PDF14/01/2014_GREXgedelegeerdehandelingen.

advertisement
VERSLAG: 4
14/01/2014
Expertengroep Gedelegeerde Handelingen
Datum:
Onderwerp:
Verslaggever:
Entiteit:
Afdeling:
Aanwezigen:
Karel Verhaeghe
Departement Landbouw en Visserij
Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid
Karel Verhaeghe
1. Stand van zaken dringende gedelegeerde handelingen De Commissie gaf nog wat verdere toelichting bij het ingangsprijssysteem zoals besproken in een gedelegeerde handeling in 2013, na vragen van enkele lidstaten. De besluitvorming rond dit systeem zit echter al in een volgend stadium en wordt dus niet langer in de expertengroep behandeld. ‐
Update Schoolfruitschema (SFS): Er werden geen grote veranderingen aangebracht aan de gedelegeerde handeling (m.b.t. begeleidende maatregelen) tijdens het interservice‐overleg van de Commissie. Enkel het volgende werd aangepast a) Vormwijziging: er wordt nu verwezen naar de nieuwe integrale Gemeenschappelijke MarktOrdening (iGMO), namelijk Verordening (EU) nr. 1308/2013. b) Er werd ook toegevoegd dat een van de doelstellingen van het SFS is om bij te dragen tot gezonde voedingsmethodes, dit om duidelijk te maken dat het SFS niet meer dan een bijdrage hiertoe kan zijn. c) Volgende week kan de aangenomen versie al doorgezonden worden in de verschillende talen. Specifiek werd de vraag gesteld of fruit voor leerkrachten ook als Begeleidende Maatregel in aanmerking kan komen. Volgens de Commissie lijkt artikel 1 van de gedelegeerde handeling dit inderdaad toe te laten, maar ze vraagt uitsluitsel bij haar juridische dienst. ‐
Olijfolie en tafelolijven ‐ Steunmaatregelen a) Het interservice overleg werd op 8.01 afgerond. b) De Commissie heeft opmerkingen ontvangen van DG Milieu (DG ENVI) en van de juridische dienst: www.vlaanderen.be/landbouw
1
VERSLAG: 4
‐
DG ENVI vroeg om 2 correcties: ook steun mogelijk maken voor oude of uitgestorven soorten + bodembescherming ook als steunmaatregel opnemen c) De gewijzigde versie werd op CIRCA gezet, en de vertaling is onderweg. 2. Gedachtenuitwisseling bij een draft gedegelegeerde handeling ter verveanging van bepaalde artikelen van Verordening (EU) nr. 543/2011. De Commissie benadrukte dat de huidige versie echt een eerste kladversie is, maar dat ze de lidstaten toch al wou betrekken. Gezien het document pas laat verspreid werd, zullen meer gedetailleerde discussies in de toekomst gevoerd worden. Dit document bevat ook niet alle artikelen die uiteindelijk in een gedelegeerde handeling dienen opgenomen te worden. De Commissie geeft aan te werken met ‘bouwstenen’: groepen van artikels die samen behandeld worden. Men twijfelt er nog aan of alles uiteindelijk in 1 document zal terechtkomen, dan wel meerdere documenten. Het doel van de aanpassingen moet voornamelijk zijn duidelijkheid in de wetgeving te creëren en de complexiteit en het aantal potentiële fouten terug te dringen. De Commissie besprak kort en bondig enkele wijzigingen die werden doorgevoerd. De lidstaten gaven al enkele eerste algemene opmerkingen en gingen ook al dieper in op bepaalde wijzigingen. De Commissie heeft tijdens deze vergadering echter nog niet geantwoord op de concrete inhoudelijke vragen van de lidstaten. ‐
Art 19: De rechtsgrondslag werd geactualiseerd, net als in de andere artikelen. Er wordt in deze versie melding gemaakt van “acties of investeringen”. De vraag werd gesteld of ook milieu‐acties investeringen mogen bevatten. De nieuwe bepaling rond de residuele waarde van investering lijkt tegenstrijdig aan Art. 40 (of 60) waarin investeringen ook vervroegd stopgezet en verkocht kunnen worden, bijvoorbeeld bij uittreding lid. ‐
Art 21 en 24a: Er wordt melding gemaakt van een Europees minimum aantal leden voor PO’s en minimum omvang van de Waarde Afgezette Productie (WAP). www.vlaanderen.be/landbouw
2
VERSLAG: 4
Verschillende lidstaten konden zich hier niet in vinden. Velen vinden het beter deze keuze aan de lidstaten over te laten, daarmee rekening houdend met het subsidiariteitsprincipe. Ze vroegen zich ook af hoe hoog of hoe laag de Commissie deze minima wenst in te stellen en wat er dient te gebeuren wanneer de nationale grenzen lager liggen. Het onderscheid op basis van datum van toetreding leek voor verschillende lidstaten ook discriminerend. Het voorstel werd gelanceerd om de onderverdeling eerder te maken op basis van de huidige organisatiegraad in de lidstaten. ‐
Art 26a Enkele lidstaten gaven aan dat ze het onnodig vinden een bovengrens te stellen bij de hoeveelheid productie die via thuisverkoop mag verkocht worden. Deze lidstaten vonden de voorgestelde 20% ook sowieso te laag. De voorgestelde grens van 50% als maximum voor wat begrepen kan worden onder ‘marginale productie’ leek voor veel lidstaten veel te hoog te zijn. ‐
Art 40 (in de oude versie Art 60): Het woordje “not” werd geschrapt omdat de Commissie liever zou werken met een positieve lijst van toegestane acties en maatregelen i.p.v. een negatieve. Verschillende lidstaten betwijfelen of deze verandering wel ene positieve stap is. Hoe concreet en specifiek wordt deze nieuwe lijst? Zal dit de lidstaten en de PO’s niet te veel belemmeren in hun innovativiteit en creativiteit? ‐
Art 50: De concrete benadering van de WAP voor Associaties van Producentenorganisaties (APO’s) dient enkel om dubbeltelling te voorkomen. Ook lid 2 werd aangepast aan APO’s, eveneens om dubbeltelling te voorkomen. In lid 7 wordt het intern transport waarvan de kosten mogen ingebracht worden in de berekening van de WAP beperkt tot max. 300 km. Verschillende lidstaten opperden dat de maximumafstand discriminerend is. Voor kleine landen is dit voldoende om het ganse land te doorkruisen, terwijl voor grote of ‘langwerpige’ landen dit ruim onvoldoende is. www.vlaanderen.be/landbouw
3
VERSLAG: 4
‐
Art 53: Enkele lidstaten wierpen op dat de verwoording lijkt te suggereren dat een PO geen eigen middelen mag hebben en dat het actiefonds enkel gespekt kan worden met bijdrages van de producenten, terwijl dit niet de bedoeling kan zijn. ‐
Algemene opmerkingen: Er werd op gewezen dat de gedelegeerde handeling in overeenstemming moet zijn met de basisverordening. Sommige dingen lijken wat scheef te zitten en moeten misschien eerder opgenomen worden in een geïmplementeerde handeling, zoals bijvoorbeeld algemene definities. Er werd ook gevraagd om de discussie tijdens de volgende vergaderingen per artikel te organiseren, om er zodoende wat structuur in te krijgen en er echt een discussie van te maken. Komende dagen en weken mogen de lidstaten hun commentaar doorsturen aan de Commissie. Deze commentaren worden in de volgende versie van het document meegenomen en in de discussie tijdens de volgende vergadering. Volgende vergadering expertengroep gedelegeerde handelingen: 18.02 www.vlaanderen.be/landbouw
4
Download