DGOBR Informatiseringsbeleid Rijk Contactpersoon L.P. de Rouw T 06 - 15 03 54 82 Datum 2 oktober 2012 RijksOverheidsN OverheidsNetwerk 2.0 (RON2.0) Lijnparaaf Medeparaaf Afschrift aan Inleiding In het kader van de Compacte Rijksdienst wordt gestreefd naar meer samenwerken en het delen van generieke ICT-voorzieningen ICT voorzieningen door de afzonderlijke rijksdiensten. Verdere stroomlijning van de bedrijfsvoering en het ontdubbelen van de uitvoering en het toezicht, ht, levert efficiencywinst op. Dit is als onderdeel van de I-strategie I strategie uitgewerkt in het programma Aanbodstructurering. Hiervan is de generieke dienst ‘Basisinfrastructuur’ onderdeel. onderdeel Basisinfrastructuur van het Rijk gaat eerst en vooral over het vraagstuk van connectiviteit van netwerken. Deze netwerkconnectiviteit binnen de rijksdienst wordt in deze visie aangeduid met de term RijksOverheidsNetwerk 2.0 (RON2.0). Het streefbeeld van de visie is gericht op 2020 en zal via een implementatietraject met onderlinge samenwerking samenwer en afstemming stapsgewijs worden bereikt vanuit de huidige situatie. Achtergrond In het verleden zijn door diverse organisaties binnen de rijksdienst netwerken aangelegd om hun gebouwen op verschillende locaties onderling te verbinden. verbinden. Vervolgens zijn zogenaamde koppelingen (koppelnetwerken) gerealiseerd om connectiviteit tussen organisaties te realiseren. Gaandeweg is hiermee een vrijwel dekkend netwerk ontstaan binnen de gehele overheid. Het Rijk maakt in de kern van dit dekkend netwerk gebruik van de Haagse Ring en Diginetwerk.. De realisatie hiervan is een grote sprong voorwaarts geweest om informatie te delen en ministeries met elkaar en met de buitenwereld te verbinden. In de basis vormen deze Haagse Ring en Diginetwerk samen met met aangesloten andere netwerken een gesloten netwerk omdat alleen zo de gegarandeerde kwaliteit en veiligheid te realiseren zijn. De huidige netwerken zijn echter onafhankelijk van elkaar en vanuit verschillende beleidskaders ontwikkeld. Er is daardoor sprake sp van een veelheid van netwerkdomeinen met weinig tot geen onderlinge samenhang met een ondoorzichtige beheersbaarheid. Dit geheel is onvoldoende toereikend om de voorgenomen doelen van de I-strategie I te kunnen ondersteunen. Pagina 1 van 6 Flexibiliteit, minder complexiteit en koppelbaarheid met gegarandeerde kwaliteit en veiligheid kunnen niet goed in samenhang verder worden ontwikkeld. Dit leidt tevens tot hogere kosten dan noodzakelijk en gewenst. Datum 2 oktober 2012 Rijksnetwerk: een netwerk van netwerken De stuurgroep Basis infrastructuur , die onder leiding staat van de CIO Rijk heeft het initiatief genomen om te komen tot een visie op de connectiviteit voor het Rijk met als uitgangspunt een netwerk van netwerken die op basis van overeengekomen (rijks)standaarden (op gebied van connectiviteit en veiligheid) zijn gekoppeld. Uitgangspunten zijn: ♦ De samenhang tussen deze netwerken en standaarden eenvoudig en tegen lagere dan de huidige kosten kan worden beheerd. ♦ De doelstellingen uit CRD en de I-strategie efficiënt en effectief kunnen worden gerealiseerd. ♦ De huidige belangen en verantwoordelijkheden van de rijksorganisaties zijn geborgd. Dit Rijksnetwerk (RON2.0) draagt zorg voor de communicatie tussen vooraf gedefinieerde bronnen en bestemmingen op netwerkniveau binnen de rijksdienst waarbij any-to-any communicatie mogelijk is (‘in principe communicatie tussen alle bronnen en bestemmingen’). Het Rijksnetwerk koppelt tevens op veilige wijze met netwerken van andere overheden, ketenpartners en het internet en is geschikt voor data-, spraak- en videocommunicatie via zowel vaste, als draadloze netwerken. De definitie van het RijksOverheidsNetwerk (RON 2.0): RON2.0 is een gesloten virtueel netwerk, samengesteld uit enkele bestaande hoofdnetwerken, voor de rijksoverheid voor data, spraak en video en biedt via standaarden en koppelvlakken tevens de mogelijkheid voor veilige connectiviteit met andere overheden, burgers en bedrijven, ook over landsgrenzen heen. RON2.0 vormt samen met de geconsolideerde datacenters het fundament van de generieke ICT-infrastructuur van de rijksoverheid met respectievelijk connectiviteit, verwerkingscapaciteit en opslagvoorzieningen. Voor de netwerkconnectiviteit worden generieke, rijksbrede (technische) kaders opgesteld op basis waarvan een samenhangend netwerk van netwerken zal worden gerealiseerd als generieke ICT-voorziening voor de rijksoverheid waarin interoperabiliteit is gewaarborgd en waarmee de beoogde doelen van de I-strategie worden ondersteund. Daarmee wordt uiteindelijk bijgedragen aan de CRD doelstelling kleiner en beter. Kostenbesparing en adequate informatiebeveiliging bij realisatie van deze doelen gelden als belangrijke randvoorwaarden. De doelen uit de I-strategie leiden tot de volgende eisen verbonden aan de netwerkconnectiviteit: ♦ Meer interdepartementaal samenwerken Eis: eenvoudige communicatie via data-, spraak- en videotoepassingen voor alle medewerkers en diensten van de Rijksoverheid mogelijk maken (any to any communicatie via virtuele netwerken binnen RON2.0). ♦ Beter plaats/tijd/apparaat onafhankelijk werken Eis: ondersteuning van de functionaliteit in het netwerk om via de identiteit van de gebruiker, de plaats, het type apparaat en beschikbare bandbreedte, transparante toegang te (doen kunnen) bepalen. Dit kan zowel over bedraadde als draadloze netwerkdragers. Pagina 2 van 6 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Flexibel generieke rijksapplicaties (zoals rijksportal, hrm, documentbeheer) ondersteunen Eis: eenduidige netwerkarchitectuur om toegang eenvoudig en snel rijksbreed te kunnen realiseren. Consolidatie van datacenters en realisatie gesloten Rijkscloud Eis: eenduidige netwerkarchitectuur om datacenters effectief te kunnen verbinden en in te zetten als één virtueel datacentrum c.q. als de gesloten Rijkscloud voor de gehele rijksoverheid. Gemeenschappelijke internetvoorziening en koppelvlakken externe netwerken Eis: eenduidige koppelvlakarchitectuur zodat de (logische) koppelingen eenduidig en redundant al dan niet op meerdere fysieke plaatsen in het netwerk is te realiseren. Bedrijfsverzamelgebouwen (voordeurdeling) Eis: interconnectiviteit en transparantie zodat virtuele netwerken op elke willekeurige locatie zijn te configureren voor elke organisatie binnen de rijksoverheid. Daarmee is toegang voor elke organisatie binnen de rijksoverheid op elke willekeurige locatie te verlenen. Rijksbreed identity- en accessmanagement Eis: standaarden en technische voorzieningen op netwerkniveau die identity- en accessmanagement mogelijk maken. Datum 2 oktober 2012 Waarom een netwerk van netwerken? Als de rijksoverheid echt één organisatie zou zijn, zou dit ervoor pleiten één netwerk te hebben. Dit wordt door veel deskundigen gepropageerd. Echter, de rijksoverheid bestaat uit meerdere organisaties die daar waar mogelijk diensten met elkaar delen. Dit betekent: ♦ De grote functionele diversiteit en de daarmee samenhangende zeer uiteenlopende eisen van de vele rijksoverheidsorganisaties maken het streven om te komen tot één netwerkinfrastructuur simpelweg niet realistisch en wenselijk. ♦ migratie naar één netwerk is op de schaal van de rijksoverheid zeer omvangrijk en risicovol en zou alleen al vanwege de vele uit fase lopende contracten en vernieuwingstrajecten leiden tot kapitaalvernietiging. ♦ het beleggen van een dergelijk groot netwerk in de markt zou kunnen leiden tot verstoring van die markt, zelfs als van meerdere leveranciers gebruik zou worden gemaakt. ♦ ten slotte leidt het behouden van meerdere netwerkaanbieders tot meer concurrentie en marktwerking. Daarom streeft de rijksoverheid met deze visie naar een netwerk van netwerken in plaats van één groot netwerk. Concreet betekent dit dat: ♦ Het besloten Rijksnetwerk bestaat uit een beperkt aantal hoofdnetwerken (grote netwerken van o.m. V&J, RWS, Defensie, Belastingdienst) ♦ waar rijksorganisaties op kunnen aansluiten (onder de conditie dat bij aansluiten zij voldoen aan de daarvoor benodigde eisen en standaarden) ♦ en een centraal deel dat zorgt voor interconnectiviteit tussen de hoofdnetwerken, verbinding met de datacenters, implementeren en bewaken van de standaarden. In de technische versie van deze visie is dit uitgewerkt. Pagina 3 van 6 Waarom een gesloten netwerk en niet het open internet? Voor een gesloten netwerk kan de kwaliteit en veiligheid gedefinieerd en geborgd worden, dit in tegenstelling tot internet. Dit is nodig om zowel de continuïteit en de vertrouwelijkheid alsook de integriteit van informatiestromen en achterliggende informatiesystemen te kunnen waarborgen. Hoewel de vertrouwelijkheid en integriteit door middel van vercijfering (encryptie) via internet in principe technisch geregeld kunnen worden, leiden de eisen met betrekking tot beschikbaarheidsgaranties van informatiestromen en achterliggende informatiesystemen tot uitsluiting van internet als medium voor een rijksnetwerk. Dit zou in de toekomst wel tot de mogelijkheid kunnen behoren als de techniek zo ver is gevorderd dat data kosteneffectief kan worden versleuteld met behoud van kwaliteit en beschikbaarheid. Dit is echter op dit moment niet haalbaar vanwege de hoge kosten en het feit dat alle techniek nog niet beschikbaar is. Internet kan wel worden ingezet aan de ‘randen’ van het netwerk zoals feitelijk nu al gebeurt voor bijvoorbeeld plaatsonafhankelijk werken en mobiele toepassingen. Hiertoe worden uiteraard extra beveiligingsvoorzieningen ingezet. De beschikbaarheidseisen hiervoor laten dit ook toe. Datum 2 oktober 2012 Wat is de relatie tussen rijksinfrastructuur en de (bredere) overheidsinfrastructuur? In de huidige situatie vormt het Diginetwerk de verbindingsschakel tussen de diverse ‘koppelnetwerken’ in de publieke sector. De standaarden en koppelvlakken(definities) die reeds in de huidige situatie daartoe door Logius zijn geïmplementeerd, worden voor RON2.0 doorontwikkeld. Gemeenschappelijke infrastructuurcomponenten zullen in het RON2.0 worden opgenomen zodat deze efficiënt kunnen worden ingezet in de publieke sector. Governance Het besturingsmodel van RON 2.0 zal voldoen aan de algemene uitgangspunten voor sturing en regie van de rijksbrede ICT, gebaseerd op de verzorgingsgebieden zoals gedefinieerd binnen de rijksdienst en de rol die de interne strategische partners hebben binnen de aanbodstructurering. Hierbij wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij de bestaande besluitvormings- en overlegstructuren. Aanvullend geldt: ♦ De beheerders van de hoofdnetwerken voeren samen met de beheerder van het centrale deel van het rijksnetwerk de tactische regie en coördinatie op samenhang en kwaliteit van het rijksnetwerk. ♦ Op strategisch niveau zijn vertegenwoordigers vanuit bedrijfsvoering Rijk en eoverheid verantwoordelijk voor de ontwikkeling van RON2.0 (met een adequate rol voor de grote uitvoeringsorganisaties). ♦ Op strategisch niveau wordt toezicht gehouden en periodiek opdracht gegeven tot de uitvoering van een onafhankelijk onderzoek naar de uitvoering van het beleid, inclusief de praktische ervaringen vanuit de gebruikersorganisaties. Financiering Met de implementatie van de visie wordt gestreefd naar een structurele financiering voor de rijksconnectiviteit. Hiertoe gelden de volgende uitgangspunten voor de dekking van de kosten van RON2.0: ♦ De centrale delen van RON2.0 voor wat betreft exploitatie, inclusief beheer en de ontwikkeling, zullen centraal worden gefinancierd. ♦ Organisaties nemen een aansluitnetwerk als dienst af en betalen naar rato van aansluitcapaciteit aan de leverancier van het netwerk. ♦ Organisaties nemen aanvullende diensten af van een leverancier en betalen naar rato van aansluitcapaciteit. Pagina 4 van 6 Wat betekent het als hier ‘ja’ tegen wordt gezegd? Het onderschrijven van de visie op de rijksconnectiviteit betekent het volgende: ♦ Een geharmoniseerd (virtueel) netwerk is een noodzakelijke voorwaarde voor het realiseren van de generieke informatie-infrastructuur. De implementatie van RON2.0 leidt tot een stevige technische en functionele basis voor de informatie-infrastructuur en versterkt de realisatie van de doelstellingen uit de Compacte Rijksdienst. ♦ Biedt handvatten voor een eenduidiger sturing (bijvoorbeeld door het in één hand brengen van de regisserende verantwoordelijkheid, kan beter op de kwaliteit - o.a. op het gebied van standaardisatie, protocollen, veiligheid enz. van het geheel aan netwerken worden gestuurd). ♦ Vraagbundeling van individuele organisaties leidt tot harmonisatie en standaardisatie en maakt het gezamenlijk halen van efficiencyvoordelen mogelijk en leidt tot bundeling en hergebruik van schaarse kennis van netwerktechnologie binnen het rijk. ♦ Functionaliteit van het rijksnetwerk neemt zowel op departementaal als interdepartementaal niveau toe. Implementatie van verbindingen tussen partijen, zowel tussen organisaties binnen het rijk als erbuiten, wordt aanzienlijk versneld waardoor ketenautomatisering en ondersteuning wordt vereenvoudigd. ♦ Om dubbelingen te voorkomen, zal de basisinfrastructuur van het Rijk bij voorkeur en daar waar logisch en waar mogelijk, samenvallen met de basisinfrastructuur van de overheid. Tevens wordt de ervaring en kennis inzake ICT-netwerken binnen de overheid hergebruikt. De aansluiting op rijkskantoorlocaties wordt genormaliseerd en gestandaardiseerd en maakt voordeurdeling met meerdere ICT-dienstverleners in één pand praktisch mogelijk. ♦ Financiering op basis van een ‘vastrecht’ (‘gebruik waterleiding’)gecombineerd met een opslag naar verbruik (‘water uit de kraan’), leidt tot een rechtvaardige en transparante, structurele financiering. De implementatie van de rijkscloud wordt aanzienlijk vereenvoudigd en in combinatie met RON2.0 leidt volgens analisten (w.o. Gartner) tot een aanzienlijke kostenreductie rijksbreed . Datum 2 oktober 2012 En wat als we dit niet doen? Indien de huidige situatie ongewijzigd wordt voortgezet, zal de netwerkdienstverlening zoals die nu bestaat (met alle bijbehorende discussies, afstemmingsvragen en financieringsvragen) feitelijk doorlopen. Dit betekent voor zowel de huidige situatie, als in de toekomst: ♦ Toegang tot rijksbrede systemen, verbindingen met eigen systemen of verbindingen met eigen organisaties binnen andere verzorgingsgebieden vraagt veel afstemming. Dit leidt tot onnodige kosten om verbindingen tussen organisaties binnen het rijk en met organisaties buiten het rijk te organiseren. De coördinatiekosten worden navenant hoog. ♦ Ad-hoc benadering vanuit individuele belangen die interdepartementale samenwerking vertraagt en leidt tot veel dubbelingen (w.o. dubbele lijnen) en dus onnodige kosten. ♦ Uitrollen (deployment) van ICT-diensten binnen - en over organisaties gaat langzamer. ♦ Het technisch onderhouden kost veel meer tijd, deskundigheid (kennis) en capaciteit. ♦ Veiligheid lastiger te garanderen. Pagina 5 van 6 Relatie met ON2013 In oktober 2013 eindigt de looptijd van de raamovereenkomst OT2006 Cluster Data. Dit betekent onder meer dat een deel van de ICT-netwerken opnieuw Europees aanbesteed dient te worden. De andere overeenkomsten van Cluster Data eindigen uiterlijk 1 april 2014. Om ook na die tijd verzekerd te zijn van netwerk- en connectiviteitsdiensten, dient op korte termijn de aanbesteding OverheidsNetwerken 2013 (ON2013) van start te gaan. Datum 2 oktober 2012 Dankzij de visie op rijksconnectiviteit kan in de aanbesteding ON2013 optimaal worden aangesloten op de kaders die voortvloeien uit de visie en daarmee kunnen kostenvoordelen direct worden nagestreefd. De visie op de basisinfrastructuur en de vraagverkenning worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep Basisinfrastructuur, die onder leiding staat van de CIO Rijk. Deze stuurgroep zal zich ook over de aanbesteding ontfermen, daarin ondersteund door de HIS als IUC. De aanbesteding start in oktober en is eind 2013 afgerond. Pagina 6 van 6