Veel gebruikte antibiotica A Wat Nederland en België: gentamycine, tobramycine, amikacine, neomycine Toediening Parenteraal, intramusculair, intraveneus, per inhalatie, oculair, oromucosaal (via mondslijmvlies), in het oor Werking Aminoglycosiden dringen de celwand van de bacterie binnen en hebben een bactericide werking door de eiwitsynthese te blokkeren. Zonder deze eiwitsynthese kan de bacterie niet leven. Indicaties Ernstige bacteriële infecties, zoals longinfecties bij cystic fibrosis, ernstige longontstekingen, gecompliceerde urineweginfecties, endocarditis, sepsis. C Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties (inclusief anafylactische shock), overgevoeligheid voor zonlicht, misselijkheid, braken, diarree. Na langdurig gebruik en bij hoge doseringen kan ototoxiciteit optreden (gehoorverlies). Of de gehoorschade blijvend is, hangt af van het soort antibioticum, de concentratie in de binnenoorvloeistoffen en de periode van blootstelling. Er is kans op nefrotoxiciteit, waardoor de nieren slechter gaan functioneren. Interacties - Vermijd combinaties met andere geneesmiddelen die ototoxisch of nefrotoxisch zijn, bijvoorbeeld: parenteraal amfotericine B, cefalosporines, coli-stine, vancomycine, NSAID’s en ciclosporine. - Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid2 met andere ami- noglycosiden kunnen optreden (minder bij amikacine dan bij de andere middelen). Aandachtspunten - Omdat de resorptie na orale toediening van aminoglycosiden minimaal is, geef je antibiotica uit de aminoglycosiden-groep in het algemeen parenteraal. Lokale toediening (oog- of oordruppels, crème) komt ook voor. Of via inhalatie, middels verneveling. De toepassing van neomycine en tobramycine bij (selectieve) decontaminatie (ontsmetting) van de darmen gebeurt oraal, juist wegens de geringe resorptie. - Bij intraveneuze toediening is er een hoger risico op ototoxiciteit en nefrotoxiciteit. Waarschuw de behandelend arts als je patiënt opeens minder goed kan horen. hinolonen Wat Nederland en België: de bekendste middelen zijn norfloxacine en ciprofloxacine (Ciproxin®/Ciproxine®). Toediening Oraal, intraveneus Werking Chinolonen remmen de DNA-synthese van bacteriën, waardoor ze doodgaan. Middelen uit deze groep zijn bactericide (bacteriedodend). G Indicaties Luchtweginfecties (o.a. bij cystic fibrosis), infecties van het maag-darmkanaal (bijvoorbeeld salmonella) en van de huid en weke delen, SOA’s. Bijwerkingen Maagdarmklachten, neurologische klachten (duizeligheid, slaapstoornissen, hallucinaties), acuut nierfalen, overgevoeligheid voor zonlicht (snel verbranden). En een opvallende: peesontsteking of zelfs peesruptuur bij voortgezet gebruik. Interacties Antibiotica uit de chinolonengroep kunnen het risico op QT-intervalverlenging verhogen (zie ook bij macroliden). De mate waarin dit effect optreedt, verschilt per stof. Aandachtspunten Zwangere vrouwen en jonge kinderen (in de groeifase) mogen geen antibiotica uit de chinolonen-groep gebruiken omdat deze mogelijk de vorming van kraakbeen verstoren. lycopeptiden Wat Vancomycine (NL: Vancocin CP®, B: Vamysin®), teicoplanine (Targocid®) Toediening Met name intraveneus, soms oraal Werking Glycopeptiden werken bactericide (bacteriedodend) omdat ze de opbouw van de celwand van de bacterie verstoren. Zonder goede celwand gaat de bacterie dood. Indicaties Infecties veroorzaakt door meticilline-resistente Staphylococcus aureus(MRSA-)stammen, osteomyelitis, weke-deleninfectie, bacteriële pneumonie, (infectieuze) M P Wat Nederland: erytromycine (generiek, alleen cutaan: Inderm®), claritromycine (Klacid®), azitromycine (Zithromax®, Azyter®), roxitromycine. België: erytromycine (Erythrocine®, Erythroforte®, alleen cutaan: Acneryne®, Erycine®, Inderm®), claritromycine (Biclar®), azitromycine (Zithromax®), roxitromycine (Rulide®) Wat Nederland: amoxicilline, amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®), flucloxacilline (Floxapen®) België: amoxicilline (Clamoxyl®, Flemoxin®), amoxicilline/clavulaanzuur (Augmentin®, Clavucid®), flucloxacilline (Floxapen®, Staphycid®) Toediening Oraal, intraveneus, oculair, cutaan Werking Penicillinen verhinderen dat bacteriën de juiste stoffen maken voor de bouw van de celwand. Zonder goede celwand gaan bacteriën dood. Ze hebben dus een bactericide (bacteriedodende) werking. acroliden minoglycosiden endocarditis, sepsis, gecompliceerde urineweginfecties, infectie met Clostridium difficile. Bijwerkingen Overgevoeligheid voor middelen uit de glycopeptiden-groep komt voor, inclusief anafylactische reacties. Belangrijkste bijwerkingen: bloeddrukdaling, ‘red man syndroom’ (roodheid van de huid van hoofd en bovenlichaam, pijn en kramp in nek-, borst- en/of rugspieren), (trombo)flebitis, dyspneu, stridor, exantheem (huiduitslag), urticaria (netelroos, galbulten), jeuk, mucositis. De middelen uit deze groep zijn in hoge doseringen en bij langdurig gebruik ototoxisch en nefrotoxisch (zie ook: aminoglycosiden). Bij teicoplanine treedt vaak koorts op en ook ery- theem (roodheid van de huid), huiduitslag en jeuk. Interacties Wees extra alert bij gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen die ototoxisch en/ of nefrotoxisch zijn, zoals aminoglycosiden, amfotericine B, colistine, foscarnet, ganciclovir, ciclosporine, cisplatine en furosemide. Er is dan regelmatig controle van lever- en nierfunctie en bloedbeeld nodig. Aandachtspunten Dit zijn geen eerstekeusmiddelen, maar 'reserveantibiotica' die pas worden voorgeschreven als andere antibiotica niet hebben geholpen. Bij zwangerschap mag de arts deze alleen op strikte indicatie voorschrijven. Veel gebruikte antibiotica 1/2 Werking Macroliden grijpen in op de eiwitsynthese van bacteriën, waardoor die zich niet meer kunnen vermenigvuldigen. Ze hebben daarmee een bacteriostatische (bacterieremmende) werking. Indicaties Het indicatiegebied van de macroliden komt grotendeels overeen met dat van smalspectrum penicillinen (bijvoorbeeld flucloxacilline), zoals infecties van de luchtwegen en longen. Ook: keel-, neus- en oorinfecties, kinkhoest, ooginfecties, huidinfecties, ziekte van Lyme, Chlamydia. Bijwerkingen Diarree, dunne ontlasting, misselijkheid, gebrek aan eetlust, verstopping, buikkramp. Bij zeer hoge doseringen (meer dan 2 gram per dag) kan het gehoor tijdelijk worden aangetast (ototoxiciteit). Dit verdwijnt weer binnen één tot drie weken na stoppen van de behandeling. Interacties - Erytromycine en (in mindere mate) claritromycine remmen de afbraak van twee cholesterolverlagende middelen: atorvastatine, maar vooral simvastatine. Hierdoor kan de statineconcentratie in het bloed erg hoog worden. Mogelijke bijwerkingen zijn spierpijn en in ernstige gevallen rhabdomyolyse (spierbeschadiging). Vaak kiest de arts voor een ander antibioticum of voor tijdelijk stoppen met de statine. - Macroliden en dan met name erytromycine kan het risico op QTintervalverlenging verhogen, met name bij gelijktijdig gebruik met andere QT-intervalverlengende medicijnen, waaronder haloperidol (Haldol®). Hierdoor kunnen ernstige hartritmestoornissen ontstaan. Aandachtspunten Geen Deze poster is gebaseerd op het artikel ‘AB van A tot T’ in Nursing juli/augustus 2016. Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de e-learning ‘Antibiotica en antibioticaresistentie’ van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM), en van het Farmacotherapeutisch Kompas. Vlaamse verpleegkundigen kunnen ook terecht op de website www.bcfi.be. enicillinen Toediening Vooral oraal of intraveneus Indicaties Brede range van bacteriële infecties, zoals luchtweginfecties, huidinfecties, blaasontsteking, chlamydia, ziekte van Lyme en hersenvliesontsteking, of als endocarditisprofylaxe na een diagnostische of therapeutische ingreep waarbij een bacteriëmie kan ontstaan. Bijwerkingen Vooral diarree of dunne ontlasting. Ook komt overgevoeligheid voor, die zich relatief onschuldig kan uiten (rode vlekjes op de huid, jeuk of koorts) tot zeer ernstig (anafylactische shock). Verder kan huiduitslag voorkomen, soms pas vijf tot tien dagen na start van de therapie. Deze huiduitslag kan dus ook nog beginnen als de kuur al afgelopen is. Interacties - Antibiotica van het tetracycline-type (doxycycline, minocycline en tetracycline). Deze middelen en amoxicilline kunnen elkaars werking tenietdoen. - De cumarines acenocoumarol en fenprocoumon. Het gaat hier om een indirecte interactie. De trombosedienst wil het antibioticagebruik graag gemeld krijgen, omdat de kans groot is dat deze patiënten koorts hebben ten gevolge van de infectie. Koorts wijzigt de INR en versterkt het effect van cumarines. Dit verschijnsel treedt ook op in combinatie met andere antibiotica. Aandachtspunten - Let op als een patiënt zegt overgevoelig te zijn voor een penicilline (of een ander antibioticum). Soms is de merknaam van zo’n middel inmiddels van de markt, waardoor deze geen bel doet rinkelen. Zoek daarom altijd de stofnaam op. Let op: kruisovergevoeligheid1 kan optreden met andere penicillinen en ook met cefalosporines. - Net als bij veel andere antibiotica kan bij amoxicilline een droge mond voorkomen. Dit kan leiden tot problemen met het gebit: gaatjes of ontsteking van het tandvlees. Adviseer je patiënten voldoende te drinken en het gebit goed te verzorgen: 2x2 minuten poetsen per dag en tandenstokers en/of flossdraad gebruiken. 2/2 S ulfonamiden Wat Meestal cotrimoxazol (Nederland: Bactrimel®, België: Bactrim®, Eusaprim®). Dit is een combinatie van de middelen sulfamethoxazol en trimethoprim, die elkaar versterken Toediening Oraal, intraveneus Werking Dit antibioticum blokkeert in de bacterie de synthese van foliumzuur, en vertraagt zo de groei van de bacterie. Sulfamethoxazol en trimethoprim zijn bacteriostatische middelen, maar zijn ze bactericide. Indicaties Luchtweginfecties, urineweginfecties (profylaxe en behandeling), maagdarminfecties, paratyfus- en tyfusinfecties. Bijwerkingen Soms misselijkheid, braken, verminderde eetlust en diarree, maar meestal vallen de bijwerkingen bij dit middel mee. Bij HIV-patiënten komen bij gebruik van hoge doses cotrimoxazol, zoals bij Pneumocystis jiroveci-pneumonie, vaak bijwerkingen voor: koorts, exantheem, gestoorde leverfunctie. Ook is overgevoeligheid mogelijk. Let daarom op symp- tomen als urticaria (netelroos), overgevoeligheid voor zonlicht, geneesmiddelenkoorts en het Stevens-Johnsonsyndroom, waarbij grote stukken huid en slijmvlies loslaten. Interacties - Cotrimoxazol versterkt het effect van cumarines en is daarbij dus gecontra-indiceerd. - De werkzaamheid kan afnemen door folinezuur. - Cotrimoxazol kan de toxiciteit van methotrexaat verhogen, vooral hematologische toxiciteit is gemeld. Alleen bij behandeling van acute lymfoblastische leukemie met methotrexaat is profylaxe met laaggedoseerde cotrimoxazol geaccepteerd (conform protocollen). - Gelijktijdig gebruik met ciclosporine kan een verhoogde nefrotoxiciteit geven. - De plasmaconcentratie en daarmee de werking van fenytoïne kan toenemen. - Bij combinatie met een RAAS-remmer of spironolacton (kaliumsparend diureticum) kan hyperkaliëmie optreden; controleer de kaliumconcentratie in het bloed. Aandachtspunten - Dit middel mag niet gebruikt worden door patiënten met het lange QT-syndroom (LQTS). T etracyclinen Wat Nederland: tetracycline, doxycycline (Doxy disp®, Efracea®), minocycline België: tetracycline (Tetralysal®), doxycycline (Doxylets®, Vibratab®, Efrecea®), minocycline (Klinotab®, Minocin®, Minotab®) Toediening Oraal, oculair, op de huid, intraveneus Werking Tetracyclinen remmen de bacteriële eiwitsynthese. Ze zijn daarmee bacteriostatisch. Indicaties Brede range aan bacteriële infecties, waaronder luchtweg- en longinfecties, Q-koorts, SOA’s, oog- en huidinfecties, ziekte van Lyme, ernstige acne. Bijwerkingen Overgevoeligheid voor tetracyclinen is tamelijk zeldzaam, maar tetracyclinen hebben wel relatief veel bijwerkingen. Maagdarmstoornissen treden het vaakst op. Schadelijk effect is ook de beschadiging van tanden en kiezen tijdens de ontwikkeling van melk- en het permanente gebit. Daarom krijgen kinderen <8 jaar geen tetracyclinen en is tussen 8-13 jaar uiterste terughoudendheid geboden. In hoge doseringen kunnen tetracyclinen nierinsufficiëntie verergeren. Doxycycline en minocycline zijn minder nefrotoxisch. Minocycline veroorzaakt als enige van de tetracyclinen, met name bij vrouwen, vestibulaire bijwerkingen (o.a. duizelingen), vooral bij doseringen > 200 mg per dag. Vanwege hun brede werkingsspectrum kunnen tetracyclinen de samenstelling van de darmflora verstoren. Daardoor kan er – vooral bij tetracycline – een overgroei ontstaan van micro-organismen als stafylokokken en gisten (candidiasis). Interacties Tetracyclinen mogen niet worden ingenomen met melkproducten: er ontstaan dan onoplosbare complexen in het maag-darmkanaal waardoor geen opname plaatsvindt. Dat geldt ook voor de combinatie met ijzerpreparaten. Interactiegevaar is bij tetracycline groter dan bij doxycycline en minocycline. Aandachtspunten - Geef deze medicijnen nooit in combinatie met een melkproduct, een ijzerpreparaat, zink, magnesium of bijvoorbeeld een middel als algeldraat (Antagel®, bevat magnesium). - Doxycycline kan irriterend werken op de slokdarm. Adviseer de patiënt tabletten en capsules (Efracea®) doxycycline zittend of staand in te nemen met een ruime hoeveelheid water of wat voedsel. Laat de patiënt daarna een half uurtje rechtop zitten. Tekst Aliëtte Jonkers Met dank aan Annemieke Horikx - apotheker bij KNMP (NL), Björn Simons - apotheker bij Z+Pharma Zwijndrecht (B) en Martin Warnez manager scientific department Algemene Pharmaceutische Bond (B). Noot 1 Bij overgevoeligheid voor een middel, is er meestal een overgevoeligheid voor alle middelen uit die groep. juli/augustus 2016