De liefde gaat door de maag Hst. 1 Tractus Digestivus • • • • • • • • • • • • • Mondholte (cavum oris) Keelholte (pharynx) slokdarm (oesofagus) maag (gaster) twaalfvingerige darm (duodenum) lever (hepar) galblaas (vesica fellea) alvleesklier (pancreas) dunne darm middendeel (jejunum) dunne darm einddeel (ileum) blinde darm (caecum) dikke darm (colon) endeldarm (rectum) Hongergevoel ontstaat doordat een te laag glucose gehalte in het bloed wordt gemeten (bloedsuikerspiegel) Dorstgevoel ontstaat bij het te droog worden van de mond / stroperig worden van het bloed. Mondholte Bovenzijde mondholte wordt gevormd door harde en zachte gehemelte. De tong bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel, tongbeentjes zijn verbonden met strottenhoofd. Voedsel wordt mechanisch, d.m.v. kauwen afgebroken. En chemisch, d.m.v. speeksel en later in de maag met maagzuur. Gebit hond en kat Gebit konijn Melkgebit hond 3i, 1c, 3p 3i, 1c, 3p Blijvend gebit hond 3I, 1C, 4P, 2M 3I, 1C, 4P, 3M I dentes incisiva (snijtanden) C dentes canini (hoektanden) P dentes premolaren (knip- en scheurkiezen) M dentes molaren (knobbelkiezen) Gebitsvormen • Tang • Onderbijtend • Bovenbijtend • Scharend (gezond) Melkgebit kat 3i, 1c, 3p 3i, 1c, 2p Blijvend gebit kat 3I, 1C, 3P, 1M 3I, 1C, 2P, 1M De tand is van (buiten naar binnen) opgebouwd uit de volgende lagen: Glazuurlaag Tandbeen Pulpaholte Een kat heeft drie paar grote speekselklieren: - Onder de oren (glandula parotis) - Tegen de binnenrand onderkaak (glandula mandibularis) - Onder de tong (glandula sublingualis) De hond heeft nog een extra paar speekselklieren onder het jukbeen (glandula zygomaticus) Speekselklieren hond en mens Functie speeksel • Het smeert de keel, • het breekt zetmeel af (amylase) • Bevat eiwitten die zijn betrokken bij de bescherming van tanden, kiezen en zachte weefsels in de mond (anti-microbieel) Dieren kunnen smaak waarnemen met de kleine platte papillen, deze bezitten zintuigcellen die de smaak van voedsel en vloeistoffen waarnemen. Microscopisch kleine speekselklieren spoelen de papillen schoon. De lange dunnen papillen vergemakkelijken het werk van de tong en verplaatsen het voedsel naar achterin de keel. Honden lepelen met zijn tong water naar zijn keelholte. https://www.youtube.com/watch?v=AS6LBy9QkhI Katten dopen hun tong in het water dat tussen de papillen blijft hangen en slikken zo kleine beetjes vocht af. Doordat een hond grote stukken voedsel afscheurt en in zijn geheel afslikt is de kans op het inslikken van een scherp voorwerp groter. Katten daarentegen kauwen veel uitgebreider op hun voedsel. De slijmvliezen bestaan uit een basaal membraan en meerdere lagen epitheelcellen die niet verhoornen (i.t.t. de opperhuid). Slikreflex 1. Voedsel wordt tegen het zachte gehemelte gedrukt en activeert de reflex en sluit neusholte af. 2. Strottenklepje wordt hoger en naar voren getrokken. 3. Tong en spieren achterin mondholte spannen samen en trekken voedsel keelholte in. Animatie slikbeweging • https://www.youtube.com/watch?v=YU7JB 3zog5s Peristaltische bewegingen darmen Kring en lengte spieren wisselen elkaar af bij het verplaatsen van voedsel naar de maag. Opbouw darm In de slokdarm is het slijmvlies niet geplooid en worden er geen verteringssappen geproduceerd. De darmen zijn aan de buitenzijde afgesloten met een sereus vlies dat met mesenterium in de buikholte is opgehangen Opbouw darm In de slokdarm is het slijmvlies niet geplooid en er worden geen verteringssappen geproduceerd. Wel bestaat zowel (slok)darm uit een binnenste kringspierlaag en een buitenste lengte spierlaag. Maag Zoutzuur en pepsine (pH2) breken eiwitten af en doden pathogenen. Slijmproducerende cellen maken voortdurend slijm aan om de maag te beschermen tegen zoutzuur en pepsine. Animatie spijsvertering • https://www.youtube.com/watch?v=ecUq2T D0blE Een ingeklemde hernia mesenterialis: Stukken dunne darm die ingeklemd komen te zitten in het mesenterium (openingen in de ophangbanden van de buikorganen). Gevolg ernstige krampen en zelfs de dood. Braakreflex 1. Prikkeling van zintuigcellen in maag, slokdarm en keelholte activeert braakreflex. 2. Pylorus wordt afgesloten en maag trekt samen in omgekeerde richting. 3. Cardia ontspant, strottenhoofd opgetild en braaksel bereikt mondholte. Maag (gaster) • • • • • • Ligging Ingang: cardia Uitgang: pylorus Relatief groot Onstabiele ophanging Productie verteringssappen: zoutzuur /pepsine • Wat doet de maag met vloeistoffen? Darmen • Lengte afhankelijk van voedsel en grootte van het dier • Darmscheil (mesenterium) • 4 lagen: – Slijmvlies, – Kringspieren – Lengte spieren – Serosa • Taai slijm • Peristaltiek • Darmflora / Eubacteriose Buikholte en maag In welke onderdelen is de darm opgebouwd? Dunne darm (intestinum tunue) -twaalfvingerige darm (duodenum) -nuchtere darm (jejunum) -kronkel darm (ileum) Dikke darm (intestinum crassum) -blinde darm (caecum) -kartel darm (colon) -endel darm (rectum) Dunne darm: Wat zijn de taken van de dunne darm? Het verder verkleinen van voedsel en het opnemen van voedingsstoffen door oppervlakkige vergroting (overdwarse plooien en darmvlokken) Peptidase en trypsine breekt eiwitten af Karbohydrasen breekt koolhydraten af Lipasen breekt vetten af Nucleasen breekt kernzuren af Duodenum (twaalfvingerige darm) Vaterse papil vlak achter de pylorus licht een klein heuveltje waar de afvoerbuisjes van de lever en alvleesklier uitmonden. Dikke darm: 1. Caecum (blinde darm) 2. Colon (kartel darm) – Terug-opname water (=indikking) – Toevoegen slijm (=glijmiddel) – Huisvesten darmflora (vitaminen B/K) 3. Rectum (endeldarm) – Verzamelen ontlasting (faeces) – Peristaltiek Dikke darm Beschrijf hoe de karteldarm (colon) in de buikholte loopt. 1.colon ascendens of opstijgend deel 2.colon transversum of dwarslopend deel 3.colon descendens of dalend deel 4.colon sigmoideum of S-vormig deel Ligging bij de mens