Module 5 Hoofdstuk 1 Economiespel = spelregels, spelers

advertisement
Module 5 Hoofdstuk 1
Economiespel = spelregels, spelers (concurrenten), iedereen wil winnen (zoveel mogelijk verkopen)
X winnaar, iedereen wint (verdiend) een beetje
heeft marktevenwicht = situatie die ontstaat als spel is afgelopen
= door te voorspellen wat gebeurd als spel gespeeld word
= speltheorie voor bedacht
= 2 partijen, besluit ene invloed heeft op € ander.
 verschillende elementen van belang:
• spelers, zij nemen de beslissingen
• informatie, heeft invloed op beslissingen
• strategie, het doel is zo hoog mogelijke opbrengst
• uitbetaling, de verwachte opbrengst
• evenwicht, een goede oplossing van het spel
1. Om economie spel op te lossen 3 vragen beantwoorden: wie zijn spelers?
wat zijn hun acties?
wat is hun doelstelling?
2. Opstellen opbrengstenmatrix = bevat opbrengsten voor beide spelers bij alle mogelijke acties
Burgerking (kolomspeler)
X prijsverlaging
Wel prijsverlaging
MC donalds (rijspeler)
X prijsverlaging
Wel prijsverlaging
3. Oplossing
*Onderstreep voor beide spelers de beste opbrengst gegeven de actie van andere speler
*Bepaal de uitkomst van spel (= cel matrix waar beide spelers hun eigen beste opbrengst hebben)
= waar beide zijn onderstreept = Nash-evenwicht = markt in evenwicht
(wel prijsverlaging, wel prijsverlaging)
Module 5 Hoofdstuk 2
Gevangen dilemma:
- ontstaat: door tegenstelling tussen individuele belang en collectieve belang
kan eenmalig spel zijn = economiespel 1x gespeeld, X rekening gehouden met toekomst
- kenmerk: keuze die speler maakt is afhankelijk van keuze van andere speler
soms maakt X uit wat ander kiest, jij kiest altijd zelfde strategie = dominante strategie
markevenwicht bepaald door dominantie keuzes = maar 1 Nashevenwicht
deze leidt X tot beste resultaat, dat kan alleen met afspraken
Overheid moet voor collectieve goederen zorgen,
X aanbieders die collectieve goed willen produceren + niemand van gebruik uitgesloten = X winst
Individueel belang zal boven collectief belang gesteld worden
= overheid genoodzaakt om collectieve goederen produceren + financieren via collectieve dwang
Positieve externe effecten lokken meeliftersgedrag uit
= niet (mee)betalen, wel de voordelen
Door samenwerken kan het collectieve belang bereikt
= eigen belangen? Dan zijn eigenlijk X collectieve goederen
Evenwicht bij gevangen probleem = beide spelers slechter dan mogelijk:
daarom SAMENWERKEN = 3 manieren:
*Spelers kijken naar collectieve opbrengsten en X naar individuele opbrengsten
collectieve opbrengst = 700 + 700 = 1400
= meer dan collectieve kosten (1000)
collectieve opbrengst de collectieve kosten overstijgt
= is collectieve belang om wel te betalen
coöperatieve vereniging/coöperatie (melkveehouderijen) gekeken naar algemene belang
handelt in opdracht van al haar leden
ledenvergadering iedereen stemrecht + bepalen leden standpunten
Coöperatie kiest uiteindelijk collectief belang
*Spelers binden zichzelf
*Sociale normen kunnen gevangenenprobleem ook oplossen
 elkaar klanten gunnen = dus X uitverkoop
*Zelfbinding
hierbij legt speler zich vast op maken van bepaalde keuzes
 … doet X uitverkoop als … ook X uitverkoop doet
geloofwaardige zelfbinding = sterkste manier = vernietigen uitverkoopbordjes
= geloofwaardigheid hangt af van reputatie speler
*Spelers worden onderworpen aan collectieve dwang
2 hierboven gaan uit van goed gedrag bij speler, hier spelers gedwongen om acties te kiezen
door collectieve dwang, 2 vormen:
Belastingheffing: belasting voor collectieve goederen
Contracten sluiten: staat welke acties spelers wel/niet ondernemen
dwingt collectieve keuzes te maken (X prijsafspraken)
Module 5 Hoofdstuk 3
Herhaald spel = economiespel met meerdere ronden
Sequentieel spel = economiespel waarbij deelnemers na elkaar hun acties kiezen
Simultaan spel = economiespel waarbij deelnemers tegelijkertijd hun acties kiezen
Spelers strategie opstellen = geeft overzicht alle mogelijke acties tegenstanders + reacties hierop
Toetreder = onderneming als nieuwe aanbieder op markt wil deelnemen
Hij gaat concurrentie aan met zittende ondernemer = onderneming al actief is op markt
Enige wapen zittende onderneming om toetreder tegen te werken = dreigen met €-oorlog
Herhaald spel (2 ronden):
Afspraak 1ste ronde X geschonden door dreiging = acties die doel van medespelers kunnen beïnvloeden
2de/laatste ronde afspraken geschonden omdat X volgende ronde is!
Speler 1ste ronde X aan afspraak want in 2de ronde toch afspraak geschonden,
gevolg dat 1ste ronde toekomst ook X rol speelt = 1ste ronde afspraken ook geschonden
Herhaald spel (Altijd volgende ronde):
= gevangen probleem opgelost
Kan altijd gedreigd worden om in toekomstige ronde afspraak te schenden
als afspraakspelronde X nageleefd word
Sequentieel spel
Opbrengstenboom = diagram met opbrengsten van alle spelers bij alle mogelijke combi’s van acties
= altijd nodig sequentieel spel op te lossen
= zelfde te werk als opbrengsten matrix
 kijkt wat ander doet onderstreept beste opbrengst
+ langs tak beste opbrengst
A(mulder)
Wel badkleding
Geen badkleding
B wel prijzen oorlog
X prijzen oorlog
C Wel prijzenoorlog
X prijzenoorlog
1
1
1
1 = opbrengst speler 1ste kiest
2
2
2
2 = opbrengst speler 2de kiest
Module 5 Hoofdstuk 4
Constant waardespel = economiespel kent X evenwicht in dominante keuzes
Bij verandering van keuze is verlies ene speler gelijk aan winst andere speler
2/++ Nash-evenwichten  blijft er 1 over als spelers sequentieel keuze maken
↓
Onderhandelen voor oplossing
zorgt voor ↓
Surplus verdelingen (++consumenten surplus/-- producenten surplus etc.)
belangrijk onderdeel bij onderhandeling ↓
Verzonken kosten = vooraf gemaakte kosten die X/moeilijk terugverdiend
= alleen waarde voor specifieke situatie
= Specifieke investering
↓
Berovingsprobleem
= specifieke investering X terugverdiend
= oplossing = sociale norm
Download