Geldbesteding, voorbereiding gezinnenkring januari 2005 3 artikelen: Geld van je ouders Oppastarieven NIBUD John Wesley over geld. Geld van je ouders Zakgeld of kleedgeld krijg je meestal van je ouders. Wil je meer geld? Overtuig je ouders met een van de onderstaande redenen: O Anders moet ik een bijbaantje zoeken, en hier lijdt mijn schoolwerk onder. O Anders neem ik ook geen bijbaantje, en moeten jullie nog meer bijdragen! O De hele klas krijgt meer zakgeld dan ik. O Ik krijg net zoveel zakgeld als de rest van de klas, maar ik moet er veel meer van kopen. O Omdat ik zo weinig geld heb, hoor ik er niet meer bij. O Ik houd geen geld over om te sparen voor later. O Anders kom ik rood te staan en dat willen jullie toch ook niet! O Ik wil sparen om later ............ [iets wat je ouders willen dat je wordt].... te worden. O Zo kan ik nooit sparen voor mijn uitzet en blijf ik tot mijn 30e thuis wonen. O Dan moet ik ....[iets wat je ouders erg belangrijk vinden]....opzeggen. O Door de tweede fase/basisvorming/nieuwe school/andere docenten (*), moet ik voor school zoveel dingen kopen. O Een biertje kost tegenwoordig wel € 2,- da’s wel even wat anders dan vroeger. O Door de euro is alles veel duurder geworden. O Als ik nu meer zakgeld krijg, scheelt dat later in successierechten. O Anders moet ik mijn aandelen verkopen. O Anders moet ik later zo’n hoge hypotheek nemen. O Ik moest van jullie aandelen kopen, dan moeten jullie daar ook maar voor opdraaien. O De kleren waar ik nu in loop kunnen echt niet meer. O Met dit kleedgeldbedrag kan ik geen "nette kleren" kopen. O Ik heb geen geld om ondergoed te kopen. O O O O Ik doe er tenminste nuttige dingen van! Ik heb zo’n honger. Dan zal ik tot mijn 18e/21e(*) niet (meer) roken. Als ik meer zakgeld krijg, ruim ik voortaan zelf mijn kamer op. (*) doorhalen wat niet van toepassing is Hoe heb jij je ouders kunnen overtuigen? Help anderen en mail ons! Oppastarieven NIBUD De combinatie gezin en werk is voor ouders alleen goed vol te houden met goede kinderopvang. Kinderopvang is een grote uitgavenpost voor werkende ouders. Wat kost een oppas? Het tarief dat u afspreekt met de oppas, hangt af van het aantal kinderen waarvoor u opvang nodig heeft. Voor één kind is € 3,30 per uur een redelijk basisbedrag. Voor twee kinderen kunt u uitgaan van € 4,50 per uur en voor drie kinderen van € 5,60 per uur. Deze bedragen gelden voor een oppas bij u thuis. Vraagt uw kind veel aandacht, dan kunnen deze bedragen aan de lage kant zijn. De bedragen gelden voor een oppas die bij u thuis komt. Gaat uw kind naar de oppas toe, dan is een bedrag vanaf € 2,80 per uur redelijk. Voor twee of drie kinderen kunt u uitgaan van bovengenoemde bedragen. Kinderen eten meestal mee bij de gastouder. U vindt hier richtbedragen voor de kosten van voeding. Gaat uw kind overdag naar school, dan betaalt u meestal alleen de uren dat uw kind bij de oppas is. Is de oppas onder schooltijd bereikbaar voor uw kind, dan is het redelijk dat u daar iets voor betaalt. De oppas is dan immers toch gebonden. Als uw oppas ook huishoudelijk werk voor u doet, gelden er andere tarieven. Een hulp in de huishouding kost u zo'n € 6,- tot € 9,- per uur. Voor de uren dat uw oppas huishoudelijk werk doet, kunt u uitgaan van dit bedrag. Kinderdagverblijven Voor plaatsing in kinderdagverblijven bestaan meestal lange wachttijden. De bijdrage is afhankelijk van het netto gezinsinkomen. Als beide partners werken, worden de inkomens bij elkaar opgeteld. Het ministerie van SZW stelt adviestarieven op voor de eigen bijdrage in de kinderopvang. Zie hiervoor de website van het ministerie van SZW onder het kopje Werk en Privé. Soms komen bedrijven hun werknemers tegemoet; zij 'kopen' kindplaatsen in een kinderdagverblijf of richten zelf een bedrijfscreche op. De bijdrage voor bedrijfsopvang is per CAO geregeld. De eigen bijdrage voor kinderopvang en met name die van de werkgever kunnen gevolgen hebben voor de belasting. Raadpleeg voor meer informatie de folder 'buitengewone lasten' van de Belastingdienst. Deze is ook verkrijgbaar bij de Belastingtelefoon: 0800 0543. Een oppas 's avonds, babysitten Een oppas die 's avonds aanwezig is, kunt u een vast bedrag per avond geven of een uurbedrag van € 1,90 tot € 2,80. Blijft de oppas slapen, dan kunt u het beste een totaalbedrag voor de nacht afspreken, bijvoorbeeld € 5,60. Informatie over de kosten van kinderopvang staat in de GeldWijzer Kinderen tot 12 jaar. JOHN WESLEY OVER GELD Wist u dat John Wesley een vermogend man was? De bekende opwekkingsprediker van het 18eeuwse Engeland had een jaarinkomen van 1400 pond, in een tijd waarin men comfortabel kon leven van slechts 30 pond? Vooral zijn boeken leverden hem een ruim inkomen op. Wesley had echter geleerd rond te komen van 28 pond per jaar en besloot niet meer voor zichzelf uit te geven toen zijn inkomen steeg. Zo was hij in staat 1360 pond weg te geven. Wesley ging heel bewust om met zijn geld, zoals blijkt uit de volgende principes. Wesley’s financiële richtlijnen: 1. Verdien zoveel je kunt! Geld op zich is niet slecht en kan goed gebruikt worden. Probeer er dus zoveel mogelijk van te krijgen. Wel weigerde Wesley te investeren in kwalijke zaken of zaken die het milieu of arbeidersbelangen schaadden. 2. Bespaar zoveel je kunt! Wesley waarschuwde om niet teveel uit te geven aan kleding, dure maaltijden etc. Wie zich beperkt tot noodzakelijke uitgaven kan veel besparen. Bovendien leert de praktijk dat het aanschaffen van vele dingen alleen maar leidt tot verlangen naar nog meer, aldus Wesley. 3. Geef zoveel je kunt! Hij meende dat een christen in ieder geval tien procent van zijn inkomen behoorde weg te geven. Vooral echter moet beseft worden dat alles wat men heeft eigendom is van God. Dit betekent dat de volle 100 % naar Zijn wil gebruikt dient te worden. Wesley’s bijbelse onderbouwing Volgens Wesley geeft de Bijbel duidelijke principes voor de manier waarop we met geld dienen om te gaan. a. Zorg dat het eigen gezin heeft wat het nodig heeft (zie 1Tim.5:8) b. “Als wij onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn” zo staat het letterlijk in 1Tim.6:8. Wie dit alles heeft kan zich volgens Wesley “rijk” noemen. c. “Hebt het goede voor met alle mensen” (Rom.12:17) en wees “niemand iets schuldig” (Rom.13:8). Wesley voegt daaraan toe dat zakenmensen over voldoende middelen zullen moeten beschikken om het voortbestaan van hun bedrijf mogelijk te maken. d. “Laten wij doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten” (Gal.6:10). Wie zorgt draagt voor zijn gezin, zijn schuldenaren betaald heeft en, indien van toepassing, zijn bedrijf gezond houdt, dient wat resteert in te zetten voor het welzijn van anderen. Praktisch advies voor probleemsituaties Beseffend dat er situaties zijn die aanleiding geven tot verwarring, suggereerde hij vier toetsingsvragen te stellen: 1. Wanneer ik dit bedrag uitgeef, handel ik dan als bezitter, of als rentmeester van mijn Heer? 2. Welk bijbels principe verlangt van mij dit geld op deze manier te gebruiken? 3. Kan ik afzien van deze aanschaf als een offer aan God? 4. Mag ik verwachten dat God mij zal belonen voor deze uitgave bij de opstanding? (Naar een artikel van C.E.White in Leadership magazine, winter 1987; bewerkt in Mission Frontiers Bulletin sept-okt. 1994)