CRITERIA VOOR NATUURLIJK OVERLIJDEN, NIET-NATUURLIJK OVERLIJDEN EN ONVERKLAARD OVERLIJDEN (NODO) Natuurlijk overlijden, oorzaak verklaard, dus geen NODO Ernstige infectieziekte met respiratoire of circulatoire insufficiëntie tot gevolg. De kliniek of aanvullend onderzoek moet ondersteunend zijn voor ernstige infectie. Belangrijk onderliggend lijden is redengevend voor een natuurlijk overlijden. Aanvullend onderzoek past bij klinisch beeld (bijvoorbeeld oplopend CO2 bij ziekte van Duchenne). Verslikken/verstikken bij ernstige psychomotore retardatie. Een ernstige ALTE die pas na langere tijd tot natuurlijk overlijden leidt valt buiten de NODO. Het onderzoek naar de oorzaak van de ALTE is in dat geval meestal al verricht. Aanwijzingen voor niet-natuurlijk overlijden, dus geen NODO Verdrinking. Aanwijzingen voor verstikking door kracht van buitenaf of door corpus alienum (strangulatie, smoren). Aanwijzingen voor fouten/nalaten van hulpverlener. Overlijden tijdens/direct na een medische behandeling (bv. OK, direct na infusie/injectie medicatie, craniosacraal therapie, etc.). Zichtbaar letsel van enige omvang, waaronder botbreuken, wonden, of aanwijzingen voor schedeltrauma ook al is het letsel niet verklarend voor de dood In anamnese een trauma, zoals een val van de trap, een trap van een paard of ongeval met motorvoertuig, dat zeer waarschijnlijk de dood kan verklaren. In anamnese aanwijzingen voor intoxicatie met drank of drugs. Aanwijzing voor zelfdoding Overlijden na euthanasie/hulp bij zelfdoding NODO Onverwacht overlijden zonder, of met hooguit onschuldige, klachten tevoren. Als onschuldige voorafgaande klachten of omstandigheden worden beschouwd.: (Niet lekker na) vaccinatie Bekende Reflux Lichte verkoudheid Lichte verhoging Lichte diarree, buikpijn Het hebben van risicofactoren (ook als het er meer dan 1 is). Samen slapen in bed of op de bank. In de NODO-procedure vallen: o Overlijden in slaap op bank, in bed maxi cosi,draagzak of buggy, op KDV etc. o Kinderen jonger dan 29 dagen die na de geboorte thuis zijn geweest. Afstemming met perinatale audit. o Overlijden na een periode van koorts e.c.i. o Plotseling overlijden bij een ouder kind, zonder dat er aanwijzingen zijn voor middelengebruik, trauma, vechtpartijen. o Overlijden tijdens sporten, zonder dat sprake is van een trauma o Overlijden na een eerdere niet verklaarde syncope. o Chronische ziekte bekend, maar goed onder controle o Reflux bekend en daarna mogelijk/waarschijnlijk verslikking. o Obstructie van de luchtwegen zonder aanwijzingen voor corpus alienum o Overlijden na een epileptische insult, tenzij de epilepsie onderdeel is van een ernstig vooraf bekend onderliggend lijden. o Kinderen bij wie na het overlijden minimale verschijnselen zijn gevonden, zoals Excoriatie van de neuspunt in buikligging. Geringe hoeveelheid braaksel Bloed en slijm rond mond zonder letsel (tenzij tevens bloed uit het oor).