SOA - Flevoziekenhuis

advertisement
685
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen
(SOA) en eileiderontsteking
Inhoudsopgave
Hoe kunt u deze brochure lezen?
SOA: algemeen
Wie kan een SOA krijgen?
SOA als gevolg van onvrijwillig seksueel contact
Mogelijke verschijnselen van een SOA
Vragen over een SOA
Een SOA, en hoe nu verder?
Het waarschuwen van uw huidige seksuele partner
Het waarschuwen van andere/vroegere seksuele partners
De mogelijkheid van een andere SOA
Het voorkomen van een nieuwe SOA
Chlamydia
Verschijnselen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Eileiderontsteking
Zwangerschap
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) en eileiderontsteking
Gonorroe
Verschijnselen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Eileiderontsteking
Zwangerschap
Genitale wratten (condylomata acuminata)
Verschijnselen
Gevolgen
Behandeling
Seksuele contacten
Zwangerschap
Trichomonas
Verschijnselen
Gevolgen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Zwangerschap
26-10-2006
1 - 17
685
Hepatitis B
Verschijnselen
Gevolgen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Zwangerschap
Herpes genitalis
Verschijnselen
Gevolgen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Zwangerschap
Syfilis (lues)
Verschijnselen
Gevolgen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Zwangerschap
HIV-infectie
Verschijnselen
Gevolgen
Onderzoek
Behandeling
Seksuele contacten
Zwangerschap
Schaamluis (platjes)
Gevolgen
Onderzoek
Behandeling
Schurft (scabiës)
Verschijnselen
Onderzoek
Behandeling
Eileiderontsteking
Wat is een eileiderontsteking?
Verschijnselen
Onderzoek
Behandeling
Gevolgen
Is onderzoek nodig na een eileiderontsteking?
Nuttige adressen
Om verder te lezen
2 - 17
685
Hoe kunt u deze brochure lezen?
Deze brochure geeft informatie over seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en een
eileiderontsteking. Een eileiderontsteking wordt nogal eens, maar zeker niet altijd,
veroorzaakt door een SOA. Vrouwen met een seksueel overdraagbare aandoening maken
zich soms zorgen of zij in de toekomst nog zwanger kunnen worden als gevolg van een
mogelijke eileiderontsteking. Daarom komen beide onderwerpen in één brochure aan bod.
Onder punt 2 vindt u algemene informatie over een seksueel overdraagbare aandoeningen.
Punt 2.1 geeft informatie die voor elke vrouw met een SOA van belang is, zoals onderzoek
van seksuele partner(s), eventueel aanvullend onderzoek, en de wijze waarop u in de
toekomst zo’n aandoening kunt voorkomen. Daarna volgt informatie over verschillende
seksueel overdraagbare aandoeningen als Chlamydia (2.2), gonorroe (2.3), genitale wratten
(2.4), Trichomonas (2.5), hepatitis B (2.6), herpes genitalis (2.7), syfilis (2.8), HIV (2.9),
schaamluis (2.10) en schurft (2.11). Hebt u een eileiderontsteking, lees dan de informatie bij
punt 3. Bij een eileiderontsteking doet de arts onderzoek gedaan naar de infectie die de
ontsteking veroorzaakt. Soms is dit een Chlamydia-infectie, minder vaak een infectie met
gonorroe, en soms een infectie met darmbacteriën. Blijkt er bij u sprake van een infectie met
Chlamydia of gonorroe, lees dan ook de punten 2.1 en 2.2 of 2.3 door.
SOA: algemeen
Seksueel overdraagbare aandoeningen zijn infecties die door seksueel contact (meestal
gemeenschap) worden overgebracht. De belangrijkste zijn een Chlamydia, gonorroe,
genitale wratten, Trichomonas, hepatitis B, herpes genitalis, syfilis (lues), besmetting met het
HIV (het virus dat aids veroorzaakt), schaamluis en schurft.Een schimmelinfectie (Candida)
en bacteriële vaginose (afscheiding waarbij vaak de bacterie Gardnerella wordt gevonden)
zijn niet seksueel overdraagbaar.
Wie kan een SOA krijgen?
Iedereen die seksueel actief is met iemand die een seksueel overdraagbare aandoening
heeft, kan een SOA oplopen, als geen condoom gebruikt wordt, als een condoom scheurt,
en bij andere vormen van onveilig seksueel contact. Een enkele infectie is ook
overdraagbaar bij condoomgebruik. Ook in lesbische relaties komen SOA voor. Seksueel
overdraagbare aandoeningen geven vaak geen klachten. Daardoor weten mensen met een
SOA niet altijd dat zij een infectie bij zich dragen die zij kunnen overdragen aan anderen.
SOA worden overgebracht door geslachtsgemeenschap, maar ook door seksuele contacten
via de mond, door anale contacten of contacten met lichaamsvloeistoffen zoals sperma,
speeksel, bloed en vaginale afscheiding. Slechts enkele SOA zijn overdraagbaar via
huidcontact.
SOA als gevolg van onvrijwillig seksueel contact
Het komt regelmatig voor dat vrouwen of meisjes verkracht worden of gedwongen worden tot
seks. Behalve de angst voor een seksueel overdraagbare aandoening is er dan soms ook
angst voor een ongewenste zwangerschap. Ook de psychische verwerking van het
meegemaakte is vaak heel moeilijk. Speelt iets dergelijks in uw situatie, aarzel dan niet dit
aan uw arts te vertellen. Deze kan dan in overleg met u kijken of andere hulp wenselijk is.
3 - 17
685
Mogelijke verschijnselen van een SOA
Onderstaande verschijnselen duiden soms op een seksueel overdraagbare aandoening.
Hebt u een of meer van deze klachten, ga dan naar uw huisarts, zeker als u bang bent een
SOA te hebben opgelopen na een onveilig seksueel contact. Tegelijkertijd is het belangrijk te
weten dat de meeste van deze klachten heel vaak een andere oorzaak hebben.
•
•
•
•
•
•
•
•
veranderde afscheiding uit de vagina (schede) of meer afscheiding dan gebruikelijk
pijn bij het plassen of kleine beetjes moeten plassen
irritatie en jeuk van de vagina
pijn bij het vrijen
abnormaal bloedverlies, zoals tussentijds bloedverlies of bloedverlies tijdens of na
de gemeenschap
buikpijn en eventueel koorts
zweertjes, wratjes, blaasjes op de schaamlippen, rond de anus of de mond
keelklachten (na seks met uw mond)
Vragen over een SOA
Bijna alle vrouwen schrikken als ze te horen krijgen dat ze een seksueel overdraagbare
aandoening hebben. Soms komt de uitslag onverwacht, omdat er helemaal geen klachten
waren. Soms bestond er al een angst die nu bewaarheid wordt. Vaak zijn er veel vragen over
gevolgen voor de gezondheid, verder onderzoek en behandelingsmogelijkheden. Aarzel niet
dergelijke vragen met uw arts te bespreken. Vragen als: ‘van wie heb ik het gekregen’, ‘hoe
vertel ik het mijn partner’ of: ‘heb ik het van mijn partner gekregen... en van wie heeft hij of zij
het dan gekregen?’ komen hieronder ter sprake.
Een SOA, en hoe nu verder?
Vrouwen die een seksueel overdraagbare aandoening hebben, zitten veelal in een
vervelende situatie. Een SOA wordt immers overgedragen door seksueel contact. Nogal
eens roept dit binnen een relatie pijnlijke vragen op: wie van de partners heeft de SOA in een
andere relatie opgelopen? Is mijn partner ook geïnfecteerd? Schaamte, angst, onzekerheid
of kwaadheid zijn dan ook veel voorkomende gevoelens. Ook zijn er soms zorgen of er nog
andere infecties zijn opgelopen.
Het waarschuwen van uw huidige seksuele partner
Hebt u onbeschermd seksueel contact (zonder condooms) gehad met uw huidige seksuele
partner, licht dan uw partner in. Gemakkelijk is dit bijna nooit, maar het is wel noodzakelijk.
De kans is groot dat hij of zij de seksueel overdraagbare aandoening ook heeft, en deze
weer aan u teruggeeft als de aandoening niet behandeld wordt.
Een dergelijk gesprek roept de onvermijdelijke vraag op wie van u beiden de SOA in een
andere (vroegere) relatie heeft opgelopen. Vragen hierover kunt u gerust met uw arts
bespreken. Sommige seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals Trichomonas (2.5)
worden ook in lesbische seksuele contacten overgebracht. Ook dan is onderzoek en
eventuele behandeling van de partner belangrijk om te voorkomen dat u de infectie opnieuw
krijgt.
4 - 17
685
Het waarschuwen van andere/vroegere seksuele partners
Omdat seksueel overdraagbare aandoeningen vaak geen klachten geven, weten andere of
vroegere seksuele partners van u of uw partner vaak niet dat zij misschien een SOA hebben.
Om te voorkomen dat zij deze weer doorgeven aan anderen, is het belangrijk dat zij ook
geïnformeerd worden. U (of uw partner) kan dat zelf doen. Is dat moeilijk, dan kan een
sociaal-verpleegkundige van de GGD hierbij behulpzaam zijn. Deze verpleegkundige weet
hoe vervelend dit soort situaties zijn, en kan meedenken over mogelijke oplossingen. Zo kunt
u een waarschuwingsstrook krijgen om per post op te sturen, of kan de verpleegkundige
contact opnemen met de betreffende partner(s), zonder daarbij uw naam te noemen.
De mogelijkheid van een andere SOA
Bij elke seksueel overdraagbare aandoening is het verstandig na te gaan of u mogelijk nog
een andere SOA hebt opgelopen, en of u daar onderzoek naar wilt laten doen. Al deze
infecties zijn aan te tonen of uit te sluiten door het afnemen van een kweek of
bloedonderzoek. Bespreek met uw arts of dit voor u zinvol is. Bedenk wel dat sommige SOA
als syfilis (2.8) en HIV-infectie (2.9) pas na respectievelijk drie
en zes maanden in het bloed aantoonbaar zijn. Dit betekent een lange tijd van spanning,
maar blijvende onzekerheid brengt ook vaak veel ongerustheid mee.
Het voorkomen van een nieuwe SOA
Bijna iedereen weet wel dat ‘veilig vrijen’ belangrijk is om seksueel overdraagbare
aandoeningen te voorkomen. Veilige seks is een monogame relatie, waarin geen van beide
partners seksuele contacten met anderen hebben (gehad). In andere situaties betekent
veilige seks een condoom gebruiken. In lesbische relaties betekent dat het gebruik van een
beflapje en het voorkomen van overdracht van vaginaal vocht via vingers of seks-toys. Toch
is veilig vrijen vaak gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het betekent dat je als vrouw moet
praten en soms zelfs moet onderhandelen over condoomgebruik of veilige seks. Sommige
vrouwen denken geen risico te lopen (‘ik ben geen prostituee’), soms wordt door alcohol of
druggebruik het goede voornemen vergeten of lijkt het minder belangrijk. Vaak zijn er andere
redenen waarom het, als het erop aankomt, toch moeilijk is veilig te vrijen. Bedenk voor uzelf
wat veilige seks moeilijk maakt, en aarzel niet daar met de arts of een verpleegkundige over
te praten. Zij kunnen u behulpzaam zijn bij het vinden van oplossingen. Bij gebruik van
condooms is het belangrijk condooms van een betrouwbaar merk te gebruiken; de
drogist of apotheek kan u hierover adviseren. Gebruik elke keer dat u gemeenschap hebt,
een nieuw condoom. Mocht u behoefte hebben aan een glijmiddel, gebruik dan alleen een
wateroplosbaar glijmiddel. Vet uit zalven of crèmes kan het condoom aantasten. Als u toch
onveilig seksueel contact hebt gehad, bespreek dan met de huisarts of onderzoek naar SOA
zinvol is. Ook kunt u zich altijd wenden tot een SOA-polikliniek van het ziekenhuis of de
GGD, waar u anoniem onderzocht en behandeld kunt worden indien u dat wenst.
Chlamydia
Een Chlamydia-infectie wordt veroorzaakt door een soort bacterie die zich nestelt in de
slijmvliezen van de geslachtsorganen. Na anaal contact of sperma dat in de keel of een oog
terechtkomt, kunnen ook infecties van deze organen optreden.
5 - 17
685
Verschijnselen
Bij vrouwen veroorzaakt een Chlamydia-infectie een ontsteking van slijmvliezen, meestal van
de urinebuis en/of de baarmoedermond. Vaak geeft een infectie met Chlamydia geen
klachten; daardoor kan de infectie lange tijd aanwezig zijn zonder ontdekt te worden. Soms
zijn er wel klachten, zoals meer of andere afscheiding dan normaal, pijn bij het plassen,
tussentijds bloedverlies of bloedverlies na vrijen, pijn bij het vrijen of pijn in de onderbuik.
Bij mannen veroorzaakt Chlamydia een ontsteking van de urinebuis. Meestal, maar niet altijd
hebben zij klachten daarvan, zoals afscheiding uit de penis, pijn bij het plassen of vaker dan
normaal moeten plassen.
Onderzoek
Een kweek van de baarmoedermond kan aantonen of u een Chlamydia-infectie hebt. De
uitslag duurt enkele dagen tot een week. Ook een kweek van de urinebuis of urineonderzoek
is mogelijk. Soms vindt men bij bloedonderzoek in verband met zwangerschapswens
aanwijzingen voor een mogelijke vroeger doorgemaakte Chlamydia-infectie. Nogal eens blijkt
er dan sprake te zijn van onterecht alarm, omdat ook luchtweginfecties met een andere soort
Chlamydia-bacterie zo’n bloeduitslag geven.
Behandeling
Chlamydia is goed te behandelen met een antibioticum. Er zijn eendaagse kuren en kuren
voor een week of tien dagen. Maak de kuur af.
Seksuele contacten
Bedenk dat ook uw seksuele partner de infectie bij zich kan dragen, evenals vroegere en/of
andere seksuele partners van één van u beiden. Het is dan ook belangrijk dat ook deze
partner(s) ingelicht en zo nodig behandeld worden. Tijdens de behandeling is het verstandig
om bij het vrijen condooms te gebruiken.
Eileiderontsteking
Een Chlamydia-infectie kan zich via de baarmoedermond en de baarmoeder naar de
eileiders verplaatsen en een eileiderontsteking veroorzaken. Een plotselinge (acute)
eileiderontsteking geeft klachten als algemeen ziek zijn, pijn in de onderbuik en koorts. Maar
een eileiderontsteking kan ook sluimerend verlopen, zonder klachten. Na een
eileiderontsteking is soms de kans op een zwangerschap verminderd en de kans op een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap verhoogd. Toch zijn de meeste vrouwen na een
behandelde eileiderontsteking normaal vruchtbaar, en is de kans op
een normale zwangerschap vele malen groter dan de kans op een buitenbaarmoederlijke
zwangerschap. Meer informatie vindt u bij punt 3.
Zwangerschap
Een zwangere kan een niet-behandelde Chlamydia-infectie tijdens de bevalling overdragen
aan haar kind, dat daardoor een oogontsteking of een longontsteking kan krijgen.
Behandeling tijdens de zwangerschap met een voor het ongeboren kind onschadelijk
antibioticum voorkomt zo’n ontsteking.
6 - 17
685
Gonorroe
Gonorroe veroorzaakt, net zoals Chlamydia, een infectie van de slijmvliezen van de
geslachtsorganen, de urinebuis, de anus, keel of ogen.
Verschijnselen
Gonorroe komt veel minder vaak voor dan Chlamydia. Bij vrouwen zijn er niet altijd klachten.
Als er klachten zijn, is er vaak sprake van vieze, overvloedige afscheiding uit de vagina. Ook
andere klachten, zoals beschreven bij Chlamydia, kunnen voorkomen. Mannen met deze
infectie hebben vaak pusachtige afscheiding uit de penis.
Onderzoek
Een kweek van de baarmoedermond en/of urinebuis laat zien of er sprake is van een
gonorroe-infectie. De uitslag duurt enkele dagen tot een week.
Behandeling
Een infectie met gonorroe is goed te behandelen met een antibioticum. Er zijn kuren voor
één, drie of zeven dagen. Maak de kuur af. Zijn de klachten na de behandeling niet
verdwenen, ga dan terug naar uw arts. Mogelijk is er ook een Chlamydia-infectie aanwezig,
of is de gonorroe niet gevoelig voor het gebruikte antibioticum. Bespreek ook met de arts of
onderzoek naar andere seksueel overdraagbare aandoeningen wenselijk is (zie punt 2.1).
Seksuele contacten
De kans is groot dat ook uw huidige seksuele partner of andere/vroegere seksuele partners
van één van u beiden de infectie bij zich draagt. Onderzoek en zo nodig behandeling van
deze partner(s) is belangrijk om te voorkomen dat zij de infectie weer aan anderen
overdragen. Een sociaalverpleegkundige van de GGD kan u of uw partner behulpzaam zijn
bij het benaderen van deze partner(s). Tijdens de behandeling is het verstandig om bij het
vrijen condooms te gebruiken.
Eileiderontsteking
Een infectie met gonorroe kan zich, net als Chlamydia, via de baarmoeder naar de eileiders
verplaatsen en daar een eileiderontsteking veroorzaken. Een eileiderontsteking als gevolg
van gonorroe gaat vaker dan bij Chlamydia gepaard met ziekteverschijnselen als algemeen
ziek zijn, koorts en pijn in de onderbuik. Door een eileiderontsteking kunnen eileiders
beschadigd of afgesloten raken, waardoor er meer kans bestaat op onvruchtbaarheid of een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Zie hiervoor punt 3.
Zwangerschap
Een zwangere kan een niet-behandelde gonorroe-infectie tijdens de bevalling overdragen
aan haar kind, dat daardoor een oogontsteking kan krijgen. Zo’n ontsteking is met een
antibioticum goed te behandelen. Behandeling tijdens de zwangerschap met een
antibioticum dat onschadelijk is voor het ongeboren kind, voorkomt zo’n ontsteking.
7 - 17
685
Genitale wratten (condylomata acuminata)
Genitale wratten worden veroorzaakt door een virus, het humaan papillomavirus (HPV). Het
virus wordt meestal overgebracht door seksueel contact, maar dit kan ook gebeuren via
gemeenschappelijk gebruik van washandjes of handdoeken. De wratten zitten meestal rond
de schaamlippen, in de vagina, op de baarmoedermond of rond de anus. Bij de man komen
ze voor op de penis, het scrotum en ook rond de anus.
Verschijnselen
Genitale wratten ontstaan enkele weken tot zelfs meer dan een jaar na infectie met het virus.
Vaak zijn er eerst enkele kleine wratten die langzaam groter worden en zich uitbreiden. De
wratten doen geen pijn, maar jeuken soms. Deze klachten kunnen tijdens de menstruatie of
zwangerschap verergeren. Wratten zijn soms moeilijk te ontdekken als ze heel klein zijn of in
de vagina of de plasbuis zitten. Ze kunnen na langere tijd vanzelf verdwijnen. Toch raadt
men behandeling aan om te voorkomen dat ze zich uitbreiden.
Gevolgen
Genitale wratten hebben geen gevolgen voor uw gezondheid. Ze veroorzaken geen
eileiderontsteking. Ook is er geen verhoogde kans op baarmoederhalskanker. Hierbij ziet
men weliswaar ook vaak een infectie met HPV, maar dan gaat het om een ander soort HPVinfectie.
Behandeling
Als er niet te veel en niet te grote wratten aanwezig zijn, en als ze zich niet in de vagina
bevinden, kunt u bijna altijd de wratten zelf aanstippen of een zalf aanbrengen. Ook kan de
arts ze bevriezen of aanstippen. Bij heel veel of heel grote wratten adviseert de gynaecoloog
vaak behandeling onder narcose of met een ruggenprik. Ze worden dan elektrisch of met
laser verschroeid. Vaak lukt het niet alle wratten in één keer te verwijderen of komen ze heel
snel terug. Dan is een tweede, en soms een derde of een vierde behandeling nodig. Omdat
het virus vaak vele jaren aanwezig blijft, kunnen wratten ook na langere tijd terugkomen.
Seksuele contacten
Evenals bij andere seksueel overdraagbare aandoeningen is het verstandig dat u uw huidige
en/of vroegere partner inlicht. Heeft deze klachten, dan zijn onderzoek en zo nodig
behandeling zinvol. Een partner kan het virus bij zich dragen zonder wratjes te hebben.
Gebruik van condooms vermindert de kans op overdracht van de wratjes, maar voorkomt dit
niet altijd, omdat het wrattenvirus zich kan bevinden buiten het gebied dat door het condoom
wordt bedekt.
Zwangerschap
Niet zelden groeien bestaande wratten tijdens de zwangerschap en worden ze na de
bevalling weer kleiner. Bespreek met de huisarts of gynaecoloog of het wenselijk is de
wratten tijdens de zwangerschap te behandelen. Medicijnen om de wratten aan te stippen
worden bij voorkeur niet tijdens de zwangerschap gebruikt, omdat ze schadelijk kunnen zijn
voor het ongeboren kind. Bevriezen of verschroeien kan geen kwaad. Genitale wratten
worden maar zelden tijdens de bevalling overgedragen aan het kind.
8 - 17
685
Trichomonas
Trichomonas is een eencellig organisme, groter dan een bacterie. Net als andere seksueel
overdraagbare aandoeningen wordt Trichomonas bij gemeenschap overgedragen. Ook bij
lesbische vrouwen is overdracht mogelijk. Er ontstaat een ontsteking van de vagina en/of de
plasbuis.
Verschijnselen
Een infectie met Trichomonas geeft vaak geen klachten. Soms duurt het jaren voordat
klachten ontstaan; een enkele keer ontstaan zij pas na de overgang. Bij een ontsteking van
de vagina is vaak schuimende, onaangenaam ruikende afscheiding aanwezig. Soms zijn de
schaamlippen geïrriteerd en pijnlijk, waardoor ook het plassen pijn doet. Bij de man kunnen
afscheiding en irritatie van de eikel en de voorhuid optreden, maar vaak hebben mannen
geen klachten.
Gevolgen
Een Trichomonas-infectie is alleen in de vagina en de blaas of plasbuis aanwezig en
veroorzaakt geen eileiderontsteking. Er zijn dan ook geen gevolgen voor uw algemene
gezondheid.
Onderzoek
Trichomonas is meestal gemakkelijk onder de microscoop zichtbaar. Soms wordt
Trichomonas gevonden bij onderzoek van de urine, of bij een uitstrijkje naar
baarmoederhalskanker. Ook een kweek van de vagina of de urine kan Trichomonas
aantonen.
Behandeling
Behandeling is eenvoudig: een eenmalige dosis tabletten verhelpt de infectie. Gebruik op de
dag van behandeling geen alcohol, want u kunt dan misselijk worden.
Seksuele contacten
Veel artsen schrijven tegelijkertijd ook behandeling van uw partner voor omdat de kans groot
is dat deze de infectie ook heeft, en omdat Trichomonas soms moeilijk aan te tonen is bij
mannen. Zolang uw partner niet behandeld of onderzocht is, kunt u beter afzien van
gemeenschap (tenzij uw partner een condoom gebruikt) of van seksueel contact met een
vrouw (waarbij Trichomonas via vaginaal vocht kan worden overgedragen).
Zwangerschap
Trichomonas heeft geen gevolgen voor de zwangerschap of voor het kind. Behandeling
tijdens de zwangerschap kan geen kwaad, maar evenals bij gebruik van andere medicijnen
wordt vaak geadviseerd pas met de behandeling te beginnen na de eerste drie tot vier
maanden, als alle organen van het kind zijn aangelegd.
Hepatitis B
Hepatitis B is een virusinfectie. De infectie is zeer besmettelijk, wat betekent dat het virus
gemakkelijk over te dragen is aan anderen. Het virus bevindt zich in het bloed of in
lichaamsvloeistoffen als sperma, vaginaal vocht en urine. Het is mogelijk de infectie te
9 - 17
685
krijgen door onveilig seksueel contact en door contact met bloed, zoals bij
gemeenschappelijk gebruik van tandenborstels, scheermesjes, nagelschaartjes of naalden
(bij druggebruik). Een zwangere met hepatitis B kan tijdens de bevalling haar kind met het
virus besmetten.
Verschijnselen
Twee van de drie mensen die een infectie met hepatitis B oplopen, merken hier niets van. De
derde krijgt als gevolg van een leverontsteking wel klachten twee tot zes maanden na
besmetting. Veel voorkomende klachten zijn dan moeheid, lusteloosheid, misselijkheid,
buikpijn, jeuk en geelzucht. De urine is vaak donker en de ontlasting licht van kleur. Meestal
geneest zo’n leverontsteking vanzelf. De meeste leverontstekingen (hepatitis) worden echter
door andere virussen veroorzaakt bijvoorbeeld hepatitis A).
Gevolgen
Bij 5-10% van de mensen met een hepatitis-B-infectie blijft het virus levenslang aanwezig. Zij
worden dragers genoemd. Velen blijven levenslang drager zonder ooit klachten te krijgen.
Enkelen krijgen een chronische leverontsteking, met de kans op een slecht werkende lever
en in uitzonderlijke situaties zelfs leverkanker. Alle dragers, en ook degenen met een nietgenezen leverontsteking, zijn besmettelijk voor anderen.
Onderzoek
Een hepatitis-B-infectie kan worden aangetoond of uitgesloten door bloedonderzoek.
Behandeling
Er bestaat tot nu toe geen behandeling voor een hepatitis-B-infectie. Bij een chronische
leverontsteking is soms behandeling met medicijnen mogelijk.
Seksuele contacten
Bent u drager van hepatitis B, dan kan vaccinatie van uw onbesmette seksuele partners
voorkomen dat zij ook besmet worden.
Zwangerschap
In het begin van de zwangerschap vindt bij alle zwangeren bloedonderzoek naar het
hepatitis-B-virus plaats. Mocht blijken dat u drager bent van dit virus, dan zijn er geen
gevolgen voor de zwangerschap of de bevalling. U kunt, indien u dat wenst, ook thuis
bevallen. Omdat uw kind tijdens de bevalling besmet kan worden, krijgt het vanaf de
geboorte injecties om een leverontsteking (hepatitis) te voorkomen. Ook bespreekt de
verloskundige, huisarts of gynaecoloog met u hoe u de kans op besmetting van mensen in
uw omgeving zo klein mogelijk kunt houden. De GGD kan hierbij behulpzaam zijn.
Herpes genitalis
Herpes genitalis (herpes van de geslachtsorganen) wordt veroorzaakt door een virus, het
herpessimplex- virus. Er bestaan twee soorten herpes. Type 1 geeft meestal aanleiding tot
herpesblaasjes van de lip (koortslip), en minder vaak van de geslachtsorganen. Type 2
veroorzaakt vooral klachten van de geslachtsorganen.
10 - 17
685
Verschijnselen
Na besmetting met het virus ontstaan op de (schaam-)lippen of de voorhuid van de penis
een of meer pijnlijke blaasjes, die na een tot vier weken weer uit zichzelf verdwijnen. Vaak
zijn er ook klachten van gezwollen klieren in de liezen en algemeen ziek zijn. Na enkele
dagen gaan de blaasjes vaak over in pijnlijke wondjes.
Gevolgen
Vrouwen (en mannen) die besmet zijn met het herpesvirus blijven het virus meestal
langdurig bij zich dragen. Nogal eens komen de blaasjes terug (recidief). Dit gebeurt veel
vaker bij infectie met type 2 dan met type 1. Als de blaasjes terugkomen, zijn de klachten
vaak minder hevig en verdwijnen pijnlijke blaasjes sneller.
Onderzoek
Meestal is op grond van de verschijnselen vast te stellen of het om een herpesinfectie gaat.
Onderzoek van vocht uit de blaasjes (een kweek) kan duidelijk maken om welke infectie het
gaat. Als er eenmaal korstjes op de wondjes zijn ontstaan, is een kweek niet betrouwbaar
meer. Wel is dan bloedonderzoek mogelijk om te zien of u een herpesinfectie hebt gehad.
Uitslagen van kweken en bloedonderzoek zijn vaak pas na een of twee weken bekend.
Behandeling
Bij de eerste keer dat er blaasjes zijn en bij het terugkomen van blaasjes is behandeling
mogelijk met een vijfdaagse tablettenkuur.
Behandeling verwijdert het virus niet uit uw lichaam, en is daarom niet strikt noodzakelijk.
Wel verminderen de medicijnen de duur en de hevigheid van de klachten. Als plassen erg
pijnlijk is, kunt u plassen in een zitbadje gevuld met lauwwarm water, of de urine tijdens het
plassen verdunnen met water uit een fles. Ook kan de arts u een pijnstillende crème
voorschrijven.
Seksuele contacten
Omdat het virus na het verdwijnen van de blaasjes aanwezig blijft, is ook daarna altijd
overdracht aan andere personen mogelijk. Deze kans is het grootst de eerste drie maanden
na de eerste blaasjes, maar ook korte tijd voor en na een nieuw optreden is er kans op
besmetting van de seksuele partner. Gebruik van condooms vermindert vermoedelijk de
kans op overdracht van herpes, maar kan dit niet altijd voorkomen, omdat het condoom niet
alle plekken afdekt waar zich virus bevindt. Als u een koortslip hebt is het verstandig de
mond niet te gebruiken bij seksuele contacten.
Zwangerschap
Hebt u vlak voor de bevalling voor het eerst in uw leven een herpes-genitalis-infectie, dan is
dit vaak een reden voor een keizersnede. Zo wordt voorkomen dat het kind tijdens de
bevalling met herpes besmet raakt. Bij opnieuw optreden van herpes tijdens de
zwangerschap of rond de bevalling is geen keizersnede nodig: de kans op besmetting van
het kind is dan zeer klein. De huisarts, verloskundige of gynaecoloog geeft u verdere
informatie. Hebt u, uw partner of de kraamvisite een koortslip, dan moet het kind zeker de
eerste twee levensmaanden niet gezoend worden.
11 - 17
685
Syfilis (lues)
Syfilis (lues) wordt veroorzaakt door een bacterie die zich nestelt in de vagina, de penis, de
mond of de anus. Overdracht vindt plaats via gemeenschap. Als geen behandeling
plaatsvindt, kan de bacterie zich door het bloed verspreiden en vele jaren later ernstige
ziekten veroorzaken. Tijdens de zwangerschap heeft een niet-behandelde syfilis-infectie
ernstige gevolgen voor het kind.
Verschijnselen
Twee weken tot drie maanden na besmetting ontstaan een of meer zweertjes op de
schaamlippen. Zo’n zweertje is ongeveer een centimeter groot, voelt hard aan, maar doet
meestal geen pijn. Als het zweertje in de vagina of in de anus zit, of bij de man onder de
penis, is het moeilijk te zien. Ook zonder behandeling verdwijnt het zweertje vanzelf binnen
twee tot drie weken. De ziekte is dan niet over. De bacterie verspreidt zich via het bloed door
het lichaam en kan algemene ziekteverschijnselen geven zoals hoofdpijn, moeheid,
huiduitslag en temperatuurverhoging.
Gevolgen
Vindt geen behandeling plaats, dan kunnen als gevolg van verspreiding door het lichaam
jaren later ziekteverschijnselen optreden aan organen als hersenen, ruggenmerg, hart, vaten
en botten. Bij behandeling in een vroeg stadium is dit gevaar niet aanwezig.
Onderzoek
Voor het aantonen van een syfilis-infectie is bloedonderzoek nodig. Het kan tot drie maanden
duren voordat een infectie in het bloed is aan te tonen. Bestaat er een kans dat u kort
geleden besmet bent met syfilis, dan is het verstandig bloedonderzoek na drie maanden te
herhalen.
Behandeling
Syfilis wordt met een antibioticum behandeld, meestal in de vorm van injecties. Na de
behandeling controleert men het bloed nog enkele malen om te bezien of de infectie goed
genezen is.
Seksuele contacten
Tijdens de behandeling is het verstandig geen seksuele contacten te hebben. Omdat nietbehandelde syfilis ernstige gevolgen voor de gezondheid heeft, is het belangrijk na te gaan
welke andere personen dan uw eventuele partner de bacterie mogelijk ook bij zich dragen.
Een sociaal-verpleegkundige van de GGD kan hierbij behulpzaam zijn. Meer informatie vindt
u bij punt 2.1.
Zwangerschap
Bij alle zwangeren vindt in het begin van de zwangerschap bloedonderzoek plaats, onder
andere op syfilis. In Nederland treft men deze infectie jaarlijks bij enkele tientallen zwangeren
aan. Bij behandeling vroeg in de zwangerschap zijn er geen gevaren voor het kind. Wordt de
ziekte niet ontdekt, dan loopt het kind een groot risico om in de baarmoeder te overlijden of
ernstig ziek geboren te worden. Daarom krijgt u bij zwangerschap altijd het advies u te laten
testen op lues, ook als u denkt dat u weinig of geen kans op deze ziekte maakt. Als het
bloedonderzoek laat zien dat er mogelijk iets aan de hand is, blijkt er soms sprake te zijn van
12 - 17
685
vals alarm. Vaak gaat het dan om een andere infectie (framboesia) die in de tropen is
opgelopen.
HIV-infectie
Het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) is een virus dat de ziekte aids veroorzaakt. Het
virus wordt overgedragen via onveilige seksuele contacten en via bloedcontact
(gemeenschappelijk gebruik van naalden bij druggebruik). Door besmetting met dit virus kan
vele jaren later aids optreden. Behandeling met medicijnen vertraagt deze ziekte meestal
met vele jaren. Behandeling tijdens de zwangerschap voorkomt heel vaak dat een zwangere
het virus aan haar kind overdraagt.
Verschijnselen
Bij besmetting met het HIV zijn er meestal geen klachten, al zijn er soms wat griepachtige
klachten en huiduitslag; deze verdwijnen uit zichzelf weer. Pas vele jaren later, soms na
meer dan tien jaar, verzwakt het afweersysteem. Er ontstaan dan als gevolg van de ziekte
aids lymfklierzwellingen, allerlei infecties en ook vaak kwaadaardige aandoeningen.
Onderzoek
Voor het aantonen van een HIV-infectie is bloedonderzoek nodig. Na besmetting duurt het
drie tot zes maanden voordat een test met zekerheid aangeeft of u de infectie hebt
opgelopen. Een negatieve testuitslag betekent dat u de infectie niet bij zich draagt. Een
positieve test (wél infectie) wordt altijd gecontroleerd met andere testen voordat u de
definitieve uitslag krijgt. Mocht een HIV-infectie aanwezig zijn, dan krijgt u uitgebreide
informatie over verder onderzoek en behandelingsmogelijkheden.
Behandeling
HIV-infecties kunnen sinds 1995 veel beter behandeld worden. Genezing van de infectie is
nog niet mogelijk, maar behandeling stelt wel het optreden van aids uit. De behandeling is
intensief, met verschillende soorten pillen die nauwgezet een aantal malen per dag
ingenomen moeten worden.
Seksuele contacten
Bent u mogelijk besmet met HIV, gebruik dan condooms zolang de bloeduitslagen nog geen
zekerheid hebben gegeven. Zo voorkomt u dat u uw seksuele partner infecteert.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook omgekeerd: is uw seksuele partner mogelijk met HIV besmet,
of loopt hij of zij kans in andere seksuele contacten met HIV besmet te raken, vrij dan veilig
en eis het gebruik van condooms als u de seksuele relatie wilt voortzetten. Is de kans groot
dat u bij een (onvrijwillig) seksueel contact zonder condooms HIV hebt opgelopen, informeer
dan bij de huisarts of de GGD of een PEP-kuur zinvol is. PEP is een afkorting van
‘postexpositie-profylaxe’, dat wil zeggen: een medicijnkuur waarmee geprobeerd wordt een
HIV-infectie na mogelijke besmetting te voorkomen. Bij het schrijven van deze brochure
(2000) zijn de voor- en nadelen van zo’n kuur in deze situatie nog onzeker, maar inzichten
veranderen mogelijk de komende jaren.
Zwangerschap
Steeds vaker geven verloskundige hulpverleners zwangeren informatie over HIV. Deze
informatie gaat over de wijze waarop u een HIV-infectie kunt oplopen, de voor- en nadelen
13 - 17
685
van een HIV-test tijdens de zwangerschap en mogelijkheden om HIV-infectie van het kind te
voorkomen, zoals gebruik van medicijnen tijdens de zwangerschap, speciale maatregelen
rond de bevalling, en geen borstvoeding geven. Zwangere vrouwen moeten zelf beslissen of
zij een HIV-test willen ondergaan. Meer informatie vindt u in de brochure ‘Zwanger!
Algemene informatie’. Of in de toekomst de HIV-test ‘als routine’ aan alle zwangeren wordt
aangeboden, net zoals onderzoek naar hepatitis of lues, is niet duidelijk. Informeer zo nodig
bij de verloskundige, huisarts of gynaecoloog. Bestaat er een kans dat u tijdens de
zwangerschap besmet wordt met HIV, bespreek dit dan met uw huisarts, verloskundige of
gynaecoloog, en gebruik condooms.
Schaamluis (platjes)
Schaamluis is een besmetting met kleine luisjes die kunnen leven op alle behaarde delen
van het menselijk lichaam, behalve in het hoofdhaar.
Verschijnselen
Klachten van jeuk in het schaamhaar als gevolg van luisjes ontstaan ongeveer twee weken
na seksueel contact met iemand die schaamluis heeft. Meestal zitten de beestjes op het haar
rond de geslachtsdelen, maar ze kunnen ook voorkomen in okselhaar, borsthaar, en zelfs
wenkbrauwen en wimpers. De luisjes leven van menselijk bloed en laten bruine ontlasting
vallen. Deze plekjes zijn vaak in het ondergoed zichtbaar. De huid kan rood worden en door
krabben geïrriteerd en geïnfecteerd raken.
Onderzoek
De luis zelf of de eitjes (neten) zitten vast aan de haren. Vaak kunt u ze zelf met een
vergrootglas zien.
Behandeling
Wassen met water en zeep helpt niet. De apotheek heeft goede middelen tegen luis,
waarvoor u geen recept nodig hebt. Was de kleren en het beddengoed op minimaal 60
graden en laat matras en kussen luchten. Licht uw seksuele partner(s) in.
Schurft (scabiës)
Schurft wordt veroorzaakt door de schurftmijt, een beestje dat onder een microscoop goed te
zien is. De vrouwtjes graven gangetjes in de huid en leggen daar hun eitjes. Deze komen na
drie tot vier dagen uit. Schurft wordt overgebracht door intiem lichamelijk contact, waaronder
seksueel contact. Schurft is ook overdraagbaar via beddengoed en kleren.
Verschijnselen
Ongeveer drie weken na infectie ontstaat jeuk over het gehele lichaam. In bed wordt de jeuk
erger. De gangetjes zijn vooral te zien op de pols, tussen de vingers, in de knieholten en
onder de borsten. Op de geslachtsorganen kunnen kleine roodpaarse bultjes ontstaan.
Krabben helpt niet en kan de huid beschadigen.
Onderzoek
De arts onderzoekt de huid op schurftmijt en stelt met een microscoop de diagnose.
14 - 17
685
Behandeling
Schurft wordt behandeld met een smeersel, crème of gel. Behalve het hoofd moet u het hele
lichaam insmeren. Kleren, handdoeken en beddengoed moeten worden gewassen op
minimaal 60 graden. Matras en kussen moeten worden gelucht. Partner(s) en andere
naasten moeten zich ook laten behandelen.
Eileiderontsteking
Een eileiderontsteking wordt ook wel een salpingitis of ‘pelvic inflammatory disease’ (PID)
genoemd. Nogal eens, maar zeker niet altijd, wordt een eileiderontsteking veroorzaakt door
een seksueel overdraagbare aandoening, meestal Chlamydia, minder vaak gonorroe. Ook
darmbacteriën (die onschuldig zijn zolang ze in de darm blijven) kunnen een
eileiderontsteking veroorzaken. Een eileiderontsteking kan heel sluimerend verlopen, zonder
dat u er klachten van hebt, maar de gevolgen zijn vaak hetzelfde als bij een plotselinge
(acute) eileiderontsteking. Een acute eileiderontsteking wordt hieronder beschreven.
Wat is een eileiderontsteking?
Een eileiderontsteking ontstaat door een infectie met een bacterie die zich vanuit de vagina
(schede) via de baarmoedermond en de baarmoeder naar de eileiders verplaatst. De
eileiders zijn dan rood en gezwollen. Soms breidt de ontstekingsreactie zich rond de eileiders
in de buikholte uit. Organen die in de buurt van de eileiders liggen, zoals eierstokken, blinde
darm, blaas en darmen, kunnen zo eveneens bij de ontsteking betrokken raken.
Verschijnselen
Verschijnselen van een acute eileiderontsteking zijn algemeen ziek zijn, onderbuikpijn maar
soms ook pijn rechts in de bovenbuik, pijn bij plassen, koorts en soms darmklachten.
Onderzoek
Als de arts denkt aan een mogelijke eileiderontsteking, vindt meestal onderzoek van de buik
en inwendig onderzoek plaats en wordt nagegaan of u koorts hebt. Ook bloedonderzoek en
urineonderzoek zijn mogelijk. Vaak doet de gynaecoloog ook echoscopisch onderzoek.
Onderzoek van de buik kan uitwijzen of het buikvlies geïrriteerd is als gevolg van een
ontsteking. Bij onderzoek met een speculum (spreider, eendenbek), dat vaak pijnlijk is als
gevolg van de ontsteking, kan de arts kweken afnemen.
Kweken worden in het laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van Chlamydia,
gonorroe of andere bacteriën die een eileiderontsteking kunnen veroorzaken. Inwendig
onderzoek met twee vingers en de andere hand op de buik om de baarmoeder en de
eierstokken af te tasten, is bij een eileiderontsteking ook vaak erg pijnlijk. Toch is dit
onderzoek nodig om te beoordelen of er werkelijk sprake is van een eileiderontsteking. Bij
bloedonderzoek zoekt men naar aanwijzingen voor een ontsteking, zoals een verhoogd
aantal witte bloedcellen of een verhoogde bezinking. Soms wordt een zwangerschapstest
van de urine gedaan, om geen buitenbaarmoederlijke zwangerschap over het hoofd te zien.
Echoscopisch onderzoek doet de gynaecoloog om andere oorzaken van buikpijn uit te
sluiten. De arts beoordeelt aan de hand van uw klachten en het onderzoek of er werkelijk
sprake lijkt te zijn van een eileiderontsteking. Soms is dit niet duidelijk, en wordt een
laparoscopie geadviseerd. Bij deze operatie worden de baarmoeder en de eileiders met
behulp van een kijkbuis onder narcose onderzocht. Meer informatie vindt u in de folder
Kijken in de buik: de diagnostische laparoscopie.
15 - 17
685
Behandeling
Afhankelijk van de vraag hoe ernstig ziek u bent en welke verzorging u thuis hebt, behandelt
de arts u thuis of in het ziekenhuis. De behandeling bestaat uit antibiotica die Chlamydia,
gonorroe en darmbacteriën bestrijden. Bent u erg ziek en misselijk, dan krijgt u vaak de
eerste dagen in het ziekenhuis een infuus met antibiotica. Na een paar dagen wordt de
behandeling met tabletten voortgezet. Uitslagen van kweken op de bacteriën die de
eileiderontsteking veroorzaken, zijn pas na een aantal dagen bekend. Soms blijkt dan dat u
beter een ander antibioticum kunt gebruiken. De arts schrijft dit dan voor. Over het algemeen
verdwijnen uw klachten snel en voelt u zich binnen enkele dagen alweer een stuk beter. Het
is het belangrijk de voorgeschreven kuur af te maken, ook al voelt u zich goed. Bij een
eileiderontsteking wordt veelal rust voorgeschreven om te voorkomen dat de ontsteking zich
verder uitbreidt. Als er sprake is van een ernstige ontsteking betekent dit veelal bedrust, bij
een minder ernstige ontsteking of als u weer aan de beterende hand bent is bedrust niet
noodzakelijk, maar is het wel verstandig u te laten verzorgen en zelf niet te werken. De arts
geeft u hierover informatie. Waarschijnlijk staat uw hoofd niet naar seks als u zich ziek voelt
en pijn hebt. Het is ook beter daarvan af te zien, zolang de ontsteking niet helemaal is
genezen. Vraag uw arts, indien deze dat niet uit zichzelf heeft meegedeeld, hoe de uitslagen
van de kweken waren. Mocht er sprake zijn van een seksueel overdraagbare aandoening,
dan is het belangrijk dat uw seksuele partner eventueel onderzocht en ook behandeld wordt,
zodat u de infectie niet van hem terugkrijgt. Gebruik een condoom zolang dat niet gebeurd is.
Gevolgen
Veel vrouwen zijn bang na een eileiderontsteking niet meer spontaan zwanger te kunnen
worden als gevolg van afgesloten eileiders. Soms is deze angst terecht, maar meestal niet.
De kans om niet spontaan zwanger te worden na een eenmalige eileiderontsteking is 1215%. Reageerbuisbevruchting (IVF) is dan een mogelijkheid om alsnog zwanger te raken.
De andere 85-88% van de vrouwen die wel spontaan zwanger worden, heeft een verhoogde
kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Door beschadiging van de eileider
nestelt de vrucht zich dan in de eileider. Meer informatie vindt u in de folder
‘Buitenbaarmoederlijke zwangerschap’.
De normale kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is 1:250; na een
eileiderontsteking is die kans zesmaal verhoogd, ongeveer 1:40. Dat betekent dat nog
steeds het grootste deel van de vrouwen na een eileiderontsteking ‘gewoon’ zwanger wordt
met een zwangerschap in de baarmoeder. Wel is het verstandig in verband met de
verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap een echo te laten maken als u
zo’n twee tot drie weken over tijd bent. Zo kan gezien worden of de zwangerschap zich in of
buiten de baarmoeder bevindt.
Omdat ook uw huisarts de verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap
kent, zal verwijzing voor echoscopisch onderzoek nooit een probleem opleveren.
Is onderzoek nodig na een eileiderontsteking?
Veel vrouwen vragen zich af of ze na een doorgemaakte eileiderontsteking hun eileiders
moeten laten controleren. Omdat de kans het grootst is dat u toch gewoon zwanger kunt
worden, is dit niet nodig. Bovendien is een eileideronderzoek pijnlijk en er is altijd een kleine
kans dat als gevolg van het onderzoek opnieuw een eileiderontsteking ontstaat. Mocht het
zwanger worden na een jaar regelmatig gemeenschap hebben niet gelukt zijn, neem dan
contact met de huisarts op. Deze verwijst u dan naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.
16 - 17
685
Nuttige adressen
Stichting soa-bestrijding, Postbus 8198, 3503 RD Utrecht, (030) 234 37 00, e-mail:
[email protected], website: http://www.soa.nl
SOA-poliklinieken van de GGD. U kunt hier anoniem en veelal gratis onderzocht en
behandeld worden, zonder dat u een verwijskaart van de huisarts nodig hebt.
Kijk voor de GGD bij u in de buurt onder de G in het telefoonboek van de dichtstbijzijnde
grote stad (in Amsterdam heet de GGD: GG&GD); op de website http://www.soa.nl. onder
adressen; of bij http://www.ggd.nl.
Drempelvrije poliklinieken van ziekenhuizen. Ook hier kunt u anoniem en u veelal gratis
onderzocht en behandeld worden zonder dat u een verwijskaart van de huisarts nodig hebt.
Ze zijn aanwezig in de academische ziekenhuizen (vaak op de polikliniek dermatologie) van
Amsterdam, Groningen, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Maastricht en Utrecht. Ook het
Westeinde Ziekenhuis en het Leyenburg Ziekenhuis in Den Haag en het Havenziekenhuis in
Rotterdam hebben zo’n polikliniek. Telefoonnummers vindt u onder adressen op
http://www.soa.nl.
De Aids-Soa-infolijn, 0900-2040240.
Om verder te lezen
•
•
•
•
Veel gestelde vragen over SOA. Stichting soa-bestrijding. Adres zie boven.
Vrouwen over SOA en veilig vrijen. Stichting soa-bestrijding. Adres zie boven.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Te verkrijgen bij de gynaecoloog of op de
website www.nvog.nl.
Kijken in de buik: de diagnostische laparoscopie. Te verkrijgen bij de gynaecoloog of
op de website www.nvog.nl.
Voor zwangeren:
• Zwanger! Algemene informatie. Te verkrijgen via uw huisarts, verloskundige of
gynaecoloog of op de website www.nvog.nl.
• Testen op HIV. Ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen. Te verkrijgen via uw
huisarts, verloskundige of gynaecoloog of op de website http://www.nvog.nl.
Voorlichtingsfolders van huisartsen
• Hoofdluis/schaamluis.
• Seksueel overdraagbare aandoeningen
• Vaginale afscheiding
• De teksten van deze folders kunt u ook vinden op het internet. Ga eerst naar
http://www.artsennet.nl. Klik daar NHG aan, en bij de website van het NHG,
‘patiëntenvoorlichting’.
Bron: © 2000 NVOG Copyright en verantwoordelijkheid voor deze brochure berusten bij de Nederlandse
Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) in Utrecht.: http://www.nvog.nl , rubriek voorlichting.
Auteur: prof.dr. O. P. Bleker / Redacteur: dr. G. Kleiverda / Bureauredacteur: Jet Quadekker
17 - 17
Download