Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
B&W.nr. 07.0372 d.d. 10-04-2007
B&W-Aanbiedingsformulier
Onderwerp
Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders
van het raadslid H. van Egdom (GL) inzake arbeidsmarktontwikkelingen
(ingekomen op 2 maart 2007)
BESLUITEN
Behoudens advies van de commissie OWZ
1. de bijgevoegde beantwoording van de vragen van de heer H. van Egdom, raadslid Groen Links,
inzake de arbeidsmarktontwikkeling vast te stellen.
2. de beantwoording te zenden aan de heer H. van Egdom, raadslid Groen Links, en de overige
leden van de Gemeenteraad
- Samenvatting (verschijnt in persbriefing)
De heer van Egdom van Groen Links heeft het College vragen gesteld over arbeidsontwikkeling en de
relatie met werkloosheidscijfers in Leiden en de Randstad.
In de beantwoording wordt aangegeven dat in Leiden sprake is van een gestage daling van het aantal
niet-werkende werkzoekenden en het aantal WWB uitkeringen. De daling is echter minder sterk dan in
een aantal andere gemeenten.
In vergelijking met andere gemeenten verschilt de aanpak in Leiden op een aantal punten. Leiden
kent tot nu toe geen verplichte werkcomponent voor werkloos werkzoekenden die een beroep doen op
de Wet werk en bijstand. Een aantal gemeenten kiest ervoor deze groep een tijdelijke
arbeidsovereenkomst aan te bieden, waardoor zij niet langer als werkloos werkzoekend worden
aangemerkt.
Het aantal geregistreerde werkloze jongeren is iets opgelopen. Het oplopen van het aantal jongeren
loopt gelijk met de start van het Jongerenloket. Door samenwerking en een integrale aanpak in het
jongerenloket zijn nu meer jongeren in beeld, waardoor het lijkt alsof de jeugdwerkloosheid toeneemt.
Het gaat vooral om voortijdig schoolverlaters die zich voorheen niet altijd bij het CWI meldden als
werkzoekend en nu onder andere via het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdig
Schoolverlaters hun weg naar het jongerenloket vinden.
Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders door het raadslid
H. VAN EGDOM (GL) inzake arbeidsmarktontwikkeling (ingekomen 2 maart 2007).
In 2006 is de werkeloosheid in de Randstad sterker gedaald dan in Nederland als geheel. In de
Randstad komt de daling uit op 19 %, terwijl in Nederland als geheel de daling op 17 % ligt.
In de meest recente cijfers van het CWI blijkt dat Leiden ver achterblijft. De daling is in onze stad 6 %
en weten we (van de grote steden in West-Nederland) slechts Gouda (3 %) achter ons te houden. Met
betrekking tot de jeugdwerkloosheid is Leiden echt de lantaarndrager. Daar waar in alle steden de
jeugdwerkloosheid sterk daalt, stijgt deze in Leiden met 8 %.
In de commissievergadering van 30 januari 2007 stelde wethouder Jonas dat de cijfers van het laatste
kwartaal van het jaar 2006 een snelle weg naar boven lieten zien. De jaarcijfers lijken hem geen gelijk
te geven. Mede gelet op de komende discussie over het re-integratiebeleid is een degelijke analyse
van de oorzaken van het achterblijven van het terugdringen van de werkloosheid op zijn plaats nu de
economie aantrekt.
Voor de informatie over de ontwikkelingen verwijs ik u naar het volgende document:
http://www.cwinet.nl/Images/AMJ_Randstad_0701_web_tcm43-49444.pdf
Bovenstaande brengt onze fractie, op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde, tot de vragen
aan het College van Burgemeester en Wethouders.
Antwoord van Burgemeester en Wethouders
1. Wat is uw visie op de ontwikkeling van de werkloosheidscijfers voor de gemeente Leiden in relatie
tot de ontwikkelingen van steden in de Randstad?
In Leiden is sprake van een gestage daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden en het
aantal WWB uitkeringen. De daling is alleen minder opvallend en lager dan bij andere gemeenten.
Het aantal bijstandsuitkeringen zakt eveneens gestaag. Eind december 2005 bedroeg het aantal
WWB-uitkeringen 2.921 aan 3.360 Leidenaren onder de 65 jaar. Op 31 december 2006 waren er
2.839 WWB-uitkeringen aan 3.299 Leidenaren onder de 65.
(Bron: Statistisch jaarboek 2007 Leiden)
In vergelijking met andere gemeenten verschilt de aanpak gericht op het terugdringen van het
bestand met die van Leiden. Er wordt vaak een verplichte werkcomponent ingezet (vormen van
Workfirst). Het gaat hierbij om werken met behoud van uitkering of men krijgt een (tijdelijke)
arbeidsovereenkomst en ontvangt salaris in plaats van een uitkering. De (loon)kosten voor dit
traject worden ten laste gebracht van het werkdeel. Daarmee is deze groep niet langer als
werkloos werkzoekend aan te merken. Meestal gaat deze ‘Workfirst’ aanpak samen met een
stringenter maatregelen- en handhavingsbeleid. De gemeente Leiden heeft tot op heden niet
gekozen voor deze werkwijze.
Kenmerken van het Leidse bestand: In het onderzoeksjaar 2005 kent Leiden, in vergelijking met
andere gemeenten, een hoog aantal klanten dat na beëindiging van de uitkering opnieuw binnen
het verslag jaar opnieuw een beroep doet op de uitkering (43%). Leiden zet al jaren in op
duurzame uitstroom. Het percentage zegt tevens iets over de pogingen om moeilijke groepen te
bemiddelen en uit de cijfers blijkt ook dat circa 50% van de klanten meer dan vier jaar een
bijstandsuitkering ontvangt.
Tot slot, de Regio Leiden en Bollenstreek heeft per 31.12.06 met 4,4% de laagste werkeloosheid
van Nederland. (bron: Economische Monitor Zuid-Holland 2007).
Dat betekent dat degene die makkelijk plaatsbaar waren, nu al een plek op de arbeidsmarkt
hebben.
Een andere bijkomende reden voor de minder snelle daling is het beleid om nieuwkomers en
oudkomers zich als niet-uitkeringesgerechtigden (nugger) te laten inschrijven bij het CWI. Dit
wordt gedaan om de inburgeringskosten ten laste te kunnen brengen van het Werkdeel. In 2005
gold dit voor 20%, nu voor bijna 80% van het aantal nieuwkomers en oudkomers. Dit effect zal de
komende periode verder onderzocht worden.
2. Welke verklaringen heeft u voor het achterblijven van de gemeente Leiden op terrein in het
algemeen en voor de jeugdwerkloosheid in het bijzonder?
Medio 2006 is het jongerenloket in de lokatie van het CWI van start gegaan. Doel van het loket is
een bijdrage leveren aan het voorkomen van het voortijdig schoolverlaten en aan het terugdringen
van jeugdwerkloosheid door de integrale aanpak door de betrokken ketenpartners (UWV, CWI,
gemeente, ROC en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdg Schoolverlaters).
Het oplopen van het aantal bij het CWI ingeschreven werkloze jongeren loopt gelijk met de start
van het Jongerenloket. Door de integrale inzet van het Jongerenloket blijken er meer jongeren in
beeld zijn, waardoor het lijkt alsof de jeugdwerkloosheid toeneemt. Het gaat vooral om voortijdig
schoolverlaters die zich voorheen lang niet allemaal lieten inschrijven bij het CWI en nu hun weg
vinden naar het jongerenloket.
Van de 101 jongeren met een bijstandsuitkering behoort ca 30 % tot de groep alleenstaande
ouder. In vergelijk met januari 2005 (ca 23%) is onder deze groep een lichte stijging
waarneembaar.
3. Kunt u een nadere uitsplitsing geven van de ontwikkeling m.b.t. de cijfers van het UWV-deel en
het WWB-deel en geeft deze uitsplitsing aanleiding voor een meer specifieke verklaring van het
achterblijven van de gemeente Leiden?
We kunnen slechts een recente indicatie geven, namelijk het UWV- aandeel van 1032 per 1
maart 2007 aan lopende uitkeringen voor Leiden.
4. Welke gevolgen voor het gemeentelijk beleid dient naar uw mening de analyse en verklaring van
de cijfers te hebben voor het gemeentelijk beleid op het terrein van economische ontwikkeling en
arbeidsmarktbeleid?
In de Re-integratievisie worden nieuwe beleidsvoornemens geformuleerd die onder de huidige
gunstige economische omstandigheden nieuwe kansen bieden aan werkzoekenden. De vraag op
de arbeidsmarkt en de behoefte en mogelijkheden van de werkzoekenden staan voorop. Er zal
fors worden ingezet op een grondige analyse van de van de klant door een daarin gespecialiseerd
bedrijf. Het hoofddoel daarbij is duurzame plaatsing op de arbeidsmarkt. Er zal daarbij maximaal
gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden binnen de lokale infrastructuur. Voor
gesubsidieerde arbeid is er veel meer ruimte om maatwerkafspraken met werkgevers te maken.
Vanuit de ketensamenwerking wordt gewerkt aan een werkgeversloket voor een snelle vraag en
aanbodkoppeling. Op Holland Rijnland niveau wordt intensiever samengewerkt rond het
arbeidsmarktbeleid.
Dit heeft al geresulteerd in enkele speciale regiotrajecten voor fase 4 klanten en klanten boven de
45 jaar oud vanuit het CWI.. Daarnaast zijn er steeds meer contacten met brancheorganisatie om
concrete afspraken te maken over aantallen trajecten waarin werken wordt gecombineerd met een
opleidingstraject (leerwerktrajecten)om duurzame uitstroom te realiseren. Ook zal het komende
jaar de discussie worden gevoerd over de mogelijkheden om bedrijven voor een deel van hun
aanneemsom, vacatures of werkervaringsplaatsen te laten reserveren voor WWB’ers en (ex)WSW’ers (Sociale Winst). Doel is niet alleen kansen te benutten voor mensen die nieuw
instromen, maar evenzeer om de mensen die al lang in de uitkering verblijven of andere
belemmeringen ondervinden, kansen te bieden om duurzaam uit te stromen naar werk, dan wel
maatschappelijk actief te zijn.
5. Welke gevolgen kunnen en zullen de achterblijvende resultaten hebben voor de inkomsten van de
gemeente Leiden in het kader van de WWB?
Dit zal een tekort op het inkomensdeel tot gevolg hebben. In de re-integratievisie worden
maatregelen aangekondigd om dit tekortvoor de komende jaren te verminderen.
Download