Het mitose- en meiosespel Gemaakt door Sytske Bekker , Renate Prins en Merel Epskamp. Wij hebben ons laten inspireren door het concrete probleem van een leerlinge van docent Ferdinand van der Graaf. Ze schreef over het volgende probleem: “Fases van mitose en meiose. Wanneer een diploïde cel (2N) en haploid (n)? Ik snap dat een cel gedeeld wordt (meer niet)”. Het probleem Wat is nu precies het probleem? De leerlinge snapt dat een cel gedeeld wordt, ze weet waarom dat gebeurt. Een cel deelt zich zodat er meer cellen zijn. Bijvoorbeeld bij een wondje moeten er weer cellen worden aangemaakt om de wond te helen. Maar het gaat hier om een specifiek verschil bij celdeling. Celdeling kan namelijk resulteren in twee verschillende cellen: haploïde en diploïde cellen. Een haploïde cel is een cel waarbij maar één exemplaar van een chromosoom zich in de celkern bevindt. Een diploïde cel is een cel waarbij twee exemplaren van een chromosoom zich in de celkern bevinden. Een haploide cel wordt ook wel omschreven als n, waarbij n het aantal verschillende chromosomen is. Een diploïde cel is dan 2n. Op deze zelfgemaakte afbeelding is links een haploïde cel te zien met twee verschillende chromosomen. Rechts zie je de diploïde cel met twee verschillende paren chromosomen. De leerlinge weet waarschijnlijk niet wanneer een cel haploïd is of diploïd is, en ze weet waarschijnlijk ook de context niet. Om dit te begrijpen moet ze weten wanneer een van deze specifieke celdelingen plaatsvindt, waar en waarom. Wanneer resulteert celdeling in een haploïde cel en wanneer in een diploïde cel? Celdeling resulteert overal in het lichaam in een diploïde cel, behalve bij de geslachtscellen. Bij de vorming van geslachtscellen deelt een diploïde cel zich in twee haploïde cellen. Dit proces heet meiose. De eicellen en spermacellen zijn allemaal 1n. Waarom gebeurt dit? Zodat de eicel en de spermacel samen een zygote vormen. Als je de eicel en spermacel samenvoegt krijg je het volgende: 1n + 1n = 2n. Meiose speelt zich altijd af bij de vorming van geslachtscellen. Mitose speelt zich af bij de vorming van alle andere lichaamscellen. Met behulp van het mitose- en meiose spel willen we de leerlingen de bovenstaande theorie laten begrijpen. Het ontwerpproces van het spel Eerst dachten we aan een kartonnen bord waarbij je met kaartjes waarop begrippen staan een soort van schema maakt. Of een ganzenbordspel met chronologisch verhaal van geslachtscel naar gewone cel. Een ander idee was een computerquiz. Onze brainstormsessie kunt u in de onderstaande afbeelding bekijken. We bedachten al snel dat we een kaartspelletje wilden bedenken, zoals kwartet of Party&Co. Naar aanleiding van een gesprek met Ferdinand gingen we nadenken over een spel zoals triviant, waarbij je eigenlijk twee levels hebt. Je hebt pas toegang tot het tweede level als je het eerste level hebt behaald. Het behalen van een level kan erg bevredigend zijn voor een persoon omdat je dan iets heb bereikt. Je krijgt een succeservaring dat erg motiverend is. Daarnaast ga je naar een moeilijker level, wat dan weer een uitdaging is. Over dit idee werd nog meer over nagedacht. Toen kwam het idee van een spelbord met drie verschillende levels. Het eerste level is mitose, het tweede level meiose en het derde level is een algemene ronde. De derde ronde zal de eerste en tweede levels samenvoegen en zal moeilijkere vragen stellen. Ook zal de derde ronde een controle ronde zijn om te kijken of de leerlingen de vorige rondes hebben begrepen. Je kunt pas naar de volgende ronde als je een ronde hebt afgerond. Het spelbord moest een spelbord zijn dat je voor elke ronde opnieuw kunt gebruiken. Het eerste idee was een rond bord, waarbij je drie ringen had. Een binnenring, middelse ring en centrale ring. Door andere vormen van bordspelletjes te bedenken kwamen we op een rechthoekig bordspel. Door middel van lijntjes kon je een weggetje afleggen. Op deze manier konden twee teams aan hetzelfde spel meedoen. Het is meteen duidelijk hoe de teams het spel doen. De lucifers moeten op de lijntjes worden gelegd. Door middel van lucifers kun je zien of de teams al bijna bij de finish zijn. We moesten nog bedenken hoe we dit met de vragen zouden doen. Uiteindelijk hebben we de kaartjes een nummer gegeven die overeenkomt met een vakje in het spel. Dit werd het uiteindelijke ontwerp: een A4 uitprintpaar spelbord met 4x6 vakjes. Taakverdeling Sytske: vragen bedenken en kaartjes maken. Merel: vragen bedenken en punten toedelen. Renate: spelregels en verslag maken. Doel Met ons spel willen we de leerlingen van atheneum 6 leren hoe mitose en meiose in elkaar zit, wat de functies zijn van de processen en wat de onderlinge verschillen zijn. Bij het spel horen kaartjes met vragen over het desbetreffende themalevel. Aan de hand van vragen stellen willen wij de leerlingen aan het nadenken maken maar tegelijkertijd motiveren om te leren. Onze doelgroep is atheneum 6 leerlingen. Bij deze leerlingen kunnen we een hoog niveau van vragen stellen. Aan de hand van de theorie van Bloom kunnen we de volgende leeraspecten aan ons spel toekennen: Lagere orde denken: 1. Het kunnen ophalen van specifieke informatie: door vragen waarbij gevraagd wordt om een begrip of iets dergelijks. Voorbeeld: hoeveel chromosomen heeft de mens? 2. Betekenis geven aan informatie: door vragen waarbij gevraagd wordt om een antwoord plus uitleg of door het gebruik maken van de Binas. Voorbeeld: hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? 3. Strategieën, concepten, principes en theorieën in nieuwe situaties gebruiken: door vragen waarbij je de theorie in een nieuwe situatie moet toepassen Voorbeeld: Waarom is de celcyclus in het darmepitheel korter dan de celcyclus in neuronen? Wij maken voornamelijk gebruik van het lagere orde denken bij ons spel. De leerlingen moeten gebruik maken van hun voorkennis en dingen opzoeken in de Binas. Ook moeten ze, wat ze in de vorige rondes geleerd hebben opnieuw toepassen in de nieuwe rondes. Gamingsaspecten Om gaming elementen in het spel toe te voegen wilden we een soort van competitie opwekken tussen de leerlingen. Bij ons spel moeten ze punten verzamelen en het team met de meeste punten heeft per bordspel gewonnen. De teams kunnen bepalen welke vraag ze willen: ze mogen kiezen of ze een één, twee of driepuntsvraag willen. Daarnaast kun je met je team bonuspunten krijgen als je als eerste de finish haalt. Het team dat bij het spel de meeste punten heeft behaald heeft gewonnen en krijgt een beloning. Deze eigenschappen van ons spel kunnen de leerlingen competitief maken. De teams moeten onderling goed samenwerken om de vragen goed te beantwoorden. Doordat ze eerst moeten overleggen wat het goede antwoord is zal het groepje pas een antwoord geven wanneer iedereen het ermee eens is. Door je team te overtuigen van je goede antwoord zal diegene eerst moeten uitleggen waarom dat het goede antwoord is. Op deze manier legt iemand in het team aan de ander uit wat het antwoord is. Deze uitleg verhoogt de kans dat de teamgenoten het snappen. Daarnaast zal de persoon die het antwoord uitlegt het ook beter snappen, want voordat je iets kunt uitleggen aan een ander moet je het zelf goed begrijpen. Rol van de student Als voorbereiding moeten de studenten de kaartjes uitknippen en stapels maken van één, twee- en driepuntsvragen. Ook moeten er acht tafels klaargezet worden waaraan de spelletjes kunnen worden gespeeld. Per tafel staan er dus: - Drie stapels van in totaal 72 kaartjes Vier stoelen Een spelbord Een doosje lucifers De spelborden moeten worden uitgeprint, net als de vragenkaartjes. Per spelbord zijn er negen papiertjes met vragen nodig. De vragen moeten worden uitgeprint. Bij herhaling van dit spel kunnen de spelborden en de kaartjes behouden worden. Daarom hoeft dit spel maar een keer uitgeprint te worden. De student moet bij ons spel de spelregels centraal aan de klas uitleggen. Na de uitleg kan hij of zij tijdens het spel hulp bieden als de leerlingen niet op het juiste antwoord komen of een antwoord niet begrijpen. De student moet toezicht houden of het spel eerlijk gespeeld wordt. De student houdt de tijd bij van de rondes. Alle groepjes starten tegelijkertijd, zodat de student in de gaten moet houden wanneer de tien minuten voorbij zijn. De student gaat na elke ronde de kaartjes ophalen en nieuwe kaartjes bij elke tafel neerleggen. Na de afronding van het spel hebben de leerlingen nog tijd om vragen te stellen, over het spel of over de theorie. De student zal de teams die gewonnen hebben geld geven om hun beloning op te halen. Tijdsduur De tijd voor het spel bedraagt in totaal tussen de 30 en 45 minuten. Uitleg door de student Tijd per ronde Tijd voor vragen en beloning 5 tot 8 minuten 10 minuten 5 tot 10 minuten