Ik weet het niet meer Vergeetachtigheid bij mensen zoals ik Profielwerkstuk | Yasmina Kada | 2009/2010 | V6 Inhoudsopgave Samenvatting/Summary ........................................................................................................4 Nederlands .........................................................................................................................4 English ................................................................................................................................4 Inleiding .................................................................................................................................5 Aanleiding...........................................................................................................................5 Vraag ..................................................................................................................................5 Werkwijze...........................................................................................................................5 De werking van het geheugen ...............................................................................................6 Onthouden en herinneren| Zeg mij na ...............................................................................6 Kortetermijngeheugen | Het baasje van de goudvis ...........................................................6 Langetermijngeheugen |’Save as’ en ‘load from’ ................................................................7 De biologie achter het onthouden| Het werkt op de zenuwen ...........................................9 Vergeten| Er zit een kruisje op .........................................................................................11 Bevorderen van onthouden .................................................................................................14 Leer strategieën................................................................................................................14 Gewoon niet vergeten ......................................................................................................15 Ervaring van anderen ...........................................................................................................17 Vorm van de enquête en verwerking ................................................................................17 Resultaten Onderdeel A ....................................................................................................18 Resultaten Onderdeel B ....................................................................................................25 Resultaten Onderdeel C ....................................................................................................30 Conclusie/Zelf Evaluatie ......................................................................................................33 Dus? Wat is vergeten? ......................................................................................................33 Maar, moet ik mij zorgen maken?.....................................................................................33 Evaluatie ..............................................................................................................................35 Dankwoord ..........................................................................................................................36 Bronnenlijst .........................................................................................................................37 2 Logboek ...............................................................................................................................38 Bijlagen ................................................................................................................................43 Bijlage 1: Enquête .............................................................................................................44 Bijlage 2: Resultaten Onderdeel A .....................................................................................45 Bijlage 3: Resultaten Onderdeel B .....................................................................................48 Bijlage 4: Resultaten Onderdeel C .....................................................................................49 Bijlage 5: Zelf enquête ‘voor’ ............................................................................................50 Bijlage 6: Zelf enquête ‘na’................................................................................................51 3 Samenvatting/Summary Nederlands Zelf ben ik mij ervan bewust dat ik veel vergeet. Ik maak mij er zelfs zorgen over. Ik vraag mij dan ook af: Moet ik mij terecht zorgen maken over mijn vergeetachtigheid? De hersenen zijn een ingewikkeld (letterlijk en figuurlijk) en mysterieus orgaan. We onthouden dingen door ze op te slaan in ons langetermijngeheugen. Informatie verkregen met onze zintuigen komt ons kortetermijngeheugen binnen. Pas als het ‘interessant’ genoeg is, wordt het opgeslagen in ons langetermijngeheugen. Om iets bewust te onthouden, moeten we het steeds herhalen voor onszelf. Soms kan het proces van onthouden door bijvoorbeeld kruisende gedachten verstoord worden en vergeten we de vorige gedachte. Herinneringen zijn opgeslagen door synaptische verbindingen. Deze synaptische verbindingen kunnen versterkt of verzwakt worden resulterend in het beter onthouden of vervagen van de herinnering. Het versterken en verzwakken van zenuwverbindingen, ook bekend als LTP en LTD, speelt zich af in de hippocampus. Herinneringen krijgen hun emotionele waarde in de amygdala. Er is nog niet veel bekend over vergeten, maar er wordt wel veel onderzoek naar gedaan. Ook zijn er een aantal vormen van vergeten te onderscheiden, waaronder interferentie. Over het algemeen hebben mensen veel vertrouwen in hun geheugen, maar hebben wel last van vergeten. Ondanks de last die vergeten hen bezorgt, vinden de meeste mensen het geen probleem. English I am very much aware of the fact that I forget a lot. I am even concerned about that very fact. Therefore, I am wondering: Should I really be concerned about my forgetfulness? The human brain is a complicated and mysterious organ. We remember things by saving them in our long-term memory. Information obtained from our senses first enters our shortterm memory. If it is ‘interesting’ enough it will be stored in the long-term memory. To remember something consciously, we need to repeat it over and over to ourselves. The process of remembering can be disturbed by crossing thoughts, which makes us forget the previous thought. Memories are stored by synaptic connections. These connections can be strengthened or weakened, thus improving a memory or make it fade away. The process of strengthening and weakening the synaptic connections takes place in the hippocampus and is better known as LTP and LTD. Memories get their emotional value in the amygdala. Not much is known about forgetting yet, but there is a lot of research being carried out. However, there are different kinds of forgetting to be distinguished, one of which is interference. Generally speaking, people have good confidence in their own memory, but they still tend to forget. They see forgetting as something bothersome, but despite that, they don’t see it as a problem. 4 Inleiding Aanleiding Ik vergeet van alles en nog wat. Ik vergeet zelfs zo veel dat ik me zorgen begon te maken over mijn gezondheid. Is dit wel normaal? Ik vergat nooit zoveel. Ik werd me er steeds bewuster van dat ik meer en meer vergat. Gelukkig ging het niet om heel belangrijke dingen, maar ik ergerde me steeds meer aan mijn vergeetachtigheid. Zo erg zelfs, dat mijn interesse in mijn ‘probleem’ steeds groter werd en ik besloot onderzoek te doen naar vergeten bij mensen zoals ik: De gewone mens. Vraag Wat mij dus tot het onderwerp ‘vergeten’ bracht is mijn ‘probleem’. Ik vraag mij dus het volgende af: Moet ik mij zorgen maken over mijn vergeetachtigheid? Ik ga proberen antwoord te vinden op deze vraag door de volgende deelvragen: Hoe werkt vergeten (en onthouden)? Kun je vergeten bevorderen of remmen? Kun je actief/bewust vergeten? Kun je ook niet vergeten? Heeft emotie invloed op vergeten (en onthouden)? Hoe wordt vergeetachtigheid ervaren door anderen? Werkwijze Ik zal voornamelijk moeten zoeken naar wat er al bekend is over dit onderwerp. Om erachter te komen hoe anderen denken over hun vergeetachtigheid, neem ik een enquête af. 5 De werking van het geheugen Onthouden is het opslaan van informatie in het geheugen. Iets dat je nooit hebt geweten kan je niet vergeten en dus is er een verband met onthouden. Maar hoe gaat onthouden en vergeten in zijn werk? Onthouden en herinneren| Zeg mij na We zijn allemaal hetzelfde begonnen. We beginnen allemaal als een klein mensje. We worden langzaam aan groter en ouder. We doen zo veel mogelijk de ouderen na en proberen voor het eerst een woordje te zeggen. Al snel rent je moeder op je af en roept: ”zeg maar na, M-A-M-A”. Zoals al eerder gezegd: onthouden is het opslaan van informatie in het geheugen. We onthouden informatie zelden in de oorspronkelijke vorm. Als scholier bestaat mijn leven grotendeels uit het onthouden van grote hoeveelheden informatie. Bij het leren van Engelse woordjes lees in de woorden hardop en herhaal ik de woordjes voor mezelf. De visuele beelden (tekst), verander ik in klanken en zo is de informatie zoals die binnen is gekomen van vorm veranderd. Bij het leren ben je bewust bezig met onthouden. Bij de meeste handelingen die je verricht ben je echter onbewust bezig met onthouden. Een gesprek dat je gisteren gehad hebt met vrienden kan je je herinneren zonder moeite te hebben gedaan om het te onthouden. Je weet echter niet meer hoe het gesprek was begonnen, of wie wat zei en wanneer. Je weet nog wel wat de sfeer was tijdens het gesprek en je kan je ook nog een aantal onderwerpen en uitspraken herinneren.1 Kortetermijngeheugen | Het baasje van de goudvis Je hebt vast weleens gehoord dat het geheugen van goudvissen, of elke andere vissoort, maar een paar seconden informatie kan vast houden. Het beeld dat bij mij dan meteen te binnen schiet is dat van een idiote vis die in zijn kleine vissenkom langs zijn decoratiekasteel zwemt en denkt: ” Wat een mooi kasteel”. De arme vis zwemt weer hetzelfde rondje in zijn te kleine kommetje en komt een kasteel tegen: ”Wat een mooi kasteel”, denkt hij. Het kortetermijngeheugen (ook wel: korteduurgeheugen ) is het deel van het geheugen dat bestemd is voor de korte duur, zoals de naam al doet vermoeden. Informatie die hierin terecht komt, wordt daar voor een korte tijd vast gehouden. Het vasthouden kost moeite. Zolang je bezig bent met de informatie zal deze worden onthouden voor het moment. Wordt je afgeleid, houd je je bezig met iets anders of denk je aan iets anders, dan gaat de informatie verloren. 2 Het kortetermijngeheugen heeft een kleine capaciteit en kan makkelijk worden verstoord door kruisende mentale inspanningen. Over het algemeen kunnen mensen gemiddeld een rijtje van maximaal 7 cijfers onthouden. Men heeft lang gedacht dat de capaciteit van het 1 2 Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press Zie 1 6 geheugen gedefinieerd kon worden door het aantal eenheden van informatie dat kan worden vastgehouden. Het onthouden van een getallenrij of Engelse woordjes gaat fonetisch, met klanken. Het uitspreken van cijfers of woorden kost tijd. Het belangrijke is hier niet de hoeveelheid informatie, maar de tijd die nodig is om de informatie uit te spreken. Chinese telwoorden zijn korter dan de Nederlandse of Engelse telwoorden. Chinezen kunnen gemiddeld één cijfer meer vasthouden dan Engelstaligen. Dit is een aanwijzing dat de capaciteit van het kortetermijngeheugen niet alleen bepaald wordt door het aantal eenheden informatie.3 De capaciteit van het kortetermijngeheugen is groter als de informatie zinvol is om te onthouden. Een zin die bestaat uit willekeurig gekozen woorden zonder enige structuur of relatie is moeilijker te onthouden dan een zin waarin wel een structuur en een relatie te herkennen is. Zinnen met een kleine lengte (kleiner dan 15 woorden), worden meestal foutloos gereconstrueerd. Bij langere zinnen wordt deze meestal niet exact gereconstrueerd, maar de betekenis uit het origineel is altijd wel terug te vinden. 4 In het dagelijks leven heb je te maken met verschillende vormen van informatie: beelden en klanken. Het kortetermijngeheugen heeft een systeem voor zowel de dingen die je ziet en de dingen die je hoort. De twee systemen werken gescheiden van elkaar. Heb je weleens geprobeerd om te praten terwijl je luistert, of andersom? Aan de telefoon bijvoorbeeld, wil je wel eens wat zeggen terwijl de ander nog praat. De ander zal stoppen met praten, om naar je te kunnen luisteren. Het is moeilijk of eigenlijk bijna onmogelijk om naar twee mensen tegelijk te luisteren. Ouders met meerdere kinderen en leraren hebben hier veel mee te maken: kinderen die allemaal wat willen zeggen en door elkaar praten. Een veel voorkomende zin is bij hen dan ook “niet allemaal tegelijk, één voor één” . Het luisteren maakt gebruik van het systeem voor klanken. Het systeem kan niet luisteren en praten tegelijk behandelen, of twee bronnen beluisteren. Het wordt verstoord door andere mentale inspanningen die het systeem voor klank gebruiken. Dit geldt ook voor het systeem voor beeld.5 Langetermijngeheugen |’Save as’ en ‘load from’ Elke dag heb ik een groot aantal gesprekken met mensen uit mijn omgeving. Gesprekken over hoe het nu zit met mijn werkstuk , over hoe jammer ik het vond dat ik dat vestje niet heb gekocht, over haar/zijn geweldige presentatie en over het eten in de kantine. Kortom, talloze (belangrijke) gesprekken, worden dagelijks door mij en mijn gesprekspartners gevoerd. En dit allemaal met de woorden die we eerder in ons bestaan hebben onthouden. Bij de les Engels schakel ik gewoon om naar Engels en teruggekomen van vakantie in Marokko, waar ik gedurende een maand niets anders spreek dan Berbers, ben ik nog in staat in het Nederlands te spreken.6 Het langetermijngeheugen (ook wel: langeduurgeheugen) is de opslagruimte van je geheugen. Alles wat je weet en dus hebt onthouden zit hier in opgeborgen. De bekendste 3 Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press Zie 3 5 Zie 3 6 Zie 3 4 7 manier om iets te onthouden is herhalen. Maar gewoonweg herhalen zal niet helpen. Het moet de bedoeling zijn geweest het te onthouden. Denk maar aan het onthouden van een telefoonnummer op een papiertje: je leest het een paar keer hardop, probeert het dan zonder te kijken, leest het nog eens en probeert het weer te herhalen zonder te kijken. Als je een stuk tekst duizend keer leest, zonder de bedoeling te hebben het te onthouden, zal je het ook niet onthouden. 7 7 Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press 8 De biologie achter het onthouden| Het werkt op de zenuwen Het is nu wel duidelijk hoe onthouden abstract werkt. Eerst komt informatie het kortetermijngeheugen binnen en als er genoeg aandacht is geschonken aan de binnengekomen informatie, verlaat deze het kortetermijngeheugen en komt in het langetermijngeheugen terecht waar het bewaard wordt. Is er te weinig aandacht aan geschonken, dan wordt deze informatie verwijderd en is dan voorgoed verloren. Maar hoe werkt het op microniveau, oftewel op cellulair niveau? Het is niet helemaal bekend hoe het zit met de manier waarop wordt onthouden, maar er zijn wel een aantal aannames gedaan. Het geheugen zou informatie opslaan door zenuwcellen (ook wel: neuronen). Zenuwcellen zijn de informatie- en signaalverwerkers van het lichaam. Ze geven signalen door en kunnen deze ook ontvangen. Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam en twee typen uitlopers, axonen en dendrieten. Axonen geleiden van het cellichaam vandaan en dendrieten er naartoe (zie: figuur 1). Elke zenuwcel is verbonden met duizenden andere cellen. Tussen zenuwcellen zitten synapsen. Synapsen zijn er om contact te maken met een andere zenuwcel en signalen door te geven. Signalen worden doorgegeven door neurotransmitters. Je kan neurotransmitter in twee woorden delen: neuron en transmitter, zenuwcel en zender. Een neurotransmitter is een molecuul dat wordt gebruikt voor de signaaloverdracht tussen zenuwcellen (“neuronen”) in het zenuwstelsel. 8 Figuur 1: Zenuwcel met axonen en dendrieten. Signalen worden doorgegeven door neurotransmitters. De manier waarop dit gebeurt is door elektrische potentiaalverandering, veranderen van de lading, ook wel actiepotentialen genoemd. Het geheugen ligt in de synapsen die actiepotentialen naar de hersenen 8 Het geheugen; werking, ligging en functie binnen de hersenen. (2009). Geraadpleegd op 7 december 2009, http://wetenschap.infonu.nl/anatomie/36609-het-geheugen-werking-ligging-en-functie-binnen-dehersenen.html 9 overbrengen. Dit is namelijk de plaats waar de hersenen voor het eerst kennis maken met informatie van buitenaf. Gedurende de periode vlak na de geboorte wordt informatie opgeslagen door het aanmaken van nieuwe synapsen. Later is het lastiger nieuwe synapsen aan te maken. Informatie wordt dan opgeslagen door het veranderen van de efficiëntie en het versterken van bestaande synapsen. Dit proces van het versterken van het contact tussen zenuwcellen doormiddel van synapsen, staat bekend onder de naam “longtermpotentiation” (langetermijnpotentiatie), of LTP.9 Het versterken van synaptische verbindingen gebeurt in de hippocampus. Hier wordt informatie als het ware herhaald en vastgehouden. In de hippocampus wordt informatie opgeslagen die we bewust onthouden. Informatie in ons geheugen heeft verbindingen met onder andere emotie. De amygdala heeft voornamelijk de functie verbanden te leggen tussen herinnering en emotie. De amygdala werkt nauw samen met de hippocampus. Net als de hippocampus versterkt ook de amygdala verbindingen tussen zenuwcellen. Door een verband te leggen met emotie kan je bij een soortgelijke situatie in de toekomst waarschijnlijk sneller en beter reageren.10 9 Het geheugen; werking, ligging en functie binnen de hersenen. (2009). Geraadpleegd op 7 december 2009, http://wetenschap.infonu.nl/anatomie/36609-het-geheugen-werking-ligging-en-functie-binnen-dehersenen.html 10 Zie 9 10 Vergeten| Er zit een kruisje op Wie mij goed genoeg kent, zal zeker een verband leggen met “Turkse pizza” aan zijn/haar herinnering aan mij. Ik eet namelijk vaak Turkse pizza in mijn pauzes en ben een echte kenner op het gebied van deze pizza. Zo vind ik dat een Turkse pizza met sambal moet worden gegeten die niet al te heet is en dat knoflook saus niet mag ontbreken. Ik bestel mijn pizza altijd met alles erop en er aan. Niet zoals mijn vriendin die een drupje knoflook saus wil op de sla van haar pizza. Op een gewone schooldag tijdens een normale korte pauze hadden we allebei trek in zo’n Turkse pizza en we liepen naar de Turkse bakker iets van onze school vandaan. We bestelden wat we wilden hebben. De pizza’s werden apart in aluminiumfolie gewikkeld en we kregen het in één plastic zak om mee te nemen. Onderweg terug naar school kwam ineens in mij op dat wij niet dezelfde pizza inhoud hadden en dat ik niet wist aan welke kant mijn pizza lag. “Weet jij nog aan welke kant jouw pizza lag?” vroeg ik haar. “Er zit een kruisje op”, zei ze terug. Gelukkig, dacht ik. Nu kan ik straks rustig genieten van mijn pizza. Maar niet veel later kwam de gedachte in mij op dat ik niet wist aan welke kant mijn pizza lag. Niet wetende dat ik dit al eerder had gevraagd vroeg ik haar weer: “Weet jij nog aan welke kant jouw pizza lag?”. Ik verbaas mij heel vaak over hoe vaak ik wel niet vergeet. Bij elk “vergeetmoment” erger ik me aan mijn vergeetachtigheid. Waarom ben ik nou zo vergeetachtig en vergeet ik zo veel en zo vaak? Loop ik van de trap naar de keuken om een bezem te pakken, vergeet ik helemaal, aangekomen in de keuken, waarom ik naar de keuken liep. Het zal vast wel liggen aan de afstand en de tijd die ik erover doe om beneden te komen, denk ik dan. Nee, want zet ik de computer aan om nog even dat filmpje te kijken waar over gesproken werd in de klas, ben ik na het indrukken van de knop alweer vergeten waarom ik de computer aan deed. Ik heb me nog geen millimeter verroerd en er zijn nog geen tien seconden verstreken, of ik ben alweer vergeten waar ik mee bezig was. Ik weet het niet meer. Helaas kan ik niet zeggen dat het geheugen foutloos werkt en zeker mijn geheugen niet. We kunnen veel onthouden, maar we vergeten ook het een en ander. Woorden die je hebt opgezocht in een woordenboek blijven in je kortetermijngeheugen hangen, zolang je deze nodig hebt en een tijdje erna om ze daarna weer te vergeten. Maar als je dat zelfde woord weer ergens tegenkomt herken je het wel. Dit geeft aan dat het toch verder moet zijn gekomen dan je kortetermijngeheugen. Als je het woord weer probeert te onthouden zou het beter worden vastgehouden in je geheugen dan de eerste keer. Maar wat is vergeten en hoe komt het? Dit is een vraag waar wetenschappers zich nog steeds mee bezighouden. De Van Dale zegt “ver·ge·ten, 1. niet denken aan: ik heb vergeten mijn bril mee te brengen ,2. uit het geheugen verliezen: ik ben alles vergeten” Bij onthouden worden synaptische verbindingen versterkt: LTP. Bij vergeten zouden deze verzwakt moeten worden: LTD, long-term-depression. Bij LTD vervaagt de herinnering. Het zou ook zomaar kunnen dat herinneringen “beschadigen”. Het zou ook zomaar kunnen dat zenuwcellen en synapsen het niet meer doen en worden vervangen voor nieuwe of dat synaptische verbindingen verbroken zijn. 11 11 Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press 11 Samen met mijn broertjes en zusje halen we intro’s op van tekenfilms die we vroeger gezien hadden. Zo zingen we allemaal uit volle borst mee. Soms kunnen we ons niet meer herinneren hoe een liedje begon maar wel hoe het verder ging. We proberen ons het ritme en de melodie van het begin te herinneren. Een klank komt in ons op: het moest ongeveer zo klinken en het was “iets, iets, dromen”. Dit is al genoeg voor de ander om zich het begin te herinneren. Er zijn verschillende vormen van vergeten. De volgende drie vormen krijgen de aandacht: het niet terug kunnen vinden van een herinnering die er wel is, interferentie en geïnstrueerd vergeten. We kunnen iets terugvinden in ons geheugen met behulp van ‘cues’. Een cue is een aanwijzing, waardoor je je herinnering weer herinnert. Een herinnering kan je zomaar te binnen schieten vanwege bijvoorbeeld een bepaalde geur. Het zou zo kunnen zijn dat vergeten het niet terug kunnen vinden van een herinnering in het geheugen is. Het is er wel, maar je kan het niet vinden.12 Interferentie is een fenomeen dat ons als persoon bekend is. Kan jij je nog herinneren wat je eerste telefoonnummer was? Bij onthouden associeer je dingen met elkaar. Zo ken je waarschijnlijk je huistelefoonnummer uit je hoofd. Als deze verandert moet je dat als het ware associëren met je huis. Dit zal wel lukken, maar aan het begin zal je je het oude nummer beter herinneren dan het nieuwe. Uiteindelijk zal je je het oude nummer niet meer kunnen herinneren gewoon omdat je het niet meer gebruikt. De associatie van het telefoonnummer met het huis is verzwakt. Bij het proberen te herinneren kan het ook zo zijn dat een andere herinnering ‘in de weg’ zit. Zo wil je bijvoorbeeld ophalen wat je gisteren hebt gegeten, maar je krijgt wat je een paar dagen terug had gegeten. Dit heet ‘retrieval induced forgetting’.13 Misschien wel de meest interessante vorm van vergeten is geïnstrueerd vergeten, oftewel: ‘directed forgetting’. Er worden twee woordenlijsten aan je uitgereikt. Na het leren wordt er over de eerste lijst gezegd dat deze niet meer belangrijk is en dat je die niet meer hoeft te onthouden. Na enige tijd wordt er een toets gegeven over beide lijsten. Het blijkt dat bij reproductie achteraf, minder onthouden wordt van de eerste lijst dan van de tweede lijst. Het lijkt er dus op dat dingen worden vergeten, omdat ze niet meer belangrijk zijn.14 Het is dus mogelijk om actief te vergeten. Is het ook mogelijk om bewust te vergeten? Met bewust vergeten bedoel ik zelf vergeten. Bij directed forgetting heb je niet door dat je het aan het vergeten bent. Het lijkt mij heel moeilijk om iets bewust te vergeten. Als iets je dwars zit en je er de hele dag aan denkt, wil je het vergeten. Er zijn twee dingen die je doet: 1. Jezelf eraan herinneren dat je het moet vergeten en 2. je aandacht ergens anders op richten. Voor jezelf herhalen dat je het moet vergeten, heeft geen zin. Dit zal de herinnering alleen maar sterker in je geheugen vast zetten. Maar op een of andere manier heb je toch door dat je het zal vergeten door ergens anders op te focussen. Is dit dan bewust vergeten? 12 Forgetting. (z.d.). Geraadpleegd op 1 januari 2010, http://en.wikipedia.org/wiki/Forgetting Zie 11 14 Vergeten. (z.d.). Geraadpleegd op 1 januari 2010, http://nl.wikipedia.org/wiki/Vergeten 13 12 Het is niet duidelijk of emotie invloed heeft op vergeten. Het is wel bekend dat herinneringen een emotionele waarde hebben. Dit is vooral om in de toekomst bij een gelijkwaardige situatie sneller en beter te kunnen reageren. Ook is het bekend dat mensen met een traumatische ervaring in sommige gevallen die ervaring verdringen. 15 Ze kunnen zich niet meer herinneren dat het gebeurt is, maar reageren in sommige situaties wel heel paniekerig. Er bestaan echter wel twijfels over het verdringen van herinneringen. 16,17 Er zijn geen nog geen ‘final answers’ voor de vragen ‘wat is vergeten’ en ‘hoe gaat het in zijn werk’. Wel is er veel bekend geworden door onderzoek naar hersenaandoeningen, experimenten op dieren of gewoonweg onderzoek doen uit interesse: ‘ Wat gebeurt er als ik dit doe?’. 15 Menselijk brein kan onaangename herinneringen verdringen. (2007). Geraadpleegd op 22 februari 2010,http://www.gva.be/Archief/guid/menselijk-brein-kan-onaangename-herinneringenverdringen.aspx?artikel=5e9e3b81-72f3-4219-b1ea-e09aea254f79 16 Verdrongen herinneringen aan seksueel misbruik bestaan niet.(2006). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://www.kennislink.nl/publicaties/verdrongen-herinneringen-aan-seksueel-misbruik-bestaan-niet 17 Gevaarlijke conclusie over verdrongen herinneringen.(1997). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://www.trouw.nl/krantenarchief/1997/10/15/2560068/Gevaarlijke_conclusie_over__verdrongen_herinner ingen_.html 13 Bevorderen van onthouden Niet vergeten, wie wil dat nou niet? Het is waarschijnlijk niet mogelijk om niet te vergeten, maar wat wel mogelijk is, is beter onthouden. Hiervoor zijn allerlei strategieën, mnemonische technieken genaamd. Leer strategieën Een aantal manieren om iets makkelijker te leren en onthouden zijn de VLOT-methode, de plaatsmethode, de taalmethode en de sleutelwoordmethode. De VLOT-methode, Engels: PQRST-method, wordt vooral ontwikkeld om grote studieteksten te leren. VLOT staat voor Vragen (en oriënteren), Lezen, Overhoren en Toetsen. De PQRST in het Engels staan voor Preview (oriëntatie), Question (vragen), Read (lezen), Self-Recitation (overhoren van jezelf) en Test (toetsen). De methode werkt als volgt: Je bekijkt de tekst globaal, kijkt naar de opbouw, de koppen en leest de samenvatting als die er is (Oriënteren). Dan stel je vooraf vragen waar je antwoord op wilt krijgen (Vragen). Daarna lees je de tekst nauwkeurig door met de vragen in je achterhoofd (Lezen). Na het lezen probeer je voor jezelf de belangrijke punten van elk deel van de tekst te herhalen (Overhoren). Uiteindelijk ga je voor jezelf na of je de tekst goed genoeg kent (Toetsen).18 Bij de plaatsmethode, beter bekend als de methode van loci, onthoud je door dingen een plaats te geven in een omgeving in je gedachte. 19 Voor het onthouden van bijvoorbeeld een boodschappenlijstje, plaats de dingen in je huis op verschillende plekken. De kaas ligt in de studiekamer, de eieren hangen aan de lamp van de huiskamer, enzovoorts. Hoe vreemder de combinatie, hoe beter je het onthoudt. Eieren in de keuken zijn dus moeilijker te onthouden dan eieren in het toilet. Als je in de supermarkt bent, loop je in je gedachte door je huis. Je probeert je te herinneren waar alle boodschappen zaten. Deze techniek wordt gebruikt bij bijvoorbeeld geheugenwedstrijden. 20 De taalmethode, ook wel bekend als de kapstokmethode, is een techniek die gebruikmaakt van taal en het ritme van taal. Om de volgorde van de windrichtingen te onthouden, gebruikte ik het zinnetje: ‘ Nico Opent Zijn Winkel’ of ‘Nooit Op Zondag Werken’ en om de volgorde van de planeten in ons zonnestelsel te onthouden kun je het volgende zinnetje gebruiken: ´ Maak van acht meter Japanse stof uw nieuwe pyjama’ . In beide voorbeelden is het de eerste letters van elk woord dat voor een ander woord staat. (Nico Opent Zijn Winkel van links naar rechts, met de klok mee, Noord, Oost, Zuid, West. Maak van acht meter Japanse stof uw nieuwe pyjama Vanaf de zon naar buiten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunes en Pluto.) Dit soort zinnetjes zijn beter bekend als ezelsbruggetjes. Er zijn er hier talloze varianten van in verschillende vormen, onder andere liedjes en rijmpjes. 18 Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press Mnemotechniek.(z.d.).Geraadpleegd op 31 januari 2010, http://nl.wikipedia.org/wiki/Mnemotechniek 20 Zie 18 19 14 De sleutelwoordmethode wordt gebruikt om woorden of begrippen met elkaar te verbinden. Deze techniek wordt vooral gebruikt bij het leren van een vreemde taal. De nieuwe woorden worden dan geassocieerd met een woord met de zelfde klank uit de bekende taal. Het Russische woord ‘chleb’ betekent ‘brood’. Het woord klinkt een beetje als ‘klef’, de associatie die wordt gemaakt om het woord te onthouden is dan ‘klef-brood’.21 Deze technieken kunnen dan wel helpen bij het onthouden van iets, maar je kan geen geweldige verbetering van het geheugen verwachten door middel van deze technieken. De bedoeling van de technieken is om informatie beter te organiseren en structuur te geven. Dit helpt bij het onthouden. Gewoon niet vergeten Is het mogelijk om niet te vergeten? Deze wereld kent een aantal superbreinen, waaronder ‘Rain Man’. Als ik denk aan een superbrein, denk ik ook meteen aan de film ‘Rain Man’. Even een citaat van een filmrecensie: ‘Egocentrische autohandelaar Charlie Babbit komt na de dood van zijn vader erachter dat hij een oudere broer heeft. Tot zijn woede en verbazing erft deze Raymond Babbit drie miljoen dollar via een trust, terwijl Charlie het moet doen met vaders rozen en een Buick. Charlie gaat op zoek naar zijn broer. Deze blijkt autistisch te zijn en in een verzorgingstehuis te wonen. In een poging zijn deel van de erfenis alsnog te krijgen en zijn schulden te betalen, neemt hij Raymond zonder toestemming mee uit het tehuis. Er volgt een reis per auto door Amerika. Aanvankelijk is Raymond niets minder dan een middel om een doel te bereiken voor Charlie. Maar tijdens hun tijd samen leren de broers elkaar goed kennen en er ontstaat een hechte band die Charlie voorgoed zal veranderen.’22 Aan deze samenvatting voeg ik toe: Raymond heeft een geweldig geheugen. Raymond uit de film is geïnspireerd door Kim Peek. Hij kon 98% van alles wat hij aan zintuiginformatie binnenkreeg onthouden. Hij had wel een verstandelijk handicap: hij was autistisch, waardoor hij niet over de sociale vaardigheden beschikte die de meesten van ons wel hebben. Daarnaast was hij motorisch heel slecht ontwikkeld; hij kon zich bijvoorbeeld niet zelf aankleden. Kim Peek is kort geleden overleden en is 58 jaar geworden. 23 Je hebt vast wel eens gehoord van mensen die honderden cijfers van pi kunnen opnoemen. Deze superbreinen beschikken wel over sociale vaardigheden net als wij en functioneren verder normaal. Hoe ze dit allemaal doen is geheim: anders zou iedereen honderden cijfers 21 Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press Filmrecensie: Rain Man,(z.d.). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://www.movie2movie.nl/index.php?item=190&film=3400&letter 23 ‘Rain Man’ overleden. (2009). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://nos.nl/artikel/124525-rain-manoverleden.html 22 15 na de komma van pi op kunnen noemen. Dan zou het steeds moeilijker worden om een geheugenwedstrijd te winnen. Ik ben er bijna honderd procent zeker van dat deze mensen geen superbreinen hebben, maar dat zij gebruik maken van mnemonische technieken. Deze mensen vergeten immers ook wel eens hun sleutels. Helemaal niet vergeten is waarschijnlijk onmogelijk. Als we nauwelijks zouden vergeten is het heel goed mogelijk dat we iets anders moeten opgeven. Zouden we dan nog alle vaardigheden hebben om te kunnen overleven? Ik kan alleen zeggen dat ik blij ben dat we niet allemaal Kim Peeks zijn. 16 Ervaring van anderen Ik vergeet snel en veel, heb ik het gevoel. De dingen die ik vergeet variëren van wat ik gisteren heb gegeten tot de naam van iemand die ik net heb ontmoet. Ik vergeet van alles en nog wat. Helaas heb ik wat ik vergeet niet in de hand. Ik erger me mateloos aan mijn vergeetachtigheid. Ik weet nu dat mijn vorm van vergeetachtigheid normaal is. De vormen van vergeetachtigheid die in de literatuur worden beschreven, komen overeen met mijn eigen vromen van vergeetachtigheid. Maar hoe ervaren mijn leeftijdsgenoten hun eigen vergeetachtigheid? Is het normaal dat ik vind dat ik zo vergeetachtig ben? Om deze vraag te beantwoorden heb ik een enquête afgenomen bij 27 leeftijdsgenoten. Het aantal mag dan wel klein zijn, maar dat maakt voor dit onderzoek niet heel veel uit. Het gaat mij er vooral om een aantal meningen te krijgen over hun eigen vergeetachtigheid. De vorm van de enquête is te zien in bijlage 1: Enquête. Vorm van de enquête en verwerking De enquête bestond uit drie onderdelen: A, B en C. A was het onderdeel waar je een cijfer moest geven aan je eigen geheugenkwaliteiten. B was het onderdeel waar het ging over vergeten als probleem. Er moesten voorbeelden worden gegeven van dingen waar de respondenten ‘last’ van hadden en redenen waarom. Onderdeel C is het onderdeel waar er een cijfer werd gegeven voor het geheugen in het algemeen. De enquêtes zijn afgenomen bij 27 mensen, waarvan 10 meisjes en 17 jongens. Bij onderdeel A heb ik de gegevens verwerkt in een histogram, de gemiddelden berekend en naar het verschil gekeken tussen jongens en meisjes. Over het algemeen werden de enquêtes goed ingevuld: ik kreeg antwoord op de vragen die ik stelde. Onderdeel B ging het minst goed. Er werden vooral voorbeelden genoemd en niet de reden waarom ze er last van hadden (bijvoorbeeld). Ik kreeg wel een ja of nee (en soms), zonder duidelijke toelichting, maar meestal wel een voorbeeld van wat er vergeten werd. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om bij onderdeel B vooral te kijken naar de voorbeelden die genoemd werden en indien mogelijk, daar een lijn in te trekken. Bij onderdeel C heb ik vooral gekeken naar het gemiddelde en naar het verschil tussen jongens en meisjes. Ik heb dit onderdeel vergeleken met onderdeel A en B en vervolgens geprobeerd een algemene conclusie te trekken. 17 Resultaten Onderdeel A Onderdeel A bestond uit in totaal drie delen (vragen): A1: Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om leren voor toetsen. A2: Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om alledaagse dingen (bijv. je sleutels). Voor deze twee delen gold: 1 = Zeer slecht 10 = Zeer goed. A3: Hoe vaak kan je een woord niet 'vinden'? Hiervoor gold: 1 = Bijna nooit 10= Heel vaak. Bij A3 werd met ‘vinden’ bedoeld ‘komen op’. Dus: Hoe vaak kan je niet komen op een woord. De grafieken waarin de resultaten zijn verwerkt in percentages zijn te vinden in bijlage 2: Resultaten Onderdeel A. Frequentie: Meisjes 7 6 Frequentie 5 4 Frequentie A1 3 Frequentie A2 2 Frequentie A3 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 2: Frequentie alle vragen bij de meisjes Tien van de zevenentwintig enquêtes waren ingevuld door meisjes. De resultaten zijn weergeven in figuur 2. 18 Frequentie Meisjes A1 10 9 8 Frequentie 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 cijfer Figuur 3: Frequentie vraag 1 bij de meisjes De resultaten van vraag 1 zijn te zien in figuur 3. Maar liefst vijf van de tien meisjes (50%) geven hun geheugen een 7 voor het leren van toetsen. Het laagste cijfer dat is gegeven is een 5 en dit is maar door één persoon gegeven (10%)(Zie figuur 3). Het hoogste cijfer dat gegeven is, is een 7,5 en komt twee keer voor(20%). Het gemiddelde bij A1 was 6,8. Dit is vrij optimistisch. Frequentie Frequentie Meisjes A2 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 4: Frequentie vraag 2 bij de meisjes De resultaten van vraag 2 zijn te zien in figuur 4. Drie van de tien (30%) meisjes geven een 5 voor hun geheugen als het gaat om alledaagse dingen. Het laagste cijfer dat is gegeven is een 4 en komt maar één keer voor(10%) (zie figuur 4). Het hoogste cijfer is een 8,5 en komt één keer voor (10%). Het gemiddelde bij A2 was 6,4. Ook dit is zeker optimistisch, ondanks de vieren en de vijven. 19 Frequentie Frequentie Meisjes A3 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 5: Frequentie vraag 3 bij de meisjes De resultaten van vraag 3 zijn te zien in figuur 5. Bij deel 3 (A3) geldt: Hoe lager het cijfer, hoe beter je geheugen qua ‘vinden’ van woorden. Gemiddeld werd voor de frequentie van het niet kunnen komen op een woord een 5,5 gegeven. Het laagste cijfer was een 2 en komt twee keer voor(20%)(zie figuur 5). Het hoogste cijfer was een 9 en komt maar één keer voor(10%). Frequentie: Jongens 7 6 Frequentie 5 4 Frequentie A1 3 Frequentie A2 2 Frequentie A3 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 6: Frequentie alle vragen bij de jongens 17 van de 27 enquêtes waren door jongens ingevuld. De resultaten zijn te zien in figuur 6. 20 Frequentie Frequentie Jongens A1 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 7: Frequentie vraag 1 bij de jongens De resultaten van vraag 1 zijn te zien in figuur 7. Het meest voorkomende cijfer voor hun geheugen was een 7 bij het leren van toetsen, met zes van de zeventien jongens (35%). Het laagste cijfer was een 3 en kwam maar één keer voor(6%). Het hoogste cijfer was een 10 en kwam 2 keer voor(12%). Het gemiddelde cijfer bij A1 was 7,1. Dit is hoger dan bij de meisjes, met een verschil van 0,3. Frequentie Frequentie Jongens A2 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 8: Frequentie vraag 2 bij de jongens De resultaten van vraag 2 zijn te zien in figuur 8. Zes van de zeventien jongens (35%) gaven hun geheugen een 6 als het ging om alledaagse dingen. De 6 was zowel het meest voorkomende cijfer als het laagst gegeven cijfer (35%). Het hoogste cijfer was een 10 en kwam twee keer voor (12%). Het gemiddelde cijfer bij A2 was 7,5. Ook dit is hoger dan bij de meisjes, met een verschil van 1,1. 21 Frequentie Frequentie Jongens A3 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 9: Frequentie vraag 3 bij de jongens De resultaten van vraag 3 zijn te zien in figuur 9. Bij deel 3 (A3) geldt zoals bij de meisjes: hoe lager het cijfer, hoe beter je geheugen qua ‘vinden’ van woorden. Vijf van de zeventien jongens (29%) gaven zichzelf een 3 voor de frequentie van het niet kunnen komen op een woord. Het laagste cijfer was een 1 en kwam maar één keer voor (6%). Het hoogste cijfer was een 9 en kwam ook maar één keer voor (6%). Het gemiddelde cijfer bij A3 was 4,2. Dit is lager (dus beter) dan die van de meisjes. Jongens schatten hun geheugen gemiddeld hoger in dan meisjes en geven een hoger cijfer aan hun geheugen. Beide geslachten geven gemiddeld voldoendes en hebben genoeg vertrouwen in hun geheugen. 22 Frequentie Frequentie: M/J 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Frequentie A1 Frequentie A2 Frequentie A3 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 10: Frequentie alle vragen bij totale afname Wanneer alle meisjes en jongens bij elkaar worden gevoegd, in totaal zevenentwintig, wordt voor het geheugen het meest een 7 gegeven als het gaat om het leren van toetsen: elf van de zevenentwintig personen (41%). De resultaten zijn weergeven in figuur 10. Frequentie Frequentie M/J A1 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 11: Frequentie vraag 1 bij de totale afname De resultaten van vraag 1 zijn weergeven in figuur 11. Het laagste cijfer dat wordt gegeven is een 3 en komt maar één keer voor (4%). Het hoogste cijfer is een 10 en komt ook maar één keer voor (4%). Gemiddeld wordt er een 6,9 gegeven bij A1. 23 Frequentie Frequentie M/J A2 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 12: Frequentie vraag 2 bij de totale afname De resultaten van vraag 2 zijn weergeven in figuur 12. Als het gaat om alledaagse dingen wordt voor het geheugen het vaakst een 6 gegeven, zes van de zevenentwintig personen (22%). Het laagste cijfer is een 4 en komt één keer voor (4%). Het hoogste cijfer is een 10 en komt twee keer voor (7%). Gemiddeld wordt er bij A2 een 7,1 gegeven. Frequentie Frequentie M/J A3 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 13: Frequentie vraag 3 bij de totale afname De resultaten van vraag 3 zijn weergeven in figuur 13. Bij A3 geldt nog steeds: hoe lager het cijfer, hoe beter je geheugen qua ‘vinden’ van woorden. Er wordt even vaak een 3 gegeven als een 4: vijf van de zevenentwintig (19%) geven zichzelf een 3 en het zelfde aantal geeft zichzelf een 4 (19%). Het hoogste cijfer is een 24 10 en komt één keer voor (4%). Het laagste cijfer is een 1 en komt ook één keer voor (4%). Gemiddeld werd er een 4,7 gegeven bij A3. GEMIDDELDEN Meisjes Jongens Totaal A1 6,8 7,1 6,9 A2 6,4 7,5 7,1 A3 5,5 4,2 4,1 Tabel 1: Gemiddelden bij onderdeel A In het algemeen is het idee dat mensen hebben van hun geheugen heel positief. Hier en daar vinden mensen hun geheugen niet zo goed. Het zelfde geldt voor mensen die hun geheugen geweldig vindt. Gemiddeld hebben mensen een positief beeld over hun geheugen en geven zichzelf dan ook een voldoende (zie tabel 1). Resultaten Onderdeel B In dit onderdeel was het de bedoeling om voorbeelden de verzamelen van dingen die vergeten worden. Ook wilde ik kijken wat voor oorzaken er werden gegeven voor het vergeten om zo te kunnen zien of er een bepaald attributiepatroon is en eventueel een verschil tussen de jongens en meisjes. Het doel was om uit te vinden of anderen vergeten, net als ik , als een probleem zien. Helaas werd er nauwelijks toelichting gegeven in de vorm van een oorzaak bij de vragen waar dit wel de bedoeling was. Er werden vooral voorbeelden genoemd om het antwoord toe te lichten. Ik heb dus geen attributie patronen kunnen vinden. De vragen in dit onderdeel waren de volgende: Heb je last van vergeten? (leg uit a.u.b) Is vergeten echt een probleem voor jou? (licht toe a.u.b) Geef een aantal voorbeelden van dingen die je (snel) vergeet. De gegevens van onderdeel B weergegeven in aantallen zijn te vinden in Bijlage 3: Resultaten Onderdeel B 25 Frequentie(%) Percentages Meisjes B1 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ja Soms Nee Antwoord Figuur 14: Percentage Meisjes bij Ond. B vraag 1 Bij de eerste vraag gaf 50% van de meisjes ‘ja’ als antwoord. 40% zei ‘soms’ en de overige 10% gaf ‘nee’ als antwoord. Voorbeelden die genoemd werden waren onder andere ‘niet op een woord kunnen komen’, ‘te vertellen dat er is gebeld’ en ‘klusjes in huis’. De meerderheid heeft last van vergeten. (zie fig. 14) Frequentie(%) Percentage Jongens B1 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ja Soms Nee Antwoord Figuur 15: Percentage Jongens bij Ond. B vraag 1 47% van de jongens gaf aan dat ze ‘soms’ vergeten. 29% zei ‘ja’ en 24% gaf aan dat ze geen last hebben van vergeten en zei ‘nee’. Voorbeelden die genoemd werden waren onder andere ‘woorden’, ‘kleine dingen’ en ‘ afspraken’. De meerderheid geeft aan soms last te hebben van vergeten. (zie fig. 15) 26 Frequentie(%) Percentages M/J B1 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ja Soms Nee Antwoord Figuur 16: Percentage Totale afname bij Ond. B vraag 1 Over de totale afname gaf 44% ‘soms’ als antwoord. 37% zei ‘ja’ en de andere 19% zei ‘Nee’. De meerderheid geeft aan soms last te hebben van vergeten. De gegeven voorbeelden hadden vooral te maken met alledaagse dingen, school of relaties. Frequentie(%) Percentages Meisjes B2 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ja Soms Nee Antwoord Figuur 17: Percentage Meisjes bij Ond. B vraag 2 Bij de tweede vraag gaf 40% ‘nee’ als antwoord. Er werd even vaak ‘ja’ aangegeven als ‘soms’: 30%. Voorbeelden die onder andere gegeven zijn, zijn ‘ toetsstof’, ‘vergeet geen belangrijke dingen’ en ‘dingen die ik vorige jaren heb geleerd op school’. (zie fig.17) 27 Frequentie(%) Percentage Jongens B2 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ja Soms Nee Antwoord Figuur 18: Percentage Jongens bij Ond. B vraag 2 82% van de jongens gaf als antwoord ‘nee’. 18% zei ‘ja’ en helemaal niemand gaf aan dat vergeten ‘soms’ een probleem is. Voor de meerderheid is vergeten geen probleem. Er werd vooral als reden gegeven dat er geen erge consequenties waren en dat het daarom dus geen probleem is. (zie fig.18) Frequentie(%) Percentages M/J B2 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ja Soms Nee Antwoord Figuur 19: Percentage Totale afname Ond. B vraag 2 Van de totale afname gaf 67% ‘nee’ als antwoord. 22% zei ‘ja’ en de overige 11% gaf aan het ‘soms’ een probleem te vinden. Er werd vooral gezegd dat het niet echt een probleem was, omdat er geen ernstige consequenties waren. 28 Percentages B1 Meisjes Jongens Totaal Ja 50 % 29 % 37 % Soms 40 % 47 % 44 % Nee 10 % 24 % 19 % Ja 30 % 18 % 22 % Soms 30 % 0% 11 % Nee 40 % 82 % 67 % Tabel 2: Percentages Onderdeel B1 Percentages B2 Meisjes Jongens Totaal Tabel 3: Percentages Onderdeel B2 Over het algemeen hebben mensen wel last van vergeten maar zij zien het niet als een probleem, omdat er geen grote gevolgen zijn. Over het algemeen worden alledaagse dingen vaak genoemd bij dingen die worden vergeten. Andere dingen die vergeten worden zijn bijvoorbeeld toetsstof, namen en afspraken. De percentages zijn nog eens weergeven in tabel 2 en tabel 3. 29 Resultaten Onderdeel C In dit onderdeel werd er een samenvattend cijfer gegeven. De geënquêteerden werden gevraagd om een cijfer te geven voor hun geheugen in het algemeen. De gegevens weergegeven in percentages zijn te vinden in bijlage 4: Resultaten Onderdeel C. Frequentie Frequentie Meisjes C 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 20: Frequentie Onderdeel C bij de meisjes. De resultaten van de meisjes zijn te zien in figuur 20. Vijf van de tien meisjes geven voor hun geheugen in het algemeen een 7 (50%). Een 7 kwam het vaakst voor. Het laagste cijfer dat gegeven werd was een 5 en kwam drie keer voor (30%). Het hoogste cijfer dat gegeven werd was een 8 en kwam twee keer voor (20%). Gemiddeld gaven de meisjes een 6,6 voor hun geheugen. Het valt op dat dit gemiddelde tussen de gemiddelden van A1 en A2 (Ond. A) ligt. 30 Frequentie Frequentie Jongens C 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 21: Frequentie Onderdeel C bij de jongens De resultaten van de jongens zijn weergeven in figuur 21. Het cijfer dat door de jongens het meest werd gegeven voor het geheugen in het algemeen, was een 7, met zes van de zeventien jongens (35%). Het laagste cijfer dat gegeven werd was een 6 en kwam maar één keer voor (6%). Het hoogste cijfer was een 9,5 en kwam ook maar één keer voor(6%). Gemiddeld gaven de jongens een 7,7 voor hun geheugen in het algemeen. Wat opmerkelijk is, is dat dit gemiddelde niet tussen de gemiddelden van A1 en A2 (Ond. A) ligt, maar hoger is. Frequentie Frequentie M/J C 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Figuur 22: Frequentie Onderdeel C bij de totale afname De resultaten van de meisjes en de jongens, de totale afname, zijn weergeven in figuur 22. Er werd het vaakst een 7 gegeven, maar liefst elf van de zevenentwintig geënquêteerden (41%). Het laagste cijfer dat werd gegeven was een 5 en kwam drie keer voor (11%). Het 31 hoogste cijfer was een 9,5 en komt maar één keer voor (4%). Gemiddeld werd er een 7,3 gegeven. Dit gemiddelde ligt, net als bij de meisjes, tussen de gemiddelde van A1 en A2 (Ond. A). GEMIDDELDEN Meisjes Jongens Totaal Onderdeel C 6,6 7,7 7,3 Tabel 4: Gemiddelden bij onderdeel C Het gemiddelde cijfer dat in het algemeen is gegeven is zeker positief (zie tabel 4). Net al bij onderdeel A geven de meisjes een lager cijfer aan hun geheugen dan de jongens. Je kunt zeggen dat de jongens net iets meer vertrouwen hebben in hun geheugen dan de meisjes. Maar dit betekent zeker niet dat de meisjes een laag zelfvertrouwen hebben als het gaat om het geheugen. Ze ‘scoren’ namelijk ruim voldoende. Ik vind de uitslag zeer optimistisch, omdat de gegeven cijfers, breed gezien, hoog liggen. 32 Conclusie/Zelf Evaluatie Dus? Wat is vergeten? Het proces van onthouden en vergeten gebeurt in de hippocampus en de amygdala. De hippocampus zorgt ervoor dat je sommige herinneringen beter onthoudt, door de synaptische bindingen te versterken, en anderen meer vergeet, door de bindingen te verzwakken. De amygdala plakt er een emotionele waarde aan. Het geheugen bestaat uit het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen. Informatie die je op een gegeven moment nodig hebt, wordt uit het langetermijngeheugen gehaald en in het kortetermijngeheugen geplaatst. Informatie die je binnen krijgt van de zintuigen, komt eerst in het kortetermijngeheugen. Als de informatie interessant genoeg is, wordt deze opgeslagen in het langetermijngeheugen. Om informatie bewust te onthouden moet deze steeds herhaald worden met de intentie deze te onthouden. Het is niet helemaal bekend hoe vergeten werkt. Het verzwakken en verbreken van synaptische bindingen is één van de theorieën. Andere mogelijkheden zijn: niet de juiste cues gebruiken, interferentie en geïnstrueerd vergeten. Het is mogelijk om dingen makkelijker bewust te onthouden. Hier zijn verschillende trucjes voor, mnemonische technieken genaamd. Bewust vergeten gaat moeilijk, juist omdat je je ervan bewust bent. Door erover na te denken krijg je een versterkte herinnering. Toch weten we dat we iets kunnen vergeten door aan iets anders te denken. Of emoties van invloed zijn op het vergeten, is niet duidelijk. Er is wel een fenomeen waarbij mensen een traumatische ervaring verdringen en het zich niet meer kunnen herinneren. Vergeetachtigheid wordt door de meesten ervaren als een last, maar het wordt niet gezien als een probleem. Mensen ergeren zich er erg aan als ze iets vergeten, maar lijden er niet onder. Er is vooral ergernis aan vergeten. Maar, moet ik mij zorgen maken? Ik herinner mij het gevoel dat ik had over mijn vergeetachtigheid vóór dit werkstuk nog heel goed. Het was voor mij een enorme last en een van mijn grootste irritaties. Mijn frustratie over mijn vergeetachtigheid zat zelfs zo in de weg, dat ik totaal geen aandacht schonk aan de tijden dat mijn geheugen wel geweldig was en juist die dingen vergat die ik graag wilde vergeten (al weet ik niet meer wat). Zelf heb ik twee enquêtes ingevuld: één vóór dit werkstuk en één daarna. De ingevulde enquêtes zijn te zien in bijlage 5: Zelf enquête ‘voor’ en bijlage 6: Zelf enquête ‘na’. Ik had mezelf begin dit schooljaar een 6’je gegeven als het ging om het leren van toetsen. Ik heb mezelf nu een 8 gegeven. De reden dat ik mezelf maar een 6 gaf, was vooral omdat ik 33 me er heel erg aan ergerde als ik iets niet wist te herinneren. Nu geef ik mezelf een 8 omdat ik goede cijfers haal ondanks het feit dat ik niet alles weet. Toen ik begon aan dit werkstuk, had ik mezelf een 3 gegeven voor mijn geheugen als het gaat om alledaagse dingen. Nu geef ik mezelf een 7,8. Als ik nadenk over wat ik vergeet, zijn het vooral kleine onbelangrijke dingen. Daar komt ook nog eens bij dat het niet heel vaak gebeurt dat ik dingen vergeet als mijn agenda of mijn sleutels. Ik vind het echter nog steeds vervelend als ik die vergeet. Ik kom nog even vaak niet op een woord en eigenlijk erger ik me er nog steeds evenveel aan. Het is voor mij vervelend als ik me niet goed kan uitdrukken omdat ik me een woord niet meer kan herinneren. Ik ergerde me echt mateloos aan mijn vergeetachtigheid. Ik had het gevoel dat ik alles vergat. Natuurlijk was dat niet zo, maar het gevoel was er wel. Ik zag vergeten als een groot probleem. Ik was bang dat er iets met me aan de hand was. Ik dacht er zelfs over om naar de dokter te gaan. Gelukkig, is dit nu allemaal voorbij. Ik vind mijn geheugen nog steeds niet geweldig en dat is het waarschijnlijk ook niet, maar ik weet wel dat er niets ernstigs aan de hand is. De dingen die ik vergeet komen grotendeels overeen met de dingen die in de literatuur staan en de voorbeelden die anderen noemen. Daar komt nog eens bij dat iedereen zich wel eens aan het vergeten ergert. De voorbeelden die ik noemde van dingen die ik vergeet, zijn hetzelfde gebleven. Ik vergeet nog steeds de zelfde soort dingen als voorheen. Ik ben me er alleen bewust van geworden dat het niet erg is om te vergeten. Uiteindelijk hebben de dingen die ik vergeet voorlopig geen enorme consequenties. Ik had mezelf voor dit werkstuk een 4 gegeven voor mijn geheugen. Nu geef ik mezelf een dikke 8 en ben ik zeer tevreden (en eigenlijk ook wel gelukkig) met mijn geheugen. Ik hoef niet alles te onthouden. De zorgen die ik had over mijn vergeetachtigheid zijn veel minder geworden. Ik weet nu dat ik niet de enige ben die last heeft van vergeten. Anderen ergeren zich ook aan vergeten en het was vooral dat ik me heel erg ergerde aan vergeten, weet ik nu. Ik kan mezelf gerust normaal verklaren. 34 Evaluatie Bij het maken van dit profiel werkstuk ben ik tegen vele obstakels aangelopen. Er hebben een heleboel uren in gezeten, waarvan een deel ‘wanhoopsuren’ waren. Er zijn een heleboel dingen niet gegaan zoals ik wilde of verwachte. Het was een enorme teleurstelling erachter te komen dat er weinig bekend was over vergeten. Wel was er aardig wat bekend over onthouden. Veel informatie over vergeten en onthouden zijn echter theorieën die niet helemaal bewezen zijn. Het was niet zo dat de theorieën niets toe te voegen hadden aan dit werkstuk, integendeel. Dit gaf mij de kans om zelf ook na te denken over hoe het allemaal zou kunnen zijn. Ik heb de theorieën kunnen gebruiken als basis voor mijn eigen theorieën. Dit gaf mij meer inzicht in mijn eigen probleem. Na de werking van het geheugen te hebben bestudeerd, kwam ik op het punt waar ik niet meer wist welke kant ik op moest. Er was niet meer te vinden over het onderwerp. Was er wel meer, dan vond ik het niet interessant genoeg om het in dit werkstuk te verwerken. Ik raakte in een ‘PWS-blok’, te vergelijken met een schrijversblok. Ik vond dat ik wel genoeg wist van het geheugen. Maar wat nu? Ik voelde een verzet ontstaan tegen dit werkstuk. Na lang denken, proberen en praten, kwam ik eruit: ik moest weer terug naar het begin, terug naar de wanhoop over mijn vergeetachtigheid. Die wanhoop zou mij uit deze wanhoop helpen. Ik ben toen begonnen met de enquête te maken, deze uit te delen en te verwerken. Voor mijn zelfreflectie, waar dit hele werkstuk eigenlijk over gaat, was de enquête een belangrijk onderdeel. Ik kreeg weer enthousiasme voor dit werkstuk en de wanhoopsuren waren geheel verdwenen. Voor mij was dit een hele nuttige ervaring. Ik begon namelijk met een persoonlijk probleem en eindigde juist met een oplossing. Het is heel lastig om uit een wanhoopssituatie te komen, maar de oplossing is heel simpel: ga terug naar de oorsprong en houd je doel voor ogen. Dit is misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Voor mij is gebleken dat ik hier hulp bij kan krijgen door te praten met anderen over mijn probleem. Hierdoor heb ik het kunnen oplossen en heb ik dit werkstuk kunnen leveren. Bij het verwerken van de enquêtegegevens, bleek de steekproef te klein om daadwerkelijk een trend te herkennen. Ik kon zo niet zien of er sprake was van een normale verdeling. De cijfers die de geënquêteerden gaven, zijn zeer subjectief. Om hier objectief waarde aan te kunnen hechten zou je geavanceerde technieken moeten gebruiken, zoals het meten van hersenactiviteit. 35 Dankwoord Ik heb een heleboel hulp gehad bij het maken van dit werkstuk. Daar wil ik een aantal mensen voor bedanken. Als eerste wil ik Gee van Duin bedanken. Ik kan u vertellen dat u een grote hulp voor mij was. U heeft mij door dit hele werkstuk geholpen en mij uit mijn wanhoop gehaald door mij erop te wijzen wat belangrijk is: wat wil ik? U maakte tijd vrij in uw drukke rooster, speciaal voor mij. Ondanks het feit dat ik steeds maar meer tijd nodig had en mijn inleverdatum bleef verschuiven, had u er begrip voor. U vond de ervaring belangrijker dan het uiteindelijke werkstuk. Het was belangrijker te leren van de ervaring, juist omdat ik er vaker mee te maken zal krijgen in het verdere schoolleven. Ook wil ik graag mijn familie bedanken en vooral mijn zusje. Mijn zusje zit dit jaar in haar laatste jaar havo en moest ook een profielwerkstuk maken. Zelf had zij ook een probleem met het vinden van een goed onderwerp. Ondanks dat hebben wij allebei er toch een kunnen vinden en hebben we steun aan elkaar gehad. Ik las jouw verslag en jij het mijne. Ik gaf jou kritiek en jij mij. Ik heb vooral veel gehad aan jouw aanmoediging. Je vertelde me steeds hoe leuk ik schreef en dat gaf mij zelfvertrouwen om verder te schrijven zoals ik wilde. Alle mensen die mij steeds herinnerden dat ik werk te doen had, als ik even niets deed, jullie ook bedankt. Mijn rustmomenten die ik zonder stress kon beleven, werden helemaal overhoop gegooid. Op dat moment ergerde ik me enorm aan jullie, maar achteraf gezien hebben jullie mij juist geholpen door mij de nodige stress te geven. Sorry voor mijn ergernis en bedankt. Martijn Meerhoff, mijn tweede begeleider, wil ik ook bedanken. Ondanks het feit dat u mij een moeilijk en complex persoon vindt, bent u er toch voor mij geweest. U vroeg elke les wel hoe het ging met mijn werkstuk. Bedankt voor uw interesse. Verder wil ik mijn vrienden bedanken, omdat ze in het zelfde schuitje zaten als ik. Jullie gaven mij het gevoel dat ik niet de enige was die wanhoop vertoonde en daardoor kon ik er beter mee omgaan. We hadden allemaal de gedachte ‘ Wat heb ik me op de hals gehaald?!’ in deze tijden. Uiteindelijk zijn we uit deze situatie gekomen en hebben onze meesterwerken af gekregen. Nu alleen de beoordeling nog. Ik kan natuurlijk niet mijn oom vergeten. Jij maakte tijd voor mij als je dat niet had. Je las graag mijn werkstuk als ik daar profijt van had. Je lachte me uit, waar ik bij was, om mijn taalgebruik. Naast een heleboel commentaar, vond je het toch een geslaagd werkstuk. Bedankt voor de hulp. Als laatst wil ik mezelf bedanken. Zonder jou had ik dit profielwerkstuk nooit kunnen maken. Als jij je geen zorgen maakte over je geheugen, had ik meer wanhoopsuren en wel in het vinden van een goed onderwerp. Jouw probleem was essentieel voor dit werkstuk en heeft mij veel geleerd. Alhoewel, als je niet vergeetachtig was, had ik waarschijnlijk betere cijfers, zou ik eindelijk namen onthouden en wist ik welke Turkse pizza van mij was. Toch ben ik blij dat de vergeetachtigheid er was en alleen al daarvoor: bedankt. 36 Bronnenlijst ‘Rain Man’ overleden. (2009). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://nos.nl/artikel/124525-rain-man-overleden.html Busato, V. & Hamaker, C. (2000). Het geheugen. Amsterdam: Amsterdam University Press. Filmrecensie: Rain Man,(z.d.). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://www.movie2movie.nl/index.php?item=190&film=3400&letter Forgetting. (z.d.). Geraadpleegd op 1 januari 2010, http://en.wikipedia.org/wiki/Forgetting Gevaarlijke conclusie over verdrongen herinneringen.(1997). Geraadpleegd op 22 februari 2010,http://www.trouw.nl/krantenarchief/1997/10/15/2560068/Gevaarlijke_conclusie_ove r__verdrongen_herinneringen_.html Het geheugen; werking, ligging en functie binnen de hersenen. (2009). Geraadpleegd op 7 december 2009, http://wetenschap.infonu.nl/anatomie/36609-het-geheugen-werkingligging-en-functie-binnen-de-hersenen.html Menselijk brein kan onaangename herinneringen verdringen. (2007). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://www.gva.be/Archief/guid/menselijk-brein-kan-onaangenameherinneringen-verdringen.aspx?artikel=5e9e3b81-72f3-4219-b1ea-e09aea254f79 Mnemotechniek.(z.d.).Geraadpleegd op 31 januari 2010, http://nl.wikipedia.org/wiki/Mnemotechniek Verdrongen herinneringen aan seksueel misbruik bestaan niet. (2006). Geraadpleegd op 22 februari 2010, http://www.kennislink.nl/publicaties/verdrongen-herinneringen-aanseksueel-misbruik-bestaan-niet Vergeten. (z.d.). Geraadpleegd op 1 januari 2010, http://nl.wikipedia.org/wiki/Vergeten 37 Logboek Datum Tijdsduur Gedaan Wie-wat 25-0609 2:15 Workshop: 25-0609 1:30 Begeleiding suren WORD-EXEL, Interview/enquête, Gamma. Martijn Meerhoff, Sabine de Vries. 25-0609 1:00 Op internet zoeken naar onderwerp - 26-0609 1:30 Workshop: 29-0609 2:15 Workshop: 29-0609 1:30 Begeleiding s uren Succesvolle PWS Esra & Rachel, Plannen Lay-out, Succesvolle PWS Magdalena & Amal, Engels summary Met Meerhoff Nog geen gesproken over onderwerp. onderwerpen. 30-0609 4:00 01-0709 0:45 Onderzoek en onderwerp bedenken. Onderwerp besproken. 01-0709 01-0709 Week 36 1:00 Week 37 1:30 1:30 3:00 Logboek maken. Opdracht D maken Zoeken beter onderwerp Zoeken naar onderwerp Probleem Nog geen onderwerp. Brainstorm en. Nog geen interessant e onderwerp en gevonden. Oplossing Afspraken Blijven zoeken. Blijven zoeken naar onderwerp Blijven zoeken. Zie Morgen zoeken naar onderwerp op school i.p.v de overige opdrachten . Nog eens bespreken . Opdracht D maken. Op internet. Met Meerhoff. Kreeg te horen dat ik opdracht D nog moest doen. Invullen van PWS activiteiten. Geen echte feedback gehad. Iets met voeding? Geen onderzoeks vraag Niets gevonden 38 Verder zoeken Week 37 0:15 07-0909 0:15 10-0909 0:15 25-0909 0:30 09-1009 0:15 Gesprek met Meerhoff 11-1009 13-1109 0:45 24-1109 3:45 03-1209 2:45 07-1209 1:00 07-1209 0:30 13-1209 2:45 Bijwerken Logboek Lezen uit boek ‘Het geheugen’ tijdens LOB Beginnen met onderzoek en verslag. Verder werken aan verslag. Werken aan verslag. Gesprek met Van Duin. Werken aan verslag. 22-1209 0:45 23-12- 3:30 0:45 Bij het slapen gaan ond. Bedacht. Gesprek met Van Duin Gesprek met Meerhoff Werkplan maken Bedenken van mogelijk proefje. Verder met Onderwerp ‘leren’ Nog geen goede onderzoeks vraag Praten met begeleider Praten met begeleider Onderwerp: Vergeetachtigheid bij jonge mensen. Literatuur voor mijn onderwerp Werking van het geheugen. Globale indeling. Werking van het geheugen. Opzoeken neuronen, synapsen etc. Voortgang van pws. Hoe verder. Amygdala opslaan van informatie Kleurtest, woordentest, leren voor SO. Verhaal bibliotheek, 39 Werkplan niet af. In weekend tijd nemen op Logboek en Werkplan bij werken. Vorm staat nog niet vast. Vragen om mening van Van Duin. Afmaken en opsturen naar begeleiders Elke week bij LOB op vrijdag is mijn PWS uur Zie oplossing. 09 verslag 25-1209 1:30 Verder aan verslag. 01-0110 03-0110 2:45 Verder aan verslag. Verder aan verslag, 04-0110 0:30 Gesprek met Van Duin 11-0110 0:15 Gesprek met Van Duin 18-0110 0:15 Gesprek met Van Duin 24-0110 25-0110 1:00 Maken enquête Aanpassen enquête 27-0110 2:30 29-0110 4:15 31-0110 6:00 Verder aan verslag 01-02- 3:00 Enquêtes 1:45 0:15 Werken aan verslag. Verder aan verslag. research over biologie achter onthouden en vergeten. Biologie achter… Biologie achter en vergeten vergeten + Deelvragen beantwoorden. Bespreken enquête, theorie voor vergeten zelf bedenken. Bespreken wat ik al op papier heb staan. Meningen uitwisselen. Bespreken wat ik al op papier heb staan. Meningen uitwisselen. Bespreken enquête. Vragen bedenken voor enquête Toevoegen van vraag en verwijderen van anderen. Opmaken enquête. Vooral lezen. Vooral lezen. Hier en daar verslag aanpassen. Verwijderen bibliotheek verhaal. Probeer me te concentreren op het antwoorden op de deelvragen. Ik denk erover om een of twee deelvragen weg te laten. 40 Ik kom maar niet verder. Ik weet niet hoe ik verder moet Beantwoo rden van deelvrage n. Enquêtes maken Enquêtes zo snel mogelijk afnemen Ik krijg het maar niet af. Ondanks al deze tijd kom ik niet echt ver. 10 07-0210 1:30 afnemen. Enquêtes Lezen en doornemen 08-0210 0:45 Gesprek met Van Duin 08-0210 0:45 Aanpassen verslag 09-0210 4:00 12-0210 4:15 Aanpassen verslag en opzoeken info over normale verdeling. Ook een klein deel van enquêtes verwerkt Werken aan verslag. 14-0210 8:15 Verwerken enquettes: Beginnen aan : Ervaring van Anderen. 15-0210 0:45 Gesprek met Van Duin. Gemiddeldes met de hand berekenen en bekijken van voorbeelden om zo een idee te krijgen hoe het te verwerken. Proberen te rubriceren. Hoe nu verder Zit vast Nieuwe indeling v. PWS hoofdstukken en eigen enquête ingevuld Enquête moeilijk te rubriceren. Kon niet vinden wat ik zocht over de normale verdeling. Nieuwe hoofdstukken uitwerken zoals Mnemonische technieken. In Excel. Veel opgezocht op internet over hoe en wat in Excel. Uiteindelijk gelukt de dingen in grafieken te krijgen. Het koste meer tijd dan ik dacht. Bespreken wat gedaan gisteren. Bekijken van grafieken en de 41 Weer terug naar hoe het begon. Niet meer biologie maar meer psychologi e. tekst. Inhoud ziet er goed uit. Gewoon verder gaan. 17-0210 4:45 Verwerken nieuwe gegevens in Excel. 19-0210 1:15 20-0210 8:00 Alles na lezen en enquêtes verder verwerken. Werken aan verslag in zijn geheel. 21-0210 14:15 Verder werken aan verslag. Excel op school is anders en niet alles lukt even goed. Koste meer tijd dan ik dacht. Het meest verder gewerkt in ‘ervaring van anderen’ Enquêtes verder verwerkt met name onderdeel A en B. Conclusie, tabellen evaluatie etc. Verslag in totaal controleren en afmaken. Verzorging van verslag. De laatste loodjes. 87 uur + 1185 minuten = 87 + 22u en 15 min Totale tijd: 112 uur en 15 minuten. 42 Bijlagen 43 Bijlage 1: Enquête Leeftijd: ………… M / V (omcirkel) A. Geef jezelf een cijfer. 1 = zeer slecht 10 = zeer goed Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om leren voor toetsen Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om alledaagse dingen (bijv. je sleutels) ………. ………. 1= bijna nooit 10 = heel vaak Hoe vaak kan je een woord niet ‘vinden’(niet komen op een woord? ………. B. Voorbeelden. Heb je last van vergeten? (Leg uit a.u.b.) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Is vergeten echt een probleem voor jou? (licht toe a.u.b.) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Geef een aantal voorbeelden van dingen die je (snel) vergeet. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… C. Totaalbeeld Geef een cijfer voor je geheugen in het algemeen. 44 ……… Bijlage 2: Resultaten Onderdeel A Percentages A1 60 Frequentie (%) 50 40 30 Jongens Meisjes 20 10 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Percentages A2 60 Frequentie (%) 50 40 30 Jongens Meisjes 20 10 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 Cijfer 45 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Percentages A3 60 Frequentie (%) 50 40 30 Jongens Meisjes 20 10 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Percentages M/J A1 45 40 Frequentie (%) 35 30 25 20 15 10 5 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 Cijfer 46 6 6,5 Percentages M/J A2 45 40 Frequentie (%) 35 30 25 20 15 10 5 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Percentages M/J A3 45 40 Frequentie (%) 35 30 25 20 15 10 5 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 Cijfer 47 6 6,5 Frequentie Meisjes B1 Frequentie Jongens B1 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Frequentie Frequentie Bijlage 3: Resultaten Onderdeel B Ja Soms Nee Ja Antwoord Frequentie Frequentie Frequentie Jongens B V2 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Soms 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Nee Ja Antwoord Frequentie Frequentie Nee Frequentie Jongens B V2 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Soms Soms Antwoord Frequentie Jongens B1 Ja Nee Antwoord Frequentie Meisjes B2 Ja Soms Nee 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Ja Antwoord Soms Antwoord 48 Nee Bijlage 4: Resultaten Onderdeel C Percentages Meisjes C 60 Frequentie (%) 50 40 30 20 10 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Percentages Jongens C 40 Frequentie (%) 35 30 25 20 15 10 5 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Cijfer Frequentie (%) Percentages M/J C 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 Cijfer 49 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Bijlage 5: Zelf enquête ‘voor’ Leeftijd: 18 Vrouw A. Geef jezelf een cijfer. 1 = zeer slecht 10 = zeer goed Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om leren voor toetsen Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om alledaagse dingen (bijv. je sleutels) 6 3 1= bijna nooit 10 = heel vaak Hoe vaak kan je een woord niet ‘vinden’(niet komen op een woord? 5 B. Voorbeelden. Heb je last van vergeten? (Leg uit a.u.b.) Ja, heel erg. Ik erger mij er mateloos aan! Ik wil niet vergeten en zeker geen dingen die ik nodig heb. Het lijkt alsof ik alles vergeet wat er ook maar in mijn hoofd terecht is gekomen. Ik ben bang dat er wat met me aan de hand is. Dit is toch niet normaal meer! Is vergeten echt een probleem voor jou? (licht toe a.u.b.) Ja, omdat ik mij er zo aan erger. Ik vind het heel vervelend als ik iets vergeet, omdat vergeten nooit goed uit komt. Ik kan me heel erg aan mijn eigen vergeetachtigheid ergeren. Gelukkig haal ik wel goede cijfers en zijn er nooit ernstige gevolgen geweest. Geef een aantal voorbeelden van dingen die je (snel) vergeet. Boeken en andere schoolspullen Mijn telefoon of sleutels Eten en drinken Huiswerk Wat ik aan het doen was Wat ik wilde gaan doen Toetstof Waar een boek over ging Namen van mensen die ik pas ontmoet heb De week, datum etc. Wat ik voor iemand moest doen C. Totaalbeeld Geef een cijfer voor je geheugen in het algemeen. 50 4 Bijlage 6: Zelf enquête ‘na’ Leeftijd: 18 Vrouw A. Geef jezelf een cijfer. 1 = zeer slecht 10 = zeer goed Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om leren voor toetsen Cijfer voor mijn geheugen als het gaat om alledaagse dingen (bijv. je sleutels) 8 7,5 1= bijna nooit 10 = heel vaak Hoe vaak kan je een woord niet ‘vinden’(niet komen op een woord? 5 B. Voorbeelden. Heb je last van vergeten? (Leg uit a.u.b.) Niet echt meer. Natuurlijk vergeet ik nog steeds van alles en nog wat en vind ik dat nog steeds vervelend, maar meestal heb ik er niet echt last van. Ik bedenk dan dat het misschien wel niet zo belangrijk is en dat ik er later misschien weer op kom. Ik heb ook een trucje: Ik schrijf wat ik later moet doen of wat ik niet mag vergeten gewoon op mijn hand. Die raak ik niet kwijt. Maar over het algemeen vind ik dat ik best goed onthoud. Is vergeten echt een probleem voor jou? (licht toe a.u.b.) Nee, niet echt meer. Ik vond het verschrikkelijk dat ik zoveel vergat. Er zijn gelukkig nooit grote en levensbepalende consequenties geweest (voor zover ik weet), dus is het geen probleem voor mij. Geef een aantal voorbeelden van dingen die je (snel) vergeet. Boeken en andere schoolspullen Mijn telefoon of sleutels Eten en drinken Huiswerk Wat ik aan het doen was Wat ik wilde gaan doen Toetstof Waar een boek over ging Namen van mensen die ik pas ontmoet heb De week, datum etc. Wat ik voor iemand moest doen C. Totaalbeeld Geef een cijfer voor je geheugen in het algemeen. 51 8