Ruwheid en functie Struik, K.G. Gepubliceerd: 01/01/1992 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the author's version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication Citation for published version (APA): Struik, K. G. (1992). Ruwheid en functie: (on)mogelijkheden van de ruwheidsmeting. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPA1299). Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 18. Jul. 2017 Ruwheid en Functie (on)mogelijkheden van de ruwheidsmeting Rapport WPA 1299 Ing K.G.Struik Technische Universiteit Eindhoven 2-april 1992 Ruwheid en functie (onlmogelijkheden van ruwheidsmeting lng K.G.Struik - - - - - - - - - - - - - 1 1 \ e m a d a g Geometrische meeuechniek·-------- 1 ...... Ruwbeid en Functie ((On)mogelijkheden van ruwheidsmeting) 1 Inleiding De functie van een oppervlak wordt oa. bepaald door chemische eigenschappen (denk aan reacties die tussen verschillende materialen kunnen optreden), physische eigenschappen (hardheid, elasticiteit) en geometrische eigenschappen. De functie van een oppervlak wordt vaak in grote mate door de ruwheid bepaald. Denk hierbij aan visuele eigenschappen of, beïnvloeding van de functie door slijtage van bv een video video kop of autozuiger. Ten aanzien van de functie wordt een ~ gesteld, de vraag is dan hoe realiseer je deze in de fabricage en tenslotte hoe controleer je ze. In deze bijdrage wordt alleen ingegaan op de geometrische afwijkingen, in het bijzonder ruwheid. Om een indruk te krijgen van de verschillende eisen ten aanzien van de functie voor de diverse toepassingen, wordt er hier in het navolgende kort op ingegaan. De vraag ten aanzien van de fabricage van deze eis wordt hier niet besproken, maar wel zal uitgebreid worden ingegaan op de problemen en moeilijkheden die optreden bij meting van deze eisen. Ook zal een kort overzicht worden gegeven van de mogelijkheden van drie-dimensionale ruwheidsmeting. Tenslotte zal een meting beschreven worden voor het meten van mechanisch niet bereikbare oppervlakken. 2 Eis ten aanzien van de functie Al in 1977 is door het VDI een richtlijn opgesteld naar de invloed van de ruwheid bij materiaal verwijderende processen ten aanzien van oa.: Pasbaarbeid van pasvlakken Stromingsvlakken Gesmeerde glijvlakken Vlakken die zwaar worden belast Ten aanzien van de geometrische eisen onderscheiden we aan een produkt oa. de: Maat Vorm Verhouding van de afstand van de· vormafwijkingen tot de hoogte, : meestal Golving > 1000:1 zie figuur 1 Regelmatige of onregelmatige afwijkingen waarvan de golflengte Aw veel groter is dan golfhoogte Wt. De verhouding bedraagt hier il 1000:1 tot 100:1. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.O.Struik - - - - - - - - - - - - · 1 1 1 e m a d a g Geometrische meettechniek------- 2 Ruwheid Regelmatige of onregelmatige afwijkingen waarvan de golflengte Ar een relatief gering aanatal maal de de hoogte Rz bedraagt. De verhouding bedraagt hier;; 100:1 tot 5:1. Deze afwijkingen ontstaan door de afdruk van het vormgevend middel. Microstruktuur Afwijkingen in de orde van atoom afstanden. In deze VDI richtlijn worden alleen parameters gegeven en wel van de vertikale verdeling van de afwijkingen. In het verleden was het slechts mogelijk om met analoge technieken ruwheidsparameters te bepalen. Parameters die betrekking hebben op de openheid van het profiel zoals hellingen en hybride parameters (een combinatie van horizontale en vertikale parameters) zijn slechts met digitale rekentechnieken te bepalen. De invloed van het oppervlak op de functie is velerlei zodat daarvoor nog geen kwantitatieve richtlijnen worden gegeven. Dus wordt alleen een kwalitatieve beschrijving als hulp voor nauwkeurigere of verdere studie gegeven. In die gevallen waar geen bijzondere eisen gelden voor de ruwheid worden alleen waarden voor Rz gegeven. Maar voor bijzondere eisen zoals voor hoge belasting, gelijkmatige of zeer lage wrijving, hoge levensduur of geruis arm is het vaak niet voldoende om alleen Rz waarden aan te geven maar is het ook noodzakelijk om andere ruwheidswaarden te gebruiken. Pasvlakken Mbv het principe van Taylor wordt bereikt dat maat en vorm steeds zodanig zijn begrensd dat paring mogelijk is. De ruwheid mag niet zodanig zijn dat hij de tolerantie kwaliteit beinvloed, maar om ekonomische reden mag hieraan geen overdreven hoge eis gesteld worden. In de industrie wordt over het algemeen de halve maattolerantie aangehouden. Aanbeveling Rz = 1/2 T volgens VDI-3219. Stromingsylakken De stroming aan de wand is laminair. Indien Rz < dikte van de laminaire stroming, dan treden geen wrijvingsverliezen op, de wand is dan hydraulisch glad. Gesmeerde ~liiylakken Vorm afwijkingen en ruwheid zijn de oorzaak voor een verslechteren, van de smeerfilm. Slijtage of het gevaar van invreten begint al als de smeerfilmhoogte ho kleiner wordt dan de som van Rz en de golfhoogte Wt Dynamisch belaste vlakken Breuk onstaat altijd hij een kras, dus moeten krassen die wezenlijk dieper zijn dan de omgeving worden vermeden, Rrnax/R.z < 1,3 Er wordt zoals u ziet alleen iets gezegd over de parameter Rz. Zie figuur 2. In Nederland wordt enkel van de parameter Ra gebruik gemaakt om de functie van een oppervlak te waarborgen. Zie figuur 3. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.G.Struik - - - - - - - - - - - - · 1 1 1 e m a d a g Geometrische meettechniek------- 3 Het zal duidelijk zijn dat de belangrijkste eis van de ontwerper is, dat de ruwheidsparameter van het oppervlak een relatie heeft met de verlangde functie. Het ideaal van de oppervlakte ruwheidsmeting is om direkt die grootheid te meten, of in combinatie met de grootheid van het bijbehorende oppervlak of tussen stof, die direkt de geschiktheid van een oppervlak voor een bepaald doel aangeeft. Helaas definieren en meten we oppervlakte ruwheid in het algemeen puur geometrisch. ledere poging om een oppervlakte structuur functioneel te meten leidt tot evenveel definities als er functies zijn. Dit is wellicht de verklaring voor het grote aantal ruwheidsparameters dat voorhanden is. Van veel oppervlakken kan de functie alleen gewaarborgd worden als gebruik gemaakt wordt van twee of meer parameters. Dat andere parameters in veel gevallen, het functionele gedrag van het oppervlak beschrijven blijkt uit een onderzoek ten aan zien van het omvormen en dieptrekken van plaatmateriaaL Wrijving en smering spelen hierbij een grote betekenis, doordat zij de mogelijkheden vaan de vervorming mede bepalen. De oppervlakte van plaat voor dieptrek toepassing heeft in wezen twee functies, ten eerste dient ze als smeerstof reservoir, dat bij het dieptrekken de nodige smeerstof in het omvormgebied transporteert. Aan de andere kant moet zij de mogelijkheid hebben, de smeerstof tijdens het omvormen vast te houden om de opbouw van hydrodynamische drukgebieden te vergemakkelijken. Door een juiste oppervlakte structuur aan te brengen is het mogelijk de wrijvingscoefficient tot ongeveer 0,02 te verlagen. Ruwheidsparameters die dit functionele gedrag van deze oppervlakken goed beschrijven zijn de van de Abbot-kromme afgeleide parameters Rk, Rpk en Rvk [Beschreven· in DIN 4776]. Zoals hierboven al is aangegeven zullen meestal meerdere parameters noodzakelijk zijn, zeker parameters die iets zeggen over de openheid van het profiel, om de functie van een oppervlak door geometrische metingen te waarborgen. Er is al zeer veel gepubliceerd over ruwheid en functie, dus er is ook veel kennis aanwezig. Om deze kennis toegankelijk te maken worden kennis systemen opgezet, die het mogelijk maken om snel de juiste parameters te bepalen die nodig zijn om de functie te waarborgen. (University of North Carolina at Charlotte). Enkele voorbeelden van de uitvoer en mogelijkheden van zo'n kennis systeem wordèn in figuur 4 en 5 gegeven. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.G.Struik - - - - - - - - - - - - T h e m a d a g Geometrische meettechniek:- - _ ; . . . - - - - 4 Hoe worden de verschillende ruwheidsparameters bepaald, hoe zinvol is dit en wat zijn de problemen die hierbij optreden? Deze en andere problemen worden hierna behandeld. 3 Meten yan de ruwheid Om een ruwheicts parameter te bepalen wordt eerst de oppervlakte structuur gemeten. Dit kan al op zeer veel manieren, denk hierbij aan de mogelijke taster principes zoals mechanisch, optische-interferentie of volgens de scanning probes principes. Hierbij is het mogelijk om verschillende referentie systemen te hanteren, zoals, absolute referentie en glijschoen bij de mechanische taster metingen. Zie figuur 6. De invloed van het meetinstrument op de metingen is hierbij erg groot, dit blijkt uit de transfer functie van een meetinstrument. Dit is de functie die aangeeft hoe de verschillende golflengten waaruit een ruwheidsprofiel is opgebouwd (figuur 7) door het instrument worden weergegeven. De ideale transfer functie, dit is de mogelijkheid om alle frequenties met willekeurige amplitude te meten, bestaat niet. Het meten van de hoge frequenties wordt beperkt door de vorm en de afmetingen van de sensor, terwijl het meten van de lage frequenties afhangt van de meetlengte. Figuur 8 geeft een beeld van de taster radius tesamen met een deel van het oppervlak. Duidelijk is hierin te zien dat de radius van de taster (r1= JJffi) invloed op de meting zal hebben. Figuur 9 geeft een beeld van het oppervlak zoals dit door een SEM(Scanning Elctron Microscope) wordt weergegeven, hierin is tevens de afmeting van de electronen straal in de juiste verhouding weergegeven. De afmeting van de electronen straal bedraagt ongeveer 5 run. De aftastweg is bij ruwheidsmering voldoende en bedraagt meestal vele tientallen milimeters. Bij een gegeven kromtestraal r1 van de mechanische opnemer is een bepaalde golflengte amplitude combinatie nog te meten. De minima}~ golflengte van een sinus met een amplitude A die met een taster met radius r 1 nog te meten is, wordt bepaald door de minimale kromtestraal van deze sinus. 3 Deze is te berekenen volgens R= (1 +y' 2) 2 y" • Deze minimale kromtestraal moet groter zijn dan de taster radius r1• Hiervan uitgaande kan men bewijzen dat voor een sinus · signaal moet gelden dat À.mJ1 = Ämn =14 J.lm en voor A= 0.1 2x.rA.-:r;. Voor r =5 ~Jm en A=1 J.lm volgt dat ~Jm 1 volgt Àmn =4,4 ~Jm. Kleinere golflengten zijn bij deze amplitude niet te meten. Figuur 10 geeft een indruk van de afwijkingen die kunnen ontstaan voor een taster met radius r1=5 IJm als functie van de golflengte. We zien Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmering Ing K .O.Struik - - - - - - - - - - - - - - T i l e m a d a g Geometrische meettechniek:------- 5 hierin dat voor À=5 tJm en A= 1 tJm slechts 35% van het signaal wordt gemeten. Ook onstaat een afwijking in de meting doordat de taster niet in een scherpe groef kan meten ten gevolge van de afrondingsstraal.De afwijking die hierbij optreed is te 1 berekenen volgens f=( sin a/ 2 - 1). 100%. Voor r1=5 J.lm en a=140o geeft dit een afwijking van 6,5%. Vooral bij het meten van oppervlakken van optische kwaliteit (de afwijkingen in de oppervlakte structuur zijn in de grootte orde van de lichtgolflengte), kunnen zeer grote verschillen optreden indien met diverse sensors het oppervlak wordt gemeten. Tussen optische aftasting (zie paragraaf 6) en mechanische aftasting hebben wij ooit verschillen gemeten in de Rt waaarde van meer dan honderd procent. Uit het bovenstaande blijkt overduidelijk dat het zeer belangrijk is dat de methode en de gebruikte afmetingen van de sensor van grote invloed zijn op het gemeten ruwheidssignaal. Figuren IJlten 13c. Een andere foutenbron die bij de meting op kan treden is de invloed van de altijd aanwezige trillingen op de meting. De stabiliteit van de meetopstelling in samenhang met de omvang van de meet opstelling is belangrijk, want dit bepaalt in grote mate de gevoeligheid voor deze trillingen. Zie figuur 11 tm 12. Uit een onderzoek binnen de EG blijkt dat bij de mechanische taster metingen van een optisch vlakdeRzwaarden variëren van 5-70 run. Het is dus noodzakelijk om bij ruwheidsmetingen van relatief gladde oppervlakken (Ra < 0,1 JJm) gebruik te maken van een trillingsgeisoleerde tafel. Na de meting zal in bijna alle gevallen de ruwheid van de vormafwijking, en vaak ook de golving moeten worden gescheiden. 4 Scheiden van ruwheid en golving De ruwheid is met behulp van een electrisch filter van de vorm- en golfafwijkingen te scheiden. Volgens de internationale en nationale normen moet dit mbv een dubbel RC-filter, ook de keuze van de basisgolflengte is in normen vastgelegd. De basis golflengte Àb (in het engels: cut-off golflengte Àco> is die golflengte welke door het filter voor 75% wordt doorgelaten. De aftastlengte moet zodanig zijn dat deze representatief is voor de bepaling van de oppervla.kte struktuur. De aftastlengte is meestal 6* Àb en de lengte waarover de ruwheidsparameters worden berekend is 5* Àb. Ook de keuze van Àb is in normen vastgelegd. Vaak wordt aangenomen dat het gemeten profiel dan een goede benadering is van het werkelijke profiel. Uit een internationale "round robin" test waarbij de statistische parameters van plaatmateriaal Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting lng K.O.Struik - - - - - - - - - - - - n l e m a d a g Geometrische meettechniek:- - - - - - - 6 worden gemeten blijkt dat bij èènzelfde meetlengte door de verschillende meetinstituten significante verschillen uit de meetresultaten werden berekend. Uit een ander internationale "round robin" test blijken deze verschillen niet op te treden als de basisgolflengte Äb en daarmee de meetlengte 3 keer zo lang werd genomen. Door filtering mbv een 2-RC filter ontstaat de zogenaamde profiel vervalsing zie figuur 13a. Het gefilterde weergegeven profiel stemt nu niet overeen met het werkelijke profiel op het oppervlak. Dit betekent ondenneer dat hellingen, krommingen en andere parameters die van dit gefilterde profiel worden afgeleid niet in het werkelijk bestaande profiel aanwezig zijn. Dit wordt veroorzaakt door het filter, door dit filter worden namelijk de verschillende frequenties die in het profiel aanwezig zijn in fase verschoven, waardoor deze profiel vervalsing optreedt. Door de numerieke verwerking van het gemeten profiel is het tegenwoordig mogelijk om ruwheid en golving mbv numerieke filters te scheiden, die geen profiel vervalsing geven. Opmerking. Bij gebruik van het 2-RC filter is de invloed van deze fase verschuiving op de ruwheidsparameters R3 , Rz, en Rrmx in het algemeen verwaarloosbaar klein, als de juiste basisgolflengte wordt gebruikt. Voor de meting en berekening van andere ruwheidsparameters en voor de meting van golvingen heeft de profiel verschuiving echter grote invloed. Ook de opgetekende profielen die zijn gefilterd wijken soms zeer veel af van het werkelijke profiel. Figuur 13a. Een nieuw filter dat in DIN 4777 is vastgelegd en hoogtwaarschijnlijk door ISO zal worden over genomen is het zogenaamde fase gecorrigeerde Gauss filter. Zie figuur 14. De gewichtsfunctie van dit filter voldoet aan de volgende vergelijking, 1 ) a.Xc .e s (x= met Äc a -1!( x )2 a.Xc = Cut-off lengte = .J ln2 1! : Dit is de vorm van de kromme van Gauss, vandaar de benaming. Deze gewichtsfunctie is zodanig gekozen dat berekende Ra waarde nagenoeg gelijk is als bij filtering door een 2RC filter. De doorlatingskarakteristiek voor sinusvormigge signalen is in figuur 15 · weergegeven, hierbij valt op dat voor Ä=Äc de doorlating 50% is. Uit metingen van PTB ruwheidsstandaarden blijkt dat bij filtering met het Gauss filter de ruwheidswaarde ongeveer 5% lager is. In figuur 13b is de middenlijn ingetekend zoals deze door dit filter wordt berekend. Het vastleggen van filters in normen en de toepassing hiervan is alleen zinvol voor onderlinge vergelijking, maar is voor onderzoek naar ruwheid en functie van minder Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.O.Struik - - - - - - - - - - - - T I 1 e m a d a g Geometrische meettechniek------- 7 betekenis. De beste methode van filteren komt er op neer dat men eerst in overweging neemt, welke golflengten belangrijk zijn voor het physische probleem dat men wil onderzoeken. Hierna kiest men de juiste meetparameters zoals: meetlengte, sample afstand en opnemer afmetingen. Deze drie eigenschappen, waar we niet omheen kunnen, leiden tot filtering van het signaal en dus tot verlies van informatie. Meet nu het profiel aan de hand van bovenstaande drie eigenschappen, maak een registratie van het engefilterde profiel en bepaal nu wat de beste wijze van filtering is. Dit noemt men "functionele filtering". Het filteren vindt nu niet bij toeval plaats, maar vindt plaats op grond van van juiste overwegingen om de goede informatie te betrekken in relatie tot de functie. Bij het onderzoek naar ruwheid en functie is men voor wat de filtering betreft niet gebonden aan de normen, maar kan men die wijze van filteren kiezen die men optimaal acht. Zo hebben wij een derde orde polynoom filtering toegepast voor het scheiden van ruwheid en golving bij kunststof afdichtingen. Als een oppervlak isotroop is, dan is het meten van het profiel over een lijn meestal wel voldoende, ook als het isotroop is in maar èèn richting. Maar wat als ze dat niet zijn? Men dient er rekening mee te houden dat de pieken die in het profiel van een twee dimensionale meting aanwezig zijn niet in het drie dimensionale profiel voorkomen. Het is waarschijnlijker dat de piek in het profiel overeen komt met een punt op de helling van een uitsteeksel. De verdeling van de pieken van een twee dimensionale line scan kunnen significant verschillen van een drie dimensionale oppervlakte meting. 5 Drie-dimensionale ruwheid Drie-D visualisatie van een oppervlak geeft veel meer inzicht in de oppervlakte structuur dan een 2-D meting. Voor het mechanisch meten van drie dimensionale ruwheid is tot voor kort in de diverse laboratoria eigen apparatuur ontwikkeld. Vertikale meetgebieden van 0,5 tot 2 mm (12 bit ND omzetting), en horizontale meetgebieden van x=100 mm en y van 10 tot 100 mm. komen voor. Sampling resolutie horizontaal van 1x1 tot SxS J.tm, sampling matrices van 110X100 tot 1027X128, dus er is weinig eenheid zoals u ziet. Qok optische metingen worden steeds vaker toegepast, zoals met de interlemmeters van WYKO en ZYGO, deze meten snèl in een relatief klein gebied (lmm2) aan oppervlakken met optische kwaliteiten. Scanning probes zijn de nauwkeurigste oppervlakte meetinstrumenten die momenteel beschikbaar zijn, deze worden gebruikt voor metingen op atomaire schaal, met een meetgebied van maximaal10x10 J.tm2. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.O.Struik ------------~Themadag Geometrische meettechniek:------- 8 Ook hier moeten filters toegepast worden voor het scheiden van ruwheid en golving oa: 2-D digitaal, Het voorgestelde Gauss filter voor 1-D is ook hier zeer geschikt, verschillende cut-off lengten zijn mogelijk, maar ook hoog doorlaat in èèn en laagdoorlaat in de andere richting is mogelijk. Deze laatste eigenschap is bruikbaar bij functionele filtering voor elastohydrodynamische smering waar, onder bepaalde voorwaarden, in de bewegingsrichting lange golflengte en loodrecht daarop korte golflengten voorkomen. Parabolic curve fitting Theoretisch mathematisch model fit Parallel 1-d filtering Digitale filter technieken welke gebruikt worden bij de analyse van 3-D profielen worden verder ontwikkeld. 6 Contact oppecrlak Er zijn verschillende theoretische modellen ontwikkeld die het contact tussen ruwe oppervlakken voorspellen, zij verschillen echter in het algemeen zowel in de aanname van het mechanisch gedrag van de toppen als wel in de beschrijving van het ruwheidsprofiel. Bij het bepalen van contact oppervlak gaan onderzoekers er vaak van uit dat de oorspronkelijke ruwheid random over het oppervlak is verdeeld, waarna het werkelijke contact oppervlak door berekeningen wordt bepaald. Het is daarbij essentieel voor de berekeningen om een juiste keuze te maken ten aanzien van de deformaties, nl elastisch of plastisch. Tot nu toe geeft de experimentele verificatie problemen, waarbij over of onderschatting van het werkelijke contact oppervlak plaats vindt. We geven hierna de methode die wij hebben gekozen,om het werkelijk contactoppervlak te meten. Benodiedheden Ten eerste moeten we ons bewust zijn van de altijd aanwezige filtering in de metingen. . Dit is belangrijk omdat voorspellingen in de ruwheidsdeformatie en/of het werkelijke contact oppervlak niet allen gebaseerd worden op he~ theoretische model , maar ook op een meting van het niet gedeformeerde ruwheicis patroon. Het filterend effect van een optische taster, met een brekings begrensde spot, zal anders zijn dan de filterende werking van een mechanische opnemer, met een spherische tip, Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting lng K.O.Struik - - - - - - - - - - - - - - T i l e m a d a g Geometrische meettechniek------- 9 ook als zij nagenoeg gelijke afmetingen hebben. Dus gebruik voor beide metingen dezelfde methode. Ten tweede, veel modellen gaan er van uit dat de belasting op een top, geen invloed heeft op omliggende toppen, dus de belasting op een top heeft slechts op deze ene top betrekking en heeft geen invloed op de omgeving. Het is dus belangrijk om deze aanname te verifiëren. We meten dus het hele gedeformeerde gebied inplaats van alleen het werkelijke contact oppervlak. De methode De methode die aan bovenstaande eisen voldoet is de optische profielometer. Hiermee is het mogelijk de vervormde ruwheids structuur te meten door een stijf lichaam (glas) in contact te brengen met een minder stijf lichaam (elastomeer). Optische profielmeting berust in principe op de detectie van de positie van het te meten oppervlak relatief tot het focus van een lens ("focus error detection"). Zoals in de figuur 16 is te zien wordt het licht van een diode laser op het oppervlak gefocusseerd. De gereflecteerde focus spot wordt via een beamsplitter en wiggen op twee paar fotodioden afgebeeld (AlBl en A2B2) . Als het oppervlak in focus is, ontvangen alle vier de fotodioden evenveel licht. Als echter het oppervlak boven of onder het brandpunt ligt, ontvangen de buitenste fotodioden (Bl en B2) meer respectievelijk minder licht dan de binnenste dioden (Al en A2). Dit verschil geeft het zogenaamde Focus Error Signal (FES): FES_ (Al-BI) + (A2-B2) - (Äl+Bl) + (A2+BF Dit focus fout signaal is in de figuur i 7 weergegeven als een functie van de positie van de focus spot ten opzichte van het oppervlak. Met behulp van een servo controller wordt de lens zodanig boven het oppervlak gepositioneerd dat het FES-signaal nul is, dus de lens is gefocusseerd op het oppervlak. Als een ruw oppervlak dwars onder de lens wordt door bewogen geeft de meting van de positie van de lens het verlangde ruwheids profiel. De horizontale resolutie van het systeem wordt bepaald door de afmetingen van de buigingsbegrensde spot diameter, welke ongeveer 1 ~Jm is, terwijl de vertikale resolutie · ongeveer 0,01 ~Jm is. Meting van de gedeformeerde ruwheid van een statisch belaste oppervlak is mogelijk door gebruik te maken van een stukje glas zie figuur 18. Dit glas wordt tegen het oppervlak gedrukt en maakt het mogelijk dat het vervormde oppervlak wordt gemeten. Het stuk glas kan de metingen beïnvloeden, wat hierna nader wordt beschreven. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting. Ing K.G.Struik -----------~TI1cmadag Geometrische meeuechniek------- 10 De invloed van het ~las Het glas kan de meting zowel door breking en reflectie beïnvloeden. De breking heeft invloed op de focus spot door spherische abberatie, terwijl de reflectie op het glas oppervlak een bijdrage heeft op het focus fout signaal. BrekiDi De lichtbreking op het glas oppervlak veroorzaakt spherische afwijkingen, met als resultaat dat het licht over een groter oppervlak wordt uitgespreid, zodat de focus spot niet goed gedefinieerd en scherp is. Hierdoor wordt de horizontale resolutie kleiner, maar heeft ook een grote invloed op de goede werking van het systeem. Bovenstaande geldt ook voor een compact disc sensor, (waarvan onze opnemer is afgeleid) die de schijf aftast door een 1,2 mm dikke beschermende laag. Dit zou ook tot een te grote spherische afwijking leiden, zodat hiervoor een speciale lens is ontworpen [Bouwhuis en Braat]. Wij kunnen deze lens gebruiken, samen met een stukje glas van 1,2 mm dikte en een brekingsindex van 1,5, waarna het elastomeer oppervlak wordt belast. Reflectie De reflectie op het glas oppervlak kan fouten introduceren, door de reflectie bijdrage van dit oppervlak in het FFS. De reflectie aan de bovenkant van het glas oppervlak blijkt verwaarloosbaar te zijn, wat kan worden verklaard door de relatief grote afstand tusse dit vlak en de focus spot. De invloed van de reflectie van het andere oppervlak is juist van grote invloed. Het is dan ook noodzakelijk om deze reflectie te elimineren. Dit kan met behulp van een vloeistof (waarvan de brekingsindex gelijk is aan die van glas) tussen het glas en het elastomeer. De metinien De oppervlakte ruwheid van het onder statische belasting staande polyurethane oppervlak wordt nu uitgevoerd. Er worden zowel 2 en 3 dimensionale metingen gedaan. Om de mogelijkheden van de meetmethode aan te geven worden hierna enkele resultaten gegeven. Conclusies ten aanzien van de ruwheid deformaties zelf worden niet afgeleid, daar dit nog meer onderzoek vereist. Driedimensionale meting Er is een driedimensionale meting uitgevoerd, die de afplatting van de ruwheids toppen aantoont. Figuur 19 geeft een plaatje van het ongedeformeerde profiel en figuur 20 geeft de deformatie onder statische belasting van 36 N. Software ter verkrijging van kwantitatieve informatie is nog in ontwikkeling. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.O.Struik - - - - - - - - - - - - . . : n 1 e m a d a g Geometrische meettechniek·- - - - - - - 11 Tweedimensionale metin& Voor drie verschillende belastingen worden steeds 5 metingen gedaan, waarna enkele ruwheidsparameters zijn berekend, om een kwantitatieve informatie ten aanzien van de vervorming te krijgen. Tabel 1. (Figuur 21) Opmerkin&en Figuur 20 toont de werkelijke gebieden van het contact oppervlak. Zij zijn significant groter dan de hoogte variaties, zelfs met een relatief kleine contact druk (0,06 MPa, dit is 0,13% van de E-modules). Hieruit blijkt dat de sample afstand van de metingen voldoende klein is om juiste resultaten te verkrijgen. Voor statische afdichtingen kunnen mogelijke lekkages worden voorkomen door de nominale minimale belasting te bepalen die lekken uitsluit. Ruwheid en functie (on)mogelijkheden van ruwheidsmeting Ing K.O.Struik - - - - - - - - - - - - : T h e m a d a g Geometrische meettechniek------- 12 let~~~••••• o..........ic..._. 1• "'118c...Wtl-....... ..,...,eiQ . . All . . Abw1 1.0......,..FonNia•a·ctaune•• *"'' ............... GatadMita·. ~~ A ............. u.I. leiepiale für dia Entatahungauraacha Fehler in dan Führungan dar Watkllug• : lftaiChina. Durchbiagung dar Malchina odar i dal Wattaatucllaa. fatscha Ein1pannung Gal • Wattaatüclla1. Hanava11ug, Var1chla•l aulannittioa Einapannung. Form· odat laul· 11 abwa•chungan ''"'' F~ur1, Schw•ngungan darWartaaugmuchtna Odar das WarkJaugal. i .' i 3. Oränuftl: Reuheet • · Ordnuftt: Aauhait • . . • • , ·, i I ,• .' • . • . •. .. . 5. Otd"Uftl: Rauhait Anmarllune: nteht mahr In einfachar Waiaa bildlich Ciarat allbar I . Otdftuftt: AnmarkUftil: necht mahr in ainfachat Wai11 bildlich dlrilallbar Rillen Cliehe DIN ~7&1) Form dat Warkzaugachnaida. Vorachub odar Zustalluna dal Werklaugas A ..fan Schuppan Kuppen (...ha DIN •761) Vorgano dar Spanbildung CRail1pan. Schar· span, Aufbaulchna•da). Warllltoffvarfor· mung berm Strahlen. Kno1panbildung bar galvani1char Bahandlung Gafügastruktur · Krillllliaateonavorganga, Vatandtrung dar Obarflacht durch chamrscht Eenwerkung (1. 8. Baazen), Korros•on1vorganga Gitteraufbau des WerkaloHts 0•• dargaatalttan Gtslaltabwa•chungen 1. bil •· Ordnung übertagarn ••eh in dar Regel zu dar lalobarf\~che. z.., latlpial: Ordnungssystem fUr Gestaltabweichungen.(Dlll 4760) I Zuordnung zwischen Funktien und gröBt· zulässigen Werten für Rz m l Schneidflächen .1 Elektrisch wirksame Flächen !:~~ ; .:.i·dl .l .l .l PreB· und ÜbergangspaB· flächen :-:~1 ffttllkn üill Schrumpfpa8flächen Stützflächen I tlfi~=~~~ ~~:;:) . ; : ' Schichtgrundflächen Il:i I I MeBflächen :::::: ~::~ MeBflächen (Haftflächenl an Endmallen aus Stahl I I !l l !i 1 ~f~j SchliHiächen für metallo· graphische Untersuchungen -' II ; i Ii j: . -~ l Dichtflïchen ohne Dicht\J"1l ll Oichtflächen mit Dichrung al bewegt t~::~~~~ , I i· :i:: I I I · bi nicht bewegt Gleitflächen SpielpaBflächen J.~l~ I t::~ I I i i I I Stof!flächen i I Span nu ng!grenzfliichen II .li ~. I I I i ! t=: :~i I i ;.;. I!! i iii ~ l !!''ll11'~:·:-:-:·t:·:-:·t: ' . l I i.ltu lll!ii I! lil I 111111~11 um i ! I Ii Bremsflächen Aollflächen I : ~~;~:§:;~ : lill i I Stromungsflïchen Wälzflächen I 11 li.' I i j . ! :I '1 r,O Rz ., 10.0 •) Die Werte wurden teilweise als R t-Werte angegeben, die meist in der Bedeutung von R z aufgefaBt wurden. Functie en R z Ing. K. G. Struik Nr. 2 llio:htliln~n voo11 lmt vcrl~l •. hts$~nol~ lunet ie van 0011 wo!rkltukot>pP.rvlok en tkl liJ .o!icl R • n. injlm tnwhcid honr.lic mei voorlxwld 0,025 0 .012 w~ini!l ~ v1.lH~n. "!~!nvl~~ . (JQ ~ ~ . c () U) (D ..., (D r+ c........ ~ :t ;> Vl.ol t.o•oo b !last oncl oun. sta '"'':he wrijlllinn. c;,~•~n IM!WI!· '1"''1 t.n .v. II!!JI!nvl.ok c-+ ........ ~ 0.2 0,'1 o,n 1,6 25 6 ,l 3,2 12,!i 'l//. ~ 3. 1.3 IJil!tangsvlak voor ticklaag (te lakken! __ ~ ~ =~~~~~~~~~~~:=~~=11==:3~·:·~-4~1J;i~l!l~a~•~•!l~s:vl:a~k~vt:•o~r~tl~c~k~la=~~.I~IR~a~lv~a~r~oi~sr::~.l~l~l=e~l~~~~~lr.~.k~k~e~n~l==~l~==~r===~===1~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~===1:==== l = c - ~ .Q 0, 1 ni-~~~-l:J!-·3.:1.21~.1~A~a~o~ll;il:~ ·l~ol~v~la~k~(?.!Ji~c~l~-e~r~o~s:n~oc:c~tl~w=e~r~k~I---------~~=~~=+==L;l;~t~J~~~~~f-· -~-~-~~-~-~--~-~-~-t~~~*::sss-§~1== Sicovlak (Al-, CtHIIÏfl, fllaatwerkl 'l"/h = ' - •"-"-"\;:_ 1.1 ,_,,,chanisr::h ui hd.ure 1 ui"l .oanwcli!)nl niet VI!II!ÏSI ::J o.o5 J .l Vlol: k~to loclast "'"' o.m. dv· n,unischc wtiiving. Met hewc· !'119 I O.V. ll!!)t!llVI.ok ~ PJ 3.2. 1 <örilflvlak (hantl!)oeep, handwlcll n---lr----1---lf---+--i--·-~ ·· - ~ :~ _ _ _ _ _ _ _ _ __ 3 .2 .2 Cnnt _,c1vlak . ntoi"!Jvlak (van r.o!ll huis, ooischarnier I · f~!I Sf >assingsvlak (t:ylioKhisr::h, ke!f!lvurrnig, wi!)VOr· mig coonfltlll~nlvlakl · $lo!lvlak (vlakt>laat, stelwig, V-tnisma, aanslagl · ahlichtin!Jsvl.lk mr.t contact llll afsluiting van gas, olaonfl, vlt~istol in een onder over- of omltudouk stamulu winlle (flens, kll!fiZilllngl 3.2.:1 V!!ohindingwlak (las-, sokleer-, lijmvlak I 3.2.4 Stootvlak (ki~I>Sioterl ///. Z/. ·- ·'' ,_ 3.3. 1 Glijvlak · vlak mei thogc wrijving lremtrommcll - vlilk met sm~ring (glijlagcr, redJigclcitling, trekma· llijsl · snijvlak en meskant (versr1anend gereedschap, sd1aar, potos, Ull!Siagcringl · IIM!ctvlilk (kalil~rvlak, schroehnaatl 3.:1.2 nolvlak lwcntcllagr.r, wielbanril 3.3.3 Afwikkelvlak met glijden o!n rollen - liltoolllilnk ///, wal;o(tflr.IVI.lk 3.1.4 l~talisl!covlak (!Jianswals, lorcecog.,reedschapl l :t 5 Sllomingsvlak (hintocnwand van IHois, pompwaaier en ------------------------------~------•~d~~u~M!~f~M•~n~v~la~k~I-----------------------------------I~----~--~----~---4~--~----+----J----~----I~------- ------------- o.s \P!IIIiololl!lolto•!fla•sin!JS9'!hir.rl 2 4 8 10 fiiner go over" z ..., ruwheid 31 115 63 n. in micro-indo lloinl 1111111 !)IN) liJUil ~ ::J (JQ ~ ~ (t) O_RING SEALS cN (t) roR <: SEAL MATERI-'l Cl 0 ("'t- t-oS II t-oS I I I ~ 1--t, ~ () ~ ("'t- 1--1• ~ ~ MAlERIAl Of THE PART IN CONTACT II I I I ........ ~ sw APPLICATION EIMRONWENT I p_, c . ......... .,z I! I 0 w. SURrACE nNISH FOR lttE SEAL COUNTERrACE SURrACE FINISH I ,______l____, i PRII.IAAY -Ra (t) I ~ I I lOW ABRASIOH OR HIGH PRESURE OR HIGH TEWP. OR HIGH SPEED OTHERS I I I I l ! I II II I I ir_______, I HARD CHROWE PER OOC 3208 I I CLASS 2 FOR USE ON soh I I pm pm pm Rq pm StWl MATERIAl.S HARD CHROWE PER OOC 3208 CLASS 2E fOR USE ON HARDENEO SHAn MATERIAl.S I' I THIN OENSE CHROt.tE PLATING CLASS 2 PER UIL-C-234220 i I I [______ jt______ r _______ 0 0'·0.20 Rq I IJNrORHATIOH r---i----1 I ,________________ , I 0.1,-0.40 ....___________ 0 .03-D. 10 Ra 0 08-0.2D Ra L--------------J ~---------------~ OTti[RS I -Beorin9 Area -d/ratia 1 i I I I I I I CHROWE PLATING I I SECOHDARY -Rq I' .." r---------lr·--------, 0.10-0.20 ,.m Rq I 1 0.09-0. 18 ,.m Ra BEFOAE AND AnER l!~~~~'=--~~-~~~~~~:- r-------~-------, j1 ....00_______________ 2' ,.m .04-0.28 OJ-0 Ra 1 pm Rq~ 1 r+ fJ ~~ ~ O'Q (1) c N 01(1) 0 . 0"' 1~---J• UJ r+-1----' ..., c I-J. ÇlJ ÇlJ r+- ~s I I ÇlJ I I I I I I I I I r+- (1) ..., I-J. ÇlJ ÇlJ ~~----~ ..,.z 01 ~ I I r ___ j_ ___ , r __ j I D.7-l., "" Ro I I ___ , r __ j_ __ , o 14 ,.". llo I I 0.78 ",.. Ao I L~:~.!!!'~~"='J !.?;!'_ ~~'.!':"...J L5.:.'.!!!"'~~":'J I __ , ___'f.. r 0.1 "'" llo I p-o/rnrnJ I 4.5 L------ I r.--L11 2 prn Ao, r.-j_-::1 I I _.JI__ ::-1 r--..Y---, r---L--, r. 11 11m Ra I 1.0 ,.". llo I I 1.38 "'" llo I I r--i--, 2 4 "'" llo 1 1Nra:,_nclN I i!o•......>IIO I 1&!::'::!:'!~~ ~::'::!:'!~~ L'.:.'.!!!'~~"='J L~1.!~~~'"!'J L-----J ----:.1 \ I I...-~-----~Ampfiludo of 1-3 rnrn...I II WooelencJih o.t ",.. Ampfiludo of 3-1 """ II L~=~!:l~~!~J I I r---L--, r---Y---,I I 1.5 "'" llo 1 1 1.38 ""' Ao L!!.!'!'~".!'='...J L~~~~~"='J \ I ....I I...-~-----~Amplilvch of 1 -J tnm : Wowolen9lh 0.1 ,_ : of l-1 mm I I An>plituclo L~~~~~!~J Vrijtastsysteem waarbij het referentievlak in de aandrijfeenheid is ingebouwd. I I Tastsystemen met glijschoen . . Aftast r1nc1 es Ing. K. G. Struik Nr. 6 P~ofl I \Je I I en I cn~e L1•2.BBmm L2•0,43mm L3•0,2Bmm L~•0,10mm L5•0.B7mm Oberflächenprofil bestehend aus 5 Sinuswellen a) ertaslaias Profil P t) ousgorichloloc Profil P Ruwheidssi naal Ing. K. G. Struik Nr. 7 In . K. G. Struik Nr. 8. ... Electrenenstraal o Ing. K. G. Struik ervlak Nr. 9 .- % 100 ""' I! ~ 50 25 10~----~------~------~-- 5 10 20 40 À Ma ten in micrometer Relatie tussen À, A en r Ing. K. G. Struik Nr. 10 R-z=D;tt3Pm Varschub P"" \ ~ ~----ï r...-----tl~ ~ --~ __". 1.----~.-L I ~ - I I I I I f I ! i I I L.------r-----J MtOkrt•S Vorschubgerät am HeBständer Rz = ~ 0 3 "/)1/J?. v!sc~ub ..-~1,.~ -~-----· J ~---1..1 · ~ r-----4~ <tb - I I I 111 I fiT 1 '-~~---r..L 0 I _____ J Menkrtss Vorschubgerät auf HeBplatte Meetcostellingen Ing. K. G. Struik ~ Nr. 11 varschub I 1 ~-~---r.l. I _____ .J MtOkrttS Vorschubgerät auf HeBplatte Gttrnk Yorschub t , MtOkrtlS Einkufentastsystem t® Meeto stellin en Ing. K. G. Struik Nr. 12 Ra = 0,586 Rz = 3,11 ·-·· · - ·-·-----------------~=----:-=---::-::--------- Measured Profile Rnux= 3,42 2. I. E :::3 ~ ..... .... biJ ~ (JQ 1-(j "ó] ..c ~ 1-h -3. 1--J. 111011. (1) ~ ~ 1500. 2000. - - - - 1 - - - - - f - - · --- ----. 1-- 2500. .3000. 3500. 4000. 4500. 511(10. 4000. 4500. 5000. 5500. x (um) Fihered Profile 2. ~ <: I. ~ § ~ UJ ..l:: 1--J. .... --- 1 ··--·-- ----~ 1--1 <: (IJ (1) c-t- - I. -2. ~ 0 c;1 11. 1--1 1--J. ~ ..... 0. bi) "ó] ..l:: -I. -2. -.l. 1000. --i 1500. 2000. 2500. 3000. 3500. 5500. x (um) z ""i Namc:PTDT Nr: 2 Date : 19:59 19-1 0-1991 - ----·- - - - - - - - ' . - - - - - - r - - - - - -+ - - - - - - - - - - - - -- 1 Filter: 2 Piek-Up : t42182 TUE -------=======~-==~= - ~--==~==-=-~---------------------------------------------------------------------. Ra = 0,552 _ · -· ·- -------~---------~------------~---~~~---------~------~Rz Mcasured Profile R 2. = 1111 x= 3,06 3,47 I. E ;j ...... .s:: 1---( ~ -~' (IJ ..c (JQ 11. -I. -2. .~ 0 Çt) -.J. . ·-·------· - t - - - - - + - - - - - f - - - - - - + - - - - + - - - - - - 1 - - - - - - - - + - - - - 1 - - - - - - l I 11110. 1500. 2000. 2500. 3000. 3500. 4000. 4500. 5000. 5500. c x (um) Cl en en UJ c-+ ~ Fittered Profile . 2. ~ ......., 1---' I. rt- ~ .......,. ({) ~ ~ 0. -I. -2 . . -3. 1000. 1500. 2000. 2500. 3000. 3500. 4000. 4500. 5000. 5500. x (um) Name:PTBT Nr: 2 Date Filter: 7 Piek-Up : t42182 : 19:59 19-10-1991 TUE - -- r+ fJ --· ··-- ···· - -···-·---- - ---- ------------ - ---- - - - Ra M-e- ,-,s-u-re·' (-1-:-P-ro--f-..,ilc-c--------- Rz I. _. 0. -,_\ a·y ~ -' .= ~ <l) .= ~ ~ 0 I llllll. ~ 2000. 2500. JOOO. t-') I. 1----' .... .= 0. <l) -I. ~ 4500. - - 1- ------- _ , 5000. 5500. 2. -E w ..,._.. 4000. Filtcrcd Profile <: CU - - 1 f - - - - -·- t - - - - 3500. x (um) 1----' <: c..,._.. ... 1·--- - - . . -----1---- -·--t--:·- - - . _ 1500. (D (fJ (D r+- - I. -J. t---+.. ..,._.. t-') / -2. t-') Cl ·. I biJ ~ (JQ = 3,852 Rrmx= 4,24 2. -5 =0,623 :s -~) .= -2. -J. -------------------t--- ------ --1------- + - - - - - - - i 1000. 1500. 2000. 2500. 3000. · - - - 1 - - - - - - - - - t - - - - - i - - - - ·-- - - - ---- ... , 3500. x (um) 4000. 4500. 5000. 5500. ·- ·-----------.. --- - ------ -- - - - - - - - - - - - - - . - - - -- - - - - - - -- -r -Name : IIALLEAL Nr: 8 Date 2:40 1- 1-1980 ----- -- ---- - -- - - ·- - --- - - - - -- - - - - - - 1 - - - - - - - - - - - - NO Filter: 2 Piek-Up :optica! --- - - - - TUE ........ w 0 --------- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - . Ra - ·--------- -- -- -------~ -~-~~~-~~~-~~~~~~~~~~-~~-- Rz M casured Prof i Ie R,mx= 4,25 2. I. \~ E ~ 0 PJ ~ -·- 0. . ~~ .c bJ) V ...!::: 0,596 = 3,82 = - I. - (/) (/) -3. 1000. ~ -·-··-·- I --· ·· ------- --· -- --1 -------~ -- - --1500. 2000. 2500. 4000. 4500. 1- - ---- - -- 1 5000. 5500. 4000. 4500. 5000. t - - ----1 JOOO. 3500. x (um) Fi ltcred Profi Ie 2. 1. - E ::J - 0. - .c 1--'. (/) -~' V ..c 0 ::r - I. -2. - ({) -3. lOOI). 1500. 2000. 2500. (/) '"""'$ ::J (/) 0 ~ w 0. 1-1 3500. 5500. x (um) ({) z 3000. Name : HALLEAL Nr: 8 Date Filter: 7 Piek-Up : optical 2:40 1- 1-1980 -------~--'-'-----------,..-------+--------------1 NO TUE s(x)·lc -1 0 1 Gewichtsfunktion des phasenkorrekten Profilfilters (GauB-Filter) Gewich tsfunctie van het fasen gecorrigeerde filter Dit heeft de vorm van de Gaussische klokkromme Ook wel Gauss-Filter genaamt Gewich tsfunctie van het filter Ing. K. G. Struik Nr. 14 DIN 4777 0,08 1--C ::J t:J O'Q . .~ Cl 0 0 ..., 1---' çu c-+ ........... ::J (/) r.n c-+ ..., ~ ........... ~ ~ Pl ..., çu ~ c-+ ..., (1) ........... r.n c-+ ........... z ..., ~ CJl (1) ~ (1) ~ - 10 2 k t% 0\ 4 ro L. ...._ 2 L. ~ 10 "' ~ L """'-..( ' "'.' \ \ 1\ \ c ::::J 0\ / 0,25 1 :::::J \ ·--a.. 2 1 10- 2 2 1 4 6 810- ~ r\ ~ 2 \ \ \ ~ 2,5 ~ \ 6 :J ...__ 4 <{ - / ~ \ c CU -o E 0,8 i\ / 8 - ' '\ i\ \ \ '1\ \ \ 1\ I\ 4 6 810° N::: / "~ Sinuswellenlänge \ \ \ \ 2· - 1- - · +-- - \ 1\ \ \ r\ \ 1- -. t\. \ \ - ~ T\ - - f- ·- f- 1\ \ ~ 4 6 810 1 ~ ~ 2 --- f ~ 4 mm 10 2 PTB Ruwheidsnormaal 1--1 taster rt ~ (]Q . .~ Çl) Çl) Ul (1) 1--'. ~ filter 2 2RC 1-"S s c urn taster optisch rt~5 urn r-a 0. rt1-"S ~3,6 (1) rt- Filter 7 Filter 2 Filter 7 DIN 4777 2RC DIN 4777 PTB 2RC 0,552 0,623 0,596 0,58 Ra . 0,586 Rz 3,11 3,06 3,85 3,82 3,13 Rrnax 3,42 3,47 4,24 4,25 3,47 1-"S <! (1) 1-"S (JQ ([) ~ 1--'. t-...... ~ 1--'. ~ (JQ beam splitting cube collimator lens focus error si gnal objective lens . surface 0 tische sensor Ing. K. G. Struik Nr. 16 E o ::1. :c 0"1 QJ ..c:. 0 U""' N I 0 0 U""' I U""' I 0 ~ I [/\] 1eu6!s JOJJa snJOJ Focus fout si naal Ing. K. G. Struik Nr. 17 p p ---+---- glass elastomeric sürface Metin contact o Ing. K. G. Struik ervlak Nr. 18 ei - 0 ei 0 ' I ' t~ u Onvervormd 3-d ruwheids rafiel Ing. K. G. Struik Nr. 19 d - 0 d 0 Vervormd 3-d ruwheids rafiel Ing. K. G. Struik Nr. 20 5 metingen Diameter spot Sample afstand Meetlengte 640 Cut-off lengte Filter 2RC 1 urn . 1n x en y 1 urn urn 80 urn belasting (N) 0 36 72 laagste hoogste gemiddelde 2.31 2.71 2.51 0.91 0.49 1.41 1.08 0.75 Rq laagste hoogste gemiddelde I 2.84 3.42 1.31 2.02 1.60 0.84 1.03 7.28 9.50 8.39 :5.02 5.43 5.29 Ra 0.65 I ! R2 laagste hoogste gemiddelde 3.14 13.2 16.0 14.7 0.94 Tabel Ing. K. G. Struik Nr. 21