OPDRACHTKAART Thema: Multimedia/IT Audio 4 MM-02-10-01 Digitaliseren Voorkennis: Je hebt Multimedia-opdrachten 1 tot en met 3 en audio-opdracht 1 t/m 3 (MM-02-03 t/m MM-02-09) afgerond. Intro: Geluid dat wij horen is een analoog signaal. Computers werken met bits en bytes. Voordat je geluid kunt bewerken op een computer, zul je het analoge signaal dus eerst om moeten zetten naar bits en bytes. Dit wordt digitaliseren genoemd. In deze opdracht worden onder anderen deze drie basisbegrippen (analoog, digitaal en digitaliseren) beschreven. Deze audio-opdracht 4 is zeker geen makkelijke opdracht. Maar als je in de toekomst meer wilt gaan doen met geluid, dan kan deze basiskennis je erg goed van pas komen. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd dan heb je de volgende doelen bereikt: – Je weet wat digitaal betekent. – Je weet wat analoog betekent. – Je weet wat digitaliseren is. – Je kent de begrippen kwantiteit, kwantificeren, Bits en Hertz in relatie tot geluid. Activiteiten: – Lees de theorie ’Digitaliseren’ en beantwoord alle vragen die daarin voorkomen. Vul de antwoorden van de genummerde vragen in, op de daarvoor bestemde antwoordbladen. – Maak de praktijkopdracht. – Vul de evaluatie in. Tijd: Voor deze opdracht krijg je 3 lesuren. – 2 lesuren voor het lezen van de lesstof en het beantwoorden van de vragen. – 1 lesuur voor het maken van de praktijkopdracht. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op zelfstandigheid, volledigheid en zorgvuldigheid, met betrekking tot: – Het beantwoorden van de vragen die in deze opdracht staan. – De praktijkopdracht. Theorie Thema: Multimedia/IT Audio 4 Digitaliseren Geluid dat wij horen is een analoog signaal. Computers werken met bits en bytes. Voordat je geluid kunt bewerken op een computer, zul je het analoge signaal dus eerst om moeten zetten naar bits en bytes. Dit wordt digitaliseren genoemd. In deze opdracht worden onder anderen deze drie basisbegrippen (analoog, digitaal en digitaliseren) beschreven. Deze audio-opdracht 4 is zeker geen makkelijke opdracht. Maar als je in de toekomst meer wilt gaan doen met geluid, dan kan deze basiskennis je erg goed van pas komen. Wat is digitaal en wat is analoog? Als je iemand de vraag stelt: ’Wat betekent digitaal?’, dan krijg je meestal het antwoord: ’Dat zijn nullen en enen’. Dat dit niet helemaal klopt, wordt hieronder uitgelegd. Als voorbeeld nemen we een ‘ouderwetse’ analoge weegschaal met wijzertje. Als je op deze weegschaal gaat staan, dan geeft deze precies aan hoeveel je weegt. Het is alleen een beetje moeilijk om dit af te lezen. Het wijzertje geeft in dit geval ongeveer 84 kilo aan: MM-02-10-02 Het klinkt misschien raar, maar de ‘ouderwetse’ analoge weegschaal met wijzertje meet véél nauwkeuriger dan de weegschaal met numerieke display. Het is alleen veel moeilijker af te lezen. De digitale weegschaal met de numerieke display, is veel nauwkeuriger af te lezen, maar rondt de weging af en is dus minder exact. Zelfs als hij 10 getallen achter de komma kan zetten, dan nóg wordt de weging afgerond! Als er niet wordt afgerond, dan spreek je van ’analoog’. Als er wel wordt afgerond, dan spreek je van ’digitaal’. Een analoge meting heeft altijd oneindig veel mogelijke resultaten/waarden, terwijl een digitale meting een beperkt aantal vaste waarden kent. ’Een analoog signaal is een regelmatig en ononderbroken signaal dat niet in kleine stukjes is verdeeld. Een analoog apparaat kan binnen de grenzen van wat het apparaat aankan, een oneindig aantal waarden weergeven.’ www.computerwoorden.nl Een ander voorbeeld van een apparaat dat op een anloge manier meet, is de kwik-thermometer. Vraag 1: Leg eens uit waarom de kwik-thermometer een analoog apparaat is. Vraag 2: Noem nog minimaal 2 andere apparaten die op een analoge manier meten en leg uit waarom. Analoge weegschaal Vervolgens ga je op een digitale weegschaal staan met een numeriek display. Deze weegschaal geeft in de display, op 2 decimalen nauwkeurig, aan hoeveel je weegt. In de display verschijnt bijvoorbeeld 84,45 kilo: Het numerieke display van een digitale weegschaal Zoals je hoort te weten, wordt de informatie in een computer vastgelegd en verwerkt in bits en bytes. Een bit kan de vaste waarde ’0’ of ’1’ hebben en niets daar tussenin. Dit zijn vaste waarden en een computer werkt dus digitaal. ’Nullen’ en ’enen’ zijn digitale waarden, maar digitale waarden zijn niet altijd ’nullen’ en ’enen’. Vergelijk het met de volgende stelling: ’een koe is een dier, maar niet ieder dier is een koe’. Hiermee is hopelijk de vraag ’Wat is digitaal?’ beantwoord. Theorie Thema: Multimedia/IT Audio 4 Vraag 3: Omschrijf nu in je eigen woorden wat ’digitaal’ betekent. Voordat een computer gebruik kan maken van analoge gegevens moeten deze worden omgezet naar vaste waarden, zoals nullen en enen. De oneindige waarden van een analoog signaal, moeten worden afgerond. Dit noemen we digitaliseren. Hieronder wordt aan de hand van een theoretisch voorbeeld, uitgelegd hoe dat gebeurt: De theorie van het digitaliseren Zoals bekend, bestaat geluid uit een aantal vloeiende drukgolven. Ook geluid is daarom een analoog signaal. Vraag 4: MM-02-10-03 Nu ga je de lijntjes nummeren: In bovenstaand voorbeeld is maar een klein deel van de grafiek verdeeld in vakjes. In werkelijkheid hoort de gehele grafiek verdeeld te zijn. Tijdens het digitaliseren worden er horizontaal, op de x-as, op vaste tijdstippen, een aantal metingen genomen: Probeer eens duidelijk uit te leggen waarom geluid een analoog signaal is? Stel je hebt een analoge geluidsgolf en je wilt deze digitaliseren. Je kijkt vervolgens, bij de betreffende meting, waar de geluidsgolf zich in de grafiek bevindt: De makkelijkste manier om dit te doen, is om deze golf te plaatsen in een grafiek. Je plaatst er eerst een xas en een y-as omheen: Als je de waarde noteert, die bij de betreffende meting hoort, ontstaat er een tabel; bijvoorbeeld: Daarna ga je horizontale en verticale lijnen trekken, waardoor kleine vakjes ontstaan. Deze vakjes worden ’kwantiteiten’ genoemd: Meting 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Waarde 0 0 2 6 10 7 4 2 6 Theorie Thema: Multimedia/IT Audio 4 Op deze manier wordt een analoog signaal vertaald naar een verzameling getallen met een vaste waarde. Daarom noemen we dit proces ’digitaliseren’. Zoals je ziet zijn de vakjes in het voorbeeld te grof om nauwkeurig te kunnen meten. Hoe kleiner de vakjes (kwantiteiten) zijn, hoe nauwkeuriger de meting zal zijn. Vergelijk het maar met de resolutie van een afbeelding. Hoe meer pixels per inch (ppi), hoe beter de kwaliteit zal zijn. Het verdelen van de grafiek in kwantiteiten wordt ’kwantificeren’ genoemd. Kwantificeren in horizontale richting (x-as) Op de x-as wordt aangegeven hoeveel metingen er per seconde worden genomen. Voorbeeld: het geluid op een standaard audio-cd is gedigitaliseerd met 44100 metingen per seconde. Het aantal metingen per seconde worden uitgedrukt in Hz (Hertz). 1 meting per seconde is 1 Hz. 44100 metingen per seconde is 44,1 kHz. Stel: het onderstaande analoge signaal duurt 1 seconde en het moet gedigitaliseerd worden met audio-cd kwaliteit. Dan zou de x-as in 44100 delen verdeeld moeten worden! Kwantificeren in verticale richting (y-as) Op de y-as wordt aangegeven hoe hoog de waarde van iedere meting kan zijn. De verdeling van de y-as is ook erg belangrijk voor de kwaliteit van het digitale bestand. Voorbeeld: bij een standaard audio-cd is de y-as verdeeld in ongeveer 65000 delen. Per meting kan er dus een waarde tussen de 0 en 65000 gemeten worden. De waarde die gemeten wordt, wordt uitgedrukt in Bits. Tijdens de technologielessen heb je geleerd dat je MM-02-10-04 met 1 bit, 2 waarden of variaties kunt maken, namelijk 0 en 1. Met 2 bits kun je 4 waarden maken, namelijk 00, 01, 10 en 11. Met 8 bits kun je 256 waarden maken en met 16 bits kun je ongeveer 65000 waarden maken. Een standaard audio-cd gebruikt dus 16 bits per meting. Vraag 5: Hoeveel waarden of variaties kun je maken met 6 bits? Digitale geluidskwaliteit wordt uitgedrukt in ’kHz x bits’. De standaard audio-cd kwaliteit is 44.1 kHz x 16 bits. Vraag 6: Stel je wilt 1 seconde geluid digitaliseren met audio-cd kwaliteit. Er worden dan dus 44100 metingen genomen die per meting 16 bits bevatten. Hoe groot wordt het bestand, na opslag op een harde schijf in Mb’s? Laat je berekening zien. Tips: Houd rekening met het omrekenen van bits naar Mb’s. Houd er ook rekening mee dat een audiocd altijd in stereo wordt opgenomen. Er zijn daarom 2 sporen van 44.1 kHz x 16 bits. PRAKTIJKOPDRACHT Thema: Multimedia/IT Audio 4 MM-02-10-05 Je gaat een analoge geluidsgolf digitaliseren. Deze opdracht heeft betrekking op onderstaande afbeelding van een geluidsgolf, van een zuivere toon, die precies 2 seconden duurt. Wat ga je doen. 1. Kwantificeer deze geluidsgolf en gebruik de volgende waarden: 2. De digitale geluidskwaliteit moet 18 Hz x 3 bits worden. 3. Doe dit op papier in bovenstaande afbeelding. 4. In hoeveel metingen heb je de x-as verdeeld? Waarom? 5. In hoeveel waarden heb de y-as verdeeld? Waarom? De geluidsgolf wordt gedigitaliseerd met bovenstaande waarden (18 Hz x 3 bits). 6. Maak een tabel waarin de waarden van alle metingen staan genoteerd. Het bestand wordt opgeslagen op disk. 7. Hoe groot wordt het bestand? Laat de berekening zien. ■ ■ Aantekeningen Evaluatie Thema: Multimedia/IT Audio 4 MM-02-10-06 1. Vond je het theorie-gedeelte duidelijk? Ja, omdat: ________________________________________________________________________________ Nee, omdat: ______________________________________________________________________________ 2. Staan er woorden of begrippen in die niet duidelijk zijn? Zo ja, welke? ______________________________________________________________________________ 3. Wat vond je leuk aan deze opdracht? 4. Ben je tegen problemen aangelopen tijdens het uitvoeren van deze opdracht? Ja, want: _________________________________________________________________________________ 5. Wat vond je moeilijk aan deze opdracht? 6. Wat zou je de volgende keer anders doen? 7. Had je voldoende tijd voor de opdracht? _______________________________________________________ 8. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. O Zeer onvoldoende, omdat: _________________________________________________________________ O Onvoldoende, omdat: _____________________________________________________________________ O Matig, omdat: __________________________________________________________________________ O Voldoende, omdat: _______________________________________________________________________ O Goed, omdat: ___________________________________________________________________________ O Zeer goed, omdat: _______________________________________________________________________ 9. Heb je nog andere op-/ of aanmerkingen? Antwoordblad Audio 4 Vraag 1: Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4: Vraag 5: Vraag 6: Thema: Multimedia/IT MM-02-10-07