Nefrostomiekatheter Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een nefrostomiekatheter in te brengen. In deze folder vindt u meer informatie over de werking van een nefrostomiekatheter. Waarom een nefrostomiekatheter Het doel van deze katheter is om de urineafvloed uit de nier te waarborgen. Het inbrengen van een nefrostomiekatheter is dus alleen noodzakelijk als tussen de nier en de blaas de afvloed van urine verhinderd wordt. We spreken dan van obstructie. Nieren Een van de meest voorkomende oorzaken van obstructie is een steen die in de urineleider geklemd zit. Wanneer de urine dan niet kan passeren, ontstaat er stuwing. De urineleider en/of de nier zet uit door de aanwezige urine. Indien deze urine geïnfecteerd raakt, ontstaat een bedreigende situatie en is zelfs sprake van een spoedindicatie tot inbrengen van de nefrostomiekatheter. Deze dient dan om de gestuwde, ontstoken nier te ontlasten. Wanneer de infectie tot rust komt kan in tweede instantie de steen verwijderd worden. Urineleider s Blaas Ligging van de nieren, urineleiders en de blaas Niersteen Urineleider Pagina 1 van 3 Soms wordt een nefrostomiekatheter ingebracht ter voorbereiding op een operatieve ingreep aan de nier (steen verwijdering, vernauwing van de overgang nier naar urineleider). Meestal wordt direct voorafgaand aan de operatie (tijdens de ingreep) deze toegangsweg tot de nier gemaakt. Ook kan het noodzakelijk zijn de nier te ontlasten indien de urineleiders van buitenaf dichtgedrukt worden, bijvoorbeeld door een gezwel in de onderbuik. Alternatieve behandeling In plaats van een nefrostomiekatheter kan een inwendige katheter geplaatst worden. Deze wordt via de plasbuis geplaatst, waarbij één uiteinde in de nier en het andere einde in de blaas ligt. Deze methode is echter niet altijd geschikt. Voorbereiding Om infecties te voorkomen kan antibiotica toegediend worden. Indien de ingreep niet met spoed gebeurt, zullen eventueel bloedverdunnende medicijnen (Sintrom, Marcoumar, acetosal) in overleg met uw arts tevoren gestopt worden. Het is niet nodig nuchter te zijn voor de ingreep, tenzij deze onder narcose wordt verricht. De ingreep De ingreep geschiedt zo mogelijk onder plaatselijke verdoving. U ligt daarbij op uw buik eventueel ondersteund door een kussen. Na desinfectie van de rughuid (meestal jodium) worden de huid en diepere lagen verdoofd met een injectie. Met behulp van een echografieapparaat wordt de nier in beeld gebracht en met een dunne naald wordt de nier aangeprikt. Het aanprikken van de nier kan even pijnlijk zijn. Vervolgens wordt de naald vervangen door een katheter van buigzaam materiaal. Deze katheter blijft goed in de nier liggen omdat er aan het uiteinde een krul of ballon zit. Ook wordt de katheter vaak nog vastgehecht aan de huid. De hechting wordt na een week weer verwijderd. Door de katheter kan de urine naar buiten toe aflopen in een katheterzak. De katheter wordt afgedekt met een steriel gaas en gefixeerd met pleisters. Complicaties Bij uitzondering kan het verzamelsysteem van de nier ten gevolge van de punctie lekkage vertonen en kan vervolgens urine buiten de nier komen. Afhankelijk van de hoeveelheid lekkage moet deze urine dan op een later moment via een nieuwe punctie gedraineerd worden. Bij alle ingrepen aan de nier kan het tot een bloeding komen. In het algemeen stopt deze vanzelf; zeer zelden moet er ingegrepen worden om deze tot staan te brengen. Ook is mogelijk dat bij het inbrengen van de katheter deze door een darmlis gaat, met name de dikke darm kan geraakt worden. Deze complicatie vereist soms een operatieve correctie. Ook deze complicatie is zeldzaam. Nader onderzoek naar bovengemelde complicaties wordt verricht indien zich klachten voordoen, zoals bovenmatige pijn, koorts enzovoorts. Ondanks goede bevestiging kan de nefrostomiekatheter uit de nier geraken en uitvallen. De procedure dient dan herhaald te worden. Soms is een kanaal ontstaan tussen nier en huid en kan de katheter direct weer ingebracht worden. Daarom is het van belang na uitvallen van de nefrostomiekatheter direct uw behandelend arts te waarschuwen. Pagina 2 van 3 Omgaan met de katheter Geregeld (wekelijks) dient de insteekopening van de katheter afgedekt te worden met een steriel gaas (splitgaas). Aan de katheter wordt een urineopvangzakje verbonden dat eventueel op het bovenbeen gefixeerd kan worden met behulp van een bandsysteem. Douchen met de katheter is geen bezwaar. Rondom elke katheter kan reactieweefsel ontstaan. Overmatige reactie kan aangestipt worden met zilvernitraat (helse steen). Wekelijkse controle U komt wekelijks, op afspraak, op de polikliniek van de urologen. De katheter wordt dan gespoeld. Ook vindt er dan een controle plaats. Verwisselen van de katheter Indien een katheter permanent in het lichaam blijft wordt deze regelmatig (om de 3 maanden) verwisseld voor een andere (eventueel dikkere) katheter. Door het reeds aanwezige kanaal kunnen deze verwisselingen eenvoudig plaatsvinden. Tot slot Deze brochure bevat een algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen tot wijzigingen aanleiding geven. Dit zal altijd door uw uroloog aan u kenbaar gemaakt worden. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen de polikliniek van de urologen. Evaluatie voorlichting Bent u van mening dat in deze folder bepaalde informatie ontbreekt, onduidelijk of onjuist is, dan horen wij dit graag. U kunt dit aangeven bij het Patiëntenvoorlichtingsbureau. Telefoonnummers en adressen Polikliniek Urologen Locatie Deurne T: 0493 – 32 89 10 Locatie Helmond T: 0492 – 59 59 50 Patiëntenvoorlichting T: 0492 – 59 51 02 E: [email protected] Elkerliek ziekenhuis www.elkerliek.nl [email protected] Locatie Helmond Wesselmanlaan 25 5707 HA Helmond Locatie Deurne Dunantweg 16 5751 CB Deurne Locatie Gemert Julianastraat 2 5421 DB Gemert model 40999 ag 0911 Pagina 3 van 3