groep) 2 Eenmalig, direct na bestraling Ratten (n=4-7/groep) 5,2 Per dag, gedurende 6 maanden voor bestraling Umegaki et al. 8 Mensen (n=17) 0,6 Per dag, gedurende 6 dagen voor bestraling van een bloedmonster ß-Caroteen Konopacka et al. 5 Konopacka et al. Umegaki et al. 8 5 Muizen (n=5-7/groep) 2 Muizen (n=5-7/groep) 2 Eenmalig, direct na bestraling 12 + * Mensen (n=33) 0,6 Per dag, gedurende 30 + *** Per dag, gedurende 0,5 + ** 7 dagen voor bestraling 2,5 + ** Per dag, gedurende 50 + * 4 weken voor bestraling 400 0 Per dag, gedurende 300 + 6 dagen voor bestraling van een bloedmonster(2) Abraham et al. Umegaki et al. 9 10 Muizen (n=6/groep) Muizen (n=30) Muizen (n=19) 1,15 0,3 0,3 7 dagen voor bestraling Ned Tijdschr Diëtisten 59 - 4 - 2004 88 * a n t io x id a n t e n Vervolg Tabel I. Onderzoek Subjects Gray Toediening Dosis (mg/kg) Effect (1) Salvadori et al. 11 Muizen (n=?) 2 Per dag, gedurende 10 +/- 5 dagen voor bestraling 25 +/- 50 +/- (2) 2,63 + * (2) 40 + * 300 + ** 300 + *** Eenmalig, 400 Vit C + ** 2 uur voor bestraling 25 Vit E Eenmalig, 400 Vit C + ** 5 min en 2 uur na bestraling 25 Vit E Per dag, gedurende 50 Vit C + * 5 dagen voor bestraling 200 Vit E Per dag, gedurende 7,5 ß-caroteen + * 45 dagen voor bestraling 15 Vit E + *** Umegaki et al. 12 Muizen (n=?) 1,5 Per dag, gedurende 2 weken voor bestraling Ben-Amotz et al. 13 Kinderen (n=262) ? 10 jaar na Chernobyl accident. Per dag, gedurende 3 maanden Melatonine Vijayalaxmi et al. 15 Mensen (n=4) 1 Eenmalig, 1 uur voor bestraling van een bloedmonster Vijayalaxmi et al. 16 Mensen (n=4) 1,5 Eenmalig, 1 uur voor bestraling van een bloedmonster Combinaties van antioxidanten Sarma et al. 4 Sarma et al. 4 Konopacka et al. 5 Muizen (n=6/groep) Muizen (n=6/groep) Muizen (n=5-7/groep) 1 1 2 12 ß-caroteen Ushakova et al. 17 Muizen (n=60) 6 50 Vit C 25 Selenium 5 Zink 25 Rutine Emerit et al. 18 Mensen (n=67) 0,03-1 10 jaar na Chernobyl accident Supplement: Per dag, gedurende 5 maanden vitaminen, mineralen, plantenfenolen (1) + Significant minder DNA-schade door toediening van hoge doseringen antioxidanten in vergelijking tot controlegroep. 0 +/- DNA-schade onveranderd door toediening van hoge doseringen antioxidanten in vergelijking tot controlegroep. In sommige typen cellen significant minder DNA-schade door toediening van hoge doseringen antioxidanten in vergelijking tot controlegroep. - Significant meer DNA-schade door toediening van hoge doseringen antioxidanten in vergelijking tot controlegroep. * p<0,05 ** p<0,01 *** p<0,001. (2) Dosering van antioxidanten in mg per dag in plaats van mg per kg. Ned Tijdschr Diëtisten 59 - 4 - 2004 89 a n t io x id a n t e n kunnen verkleinen. In dierstudies is beschreven Tabel II. Dertigdagen-overleving van bestraalde muizen na toediening van vitamine E. dat hoge doseringen β-caroteen, vitamine E, Vlak vóór bestraling werd een eenmalige dosis vitamine E toegediend van driemaal de vitamine C of combinaties van antioxidanten de aanbevolen hoeveelheid voor muizen (n=10/groep). 7 DNA-schade in gezonde cellen verminderden. In vijf humane studies werd de DNA-schade in % overlevenden na 7,5 Gy % overlevenden na 8,5 Gy Vitamine E-groep 100% 60% binaties van antioxidanten. Van deze antioxi- Controlegroep 10% 0% danten is β-caroteen het meest onderzocht en de gezonde cellen van mensen verminderd door hoge doseringen melatonine, β-caroteen of com- resultaten van deze studies lijken veelbelovend. De invloed van antioxidanten op de tumorcellen radiotherapie door DNA-schade in gezonde cel- is maar in één dierstudie onderzocht, waarbij de len te verkleinen. Tevens kan het de effectiviteit grootte van tumorcellen afnam door suppletie van radiotherapie verhogen door de DNA-schade van β-caroteen. in tumorcellen te vergroten. Een negatief effect Een belangrijk aandachtspunt bij de interpre- is echter ook mogelijk, doordat antioxidanten tatie van de beschreven onderzoeken is dat het tumorcellen kunnen beschermen tegen DNA- voornamelijk dierstudies zijn. Bovendien maken schade door straling. Hierdoor zou de effectiviteit vrijwel alle studies gebruik van kleine onder- van radiotherapie verminderd kunnen worden.2 zoeksgroepen en korte testperioden. Om deze redenen kunnen de bevindingen uit deze studies Methoden niet zomaar worden omgezet in adviezen voor Door middel van literatuuronderzoek is geïnven- de mens. tariseerd wat tot op heden is onderzocht over Niet alle studies naar de invloed van hoge doser- de invloed van hoge doseringen antioxidanten ingen antioxidanten op de bijwerkingen van op de effectiviteit en de bijwerkingen van radio- radiotherapie hadden een gunstig resultaat. In therapie. een onderzoek met β-caroteen en twee onder- De artikelen zijn in november 2002 verzameld zoeken met vitamine C verminderde de DNA- via Pubmed (Medline) met de zoektermen schade na bestraling niet door suppletie. In een [‘radiation oncology’ OR ‘radiotherapy’] en onderzoek met vitamine E en een met vitamine [‘antioxidants’]. Met behulp van de literatuurli- C nam de DNA-schade door suppletie zelfs toe. jsten van deze artikelen zijn de overige artikelen Mogelijke oorzaken van deze afwijkende resul- verzameld. Om het literatuuronderzoek relevant taten waren het gebruik van een te hoge dosis te houden voor de diëtetiek, zijn alleen artikelen antioxidanten, te hoge bestraling of de soort gebruikt over antioxidanten die in voeding of proefdieren. in voedingsupplementen voorkomen en die per In een aantal studies werden supplementen os toegediend zijn. De volgende antioxidanten gebruikt, bestaande uit meerdere micronutriënt- vielen binnen deze criteria: glutathion, vita- en, waardoor het minder duidelijk is door welke mine E, β-caroteen, vitamine C, flavonoïden, stoffen het beschermende effect veroorzaakt co-enzym Q10, melatonine en combinaties van wordt. deze antioxidanten. Alleen artikelen van pla- Om een advies te kunnen geven over het gebruik cebo-gecontroleerde studies die de afgelopen vijf van antioxidanten tijdens radiotherapie is groot- jaar gepubliceerd zijn in gerenommeerde (impact schalig klinisch onderzoek naar de invloed van factor van ≥1,5), niet-alternatieve tijdschriften verschillende antioxidanten op de effectiviteit en op de bijwerkingen van radiotherapie noodzake- Tabel III. Dertigdagenoverleving van bestraalde muizen na toediening van ß-caroteen. lijk. De volgende aspecten moeten daarbij wor% overlevenden na 5,1 Gy 1 % overlevenden na 6,5 Gy 2 ß-Caroteen-groep 100% 60% Controlegroep 50% 0% den onderzocht: tijdstip van toediening, dosis en toedieningsduur van antioxidanten, bestralingsdosis en de achterliggende mechanismen van de invloed van antioxidanten bij radiotherapie. Aanbeveling 1. De muizen (n=160) kregen direct na bestraling 270 µg ß-caroteen/dag gedurende Tot op heden zijn onvoldoende onderzoeks- 7 dagen. 14 gegevens bekend om een goede richtlijn met 2. De muizen (n=16) kregen vóór bestraling 2,63 mg ß-caroteen/dag gedurende betrekking tot suppletie van hoge doseringen antioxidanten bij radiotherapie op te stellen. Om 7 weken. 12 Ned Tijdschr Diëtisten 59 - 4 - 2004 90 a n t io x id a n t e n deze reden is het nog niet mogelijk het gebruik 11. Salvadori DMF, et al. Radioprotection of ß-carotene van hoge doseringen antioxidanten aan of af te evaluated on mouse somatic and germ cells. Mutat Res raden aan patiënten die radiotherapie ondergaan. 1996;356:163-170. Patiënten die hoge doseringen antioxidanten 12. Umegaki K, et al. Feeding mice palm carotene tijdens radiotherapie willen gebruiken, zouden prevents DNA damage in bone marrow and reduc- door de diëtist of arts moeten worden voorgeli- tion of peripheral leukocyte counts, and enhances cht dat het effect op de bijwerkingen en vooral survival following X-ray irradiation. Carcinogenesis op de effectiviteit van radiotherapie nog onvol- 1997;18(10):1943-1947. doende bekend is. Om depletie van antioxi- 13. Ben-Amotz A, et al. Effect of natural ß-carotene danten in het lichaamsweefsel als gevolg van supplementation in children exposed to radiation radiotherapie te voorkomen, kan een multivita- from the Chernobyl accident. Radiat Environ Biophys minepreparaat dat voldoet aan de aanbevolen 1998;37:187-193. hoeveelheid worden aangeraden aan patiënten 14. Seifter E, et al. Morbidity and mortality reduction die radiotherapie ondergaan. Indien de patiënt by supplemental vitamin A or ß-carotene in CBA mice toch besluit om hoge doseringen antioxidanten given total body γ-radiation. JNCI 1984;73(5):1167- te gebruiken, dient de behandelend radiothera- 1177. peut hiervan op de hoogte gesteld te worden. 15. Vijayalaxmi, et al. Melatonin reduces gamma radiation-induced primary DNA damage in human blood Literatuur lymphocytes. Mutat Res 1998;397(2):203-208. 1. Clemens MR, et al. Plasma vitamin E and beta-caro- 16. Vijayalaxmi, et al. Melatonin and radioprotection tene concentrations during radiochemotherapy pre- from genetic damage: in vivo/in vitro studies with ceding bone marrow transplantation. Am J Clin Nutr human volunteers. Mutat Res 1996;371:221-228. 1990;51:216-219. 17. Ushakova T, et al. Modification of gene expression 2. Prasad KN, et al. Pros and cons of antioxidant use by dietary antioxidants in radiation-induced apoptosis during radiation therapy. Cancer Treat Rev 2002;28:79- of mice splenocytes. Free Rad Biol Med 1999;26(7/8): 91. 887-891. 3. Seifter E, et al. Vitamin A and beta-carotene as 18. Emerit I, et al. Oxidative stress-related clastogenic adjunctive therapy to tumor excision, radiation therapy factors in plasma from Chernobyl liquidators: protec- and chemotherapy. In: Prasad KN. Vitamins, nutrition tive effects of antioxidant plant phenols, vitamins and and cancer. Karger: Basel,1984. p. 1-19. oligoelements. Mutat Res 1997;377:239-246. 4. Sarma L, Kesavan PC. Protective effects of vitamins 19. Emerit I, et al. Clastogenic factors in the plasma C and E against γ-ray-induced chromosomal damage in of Chernobyl accident recovery workers: anticlas- mouse. Int J Radiat Biol 1993;63(6):759-764. togenic effect of Ginkgo biloba extract. Mutat Res 5. Konopacka M, Widel M, Rzeszowska-Wolny J. 1997;337:239-246. Modifying effect of vitamins C, E and beta-carotene 20. Shimoi K, et al. Radioprotective effect of antioxida- against gamma-ray-induced DNA damage in mouse tive flavonoids in γ-ray irradiated mice. Carcinogenesis cells. Mutat Res 1998;417:85-94. 1994;15(11):2669-2672. 6. El-Nahas SM, Mattar FE, Mohamed AA. Radio- 21. Shimoi K, et al. Radioprotective effects of antioxida- protective effect of vitamins C and E. Mutat Res tive plant flavonoids in mice. Mutat Res 1996;350:153- 1993;301:143-147. 161. 7. Srinivasan V, et al. Radioprotection by vitamin E: effects on hepatic enzymes, delayed type hypersensitivity, and post-irradiation survival of mice. In: Modulation and mediation of cancer by vitamins. Karger: Basel, 1983. p.119-131. 8. Umegaki K, et al. Beta-carotene prevents X-ray induction of micronuclei in human lymphocytes. Am J Clin Nutr 1994;59:409-412. 9. Abraham SK, Sarma L, Kesavan PC. Protective effects of chlorogenic acid, curcumin and ß-carotene against γ-radiation-induced in vivo chromosomal damage. Mutat Res 1993;303:109-112. 10. Umegaki K, et al. Effect of ß-carotene on spontaneous and X-ray-induced chromosomal damage in bone marrow cells of mice. Nutr Cancer 1994;22(3):277-284. Ned Tijdschr Diëtisten 59 - 4 - 2004 91