Internet_diensten.doc 1/3 Internet diensten. URL Om een bepaalde bron op het Internet vlot te kunnen terugvinden, heeft men bepaalde afspraken gemaakt. Zo wordt elke tekst, bestand, webpagina, ... aangeduid door een URL (Uniform of Universal Resource Locator). Deze URL heeft de volgende schrijfwijze : Dienst :// Server(Host):poort / directory pad / bestand Bijvoorbeeld : http://www.cursustekst.be E-mail URL : mailto://naam@mailhost Begrip E-mail of Electronic Mail is de meest gebruikte dienst van het Internet. E-mail maakt het mogelijk dat 30 tot 60 miljoen gebruikers berichten met elkaar kunnen uitwisselen. Je kan deze berichten ook gemakkelijk wijzigen en eventueel doorsturen naar iemand anders. Adres Bij het versturen van een bericht moet je een adres van bestemming opgeven. Dit adres bestaat uit 2 delen gescheiden door het @-teken : eerst de naam van de gebruiker en na het @-teken de naam van de Mailserver of mailhost (het postkantoor dus). Bijvoorbeeld : [email protected] De mailhost houdt al je berichten bij totdat je inlogt op het Internet en je de berichten ophaalt. De berichten volgen de kortste weg over het Internet tot aan de mailhost van de bestemmeling. Dit kan enkele minuten tot verscheidene uren duren afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die op dat moment en op dat traject over het Internet gaan. POP en SMTP De verwerking van de postberichten wordt afgewerkt door gebruik te maken van 2 protocols : SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) en POP3 (Post Office Protocol). Het SMTP protocol wordt gebruikt bij het verzenden van een boodschap. Het POP protocol beheert het opslaan en doorsturen van de binnenkomende boodschappen naar de gebruiker wanneer die inlogt op het Internet. Discussielijsten De grote kracht van E-mail is wel de mogelijkheid om eenzelfde bericht aan meerdere mensen te sturen. Deze functie heeft geleid tot het ontstaan van discussielijsten. Een discussielijst wordt opgezet door een gebruiker van het Internet die over een bepaald thema informatie wil uitwisselen. Andere gebruikers kunnen dan intekenen op die lijst door hun E-mail adres ernaar toe te sturen. Als een lid van de lijst een boodschap instuurt, wordt deze boodschap aan alle leden van de lijst doorgezonden. Internet_diensten.doc 2/3 Voor de vlotte werking van zo'n discussielijst wordt in de praktijk gebruik gemaakt van een specifiek programma (bvb. listserv). Programma’s Je kan je mail ophalen met een E-mail programma zoals bvb. Eudora, Outlook (MSOffice), Outlook Express, Mozilla Thunderbird, Windows Mail, Opera, Mulberry, Pegasus, IncrediMail, enz… Als je ook een webmail adres hebt kan je jouw mail beheren via de website van de service provider (bvb. google.com, hotmail.com, Yahoo.com, enz…) Nieuwsgroepen URL : news://hoofdgroep.subgroep.onderwerp De nieuwsgroepen of news-forums omvatten meer dan 11.000 discussiegroepen. In tegenstelling tot de discussielijsten zijn de news-forums volledig openbaar en hoeft men er zich niet op te abonneren. De nieuwsgroepen zijn onderverdeeld in grote groepen. Zo zijn er groepen over cultuur, muziek, media, enz. Bijvoorbeeld : comp. is de groep met alles over informatica. Elke hoofdgroep is dan nog eens onderverdeeld in subgroepen. Bijvoorbeeld : comp.lang.c = computer languages c (programmeertaal C). FTP URL : ftp://servernaam/directory pad/bestand of ftp://naam:paswoord@servernaam/directory pad/bestand Begrip. Eén van de eerste ontwikkelde protocols had betrekking op de overdracht van bestanden tussen computers. Het FTP (File Transfer Protocol) beschrijft de wijze waarop een aansluiting kan gemaakt worden met een andere computer op het Internet om bestanden van die computer te downloaden (kopiëren) of naar die computer te uploaden (kopiëren). Bij de aansluiting moet je een gebruikersnaam en paswoord opgeven. De gebruikersnaam "anonymous" (anoniem) wordt soms herkend en als paswoord moet je dan je E-mail adres opgeven. Als je deze identificatiefase hebt doorlopen, kan je in de directories van de FTPserver op zoek gaan naar dat ene bestand dat je nodig hebt. Met een FTP programma kan je bestanden uploaden naar je eigen webruimte of website. Programma’s Enkele programma’s: FileZilla, SmartFTP, WS-FTP, CuteFTP, AceFTP. WWW (World Wide Web) URL : http://computernaam.organisatienaam.domein Begrip. Het internet is net als een spinnenweb. Men is reeds van eind jaren 60 bezig om computers met mekaar te verbinden (bvb. het ARPAnet). Vandaag vormen al die computers een wereldwijd spinnenweb (vandaar de naam World Wide Web). Internet_diensten.doc 3/3 In dit web zijn er twee types computers aanwezig nl. de clients en de servers. De clients of klanten halen informatie op van de vele grotere computers (zoals mainframes of supercomputers). De servers of serveerders zijn grote opslagplaatsen van informatiebestanden (teksten, tekeningen, foto's, videobeelden, geluid,...). Hypertext. De client- en server computers kunnen met mekaar communiceren dankzij het HTTP protocol. HTTP(Hypertext Transfer Protocol) zorgt ervoor dat de hypertekst bestanden op een juiste manier kunnen gebruikt worden. Een hypertekst bestand bevat tekst en verwijzingen naar andere informatie zoals foto's, tekeningen, geluid, videobeelden, enz. die zich op de server bevinden. Deze verwijzingen noemt men ook hyperlinks (van het Engelse woord link : koppeling, verbinding). Ze worden in de tekst meestal in kleur en onderlijnd weergegeven. Als je met de muis op een link klikt, krijg je een andere hypertekst pagina (of webpagina) te zien. Dit noemt men ook "surfen". HTML. Een hypertekst pagina wordt opgemaakt met een speciale computertaal, nl. HTML (Hypertext Markup Language). De HTML documenten (of bestanden) worden als gewone tekst (ASCII of Unicode) opgeslagen. Dit betekent dat je met om het even welke tekstverwerker of editor programma een HTML document kan aanmaken en wijzigen. Alleen moet je nog de juiste markeringen (markups) kennen die je in de tekst moet plaatsen om een hyperlink te maken of om de tekst te formatteren. Deze markeringen staan in de tekst tussen < en > tekens. Bijvoorbeeld : rechtsklik op een vrije ruimte van een webpagina en kies voor Bron weergeven. Om deze webpagina’s aan te maken kan je ook een speciaal programma gebruiken dat deze markeringen automatisch in de tekst plaats. Je moet alleen de juiste verwijzingen invullen. Zoekpagina's. Sommige computers op het Internet hebben een website die specifiek is ontworpen om informatie terug te vinden op het web. Men noemt deze websites "search engines" of zoekpagina's. Je kan een woord of enkele woorden ingeven en de computer gaat dan op zoek naar webpagina’s die dat woord of die woorden bevatten. Er wordt dan een lijst met verwijzingen naar webpagina’s getoond waar je misschien meer kan vernemen over het gezochte onderwerp. Enkele voorbeelden : Google, Yahoo, Alta Vista, Webcrawler, Lycos, Infoseek, ... Programma’s Om op het internet te surfen maak je gebruik van een “browser” programma. Enkele voorbeelden: Google Chrome, Mozilla Firefox, Opera, Internet Explorer, Safari, Avant browser, Netscape, Tencent Traveler, Maxthon, enz…