Lijst met begrippen en vaardigheden Inleiding Statistiek (196208)

advertisement
Lijst met begrippen en vaardigheden Inleiding Statistiek (196208)
Module 1: (definities/omschrijvingen en eigenschappen zijn te vinden op de sheets van HC 1, 2 en 3):
Begrippen:
populatie
-verdeling
-gemiddelde
-variantie
-standaardafwijking
variabele
kwalitatieve kwantitatieve onafhankelijke verklarende afhankelijke stochastische – (s.v.)
discrete continue steekproef
-gemiddelde
-variantie
-standaardafwijking
vrijheidsgraden
mediaan
modus
percentiel
kwartiel
interkwartielafstand
maat
resistente - voor het midden
- voor de spreiding
- voor de samenhang
1.5×IKA-regel
uitschieter
frequentie
relatieve frequentieverdeling
verdeling
- van een variabele
discrete binomiale continue normale standaardnormale
uniforme symmetrische parameters van een marginale voorwaardelijke dichtheidsfunctie
standaardiseren
5-getallen-samenvatting
staafdiagram
- van frequenties
- van relatieve frequenties
gesegmenteerd taartdiagram
stamdiagram
rug aan rug doosdiagram
zij aan zij -
histogram
- van frequenties
- van relatieve frequenties
hiaat
spreidingdiagram
regressie
(enkelvoudige) lineaire -constante
-coëfficiënt
-lijn
kleinste kwadraten
- methode
- schattingen
voorspelling
interpolatie
extrapolatie
correlatie
-coëfficiënt
samenhang
- van 2 variabelen
sterke/zwakke positieve/negatieve(strikt) lineaire verklaarde variantie
residuen
-diagram
invloedrijke waarneming
kruistabel
Vaardigheden:
1. Samenvatten van gegevens via o.m. relevante maten voor midden, spreiding en samenhang en het
interpreteren/becommentariëren van de resultaten.
Voorbeeldopgaven: 1.43, 1.53
2. Het grafisch weergeven van meetresultaten en het geven van relevant commentaar bij de vorm van een
grafiek/diagram en/of bij de vergelijking van meerdere grafieken en diagrammen.
1.24, 1.33, 1.43
3. Berekening van kansen dan wel het bepalen van het gebied waarvoor een kans is gegeven, beide ten
aanzien van de normale verdeling.
1.87, 1.94
4. Bepalen van een lineair verband tussen 2 kwantitatieve variabelen en de residuen, bepalen
interpreteren van de waarde van de correlatiecoëfficiënt en het onderscheiden van interpolatie en
extrapolatie.
2.10, 2.20, 2.49, 2.55, 2.56, 2.97
5. Het bepalen van marginale en voorwaardelijke verdelingen van een gegeven kruistabel voor twee
kwalitatieve variabelen en het becommentariëren van de samenhang van de twee variabelen.
2.91, 2.96
Rekenvaardigheid (wetenschappelijke of grafische) rekenmachine (grotendeels module 1):
1. Gegeven n waarden x1, x2,…, xn van een kwantitatieve variabele x moet je met je rekenmachine direct
(zonder gebruik van de formule) x en s kunnen bepalen.
2. Gegeven n punten (xi, yi), moet je de correlatiecoëfficiënt r en de regressierechte yˆ  a  bx
(bij een rekenmachine zonder lineaire regressie kunnen r, a en b bepaald worden door eerst x , sx, y ,
sy en ∑xy te bepalen en dan de formules voor r, b en a toe te passen).
3. Berekening of benadering van kansen m.b.t. de normale en de binomiale verdeling mag met de GR
maar kunnen ook bepaald worden met behulp van de tabellen voor deze verdelingen.
Module 2: (definities/omschrijvingen en eigenschappen zijn te vinden op de sheets van HC 4, 5 en 6)
Begrippen:
toevalsverschijnsel
kansexperiment
uitkomstenruimte
eindige gebeurtenissen
disjuncte onafhankelijke kans op een gebeurtenis
kansmodel
Venn-diagram
doorsnede
vereniging
complement
complementregel
algemene somregel
speciale somregel
algemene productregel
voorwaardelijke kans
productregel voor
onafhankelijke gebeurtenissen
(omkeer)regel van Bayes
stochastische variabele (s.v.)
discrete continue kansverdeling van verwachtingswaarde van variantie van standaardafwijking van kanshistogram
onafhankelijke s.v.-en
dichtheidskromme
uniforme verdeling
normale verdeling
binomiale verdeling
schatting
experimentele wet
van de grote aantallen
binomiale situatie
populatiefractie
steekproeffractie
zuivere schatter
standaardfout
normale benadering
EAS
steekproefomvang
Centrale Limiet Stelling
populatieverdeling
steekproefverdeling
Vaardigheden:
1. Toepassen van elementaire kansregels op eenvoudige praktische situaties.
4.23, 4.36, 4.75
2. Berekening van gevraagde kansen met behulp van de rekenregels (productregel, Bayes) voor
voorwaardelijke kansen.
4.91, 4.92, 4.93
3. Herkennen of er sprake is van onafhankelijkheid van gebeurtenissen of stochastische variabelen op
grond van een beschreven praktijksituatie.
4.36, 5.45
4. Bepalen van de maten voor midden en voor spreiding indien de verdeling van een discrete
stochastische variabele is gegeven en het toepassen van eigenschappen van de ze maten.
4.62, 4.69
5. Herkennen van de binomiale situatie en het berekenen van kansen met betrekking tot een binomiaal
verdeeld aantal dan wel de steekproeffractie.
5.1, 5.15, 5.22
6. Herkennen van het normale model en het berekenen van kansen m.b.t. som en verschil van twee
onafhankelijke normaal verdeelde variabelen en m.b.t. (evt. bij benadering) normaal verdeelde
steekproefgemiddelde.
5.34, 5.41, 5.44
Download