ieuwe onderzoeksmogelijkheden bij Cardiologie

advertisement
N ieuwe
onderzoeksmogelijkheden
bij Cardiologie
Het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis beschikt sinds kort over nieuwe onderzoeksmogelijkheden op het gebied van de cardiologie. Het gaat om de zogenaamde
‘Calciumscore CT’ en de ‘Stress MRI’. Beide onderzoeken worden, na een aanvraag
door een cardioloog, uitgevoerd op de afdeling Radiologie.
“Mensen die last hebben van ‘pijn op de borst’
komen doorgaans bij een cardioloog terecht,
omdat deze pijnklachten kunnen duiden op
problemen met het hart. Met behulp van een
ECG (hartfilmpje) en/of bloedonderzoek wordt
bekeken of er sprake is van een hartinfarct. Bij
een groot gedeelte van deze patiënten worden
bij deze onderzoeken geen aanwijzingen voor
een hartinfarct gevonden, ondanks de ‘pijn op
de borst’-klachten. Met behulp van de nieuwe
onderzoeksmogelijkheden kunnen we nu het
hart nauwkeurig bekijken en hartklachten die
zich niet laten aantonen met een ECG of bloedonderzoek, tóch ontdekken,” vertelt Merlijn
Cardioloog Bettina Massaar (l) en radioloog Merlijn Peterse (r)
4
Peterse, radioloog in het Zuwe Hofpoort
Ziekenhuis.
De Calciumscore CT en de Stress MRI zijn nieuwe
onderzoeksmethoden die nog lang niet in ieder
ziekenhuis zijn ingevoerd.
Kalk wijst op aantasting
van de kransslagader
“De Calciumscore-CT is een onderzoek waarbij
we een CT-scan maken van het hart en de kransslagaders. We bekijken daarop de aanwezigheid
van kalk (calcium). Kalkafzetting komt voor
wanneer de wand van de kransslagaderen, door
een hoog cholesterolgehalte (vettig bloed), in
meer of mindere mate wordt aangetast. Die
vettigheid kunnen we niet zien op een CT-scan,
maar kalkafzetting is wel zichtbaar. Kalk wijst op
aantasting van de kransslagaders. De mate
waarin kalk aanwezig is, zegt iets over de
conditie van de slagaderwanden,” legt Merlijn
Peterse uit. “Is er op de scan geen kalk te
bespeuren, dan weten we dat de kransslagaders
niet of vrijwel niet zijn aangetast en dat de
pijnklachten níet veroorzaakt worden door
zuurstofgebrek in het hart. Is er wel kalk te zien,
dan gaan we ook de Stress MRI uitvoeren.”
Doorbloeding van de hartspier
De radioloog vervolgt: “Voor een Stress MRI
krijgt de patiënt een medicijn toegediend
waarmee ‘stress’ wordt opgeroepen: de kransslagaders gaan wijd open staan, alsof de patiënt
aan het sporten is. Ook krijgt de patiënt een
contrastvloeistof ingespoten. Hierdoor kunnen
we op de MRI heel goed de doorbloeding van
de hartspier bekijken. Heeft de patiënt een
normale doorbloeding, dan worden de
pijnklachten níet veroorzaakt door zuurstofgebrek in het hart. Een hartkatheterisatie is dan
niet nodig. Zijn er echter stukjes van de hartspier
waar de doorbloeding minder goed is dan hij
zou moeten zijn, dan is dit een indicatie voor
een katheterisatie. Vast staat dat de patiënt baat
zal hebben bij zo’n katheterisatie, een ingreep
waarbij de kransslagader wijder wordt gemaakt
met behulp van een minuscuul ballonnetje of
de plaatsing van een ‘stent’ in de kransslagader
(een klein kokertje dat de kransslagader
openhoudt). De Stress MRI levert bovendien
zeer nuttige informatie op die de cardioloog
goed kan gebruiken bij de voorbereiding op de
ingreep.” Met behulp van de Stress MRI is het
mogelijk om hartproblemen in een vroeg stadium
op te sporen, nog vóór deze een afwijking te
zien geven op een ECG (hartfilmpje).
Beweging van de hartspier
Bij patiënten die al eens eerder iets aan hun
hart hebben gehad, maar die zich met nieuwe
klachten melden, wordt de Calciumscore-CT
overgeslagen. “We weten dan al zeker dat er
kalk te zien zal zijn, dus daar hoeven we niet
meer naar te kijken. Maar de Stress MRI heeft
ook bij deze personen veel zin. We dienen een
ander medicijn toe: een middel dat het hart
sneller doet kloppen. En we letten hier met
name op de beweging van de hartspier. Is de
hartbeweging afwijkend tijdens toediening van
het medicijn, dan is er sprake van nieuwe
relevante vaatafwijkingen en komt de patiënt in
aanmerking voor een katheterisatie. Ook dit
onderzoek is een nuttige bron van informatie
voor de cardioloog,” aldus Merlijn Peterse.
Volgens haar voegen de nieuwe onderzoeken
echt iets toe aan de mogelijkheden die er tot
nu toe waren. Ze besluit: “We kunnen hartproblemen veel specifieker opzoeken en vaak
ook in een eerder stadium. Bovendien: als er bij
deze onderzoeken géén hartproblemen worden
aangetoond, blijkt de kans dat de patiënt
binnen 1 à 2 jaar tóch een hartinfarct krijgt,
verwaarloosbaar laag te zijn.”
5
Download