onder keizer Josef II (1780-1790), zoon van keizerin Maria Theresia, was er sprake van enige verlichting. Met de uitvaardiging in 1781 van het Tolerantie-edict, waarbij andere christelijke geloofsrichtingen getolereerd werden, en het Edict ter afschaffing van de horigheid, werd een klimaat geschapen, waarin met name de Tsjechen schoorvoetend hun eigenheid probeerden te herontdekken. Toen tijdens de Napoleontische oorlogen heel Europa op zijn grondvesten trilde, gebeurde het dat Russische troepen in Moravië opdoken om samen met het Oostenrijkse leger de oprukkende Fransen te weerstaan, wat overigens niet lukte. Niettemin werden de Russen door de Tsjechen met warmte begroet. Een broedervolk, dat bovendien een enigszins verwante taal sprak, wekte bij hen gevoelens van sympathie en eigenwaarde. Al mocht na de val van Napoleon in 1815 het Wener Congres door toedoen van kanselier Klemens von Metternich de Boheemse landen elke vorm van eigenheid ontzeggen, dit kon niet verhinderen dat er zich onder de Tsjechische bevolking een groeiende bewustwording van de eigen identiteit manifesteerde. Aanvankelijk speelden taal, literatuur en muziek daar een centrale rol in. Later in de negentiende eeuw kreeg dit groeiende besef ook meer en meer een politieke dimensie. De revolutionaire bewegingen, die in 1848 in diverse Europese steden waren ontstaan, hebben echter dit proces niet kunnen versnellen. Leverden ze in Nederland een aanzienlijk democratischer constitutie op, de jonge Habsburgse keizer Franz Josef drukte ze daarentegen met harde hand de kop in en voerde vervolgens 12 jaar lang een neoabsolutistische politiek tegenover zijn onderdanen. De na hevige conflicten in 1867 doorgevoerde tweedeling Oostenrijk-Hongarije binnen de grenzen van het Rijk, de zogenaamde Dubbelmonarchie, wekte bij de Tsjechen hoop op zelfs een Triplemonarchie. De Hongaren hebben zich hier fel tegen verzet. Lukte deze sprong naar een eigen rechtmatige plek binnen het Rijk niet, het kon de Tsjechen niet beletten naar een politieke en economische gelijkberechtiging ten opzichte van de Duits-Oostenrijkse entiteit binnen Bohemen en Moravië te streven. Was Palacky's Austroslavisme (de Slavische volkeren binnen het Rijk tezamen onder de Habsburgse vlag) nog maar een begin van een emancipatoir verlangen, later opgerichte groeperingen, zoals de 303