Veel gebruikte antibiotica 1/2 Veel gebruikte antibiotica 2/2

advertisement
Veel gebruikte antibiotica
A
Wat
Nederland en België: gentamycine, tobramycine, amikacine,
neomycine
Toediening
Parenteraal, intramusculair, intraveneus, per inhalatie, oculair,
oromucosaal (via mondslijmvlies), in het oor
Werking
Aminoglycosiden dringen de
celwand van de bacterie binnen
en hebben een bactericide werking door de eiwitsynthese te
blokkeren. Zonder deze eiwitsynthese kan de bacterie niet
leven.
Indicaties
Ernstige bacteriële infecties,
zoals longinfecties bij cystic
fibrosis, ernstige longontstekingen, gecompliceerde urineweginfecties, endocarditis,
sepsis.
C
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties (inclusief anafylactische shock),
overgevoeligheid voor zonlicht,
misselijkheid, braken, diarree.
Na langdurig gebruik en bij
hoge doseringen kan ototoxiciteit optreden (gehoorverlies).
Of de gehoorschade blijvend
is, hangt af van het soort antibioticum, de concentratie in
de binnenoorvloeistoffen en de
periode van blootstelling. Er is
kans op nefrotoxiciteit, waardoor de nieren slechter gaan
functioneren.
Interacties
- Vermijd combinaties met
andere geneesmiddelen die
ototoxisch of nefrotoxisch
zijn, bijvoorbeeld: parenteraal
amfotericine B, cefalosporines, coli-stine, vancomycine,
NSAID’s en ciclosporine.
- Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid2 met andere ami-
noglycosiden kunnen
optreden (minder bij amikacine dan bij de andere middelen).
Aandachtspunten
- Omdat de resorptie na orale
toediening van aminoglycosiden minimaal is, geef je
antibiotica uit de aminoglycosiden-groep in het algemeen
parenteraal. Lokale toediening
(oog- of oordruppels, crème)
komt ook voor. Of via inhalatie, middels verneveling. De
toepassing van neomycine en
tobramycine bij (selectieve)
decontaminatie (ontsmetting)
van de darmen gebeurt oraal,
juist wegens de geringe resorptie.
- Bij intraveneuze toediening
is er een hoger risico op ototoxiciteit en nefrotoxiciteit.
Waarschuw de behandelend
arts als je patiënt opeens minder goed kan horen.
hinolonen
Wat
Nederland en België: de
bekendste middelen zijn
norfloxacine en ciprofloxacine
(Ciproxin®/Ciproxine®).
Toediening
Oraal, intraveneus
Werking
Chinolonen remmen de
DNA-synthese van bacteriën, waardoor ze doodgaan.
Middelen uit deze groep
zijn bactericide (bacteriedodend).
G
Indicaties
Luchtweginfecties (o.a. bij
cystic fibrosis), infecties van
het maag-darmkanaal (bijvoorbeeld salmonella) en van de
huid en weke delen, SOA’s.
Bijwerkingen
Maagdarmklachten, neurologische klachten (duizeligheid,
slaapstoornissen, hallucinaties),
acuut nierfalen, overgevoeligheid voor zonlicht (snel verbranden). En een opvallende:
peesontsteking of zelfs peesruptuur bij voortgezet gebruik.
Interacties
Antibiotica uit de chinolonengroep kunnen het risico op
QT-intervalverlenging verhogen (zie ook bij macroliden).
De mate waarin dit effect optreedt, verschilt per stof.
Aandachtspunten
Zwangere vrouwen en jonge
kinderen (in de groeifase)
mogen geen antibiotica uit de
chinolonen-groep gebruiken
omdat deze mogelijk de vorming van kraakbeen verstoren.
lycopeptiden
Wat
Vancomycine (NL: Vancocin
CP®, B: Vamysin®), teicoplanine
(Targocid®)
Toediening
Met name intraveneus, soms
oraal
Werking
Glycopeptiden werken bactericide (bacteriedodend) omdat ze
de opbouw van de celwand van
de bacterie verstoren. Zonder
goede celwand gaat de bacterie
dood.
Indicaties
Infecties veroorzaakt
door meticilline-resistente
Staphylococcus aureus(MRSA-)stammen, osteomyelitis, weke-deleninfectie, bacteriële pneumonie, (infectieuze)
M
P
Wat
Nederland: erytromycine (generiek,
alleen cutaan: Inderm®), claritromycine
(Klacid®), azitromycine (Zithromax®,
Azyter®), roxitromycine.
België: erytromycine (Erythrocine®,
Erythroforte®, alleen cutaan: Acneryne®,
Erycine®, Inderm®), claritromycine
(Biclar®), azitromycine (Zithromax®),
roxitromycine (Rulide®)
Wat
Nederland: amoxicilline, amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®), flucloxacilline (Floxapen®)
België: amoxicilline (Clamoxyl®, Flemoxin®),
amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®,
Clavucid®), flucloxacilline (Floxapen®,
Staphycid®)
Toediening
Oraal, intraveneus, oculair, cutaan
Werking
Penicillinen verhinderen dat bacteriën de juiste
stoffen maken voor de bouw van de celwand.
Zonder goede celwand gaan bacteriën dood. Ze
hebben dus een bactericide (bacteriedodende)
werking.
acroliden
minoglycosiden
endocarditis, sepsis, gecompliceerde urineweginfecties, infectie met Clostridium difficile.
Bijwerkingen
Overgevoeligheid voor middelen uit de glycopeptiden-groep
komt voor, inclusief anafylactische reacties. Belangrijkste
bijwerkingen: bloeddrukdaling,
‘red man syndroom’ (roodheid
van de huid van hoofd en bovenlichaam, pijn en kramp in
nek-, borst- en/of rugspieren),
(trombo)flebitis, dyspneu, stridor, exantheem (huiduitslag),
urticaria (netelroos, galbulten),
jeuk, mucositis. De middelen
uit deze groep zijn in hoge
doseringen en bij langdurig
gebruik ototoxisch en nefrotoxisch (zie ook: aminoglycosiden). Bij teicoplanine treedt
vaak koorts op en ook ery-
theem (roodheid van de huid),
huiduitslag en jeuk.
Interacties
Wees extra alert bij gelijktijdig
gebruik met andere geneesmiddelen die ototoxisch en/
of nefrotoxisch zijn, zoals aminoglycosiden, amfotericine B,
colistine, foscarnet, ganciclovir,
ciclosporine, cisplatine en furosemide. Er is dan regelmatig
controle van lever- en nierfunctie en bloedbeeld nodig.
Aandachtspunten
Dit zijn geen eerstekeusmiddelen, maar 'reserveantibiotica'
die pas worden voorgeschreven
als andere antibiotica niet
hebben geholpen. Bij zwangerschap mag de arts deze alleen
op strikte indicatie voorschrijven.
Veel gebruikte antibiotica
1/2
Werking
Macroliden grijpen in op de eiwitsynthese van bacteriën, waardoor die zich
niet meer kunnen vermenigvuldigen.
Ze hebben daarmee een bacteriostatische (bacterieremmende) werking.
Indicaties
Het indicatiegebied van de macroliden
komt grotendeels overeen met dat van
smalspectrum penicillinen (bijvoorbeeld flucloxacilline), zoals infecties
van de luchtwegen en longen. Ook:
keel-, neus- en oorinfecties, kinkhoest,
ooginfecties, huidinfecties, ziekte van
Lyme, Chlamydia.
Bijwerkingen
Diarree, dunne ontlasting, misselijkheid, gebrek aan eetlust, verstopping,
buikkramp. Bij zeer hoge doseringen
(meer dan 2 gram per dag) kan het
gehoor tijdelijk worden aangetast (ototoxiciteit). Dit verdwijnt weer binnen
één tot drie weken na stoppen van de
behandeling.
Interacties
- Erytromycine en (in mindere mate)
claritromycine remmen de afbraak
van twee cholesterolverlagende middelen: atorvastatine, maar vooral
simvastatine. Hierdoor kan de statineconcentratie in het bloed erg
hoog worden. Mogelijke bijwerkingen zijn spierpijn en in ernstige gevallen rhabdomyolyse (spierbeschadiging). Vaak kiest de arts voor een
ander antibioticum of voor tijdelijk
stoppen met de statine.
- Macroliden en dan met name erytromycine kan het risico op QTintervalverlenging verhogen, met
name bij gelijktijdig gebruik met
andere QT-intervalverlengende medicijnen, waaronder haloperidol
(Haldol®). Hierdoor kunnen ernstige
hartritmestoornissen ontstaan.
Aandachtspunten Geen
Deze poster is gebaseerd op het artikel ‘AB van A tot T’
in Nursing juli/augustus 2016.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de e-learning
‘Antibiotica en antibioticaresistentie’ van het Instituut
voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM), en van het
Farmacotherapeutisch Kompas. Vlaamse verpleegkundigen kunnen ook terecht op de website www.bcfi.be.
enicillinen
Toediening
Vooral oraal of intraveneus
Indicaties
Brede range van bacteriële infecties, zoals luchtweginfecties, huidinfecties, blaasontsteking,
chlamydia, ziekte van Lyme en hersenvliesontsteking, of als endocarditisprofylaxe na een diagnostische of therapeutische ingreep waarbij
een bacteriëmie kan ontstaan.
Bijwerkingen
Vooral diarree of dunne ontlasting. Ook komt
overgevoeligheid voor, die zich relatief onschuldig kan uiten (rode vlekjes op de huid, jeuk of
koorts) tot zeer ernstig (anafylactische shock).
Verder kan huiduitslag voorkomen, soms pas
vijf tot tien dagen na start van de therapie. Deze
huiduitslag kan dus ook nog beginnen als de
kuur al afgelopen is.
Interacties
- Antibiotica van het tetracycline-type (doxycycline, minocycline en tetracycline). Deze middelen en amoxicilline kunnen elkaars werking
tenietdoen.
- De cumarines acenocoumarol en fenprocoumon. Het gaat hier om een indirecte interactie.
De trombosedienst wil het antibioticagebruik
graag gemeld krijgen, omdat de kans groot is
dat deze patiënten koorts hebben ten gevolge
van de infectie. Koorts wijzigt de INR en versterkt het effect van cumarines. Dit verschijnsel treedt ook op in combinatie met andere
antibiotica.
Aandachtspunten
- Let op als een patiënt zegt overgevoelig te
zijn voor een penicilline (of een ander antibioticum). Soms is de merknaam van zo’n middel
inmiddels van de markt, waardoor deze geen
bel doet rinkelen. Zoek daarom altijd de stofnaam op. Let op: kruisovergevoeligheid1 kan
optreden met andere penicillinen en ook met
cefalosporines.
- Net als bij veel andere antibiotica kan bij
amoxicilline een droge mond voorkomen. Dit
kan leiden tot problemen met het gebit: gaatjes of ontsteking van het tandvlees. Adviseer
je patiënten voldoende te drinken en het gebit
goed te verzorgen: 2x2 minuten poetsen per
dag en tandenstokers en/of flossdraad gebruiken.
2/2
S
ulfonamiden
Wat
Meestal cotrimoxazol (Nederland: Bactrimel®,
België: Bactrim®, Eusaprim®). Dit is een combinatie van de middelen sulfamethoxazol en
trimethoprim, die elkaar versterken
Toediening
Oraal, intraveneus
Werking
Dit antibioticum blokkeert in de bacterie de
synthese van foliumzuur, en vertraagt zo de
groei van de bacterie. Sulfamethoxazol en
trimethoprim zijn bacteriostatische middelen,
maar zijn ze bactericide.
Indicaties
Luchtweginfecties, urineweginfecties (profylaxe en behandeling), maagdarminfecties,
paratyfus- en tyfusinfecties.
Bijwerkingen
Soms misselijkheid, braken, verminderde eetlust en diarree, maar meestal vallen de bijwerkingen bij dit middel mee. Bij HIV-patiënten
komen bij gebruik van hoge doses cotrimoxazol, zoals bij Pneumocystis jiroveci-pneumonie, vaak bijwerkingen voor: koorts, exantheem, gestoorde leverfunctie. Ook is overgevoeligheid mogelijk. Let daarom op symp-
tomen als urticaria (netelroos), overgevoeligheid voor zonlicht, geneesmiddelenkoorts en
het Stevens-Johnsonsyndroom, waarbij grote
stukken huid en slijmvlies loslaten.
Interacties
- Cotrimoxazol versterkt het effect van cumarines en is daarbij dus gecontra-indiceerd.
- De werkzaamheid kan afnemen door folinezuur.
- Cotrimoxazol kan de toxiciteit van methotrexaat verhogen, vooral hematologische
toxiciteit is gemeld. Alleen bij behandeling
van acute lymfoblastische leukemie met
methotrexaat is profylaxe met laaggedoseerde cotrimoxazol geaccepteerd (conform protocollen).
- Gelijktijdig gebruik met ciclosporine kan
een verhoogde nefrotoxiciteit geven.
- De plasmaconcentratie en daarmee de werking van fenytoïne kan toenemen.
- Bij combinatie met een RAAS-remmer of
spironolacton (kaliumsparend diureticum)
kan hyperkaliëmie optreden; controleer de
kaliumconcentratie in het bloed.
Aandachtspunten
- Dit middel mag niet gebruikt worden door
patiënten met het lange QT-syndroom
(LQTS).
T
etracyclinen
Wat
Nederland: tetracycline, doxycycline (Doxy
disp®, Efracea®), minocycline
België: tetracycline (Tetralysal®), doxycycline
(Doxylets®, Vibratab®, Efrecea®), minocycline
(Klinotab®, Minocin®, Minotab®)
Toediening
Oraal, oculair, op de huid, intraveneus
Werking
Tetracyclinen remmen de bacteriële eiwitsynthese. Ze zijn daarmee bacteriostatisch.
Indicaties
Brede range aan bacteriële infecties, waaronder luchtweg- en longinfecties, Q-koorts,
SOA’s, oog- en huidinfecties, ziekte van Lyme,
ernstige acne.
Bijwerkingen
Overgevoeligheid voor tetracyclinen is
tamelijk zeldzaam, maar tetracyclinen
hebben wel relatief veel bijwerkingen.
Maagdarmstoornissen treden het vaakst op.
Schadelijk effect is ook de beschadiging van
tanden en kiezen tijdens de ontwikkeling
van melk- en het permanente gebit. Daarom
krijgen kinderen <8 jaar geen tetracyclinen
en is tussen 8-13 jaar uiterste terughoudendheid geboden. In hoge doseringen kunnen
tetracyclinen nierinsufficiëntie verergeren.
Doxycycline en minocycline zijn minder nefrotoxisch. Minocycline veroorzaakt als enige
van de tetracyclinen, met name bij vrouwen,
vestibulaire bijwerkingen (o.a. duizelingen),
vooral bij doseringen > 200 mg per dag.
Vanwege hun brede werkingsspectrum kunnen tetracyclinen de samenstelling van de
darmflora verstoren. Daardoor kan er – vooral
bij tetracycline – een overgroei ontstaan van
micro-organismen als stafylokokken en gisten
(candidiasis).
Interacties
Tetracyclinen mogen niet worden ingenomen
met melkproducten: er ontstaan dan onoplosbare complexen in het maag-darmkanaal
waardoor geen opname plaatsvindt. Dat
geldt ook voor de combinatie met ijzerpreparaten. Interactiegevaar is bij tetracycline groter dan bij doxycycline en minocycline.
Aandachtspunten
- Geef deze medicijnen nooit in combinatie
met een melkproduct, een ijzerpreparaat,
zink, magnesium of bijvoorbeeld een middel
als algeldraat (Antagel®, bevat magnesium).
- Doxycycline kan irriterend werken op de
slokdarm. Adviseer de patiënt tabletten en
capsules (Efracea®) doxycycline zittend of
staand in te nemen met een ruime hoeveelheid water of wat voedsel. Laat de patiënt
daarna een half uurtje rechtop zitten.
Tekst Aliëtte Jonkers
Met dank aan Annemieke Horikx - apotheker bij KNMP (NL), Björn
Simons - apotheker bij Z+Pharma Zwijndrecht (B) en Martin Warnez manager scientific department Algemene Pharmaceutische Bond (B).
Noot
1 Bij overgevoeligheid voor een middel, is er meestal een overgevoeligheid voor alle middelen uit die groep.
juli/augustus 2016
Download