THEMA 3: INDUSTRIELANDSCHAPPEN KENNEN EN KUNNEN Wat moet ik kennen? KE 1 Je kent de begrippen die de leraar/lerares aardrijkskunde laat aanduiden in de begrippenlijst. KE 2 Je kent de drie fasen van het productieproces in de industrie. KE 3 Je kent een 4-tal voorbeelden van grondstoffen en de bijpassende typische landschapselementen die wijzen op ontginning van die grondstoffen. KE 4 Je kent een 5-tal typische landschapselementen van de basisindustrie. KE 5 Je kent een 5-tal industrietakken. KE 6 Je kent bij elke industrietak een voorbeeld van een ‘fabriek’. KE 7 Je kent de typische landschapselementen van de verwerkende industrie. KE 8 Je kent een viertal voorbeelden van afgewerkte producten. KE 9 Je kent 5 vestigingsfactoren waarmee de industrie rekening houdt om een plaats uit te kiezen waar ze zich zal vestigen en kan voorbeelden geven voor de Antwerpse haven. KE 10 Je kent de belangrijkste functies die we in een haven terugvinden. KE 11 Je kent de behandeling van de verschillende goederen in de (Antwerpse) haven. KE 12 Je kent de diensten die in een haven aangeboden worden. Wat moet ik kunnen? KU 1 Je kan de vermelde techniek toepassen (zie technieken achteraan in werkmap). KU 2 Je kan een aantal producten noemen die je nodig hebt om een auto te maken. KU 3 Je kan de typische landschapselementen van de ontginning van grondstoffen op foto of in het landschap herkennen en benoemen. KU 4 Je kan bij de typische landschapselementen van ontginning de passende grondstof vernoemen. KU 5 Je kan van de atlaskaart Europa mijnbouw/energie de ontginning van grondstoffen aflezen. KU 6 Je kan de typische landschapselementen van de basisindustrie op foto’s herkennen en benoemen. KU 7 Je kan de atlaskaart Europa industrie lezen en bespreken. KU 8 Je kan voor enkele grondstoffen de industrietak en het halfafgewerkt product noemen. KU 9 Je kan de opeenvolgende stappen in het productieproces van staal op foto’s herkennen. KU 10 Je kan de typische landschapselementen van de verwerkende industrie op foto’s herkennen en benoemen. KU 11 Je kan bij in de klas besproken foto’s van basis- en verwerkende industrie de bijpassende industrietak benoemen. KU 12 Je kan de inplanting van oudere en nieuwe bedrijven bespreken. KU 13 Je kan in een krantenartikel milieuproblemen herkennen en een mogelijke oplossing noemen. Industrielandschappen - 1 KU 14 Je kan op een getekende voorstelling van de vestigingsfactoren van een bedrijf de juiste vestigingsfactor bij de figuren benoemen. KU 15 Je kan voor een bedrijf uit je schoolomgeving de verschillende vestigingsfactoren bespreken. KU 16 Je kan voor een bedrijf uit je schoolomgeving milieuproblemen bespreken. KU 17 Je kan met en zonder je atlas de vijf grote industriegebieden in België en de drie grote zeehavens opnoemen en ze op de kaart ‘industrie in België’ situeren. KU 18 Je kan op de atlaskaart België industrie de belangrijkste industrietakken aflezen per industriegebied en de vestigingsfactor ervan bespreken. KU 19 Je kan op de thematische kaart Europa industrie verbanden bespreken tussen ontginning van steenkool en ijzererts en de mogelijke industriefasen en -takken. KU 20 Je kan de inplanting van de verwerkende industrie in Europa verklaren uit de vergelijking van de kaart Europa industrie met de kaart Europa bevolkingsspreiding. KU 21 Je kan het belang van de Antwerpse haven vergelijken met andere havens met behulp van een grafiek. KU 22 Je kan van foto’s van de Antwerpse haven de typische landschapselementen en de bijpassende functie benoemen. KU 23 Je kan de in de les bestudeerde grafieken lezen en bespreken. KU 24 Je kan de in de les bestudeerde foto’s uit het havenlandschap en teksten bespreken en er besluiten uit trekken in verband met ‘industrietak’ - ‘soorten goederen’ - ‘goederenoverslag’ ‘goederenopslag’ - ‘diensten’. KU 25 Je kan uit kaarten en beschrijvingen van de havenactiviteit de 5 vestigingsfactoren voor de industrie in de haven bespreken. KU 26 Je kan met/zonder je atlas de waterwegen én de autowegen met hun belangrijkste bestemmingen benoemen en op het plan van de Antwerpse haven situeren. BEGRIPPENLIJST 1. Industrie economische sector waar grondstoffen worden omgevormd tot halfafgewerkte en afgewerkte producten met behulp van machines en energie. 2. Handel- en dienstensector economische sector waar goederen en diensten gekocht en verkocht worden. 3. Grondstof onbewerkt basisproduct voor de industrie. 4. Halfafgewerkt product gemaakt van een grondstof dat nog verder bewerkt moet product worden. 5. Afgewerkt product product gemaakt van een halfafgewerkt product, klaar voor verkoop. 6. Industrietak groepering van industriële bedrijven met een gelijkaardige activiteit. 7. Vestigingsfactor reden waarom een bedrijf zich ergens vestigt. 8. Arbeidsmarkt vraag naar en aanbod van arbeidskrachten. 9. Afzetmarkt gebied waar producten in grote hoeveelheden kunnen verkocht worden. 10.Bedrijventerrein terrein waarop industrie en / of handel- en dienstensector gevestigd is. Industrielandschappen - 2 SCHEMA INDUSTRIELANDSCHAP 3 FASEN: − ontginning − basisindustrie − verwerkende industrie KAARTEN INDUSTRIE België Europa havenlandschap FUNCTIES: − − − − − industrie opslag overslag transport handel en diensten KAARTEN HAVEN Antwerpen vestigingsfactoren invloeden − − − − − kennis + werkkrachten grondstoffen energie verkeersmogelijkheden afzetmarkt − milieueffecten − veranderingen in het landschap Industrielandschappen - 3 SAMENVATTING Van grondstof tot afgewerkt product WAT IS INDUSTRIE? In de industrie wordt een grondstof of een beginproduct tot een eindproduct verwerkt. Dit productieproces verloopt in drie fasen: 1) ontginning van grondstoffen. 2) verwerking van grondstof tot halfafgewerkt product in de basisindustrie. 3) verwerking van half afgewerkt tot afgewerkt product in de verwerkende industrie. In de handel en dienstensector wordt de verkoop van de afgewerkte producten geregeld. EERSTE INDUSTRIEFASE: ONTGINNING VAN GRONDSTOFFEN Grondstoffen zoals aardolie, aardgas, ertsen, steen- en bruinkool,... worden uit de aardkorst gehaald. Typisch landschapselement Bijpassende grondstof • Booreiland, ‘ja-knikker’,pompen,… • Aardolie • Fakkeltoren, opslagtanks,… • Aardgas • Mijnschacht, ertshopen,… • Gesteente in mijnbouw • Groeve, graafmachines,… • Gesteente in dagbouw TWEEDE INDUSTRIEFASE: BASISINDUSTRIE De basisindustrie zorgt voor het omzetten van grondstoffen tot halfafgewerkte producten. Typische landschapselementen: schoorstenen, rook, ertshopen, pijpleidingen, opslagtanks,… Industrietakken: − ijzer- en staalindustrie (hoogoven, staalfabriek,...); − chemische industrie (raffinaderij,...); − bouwindustrie (steenbakkerij,...); − textielindustrie (spinnerij, weverij,...); − voedingsindustrie (maalderij,...); − … DERDE INDUSTRIEFASE: VERWERKENDE INDUSTRIE De verwerkende industrie zet de halfafgewerkte producten om in afgewerkte producten. Typische landschapselementen: moderne gebouwen, laagbouw, veel groen, parkings,… al of niet op een bedrijventerrein. Industrietakken: chemische industrie, textielindustrie, hout- en papierindustrie, bouwindustrie, hoog -technologische industrie,... Afgewerkte producten: Een auto, vliegtuig, computer, kledij, meubelen, benzine,… De industrie heeft een grote invloed op het milieu: lucht-, bodem- en watervuiling. Industrielandschappen - 4 Vestigingsfactoren De industrie vestigt zich niet willekeurig op een plaats in het landschap. Zij houden rekening met vijf vestigingsfactoren: 1) de aanwezigheid van kennis en werkkrachten (hoeveelheid, scholingsgraad,...); 2) de aanwezigheid van grondstoffen (ter plaatse of gemakkelijk aan te voeren?); 3) de aanwezigheid van energie; 4) de verkeersmogelijkheden (auto-, water- en spoorwegen); 5) de afzetmarkt (ligging in de buurt van een grote stad met vele mogelijke kopers). Industrie op kaart Industrielandschappen - 5 Havenlandschap In een havenlandschap kan je vooral havenactiviteiten terugvinden. DE HAVEN VAN ANTWERPEN: De haven van Antwerpen heeft een gunstige centrale ligging in het sterk geïndustrialiseerde en dichtbevolkte West-Europa. FUNCTIES: Industrie: De belangrijkste industrietak in de haven van Antwerpen is de chemische industrie. Vestigingsfactoren van de industrie: − aanwezigheid van kennis en werkkrachten (arbeidsmarkt) − aanwezigheid van grondstoffen − aanwezigheid van energie − verkeer/transportmogelijkheden − aanwezigheid van een afzetmarkt Goederenbehandeling: WAT? Stukgoederen: goederen die (on)verpakt per stuk vervoerd worden. − containers: laadkisten met welbepaalde afmetingen − conventioneel: alle andere stukgoederen: onverpakt per stuk of verpakt in balen, dozen, paletten,… Massagoederen: onverpakte goederen die meestal in zeer grote hoeveelheden vervoerd worden. − vloeibaar − droog HOE? Overslag: de goederen worden van het zeeschip overgeladen op een ander vervoermiddel of omgekeerd met kranen, graanzuigers, pompen,... Opslag: sommige producten blijven nog een tijdje in de haven en worden er opgeslagen. Massagoed wordt opgeslagen in silo’s of tanks of gestort op de kade. Stukgoed wordt opgeslagen in loodsen, los op de kade of in containerterminals. Transport: Alle goederen die de haven binnenkomen moeten er op één of andere manier weer uitgeraken. Transport is dus een zeer belangrijke functie in de haven. Daarom zijn er vele autowegen, spoorwegen, waterwegen en pijpleidingen. Handel en diensten: Vanuit de haven worden verschillende producten verhandeld met de rest van België en Europa. Het is dus een echte draaischijf van de handel in Europa. De haven biedt naast typische havenfuncties ook diensten aan zoals douane en administratie. Verder zorgt de haven voor een gepaste infrastructuur (sluizen, kranen,...) sleepdienst en loodsen, uitbaggeren,... Industrielandschappen - 6 Hoofdstuk 1: Van grondstof tot afgewerkt product 1.1 Wat is industrie? Huis Zonnebril Kledij I-pod Computer Auto Schoenen Veel van deze producten zijn misschien al in je bezit of je droomt ervan. Maar heb je er al eens bij stil gestaan hoe al deze producten gemaakt worden? Voor jij ze in handen krijgt hebben ze reeds een lange productieweg achter de rug. OEFENING 1: Industrie • Som eens een aantal producten op die je nodig hebt om een auto te maken. KU 2 Zetels, ruitenwisser, spiegels, ruiten, velgen, banden, lichten,... Een hele lijst! Al deze producten worden door de industrie geproduceerd. Uiteraard verloopt dit volgens een aantal stappen of fasen. Op de volgende bladzijden volgen wij het productieproces van het gekende legoblokje! In de industrie wordt een grondstof of een beginproduct tot een eindproduct verwerkt. Dit productieproces verloopt in drie fasen: KE 1 KE 2 1. ontginning van grondstoffen; 2. verwerking van grondstof tot halfafgewerkt product in de basisindustrie; 3. verwerking van half afgewerkt tot afgewerkt product in de verwerkende industrie. In de handel en dienstensector wordt de verkoop van de afgewerkte producten geregeld. Industrielandschappen - 7 1.2 Eerste industriefase: ontginning van grondstoffen OEFENING 2: Ontginning • Bekijk aandachtig de volgende foto’s en som telkens alle typische landschapselementen KU 3 op die passen bij de ontginning van grondstoffen. A 1 3 2 5 4 Typische landschapselementen Graafmachines, boorplatform, fakkeltorens, lifttorens, ‘ja-knikkers’, groeve, steenkoolhopen,... Industrielandschappen - 8 OEFENING 3: Soorten grondstoffen Er bestaan verschillende grondstoffen die elk op een andere manier worden ontgonnen. KU 4 • Ken je de verschillende grondstoffen die op de foto’s uit de vorige bladzijde werden bo- vengehaald? Plaats het nummer van de foto onder de juiste grondstof. 4 2 5 3 1 OEFENING 4: Productie legoblokje Om een legoblokje te produceren heb je de grondstof nodig die men naar boven haalt in KU 5 foto A. • Welke grondstof ligt er aan de basis van het legoblokje? aardolie • Neem atlaskaart ‘Europa mijnbouw/energie’ of ‘Europa ertsen’ (kaart ………...). o Waar in Europa wordt het meeste aardolie opgepompt? Noordzee, Roemenië o Op welke manier kan men die aardolie van daaruit vervoeren? Via pijpleidingen en schepen. In Europa is het ontginnen van grondstoffen steeds moeilijker geworden. Het is namelijk te duur om diep naar deze grondstoffen te graven. In België bijvoorbeeld zijn de steenkoolmijnen al tientallen jaren gesloten. Ook vele ijzerertsmijnen worden gesloten. Daarom worden vele grondstoffen per zeeschip uit andere niet-Europese landen naar Europa gevoerd. Ontginning is de eerste industriefase. Grondstoffen zoals aardolie, aardgas, ertsen, steen– en KE 3 bruinkool,... worden uit de aardkorst gehaald. Typische landschapselementen waaraan je ontginning van grondstoffen kan herkennen: Typisch landschapselement Bijpassende grondstof • Booreiland, ‘ja-knikker’,pompen,... • Aardolie • Fakkeltoren, opslagtanks,... • Aardgas • Mijnschacht, ertshopen,... • Gesteente in mijnbouw • Groeve, graafmachines,... • Gesteente in dagbouw Industrielandschappen - 9 1.3 Tweede industriefase: basisindustrie OEFENING 5: Basisindustrie • Bekijk aandachtig de volgende foto’s en som telkens alle typische landschapselementen KU 6 die passen bij basisindustrie op. 1 B 2 3 4 6 5 Typische landschapselementen Schoorstenen, destillatiekolommen, opslagtanks, ertshopen, buizen en pijpleidingen, stoom, hoogoven,... Industrielandschappen - 10 In de tweede industriefase worden de grondstoffen omgezet in halfafgewerkte producten. Dit is de taak van de basisindustrie. In een olieraffinaderij (zie foto B vorige bladzijde) wordt aardolie omgezet in de juiste chemische stof die nodig is om bijvoorbeeld het legoblokje te produceren. Daarna worden die stoffen door de chemische industrie omgezet in plastics (granulaatkorrels). 1. Olieraffinage 2. Chemische industrie OEFENING 6: Basisindustrie • Neem atlaskaart ‘Europa industrie’ (kaart ………...) en beantwoord onderstaande KU 7 vragen. o Met welk symbool duidt men chemische industrie aan op de kaart? o Noem vier gebieden waar je chemische industrie kan terugvinden. In het Ruhrgebied Duitsland, Rotterdam, Marseille, Luhansk Oekraïne • Het halfafgewerkt product voor een legoblokje zijn granulaatkorrels. Ken je nog producten die gemaakt worden van aardolie? Brandstoffen, plastic, verf, wasproducten,... OEFENING 7: KU 8 Industrietakken De chemische industrie is één van de industrietakken van de basisindustrie. Er zijn er nog enkele andere. • Vervolledig onderstaande tabel. Grondstof Industrietak Halfafgewerkt product ijzererts ijzer-en staal industrie staalplaten, rollen staal Katoen textielindustrie garen, lappen stof klei bouwindustrie baksteen graan voedselindustrie bloem wit zand bouwindustrie glas Industrielandschappen - 11 OEFENING 8: Ijzer- en staalindustrie We bekijken één van deze industrietakken van dichterbij. KU 9 • Lees onderstaande tekst over de productie van staal. Noteer dan de nummers uit de tekst naast of onder de juiste foto’s. 1 2 Om staal te produceren heb je ijzererts (1) nodig als grondstof en steenkool (2) als energiebron. Steenkool wordt eerst omgezet in cokes (3). Dit gebeurt in de 4 cokesfabriek (4). Je kan het goed herkennen aan de witte rook. Daarna worden de cokes samen met het ijzererts in de hoogoven (5) gestort. De cokes verbranden en het 3 ijzererts smelt tot vloeibaar ijzer (6). Dan gaat het vloeibaar of in blokken naar de staalfabriek (7). Hier maakt men van ruw ijzer staal. Het staal gaat dan in 5 blokken naar een walserij (8) waar ze worden samengedrukt. Er ontstaan dan dikke of dunne platen (meestal op rol) , buizen (9) en draden (10). 6 7 8 10 9 De tweede industriefase is de basisindustrie. De basisindustrie zorgt voor het omzetten van grondstoffen tot KE 1 KE 4 KE 5 KE 6 halfafgewerkte producten. Typische landschapselementen waaraan je de basisindustrie kan herkennen: schoorstenen, rook, ertshopen, pijpleidingen, opslagtanks,… Binnen de basisindustrie onderscheiden we verschillende industrietakken: − ijzer- en staalindustrie (hoogoven, staalfabriek,...), − chemische industrie (raffinaderij,...), − bouwindustrie (steenbakkerij,...), − textielindustrie (spinnerij, weverij,...), − voedingsindustrie (maalderij,...), − ... Industrielandschappen - 12 1.4 Derde industriefase: verwerkende industrie OEFENING 9: Verwerkende industrie • Bekijk aandachtig de volgende foto’s en som telkens alle typische landschapselementen KU 10 die passen bij verwerkende industrie op. C 1 2 3 4 Typische landschapselementen Lage moderne gebouwen, parkings, monument voor ingang, wegen, aanwezigheid van groen,... Industrielandschappen - 13 Het legoblokje is aan zijn laatste fase toe. In foto C op de vorige bladzijde zie je een legofabriek in Denemarken. In deze fabriek worden de granulaatkorrels omgezet in een echt legoblokje. Het productieproces voor het legoblokje is dus afgelopen. Zo zie je maar dat aardolie meer is dan alleen maar een brandstof! In de verwerkende industrie wordt het halfafgewerkt product omgezet in een afgewerkt product. Soms is het nodig om ook die verschillende afgewerkte producten nog eens samen te brengen tot een ander product. Denk bijvoorbeeld aan een auto. De ene fabriek levert de autostoelen, de andere de wielen, enz. Binnen de verwerkende industrie zijn er grote verschillen. Er zijn de verschillende industrietakken: ijzer- en staalindustrie, textielindustrie, voedingsindustrie, hout- en papierindustrie, glasindustrie, elektrotechnische industrie, chemische industrie, hoog-technologische industrie,enz. Ook de inplanting van bedrijven is vaak erg verschillend. OEFENING 10: Industrietakken • Kleur de nummervakjes van de foto’s op bladzijde 10 en 13 in volgens deze legende: KU 11 − IJzer-en staalindustrie: BLAUW − Textielindustrie: GROEN − Chemische industrie: GEEL − Voedingsindustrie BRUIN − Hoog-technologische industrie: GRIJS − Bouwindustrie: PAARS Industrielandschappen - 14 OEFENING 11: Inplanting bedrijven • Beoordeel het uitzicht en de ligging van deze bedrijven. KU 12 1 2 1. Herentals 2. Lano Harelbeke gegroepeerd alleenstaand XXXXXX XXXXXXX alleenstaand gegroepeerd oud modern XXXX XXX modern oud hoogbouw laagbouw XXXXXXX laagbouw 1 hoogbouw XXXXXXX 2 1 Bebouwde kern Industriegebied 1. Herentals in dorp of stad XXXXXXX 2. Lano Harelbeke op bedrijventerrein in dorp of stad op bedrijventerrein XXXXXXXXX De derde fase van de industrie is de verwerkende industrie. De verwerkende industrie zet de halfafgewerkte producten om in KE 1 KE 5 KE 7 KE 8 afgewerkte producten. Typische landschapselementen waaraan je de verwerkende industrie kan herkennen: moderne gebouwen, laagbouw, veel groen, parkings,… al of niet op een bedrijventerrein. Ook binnen de verwerkende industrie onderscheiden we verschillende industrietakken: chemische industrie, textielindustrie, hout- en papierindustrie, bouwindustrie, hoogtechnologische industrie,... Een auto, vliegtuig, computer, kledij, meubelen, benzine zijn allemaal voorbeelden van afgewerkte producten. Industrielandschappen - 15 1.5 Milieueffecten Smogalarm van kracht tot maandagochtend Het smogalarm dat van kracht is sinds vrijdagmorgen wordt verlengd tot maandagmorgen 12 januari om 6 uur. Bron: Knack 10 januari 2009 'Kinderen spelen in de buurt van gevaarlijk chemisch afval' Buurtbewoners oude UCO-bedrijfspanden bezorgd ondanks lopende bodemsanering. Zaubeek vervuild door mazout ZULTE - Zaterdagnamiddag werd vastgesteld dat de Zaubeek in Zulte vervuild was door een mazoutspoor. De brandweer van Deinze kwam ter plaatse om met aangepaste middelen de vervuiling te bestrijden. Het spoor leidde in de richting van Kruishoutem. Een oorzaak kon nog niet worden achterhaald. Bron: Het Nieuwsblad 12 mei 2009 DEINZE - In de oude gebouwen van het in 2004 gesloten textielbedrijf UCO-Léon Declercq is een boel chemisch afval achtergebleven. Omdat er vaak kinderen gaan spelen, eisen bezorgde buurtbewoners nu maatregelen. Bron: Het Nieuwsblad 25 maart 2009 Discussie over nieuwe lozingsnormen van Umicore BRUSSEL - Belgische en Nederlandse milieuorganisaties vrezen dat de nieuwe lozingsnormen van zware metalen voor Umicore in Overpelt te laks zullen zijn. Bron: De Standaard 20 februari 2007 Minder zure regen uit Ivro-schoorsteen Roeselaarse verbrandingsoven wil in 2003 fors investeren in milieuzorg. Bron: Het Nieuwsblad 25 juni 2002 Industrielandschappen - 16 BEGELEID ZELFSTANDIG WERK De leidraad voor jouw zelfstandig werk vind je in de onderstaande studiewijzer! Volg nauwgezet de instructies binnen de opgegeven tijd. Veel succes! STUDIEWIJZER Opdracht Materialen oefening 12 − werkmap blz. 17 Tijd Werkvorm Verbetering / individueel klassikale THUIS bespreking − computer (internet) Ok − boeken, tijdschriften,... − schrijfgerief OEFENING 12: Milieueffecten • Kies één van de artikels op de vorige bladzijde. KU 13 • Bespreek kort het milieuprobleem dat hier wordt aangekaart. • Zoek in een naslagwerk minstens één mogelijke oplossing voor dit probleem. • Gebruik onderstaand schema om je resultaten in te vullen. Gekozen artikel: Eigen antwoord leerlingen Milieuprobleem: Eigen antwoord leerlingen Korte omschrijving: Eigen antwoord leerlingen Mogelijke oplossingen: Eigen antwoord leerlingen Industrielandschappen - 17 Hoofdstuk 2: Vestigingsfactoren Een bedrijf vestigt zich niet zo maar op een bepaalde plaats. Er is lang nagedacht over de ideale ligging. OEFENING 13: Vestigingsfactoren • Wat moet er voor een bedrijf allemaal aanwezig zijn als ze zich ergens willen vestigen? KU 14 Benoem de figuren. afzetmarkt arbeiders grondstoffen transport energie OEFENING 14: Vestigingsfactoren • Kies 2 bedrijven uit je omgeving en pas er de verschillende vestigingsfactoren op toe. KU 15 BEDRIJF 1: Eigen antwoord leerlingen 1. Aanwezigheid van kennis en werkkrachten (arbeidsmarkt): Eigen antwoord leerlingen 2. Aanwezigheid van grondstoffen: Eigen antwoord leerlingen 3. Aanwezigheid van energie: Eigen antwoord leerlingen 4. Verkeer/transportmogelijkheden: Eigen antwoord leerlingen 5. Afzetmarkt: Eigen antwoord leerlingen Industrielandschappen - 18 BEDRIJF 2: Eigen antwoord leerlingen 1. Aanwezigheid van kennis en werkkrachten (arbeidsmarkt): Eigen antwoord leerlingen 2. Aanwezigheid van grondstoffen: Eigen antwoord leerlingen 3. Aanwezigheid van energie: Eigen antwoord leerlingen 4. Verkeer/transportmogelijkheden: Eigen antwoord leerlingen 5. Afzetmarkt: Eigen antwoord leerlingen Opmerking: Niet alle vestigingsfactoren zijn voor elk bedrijf even belangrijk. Onderstreep in jouw bedrijven de belangrijkste. OEFENING 15: Milieueffecten • Ook de bedrijven in jullie eigen omgeving kunnen voor heel wat milieuoverlast zorgen. KU 16 Som minstens twee negatieve milieueffecten van jouw bedrijven op. Bedrijf 1: − Eigen antwoord leerlingen: vb.: luchtvervuiling, afvalwater, afval,… Bedrijf 2: − Eigen antwoord leerlingen De industrie vestigt zich niet willekeurig op een plaats in het landschap. Zij houden rekening met vijf vestigingsfactoren: KE 1 KE 9 1. de aanwezigheid van kennis en werkkrachten, arbeidsmarkt (hoeveelheid, scholingsgraad,...); 2. de aanwezigheid van grondstoffen (ter plaatse of gemakkelijk aan te voeren?); 3. de aanwezigheid van energie; 4. de verkeersmogelijkheden (auto-, water- en spoorwegen); 5. de afzetmarkt (ligging in de buurt van een grote stad met vele mogelijk kopers). Industrielandschappen - 19 Hoofdstuk 3: Industrie op kaart 3.1 Thematische kaart industrie in België OEFENING 16: België industrie • Neem in je atlas kaart ‘België industrie’ (kaart ………...). KU 17 • Vervolledig de legende van de thematische kaart industrie in België. • Duid aan: Harelbeke (letters Ha) en Herentals (letters He ). A C He 1 B 3 2 Ha 5 4 LEGENDE: • Benoem de vijf grote industriegebieden in België en nummer ze op de kaart. 1. 2. 3. 4. 5. West-Vlaams Industriegebied Vlaamse Ruit Kempens Industriegebied Henegouws Industriegebied Luiks Industriegebied • Benoem de drie grote zeehavens in België en plaats hun letter samen met een blauwe stip op de kaart. A. Haven van Zeebrugge B. Haven van Gent C. Haven van Antwerpen Industrielandschappen - 20 OEFENING 17: België industrie • Neem in je atlas kaart ‘België industrie’ (kaart ………...) en los de onderstaande KU 18 vragen op. o Welke industrie overweegt in de Antwerpse haven? Chemische industrie Wat is hier de belangrijkste vestigingsfactor? Transportmogelijkheden Verklaar: Gemakkelijke aanvoer van aardolie (grondstof voor chemische industrie) via schepen en pijpleidingen (vb.: vanuit Rotterdam). o Welke industrie overweegt in het West-Vlaams industriegebied? Textielindustrie Wat is hier de belangrijkste vestigingsfactor? Aanwezigheid grondstoffen Verklaar: De aanwezigheid van textiel in West-Vlaanderen is vooral histo- risch gegroeid. De wol uit het Verenigd Koninkrijk werd hier geleverd. Welke industrie overweegt in het Luiks industriegebied? IJzer-en staalindustrie Wat is hier de belangrijkste vestigingsfactor? Aanwezigheid grondstoffen Verklaar: Vroeger waren er zeer veel steenkoolmijnen in de omgeving van Luik, steenkool is een grondstof voor de ijzer-en staalindustrie. Welke industrie overweegt in Genk? Autoindustrie Wat is hier de belangrijkste vestigingsfactor? Transportmogelijkheden Verklaar: Ideaal gelegen aan Albertkanaal en E314 om gondstoffen aan te voeren. Ook de aanwezigheid van arbeiders is hier zeer belangrijk. Wat is de belangrijkste vestigingsfactor voor de voedingsindustrie? Afzetmarkt Verklaar: De nabijheid van grote stedelijke centra zorgt voor een grote vraag naar voedingsproducten. WIST JE DAT? Antwerpen is de toplocatie voor de industrie in België! De helft van alle chemische industrie is in deze provincie geconcentreerd: raffinage, petrochemie en fotografische of farmaceutische producten. Talrijke grote buitenlandse ondernemingen zijn gesitueerd in dit gebied. Denk maar aan Bayer, Degussa, BASF, Monsanto. De groei in de economie vanaf de jaren '90 was vooral te merken in de Vlaamse Ruit (Antwerpen - Gent - Brussel -Leuven). De Antwerpse haven heeft hiervan het meest geprofiteerd. De haven zou de haven niet zijn zonder deze industrie en omgekeerd. Wist je dat het Antwerpse scheikundige cluster de tweede grootste ter wereld is? De eerste plaats wordt weggekaapt door het Amerikaanse Texas. Industrielandschappen - 21 3.2 Thematische kaart industrie in Europa OEFENING 18: Europa industrie • Neem in je atlas kaart ‘Europa industrie’ (kaart ………...). KU 19 KU 20 • Voer volgende opdrachten uit op de thematische kaart industrie in Europa. o Kleur alle gebieden waar men nog aan steenkoolontginning doet grijs. o Arceer nu het gebied tussen de twee stippellijnen. Vooral binnen deze strook wordt er nog aan steenkool- en ijzerertsontginning gedaan. o Welke industriefase ga je vaak rond deze ontginningsplaatsen terugvinden? Geef twee voorbeelden van mogelijke industrietakken. Industriefase: basisindustrie Industrietakken: ijzer– en staalindustrie en chemische industrie o Aangezien heel wat grondstoffen niet meer ontgonnen worden in Europa heeft de basisindustrie zich elders moeten vestigen. Waar ga je ze nu vooral terugvinden? In de havens. Duid drie voorbeelden met een blauwe stip aan op de kaart en benoem ze. o Op je kaart staat een rode ’boomerang’. Het geeft de kern weer van vooral de verwer- kende industrie in Europa. Waarom vind je deze industriefase voornamelijk binnen deze zone? Gebruik atlaskaart ‘Europa bevolking(-spreiding)’ (kaart ………...). De grote hoeveelheid mensen zorgen voor een grote arbeids– en afzetmarkt. Rotterdam Antwerpen A B C Hamburg Industrielandschappen - 22 Hoofdstuk 4: Havenlandschap in Antwerpen 4.1 Situering Op de industriekaart van Europa stel je vast dat er een grote concentratie is van industriegebieden in West-Europa. In deze industriegebieden vind je vaak ook havens. Zij zijn de draaischijf van de economie in deze gebieden. We kiezen de haven van Antwerpen als voorbeeld. OEFENING 19: Belang Antwerpse haven • Bekijk de grafiek. Op de hoeveelste plaats KU 21 staat de haven van Antwerpen in de wereld en Europa? achtste plaats Europa: tweede plaats o Wereld: o Shanghai Grootste Europese haven: Rotterdam o Grootste haven ter wereld: o o Duid Antwerpen aan op onderstaande kaar- ten. Waarom is de ligging van de haven van Antwerpen zo goed? Zeer centraal gelegen in het sterk geïndustrialiseerde en West-Europa. o Bestudeer onderstaande kaart Europa bevolking en formuleer nog een ander besluit in verband met de ideale ligging van de haven van Antwerpen. Zeer centraal gelegen in het dichtbevolkte en West-Europa. A A De haven van Antwerpen heeft een gunstige centrale ligging in het sterk geïndustrialiseerde en dichtbevolkte West-Europa. Industrielandschappen - 23 4.2 Functies Functies in de haven van Antwerpen 2 3 1 4 10 9 5 8 7 6 OEFENING 20: • KU 22 Functies in een haven Benoem de verschillende landschapselementen en noteer er de functie bij. Kies uit: industrie / overslag / opslag / transport / handel en diensten Landschapselement Functie Landschapselement Functie 1. containers opslag 6. autosnelweg transport 2. sluis transport 7. havenbedrijf diensten 3. havenkraan overslag 8. opslagtanks opslag 4. trein transport 9. olieraffinaderij industrie 5. autoassemblage industrie 10. dok transport Industrielandschappen - 24 Overzichtskaart functies in de haven van Antwerpen In de haven van Antwerpen kan je een grote verscheidenheid aan functies terugvinden. KE 10 Industrie, opslag, overslag, transport, handel en diensten zijn de belangrijkste. Industrielandschappen - 25 4.3 Industrie Eén van de belangrijkste functies in de haven van Antwerpen is de industrie. OEFENING 21: Havenindustrie • Bekijk de grafiek. Welke industrietak is het best vertegenwoordigd in de Antwerpse KU 23 haven? Chemische industrie OEFENING 22: Havenindustrie • Benoem de afbeeldingen. Kies uit: KU 24 olieraffinaderij / chemie en petrochemie / elektriciteitsvoorziening / autoassemblage chemie en petrochemie elektriciteitsvoorziening olieraffinaderij autoassemblage De belangrijkste industrietak in de haven van Antwerpen is de chemische industrie. Industrielandschappen - 26 De havenindustrie heeft een goede keuze gemaakt met de haven van Antwerpen als vestigingsplaats. Het biedt verschillende voordelen. OEFENING 23: Vestigingsfactoren • Vul met behulp van onderstaande tekst, je atlas en de kaarten op bladzijde 23 de vijf KU 25 vestigingsfactoren voor de industrie in de haven in. Antwerpen heeft de meest centrale ligging in Europa (rekening houdend met de grote consumptie-en productie-centra). De haven van Antwerpen ligt 60 km landinwaarts langsheen de Schelde. Deze ligging is tegenwoordig een groot voordeel: omdat de schepen steeds groter worden, wordt de transportprijs (per ton en per kilometer) over water steeds goedkoper in vergelijking met het spoor-of wegtransport. Deze ligging ver in het binnenland maakt ook dat er méér dan 100 miljoen consumenten wonen in een cirkel met een straal van 350 km! De goede verbindingen met het hinterland via autowegen, spoorwegen en waterwegen zorgen voor een prima bereikbaarheid van erg belangrijke bevolkingscentra en industriële regio’s. Elk jaar doen duizenden schepen de haven aan. De haven van Antwerpen heeft zo’n 300 vaste lijnen naar 800 overzeese bestemmingen. De haven beschikt ook over uitgebreide haveninstallaties, zoals ongeveer 5.3 miljoen m² overdekte opslagruimte waarvan ongeveer een vierde gekoelde opslagruimte is. Ook beschikt de haven over uitstekend personeel. De Antwerpse dokwerker is wereldbekend om zijn productiviteit. Ook de veeltaligheid van bedienden is een pluspunt voor de haven. Tot slot zijn er efficiënte systemen voor gegevensverwerking die er steeds voor zorgen dat het papierwerk geen vertragende factor is voor de haven. 1) Aanwezigheid van kennis en werkkrachten (arbeidsmarkt): KE 9 In de nabijheid van grote centra (Vlaamse Ruit) met een groot aanbod aan werkkrachten. In Antwerpen wonen productieve dokwerkers en meertalige bedienden. 2) Aanwezigheid van grondstoffen: Grote schepen kunnen via de Schelde massaal grondstoffen aanvoeren. 3) Aanwezigheid van energie: De kerncentrale van Doel en meerdere windturbines leveren elektriciteit in de haven. 4) Verkeer/transportmogelijkheden: Over water: Schelde, Schelde-Rijnkanaal, Albertkanaal; over weg: spoorwegen, autosnelwegennet. 5) Afzetmarkt: Er wonen ongeveer 100 miljoen consumenten in een straal van 350 kilometer rond de Antwerpse haven. Industrielandschappen - 27 4.4 Goederenbehandeling In de haven van Antwerpen worden verschillende soorten goederen behandeld. OEFENING 24: Soorten goederen • Bekijk de grafiek. Welke goederen komen het KU 23 meest voor in de haven van Antwerpen? (gegevens 2008) containers KE 1 KE 10 WAT is goederenbehandeling? Stukgoederen: goederen die (on)verpakt per stuk vervoerd worden. − containers: laadkisten met welbepaalde afmetingen − conventioneel: alle andere stukgoederen: onverpakt per stuk of verpakt in balen, dozen, paletten,... Massagoederen: onverpakte goederen die meestal in zeer grote hoeveelheden vervoerd worden. − vloeibaar − droog OEFENING 25: Soorten goederen • Benoem onderstaande foto’s en noteer ze in de juiste kolom in de kader. KU 24 Stukgoederen olievaten zakken cacao containers voor vloeistoffen buizen houten planken containers fruit Massagoederen Droog: ertsen Vloeibaar: (olie) Industrielandschappen - 28 OEFENING 26: Overslag Een deel van de goederen die die de haven binnenkomen, worden overgeladen in een anKU 24 der schip (binnenschip), trein of vrachtwagen. Dit noemt men overslag. • Hieronder zie je een aantal overslagmethodes. Plaats de letter S in elke overslagmethode voor stukgoederen. Plaats de letter M in elke overslagmethode voor massagoederen. S M M S M Industrielandschappen - 29 OEFENING 27: Opslag Een deel van de goederen die de haven binnenkomen worden niet meteen weer KU 24 weggevoerd. Heel vaak worden ze een tijdje opgeslagen. • Noteer onder elke foto de naam van de opslagmethode en het product dat er kan worden opgeslagen. KE 11 silo’s storthopen loods opslagtank containerterminal kade HOE gebeurt goederenbehandeling? De goederen worden van het zeeschip overgeladen op een ander Overslag: vervoermiddel of omgekeerd met kranen, graanzuigers, pompen,... Sommige producten blijven nog een tijdje in de haven en worden er Opslag: opgeslagen. Massagoed wordt opgeslagen in silo’s of tanks of gestort op de kade. Stukgoed wordt opgeslagen in loodsen, los op de kade of in containerterminals. Industrielandschappen - 30 4.5 Transport Er zijn verschillende transportmogelijkheden in de haven van Antwerpen. Zo zijn er de verschillende autowegen, 1000 km spoorwegen, heel wat waterwegen die de haven verbinden met het Europees waterwegennet en 350 km pijpleidingen. OEFENING 28: Transport in de haven • Duid aan op onderstaande havenkaart. Gebruik je atlas kaart ‘haven van Antwerpen’ (kaart: ...............). o Benoem de autowegen en de belangrijkste bestemmingen in de juiste kaders. o Benoem de waterwegen: Schelde / Schelde-Rijnkanaal / Albertkanaal o Plaats de foto’s met hun nummer in de juiste cirkel. Schelde-Rijnkanaal A12 1 Vormingsstation NMBS 3 Sch 2 Deurganckdok eld e 3 1 E19 2 Albertkanaal E34 Berendrechtsluis 4 5 E313 KU 26 Ring Antwerpen 5 4 E17 A12 E19 Kennedytunnel Alle goederen die de haven van Antwerpen binnenkomen moeten er op één of andere manier ook weer uit geraken. Transport is dus een zeer belangrijke functie in de haven. Industrielandschappen - 31 4.6 Handel en diensten De haven van Antwerpen wordt door heel wat bedrijven gezien als het distributiecentrum van Europa. Vanuit de haven worden verschillende producten verhandeld met de rest van België en Europa. Het is dus de echte draaischijf van de handel in Europa. De haven levert ook nog heel wat werk aan mensen. Alle schepen moeten namelijk geladen en gelost worden door dokwerkers. Er zijn heel wat administratieve werknemers nodig, loodsen (leiden de schepen de haven binnen), douane (controleert de lading), enz. OEFENING 29: KU 24 Tewerkstelling in de haven • Lees onderstaand artikel en los de vragen op. Cepa geeft werk aan meer dan 9.000 havenarbeiders 'Cepa, de Centrale der Werkgevers aan de Haven van Antwerpen, is een van de grootste werkgevers in de Antwerpse regio, en alleszins het grootste interimkantoor', zegt voorzitter Paul Valkeniers. De organisatie werkt met meer dan 9.000 werkende dokwerkers en vakmensen. 'Zelf hebben we maar goed honderd personeelsleden in dienst voor de loon- en personeelsadministratie. Dat bestaat uit vaste en losse dokwerkers, markeerders, kuipers, kraanmannen en chauffeurs van portaalkranen of vorkliften', zegt Valkeniers. Het centrum van de bedrijvigheden is het 'kot' (het aanwervingslokaal) . Daar kunnen vier keer per dag 'losse' dokwerkers aangeworven worden. Zo'n havenarbeider gaat bijvoorbeeld om 7uur 's morgens 'zien' naar werk dat door de ploegbazen van havenbedrijven wordt aangeboden. Als hij wordt aangeworven, krijgt hij een briefje waarmee hij zich om kwart voor acht bij de werkgever in kwestie aan een bepaalde kaai moet aanbieden. De 'dagshift' eindigt om kwart voor vier. Dan kan de losse havenarbeider voor 's anderendaags opnieuw worden 'doorbesteld'. Zoniet moet hij opnieuw naar het 'kot'. Is er geen werk, dan krijgt hij een 'dopstempel' die recht geeft op werklozensteun. Anders gaat het eraan toe bij de 'vaste' dokwerkers. Die hebben geregeld werk bij een vaste baas. Op dit ogenblik groeit het aantal 'losse' havenarbeiders aan. 'Twee maanden geleden waren dat er gemiddeld nog 200, nu zijn er tussen de 400 en de 500 werklozen per dag', schat Valkeniers. 'Dat is evenwel nog niet overdreven veel in vergelijking met jaren geleden toen het getal opliep tot over de duizend.' Hoeveel verdient een havenarbeider gemiddeld? 'Het laagste loon voor een 'platte' beginner is 118 euro bruto per dag', zegt Valkeniers. 'Al naargelang van de shift komt daar tussen 5 en 50 procent bij. Een zaterdag geeft recht op 50 procent extra en een zondag op 100 procent extra. Een straddle carrierchauffeur kan voor een zondagshift tot 300 euro bruto verdienen. Wie moet gaan doppen, krijgt maar 66 procent van het normale loon. Ieder jaar vloeien zo'n 250 dokwerkers af wegens leeftijd of ziekte. Normaal wordt dat getal aangevuld met vacatures. In het eerste kwartaal van volgend jaar zal dat niet gebeuren, vanwege de crisis die ook de haven treft. Bron: De standaard 16/12/2008 − Noem een aantal beroepen in de Antwerpse haven. Dokwerkers, markeerders, kuipers, kraanmannen, chauffeurs,… − Elke dokwerker heeft zeker elke dag werk. Juist of onjuist? Verklaar je antwoord. Onjuist. De dokwerkers moeten elke dag opnieuw naar het ‘kot’ (aanwervingslokaal) waar ze aangeworven kunnen worden voor een job. Industrielandschappen - 32 OEFENING 30: Diensten in de haven Heel wat van de typische havendiensten worden geleverd door het gemeentelijk havenbeKU 23 drijf. • Noteer onder elke foto de juiste havendienst. Gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen baggeren kranen sleepboot De haven van Antwerpen biedt naast heel wat typische havenfuncties ook diensten aan: douane en administratie. Verder zorgt de haven voor een gepaste infrastructuur en dienstKE 12 verlening zoals sleepboten, kranen, loodsen,... Ook moet de haven voortdurend onderhouden worden: baggeren (om de Schelde en zijn dokken uit te diepen). Industrielandschappen - 33