Publicatie van de cijfers over officiële

advertisement
Europese Commissie - Informatieblad
Publicatie van de cijfers over officiële ontwikkelingshulp 2016
Brussel, 11 april 2017
Uit deze cijfers blijkt dat de EU en haar lidstaten in 2016 opnieuw 's werelds grootste donor
waren. De gegevens zijn gebaseerd op de resultaten van vorig jaar zoals opgegeven door de
leden van de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/DAC).
Wat zeggen de cijfers?
Uit de voorlopige OESO-cijfers blijkt dat de EU en haar lidstaten in 2016 voor € 75,5 miljard aan
officiële ontwikkelingshulp (ODA) hebben verstrekt, een stijging van 11 % ten opzichte van 2015. De
hulp van de EU is voor het vierde achtereenvolgende jaar toegenomen en heeft een recordhoogte
bereikt. In 2016 vormde de collectieve ODA van de EU 0,51 % van het bruto nationaal inkomen (bni)
van de EU. In 2015 was dat 0,47 %. Dit is significant meer dan het gemiddelde van 0,21 % van nietEU-landen die geen lid zijn van de DAC.
Haalt de EU de ODA-doelstelling voor minst ontwikkelde landen?
In 2015 bedroeg de ODA van de EU voor de minst ontwikkelde landen € 15,8 miljard, wat overeenkomt
met 0,11 % van het bni (de gegevens over 2016 zullen pas in december 2017 beschikbaar zijn). Zes
EU-lidstaten gaven het streefbedrag van minimaal 0,15 % van het bni aan ODA voor de minst
ontwikkelde landen: Luxemburg (0,40 %), Zweden (0,29 %), het Verenigd Koninkrijk (0,23 %),
Denemarken (0,20 %), Finland (0,18 %) en Ierland (0,15%).
Hoe en door wie worden deze gegevens verzameld?
De Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO (DAC) beslist uiteindelijk of de door de
lidstaten en andere donors opgegeven uitgaven kunnen worden beschouwd als ODA.
De DAC bestaat momenteel uit dertig leden: Australië, Canada, IJsland, Japan, Korea, Nieuw-Zeeland,
Noorwegen, Zwitserland, de Verenigde Staten, 20-lidstaten en de EU. Twee EU-lidstaten (Estland en
Letland) zijn wel lid van de OESO, maar niet van de DAC, en zes andere (Bulgarije, Cyprus, Kroatië,
Litouwen, Malta en Roemenië) zijn geen lid van de OESO noch van de DAC.
De Commissie presenteert individuele gegevens van alle EU-lidstaten, ook van de landen die geen lid
zijn van de DAC. Verder zijn de gegevens van de OESO en de Commissie volledig vergelijkbaar. De EU
gebruikt dezelfde cijfers in lopende prijzen als de DAC in haar publicatie van de voorlopige cijfers voor
2016, omgerekend van dollars in euro's op basis van de DAC-wisselkoers.
Er zijn twee verschillen in de wijze waarop de ODA wordt geanalyseerd:
De Commissie presenteert en analyseert gegevens in euro, terwijl de DAC Amerikaanse dollars
gebruikt. Dit verschil als gevolg van de wisselkoers geldt zowel voor de totaalcijfers als voor de
individuele lidstaten.
De Commissie berekent veranderingen in nominale termen (lopende prijzen). De DAC presenteert de
gegevens zowel in constante prijzen als in nominale termen, maar berekent veranderingen alleen in
constante prijzen en wisselkoersen. De ODA/bni-ratio wordt hierdoor overigens niet beïnvloed.
Naast de door de DAC gepresenteerde ODA voor de EU-28, berekent de EU ook de collectieve ODA, dat
wil zeggen de som van de bijdragen van de EU-lidstaten plus de ODA die wordt verstrekt door de
Europese instellingen. Het grootste deel van deze laatste uitgaven wordt opgeteld bij de EU-lidstaten
voor de berekening van de ODA als percentage van het bni, dat wil zeggen dat de gegevens voor de
lidstaten een deel van de uitgaven van de instellingen omvatten. De ODA uit de eigen middelen van de
Europese Investeringsbank (EIB) wordt niet opgeteld bij de lidstaten.
Waarom zijn dit de voorlopige gegevens?
De gegevens zijn gebaseerd op de informatie die de OESO en de Commissie de afgelopen weken
hebben ontvangen van de lidstaten. In de loop van dit jaar zal de DAC meer details ontvangen over de
fondsen en programma's voor 2016 en deze controleren. In december zullen dan de definitieve cijfers
over de ODA van 2016 worden gepubliceerd, inclusief een gedetailleerde opsplitsing.
Meer informatie:
Persbericht: EU maakt humanitaire hulp vrij voor Afrika nu de behoeften toenemen
Bijlage: Achieving the 2030 Sustainable Development Goals: Putting together the means of
implementation; highlight on EU early achievements in three key areas
Persbericht OESO
MEMO/17/949
Contactpersoon voor de pers:
Carlos MARTIN RUIZ DE GORDEJUELA (+32 2 296 53 22)
Christina WUNDER (+32 2 299 22 56)
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail
Download