Oprichting van de Zorgcoöperatie Oldehove

advertisement
Oprichting van de
Zorgcoöperatie Oldehove
Hoe inwoners van Oldehove samen met ondernemers en
gemeente een zorgcoöperatie kunnen oprichten
Roel van der Molen #363705
Bedrijfseconomie (deeltijd)
Lectoraat Duurzaam Financieel Management
Instituut voor Financieel Economisch Management
Hanzehogeschool Groningen
Begeleid door: Jannes Houkes
Opdrachtgever
Gebiedscoöperatie Westerkwartier
Groningen, 18 december 2014
Dit afstudeeronderzoek is geschreven onder verantwoordelijkheid van de Hanzehogeschool Groningen. Het
copyright berust bij de auteur. Zowel de Hanzehogeschool Groningen als de auteur verklaren, dat zij eventuele
gegevens van derden die voor dit afstudeeronderzoek zijn gebruikt en die door deze derden als vertrouwelijk zijn
aangemerkt, als zodanig zullen behandelen.
Managementsamenvatting
Per 1 januari 2015 komt er een aantal veranderingen in de zorg en ondersteuning voor ouderen en
kwetsbaren. Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheden en burgers krijgen meer mogelijkheden
om de zorg en ondersteuning in eigen beheer te nemen. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier en de
gemeente Zuidhorn zien in Oldehove de juiste omgeving voor de oprichting van een zorgcoöperatie.
De doelstelling van dit onderzoek is een advies te geven hoe een zorgcoöperatie in Oldehove kan
worden opgericht en wat dit vraagt van de gemeente, ondernemers en inwoners.
Ten eerste wordt beschreven wat het huidige zorgaanbod in Oldehove is, vervolgens wat het gewenste
zorgaanbod en de gewenste organisatiestructuur zijn. Daarna wordt uitgewerkt wat de gemeente,
ondernemers en inwoners moeten doen om de zorgcoöperatie mogelijk te maken. Het gewenste
zorgaanbod wordt bepaald op basis van secundaire analyse. Het bepalen van het gewenste
zorgaanbod, de organisatiestructuur en wat de gemeente, ondernemers en inwoners moeten doen
gebeurt op basis van literatuur en interviews met vier uiteenlopende zorgcoöperaties.
Het huidige zorgaanbod in Oldehove is voldoende voor een dorp van 1.415 inwoners. Er is een
huisarts en er zijn voldoende thuiszorgaanbieders. Er zijn meerdere ondersteuningsdiensten;
kinderopvang, warme maaltijdservice en twee vrijwilligersorganisaties met praktische diensten als
een klussen-, boodschappen- en vervoersdienst.
Veel zorgcoöperaties zijn opgericht omdat inwoners de kwaliteit van de thuiszorg onder de maat
vonden en dit zelf beter konden organiseren. Ze helpen inwoners met hun zorgaanvraag en bijna de
helft van de zorgcoöperaties bemiddelt in het aanbieden van thuiszorg.
Wanneer de zorgcoöperatie in Oldehove wordt opgericht zou deze een bemiddelende rol kunnen
vervullen en aanspreekpunt zijn voor alle soorten van zorg of ondersteuning voor ouderen en
kwetsbaren. Door direct vanaf de aanvraag te helpen wordt zorg toegankelijker voor zorgvragers. Het
kleinschalige karakter en de één-op-één relatie tussen zorgvrager en zorgverlener staan voorop. De
meest passende rechtsvorm is de coöperatie en niet de vereniging. Doelgroepen voor het
lidmaatschap van de zorgcoöperatie zijn zorgvragers, zorgaanbieders en vrijwilligers.
De zorgdiensten die de coöperatie in ieder geval zou moeten aanbieden zijn verpleging, verzorging en
hulp in de huishouding. Dit kan worden uitgebreid naar een dagbesteding en kleinschalig wonen. De
inzet van zzp’ers heeft de voorkeur boven een samenwerking met grote traditionele zorgaanbieders.
Belangrijk voor de ondersteuningsdiensten is het ontmoeten van anderen. Daarom zijn sociale
diensten als de bezoekdienst, het koffie-uurtje en het dorpsrestaurant belangrijke diensten. Ook een
boodschappen- en vervoersdienst zouden moeten worden aangeboden. Praktische diensten die
ervoor zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen zijn de klussendienst, tuinonderhoud
en administratieve hulp. Hiervoor kunnen vrijwilligers worden ingezet. Opdrachten die voor hen te
groot zijn kunnen worden uitbesteed aan klussenbedrijven, hoveniers en administratiekantoren.
De oprichting van de zorgcoöperatie kost zes tot acht maanden en is in de eerste plaats een zaak van
de inwoners. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan de inwoners in dit proces ondersteunen met
ervaring en het uitvoeren van onderzoeken. Pas als er voldoende draagvlak is en de zorgcoöperatie er
zeker komt, zou de gemeente moeten worden betrokken. Omdat in Oldehove 185 65+’ers wonen,
minder dan de algemeen aanvaardde ondergrens van 300, zouden de inwoners de keuze moeten
maken voor een kleinschalige zorgcoöperatie met beperkte diensten of hogere kosten, of het
verzorgingsgebied vergroten.
Ondernemers kunnen inspelen op de behoefte aan kleinschalige zorgdiensten en sociale en
praktische ondersteuningsdiensten zoals hierboven benoemd. Ze kunnen zich onderscheiden door
aan te sluiten op het kleinschalige karakter en kunnen een grote groep ouderen bereiken die samen
willen inkopen. Ook zijn er kansen op het gebied van zorg op afstand. De gemeente kan bijdragen
met geld, huisvesting, inzet van vrijwilligers in een uitkeringssituatie, kennis en scholing.
Het is aan te bevelen verder onderzoek te doen naar de wensen van de inwoners van Oldehove, de
kosten en baten en de minimale schaal van een zorgcoöperatie in Oldehove, het opschalen of
overkoepelen van zorgcoöperaties en hoe de zorgcoöperatie kan worden ingezet om
participatievraagstukken te beantwoorden.
1
Voorwoord
Voor u ligt de scriptie ‘Oprichting van de Zorgcoöperatie Oldehove’, geschreven in opdracht van de
Gebiedscoöperatie Westerkwartier in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding
Bedrijfseconomie aan de Hanzehogeschool Groningen.
Dat is een zin die ik met enige trots schrijf. Na in 2004 de middelbare school te hebben afgerond is
het, ondanks vele studiejaren er niet van gekomen om een studie af te ronden. Een eigen bedrijf
vroeg, en kreeg, alle aandacht tot ik in 2011 begon met deze deeltijdopleiding.
Dat eigen bedrijf runde ik tot voor kort met een vennoot en een stuk of 10 werknemers. Centraal
geleid en dus een “klassiek” bedrijf, ook al zitten we als internetbureau in een zeer jonge bedrijfstak.
Recent zijn we van 12 medewerkers flink gekrompen naar slechts 4 man bezetting en werken we in
wisselende samenstelling met zelfstandigen of kleine bedrijfjes die op hun terrein experts zijn. Ik zag
veel samenwerkende kleinere ondernemers en begon interesse te krijgen voor de coöperatie.
Met deze motivatie kwam ik bij het lectoraat Duurzaam Financieel Management van de
Hanzehogeschool, waar Margreet Boersma en Jannes Houkes me in contact brachten met de
Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Dit resulteerde in de uiteindelijke onderzoeksopdracht.
Wat ik tijdens het schrijven van deze scriptie gemerkt heb, is dat je opereert in een soort open lab:
zodra je alleen al vragen begint te stellen, beginnen meteen allerlei processen op gang te komen.
Toen ik begon was er niets. Ik was nog niet klaar of de zorgcoöperatie leeft al bij de wethouders in
Zuidhorn, de Gebiedscoöperatie heeft er een bidbook voor samengesteld en staat klaar om de
oprichting van zorgcoöperaties en andere kleinere coöperaties te ondersteunen. Het borrelt in het
Westerkwartier, en dat geeft veel energie.
Een andere positieve ervaring is de nabijheid van de politiek geweest. Wethouder Fred Stol was
binnen enkele dagen beschikbaar voor een gesprek over zorg in de gemeente. Ook bleek tijdens een
bijeenkomst voor het programma ‘Regionaal duurzaam coöperatief ondernemen in het
Westerkwartier’ dat de politiek zeer betrokken is bij de ontwikkeling van initiatieven van inwoners
om de leefbaarheid te verbeteren.
Mijn dank gaat uit naar mijn afstudeerbegeleider Jannes Houkes voor zijn constructieve houding en
leerzame feedback. En naar mijn onvermoeibare bedrijfsbegeleider Willem Foorthuis, die meer dan
voldoende inspiratie bood om dit onderzoek te kunnen schrijven. Ik heb de samenwerking met
beiden als zeer prettig ervaren.
Ik wens u veel leesplezier toe.
Roel van der Molen
Groningen, 18 december 2014
2
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting ....................................................................................................................... 1 Voorwoord ................................................................................................................................................ 2 1. Inleiding ................................................................................................................................................ 5 1.1 Aanleiding voor het onderzoek ......................................................................................................................... 5 1.2 Probleemstelling ............................................................................................................................................... 5 1.3 Doelstelling........................................................................................................................................................ 5 1.4 Onderzoeksvragen............................................................................................................................................. 6 1.5 Leeswijzer .......................................................................................................................................................... 6 2. Theoretisch en wettelijk kader ............................................................................................................. 7 2.1 Leefbaarheid...................................................................................................................................................... 7 2.2 Zorg ................................................................................................................................................................... 7 2.3 Coöperaties ....................................................................................................................................................... 8 2.4 De wet, regels en beperkingen.......................................................................................................................... 9 3. Onderzoeksmethoden ......................................................................................................................... 11 3.1 Onderzoeksmethode per deelvraag ................................................................................................................. 11 3.2 Onderzoeksmethode probleemstelling ........................................................................................................... 11 4. Huidig zorgaanbod in Oldehove .........................................................................................................13 4.1 Zorg- en ondersteuningsaanbod ..................................................................................................................... 13 4.1.1 Organisaties in Oldehove ......................................................................................................................... 13 4.1.2 Organisaties van buiten het dorp ............................................................................................................ 14 4.1.3 Rol van de gemeente .................................................................................................................................15 4.2 Conclusies huidig zorgaanbod .........................................................................................................................15 5. Gewenst zorgaanbod en organisatiestructuur .................................................................................... 17 5.1 Leefbaarheid in de literatuur ........................................................................................................................... 17 5.1.1 Geluk in zelfstandigheid ............................................................................................................................ 17 5.2.2 Levensduur in het dorp ............................................................................................................................ 17 5.2 Ervaringen van zorgcoöperaties ...................................................................................................................... 17 5.2.1 Algemene gegevens van Nederlandse zorgcoöperaties ............................................................................ 17 5.2.2 Interviews met Nederlandse zorgcoöperaties ......................................................................................... 18 5.3 Gewenste organisatiestructuur....................................................................................................................... 22 5.3.1 Rechtsvorm .............................................................................................................................................. 22 5.3.2 Doelgroep................................................................................................................................................. 23 5.3.3 Missie & visie ........................................................................................................................................... 24 5.3.4 Bestuur..................................................................................................................................................... 24 5.3.5 Werkgeverschap ...................................................................................................................................... 25 5.4 Externe oriëntatie ........................................................................................................................................... 26 5.5 Aan te bieden zorg en ondersteuning ............................................................................................................. 27 5.5.1 Rol in het zorgproces ............................................................................................................................... 27 5.5.2 Diensten ................................................................................................................................................... 28 6. Acties voor de gemeente......................................................................................................................31 6.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties ......................................................................................................... 31 6.2 Advies voor de gemeente ................................................................................................................................ 31 7. Acties voor de ondernemers ............................................................................................................... 33 7.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties ......................................................................................................... 33 7.2 Te ontwikkelen diensten ................................................................................................................................. 33 7.3 Advies voor de ondernemers .......................................................................................................................... 34 8. Acties voor de inwoners ..................................................................................................................... 36 8.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties ......................................................................................................... 36 8.2 Waar is ruimte voor verbetering? .................................................................................................................. 36 8.3 Advies voor de inwoners ................................................................................................................................ 36 9. Slot ...................................................................................................................................................... 38 3
9.1 Conclusies........................................................................................................................................................ 38 9.2 Aanbevelingen ................................................................................................................................................ 40 9.3 Discussie ......................................................................................................................................................... 41 Literatuur ............................................................................................................................................... 43 Bijlagen ................................................................................................................................................... 46 Bijlage I. Vergelijking van zorgcoöperaties .......................................................................................................... 46 Bijlage II. Interviews met zorgcoöperaties........................................................................................................... 47 II-1. Interview met Zorgcoöperatie Hoogeloon ............................................................................................... 47 II-2. Interview met Land van Herpen .............................................................................................................. 49 II-3. Interview met Tot Uw Dienst ................................................................................................................... 50 II-4. Interview met De Grote Akker ................................................................................................................. 52 Bijlage III. Zorg- en ondersteuningsdiensten ...................................................................................................... 55 III-1. Zorgdiensten............................................................................................................................................ 55 III-2. Ondersteuningsdiensten......................................................................................................................... 55 Bijlage IV. KVK-inschrijvingen zorg en ondersteuning in Oldehove .................................................................. 56 Bijlage V. Verzorgingsgebied van huisartsenpraktijk .......................................................................................... 57 4
1. Inleiding
1.1 Aanleiding voor het onderzoek
De laatste jaren richt de Nederlandse politiek zich steeds meer op de participatiesamenleving: geen
verzorgingsstaat meer, maar burgers die verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en hun
omgeving. Daarbij komt dat de bevolkingssamenstelling verandert. De vergrijzing is vooral sterk op
het platteland en dus ook in de dorpen van het Westerkwartier. Dit betekent dat voor kwetsbare
groepen als ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen de zorg minder wordt
terwijl de behoefte hieraan in de dorpen steeds groter wordt.
Tegelijkertijd biedt de politiek meer ruimte om zelf invulling te geven aan zorg en ondersteuning.
Met de invoering van de nieuwe Wet Maatschappellijke Ondersteuning (WMO) per 1 januari 2015
worden nog meer verantwoordelijkheden hiervoor bij gemeenten neergelegd. Inwoners van een
gemeente krijgen het right to challenge; ze mogen de gemeente uitdagen om alle of een deel van de
zorgtaken over te nemen, als zij denken dat ze beter zorg kunnen verlenen dan de gemeente.
Op dezelfde datum krijgen zorgverzekeraars de verantwoordelijkheid over verzorging en verpleging
thuis. Mensen die intensieve zorg nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen, krijgen dit
vergoed vanuit de nieuwe Wet Langdurige Zorg (WLZ).
In het Westerkwartier is het niet voor het eerst dat de vier gemeenten samenwerken met coöperaties
van inwoners en ondernemers. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier heeft zo’n zeshonderd
agrarische leden en voert voor de gemeenten o.a. al onderhoud aan houtsingels uit. Deze coöperatie
zet zich in om de leefbaarheid in het gebied te behouden en te verbeteren. Om dit te realiseren wil de
coöperatie zich niet alleen op de huidige groene activiteiten richten, maar ook op gebieden
daarbuiten. De coöperatie wil in de toekomst een paraplu zijn voor kleinere coöperaties op het niveau
van een dorp of kern, of met een specifiek doel.
Oldehove, een dorp van een ruime 1.400 inwoners in de gemeente Zuidhorn, is zo’n dorp waar de
vergrijzing merkbaar wordt, en waar de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning afneemt. Omdat
er binnen het dorp sterke sociale verbanden zijn, is men daar bereid elkaar te helpen. De gemeente
Zuidhorn ziet in Oldehove de juiste omgeving om een pilot voor een zorgcoöperatie te beginnen.
Een zorgcoöperatie biedt bepaalde zorgactiviteiten aan, vaak in een mix van professionele zorg en
ondersteuning van vrijwilligers. De gebiedscoöperatie en de gemeente willen de mogelijkheden
onderzoeken om een zorgcoöperatie op te starten in Oldehove, zodat ze weet hoe een eerste stap in
deze richting gezet kan worden.
1.2 Probleemstelling
Hoe kan een zorgcoöperatie in Oldehove worden opgericht en wat vraagt de oprichting hiervan
van de gemeente, ondernemers en inwoners?
De overheid wil dat mensen langer thuis blijven wonen. De zorg- en ondersteuningsvoorzieningen
die dit mogelijk maken worden per 1 januari 2015 grondig herzien (zie paragraaf 2.4), waarbij
gemeenten en hun inwoners meer zeggenschap krijgen over de ondersteuning. De zorgcoöperatie kan
er volgens de gemeente Zuidhorn en de Gebiedscoöperatie Westerkwartier voor zorgen dat de
leefbaarheid in Oldehove op peil blijft, maar het is voor hen nog onduidelijk hoe zo’n zorgcoöperatie
moet worden opgericht.
1.3 Doelstelling
Adviseren hoe de oprichting van een zorgcoöperatie in Oldehove kan worden gerealiseerd door in
kaart te brengen wat dit vraagt van gemeente, ondernemers en inwoners, om de leefbaarheid in dit
dorp te verbeteren.
Om in de Westerkwartiergemeenten aan te tonen dat de oprichting van kleinere coöperaties onder de
paraplu van de Gebiedscoöperatie een impuls aan de leefbaarheid van dorpen kan geven, wil de
Gebiedscoöperatie toewerken naar de oprichting van een zorgcoöperatie binnen één van de dorpen in
het Westerkwartier.
5
Het doel van dit onderzoek is het bepalen hoe de zorgcoöperatie zou moeten worden opgericht en
wat de hiervoor benodigde stappen zijn voor de gemeente, ondernemers en inwoners. Dit helpt het
de gemeente met het oplossen van een vraagstuk en draagt het bij aan de doelstellingen van de
Gebiedscoöperatie Westerkwartier: het behouden en verbeteren van de leefbaarheid.
Een coöperatie is eigendom van meerdere eigenaren, vergelijkbaar met de mandeligheid van een
gezamenlijke schutting. Hierbij is de schutting eigendom van meerdere aanwonenden die samen
verantwoordelijk zijn voor de verplichtingen die bij het eigenaarschap horen: onderhoud, reinigen en
indien nodig vernieuwen.
Lidmaatschap van een coöperatie brengt verantwoordlijkheden met zich mee voor alle eigenaren. Dit
onderzoek maakt duidelijk wat er door de oprichting van een zorgcoöperatie wordt gevraagd van
gemeente, ondernemers en inwoners.
Vooronderstellingen
Er wordt verondersteld dat de zorgbehoefte (vraagkant) en bevolkingssamenstelling gelijk blijven.
Afbakening
Dit onderzoek beperkt zich tot de oprichting van een zorgcoöperatie voor één dorp, namelijk
Oldehove, onder de vleugels van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Dit onderzoek richt zich op
een gewenste situatie en benodigde acties en is geen haalbaarheidsonderzoek.
De zorgcoöperatie beperkt zich tot thuiszorg en ondersteuning. Dit zijn in de situatie per 1 januari
2015, activiteiten die vallen onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), Wet Langdurige
Zorg (WLZ) en verpleging en verzorging thuis van de Zorgverzekeringswet.
1.4 Onderzoeksvragen
Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden, worden de volgende vragen behandeld:
1. Wat is het huidige zorgaanbod in het dorp?
2. Wat is de gewenste situatie wat betreft zorgaanbod en organisatiestructuur van de dorpszorgcoöperatie?
3. Wat zou de gemeente moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken?
4. Wat zouden ondernemers moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken?
5. Wat zouden inwoners moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken?
1.5 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt theorie over leefbaarheid, zorg en coöperaties en de inhoud van een drietal
relevante wetten behandeld, om een kader de schetsen waarin het onderzoek kan worden geplaatst.
Hoofdstuk 3 handelt over het huidige zorgaanbod in Oldehove. In hoofdstuk 4 wordt de gewenste
organisatiestructuur en zorgaanbod van de dorps-zorgcoöperatie behandeld. De volgende
hoofdstukken behandelen welke acties er moeten worden ondernomen om de dorps-zorgcoöperatie
mogelijk te maken; hoofdstuk 5 beschrijft dit voor de gemeente, hoofdstuk 6 voor de ondernemers en
hoofdstuk 7 voor inwoners van Oldehove. In hoofdstuk 8 worden de conclusies uiteengezet en een
reflectie op het onderzoek gegeven.
6
2. Theoretisch en wettelijk kader
In dit onderzoek wordt een advies geformuleerd voor de oprichting van een zorgcoöperatie in
Oldehove. Oprichting hiervan is gewenst om de leefbaarheid in het dorp te vergroten.
Hiervoor is inzicht nodig in wat de literatuur ons vertelt over leefbaarheid, zorg en coöperaties.
2.1 Leefbaarheid
In de doelstelling van dit onderzoek wordt beschreven dat het onderzoek wordt uitgevoerd “… om de
leefbaarheid in dit dorp te verbeteren”. Van het begrip leefbaarheid zijn uiteenlopende definities.
Welke definitie ook gekozen wordt, een hogere leefbaarheid komt altijd ten gunste van inwoners,
omdat deze een functie is van de kwaliteit van de leefomgeving.
In de enge zin is de leefbaarheid van een gebied het in voldoende mate geschikt zijn ergens te kunnen
leven (Dorst, 2005), dit wordt de veronderstelde leefbaarheid genoemd. Deze is vooraf te bepalen,
door te meten in welke mate er aan de voorwaarden wordt voldaan die het gebied geschikt maken om
er te kunnen leven.
Als het niet mogelijk is de leefbaarheid vooraf te bepalen, dan gebeurt dit achteraf. Er wordt dan
gesproken van kennelijke leefbaarheid (Veenhoven, 2000). Meting hiervan is gebaseerd op
gezondheid, levensduur en geluk. Als men er voor kiest om de kennelijke leefbaarheid uit te drukken
in een combinatie van de twee laatstgenoemde dimensies, levensduur en geluk, dan meten we
gelukkige levensjaren ofwel de Happy Life Expectancy (Veenhoven, 1996).
Op deze schaal scoort Nederland internationaal gezien zeer goed, een gemiddelde van 61,66
gelukkige levensjaren levert wereldwijd een tweede plaats op.
2.2 Zorg
De zorgkosten in Nederlands zijn niet eerder zo hoog geweest als in de afgelopen jaren (CBS, 2009).
Het beleid van de overheid met betrekking tot de gezondheidszorg is al jaren gericht op
kostenbeheersing (Boot, 2013). Dit is van invloed op de beschikbaarheid en toegankelijkheid van
zorg en ondersteuning. Omdat een zorgcoöperatie zorgvragers betere toegang wil geven tot zorg en
ondersteuning, is het relevant meer van deze ontwikkeling te weten.
Zorgkosten
De Nederlandse gezondheidszorg is sterk aan verandering onderhevig. Halverwege de twintigste
eeuw was de zorg zeer toegankelijk, waren er weinig managers en veel uitvoerenden (Boot, 2013). De
jaren daarna brachten schaalvergroting en marktwerking in de zorg. In combinatie met de vergrijzing
in Nederland, waarvan de effecten van de afgelopen jaren steeds duidelijker worden, leidt dit tot
explosief stijgende zorgkosten. Waar deze in 1972 nog 8,8% van het Bruto Binnenlands Product
(BBP) bedroeg, was dit in 2008 al 13,3% (CBS, 2009).
Afbeelding 1. Ontwikkeling van zorgkosten als aandeel van het BBP (CBS, 2009).
7
Sectoren in de zorg
De gezondheidszorg in Nederland bestaat uit uiteenlopende voorzieningen die voornamelijk in de
afgelopen honderd jaar tot stand zijn gekomen. Met de komst van de verzorgingsstaat is de zorg
binnen het domein van de overheid gekomen en daarmee sterk gereguleerd.
Gezondheidszorgvoorzieningen kunnen worden ondergebracht in drie echelons, die zijn
geïntroduceerd in de Structuurnota Gezondheidszorg 1974 (Rijksoverheid, 1973). Sinds het uitkomen
van deze nota is de gezondheidszorg verder ontwikkeld, maar de echelons geven duidelijk te
onderscheiden lagen van zorg aan:
1.
Eerste echelon
algemene zorg, vrij toegankelijk, thuis, extramuraal (buiten een zorginstelling) of ambulant;
2. Tweede echelon
specialistisch, toegankelijk na verwijzing, ambulant/intramuraal (binnen een zorginstelling),
(poli)klinisch;
3. Derde echelon
categoriaal, toegankelijk na verwijzing uit eerste/tweede echelon, intramuraal.
Tot het eerste echelon behoren o.a. de wijkverpleging, huisarts, fysiotherapie en de maatschappelijke
dienstverlening. Dit zijn algemene zorgvoorzieningen, toegang tot deze voorzieningen is vrij, d.w.z.
zonder verwijzing. De zorg wordt geleverd buiten een zorginstelling of aan huis.
Deze zorg wordt aangevuld met ondersteuning vanuit de omgeving van zorggebruikers: zelfzorg,
mantelzorg en vrijwilligerswerk. Het percentage mantelzorgers is tussen 1991 en 2003 vrijwel gelijk
gebleven, in het laatstgenoemde jaar op 12,8%. Tussen de jaren 1985 en 2005 is het percentage
mensen van 15-74 jaar die als vrijwilliger hulp verlenen aan buren, gehandicapten of ouderen,
gedaald van 14% naar 8% (Boot, 2013).
2.3 Coöperaties
De coöperatie als ondernemingsvorm begon zijn bestaan halverwege de negentiende eeuw (Jossa,
2012) en werd in de jaren ‘40 en ‘50 van de twintigste eeuw beschouwd als verlengstuk van het
boerenbedrijf. In de recente literatuur wordt de coöperatie gezien als een hybride organisatie
(Menard, 2004).
De coöperatieve organisatie wordt in Nederland bestuurd door een centrale Raad van Bestuur. Deze
wordt volgens de wet, BW Boek 2, artikel 37 gekozen door de leden.
Sterktes van de coöperatieve onderneming
Eigenaarschap door medewerkers biedt voordelen voor de productiviteit. Deelname van leden in het
management leidt tot een meer democratische werkomgeving en betere informatieverwerking en
conflictoplossing. Medewerker-leden blijven gemiddeld langer bij een coöperatie werken dan
medewerkers bij een regulier bedrijf en ze dragen meer kennis aan elkaar over op de werkvloer.
De prikkels zijn deels materieel, zoals hogere inkomsten door een langere carrière bij het bedrijf en
een deel van een grotere winst. Deels zijn ze ook immaterieel, zoals een identificatie met het bedrijf
en de welvarendheid ervan (Jones en Sveljar, 1985).
Zwaktes van de coöperatieve onderneming
De coöperatieve onderneming bestaat uit leden die bij de coöperatie zijn aangesloten om hun
gezamenlijke, en daarmee ook hun eigen belangen te dienen. Meer leden en een uitgebreider bestuur
betekent dat de agency-kosten toenemen en de doelgerichtheid van de organisatie afneemt
(Pozzobon en Zylbersztajn, 2012).
Dit hangt samen met de twee soorten kosten die voorkomen bij door leden aangestuurde
organisaties; directe en opportunity (alternatieve) kosten (Pozzobon en Zylbersztajn, 2012). Directe
kosten bestaan uit kosten die de leden en het bestuur (tijd en geld) kwijt zijn aan het gezamenlijke
besluitvormingsproces. Deze nemen altijd toe naarmate er meer ledeninspraak is. Alternatieve
kosten treden op bij te veel of te weinig ledeninspraak, leidend tot vertraagde besluitvorming of het
nemen van besluiten die niet optimaal zijn voor alle leden.
Medewerker-leden in het management plaatsen kan er toe leiden dat de kracht en autoriteit van het
management afneemt. Ook kan het de besluitvorming vertragen door de informatievoorziening aan
8
een relatief grote groep onervaren beslissers.
Een nadeel van de medewerkersparticipatie en winstdeling is dat de prikkel om de eigen
productiviteit te verhogen weg valt. Er wordt niet gemonitord en afgerekend op de eigen
productiviteit, maar op die van het geheel, waarbij een extra eigen inzet slechts een minimaal verschil
maakt in de productiviteit van de gehele onderneming (Jones en Sveljar, 1985).
2.4 De wet, regels en beperkingen
Er zijn veel veranderingen in de thuiszorg per 1 januari 2015. De rol van gemeenten wordt
belangrijker, maar het is niet zo dat alles bij de gemeente komt te liggen.
Ondersteuning en huishoudelijke hulp komen onder regie van de gemeente. Deze krijgt een budget
voor huishoudelijke ondersteuning op maat en een budget voor sociale wijkteams.
Verzorging en verpleging vallen onder de Zorgverzekeringswet en zijn daarmee buiten het bereik van
de gemeente. Vervolgens zorgt de nieuwe Wet langdurige zorg voor mensen die 24 uur per dag zorg
in de nabijheid nodig hebben.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Deze wet is bedoeld om zoveel mogelijk mensen die ondersteuning nodig hebben, zo lang mogelijk
thuis te kunnen laten wonen. De aanpassing van de WMO per 1 januari 2015 legt meer
verantwoordelijkheden bij de gemeentes neer.
De ondersteuning komt in zijn geheel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit omvat
o.a. de ondersteuningsdiensten uit hoofdstuk 4, dagbesteding en verhuur van medische
hulpmiddelen, maar ook huishoudelijke hulp.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen individuele voorzieningen zoals huishoudelijke hulp en
gezamenlijke voorzieningen, zoals dagbesteding. Met name bij het inrichten van de gezamenlijke
voorzieningen heeft de gemeente meer vrijheid.
De nieuwe WMO kent een aantal voorwaarden:
•
De gemeente moeten aanvragen behandelen en een persoonlijk onderzoek doen naar de
situatie van de aanvrager. Cliënten kunnen een gratis cliëntondersteuner van de gemeente
krijgen. Indien uit het onderzoek blijkt dat de situatie van de cliënt zo is dat ondersteuning
nodig is, dan is de gemeente verplicht een maatwerkvoorziening aan te bieden.
Deze maatwerkvoorziening moet passend zijn. Dat houdt in dat, als een cliënt bijvoorbeeld
om medische redenen niet terecht kan bij een algemene dagbesteding, de gemeente een
gespecialiseerde, individuele dagbesteding moet aanbieden;
•
Als de cliënt het niet eens is met de uitkomst van het persoonlijk onderzoek, bijvoorbeeld
omdat er een negatief antwoord is op de aanvraag, of omdat de maatwerkvoorziening niet
naar wens is, dan is er een bezwaar- en een beroepmogelijkheid;
•
Het persoonlijk onderzoek hoeft niet te worden uitgevoerd door de gemeente zelf. De
gemeente kan hiervoor een extern bedrijf, sociale wijkteams of bijvoorbeeld een
zorgcoöperatie inschakelen;
•
Wanneer de gemeente een individuele maatwerkvoorziening aanbiedt, dan mag de cliënt
ervoor kiezen om hiervoor een persoonsgebonden budget (PGB) te ontvangen. De
voorwaarden hiervoor zijn dat de cliënt in staat is om het budget goed te beheren, en dat met
het budget goed en veilig ondersteuning wordt ingekocht. Het PGB wordt door de Sociale
Verzekeringsbank direct aan de zorgaanbieder betaald;
•
De gemeente mogen cliënten geen ondersteuning weigeren. Wel mag de gemeente een eigen
bijdrage vragen, bijvoorbeeld op basis van vermogen of inkomen. Aan deze eigen bijdrage zit
een wettelijk vastgelegde bovengrens;
•
De gemeente mag onderzoeken of een cliënt ondersteuning kan krijgen vanuit zijn sociale
netwerk, maar mag geen ondersteuning weigeren. Wel mag de gemeente rekening houden
met de ondersteuning die het sociale netwerk de cliënt kan bieden. De gemeente moet
mantelzorgers vragen of zij hulp nodig hebben.
Voor de invoering van de WMO geldt een overgangsregeling. Cliënten met een indicatie die nog
geldig is tot in 2015, hebben tot aan hun herindicatie recht op dezelfde zorg als waar de vanuit de
9
oude WMO of AWBZ recht op hadden. Op 1 januari 2016 vervallen alle oude indicaties, behalve die
voor beschermd wonen, die hebben een geldigheid van vijf jaar.
Dit betekent dat niet voor iedereen tegelijk op 1 januari 2015 de ondersteuningsvoorzieningen
veranderen, maar dat dit geleidelijk in 2015 verandert.
Zorgverzekeringswet (Zvw)
Deze wet regelt o.a. de inhoud van het basispakket van de zorgverzekering. Per 1 januari 2015 vallen
ook verpleging en persoonlijke verzorging thuis onder het basispakket van de zorgverzekering, in
gevallen waarin dit tijdelijk is. Bijvoorbeeld wanneer iemand tijdelijk een verpleger nodig heeft voor
het toedienen van medicijnen of bij het thuis herstellen van een operatie.
Onder de Zvw vallen verpleging en persoonlijke verzorging, ook aan huis. Dit gaat net zoals andere
hulp vanuit de Zvw op basis van een verwijzing. Mensen met een AWBZ-indicatie die nog tot in 2015
geldig is, hebben hiermee een geldige verwijzing, waardoor ook de aanpassingen in deze wet
geleidelijk worden ingevoerd.
Vanaf 2015 bepaalt de huisarts in overleg met de cliënt wat hij/zij zelf nog kan en welke zorg of
verpleging er nodig is en stelt een verwijzing op. Op basis hiervan vergoedt de zorgverzekeraar de
zorg en wordt een wijkverpleegkundige ingeschakeld om de zorg te regelen.
Wet Langdurige Zorg (WLZ)
Deze wet is van kracht per 1 januari 2015, ter vervanging van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ). De WLZ is bedoeld voor kwetsbare ouderen of mensen met een beperking die
blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben en niet in staat zijn om zonder deze
voorzieningen zelfstandig thuis te blijven wonen. De WLZ garandeert het recht op zorg voor deze
groepen. Regionale zorgkantoren zorgen ervoor dat mensen zorg via de WLZ ontvangen.
Onder de WLZ vallen persoonlijke verzorging, verpleging, verblijf in een instelling, individueel
gebruik van hulpmiddelen voor beweging of vervoer (bijv. de rollator) en vervoer van/naar de
dagbesteding en –behandeling. Ook aanpassingen aan de woning die het mogelijk maken om langer
thuis te blijven wonen, worden gedekt door de WLZ.
Daarbij heeft de cliënt zelf de keuze tussen zorg in een instelling of aan huis. Er mag alleen voor zorg
thuis gekozen worden zolang dit even duur of voordeliger is dan zorg in een instelling. De zorg komt
in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (PGB) of Volledig Pakket Thuis (VPT). Met het PGB
kan de cliënt zelf zorg inkopen, het volledig pakket thuis garandeert verantwoorde zorg in natura aan
huis.
10
3. Onderzoeksmethoden
Per deelvraag en daarna voor de probleemstelling van het gehele onderzoek, worden de methoden
van onderzoek behandeld.
3.1 Onderzoeksmethode per deelvraag
W at is het huidige zorgaanbod in het dorp?
Het inventariseren van het zorgaanbod kan gedaan worden aan de hand secundaire analyse;
onderzoek op basis van gegevens die reeds eerder verzameld zijn voor een ander doel. Op basis van
het handelsregister, kunnen we alle zorgaanbieders binnen het dorp vinden. Een
vestigingsonderzoek is het middel om de zorgaanbieders in de regio in kaart te brengen, die hun
diensten in het dorp verlenen.
W at is de gewenste situatie wat betreft zorgaanbod en organisatiestructuur
van de coöperatie?
De gewenste situatie is die met een maximale verbetering van de leefbaarheid in het dorp. In de
literatuur is veel te vinden over het onderwerp leefbaarheid. Dit is daarom een belangrijke bron van
informatie voor het beantwoorden van deze vraag. De literatuur is ook een informatiebron voor de
keuze van een juiste organisatiestructuur. Een Destep-analyse brengt de externe omgeving van de op
te richten zorgcoöperatie in kaart.
Er zijn in Nederland reeds bestaande zorgcoöperaties: alleen Nederland kent al ruim 20 draaiende
zorgcoöperaties. Hieruit kunnen een aantal geselecteerd worden. Telefonische interviews met
bestuurders van deze coöperaties kunnen meer inzicht geven in welke effecten bereikt kunnen
worden, welke taken de op te richten coöperatie zou moeten uitvoeren en welke voordelen er worden
genoten.
W at zou de overheid moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie m ogelijk te
maken?
Net als bij de tweede deelvraag geldt dat interviews met andere zorgcoöperaties inzicht kunnen geven
in wat er van de overheid gevraagd wordt. Daarnaast moet de gewenste situatie worden getoetst aan
de o.a. wettelijke beperkingen die er vanuit de overheid gelden. Toetsing van de gewenste situatie aan
de wet- en regelgeving is een objectief middel om te bepalen wat benodigd is. Interviews met
belanghebbenden kunnen bias veroorzaken: een gemeente zal om zich zo goed mogelijk te
presenteren, mogelijk wenselijke antwoorden geven in plaats van feitelijk juiste.
W at zouden ondernem ers m oeten doen om de dorps-zorgcoöperatie m ogelijk
te maken?
Ook hier kunnen de interviews met zorgcoöperaties elders deze vraag deels beantwoorden.
Daarnaast kan op basis van de antwoorden van vraag 1, verder worden onderzocht welke
zorgdiensten en –producten moeten worden ontwikkeld of aangepast om aan de vraag te voldoen.
Waar nodig kan aanvullende informatie verzameld worden d.m.v. interviews met zorgondernemers
die verbonden zijn aan zorgcoöperaties elders, of met zorgaanbieders die actief zijn in de regio
Westerkwartier.
W at zouden inwoners moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie m ogelijk te
maken?
De interviews met elders opererende zorgcoöperaties geven deels een antwoord op deze vraag. Aan
de hand van de antwoorden op deelvragen 1 en 2, kunnen we vaststellen welke zorgdiensten- en
producten nog niet of niet goed worden aangeboden. De producten die niet (meer) door overheid of
ondernemers kunnen worden aangeboden, bijvoorbeeld omdat ze te duur zijn, niet worden vergoed
of niet commercieel haalbaar, kunnen door inwoners worden uitgevoerd.
11
3.2 Onderzoeksmethode probleemstelling
De probleemstelling luidt:
Hoe kan een zorgcoöperatie in Oldehove worden opgericht en wat vraagt de oprichting hiervan
van de gemeente, ondernemers en inwoners?
Om antwoord te geven op de probleemstelling zullen we de informatie uit de afzonderlijke
deelvragen nodig hebben: deze geven allemaal deels antwoord op de probleemstelling.
Het totaal geeft een concreet beeld van de gewenste situatie: welke activiteiten voert de
zorgcoöperatie uit, welke voordelen genieten dorpsbewoners hiervan en welke aanpassingen/acties
worden gevraagd van overheid, ondernemers en inwoners om dit te bereiken?
Het antwoord wordt geformuleerd op basis van de resultaten van de deelvragen en het daarvoor
verzamelde onderzoeksmateriaal.
12
4. Huidig zorgaanbod in Oldehove
Oldehove is een dorp van 1.415 inwoners in het noorden van de gemeente Zuidhorn, omringd door
een aantal kleinere dorpen. Ten tijde van het onderzoek was er geen toestemming van de gemeente
was om interviews met mensen in het dorp te houden. Dat betekent dat de informatie over het
huidige zorgaanbod is gebaseerd op openbare bronnen als websites en het Handelsregister.
Er is dus geen informatie verzameld over de kwaliteit (is het een goede huisarts, hoe makkelijk is de
vervoersdienst?) en over het gebruik van voorzieningen (bezoeken mensen een zorgboerderij in de
buurt?).
4.1 Zorg- en ondersteuningsaanbod
Wanneer het zorg- en ondersteuningsaanbod in Oldehove in kaart wordt gebracht, kan dit opgedeeld
worden in twee dimensies: type (zorg of ondersteuning), en plaats (op locatie of thuis). Hiermee
wordt het volledige aanbod weergegeven in onderstaande tabel.
Zorg
Ondersteuning
Op locatie
3 organisaties
Huisarts, homeopathiepraktijk,
consultatiebureau
4 organisaties
Steunstee en drie kinderopvangen
Thuis
9 organisaties
Grote en kleine thuiszorgaanbieders
2 organisaties
Stichting Welzijn gemeente Zuidhorn
(SWgZ) en Stichting warme
maaltijdvoorziening
Tabel 1. Zorg- en ondersteuningsaanbod in Oldehove
4 .1.1 O r g a n is a t ie s in O ld e h o v e
Het Handelsregister van de Kamer van Koophandel kent 229
inschrijvingen met een vestiging in het dorp Oldehove. Dit varieert van
melkveebedrijven tot aan de openbare basisschool. Op basis van de namen
is een eerste schifting gemaakt, vervolgens is van iedere overgebleven
inschrijving opgezocht wat de activiteiten zijn.
Een dertiental van deze inschrijvingen, weergegeven in bijlage IV, heeft
een relatie met zorg en ondersteuning of zou kunnen aansluiten op
diensten van de zorgcoöperatie. Daarnaast heeft aanvullend onderzoek de
andere organisaties in kaart gebracht die actief zijn op het gebied van zorg
en ondersteuning.
Figuur 1. Groningse vlag in
Oldehove
Er zijn geen in Oldehove gevestigde thuiszorgorganisaties.
4 .1.1.1 Z o rg
Wat betreft zorg zijn er slechts een drietal organisaties actief:
•
Huisartsenpraktijk Reitdiep (hoofdvestiging in Ezinge, ook een vestiging in Oldehove);
•
Homeopathiepraktijk de Levensboom;
•
Consultatiebureau (GGD Groningen).
De vestigingen van de huisartsenpraktijk in Oldehove en Ezinge hebben samen negen dorpen in hun
verzorgingsgebied, waarin zo’n 4.000 mensen wonen (excl. buitengebied). Daarvan wonen er 1.415
mensen in Oldehove, waar één van deze huisartsenpraktijken gevestigd is. Het gemiddeld aantal
inwoners per huisarts is in de provincie Groningen 2.412 (Nivel, 2012).
Daarmee lijkt de huisartsdichtheid in Oldehove voldoende te zijn.
De homeopathiepraktijk ontvangt op haar eigen locatie, biedt consulten
aan huis aan met een maximale afstand van 50 kilometer van de praktijk
en geeft ook telefonisch consult. Omdat de homeopathische geneeskunde
niet onder de reguliere geneeskunde valt en in een standaardwerk als De
13
Figuur 2. Ripperdastede
Nederlandse gezondheidszorg van Boot niet voorkomt, wordt deze zorgvoorziening niet als zodanig
behandeld in dit onderzoek.
In Oldehove bevindt zich in de Ripperdastede een consultatiebureau van de GGD Groningen.
4 .1.1.2 O n d e rste u n in g
Op het gebied van ondersteuning vinden we meer organisaties:
Organisatie
Doelgroep
Gastouderopvang Matty’s Oppas
Kinderen
ABB Kinderopvang Oldehove / Kinderkwartier
Kinderen
Thuishuis Dribbel
Kinderen
Stichting Warme Maaltijdvoorziening
Ouderen
Steunstee (Ripperdastede)
Ouderen
Tabel 2. Ondersteuningsorganisaties in Oldehove
Thuishuis Dribbel en Kinderkwartier zijn kinderopvangen. Matty’s Oppas is een gastouderverblijf,
dit is een kleinschalige variant op de kinderopvang in een woonhuis. Met dit drietal voorzieningen is
er voldoende aanbod op het gebied van kinderopvang.
De warme maaltijd-voorziening draagt bij aan de leefbaarheid van het dorp voor ouderen die niet
meer goed in staat zijn om zelfstandig te koken.
De Ripperdastede herbergt ook de Steunstee, die in Oldehove slechts in een bescheiden vorm
opereert (Dorpsvisie Oldehove, 2007). Een Steunstee is een organisatie waar met name ouderen
terecht kunnen voor een gesprekje, ondersteuning met administratie en communicatie met
instanties, klussendienst en het verzorgen van activiteiten. Oldehove heeft dus nog geen
zorgcoöperatie, maar wel een lichte ondersteuningsvoorziening.
4 .1.2 O r g a n is a t ie s v a n b u it e n h e t d o rp
Naast de inschrijvingen in het Handelsregister in Oldehove, zijn er ook organisaties van buiten het
dorp die zorg of ondersteuning aanbieden. De organisaties die voor dit onderzoek relevant zijn, zijn
de thuiszorgaanbieders die o.a. in Oldehove opereren.
Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Organisatie
Vestigingsplaats
Type
Allerzorg
Grijpskerk
Traditioneel
Thuiszorg Respect
Zuidhorn
Traditioneel
PartiCura
Groningen
Traditioneel
umcGroningen thuis
Groningen
Traditioneel
Zonnehuis Thuis
Zuidhorn
Traditioneel
PrivaZorg West-Groningen
Winsum
Traditioneel
Verzorgd Thuis / Astrid de Wind
Zuidhorn
ZZP
Ilse Hendriksen
Zuidhorn
ZZP
Unity Thuiszorg/Kids
Winsum
ZZP
Tabel 3. Thuiszorgaanbieders, actief in Oldehove
Onder traditionele zorgaanbieders verstaan we organisaties met een kantoor en meerdere
medewerkers. Zzp’ers zijn zelfstandigen zonder personeel.
We zien dat er meerdere grote thuiszorgorganisaties uit Grijpskerk, Zuidhorn, Groningen en Winsum
hun diensten aanbieden in Oldehove. In de meeste gevallen zijn dit regionale kantoren van grotere
14
organisaties. Het aanbod bestaat hoofdzakelijk uit persoonlijke verzorging, verpleging en hulp in de
huishouding.
Enkele van deze organisaties benadrukken het kleinschalige karakter van hun dienstverlening. Op de
website van Zonnehuis Thuis staat bijvoorbeeld “Kleine teams, uw eigen wijkverpleegkundige en uw
eigen hulp bij het huishouden” en “Warme zorg, ú bent belangrijk”. Ook PartiCura geeft op de
website aan dat ze continuïteit belangrijk vinden: “het is belangrijk dat u op de zorgverlener kunt
rekenen en om regelmatig door dezelfde zorgverlener geholpen te worden”.
Ook bieden sommige van deze organisaties ondersteuningsdiensten aan. Allerzorg kan bijvoorbeeld
ook een kok, kapper, klusjesman of oppas aanbieden.
Van de zzp’ers legt Astrid de Wind (Verzorgd Thuis) op haar website uit dat ze voor zichzelf is
begonnen omdat ze bij grote en kleinere thuiszorg instellingen niet de zorg kon bieden zoals ze dat
wilde doen door bezuinigingen. Ook Ilse Hendriksen heeft op haar website geschreven dat ze als
zzp’er werkt vanuit een soortgelijk gevoel.
4 .1.3 R o l v a n d e g e m e e n t e
Het indienen van een WMO-aanvraag voor thuiszorg kan bij het Zorgloket van de gemeente
Zuidhorn. Dit loket is bereikbaar per mail of telefoon. Ook kan het loket bezocht worden in Zuidhorn,
dit is echter 7 km rijden of 40 minuten per bus, inclusief overstap.
In de gemeente Zuidhorn is de Stichting Welzijn Gemeente Zuidhorn (SWgZ) actief. Deze ontvangt
subsidie van de gemeente Zuidhorn (Gemeente Zuidhorn, 2011) en heeft een algemene hulpdienst,
die kort- en langdurend vrijwilligerswerk organiseert voor inwoners van de gemeente die behoefte
hebben aan hulp en ondersteuning. Diensten die worden aangeboden zijn een bezoekdienst,
boodschappendienst, klussendienst en personenvervoer. Ook wordt er samengewerkt met Tafeltje
Dekje. Deze ondersteuningsdiensten bevinden zich op het terrein van de WMO (Rijksoverheid,
2014). De WMO is zo opgebouwd dat de gemeente pas een individuele voorziening aan een cliënt
hoeft aan te bieden, als er geen alternatieven zijn (zie paragraaf 2.4). De SWgZ zorgt er voor dat deze
alternatieven er wel zijn, waardoor de gemeente minder kostbare individuele voorzieningen hoeft
aan te bieden. Het is niet bekend of alle diensten van de SWgZ ook in Oldehove beschikbaar zijn.
Als de vrijwilligers van deze dienst bij het praatje met een zorgvrager merken dat het niet goed gaat
of dat er meer zorgbehoeften zijn, dan wordt de buurtwerker van SWgZ ingeseind. Door deze
gesprekken krijgt de SWgZ ook nieuwe ideeën voor diensten, zoals een was- en strijkservice, het
bezorgen van boodschappen en het meebrengen van bibliotheekboeken. Voor de ontwikkeling van
deze diensten wordt gezocht naar samenwerking met andere organisaties en ondernemers.
Oldehove heeft samen met Kommerzijl, Niehove, Saaksum en Lauwerszijl een eigen buurtwerker. Dit
is een zichtbaar persoon die de werkzaamheden van de jeugd- en ouderenwerkers uitvoert. De
buurtwerker is aanspraakpunt voor de SWgZ binnen het dorp, en helpt zorgvragers aan de
dienstverlening die de vrijwilligers uitvoeren.
4.2 Conclusies huidig zorgaanbod
Het zorgaanbod van zorgaanbieders binnen het dorp is voldoende voor een dorp van 1.415 inwoners,
met een huisarts en een consultatiebureau. De huisartsdichtheid in en om het dorp is goed.
Er is voldoende beschikbaarheid van thuiszorg in Oldehove. Er zijn negen thuiszorgaanbieders actief,
hoewel geen enkele hiervan in het dorp zelf gevestigd is. Meerdere zorgaanbieders geven aan dat ze
kleinschaligheid, de tijd nemen en de vertrouwensband tussen zorgvrager en zorgverlener belangrijk
vinden, voor de zzp’ers was dit de reden om zelfstandig te gaan werken.
De toegankelijkheid van de thuiszorg hangt samen met het gemak waarbij de aanvraag gedaan kan
worden, dit is immers de eerste stap. Het Zorgloket van de gemeente is gevestigd in Zuidhorn,
waardoor er wat betreft de toegankelijkheid ruimte voor verbetering is.
Wat betreft ondersteuning is het dorp goed voorzien. Voor ouderen zijn er twee organisaties in het
dorp gevestigd: de warme maaltijdvoorziening en de Steunstee. Dit is een organisatie die ouderen
ondersteunt met o.a. een praatje, hulp bij de administratie en een klussendienst. In Oldehove is de
Steunstee slechts beperkt actief.
Daarnaast organiseert de in Zuidhorn gevestigde gemeentelijke stichting SWgZ
ondersteuningsdiensten als een bezoekdienst, boodschappendienst, klussendienst en een
15
vervoersdienst. Toegang tot deze diensten loopt via een buurtwerker die naast Oldehove vier andere
dorpen bedient. De diensten worden uitgevoerd door vrijwilligers en zijn gratis (m.u.v.
kilometervergoeding).
16
5. Gewenst zorgaanbod en organisatiestructuur
Het doel van de zorgcoöperatie is het verhogen van de leefbaarheid van het dorp, door
beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren voor diegenen die daar
behoefte aan hebben. Van belang is dan hoe leefbaarheid zich verhoudt tot zorg en ondersteuning.
Vier interviews met Nederlandse zorgcoöperaties vertellen wat hun ervaringen zijn wat betreft
organisatiestructuur en dienstenaanbod, een Destep-analyse brengt de externe omgeving van de op
te richten zorgcoöperatie in kaart.
5.1 Leefbaarheid in de literatuur
De kennelijke leefbaarheid laat zich meten in Happy Life Expectancy (HLE), zoals in hoofdstuk 2
beschreven. Dat betekent dat zowel een langere levensduur (indicator van gezondheid) als een
hogere beoordeling van het geluk een positieve invloed hebben op de leefbaarheid.
5 .1.1 G e lu k in z e lfs t a n d ig h e id
Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam de ouderenemancipatie op gang. De houding van deze
leeftijdsgroep veranderde langzaamaan van ‘dankbare ouderen’ naar ‘kritische senioren’. De
doelgroep wilde niet betutteld worden en uniform worden behandeld, maar zelf invulling geven aan
hun leven (Boot, 2013). Dit heeft geleid tot een serie woonvormen in toenemende mate van
zelfstandigheid, van aanleunwoningen naar wozoco’s (woon-zorg complexen) tot aan kleinschalig
wonen.
De mogelijkheid om zelfstandig te kunnen blijven wonen is van positieve invloed is op het geluk:
ondanks de administratieve rompslomp die bij zelfstandig wonen hoort, zijn ouderen die thuiswonen
iets gelukkiger dan ouderen in een verzorgingstehuis (SCP, 2004).
5 .2 .2 L e v e n s d u u r in h e t d o rp
Zelfstandig wonen kan zolang mensen nog goed kunnen functioneren in hun eigen huis. Dit betekent
dat er soms aanpassingen gedaan moeten worden aan de woning. Rond het jaar 2000 waren er zo’n
20.000 senioren die in een huis woonden waarvan de toegang via een buitentrap was, maar die niet
meer konden traplopen (SCP/De Klerk, 2004). In andere gevallen betekent het dat er thuiszorg,
bijvoorbeeld verpleging of persoonlijke verzorging, moet worden verleend omdat mensen zelf de
kousen niet meer aankrijgen of lichte medische handelingen nodig hebben.
De wettelijke voorzieningen voor thuiszorg en ondersteuning, de WMO en de AWBZ, zijn sinds het
aantreden van het kabinet Balkenende-II aanzienlijk verkleind (Boot, 2013).
Deze voorzieningen vormen de basis om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. En ouderen
die langer thuis wonen, blijven langer in het dorp en hebben daar meer gelukkige levensjaren.
5.2 Ervaringen van zorgcoöperaties
Om een beeld te krijgen van het gewenste zorgaanbod voeren we een vergelijking uit met andere
zorgcoöperaties in Nederland en daarbuiten. Daarnaast geeft een inventarisatie van de zorgbehoeften
in het dorp door middel van interviews een volledig beeld.
5 .2 .1 A lg e m e n e g e g e v e n s v a n N e d e rla n d s e z o rg c o ö p e ra tie s
Nederland telt eind 2014 volgens het Handelsregister 45 zorgcoöperaties. Tien jaar eerder waren dit
er nog nul, de eerste zorgcoöperaties zijn opgericht in 2005.
Het merendeel van deze coöperaties heeft zorgvragers als leden en stelt zich ten doel om de
beschikbaarheid van zorg in een woonplaats of gemeente te verhogen. Een aantal zorgcoöperaties is
opgericht door zorgaanbieders, dit zijn de leden en hun doelen worden behartigd. Deze laatste groep
laten we in ons onderzoek buiten beschouwing, omdat de doelstelling van onze op te richten
coöperatie zich richt op de belangen van de zorgvragers.
Wanneer we ons beperken tot zorgcoöperaties die al actief zijn, en die zijn opgericht voor en door
inwoners, dan komen we tot veertien zorgcoöperaties die voor dit onderzoek relevant zijn.
17
Gegeven
Waarde
Gemiddeld aantal inwoners in de plaats
6.392
Werkt met vrijwilligers
100%
43%
Werkt met professionele zorgaanbieders
(ZZP, loondienst of instellingen)
Gemiddelde contributie inwoner, alleenstaand
€ 19,63 p/j
Gemiddelde contributie inwoner, echtpaar
€ 34,93 p/j
Tabel 4. Kerngegevens zorgcoöperaties
5 .2 .2 In t e r v ie w s m e t N e d e r la n d s e z o r g c o ö p e r a t ie s
Met een viertal Nederlandse zorgcoöperaties is een interview gehouden om meer inzicht te krijgen in
het proces van oprichting, wat de mogelijkheden van een zorgcoöperatie zijn en welke keuzes
gemaakt zijn. De kenmerken als ledenaantal, inwonertal, rechtsvorm en de soorten aangeboden
diensten zijn onderling verschillend. Een overzicht van de geïnterviewde zorgcoöperaties en hun
kernmerken is weergegeven in onderstaande tabel.
Zorgcoöperatie
Ledenaantal
Inwoners
Rechtsvorm
Diensten
Hoogeloon
Zorgcoöperatie Hoogeloon
250
ca. 2.200
Coöperatie
Zorg en
ondersteuning
Voorschoten
De Grote Akker
150
24.941
Vereniging
Zorg en
ondersteuning
Herpen
Land van Herpen
300
3.651
Vereniging
Ondersteuning
Laarbeek
Tot uw Dienst
300
ca. 22.000
Coöperatie
Zorg
Tabel 5. Geïnterviewde zorgcoöperaties en hun kenmerken
Rechtsvorm
Allereerst een bevinding die met het woord zorgcoöperatie te maken heeft. Ondanks dat de meeste
initiatieven zich zorgcoöperatie noemen, zijn ze lang niet allemaal een coöperatie in de zin van het
Burgerlijk Wetboek. Zo hebben De Grote Akker (Voorschoten) en Land van Herpen (Herpen)
gekozen voor de verenigingsvorm. Beide geven aan dat ze het coöperatieve gedachtengoed
ondersteunen, maar dat een coöperatie voor hun organisatie geen voordelen biedt. Er zijn nauwelijks
bezittingen of andere grote investeringen, maar een groot aantal leden waarvan sommigen hulp
ontvangen van anderen.
Bij zorgcoöperatie Tot uw Dienst (Laarbeek) denken ze daar anders over. Het is juist goed als de
leden eigenaarschap hebben. De problemen als eenzaamheid die mensen ervaren en de te lage
kwaliteit en slechte beschikbaarheid van verpleging en verzorging aan huis, zijn volgens voorzitter
hun eigen problemen. De zorgcoöperatie is een initiatief van deze mensen zelf, om deze problemen
zelf aan te pakken en samen een oplossing te vinden.
Oprichting
Het initiatief voor de oprichting komt in alle gevallen van inwoners van het dorp, die signaleren dat
de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg en ondersteuning onvoldoende is. In Laarbeek en
Voorschoten nam een mantelzorger zelf het voortouw bij de oprichting. In Herpen besloot de
dorpsraad het initiatief te nemen. Alle vier waren ontevreden over de kwaliteit van zorgaanbieders:
tientallen verschillende zorgverleners aan het bed, de cliënt mocht geen tijden aangeven maar kreeg
een tijdstip toegewezen: er werd niet gedacht vanuit de cliënt.
18
Structuur van de organisatie
Alle geïnterviewden gaven aan dat het bouwen van structuren niet het doel is van hun
zorgcoöperatie. Ze willen geen gebouwen, geen duurbetaald bestuur, geen auto’s, geen management
en vaak ook liever geen medewerkers. Allemaal willen ze licht blijven. Linda Roozen van Land van
Herpen geeft aan dat ze een netwerkorganisatie willen zijn: toegang tot veel informatie en contacten,
coördinerend, maar niet met het doel dat ze zelf veel diensten hoeven uit te voeren. Ze zijn er, en dat
beamen alle geïnterviewden, als aanvulling op het zorgaanbod dat er al is, en niet ter vervanging
daarvan.
De zorgcoöperaties van Hoogeloon, Herpen en Elsendorp zitten samen in het platform “Zorgen doe
je samen”, waarin kennis en ervaringen worden uitgewisseld. Herpen werkt ook samen met de
Landelijke Vereniging van Kleine Kernen.
Kosten en baten
Geen van de geïnterviewde zorgcoöperaties heeft problemen om break-even te draaien. Voorschoten
is nog maar net begonnen en teert nog op de startsubsidie. Alle vier noemen een getal van zo’n 250
tot 300 leden en 12 tot 16 lopende zorgaanvragen/cliënten als een ondergrens om break-even te
kunnen draaien en op voldoende niveau verzorging, verpleging en huishoudelijke hulp aan te kunnen
bieden.
De contributie ligt bij deze zorgcoöperaties tussen de € 15,- en € 24,- per jaar, en soms een
entreebedrag dat ook in deze orde van grootte ligt. Het komt niet vaak voor, maar sommige mensen
vinden dit veel geld. De meesten vinden dit bedrag een acceptabel bedrag, zoals Linda Roozen
aangeeft “een brood per maand”.
Op betaalde (zorg)diensten zit een kleine opslag, die vaak door de zorgaanbieder wordt vergoed aan
de zorgcoöperatie. Dit is meestal een percentage. In Laarbeek is dit een vast bedrag, afhankelijk van
de afgenomen dienst € 1,50 of € 2,- per gewerkt uur.
Herpen organiseert ook evenementen en goede-doelen-acties om geld te werven voor de
zorgcoöperatie. Dit geldt wordt niet besteed aan vaste lasten, maar aan extra’s.
Diensten
Een onderscheid dat gemaakt kan worden is of de zorgcoöperatie zorgdiensten, ondersteuning of
beide aanbiedt. Uiteindelijk hebben alle zorgcoöperaties als doel om zorgdiensten aan te bieden. Dit
geldt ook voor Herpen, waar de zorgcoöperatie nog maar net is beginnen en op dit moment alleen
ondersteuning aanbiedt.
Huishoudelijke hulp is een dienst die tussen zorg en ondersteuning invalt. Het is een
ondersteuningsdienst, maar wordt vaak door zorgprofessionals uitgevoerd en wordt om die reden
behandeld bij de zorgdiensten.
Signalering
Wanneer er een zorg- of ondersteuningsbehoefte is dan ligt het initiatief bij alle zorgcoöperaties in
principe om diensten aan te vragen meestal bij de cliënt. De coördinator of wijkverpleegster komt
indien mogelijk dezelfde of de volgende dag al langs.
Linda Roozen (Herpen) geeft aan dat tijdens het verlenen van hulp vaak ook wordt opgemerkt dat er
meer behoeften zijn. Bijvoorbeeld een mevrouw die, wanneer de klussendienst langskomt voor het
ophangen van een schilderij, koffie en koekjes klaar heeft staan en erg uitkeek naar gezelschap.
Diensten op het gebied van ondersteuning
In ieder dorp vinden al onderlinge ondersteuningsdiensten plaats. Soms door burenhulp, maar vaak
zijn er ook al organisaties actief. In Hoogeloon heeft de Katholieke Ouderenbond (KBO) bijvoorbeeld
al een klussendienst en vervoersdienst. In situaties waarbij vooral ontmoetingen, contacten, een
dagje er tussen uit gewenst zijn, was de stichting Zonnebloem al actief.
In Laarbeek was dit reden om zich te richten op zorgdiensten en niet op ondersteuning. In
Hoogeloon is er voor gekozen om te bemiddelen en leden naar de juiste organisatie te begeleiden. In
de andere dorpen waren minder voorzieningen en organiseert de zorgcoöperatie veel van deze
diensten zelf.
19
Ondersteuningsdiensten die overal voorkomen zijn de klussendienst, vervoersdienst, tuinonderhoud
en het verzorgen van ontmoetingen, vaak met een aantal keer per week een koffieuurtje en eenmaal
per week een buurtrestaurant waarbij gezamenlijk gegeten wordt.
Hoogeloon en Herpen hebben de beschikking over een ontmoetingsruimte. Deze staat centraal bij
veel activiteiten en wordt gebruikt bij het koffieuurtje, het buurtrestaurant en vaak ook voor het
zorgloket/zorgspreekuur. In Herpen worden in de ontmoetingsruimte vaak ook nieuwe behoeften
besproken en komen nieuwe diensten naar boven. In Hoogeloon wordt éénmaal in de week gekookt
voor zo’n 25 á 30 mensen. Aanschuiven kost € 6,- voor een driegangenmaaltijd.
De praktische ondersteuningsdiensten als klussendienst en tuinonderhoud worden in verschillende
mate van professionaliteit aangeboden. Hoogeloon kiest ervoor om groot tuinonderhoud uit te
besteden aan de sociale werkvoorziening, Laarbeek doet geen ondersteuning en verwijst voor klussen
en tuinonderhoud naar gespecialiseerde bedrijven. Voorschoten en Herpen kiezen er juist voor om
dit door vrijwilligers te laten doen. Er zijn wel grenzen aan wat de vrijwilligers mogen doen, niemand
wil oneigenlijke concurrentie aangaan met de bedrijven in het dorp of in de regio.
Mantelzorgerondersteuning is een dienst die wordt aangeboden in Herpen. De zorgcoöperatie heeft
al tweemaal jonge zorgvragers bediend. In één situatie betrof het een ernstig gehandicapt kind,
waarvoor éénmaal per twee weken de zorg wordt overgenomen door vrijwilligers zodat de moeder
tijd kan doorbrengen met de andere broertjes en zusjes.
Diensten op het gebied van zorg
Zorgcoöperaties die actief zijn met zorgdiensten, bieden altijd een
drietal basisdiensten aan: verpleging, persoonlijke verzorging en
huishoudelijke hulp. In Hoogeloon wordt dit aangevuld met
dagbesteding.
Het karakter van de zorgdiensten aan huis is gericht op
kleinschaligheid: altijd een klein team van zorgverleners, en vaak
daarbinnen nog dezelfde match tussen een zorgverlener en een
zorgvrager.
Figuur 3. Thuiszorg
Verschillende zorgcoöperaties bieden ook woonvormen aan.
Hoogeloon heeft een project kleinschalig wonen, waarbij een groepje
woningen voor senioren is gebouwd in samenwerking met woningstichting de Zaligheden. In deze
woningen wordt door een tweetal traditionele zorgaanbieders waar de zorgcoöperatie al mee
samenwerkt, zorg verleend.
Laarbeek is bezig met het opzetten van een zorgboerderij. Hiervoor zijn ze in gesprek met een
eigenaar van een leegstaande woning. De zorgboerderij van de zorgcoöperatie moet zich
onderscheiden door de kleine schaal, de huiselijke sfeer en de inbreng van vrijwilligers: een huis met
mensen die allemaal iets voor elkaar willen betekenen.
Invoering nieuwe WMO 2015
Er wordt verschillend aangekeken tegen de nieuwe wetgeving op het gebied van AWBZ/WMO.
Hoogeloon is erg blij met de nieuwe wetgeving, omdat deze beter aansluit op de situatie zoals die in
de praktijk in Hoogeloon al is. In Herpen heerst angst onder de huidige zorgvragers. Ze weten niet of
ze volgend jaar wel evenveel en even goede zorg vergoed krijgen. De zorgcoöperatie staat klaar om in
te grijpen als het misgaat, met zowel hulp door vrijwilligers als een goed contact met de gemeente.
Ook Laarbeek heeft last onzekerheid over de nieuwe situatie. Er wordt verwacht dat dit niet direct
problemen zal opleveren, maar wel wanneer in de loop van het jaar de herindicaties worden
vastgesteld.
Relatie met de zorgvragers
Mensen die zorg of ondersteuning ontvangen via de zorgcoöperatie, zijn niet per definitie alleen maar
zorgvrager. Maria Waalen (Hoogeloon) geeft aan dat het belangrijk is dat mensen zo lang mogelijk,
zo veel mogelijk zelf blijven doen. In de dagbesteding is bijvoorbeeld een cliënt die helpt met
aardappels schillen, een ander verzorgt de bloemstukken. In het dorp is een dementerende mevrouw
die ondersteuning ontvangt, maar voor anderen weer de was strijkt.
20
Samenwerking met zorgprofessionals
Over het algemeen willen de zorgcoöperaties niet te veel vastigheid: ze werken bij voorkeur met nuluren contracten, zzp’ers of detachering. De coördinator is vaak wel in loondienst, gemiddeld zo’n 8
uur per week.
Bij de inzet van zorgprofessionals speelt de zorgcoöperatie een bemiddelende rol. De
wijkverpleegster of coördinator verzorgt soms de WMO-aanvraag bij de gemeente. Daarna wordt een
match gemaakt tussen zorgaanbieder en cliënt. Deze zorgaanbieder is een zelfstandige, de
arbeidsverhouding valt vaak onder de driedagenregeling, hieronder uitgelegd. Zorgaanbieder en
cliënt maken samen afspraken, waarna de zorgcoöperatie weer uit het proces stapt. Alle
zorgcoöperaties brengen bij de zorgaanbieder een toeslag in rekening, soms in procenten, soms in
euro’s per gewerkt uur. Hans Borgsteede (Voorschoten) merkt op dat zij controleren of de
zorgaanbieder verzekerd is.
Het is bij geen van de zorgcoöperaties een harde eis dat de zorgprofessionals uit het dorp komen, wel
geldt het vaak als een pré. Zaken als binding met de kernen en beheersing van het dialect worden
door Linda Roozen (Herpen) wel genoemd als belangrijk. Maria Waalen (Hoogeloon) vindt het
belangrijk dat de zorgaanbieders de visie van de zorgcoöperatie ondersteunen.
Driedagenregeling
De belastingdienst kent een speciale regeling voor dienstverlening aan huis. Deze zogenoemde
driedagenregeling geldt voor particulieren die iemand inhuren voor huishoudelijke hulp of
zorgverlening voor maximaal drie dagen per week en houdt in dat hierover geen loonbelasting en
premies werkgeversverzekeringen hoeven te worden afgedragen. Omdat de zorgvragers, en niet de
zorgcoöperatie, een arbeidscontract afsluiten met de zorgaanbieders valt de zorg van de meeste
zorgcoöperatie-leden onder deze regeling.
Samenwerking met vrijwilligers
Geen van de zorgcoöperaties heeft moeite om voldoende vrijwilligers te werven. Dit zijn meestal
vijftigers, zestigers en zeventigers. In Herpen nemen veel jonge moeders van in de dertig de
vervoersdienst op zich op tijden dat de kinderen naar school zijn. De motivatie is vaak te vinden in
het ontmoeten van gelijkgestemden en de wederkerigheid: “Dat doen ze straks ook voor ons”, zoals in
Hoogeloon wordt gezegd.
Investeren in vrijwilligers gaat op verschillende wijzen. Herpen zorgt voor opleidingen en trainingen
voor vrijwilligers, waarin ze leren om te gaan met de doelgroep. In Voorschoten wordt twee keer per
jaar een vrijwilligersborrel georganiseerd.
Herpen heeft een verzorgingsgebied met daarin een vijftal kernen. Dit verzorgingsgebied is
opgedeeld in twee kernen, die ieder weer kringen kennen. Binnen een kring, bijvoorbeeld de
boodschappenkring, zitten vrijwilligers en zorgvragers. Dit zorgt ervoor dat het geheel kleinschalig
blijft en dat de vrijwilligers en zorgvragers bij elkaar blijven. Iemand die in de vervoersdienst
zorgvrager is, kan in de bezoek- of klussendienst weer vrijwilliger zijn.
Laarbeek heeft een tweetal vijftigers die met toestemming van het UWV vrijwilligerswerk voor de
zorgcoöperatie mogen verrichten, zij bemannen het zorgspreekuur.
Samenwerking met traditionele zorgaanbieders
De zorgcoöperaties hebben niet de ambitie de grote zorgaanbieders te vervangen, maar willen een
alternatief bieden voor de mensen die daar behoefte aan hebben. Maria Waalen (Hoogeloon) meldt
dat er in het begin heftige gesprekken zijn gevoerd met de zorgaanbieders, maar dat ze er nu graag
mee samenwerken. In het algemeen is de verhouding met de traditionele zorgaanbieders wisselend.
Hoogeloon bijvoorbeeld, heeft zorgverleners die op de loonlijst staan bij een traditionele
zorgaanbieder, JorisZorg. Deze medewerkers worden op urenbasis ingehuurd en betaald door leden
van de zorgcoöperatie. JorisZorg zorgt ervoor dat dit een klein team is met vaste mensen.
In andere gevallen is de relatie met de grote zorgaanbieders wat moeilijker. In Voorschoten is er geen
contact of samenwerking, en in Laarbeek geeft voorzitter Don van Sambeek aan: “Eerst zagen ze ons
niet staan, nu willen ze op onze schoot zitten”. Linda Roozen (Herpen) geeft aan dat het wat schuurt
met de grote zorgaanbieders. Ze willen samenwerken maar zijn ook nog wat bang voor elkaar en niet
goed op elkaar ingesteld. Toch zijn deze partijen langzaamaan wel aan het veranderen: ze proberen
21
meer klantgericht te denken en stellen ook kleinere teams samen. Toch zijn alle geïnterviewden het
er wel over eens dat deze aanbieders er nog lang niet zijn.
Samenwerking met de gemeente
De ervaringen met de samenwerking met gemeenten zijn zeer wisselend. Don van Sambeek
(Laarbeek) ervaart de wethouder als een ambassadeur van de zorgcoöperatie. De ervaringen met
politiek en ambtenaren zijn prettig en ze kunnen bij de gemeente terecht met allerlei vraagstukken,
en krijgen ook ondersteuning bij financiële en juridische vragen. Wel loopt hij er tegen aan dat de
gemeente Laarbeek deelneemt aan Peel 6.1, een samenwerkingsverband zit op het gebied van WMO.
Ze kunnen daardoor niet goed een eigen beleid voeren dat afgestemd is op de zorgcoöperatie.
Ook Linda Roozen (Herpen) loopt tegen de beperkingen van samenwerkingsverbanden van de
gemeente Oss op. Jeugdzorg wordt samen gedaan met 35 gemeenten, WMO met 12 gemeenten. De
gemeente heeft moeite met de overgang naar de situatie waar in er op lokaal niveau meer vrijheid is.
Ze kunnen het nog niet allemaal loslaten.
Naar de mening van Hans Borgsteede (Voorschoten) heeft zijn gemeente geen problemen met
loslaten, hij merkt geen positieve en geen negatieve invloed vanuit de gemeente. “Ga zo door”, zegt de
gemeente, en daar blijft het bij.
Een goed voorbeeld van een gemeente die een zorgcoöperatie faciliteert, is de gemeente Bladel. Hier
mag Maria Waalen, de coördinator van de zorgcoöperatie Hoogeloon, zelf bij de mensen thuis WMOaanvragen opstellen en indienen bij de gemeente. De gemeente heeft haar hiervoor een cursus
gegeven. Ook stelt de gemeente geld beschikbaar als dit nodig is.
Tevredenheid
Over het algemeen geven de zorgcoöperaties aan tevreden leden te hebben. Hans Borgsteede
(Voorschoten) merkt op dat er een verschil is tussen de slapende leden, die nog geen diensten hebben
afgenomen, en de cliënten. Deze laatste groep geeft bij het exitgesprek, als een zorgtraject wordt
afgerond, aan zeer tevreden te zijn. De slapende leden hebben geen ervaring en kunnen ook niet echt
duidelijkheid geven over hun tevredenheid. Linda Roozen (Herpen) komt op een zesje. Ook zij schat
de tevredenheid van de cliënten hoger in dan die van de slapende leden.
5.3 Gewenste organisatiestructuur
Met de gegevens en ervaringen van andere zorgcoöperaties en de behoeften in Oldehove kunnen we
vaststellen welke keuzes gemaakt moeten worden voor de oprichting van een zorgcoöperatie in
Oldehove. We werken deze keuzes uit voor de rechtsvorm, doelgroep, visie en missie, bestuur en het
werkgeverschap, ieder te behandelen in een aparte paragraaf.
5 .3 .1 R e c h t s v o r m
Het woord zorgcoöperatie impliceert dat de rechtsvorm van de betreffende organisatie die van de
coöperatie, of voluit coöperatieve vereniging is. Schijn bedriegt, in sommige gevallen, waaronder de
zorgcoöperaties in Voorschoten en Herpen. Dit zijn reguliere verenigingen.
De coöperatie is voor de Nederlandse wet conform BW Boek 2, artikel 53, een als coöperatie
opgerichte vereniging die zich in haar statuten ten doel stelt te voorzien in stoffelijke behoeften van
haar leden. Een coöperatie mag dus ook behaalde winsten verdelen onder haar leden. Dit is een punt
waarin de coöperatie verschilt van de vereniging, deze mag dit namelijk niet.
Artikel 26 van hetzelfde wetboek stelt dat een bij het handelsregister ingeschreven vereniging, en
daarmee dus ook een coöperatie, een rechtspersoon is. De coöperatie kent net als de vereniging geen
eigenaar, wel kent zij leden. Leden van de coöperatie zijn in gelijke mate aansprakelijk voor tekorten
van de coöperatie, tenzij de statuten vaststellen dat de aandelen in de aansprakelijkheid anders zijn
verdeeld, of dat de aansprakelijkheid van de leden wordt beperkt of uitgesloten.
Bij de keuze voor een coöperatie zou deze moeten worden opgericht bij notariële akte en worden
ingeschreven in het handelsregister. Bij een vereniging is dit in principe niet verplicht, echter wel
indien het bestuur haar eigen aansprakelijkheid wil verkleinen en de vereniging volledige
rechtsbevoegdheid wil hebben.
In Laarbeek is mede voor een coöperatie gekozen omdat dit volgens voorzitter Don van Sambeek een
groter gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijk geeft.
22
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
Een coöperatie kent geen duidelijke nadelen ten opzichte van de vereniging, maar heeft wel als
voordeel dat er winst gemaakt en verdeeld mag worden. Dit kan in het geval van Oldehove
voorkomen wanneer bijvoorbeeld door het vele vrijwilligerswerk zeer efficiënt is gewerkt en er winst
overblijft, of wanneer de zorgcoöperatie een winstgevende zorgboerderij of dagbesteding opzet.
Ook het grotere gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid is een argument voor de keuze
voor een coöperatie. Daarnaast moet bedacht worden dat zorgcoöperaties worden opgericht omdat
de overheid taken afstoot. Mocht het zijn dat door maatschappelijke veranderingen minder behoefte
is aan de diensten van de zorgcoöperatie, en daardoor overbodige bezittingen moeten worden
verkocht, dan speelt eigenaarschap natuurlijk wel een rol: de opbrengst hiervan kan dan ten goede
komen van de leden.
5 .3 .2 D o e lg r o e p
Voor wie is de zorgcoöperatie er? Volgens de wet is het doel van een coöperatie om in (stoffelijke)
behoeften van haar leden te voorzien. Daarom is het belangrijk te bepalen wat de doelgroep van de
coöperatie is, dit worden de uiteindelijke leden.
Lidmaatschap van een coöperatie is niet beperkt tot één soort lid. In het geval van de op te richten
dorps-zorgcoöperatie kunnen zowel overheid, ondernemers als inwoners lid zijn.
Dit onderzoek wordt volgens de doelstelling uitgevoerd “… om de leefbaarheid in dit dorp te
verbeteren”. Van het begrip leefbaarheid zijn uiteenlopende definities, van het in voldoende mate
geschikt zijn ergens te kunnen leven (Dorst, 2005) tot aan de kennelijke leefbaarheid (Veenhoven,
2000) die uitdrukt hoe lang en gelukkig mensen ergens leven. Welke definitie ook gekozen wordt,
een hogere leefbaarheid komt altijd ten gunste van inwoners, omdat deze een functie is van de
kwaliteit van de leefomgeving.
Lidmaatschap van inwoners
Wanneer we bovenstaand op een rijtje zetten, dan zien we dat de belangen van de inwoners (een
betere leefbaarheid) overeenkomen met de in de onderzoeksopdracht gegeven doelstelling om een
coöperatie op te richten (om de leefbaarheid te verbeteren). Lidmaatschap van inwoners is hiermee
in ieder geval gewenst: hun belang staat voorop als het gaat om het verbeteren van de leefbaarheid
door middel van zorgvoorzieningen in het dorp.
Lidmaatschap van zorgaanbieders
Zoals in de wet gesteld, wordt de coöperatie opgericht met als doel te voorzien in de stoffelijke
behoeften van de leden. Ofwel: ieder persoon en iedere organisatie waarvan de belangen
overeenkomen met die van de coöperatie, kan wat de wet betreft aansluiten.
In de praktijk kiezen bijna alle Nederlandse zorgcoöperaties er voor om het lidmaatschap van de
coöperatie aan te bieden aan de inwoners en niet aan andere personen of organisaties. Enkele
zorgcoöperaties, waaronder het Wijzelf-concept (voorlopig alleen Zoetermeer) en Zorgcoöperatie
Zeeland, zijn opgericht door zorgaanbieders, dit zijn tevens de leden van de coöperatie. Dit type
zorgcoöperaties biedt enkel betaalde, door zorgprofessionals verzorgde diensten aan.
Ongeveer een derde van de huidige Nederlandse zorgcoöperaties werkt met zorgprofessionals. In
paragraaf 6.2.3.3 komen we terug op het dienstverband. Slechts twee zorgcoöperaties, De Grote
Akker in Voorschoten en Tot uw Dienst in Laarbeek, bieden het lidmaatschap aan voor
zorgaanbieders. Binnen eerstgenoemde functioneren de zorgaanbieder-leden in zelfsturende teams
in samenwerking met vrijwilligers. In Laarbeek bemiddelt de coöperatie voor de zorgaanbieder-leden
tegen een jaarlijkse contributie en een afdracht per uur.
Het aanbieden van lidmaatschap aan zorgaanbieders kan dus voordelen brengen in de vorm van
extra geld (contributie en afdracht), kennisdeling en de beschikking over een vast netwerk van
zorgaanbieders. Dit zijn alle drie voordelen die ten goede komen aan de belangen van de inwoners.
Lidmaatschap voor zorgaanbieders zou daarom een goede keuze zijn.
Lidmaatschap van de gemeente
De lokale overheid heeft bij de reeds bestaande zorgcoöperaties een wisselende rol. De
zorgcoöperatie Hoogeloon is opgericht ondanks onbegrip bij de gemeente en zorginstellingen. In
andere gevallen is de oprichting van zorgcoöperaties ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente.
23
In geen geval is de gemeente lid van de coöperatie. Ook voor de op te richten zorgcoöperatie in
Oldehove biedt de gemeente als lid van de zorgcoöperatie geen aanwijsbare voordelen. Wel kan de
zorgcoöperatie een nauwe samenwerking aangaan met de gemeente.
Meer dan de helft van de zorgcoöperaties heeft een zorginformatiepunt, waar inwoners informatie
kunnen inwinnen over gezondheid, hulp in en rond het huis, persoonlijke verzorging en
welzijnsdiensten. Tussen enkele zorgcoöperaties en gemeenten wordt ook samengewerkt op het
gebied van de WMO-aanvraag. Deze zorgcoöperaties bieden hun leden een WMO-spreekuur of een
dependance van het gemeentelijke WMO-loket. Dit biedt de leden informatie en advies over de WMO
en kunnen leden aanmelden voor voorzieningen of bemiddelen in verzoeken aan zorginstellingen of
andere instanties.
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
Vast staat dat de belangen van de inwoners door de coöperatie gediend worden. Lidmaatschap van
inwoners, zowel al zorgvrager, zorgaanbieder of vrijwilliger, is daarom gewenst.
Wanneer de zorgcoöperatie ervoor kiest om met ZZP’ers te werken, zoals geadviseerd in paragraaf
6.2.3.3, dan zou lidmaatschap van deze ZZP’ers gewenst zijn. Hiermee ontstaat een vaste kring van
professionals die betrokken zijn bij de coöperatie.
Voor het lidmaatschap van grote zorginstellingen en gemeenten zijn geen voordelen gevonden. Wel
verdient het de aanbeveling een nauwe samenwerking met deze instanties aan te gaan.
5 .3 .3 M is s ie & v is ie
De visie en missie van een organisatie vormen de input voor het strategisch management van een
organisatie. De missie bepaalt het bestaansrecht van een organisatie: waar de organisatie voor staat
en welke overtuigingen men heeft. De visie schetst een realistisch, geloofwaardig en aantrekkelijk
beeld van de toekomst van de organisatie (Mintzberg, Ahlstrand & Lampel, 1998). De visie is vaak
een concreet toekomstbeeld, de missie een hoger doel.
De geïnterviewde zorgcoöperaties hebben geen op papier vastgelegde missie en visie, maar hebben
wel doelen waar aan gewerkt wordt. Deze richten zich vooral op het ervoor zorgen dat zoveel
mogelijk mensen, zo lang mogelijk in het dorp kunnen blijven wonen en deze mensen weer het gevoel
van controle geven dat ze als cliënt bij grote zorgorganisaties niet hebben. Ook het kleinschalig
werken, met bekende gezichten, neemt een belangrijkte plaats in.
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
De doelstelling die de gemeente en de Gebiedscoöperatie voor de zorgcoöperatie zien, is het
verbeteren van de leefbaarheid in Oldehove. Als we daarbij bedenken dat de bestaande
zorgcoöperaties zich alleen richten op ouderen en andere kwetsbare groepen, zou de missie voor de
zorgcoöperatie kunnen luiden:
“Meer kwetsbare mensen langer thuis laten wonen in Oldehove”
De visie van de zorgcoöperatie kan dan een concreet beeld geven van waar de organisatie de
komende jaren heen wil. Deze is vooral gebaseerd op de doelen van de bestaande zorgcoöperaties.
“De Zorgcoöperatie Oldehove zorgt er voor dat ouderen en andere kwetsbare mensen zo lang in
Oldehove kunnen blijven wonen als ze zelf wenselijk vinden. Deze mensen houden zelf de regie over
hun leven en ontvangen de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben en zelf willen ontvangen,
waarbij ze worden geholpen door vaste zorgverleners die ze goed kennen.”
5 .3 .4 B e s tu u r
Het bestuur van een coöperatie bestaat voor minstens de helft uit leden (BW Boek 2, artikel 37). Ook
kan een coöperatie ervoor kiezen leden in het management te plaatsen. Deelname van leden in het
management leidt tot een meer democratische werkomgeving en betere informatieverwerking en
conflictoplossing (Jones en Sveljar, 1985).
Omdat de meeste Nederlandse zorgcoöperaties feitelijk vrijwilligersorganisaties zijn, hebben ze op
het gebied van ledeninspraak veel overeenkomsten met verenigingen en stichtingen. Het bestuur
bestaat uit vrijwilligers, deze zijn veelal lid van de coöperatie. Deze vrijwilligers zijn meestal degenen
die de werkzaamheden verrichten, aangevuld met, bij sommige zorgcoöperaties, enkele professionele
vrijwilligers.
24
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
De zorgcoöperatie Oldehove heeft de wettelijke verplichting om minstens de helft van het bestuur uit
leden te laten bestaan. Veel werkzaamheden (boodschappendienst, vervoer, klusjes, klein
tuinonderhoud) zullen worden uitgevoerd door leden. Daarom is het belangrijk dat deze leden
gehoord worden en zich herkennen in het bestuur van de coöperatie.
De coöperatie wordt opgericht met als doel een betere leefbaarheid van het dorp te creëren voor de
leden. Daarom zou het bestuur bij aanvang volledig uit leden moeten bestaan.
5 .3 .5 W e rk g e v e rs c h a p
Van de zorgcoöperaties in Nederland werkt 32% met professionele krachten. Het merendeel daarvan
wordt ingezet voor zorgtaken, maar verschillende zorgcoöperaties werken met professionele
zorgondersteuners en coördinatoren. Er zijn verschillende dienstverbanden.
Zorgaanbieders kunnen ook lid zijn van de coöperatie. In de praktijk gebeurt dit slechts bij twee
zorgcoöperaties en in beide gevallen alleen bij ZZP’ers. Een nadeel van medewerkersparticipatie kan
zijn dat de prikkel om de eigen productiviteit te verhogen, er onvoldoende is. Er wordt afgerekend op
de productiviteit van het geheel, waarbij een extra eigen inzet slechts een minimaal verschil maakt in
de productiviteit van de gehele onderneming. Aan de andere kant hebben medewerker-leden ook
voordelen, zoals bijvoorbeeld een langere carrière bij de organisatie en een identificeren
medewerker-leden zich meer met de werkgever (Jones en Sveljar, 1985).
Hierbij moet worden opgemerkt dat deze leden strikt genomen geen medewerker-leden zijn: de
zorgcoöperaties treden op als bemiddelaars, de zorgaanbieder-leden hebben een arbeidsverhouding
met de zorgvrager-leden.
Loondienst
Verschillende zorgcoöperaties werken met een coördinator of wijkverpleegster in loondienst. Dit zijn
nul-uren of kleine contracten, bijvoorbeeld 8 uur in de week bij een zorgcoöperatie van 300 leden.
Geen van de zorgcoöperaties heeft zorgprofessionals in loondienst.
Een van de voordelen die medewerkers in loondienst bieden, is een grote mate van continuïteit.
Daarnaast staan ze ook direct onder leiding van de zorgcoöperatie, men heeft dus veel invloed op hun
functioneren. Aan de andere kant brengt loondienst veel arbeidsrechtelijke verplichtingen met zich
mee zoals het voeren van een loonadministratie en de beperkingen van het ontslagrecht.
ZZP’ers
Zorgcoöperaties Tot uw Dienst (Laarbeek) en De Grote Akker (Voorschoten) maken gebruik van een
vast netwerk van ZZP’ers. Wanneer een zorgvrager-lid aangeeft behoefte te hebben aan professionele
zorg, dan bemiddelt de zorgcoöperatie tussen een zorgvrager en een zorgaanbieder. In beide gevallen
is de zorgaanbieder zelf ook lid van de zorgcoöperatie.
De zorgcoöperatie Hoogeloon heeft voor de vakantieperiodes drie ZZP’ers om de taken over te nemen
van de vaste krachten. Deze ZZP’ers zijn geen lid van de coöperatie.
Samenwerking met traditionele zorgaanbieders
De zorgcoöperatie Elsendorp heeft een samenwerking met Zorgmed, een AWBZ/WMO
zorgaanbieder in Oost-Brabant. Zorgmed heeft het Zorgteam Elsendorp samengesteld, een team van
zeven parttime verzorgenden en verpleegkundigen uit Elsendorp. Hierdoor krijgen zorgvragers uit
Elsendorp altijd zorg of ondersteuning van een professional uit Elsendorp. Een zorgondersteuner (8
uur per week in dienst bij de coöperatie) coördineert de aanvraag van huishoudelijke hulp en
zorgverlening. Ook Zorgcoöperatie Hoogeloon werkt in de basis met een driekoppig team van
medewerkers van de lokale zorgaanbieder JorisZorg. Deze samenwerking wordt als zeer prettig
ervaren.
In Oldehove zijn verschillende van deze zorgaanbieders actief, zoals Thuiszorg Respect en Allerzorg.
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
De oplossing met de minste belasting voor de zorgcoöperatie is samenwerking met de traditionele
zorgaanbieders. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen of deze zorgaanbieders willen meewerken
door bijvoorbeeld een eigen team voor Oldehove samen te stellen.
Loondienst is een dure en inflexibele oplossing.
25
De keuze voor de inzet van zzp’ers komt het meest overeen met de doelstellingen van de op te richten
coöperatie en heeft daarom de voorkeur. De zorgcoöperatie heeft zelf controle over welke
professional wordt ingezet. Er kunnen duidelijke voorwaarden worden gesteld voordat professionals
worden ingezet. Bijvoorbeeld dat de cliënt samen met de zorgverlener op welke tijdstippen afspraken
worden gemaakt. Door gebruik te maken van de driedagenregeling (maximaal drie dagen in de week
als particulier zorg of ondersteuning inhuren) kunnen loonbelasting en premies
werkgeversverzekeringen worden vermeden.
5.4 Externe oriëntatie
In de bedrijfseconomie is de DESTEP-analyse een veelgebruikt model om de externe omgeving van
een organisatie in kaart te brengen. De naam is een afkorting voor de zes factoren die de analyse in
kaart brengt: demografisch, economisch, sociaal/cultureel, technologisch, ecologisch en
politiek/juridisch. De ecologische omgevingsfactoren worden in deze externe oriëntatie niet
beoordeeld, omdat deze onvoldoende relevant zijn voor de zorgcoöperatie.
De uitkomst van de DESTEP-analyse is vaak de input voor een SWOT- ofwel sterkte-zwakteanalyse.
Deze kan niet uitgevoerd worden omdat er geen bestaande organisatie is, daarom wordt per factor
een kleine weergave gegeven van eventuele kansen of bedreigingen.
Demografisch
De bevolkingssamenstelling van Nederland verandert in hoog tempo. In 1990 was de
bevolkingsgroep 65+ nog geen 13% van de totale bevolking. Waar in 2013 de omvang van deze
bevolkingsgroep 16,7% bedroeg, zal dat in 2020 al 19,8% zijn en in 2030 zelfs 23,9% (CBS, diverse
jaren). Er zijn dus steeds meer ouderen, die verzorgd moeten worden door een steeds kleinere groep
mensen in de werkzame leeftijd.
In Oldehove valt in 2012 zo’n 13% van de inwoners in de bevolkingsgroep 65+ (StadIndex, 2012), dit
is dus minder dan het landelijk gemiddelde.
Oldehove kent qua bevolkingsaantallen al jaren een zeer lichte groei. In 1995 woonden er nog 1.360
inwoners, in 2003 waren dat er 1.380. In 2012 woonden er 1.415 inwoners in Oldehove.
Het relatief kleine aantal ouderen kan een bedreiging vormen voor de dekkingsgraad van een
zorgcoöperatie, waarvoor in interviews zo’n 300 leden als ondergrens wordt aangegeven.
Een kans is dat het dorp niet krimpt maar al jaren licht groeit, er zullen daardoor, en doordat een
relatief groot deel van de mensen onder de 65 is, waarschijnlijk voldoende vrijwilligers zijn.
Econom isch
Het gemiddelde bruto inkomen in Oldehove in 2012 bedraagt € 17.100 per inwoner. 10,5% van de
inwoners ontvangt een uitkering en 14% van de huishoudens heeft een hoog inkomen (CBS, 20092012). In 1995 woonden had nog 22% van de inwoners van Oldehove een hoog inkomen (CBS, 1995).
Oldehove kent 229 Handelsregister-inschrijvingen. Het bedrijf in Oldehove met de meeste
werknemers is Mechielsen, een loonwerk-, grondverzet-, opslag- en transportonderneming. Wat
betreft detailhandel heeft het dorp een supermarkt, een bloemenwinkel en een inrichtingszaak.
Verdere werkgelegenheid in Oldehove is te vinden in de landbouwsector.
Het feit dat er een supermarkt en andere detailhandelszaken in het dorp zijn gevestigd, biedt een
kans voor de zorgcoöperatie. Wellicht kan hiermee samengewerkt worden voor bijvoorbeeld de
boodschappendienst. Daarnaast zijn winkels in de nabijheid belangrijk voor de leefbaarheid. In een
landelijk onderzoek naar leefbaarheid geeft 33% van de mensen aan het zeer belangrijk te vinden
dat er dichtbij huis winkels zijn (Ministerie van VROM, 2004).
Sociaal/cultureel
Oldehove kent verschillende verenigingen en welzijnsorganisaties. Naast de kerkgemeentes en
sportverenigingen zijn er twee organisaties acties op het gebied van Welzijn. Dit zijn de SWgZ, een
gemeentelijke organisatie met een algemene hulpdienst, en de Steunstee, een in Oldehove gevestigde
vrijwilligersorganisatie.
26
Technologisch
Een relevante technologische ontwikkeling voor de zorg, is dat steeds meer diensten op afstand
kunnen worden aangeboden. Met de komst van de smartwatch, o.a. door Apple en Samsung in 2014
geïntroduceerd, kan van afstand de hartslag en andere gezondheidscijfers van een persoon worden
beoordeeld. Zelfs zonder hulpmiddelen kan een smartphone al een eerste indicatie vaststellen,
zorgverzekeraar IZZ biedt bijvoorbeeld de Slaap Lekker-app aan, waarmee kan worden beoordeeld of
de gebruiker klachten heeft als slaapapneu, slaapwandelen of rusteloze benen.
Hoewel zorg op afstand nog niet breed wordt ingezet in Nederlands, zijn de afgelopen jaren de eerste
toepassingen voor zorg op afstand op de markt gekomen, zoals de thuiszorgcamera, waarmee de
patiënt via de TV kan videobellen met een arts, een bloeddrukmeter op afstand en een valdetectie
met GPS, die direct een waarschuwing met exacte locatie verzendt wanneer de gebruiker is gevallen.
De technologie die zorg op afstand mogelijk maakt, biedt de kans om het voor ouderen makkelijker
maken om bij te praten met bekenden. Daarnaast zou de beschikbaarheid van een arts of verpleger
op afstand er voor kunnen zorgen dat de zorg bereikbaarder wordt en dat problemen sneller
kunnen worden gemeld en verholpen.
Het is ook een kans dat met middelen als een bloeddrukmeter en een weegschaal de gezondheid van
de patiënt in de gaten gehouden kan worden, en dat een valdetectie-apparaat en een hartslagmeter
incidenten kunnen registreren en direct doorgeven aan hulpverleners.
Een mogelijke bedreiging hiervan is dat juist het menselijke, kleinschalige karakter dat de meeste
zorgcoöperaties graag naar voren willen brengen, in het gedrang komt met al deze technische
hulpmiddelen. Anderzijds kan de zorgcoöperatie hier alsnog een menselijke aanvulling blijven
bieden.
Ecologisch
Niet relevant voor dit onderzoek.
Politiek/juridisch
Het Nederlandse zorgbestel kende de afgelopen jaren flinke hervormingen om de kosten terug te
dringen. Als gevolg hiervan zijn gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor
ondersteuningsdiensten en krijgen ze meer vrijheid om deze naar eigen inzicht in te richten.
Inwoners krijgen het right to challenge (zie paragraaf 2.4) waarmee ze de gemeente kunnen uitdagen
als ze denken dat ze zelf alle zorg, of een deel daarvan, zelf beter kunnen uitvoeren.
De verantwoordelijkheid voor thuiszorg (verzorging en verpleging) gaat naar de zorgverzekeraars.
Hier blijft de mogelijkheid om, onder voorwaarden, voor deze zorg een PGB te ontvangen.
De delegatie van ondersteuningsverantwoordelijkheden naar de gemeente en het right to challenge
bieden de kans om als zorgcoöperatie meer regie over het eigen ondersteuningsaanbod te krijgen.
Dat verzorging en verpleging door de zorgverzekeraars worden aangeboden kan een bedreiging
zijn, omdat de zorgcoöperatie en cliënten hierdoor juist minder grip krijgen. De mogelijkheid om
hiervoor een PGB te ontvangen blijft echter bestaan. Een kans is dat één van de voorwaarden om
een PGB te ontvangen is dat er vaste zorgverleners zijn, dit is juist een kenmerk van veel
zorgcoöperaties.
5.5 Aan te bieden zorg en ondersteuning
5 .5 .1 R o l in h e t z o rg p r o c e s
De Nederlandse zorgcoöperaties werken bij een nieuw zorgtraject volgens de onderstaande stappen.
De coördinator/wijkverpleegkundige treedt op namens de zorgcoöperatie.
•
Zorgbehoefte wordt gesignaleerd (niet altijd);
•
Start: Zorgvrager meldt zorgbehoefte aan zorgcoöperatie;
•
Coördinator/wijkverpleegkundige brengt bezoek (intake, zorgaanvraag);
•
Coördinator maakt match tussen zorgvrager en zorgaanbieder;
•
Zorgverlener maakt afspraken/overeenkomst met zorgvrager;
•
Zorgvrager ontvangt zorg van zorgverlener;
27
•
Einde: zorgcoördinator heeft exitgesprek met zorgvrager (niet altijd).
Hierbij is duidelijk dat de zorgcoöperatie een coördinerende rol op zich neemt. Ze inventariseert de
wensen van de cliënt, sluit de vergoeding hiervan kort met de gemeente en stelt een zorgaanbieder
voor aan de cliënt. Een vereiste hiervoor is dat er al voldoende goede zorgaanbieders in de regio
beschikbaar zijn. Dit kunnen traditionele zorgaanbieders zijn of individuele verpleegkundigen die in
loondienst of als zzp’er kunnen werken.
De zorgcoöperaties geven aan ervoor te kiezen niet zelf zorg te verlenen omdat dit meer flexibiliteit
oplevert. Zelf de zorg leveren geeft de zorgcoöperatie meer verantwoordelijkheden, maar ook meer
controle over de kwaliteit van de zorg.
Gezien de wet- en regelgeving voor zorg en ondersteuning zal het in ieder geval nodig zijn om
voorafgaand aan het verlenen van thuiszorg eerst een zorgaanvraag in te dienen bij de gemeente of
verzekeraar. De zorgcoöperaties nemen dit op zich om de thuiszorg toegankelijker te maken.
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
Voor de leden zou het overzichtelijk zijn als zij altijd bij de zorgcoöperatie terecht kunnen. Als het om
zorg of ondersteuning gaat die de coöperatie kan leveren dan kan het zorgtraject direct gestart
worden. In alle andere gevallen kan de zorgcoöperatie doorverwijzen naar partijen die de zorgvrager
wel kunnen helpen.
Door ook de zorgaanvraag voor de cliënt te verzorgen, wordt de zorg bereikbaarder. Daarnaast
zouden korte lijnen met de gemeente ervoor kunnen zorgen dat snel duidelijkheid is of de zorg
vergoed wordt. Wanneer de coördinator de richtlijnen van de gemeente goed kent, dan kan deze ook
aangeven of een aanvraag kansrijk of zinvol is, en daarmee de gemeente ontlasten.
Het zelf verlenen van zorg brengt veel verplichtingen met zich mee zoals aansprakelijkheid, planning,
en afhankelijk van het dienstverband loonbelasting of premies werknemersverzekeringen. De
zorgcoöperatie kan zich ook verzekeren van goede kwaliteit zorg door samenwerking met een
bestaande zorgaanbieder of zorgvuldig geselecteerde zelfstandigen.
Daarom is het aan te raden om te starten met het leggen van matches tussen cliënten en
zorgaanbieders. Wanneer dit proces goed loopt, kan de zorgcoöperatie altijd nog uitbreiden naar het
zelf zorg verlenen. Goede monitoring en evaluatie van het zorgtraject door middel van een
eindgesprek kan hier zeker aan bijdragen.
5 .5 .2 D ie n s t e n
De zorgdiensten worden in de regel verzorgd door professionals, de ondersteuningsdiensten door
vrijwilligers.
Zorgdiensten
Er zijn een drietal zorgdiensten die door de meeste zorgdiensten worden verzorgd: hulp in de
huishouding, verpleging en verzorging. Dit zijn allemaal zorgdiensten die bij de juiste indicatie van
de cliënt in aanmerking komen voor vergoeding volgens de WMO.
Ondersteuningsdiensten
Er is een breed scala aan ondersteuningsdiensten dat op dit moment wordt aangeboden bij de
verschillende Nederlandse zorgcoöperaties. Van het uitlaten van huisdieren tot de klussendienst en
van het buurtrestaurant tot hulp bij de administratie. Een volledig overzicht van alle
ondersteuningsdiensten wordt getoond in bijlage III. Veel van deze diensten kenmerken zich door
het sociale karakter: het ontmoeten van andere mensen is erg belangrijk. De meeste
ondersteuningsdiensten worden uitgevoerd door vrijwilligers, maar het is ook mogelijk om
zorgvragers elkaar onderling te laten helpen. Iemand die zorgvrager voor de ene dienst is, kan
zorgverlener zijn voor de andere dienst.
Op het gebied van ondersteuning zijn al diverse organisaties actief in Oldehove. Zo zijn er een
dorpsbelangenvereniging en een dorpshuis. Ook landelijke organisaties, zoals stichting de
Zonnebloem, hebben een afdeling in het gebied.
Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove
Het doel van de zorgcoöperatie is ervoor zorgen dat de leefbaarheid van Oldehove wordt verbeterd.
De juiste diensten kunnen hier aan bijdragen, er kan hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen
zorg- en ondersteuningsdiensten.
28
Zorgdiensten maken het mogelijk voor ouderen of andere mensen met zorgbehoeften om langer en
prettiger in het dorp te blijven wonen. De zorgcoöperatie zou daarom alle drie de gebruikelijke
thuiszorgdiensten, hulp in de huishouding, verzorging en verpleging, moeten aanbieden. Dit kan
eventueel worden aangevuld met alarm-, slaap-, waak- en oppasdiensten.
De bovengenoemde diensten vormen de basis van de zorg-poot van zorgcoöperatie. Deze
zorgdiensten kunnen worden aangevuld met een uitgebreider dienstenpakket. Om dit te realiseren,
zou de zorgcoöperatie veel moeten investeren in samenwerking met woningbouw, traditionele
zorgaanbieders, gemeente en de werving van cliënten in het dorp. Zo zijn er al zorgcoöperaties die
een dagbesteding en zorgwoningen (kleinschalig wonen) hebben opgezet. Ook de verhuur of uitleen
van rollators en rolstoelen behoort tot de mogelijkheden.
Daarnaast kan de toegankelijkheid van thuiszorg worden vergroot door de eerste stap, namelijk het
indienen van de aanvraag bij de gemeente, zo makkelijk mogelijk te maken. Het opzetten van een
zorginformatiepunt en aanbieden van PGB-beheer maken het makkelijker om zorg aan te vragen en
een eventueel eigen budget te beheren.
Wat betreft de ondersteuningsdiensten hoeven deze slechts aan te vullen wat al wordt aangeboden in
het dorp. Omdat dit er veel zijn, zijn deze opgenomen in de onderstaande tabel.
Behalve diensten voor zorgvragers, zijn er ook diensten die bijdragen aan het kennisniveau wat
betreft zorgverlening van de andere doelgroepen:
•
Scholingsbijeenkomsten vrijwilligers;
•
Scholingsbijeenkomsten mantelzorgers;
•
AED-cursussen.
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de aan te bieden zorg- en ondersteuningsdiensten.
Dienst
Samenwerking met
Zorg thuis
Hulp in de huishouding
Thuiszorg-aanbieders
Verpleging
Thuiszorg-aanbieders
Persoonlijke verzorging
Thuiszorg-aanbieders
Alarm-, slaap- en waakdiensten
Thuiszorg-aanbieders en
vrijwilligers
Oppasdiensten
Thuiszorg-aanbieders en
vrijwilligers
Zorg uitgebreid
Dagbesteding
Thuiszorg-aanbieders en
vrijwilligers
Zorgwoningen / kleinschalig wonen
Thuiszorg-aanbieders en
woningbouw
Verhuur / uitleen rollend materieel
Rollator, rolstoel, scootmobiel, duofiets
Thuiszorg-aanbieders en
vrijwilligers
Zorg administratief
Zorginformatie
Zorgloket in het dorp, zorginformatie- en aanvragen aan huis
Gemeente en vrijwilligers
PGB-beheer
Thuiszorg-aanbieders en
vrijwilligers
Ondersteuning
Bezoekdienst
SWgZ
29
Tuinonderhoud
Hoveniers of sociale
werkvoorzieningen (bijv. de
Zijlen, Novatec)
Klussendienst
Klussenbedrijven, SWgZ,
Steunstee of sociale
werkvoorzieningen (bijv. de
Zijlen, Novatec)
Boodschappendienst
SWgZ
Vervoersdienst
SWgZ
Administratieve hulp
Steunstee,
administratiekantoren
Telefoonketen
Koffie-uurtje
Café Odeon, dorpshuis
Dorpsrestaurant
Café Odeon, dorpshuis
Samen bewegen
Computer- en iPad-cursus
Scholing
Scholingsbijeenkomsten vrijwilligers
Thuiszorg-aanbieders
Scholingsbijeenkomsten mantelzorgers
Thuiszorg-aanbieders
AED-cursussen
Thuiszorg-aanbieders
Tabel 6. Aanbevolen zorg- en ondersteuningsdiensten voor Oldehove
30
6. Acties voor de gemeente
De gemeente is een belangrijke actor op het gebied van zorg. Dit was ze al onder de oude wetgeving,
maar met de invoering van de nieuwe WMO per 1 januari 2015 krijgt de gemeente meer
verantwoordelijkheden en meer vrijheid om de situatie naar eigen inzicht in te richten.
6.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties
De ervaringen van andere zorgcoöperaties met het samenwerken met gemeentes zijn zeer wisselend,
zoals besproken in hoofdstuk 4. In Laarbeek wordt de verantwoordelijk wethouder geroemd als
ambassadeur van de zorgcoöperatie terwijl men in Voorschoten aangeeft geen enkele interesse van
de zijde van de gemeente te ervaren.
Op basis van het beeld dat de geïnterviewde zorgcoöperaties schetsen blijkt dat een zorgcoöperatie
kan bestaan en functioneren zonder enige medewerking met de gemeente. In dat geval kan de
coöperatie ondersteuningsdiensten aanbieden. Voor de aanvraag van zorgdiensten treden sommige
zorgcoöperaties namens de cliënt op bij de gemeente. De uitvoering van de diensten ligt vaak bij een
zelfstandige in de zorg (zzp’er).
Hiermee maken zorgcoöperaties de zorg iets toegankelijker en bieden ze een pakket aan
ondersteuningsdiensten, waardoor het prettiger wonen is voor ouderen of andere zorgvragers.
Nu en in de toekomst blijft het Zorgloket van de gemeente de plaats waar aanvragen voor WMO-zorg
worden behandeld. In Hoogeloon werkt de gemeente intensief samen met de zorgcoöperatie. De
coördinator van de zorgcoöperatie heeft een door de gemeente betaalde cursus als WMOloketmedewerker ontvangen, waardoor zij bij de mensen thuis namens de gemeente de aanvraag kan
opstellen en indienen. Dit neemt een flinke drempel weg bij zorgvragers.
Het mes snijdt aan twee kanten; doordat een deskundige aan tafel zit met de zorgvrager, kan deze
aanvragen die geen kans maken direct er uit filteren. Omdat de coördinator ook namens de
zorgcoöperatie handelt, kan ze eventueel alternatieven bieden wanneer een aanvraag bij de gemeente
niet haalbaar is of wordt geweigerd.
Het wordt als lastig ervaren wanneer de gemeente weinig speelruimte heeft in het eigen beleid, ook al
is de gemeente van goede wil en enthousiast over de zorgcoöperatie. In Laarbeek merkt men tijdens
contractbesprekingen dat de gemeente gebonden is aan een samenwerking met vijf andere
gemeenten. De gemeente Herpen is ook weinig flexibel door een WMO-samenwerkingsverband met
twaalf gemeenten.
Een zorgcoöperatie past nog niet binnen de reguliere structuur van een gemeente, daarom moet de
gemeente de ruimte hebben om een dergelijk initiatief te ondersteunen in de vorm van geld, scholing
of huisvesting. De gemeente Bladel heeft de coördinator van de zorgcoöperatie opgeleid en stelt
bijvoorbeeld geld ter beschikking van de zorgcoöperatie Hoogeloon als dit nodig is. In Laarbeek helpt
de gemeente de zorgcoöperatie met moeilijke financiële en juridische vraagstukken. Verschillende
zorgcoöperaties gebruiken gebouwen of ruimtes die eigendom zijn van de gemeente. Laarbeek maakt
ook gebruik van twee vrijwilligers in een uitkeringssituatie, die met toestemming van het UWV het
zorgspreekuur verzorgen.
Bij de verschillende zorgcoöperaties gebeurt dit met (opstart)financiering, het beschikbaar stellen
van gebouwen of ruimtes voor ontmoetingen en zorgspreekuren, scholing, vergemakkelijken van
zorgaanvragen en door de zorgcoöperatie te helpen met financiële en juridische vragen.
6.2 Advies voor de gemeente
Voor het bestaan en functioneren van de zorgcoöperatie is medewerking van de gemeente niet
noodzakelijk. Wel kan een goede samenwerking er voor zorgen dat de toegankelijkheid van de zorg
wordt verbeterd, en dat de zorgcoöperatie beter kan groeien. Hiervan profiteren zowel de
zorgcoöperatie als de gemeente. Dit stelt de zorgcoöperatie in staat betere zorg en ondersteuning aan
te bieden en daarmee de leefbaarheid te verbeteren.
De gemeente heeft vanuit de WMO een aantal verantwoordelijkheden toegekend gekregen en moet er
voor instaan dat de ondersteuning in de gemeente voldoet aan de wettelijke eisen. Om zich ervan te
verzekeren dat aan deze eisen wordt voldaan, zou de gemeente een regie-rol moeten aannemen.
31
De eerste stap naar WMO-zorg is de aanvraag. De gemeente is verplicht om een cliëntondersteuner
aan te bieden, maar deze hoeft niet zelf bij de gemeente te werken. De zorgaanvraag kan makkelijker
worden voor zorgvragers door er voor te zorgen dat de voorlichting en het opstellen en indienen van
de aanvraag in het eigen dorp kan plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een wekelijks
zorgspreekuur of door een vertegenwoordiger van de zorgcoöperatie bij de mensen thuis langs te
laten gaan. Hiervoor kan de zorgcoöperatie een coördinator beschikbaar stellen, die door de
gemeente wordt opgeleid als cliëntondersteuner/WMO-loketmedewerker.
Daarnaast kan de gemeente een zorgcoöperatie gebruiken om ook de participatie van andere groepen
dan ouderen en kwetsbaren te bevorderen. Bijvoorbeeld werklozen die vanuit het vrijwilligerswerk
uitzicht kunnen krijgen op een baan, of door het onderwijs te betrekken bij de dienstverlening.
De zorgverzekeraars zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor verzorging en verpleging. Door
als gemeente samen te werken met de zorgverzekeraars, kan er voor gezorgd worden dat de
voorzieningen vanuit de gemeente beter aansluiten op zorg- en ondersteuningsvoorzieningen die er
al in het dorp zijn, bijvoorbeeld vanuit de zorgcoöperatie. De coördinator van de zorgcoöperatie kan
hierin een centrale rol spelen, als aanspreekpunt voor alle zorg en ondersteuning.
De gemeente kan de zorgcoöperatie ondersteunen met de onderstaande suggesties.
Binnen eventuele samenwerkingsverbanden, waaronder dat van de vier samenwerkende gemeentes
in het Westerkwartier, zou de gemeente op deze punten voldoende vrijheid moeten hebben om het
beleid toe te snijden op de zorgcoöperatie.
•
Beschikbaar stellen van financiering (o.a. startkapitaal);
•
Beschikbaar stellen van huisvesting;
•
Beschikbaar stellen van vrijwilligers (bijv. in een uitkeringssituatie);
•
WMO-aanvraag laten indienen door de zorgcoöperatie;
•
Aanbieden van scholing (WMO-loketmedewerker);
•
Hulp bieden bij financiële en juridische vragen;
•
Samenwerking zoeken met zorgverzekeraars.
32
7. Acties voor de ondernemers
Onder het begrip “ondernemer in de zorg” vallen zeer uiteenlopende ondernemers, van een zzp’er die
thuiszorg levert aan enkele vaste klanten tot grote zorgaanbieders met een breed dienstenpakket en
meerdere vestigingen. In dit onderzoek behandelen we alleen zorgondernemers die thuiszorg kunnen
leveren. Deze delen we op in klein (zzp’ers) en groot (traditionele zorgaanbieders).
7.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties
Veel zorgcoöperaties herkennen in grote, traditionele zorgaanbieders de reden waarom ze ooit met
de oprichting van een zorgcoöperatie begonnen zijn. Grootschalig, veel management, veel overhead
en geen band tussen zorgverlener en cliënt.
Dit was ook in Hoogeloon het geval. Toch is er voor het aanbieden van thuiszorg en dagbesteding
gekozen om samen te werken met geselecteerde grote zorgaanbieders. Daarbij zijn heldere afspraken
gemaakt: er is een vast team voor Hoogeloon en dit team werkt volgens de visie van de
zorgcoöperatie. Er zijn heftige gesprekken gevoerd om de zorgaanbieders zo ver te krijgen.
Bij de dagbesteding zijn er drie dagen in de week medewerkers van de zorgaanbieder, de rest wordt
verzorgd door vrijwilligers van de zorgcoöperatie.
Deze samenwerking bevalt zeer goed. Het valt de zorgcoöperatie op dat zorgaanbieders waarmee niet
wordt samengewerkt, nu ook overstappen op kleinere teams.
Andere zorgcoöperaties, zoals in Voorschoten en Laarbeek, kiezen voor samenwerking met zzp’ers
om zorgdiensten aan te kunnen bieden. Hierbij maakt de zorgcoöperatie een match tussen
zorgvrager en zpp’ers. De zzp’er wordt na een kennismaking ingehuurd door de zorgvrager.
Het voordeel is dat er gebruik gemaakt kan worden de driedagenregeling, een voordelige fiscale
constructie waardoor er geen loonbelasting en premies werkgeversverzekeringen hoeven te worden
afgedragen. Dit verlaagt de kosten van de zorg. Daarnaast is er een een-op-een-relatie tussen
zorgvrager en zorgverlener en daarmee ruimte om een band met elkaar op te bouwen.
Ook deze manier van samenwerken bevalt goed: de zorgcoöperaties geven aan dat mensen die cliënt
zijn (dus die al zorg hebben afgenomen) zeer tevreden zijn.
Wat betreft ondersteuningsdiensten wordt er ook samengewerkt met externe partijen. In Hoogeloon
wordt het tuinonderhoud voor een gereduceerd tarief aangeboden door de Werkvoorziening
Kempen. In Laarbeek worden tuinonderhoud en de klussendienst via voordelige inkoopcontracten
uitgevoerd door lokale bedrijven. Hierbij worden er alleen diensten aangeboden die onvoldoende
beschikbaar zijn in het dorp of die via de zorgcoöperatie voordeliger en daardoor bereikbaarder
kunnen worden.
7.2 Te ontwikkelen diensten
Bij alle zorgcoöperaties worden diensten aangeboden die in het dorp niet aanwezig, van te lage
kwaliteit of onvoldoende toegankelijk zijn. Een zorgcoöperatie is er niet om te concurreren met
bestaande aanbieders, maar om zorg en ondersteuning beter en toegankelijker te maken.
Vrijwilligers van zorgcoöperaties willen meehelpen in de zorg en ondersteuning, ook naast
professionele krachten van een zorgaanbieder. De markt in Oldehove is niet onaanzienlijk, er wonen
1.400 inwoners waarvan 13% in de leeftijdscategorie 65+ vallen (Stadindex), dit zijn circa 185
mensen.
Zorgdiensten
De zorgdiensten hoeven niet meer ontwikkeld te worden. Dit zijn diensten waarvan in de WMO, WLZ
of Zorgverzekeringswet is vastgelegd wat deze inhouden. Er zijn al zorgaanbieder in en om Oldehove
die verzorging, verpleging, hulp in de huishouding en dagbesteding aanbieden.
Wel kunnen grote en kleine ondernemers contact leggen met de zorgcoöperatie om hun diensten aan
te bieden, en te kijken hoe zij het best op de zorgcoöperatie kunnen aansluiten. Het is aan deze
ondernemers om te beoordelen in hoeverre zij hun diensten willen aanpassen aan wensen en eisen
vanuit de zorgcoöperatie. Bijvoorbeeld of cliënten een tijdstip mogen aangeven dat de afspraak hen
uitkomt, of ze een team voor Oldehove willen samenstellen en of ze iets willen afdragen aan de
zorgcoöperatie.
33
Grote zorgaanbieders die nu bijvoorbeeld nog een contract met de gemeente hebben voor
dagbesteding, kunnen ook met de zorgcoöperatie om tafel om hen inspraak te geven in de invulling
van die dagbesteding. Hierdoor kan een zorgaanbieder mogelijk een contract behouden voor een
voorziening die anders mogelijk niet meer door hen kan worden aangeboden.
Ondersteuningsdiensten
Op het gebied van ontmoeten kunnen ondernemers in café Odeon en het
dorpshuis Humsterland arrangementen ontwikkelen waarmee op een
vast moment veel mensen bediend kunnen worden.
Mogelijke diensten zijn:
•
Koffie-uurtje
Koffie of thee tegen gereduceerd tarief, bijv. aan een grote
stamtafel;
•
Dorpsrestaurant
Eén of enkele keren per week gezamenlijk eten koken en eten.
Andere ondersteuningsdiensten vinden plaats aan huis. Ondernemers in Figuur 4. Café Odeon
en om Oldehove met een hoveniersbedrijf, klussenbedrijf of bijvoorbeeld
een administratiekantoor kunnen diensten ontwikkelen die aansluiten op het aanbod van de
zorgcoöperatie. Zo kan er worden afgesproken dat een vrijwilliger van de zorgcoöperatie een uurtje
per maand kan komen helpen met de tuin, maar dat grotere klussen als een boom of struik
verwijderen of herstelwerkzaamheden aan een terras bij een geselecteerd bedrijf worden neergelegd.
•
Tuinonderhoud;
•
Klussendienst;
•
Administratieve hulp.
Andere ondersteuningsdiensten zoals de bezoekdienst, telefoonketen en boodschappendienst lenen
zich er niet voor om door ondernemers te worden uitgevoerd. De vervoersdienst mag door
vrijwilligers worden uitgevoerd, maar ondernemers moeten hiervoor verschillende vergunningen en
bewijzen bezitten (Kiwa, 2014), waardoor het niet waarschijnlijk is dat ondernemers hiervoor
voordeligere diensten kunnen ontwikkelen dan het huidige aanbod.
7.3 Advies voor de ondernemers
Zowel kleine ondernemers (zzp’ers) als grote organisaties (traditionele zorgaanbieders) kunnen
diensten ontwikkelen die aansluiten op de visie van de zorgcoöperatie. Daarbij is het belangrijk dat er
een één-op-één relatie tussen zorgvrager en zorgverlener is, dat de dienst gemakkelijk toegankelijk is
voor zorgvrager en dat er geen overlap is met reeds bestaande diensten.
Er liggen voor ondernemers de volgende kansen:
•
Vrijwilligers (bijvoorbeeld jongere ouderen of werklozen met toestemming van het UWV)
kunnen een deel van de werkzaamheden overnemen, waardoor een dienst goedkoper en
beter kan worden aangeboden;
•
De zorgcoöperatie kan de aanvraag voor WMO, WLZ of Zvw en een evt. intake uitvoeren;
•
Er is een grote groep ouderen (180 65+’ers) die gezamenlijk kan inkopen;
•
Cliënten kunnen voor ondersteuning een PGB aanvragen, er is dus geen contract met de
gemeente nodig.
De zorgaanbieders kunnen verzorging, verpleging, hulp in de huishouding en mogelijk dagbesteding
aanbieden. Door deze diensten te combineren met de inzet van vrijwilligers, krijgt de zorgvrager
meer waar voor zijn geld en zijn er meer sociale contacten.
Wat ondersteuningsdiensten betreft is het sociale karakter erg belangrijk. Het café en het dorpshuis
kunnen bijvoorbeeld arrangementen ontwikkelen, een koffie-uurtje en een dorpsrestaurant, waarbij
vrijwilligers gebruik maken van de keuken om de gasten iets lekkers voor te zetten.
Aanvullend is er voor hoveniersbedrijven, klussenbedrijven en administratiekantoren een markt die
het gat opvangt tussen wat een vrijwilliger kan doen, en de klussen die normaal gesproken worden
aangenomen. Denk aan klusjes van enkele uren, die een vrijwilliger niet kan uitvoeren, maar
34
waarvoor een hovenier of klussenbedrijf normaal niet komt voorrijden. Doordat alle klussen van deze
omvang samen worden ingekocht, kan dit toch interessant zijn voor aanbieders.
Ook voor ICT-ondernemers liggen er kansen in Oldehove. Technologische ontwikkelingen op het
gebied van zorg op afstand (zie paragraaf 5.4) maken het mogelijk om een videoconsult te houden
met een arts of verpleger, ook voor mensen die geen verstand hebben van techniek.
Er zijn bloeddrukmeters en weegschalen op afstand beschikaar die deze gegevens kunnen
doorsturen, om de gezondheid van een cliënt in de gaten te kunnen houden. Valdetectie apparaten,
hartslagmeters, smartphones en smartwatches kunnen incidenten direct registreren en doorgeven
aan hulpverleners. Door dit via de zorgcoöperaties aan te bieden maken ondernemers het thuis
wonen veiliger en beter mogelijk.
35
8. Acties voor de inwoners
Een zorgcoöperatie is een organisatie voor en door inwoners. Voor kwetsbare mensen die anders niet
of minder goed in het dorp kunnen blijven wonen, zoals ouderen of gehandicapten. Door vrijwilligers
die iets voor hun dorpsgenoten willen betekenen.
Inwoners kunnen meerdere rollen aannemen, ze kunnen in het bestuur van de coöperatie zitten,
vrijwilliger zijn en uitvoerend werk doen of zorgvrager zijn. Het komt ook voor dat mensen in
meerdere van deze groepen zitten.
8.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties
In alle interviews kwam duidelijk naar voren dat draagkracht erg belangrijk is voor het succes van de
zorgcoöperatie. Als de zorgcoöperatie niet breed gedragen wordt, dan is de kans op succes zeer klein,
volgens deze vier zorgcoöperaties.
Ook zorgcoöperaties die een goede samenwerking met hun gemeente hebben, vinden dat de
gemeente niet vanaf de oprichting aan tafel zou moeten zitten. Ze geven aan dat het een initiatief
moet zijn vanuit de inwoners.
De oprichting van een zorgcoöperatie kost minimaal zes tot acht maanden. In deze periode begint het
enthousiasmeren van de dorpsgenoten, het werven van leden en vrijwilligers. Ook is deze periode
nodig om aansluiting te vinden bij de andere vrijwilligersorganisaties in het dorp en als er direct met
zorgdiensten begonnen wordt, om contacten te leggen en afspraken te maken met zzp’ers of
zorgaanbieders in de regio.
Laarbeek en Voorschoten zijn de werving begonnen met openbare bijeenkomsten. Hier hebben ze
hun ideeën uitgelegd en mensen enthousiast gemaakt.
Alle coöperaties kunnen tot nu toe voldoende vrijwilligers vinden voor het werk dat er is. Bij de
meeste zorgcoöperaties zijn dit ouderen, mensen vanaf 65 die de kwetsbare ouderen helpen. Er zijn
ook andere doelgroepen, in Herpen helpen moeders van in de dertig met de vervoersdienst op tijden
wanneer de kinderen naar school zijn.
Deze coöperaties zijn allemaal begonnen onder de oude wetgeving. Don van Sambeek (Laarbeek)
geeft als tip mee dat de WMO vanaf 1 januari 2015 het right to challenge biedt. Dit stelt inwoners in
staat om de gemeente uit te dagen om zelf een deel of alle zorgtaken uit te voeren, wanneer ze denken
dit beter te kunnen doen dan de gemeente.
Meerdere geïnterviewden geven aan dat contact met andere initiatieven positief werkt. In Brabant
vormen meerdere coöperaties de koepel “Zorgen doe je samen”. Er is aansluiting met de Landelijke
Vereniging Kleine Kernen en vaak ook met de eigen dorpsvereniging, dorpsbelangen en dorpshuis.
Daarnaast zijn er samenwerkingen met de Katholieke Ouderenbond, stichting de Zonnebloem en
meer maatschappelijke organisaties. In de dorpen met een zorgcoöperatie ontstaan vaak ook andere
coöperatieve initiatieven, zoals energiecoöperaties.
8.2 Waar is ruimte voor verbetering?
Op dit moment worden verschillende vrijwillige ondersteuningsdiensten door verschillende
organisaties aangeboden. De SWgZ heeft een algemene hulpdienst voor o.a. bezoek, boodschappen,
klussen en vervoer. De Steunstee heeft naast administratieve hulp ook een boodschappen- en
klussendienst. Ook andere sociale verbanden als kerkgemeentes kunnen voor onderlinge hulp
zorgen.
Er is geen duidelijk centraal punt waar mensen ondersteuning door vrijwilligers kunnen aanvragen
en dat deze vrijwillige hulp coördineert.
Thuiszorg wordt op dit moment overwegend aangeboden door grotere zorgaanbieders, in Oldehove
en omstreken zijn slechts drie zzp’ers in de zorg gevonden. Wanneer er in het dorp behoefte bestaat
aan kleinschaligheid en het zelf in de hand hebben van kwaliteit en toegankelijkheid van de
thuiszorgdiensten, dan is er op dit gebied ruimte voor verbetering.
8.3 Advies voor de inwoners
Het oprichten van een zorgcoöperatie is in de eerste plaats een initiatief van de inwoners. Als de wens
om een zorgcoöperatie te beginnen onder een aantal inwoners bestaat, dan zou deze groep er goed
36
aan doen om een ondernemingsplan op te stellen en hierna het idee tijdens openbare bijeenkomsten
aan het dorp te presenteren.
Wanneer er voldoende draagvlak blijkt te zijn, dan kan de zorgcoöperatie worden opgericht en
kunnen er leden en vrijwilligers worden geworven. Als blijkt dat het dorp een zorgcoöperatie nodig
en goed vindt, dus wanneer er voldoende draagkracht is, dan is het een goed moment om met de
gemeente als partner in gesprek te gaan.
De bevolkingssamenstelling biedt kansen en bedreigingen (zie paragraaf 5.4). De meeste
zorgcoöperaties hanteren een ondergrens van 300 leden om stabiel break-even te kunnen draaien.
Ouderen zijn de voornaamste doelgroep voor de bestaande zorgcoöperaties en niet iedereen die
binnen de doelgroep valt, is lid van een zorgcoöperatie. Met 185 mensen van 65+ zit Oldehove flink
onder deze grens. Wel zijn er daardoor relatief veel vrijwilligers per zorgvrager, waardoor de
vrijwillige dienstverlening waarschijnlijk geen probleem zal vormen.
Het is daarom de vraag of op de schaal het dorp voor dezelfde lage kosten als elders, een rendabele
zorgcoöperatie kan worden opgezet. De initiatiefnemers en het dorp hebben de keuze om genoegen te
nemen met mogelijk hogere kosten of een beperkt aantal zorg- en ondersteuningsdiensten, of de
keuze om een zorgcoöperatie met een groter verzorgingsgebied op te zetten.
De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan de inwoners helpen met kennis en het uitvoeren van
onderzoeken via het FEM Office, een samenwerking met de Hanzehogeschool waar ondernemers
vragen kunnen neerleggen. Daarnaast heeft de Gebiedscoöperatie ervaring met coöperaties, kan ze
helpen met het opschalen van de zorgcoöperatie doordat ze al actief is in andere dorpen en heeft ze
nauwe banden met de Westerkwartier-gemeenten.
In de inleiding is beschreven dat de Gebiedscoöperatie in de toekomst een paraplu wil zijn waar
meerdere kleine coöperaties onder vallen. Wanneer de zorgcoöperatie is opgezet, zou de
Gebiedscoöperatie ook een aantal backoffice-taken kunnen uitvoeren als communicatie en
administratie.
Het is aan de inwoners om als vrijwilligers kwalitatief goede ondersteuningsdiensten op te zetten.
Hiervoor kunnen de inwoners die al lid zijn van een stichting of vereniging die binnen het dorp
vrijwilligerswerk uitvoert samen met de zorgcoöperatie om tafel gaan zitten.
Voor de zorgdiensten kunnen de inwoners inventariseren of er in het dorp zelf zzp’ers in de zorg
wonen die thuiszorg werkzaamheden willen aanbieden, of misschien mensen die als werknemer in de
zorg werken, maar voor zichzelf willen beginnen als zzp’er.
De nieuwe wetgeving brengt het right to challenge en biedt de mogelijkheid om zelf professionele
ondersteuning in te kopen met een PGB. Wanneer de ondersteuningsdiensten en de eventuele
zorgdiensten, staan kunnen de inwoners het right to challenge uitoefenen. Er hoeft hiervoor geen
volwaardig Wmo-aanbod te zijn, de inwoners mogen het deel dat zij over willen nemen thematisch
en geografisch inkaderen.
Voor de start van het proces is het aan te raden om contact te leggen met andere zorgcoöperaties en
de Landelijke Vereniging Kleine Kernen.
37
9. Slot
9.1 Conclusies
Deze conclusies zijn geschreven voor de situatie in Oldehove en zijn wat betreft het gewenste
zorgaanbod, de organisatiestructuur en de acties voor de gemeente en ondernemers generaliseerbaar
naar dorpen die vergelijkbaar zijn. De acties voor de inwoners hangen af van het aantal inwoners en
hoe ver een dorp al is met een zorgcoöperatie of ander zorginitiatief.
9 .1.1 P ro b le e m s t e llin g
De probleemstelling van dit onderzoek is:
Hoe kan een zorgcoöperatie in Oldehove worden opgericht en wat vraagt de oprichting hiervan
van de gemeente, ondernemers en inwoners?
De zorgcoöperatie zou een bemiddelende rol kunnen spelen tussen zorgvragers, vrijwilligers en
zorgaanbieders door de bestaande diensten aan te vullen en te verbeteren en zorg en ondersteuning
toegankelijker te maken. Hiervoor zou de zorgcoöperatie zorgvragers direct vanaf de aanvraag
moeten helpen en diensten opzetten met een kleinschalig en sociaal karakter. De drie basis
thuiszorgdiensten (hulp in de huishouding, verzorging, verpleging) zouden in ieder geval moeten
worden aangeboden. De eerste ondersteuningsdiensten die aangeboden zouden moeten worden zijn
de sociale diensten (koffieuurtje en dorpsrestaurant), vervoersdiensten (vervoers- en
boodschappendienst) en de praktische diensten (klussendienst, tuinonderhoud, administratieve
hulp). Zowel het zorg- als het ondersteuningsaanbod kan later worden uitgebreid.
Bij het opzetten van de zorgdiensten kan worden gewerkt met zzp’ers, deze zijn flexibel, werken
kleinschalig en sluiten het beste aan bij de visie van een zorgcoöperatie. Ondersteuningsdiensten
kunnen worden uitgevoerd door een combinatie van vrijwilligers en ondernemers.
De oprichting van een zorgcoöperatie kost zo’n zes tot acht maanden, waarbij het zeer belangrijk is
dat het initiatief voldoende draagvlak onder de inwoners heeft. Het is aan de inwoners om een
ondernemingsplan op te stellen, leden en vrijwilligers te werven en bij voldoende draagvlak de
oprichting te beginnen. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan hierbij ondersteunen.
Daarna kunnen gesprekken worden opgestart met de gemeente, die de zorgcoöperatie kan
ondersteunen met geld, huisvesting, scholing en kennis. Ondernemers kunnen samen met de
zorgcoöperatie nieuwe diensten ontwikkelen op het gebied van (thuis)zorg, praktische diensten en
zorg op afstand.
9 .1.2 D e e lv ra g e n
Huidig zorgaanbod
Als eerste is onderzocht wat de huidige situatie van het zorgaanbod in Oldehove is. In Oldehove is het
zorgaanbod voldoende voor een dorp van 1.415 inwoners. Hoewel er op de huisarts na praktisch geen
zorgaanbieders gevestigd, zijn er wel negen thuiszorgaanbieders van buiten Oldehove actief in het
dorp. Op het gebied van ondersteuning vindt men in Oldehove kinderopvang, een warme
maaltijdservice en twee vrijwilligersorganisaties, waarvan één vrij beperkt, met praktische diensten
als een klussen-, boodschappen- en vervoersdienst.
Gewenst zorgaanbod en organisatiestructuur
Rol in het zorgproces
Wanneer er in Oldehove een zorgcoöperatie wordt opgericht zou deze een bemiddelende en
coördinerende rol kunnen aannemen. Om welk type zorg of ondersteuning het ook gaat, de
zorgcoöperatie is het aanspreekpunt voor de inwoners. Het is belangrijk om de informatie en
aanvraag te kunnen verzorgen omdat dit de zorg toegankelijker maakt voor inwoners.
In het geval van zorg legt een zorgvrager contact met de zorgcoöperatie, deze dient een aanvraag in
bij de gemeente of verzekeraar en zorgt bij goedkeuring van de aanvraag voor een contact tussen de
zorgvrager en een zorgaanbieder. De zorgaanbieder is opdrachtnemer en maakt vervolgens zelf
afspraken met de zorgvrager. Na het zorgtraject kan de zorgcoöperatie weer in beeld komen voor een
evaluatie.
Als het om ondersteuning gaat dan kan de zorgcoöperatie een vrijwilliger inzetten of contact leggen
met een organisatie waar mee wordt samengewerkt.
38
Belangrijk is om de organisatie klein te houden en alleen maar aan te vullen wat op dit moment in
het dorp niet in goede kwaliteit of voldoende toegankelijk is.
Zorg- en ondersteuningsdiensten
Er zijn drie zorgdiensten die de basis vormen van de thuiszorg: hulp in de huishouding, verpleging en
verzorging. Om van een zorgcoöperatie te kunnen spreken, zouden deze drie diensten moeten
worden aangeboden. In een later stadium kan men ook dagbesteding, kleinschalig wonen en de
verhuur van rollend materiaal aanbieden.
Bij het aanbieden van zorgdiensten onderscheiden zorgcoöperaties zich door het kleinschalige
karakter door de zorgvrager en zorgaanbieder één-op-één aan elkaar te koppelen en vrijwilligers uit
het dorp mee te laten helpen.
Wat betreft ondersteuning ligt de nadruk op het ontmoeten van anderen. Daarom zijn de
bezoekdienst, koffie-uurtje en dorpsrestaurant belangrijke diensten. Ook de boodschappen- en
vervoersdienst hebben een sociaal karakter en zijn belangrijk voor mensen om buiten de deur te
kunnen komen. Praktische diensten als de klussendienst, tuinonderhoud en administratieve hulp
zorgen er voor dat mensen langer in hun woning kunnen blijven wonen. Het is belangrijk
zorgvragende leden te stimuleren om ook vrijwilliger/zorgverlener te worden voor diensten die zij
wel voor andere kunnen doen.
Er kan worden samengewerkt met andere vrijwilligersorganisaties. Voor de grotere opdrachten, die
vrijwilligers niet aankunnen, kan worden samengewerkt met klussenbedrijven, hoveniers en
administratiekantoren.
Naast ondersteuning, kunnen scholingsbijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers en AEDcursussen ervoor zorgen dat dorpsgenoten zelf meer leren over zorg aan ouderen en kwetsbaren.
Organisatiestructuur
De rechtsvorm coöperatie heeft de voorkeur boven de gewone vereniging omdat dit een groter gevoel
van eigenaarschap en verantwoordelijkheid geeft. Van de coöperatie kunnen zorgvragers,
zorgaanbieders en vrijwilligers lid worden, omdat zij samen door goede zorg en ondersteuning de
leefbaarheid in het dorp willen verbeteren. Lidmaatschap van de gemeente heeft geen meerwaarde.
De missie en visie kunnen zich er op richten dat men meer mensen langer thuis wil laten wonen, de
zorg dichterbij wil betrekken en de participatie van inwoners in de brede zin (ouderen,
gehandicapten, werklozen) wil verbeteren. Een zorgcoöperatie onderscheidt zich door leden controle
over de zorg te geven en door kleinschalig te werken.
De drie groepen leden, de zorgvragers, de zorgaanbieders en de vrijwilligers, moeten voldoende
inspraak hebben om zich te herkennen in de organisatie: zij zullen veel van het werk uitvoeren en
zijn daarom zeer belangrijk. Het bestuur zou volledig uit leden moeten bestaan.
Voor het leveren van zorg is het belangrijk dat de zorgcoöperatie kan aangeven welke professionals
worden ingezet, en dat gewerkt wordt volgens de visie van de zorgcoöperatie. De inzet van zzp’ers
heeft de voorkeur boven een samenwerking met een grote zorgaanbieder. Zzp’ers zijn beter aan te
sturen door de zorgcoöperatie, daarnaast zijn zij fiscaal aantrekkelijker door gebruik van de
driedagenregeling.
Acties voor de gem eente
De gemeente moet, in haar eigen belang, samenwerken met de zorgcoöperatie. Bestaande
zorgcoöperaties tonen aan dat medewerking van de gemeente niet noodzakelijk is voor het bestaan
en functioneren van de zorgcoöperatie, maar dat het wel bijdraagt aan de toegankelijkheid van de
zorg. Met name de eerste stap, de aanvraag van zorg, wordt een stuk makkelijker voor zorgvragers.
Voor de gemeente is het interessant om met de zorgcoöperatie samen te werken omdat zij verplicht
zijn om een gratis cliëntondersteuner aan te bieden aan zorgvragers. Met de juiste scholing kan
iemand van de zorgcoöperatie dit overnemen.
Daarnaast kan de gemeente mensen in een uitkeringssituatie als vrijwilliger beschikbaar stellen,
hiermee heeft de zorgcoöperatie de beschikking over eigen medewerkers. Dit bevordert de
participatie en biedt deze mensen meer perspectief op een baan.
Wat betreft beleid moet de gemeente voldoende ruimte hebben om geld, huisvesting, scholing en
juridische/financiële hulp aan te bieden om de zorgcoöperatie te faciliteren.
39
Acties voor ondernemers
Ondernemers moeten diensten ontwikkelen die aansluiten op de behoeften en visie van de
zorgcoöperatie. Daarbij is het belangrijk dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor de zorgvrager en
dat er kleinschalig gewerkt wordt: een moet een één-op-één relatie tussen zorgvrager en zorgverlener
zijn. Er is behoefte aan de bestaande thuiszorgdiensten verpleging, verzorging en hulp in de
huishouding.
Wat betreft ondersteuning is er behoefte aan sociale diensten en praktische diensten. Sociale
diensten zijn arrangementen voor een koffie-uurtje of dorpsrestaurant, waarbij vrijwilligers
meehelpen in de bediening of bij het koken. Klussenbedrijven, hoveniers en administratiekantoren
kunnen opdrachten aannemen die vrijwilligers niet zelfstandig kunnen uitvoeren.
Wanneer er een zorgcoöperatie is biedt dit voor ondernemers kansen om aanbiedingen te maken
waarmee leden van de coöperatie gezamenlijk kunnen inkopen. Daarnaast zijn er vrijwilligers die
kunnen meehelpen, waardoor diensten die vroeger misschien te duur waren (klussenbedrijf,
hovenier) nu opeens binnen het bereik van de ouderen komen.
Ook op het gebied van zorg op afstand liggen er veel kansen. Bloeddrukmeters en weegschalen op
afstand kunnen de gezondheid van cliënten in de gaten houden. Valdetectie apparaten,
hartslagmeters en smartphones en smartwatches kunnen incidenten direct registreren en doorgeven
aan hulpverleners.
Acties voor inwoners
Het initiatief voor een zorgcoöperatie ligt bij inwoners. Wanneer er een enthousiaste groep mensen
in Oldehove een zorgcoöperatie wil oprichten, dan begint het met het houden van openbare
bijeenkomsten waar ze hun idee uitleggen en leden en vrijwilligers werven.
Wanneer er voldoende inwoners het idee steunen, dus wanneer er voldoende draagkracht is, kan de
zorgcoöperatie worden opgericht. De periode van eerste idee tot oprichting kost minimaal zes tot
acht maanden. Zodra de draagkracht er is en het is zeker dat de zorgcoöperatie er komt, kan het
gesprek met de gemeente worden opgestart.
Al direct in deze beginfase, waarin de haalbaarheid wordt onderzocht en eventueel later de
zorgcoöperatie wordt opgericht, kunnen de inwoners voor ondersteuning terecht bij de
Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Deze heeft ervaring met het oprichten van coöperatie, kan
onderzoeken laten uitvoeren door een samenwerking met de Hanzehogeschool. Wanneer de
zorgcoöperatie is opgezet kan de Gebiedscoöperatie ook back-office taken uitvoeren.
Een bedreiging is dat Oldehove slechts 185 inwoners van 65+ heeft, terwijl de meeste zorgcoöperaties
een ondergrens van 300 leden hanteren om stabiel break-even te kunnen draaien. De
initiatiefnemers moeten aan de doelgroep de vraag stellen of ze een kleinschalige zorgcoöperatie voor
alleen het dorp willen opzetten, met mogelijk hogere kosten of beperkte dienstverlening, of dat ze een
groter gebied willen bedienen.
9.2 Aanbevelingen
De belangrijkste aanbeveling is misschien wel om alle theorie en onderzoeksmateriaal zeker ter harte
te nemen, maar om vooral spoedig aan de slag te gaan. In de loop van 2015 verloopt voor veel
mensen de indicatie op basis van de oude WMO en AWBZ en gelden de nieuwe regels.
Een zorgcoöperatie kan een uitkomst bieden voor de extra verantwoordelijkheden die de gemeente
Zuidhorn per 1 januari 2015 krijgt op het gebied van zorg en ondersteuning, en voor de behoefte naar
goede, kleinschalige zorg die onder zorgvragers leeft. De zorgcoöperatie kan er voor zorgen dat er een
transformatie in gang wordt gezet en dat deze mensen prettig en veilig thuis kunnen blijven wonen
en kan ze zelfs betere zorg en ondersteuning bieden dan voorheen.
Om de zorgcoöperatie in de tweede helft van het 2015 operationeel te krijgen, zou direct in januari
2015 begonnen moeten worden met de eerste stappen.
Daarbij is het zeer belangrijk dat de inwoners van Oldehove zelf de oprichting in gang zetten en
zorgen voor draagkracht binnen het dorp. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan vanaf het begin
worden betrokken om kennis en ervaring in te brengen.
Pas als het proces op gang is gekomen en er is zekerheid dat het dorp met een zorgcoöperatie wil
beginnen, kunnen andere gesprekspartners zoals de gemeente aanschuiven.
40
Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op de financiën van een zorgcoöperatie. Dit kan
inzicht geven in welke kosten en baten de zorgcoöperatie kan verwachten en of de door veel
zorgcoöperaties gehanteerde ondergrens van 300 leden om break-even te kunnen draaien ook van
toepassing is op Oldehove.
Dit onderzoek richtte zich op hoe een zorgcoöperatie zou kunnen worden opgericht. Er zijn geen
interviews in het dorp gehouden om het exacte huidige zorgaanbod in kaart te brengen en om de
wensen van de inwoners te bepalen. Een vervolgonderzoek zou zich hierop kunnen richten, zodat de
zorgcoöperatie exact in beeld krijgt welke behoeften er zijn in Oldehove.
Een ander onderzoeksterrein dat aandacht behoeft, is het opschalen van een zorgcoöperatie. De
nieuwe WMO 2015 biedt veel ruimte voor inwoners om zorg en ondersteuning zelf te organiseren,
het is dus te verwachten dat er meerdere initiatieven zullen ontstaan. Ook kunnen op andere
terreinen dan de zorg initiatieven ontstaan, dan komt mogelijk een brede dorpscoöperatie in zicht.
Onderzoek kan uitwijzen of samenwerking of overkoepelen van deze initiatieven mogelijk is en of er
schaalvoordelen kunnen ontstaan.
Tot slot zou toekomstig onderzoek zich kunnen richten op de samenhang van de zorgcoöperatie met
andere domeinen binnen de gemeente, zoals het sociale domein. Uit dit onderzoek blijkt dat
zorgcoöperaties gebruik maken van werkloze inwoners, die met toestemming van het UWV als
vrijwilliger werkzaamheden voor de zorgcoöperatie uitvoeren. Dit is een voorbeeld van synergie dit
ontstaat, waardoor de participatie van andere groepen inwoners in de gemeente verbetert.
Toekomstig onderzoek kan uitwijzen of er binnen deze gemeente met de zorgcoöperatie
synergievoordelen kunnen worden behaald.
9.3 Discussie
Het doel van dit onderzoek is aan te geven hoe in Oldehove een zorgcoöperatie kan worden opgericht
en welke acties dat vraagt van gemeente, ondernemers en inwoners. Er is niet één manier om de
oprichting tot een succes te maken, getuige de vele onderlinge verschillen tussen bestaande
zorgcoöperaties. Er zijn veel variabelen en de ene keuze is van invloed op de andere. Welke
zorgdiensten men wil aanbieden is bijvoorbeeld van invloed op de keuze voor samenwerking met
zzp’ers of grote zorgaanbieders.
In dit onderzoek is een scenario neergezet waar naartoe kan worden gewerkt.
Tijdens het onderzoek bleek dat wel duidelijk is welke organisaties ondersteuningsdiensten leveren
maar dat niet bekend is hoe uitgebreid en van welk niveau de dienstverlening is. Daardoor is het idee
ontstaan om in het dorp interviews te houden, dit had de lokale situatie beter in kaart kunnen
brengen. Uiteindelijk zijn deze niet gehouden omdat uit interviews met andere zorgcoöperaties bleek
dat de oprichting in de eerste plaats een initiatief van inwoners is. De gemeente zag dit ook in,
waardoor het ook politiek onhandig zou zijn om interviews te houden in Oldehove.
Het was kortom niet wenselijk dat ik voor een onderzoek waar de inwoners (nog) niet om hebben
gevraagd, in het dorp interviews zou houden om de situatie met betrekking tot het zorgaanbod en de
wensen van de inwoners in kaart te brengen. De hervormingen in de zorg veroorzaken al snel onrust,
interviews zouden dat alleen maar kunnen versterken.
Om een voorbeeld te geven van hoe snel deze ontwikkelingen gaan: binnen de Gebiedscoöperatie
Westerkwartier en de gemeente Zuidhorn heeft alleen al het feit dat dit onderzoek liep, tot veel
ontwikkelingen geleid. Er is een bidbook aan de gemeente aangeboden, de Gebiedscoöperatie loopt
warm om een zorgcoöperatie en andere kleinere coöperaties te begeleiden en er zijn al gesprekken
met het college van B&W over zorgcoöperaties.
Belangrijke input voor de vraag hoe het zorgaanbod en de organisatiestructuur zouden moeten zijn,
waren de interviews met andere zorgcoöperaties. Er is voor gekozen om zo verschillend mogelijke
zorgcoöperaties te kiezen: groot, klein, alleen zorg, alleen ondersteuning of juist beide soorten
diensten. Zo ontstaat een zo volledig mogelijk beeld van de keuzes die gemaakt kunnen worden.
Veel zorgcoöperaties zijn opgericht omdat men klaar was met de traditionele grote zorgaanbieders.
Uit de interviews blijkt dat ze zich hier tegen afzetten: ze zijn trots dat ze de zorg nu zelf in de hand
hebben en werken niet graag met deze grote partijen samen. Dat zorgt er mogelijk wel voor dat hun
informatie enigszins gekleurd is.
41
Uit een kleine scan die voorafgaand aan het onderzoek is gedaan, bleek dat de meeste
zorgcoöperaties die ook zorg aanbieden, zijn gevestigd in een dorp met minstens 2.500 inwoners. Dat
Oldehove met 1.415 inwoners moeite kan gaan ondervinden om voldoende leden te werven, was
daarom te verwachten.
Interessant is dat zorgcoöperaties aangeven dat een goede verstandhouding met de gemeente niet
nodig is voor een succesvolle zorgcoöperatie. Dit geeft aan dat er zo langzamerhand een tijd is
aangebroken waarin burgers steeds meer belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid krijgen,
en middelen om deze verantwoordelijkheid te nemen.
42
Literatuur
Artikelen
•
Albert, M. (1992). The Rhine model of capitalism: an investigation. European Business
Journal, 4(3), 8-22
•
Chaddad, F. (2012). Advancing the theory of the cooperative organization: cooperative as a
true hybrid. Annals of Public and Cooperative Economics, 83(4), 445-461
•
Dietl, H. M., Duschl, T., Grossmann, M., Lang, M. (2013) Explaining Cooperative Enterprises
through Knowledge Acquisition Outcomes. Managerial & Decision Economics, 34(3-5), 258271
•
Dorst, M.J. van (2005). Een duurzaam leefbare woonomgeving. Delft: Eburon
•
Eisenhardt, K. M. (1989). Agency Theory: An Assessment and Review. Academy of
Management Review, 14(1), 57-74
•
Jensen, M. C., Meckling, W. H. (1976). Theory of the firm: managerial behavior, agency costs
and ownership structure. Journal of Financial Economics, 3(4), 305-360
•
Jones, D. C., Svejnar, J. (1985). Participation, profit sharing, worker ownership and
efficiency in Italian producer cooperatives. Economica, 52(208), 449-465
•
Mintzberg, H (1990). The Design School: Reconsidering the Basic Premises of Strategic
Management. Strategic Management Journal, 11(3), 171, 195
•
Pozzobon, D.M., Zylbersztajn, D. (2013). Democratic Costs in Member-Controlled
Organizations. Agribusiness, 29, 112–132
•
Rosenthal, J. (2000). On two Models of Capitalism. Science & Society, 64(4), 424-459
•
Veenhoven, R. (2000). Leefbaarheid, betekenissen en meetmethoden. Rotterdam, Erasmus
Universiteit Rotterdam
Boeken
•
Boot, J.M.D. (2013). De Nederlandse gezondheidszorg. Houten: Bohn Stafleu van Loghum
•
Lapre, R.F., Rutten, F.H.H., Schut, F.T. (2001). Algemene economie van de
gezondheidszorg. Amsterdam: Reed Business
•
Mintzberg, H., Ahlstrand, B., Lampel, J. (1998). Strategy Safari: A guided tour through the
wilds of strategic management. New York: The Free Press
Overige bronnen
•
Allerzorg, Thuiszorg.
Geraadpleegd op 23 november 2014,
http://www.allerzorg.nl/thuiszorg
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Bevolking: kerncijfers.
Geraadpleegd op 1 december 2014,
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37296ned&D1=a&D2
=0,10,20,30,40,50,60,(l-1),l&HD=130605-0924&HDR=G1&STB=T
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Gezondheid en zorg en cijfers, 2009.
Geraadpleegd op 23 november 2014,
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/CC6F3071-309A-4D3C-B42B2772F4C3F464/0/2009c156pub.pdf
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Gezondheid en zorg en cijfers, 2014.
Geraadpleegd op 23 november 2014,
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/571A1F05-566D-4AD2-A43C869D4280BC11/0/2014c156pub.pdf
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kerncijfers wijken en buurten, 2003.
Geraadpleegd op 1 december 2014,
43
http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=80868ned&D1=0-4,9-10,1617,20,28,31,47,53,71&D2=723,1024,5417&D3=l&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kerncijfers wijken en buurten, 2009-2012.
Geraadpleegd op 1 december 2014,
http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904ned&D1=6-10,21-24,6869,99,101&D2=740,1061,6399&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T
http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904ned&D1=3,10,2124,60,64-69,71-72,74-75,99,101&D2=740&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Prognose bevolking kerncijfers, 2012-2060.
Geraadpleegd op 30 november 2014,
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81593NED&D1=a&D2
=0&D3=0-1,3,8,13,18,23,28,33,38,43,l&HD=130605-0940&HDR=G1,G2&STB=T
•
Dorpsbelangen Oldehove (2007), Dorpsvisie Oldehove, 2007.
Geraadpleegd op 7 oktober 2014,
https://docs.google.com/file/d/0B6iQORh83-moYW9uX3AtTWwyN0k/edit
•
Gemeente Zuidhorn (2011), Besluitenlijst College van B&W 11 januari 2011.
Geraadpleegd op 30 november 2014,
http://www.zuidhorn.nl/web/file?uuid=0b76c9aa-fb7f-4677-b628b12fe802f755&owner=e06f48cd-4e15-427c-aae9-d486e7299c93
•
Ilse Hendriksen, Homepage
Geraadpleegd op 9 november 2014,
http://ilsehendriksen.nl/
•
IZZ, Slaap Lekker App.
Geraadpleegd op 30 november, 2014,
http://www.izz.nl/gezondheid-en-preventie/slaap-lekker-app
•
Kamer van Coöperatie, Hoogeloon.
Geraadpleegd op 21 oktober 2014,
http://www.kamervancooperatie.nl/verdieping/hoogeloon
•
Kiwa Register, Ondernemersvergunning taxi.
Geraadpleegd 24 november 2014
http://www.kiwaregister.nl/taxi/ondernemersvergunning/
•
Ministerie van VROM (2004), Leefbaarheid van wijken.
Geraadpleegd op 28 november 2014,
http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/rapporten/2004/03/01/leefbaarheid-van-wijken/wonen4007.pdf
•
Nederlands instituut voor onderzoek in de gezondheidszorg (Nivel), Cijfers uit de registratie
van huisartsen, 2012.
Geraadpleegd op 9 november 2014,
http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Cijfers-uit-de-registratie-van-huisartsenpeiling-jan-2012.pdf
•
PartiCura, Thuiszorg, In uw vertrouwde omgeving
Geraadpleegd op 16 november 2014,
http://www.particura.nl/index.php/in-uw-vertrouwde-omgeving
•
Per Saldo (2014), Pgb ook bij uw zorgverzekeraar.
Geraadpleegd op 1 december 2014,
http://www.pgb.nl/dit-is-een-persoonsgebonden-budget-pgb/zvw-zorgverzekeraar/pgbook-bij-de-zorgverzekeraar
•
Plan van aanpak Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Share Foundation, september 2012
•
Rijksoverheid (1973). Structuurnota Gezondheidszorg 1974.
Geraadpleegd op 8 september 2014,
http://resourcessgd.kb.nl/SGD/19731974/PDF/SGD_19731974_0005440.pdf
44
•
Rijksoverheid (2013). Rijksbegroting 2014, Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Geraadpleegd op 7 september 2014,
http://www.rijksbegroting.nl/2014/voorbereiding/begroting,kst186652_8.html
•
Rijksoverheid. Toolkit hervorming langdurige zorg.
Geraadpleegd op 30 november 2014,
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/hervorming-langdurige-zorg/toolkithervorming-langdurige-zorg
•
Rijksoverheid. Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Geraadpleegd op 2 december 2014,
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuningwmo/hulp-en-ondersteuning-wmo
•
Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Kosten en baten van extramuralisering
Geraadpleegd op 16 november 2014,
http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2004/Kosten_en_baten_van_
extramuralisering/Persbericht_Kosten_en_baten_van_extramuralisering
•
Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), M. de Klerk. Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen,
Ouderenzorg 2014.
Geraadpleegd op 23 november 2014,
http://www.scp.nl/dsresource?objectid=20922&type=org
•
StadIndex, Buurtgegevens Oldehove, 2012.
Geraadpleegd op 25 november 2014,
http://www.stadindex.nl/oldehove
•
Stichting Platform Mandeligheid, Wat is mandeligheid?
Geraadpleegd 30 november 2014,
http://www.mandeligheid.nl/mandeligheid
•
Tweede Kamer, Eindstemming wetsvoorstel 33841 / WMO.
Geraadpleegd op 26 november 2014,
http://www.eerstekamer.nl/behandeling/20140424/stemmingsoverzicht_tweede_kamer_3
/document3/f=/vjjdhd75zoq1.pdf
•
Verzorgd Thuis, Werkervaring.
Geraadpleegd, 9 november 2014,
http://www.verzorgdthuis.nl/pagina.wxp?menuid=16737
•
Zonnehuis Thuis, Thuiszorg, Minimaal tien redenen om te kiezen voor Zonnehuis Thuis
Geraadpleegd op 23 november 2014,
http://www.zonnehuisgroepnoord.nl/Zorg/Thuiszorg/Default.aspx
•
ZorgHulpAtlas, Veranderingen Wmo 2015.
Geraadpleegd op 24 november 2014,
http://www.zorghulpatlas.nl/wet-maatschapplijke-ondersteuning-wmo-/
45
Bijlagen
Zorg om het Dorp
Mariahout
Levert verpleging en/of
verzorging
Ontmoetingsdiensten:
koffie /dorpsrestaurant
Zorginformatiepunt, aan
huis of telefonisch
Contributie echtpaar
Contributie alleenstaand
Werkt met professionele
zorgaanbieders
Werkt met vrijwilligers
Nee
Ja
Nee
10,00
10,00
Punt
Ja
Nee
22.000
Ja
Ja
Ja
17,00
22,45
Aan
huis
Ja
Ja
Zorgcoöperatie Hoogeloon
Hoogeloon
2.200
Ja
Ja
Ja
20,00
40,00
Punt
Ja
Ja
Zorgsteunpunt Heusden
Heusen
2.400
Nee
Ja
Ja
Punt
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Tot uw dienst
Laarbeek
Zorgcoöperatie Helenaveen
Helenaveen
1.873
Rechtsvorm is
coöperatie
Aantal
inwoners
Naam
Bijlage I. Vergelijking van zorgcoöperaties
870
22,00
Dorpsoverleg Elsendorp
Elsendorp
1.000
Nee
Ja
Ja
Zorgcoöperatie Schaijk
Schaijk
6.840
Ja
Ja
Nee
20,00
Land van Herpen
Herpen
3.651
Ja
Ja
Nee
Austerlitz zorgt
Austerlitz
1.525
Ja
Ja
De Grote Akker
Voorschoten
24.941
Ja
Zorgcoöperatie Loppersum
Loppersum
2.480
Zorgcoöperatie Reek
Reek
44,00
Punt
Ja
Punt
Ja
Ja
40,00
Punt
Ja
Nee
24,00
45,00
Aan
huis
Nee
24,00
48,00
Aan
huis
Ja
Ja
20,00
30,00
Ja
Ja
1.680
Ja
Vereniging Zorgcoöperatie
Zeeland
Zeeland (Noord-Brabant)
6.019
Graag Gedaan
Leende
4.301
Gemiddeld
5.841
Nee
Ja
Nee
Aan
huis
Ja
Nee
Aan
huis
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
-
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Tel.
Aan
huis
Nee
71%
100%
43%
€ 19,63
€ 34,93
71%
86%
43%
Opmerking: in dit onderzoek zijn coöperaties die de belangen van zorgaanbieders behartigen, en niet
die van inwoners, niet meegenomen. Dit zijn o.a. WijZelf-coöperaties (Zoetermeer) en Zorg&Co.
46
Bijlage II. Interviews met zorgcoöperaties
II- 1. In te rv ie w m e t Z o rg c o ö p e ra tie H o o g e lo o n
Interviewgegevens
Organisatie
Zorgcoöperatie Hoogeloon
Geïnterviewde
Maria Waalen
Functie
Coördinator
Achtergrond
Komt uit de zorg, uit een intramurale instelling
Gemeenteraadslid
Datum
6 november 2014
Algemene gegevens
Maria Waalen is sinds 2008 bij de zorgcoöperatie betrokken. Ze is werkzaam als coördinator en als
thuiszorg-medewerker. Ze heeft eerst in de intramurale zorg gewerkt en merkte in het begin dat het
wel omschakelen is om in een organisatie te werken waar meer vrijheid is.
De zorgcoöperatie Hoogeloon is in 2005 opgericht uit onvrede over de kwaliteit en beschikbaarheid
van de reguliere zorg, met als doel om ervoor te zorgen dat mensen langer in Hoogeloon kunnen
blijven wonen. De zorgcoöperatie heeft 250 leden, op een dorp van zo’n 2.200 inwoners is dat ook
wel het maximaal haalbare. Het is juridisch ook een coöperatieve vereniging.
De organisatie draait kostendekkend. De leden zijn heel tevreden. Natuurlijk zijn er wel eens grieven
of klachten, deze worden uitgesproken op de ALV die tweemaal per jaar plaatsvindt of tegen het
bestuur, waarna zo goed mogelijk wordt geprobeerd een oplossing te vinden.
Diensten
Er was al één en ander aan zorg en ondersteuning in het dorp. Hoogeloon is een kerkdorp, waarin de
Katholieke Ouderenbond (KBO) samen met Steunpunt den Bogerd, een lokale stichting, al onder
andere een klussendienst, een vervoersdienst en een PC-hulpdienst verzorgde.
De zorgcoöperatie heeft op dit moment de volgende diensten: dagbesteding, kleinschalig wonen,
persoonlijke verzorging, verpleging, tuinonderhoud, klussendienst, vervoersdienst, het faciliteren
van een ontmoetingsplaats en gezamenlijk eten. Daarnaast verzorgt de coördinator namens de
zorgcoöperatie en de gemeente ook de aanvraag van PGB/WMO.
De rol van de zorgcoöperatie is vooral ervoor zorgen dat voor zoveel mogelijk zorg- en
ondersteuningsvragen een oplossing geboden kan worden. Dat betekent dat de zorgcoöperatie niet
zoveel mogelijk zelf in handen wil hebben, maar juist veel samenwerkt met andere organisaties, naar
hen doorverwijst, en zelf diensten oppakt die niet voldoende goed of bereikbaar zijn.
Bij een aanvraag voor zorg of ondersteuning komt Maria Waalen bij de zorgvrager thuis op bezoek.
Het liefst nog dezelfde dag of de dag er op. Ze spreekt nooit af zonder dat er ook een mantelzorger of
iemand uit de omgeving van de zorgvrager aanwezig is. Mensen zijn vaak te trots en durven niet toe
te geven dat het niet meer zo goed gaat. Ook is er tweemaal in de week een zorgspreekuur, waar
mensen met vragen bij Maria Waalen terecht kunnen. De opkomst is wisselend, over het algemeen
wordt dit spreekuur goed bezocht.
De dagbesteding is drie dagen per week geopend en wordt bemand door de drie medewerkers.
Daarnaast wordt in de dagbesteding veel hulp ingezet van vrijwilligers, maar juist ook van de mensen
zelf. Een dementerende mevrouw van in de tachtig strijkt bijvoorbeeld voor anderen, terwijl een
andere cliënt helpt met het bereiden van de maaltijden door aardappels te schillen. Weer een andere
bewoner verzorgt de bloemstukken. Het is belangrijk dat mensen ook zelf zoveel mogelijk blijven
doen en op deze manier betrokken blijven worden.
De huur van de ruimte wordt betaald door de gemeente.
Kleinschalig wonen is een initiatief van de zorgcoöperatie. Woningstichting de Zaligheden heeft deze
woningen gebouwd, voor de zorgverlening is een samenwerking aangegaan met zorgaanbieders
Lunet Zorg en JorisZorg.
47
De zorgdiensten aan huis (dagbesteding, persoonlijke verzorging, verpleging) worden aangeboden in
samenwerking met JorisZorg, een zorgaanbieder uit het nabijgelegen Oirschot. De drie
thuiszorgmedewerkers zijn werkzaam bij JorisZorg. De zorgcoöperatie begeleidt mensen met een
zorgvraag naar deze zorgaanbieder, waarna deze ervoor zorgt dat de zorg wordt verleend door het
team van Hoogeloon.
Tuinonderhoud wordt uitgevoerd door de Werkvoorziening Kempen (WVK), een sociale
werkvoorziening. De coöperatie heeft een uurtarief voor grote afnemers bedongen, en alle leden
kunnen voor dit lagere tarief tuinonderhoud laten uitvoeren. Hand- en spandiensten als vervoer, PChulp en de klussendienst worden uitgevoerd door Steunpunt den Bogerd en de KBO. Hulp bij de
administratie wordt uitgevoerd door de KBO, en, in ernstige gevallen waarbij iemand helemaal is
vastgelopen, door het Gecoördineerd Ouderenwerk in Eersel.
Steunpunt den Bogerd is tevens een ontmoetingsplaats die zorgt voor goed onderling contact tussen
de mensen in het dorp. Eénmaal in de week, op dinsdag, wordt gekookt voor de eetgroep. Dit zijn
zo’n 25-30 mensen per keer. Er wordt dan rond het middaguur een warme driegangenmaaltijd
bereid voor € 6,-.
Er staan geen nieuwe diensten in de planning. De Zorgcoöperatie Hoogeloon ziet de veranderingen
in de zorg met betrekking tot de AWBZ/WMO met vertrouwen tegemoet. Omdat de zorgcoöperatie
voorloopt, komt de nieuwe WMO komt meer overeen met de situatie zoals hij in Hoogeloon al is. Dat
geldt overigens niet alleen voor Hoogeloon maar voor alle kernen in de gemeente Bladel.
Samenwerking met zorgprofessionals
Er is voor gekozen om niet zelf dienstverbanden aan te gaan, maar om met zorgaanbieders te gaan
samenwerken. De drie zorgmedewerkers die in Hoogeloon actief zijn, werken volgens de visie en
regels van de zorgcoöperatie.
Voor de zorgaanbieders was dat lastig. Die zijn gewend aan hun eigen manier van bedrijfsvoering. Er
zijn, zeker in het begin, dan ook heftige gesprekken gevoerd. Uiteindelijk is de samenwerking tussen
zorgcoöperatie en zorgaanbieder is dat lastig.
Ook voor de zorgverleners was het soms lastig om in zo’n andere organisatie te werken. De meesten
werken in de intramurale zorg, dus binnen een instelling, en moeten opeens naar een vrij omgeving,
en hebben moeite met deze omschakeling. Er zijn in het begin medewerkers weggegaan omdat ze
niet konden werken met de visie van de zorgcoöperatie. Er is geen eis dat de zorgprofessionals uit
Hoogeloon komen, maar van de drie komen er twee uit het dorp en één uit een nabijgelegen dorp.
Wel moeten ze de visie van de zorgcoöperatie ondersteunen.
In de loop der jaren is de zorgsituatie in Nederland sterk veranderd. Ook grotere zorgaanbieders,
waarmee de zorgcoöperatie niet samenwerkt, beginnen nu in kleinere teams te werken om ervoor te
zorgen dat zorgvrager en zorgverlener weer een band kunnen krijgen.
Op de tarieven die de zorgcoöperatie heeft vastgesteld, zit een kleine marge om de kosten van de
zorgcoöperatie te dekken. Dit geldt voor alle diensten waarbij professionals worden ingezet: de
thuiszorg, dagbesteding en de zorgvilla’s.
Samenwerking met vrijwilligers
Voor veel diensten wordt (deels) gebruik gemaakt van vrijwilligers. Tot nu toe slaagt de
zorgcoöperatie er steeds in om voldoende vrijwilligers te krijgen. De meeste vrijwilligers zijn jongere
ouderen, 50-, 60- en 70-plussers die het leuk vinden om te doen. Een reden die veelgenoemd wordt,
is dat vrijwilligers verwachten dat zij dan later er later voor hen wordt gezorgd: “Dat doen ze straks
ook voor ons”.
Samenwerking met partners
De samenwerking met de gemeente Bladel wordt als zeer goed ervaren. De gemeente stelt zich erg
constructief op en probeert mee te denken. Ook stellen ze geld beschikbaar als dit nodig is. Niet
alleen Hoogeloon, maar alle kernen in de gemeente Bladel ervaren dit zo.
Maria Waalen voert een aantal taken van het WMO-loket uit voor de leden die zij thuis bezoekt. Zo
stelt zij bijvoorbeeld de aanvraag op en dient deze in bij de gemeente. De gemeente heeft haar
hiervoor een cursus gegeven.
48
Ook de samenwerking met traditionele zorgaanbieders is zeer goed. Er wordt natuurlijk niet met
iedere organisatie samengewerkt, maar de opzet van de zorgcoöperatie is dat het een aanvulling is op
het reguliere aanbod. Met de organisaties waarmee concreet wordt samengewerkt, zoals JorisZorg,
bevalt dit zeer goed.
II- 2 . In te rv ie w m e t L a n d v a n H e rp e n
Interviewgegevens
Organisatie
Land van Herpen
Geïnterviewde
Linda Roozen
Functie
Secretaris
Achtergrond
Actief in het dorp
Datum
4 november 2014
Algemene gegevens
Het opzetten van de zorgcoöperatie Land van Herpen is in december 2013 begonnen op initiatief van
de dorpsraad. De zorgcoöperatie is actief sinds juni 2014 en heeft nog een beperkt aantal leden. Er
wordt ingezet op een ledenaantal van 300 over een jaar, en daarna ieder jaar een aanwas van zo’n 50
nieuwe leden.
Land van Herpen richt zich op een vijftal kernen waarvan het dorp Herpen de grootste is. Deze
kernen zijn onderling verschillend; het ene dorp heeft een landbouwcultuur, het andere een
achtergrond met veel bouwvakkers. In deze dorpen wordt de school steeds kleiner, de bevolking
vergrijst, enz. De zorgcoöperatie is een bottom-up initiatief, voor en door inwoners om de
leefbaarheid te verbeteren.
De rechtsvorm is een vereniging, en geen coöperatieve vereniging. De tevredenheid van de leden
wordt geschat op een zesje. Leden die al van de diensten gebruik hebben gemaakt zullen tevredener
zijn, maar mensen die dit nog niet hebben gedaan, waarderen de tevredenheid waarschijnlijk lager.
Sommige mensen vinden de contributie van € 24,- per jaar veel, maar de meesten vinden het een
acceptabel bedrag: “een brood per maand”.
De contributie moet de vaste lasten kunnen dekken. Daarnaast is er in het begin een financieel
duwtje in de rug en wordt er met evenementen en goede doelen-acties ook incidenteel geld
binnengehaald. De kosten en opbrengsten zijn in balans.
De zorgcoöperatie is er op gericht om een aanvulling te bieden op het zorgaanbod dat er al is. Ze wil
een coördinerende rol innemen en een netwerkorganisatie zijn. Het gaat er om dat binnen de kernen
alle diensten beschikbaar zijn. Wie daarvoor zorgt maakt niet uit, als zorg maar beschikbaar is en van
voldoende kwaliteit. Er wordt vraaggestuurd gewerkt en er wordt, naast de vrijwilligersdiensten,
vooral bemiddeld en informatie verstrekt.
Linda Roozen is bij de zorgcoöperatie betrokken als secretaris.
Diensten
De zorgcoöperatie biedt hulp in de huishouding, klein tuinonderhoud, een klussendienst,
boodschappendienst, vervoersdienst aan. Ook biedt ze zorginformatie aan huis. Signalering van zorgof ondersteuningsbehoeften vindt vooral plaats tijdens een bezoekje aan de ontmoetingsplaats of bij
een bezoek bij de mensen thuis. Een voorbeeld is een mevrouw bij wie de klussendienst een schilderij
kwam ophangen. Mevrouw had koffie en koekjes klaarstaan en was zeer verheugd dat ze even
gezelschap in huis had.
Er is bewust voor gekozen om te beginnen met deze onderlinge hulpdiensten, omdat het een bottomup initiatief is. De meeste ideeën voor nieuwe diensten ontstaan tijdens het gebruik van de
ontmoetingsruimte. De ontmoetingsruimte staat aan de basis van alles dat de zorgcoöperatie doet.
Het belangrijkste probleem dat de zorgcoöperatie tegenkomt bij mensen is eenzaamheid. Veel
diensten zijn dan ook gericht op sociaal contact en het ontmoeten van andere mensen.
De vijf kernen die tot het verzorgingsgebied behoren, zijn onderverdeeld in twee clusters. Binnen
clusters worden verschillende kringen opgezet. Kringen zijn groepen die een bepaalde dienst
49
aanbieden, met daarin zorgvragers, vrijwilligers en een coördinator. Een boodschappenkring
bijvoorbeeld, heeft een aantal mensen die niet meer zelfstandig boodschappen kunnen doen, een
aantal vrijwilligers met een auto en een coördinator. Door te werken in kringen blijft er een vaste
groep mensen voor elkaar zorgen.
De verandering van de ABWZ/WMO per januari 2015 is spannend voor de zorgcoöperatie. Er heerst
angst onder de mensen, ze weten niet of ze volgend jaar evenveel en even goede zorg krijgen. De
zorgcoöperatie verwacht dat veel zorg neerkomt op de vrijwilligers. Het doel is om niemand in de
steek te laten.
Ook is er ervaring met mantelzorgondersteuning. Hiermee worden zorgtaken van een mantelzorger
tijdelijk overgenomen, zodat deze er even tussenuit kunnen. De zorgcoöperatie heeft al tweemaal
gewerkt voor jonge zorgvragers. Eén daarvan is een ernstig gehandicapt kind, waarvoor éénmaal per
twee weken een aantal uur de zorg wordt overgenomen. Zo kan de moeder tijd doorbrengen met de
broertjes en zusjes, wat er normaal wat bij inschiet omdat veel aandacht uitgaat naar het
gehandicapte kind.
Samenwerking met zorgprofessionals
Er wordt nog geen professionele zorg aangeboden. Dit staat wel in de planning voor de komende tijd,
maar de coöperatie is nog maar net begonnen en richt zich voorlopig alleen nog op vrijwilligers.
Er zijn nog geen concrete ideeën over hoe een zorgpoot zou moeten worden opgezet.
Het is wat betreft de zorgcoöperatie niet nodig dat professionals of vrijwilligers uit het dorp komen.
Wel dat ze binding met het dorp en de zorgcoöperatie hebben. En als ze het dialect spreken, wordt
het werk een stuk makkelijker.
Wel wisselt de zorgcoöperatie informatie uit met de wijkverpleegster die vanuit de gemeente Oss in
de kernen opereert.
Samenwerking met vrijwilligers
Het komt steeds meer voor dat zorgvragers ook vrijwilliger zijn. Vrijwilligers van de zorgcoöperatie
worden opgeleid en krijgen trainingen om te leren omgaan met de doelgroep. Ook wordt specifieke
informatie van zorgvragende leden verwerkt en opgeslagen in een centrale Access-database. Dat
zorgt ervoor dat, als een vrijwilliger bijvoorbeeld weet dat je bij een mevrouw niet over een bepaald
onderwerp moet beginnen, de rest dit onderwerp ook niet aansnijdt.
Vrijwilligers komen uit alle leeftijdsgroepen, maar dames en heren van boven de vijftig zijn het
sterkst vertegenwoordigd. Vrijwilligers vinden het zelf ook leuk om mensen te ontmoeten. Ze zijn dan
ook erg enthousiast. Voor het vervoer rijden ook veel moeders van in de dertig, die tussen het naar
school brengen en de lunchpauze vervoer- of boodschappenritjes voor de ouderen maken.
Op dit moment heeft de zorgcoöperatie meer dan voldoende vrijwilligers.
Samenwerking met partners
De samenwerking met de gemeente wordt beschouwd als redelijk constructief. Wel merkt de
zorgcoöperatie duidelijk dat de gemeente “in verwarring” en “in transitie” is. De gemeente kan
bijvoorbeeld niet loslaten. Ook is het lastig dat de gemeente in samenwerkingsverbanden zit: de
jeugdzorg wordt samen met circa 35 gemeenten uitgevoerd en ook voor de WMO zit de gemeente in
een samenwerkingsverband met zo’n 12 gemeenten.
Grotere zorgaanbieders willen al wel samenwerken met de zorgcoöperatie. Tot nu toe is die behoefte
groter vanuit de zorgaanbieders dan vanuit de coöperatie.
Op dit moment heeft de zorgcoöperatie diensten die zich richten op welzijn en niet op zorg. Ook deze
diensten schuren soms al een beetje aan tegen wat de traditionele zorgaanbieders doen.
II- 3 . In t e rv ie w m e t T o t U w D ie n s t
Interviewgegevens
Organisatie
Tot Uw Dienst (Laarbeek)
Geïnterviewde
Don van Sambeek
50
Functie
Voorzitter, oprichter
Achtergrond
Mantelzorger van echtgenote
Lijstduwer gemeenteraadsverkiezingen
Datum
5 november 2014
Algemene gegevens
Zorgcoöperatie Tot Uw Dienst in Laarbeek is opgericht in 2005, ontstaan uit een
vrijwilligersinitiatief van Don van Sambeek en twee anderen. Zij hebben het idee uitgewerkt in
samenwerking met de Stichting Welzijn Ouderen en de Seniorenraad. Door middel van een aantal
openbare bijeenkomsten hebben ze de gemeenschap kunnen overtuigen. Belangrijk hierbij was dat er
draagvlak was onder de inwoners, en dat mensen gemotiveerd zijn om dit project samen op te
pakken. Het gaat eerst om de inhoud, daarna om de vorm.
Don van Sambeek geeft aan dat in de Peel de sociale cohesie groot is. Peeldorpen zijn allemaal vrij
recent, zo’n 80 tot 90 jaar oud. Anders dan op kleigronden hebben bewoners van veengrond elkaar
nodig om te kunnen overleven. Ook de coöperatieve gedachte is de regio niet vreemd. Pater van den
Elsen uit het nabijgelegen Gemert heeft zich aan het einde van de negentiende eeuw ingespannen om
de Boerenbond en de coöperatieve Boerenleenbank (voorloper van de Rabobank) op te richten.
Tot uw Dienst is juridisch gezien een coöperatie. Hiervoor is bewust gekozen, omdat het belangrijk is
dat de leden zelf mede-eigenaar zijn. Ze kunnen hiermee met hun eigen coöperatie hun eigen
problemen op het gebied van zorg oplossen. De coöperatie draait break-even.
Er zijn 300 leden. Alle cliënten hebben een thuisbezoek van het bestuur ontvangen, hieruit bleek dat
de tevredenheid zeer hoog was. Ook op de ALV wordt tevredenheid geuit over de hulp, het bestuur en
de resultaten die geboekt worden. Een verschil is dat de leden die nog geen gebruik gemaakt hebben
van zorg, het gedachtegoed ondersteunen, terwijl de cliënten echt tevreden zijn.
Samen met de zorgcoöperaties van Hoogeloon en Elsendorp zit Tot Uw Dienst tegenwoordig in de
koepel Platform “Zorgen doe je samen”. Ook wordt samengewerkt met de Landelijke Vereniging van
Kleine Kernen.
Diensten
De diensten die de zorgcoöperatie aanbiedt, zijn zorgdiensten: verpleging, verzorging, huishoudelijke
hulp en begeleiding. Ondersteuningsdiensten zoals de klussendienst en tuinonderhoud worden
uitbesteed aan externe bedrijven waarmee de zorgcoöperatie voordelige inkoopcontracten heeft. De
diensten die de zorgcoöperatie aanbiedt, zijn een aanvulling op hetgeen dat al voldoende goed
beschikbaar is in het dorp.
In Laarbeek is er veel afstand tot de grote zorginstellingen. De grootschaligheid staat mensen tegen.
De zorgcoöperatie werkt daarom met een vast team, met daarin zo min mogelijk verschillende
zorgverleners. Op ieder gewerkt uur zit een kleine toeslag. Dit is € 1,50 per uur voor huishoudelijke
hulp en € 2,- per uur voor verpleging en verzorging.
Het initiatief om gebruik te maken van de diensten van de zorgcoöperatie ligt bij de inwoners. De
zorgcoöperatie heeft wijkzusters in dienst. Wanneer een lid of inwoner behoefte heeft aan een van de
diensten van de zorgcoöperatie, dan kan hij contact opnemen met een wijkzuster. Deze komt thuis op
bezoek en kan advies of informatie geven, eventuele aanvragen verzorgen en bemiddelen tussen
zorgvrager en zorgaanbieder.
In de toekomst zou de zorgcoöperatie ook diensten willen aanbieden op het gebied van begeleiding
en dagbesteding. Voor dit laatste is men nu in gesprek met de eigenaar van een leegstaande woning.
Er zijn al vier zorgboerderijen in de gemeente, maar de opzet van de zorgcoöperatie is dat het een
accommodatie is in een echte huiselijke sfeer. Mensen die, net als familie, echt iets voor elkaar
betekenen.
Ook wil de zorgcoöperatie meer diensten aanbieden op het gebied van huishoudelijke zorg, dit wordt
nu nog uitbesteed aan externe bedrijven.
51
Samenwerking met zorgprofessionals
De zorgcoöperatie bemiddelt tussen zorgvrager en zorgaanbieder. Wanneer er daadwerkelijk een
contract gesloten wordt, is de zorgcoöperatie hierin geen partij. Hierbij wordt meestal gewerkt op
basis van de regeling Dienstverlening aan huis (de driedagenregeling), waarbij allerlei wettelijke
verplichtingen die bij het werkgeverschap horen, niet van toepassing zijn.
De wijkzuster is in dienst bij de zorgcoöperatie. Er wordt bijscholing voor de zorgaanbieders
verzorgd, bijvoorbeeld over dementie en reanimatie. Het is geen eis dat de professionals uit de
gemeente hoeven te komen, maar het is wel een pré als ze een binding met het gebied hebben. De
ervaring leert wel dat zorgvragers het fijner vinden om een zorgaanbieder van iets verder te hebben,
dan een bekende aan het bed.
Samenwerking met vrijwilligers
Het is geen probleem om voldoende vrijwilligers te vinden voor de zorgcoöperatie. Voor de
spreekuren worden twee vijftig-plussers als vrijwilligers ingezet. Dit zijn werkzoekenden die met
toestemming van UWV vrijwilligerswerk morgen doen.
Het bestuur bestaat uit 60-plussers en de administratie wordt verzorgd voor 65-plussers. Deze
groepen hebben meer tijd tot hun beschikking en vinden het belangrijk om dit te doen. Voor het
reilen en zeilen van de zorgcoöperatie zijn zo’n 15 vrijwilligers actief.
Vrijwilligers zijn geen zorgvragers. In het dorp wordt ook samengewerkt met het Steunpunt
Mantelzorg. Daarnaast is zojuist een nieuwe site Laarbeekvoorelkaar.nl gelanceerd, hier kunnen
hulpdiensten worden gevraagd en aangeboden.
Samenwerking met partners
De samenwerking met de gemeente wordt als zeer goed ervaren. De wethouder is een echte
ambassadeur voor de zorgcoöperatie. Ook de ervaringen met de ambtenaren van de gemeente is erg
positief, ze werken oplossingsgericht. Ze helpen de zorgcoöperatie met moeilijke juridische en
financiële vraagstukken.
Er is een uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk voor de WMO, dit is Peel 6.1. Deze organisatie is
een samenwerkingsverband van zes gemeenten. Dit is wel eens lastig omdat de situatie in deze
gemeenten onderling verschillend is. De gemeente kan dan ook geen volledig eigen beleid voeren. De
zorgcoöperatie ondervindt hier soms hinder van in de contractbesprekingen.
Soms is het vechten tegen de bureaucratie. Tot uw Dienst heeft last van de wet van de remmende
voorsprong: omdat ze vooroplopen, komen ze vaak als eerste problemen tegen. De zorgcoöperatie
zou graag zorg in natura leveren. Ze heeft last gehad van de onduidelijkheid rond de PGB
regelgeving. Ook is er onzekerheid over de nieuwe WMO per 2015. Dit zal niet direct problemen
opleveren, maar wel wanneer in de loop van het jaar de herindicaties worden vastgesteld.
Er zijn geen samenwerkingen met traditionele zorgaanbieders, wel zijn er contacten. Don van
Sambeek geeft aan: “Eerst zagen ze ons niet staan, nu willen ze op onze schoot zitten.”
Op termijn zou men mogelijk gebruik willen maken van bepaalde voorzieningen die deze grote
aanbieders hebben, zoals intramurale zorg, de oncoloog en de geriater. Maar voor nu zit men er nog
niet echt op te wachten: “Ze missen de aansluiting op het sociale netwerk”.
II- 4 . In t e r v ie w m e t D e G r o t e A k k e r
Interviewgegevens
Organisatie
De Grote Akker (Voorschoten)
Geïnterviewde
Hans Borgsteede
Functie
Voorzitter
Achtergrond
Bestuurslid bij zorginstellingen
Datum
4 november 2014
52
Algemene gegevens
De Grote Akker is nu een jaar actief als zorgcoöperatie. Er zijn 150 leden en de zorgcoöperatie kent
een zeskoppig bestuur. Het initiatief voor de oprichting lag bij een dorpsgenoot, die zelf mantelzorger
was. Hij liep tegen veel problemen aan, en vond dat er een goede voorziening voor kennis- en
informatievoorziening op dit gebied moest komen. Tijdens de start is men het hele dorp rondgegaan
en heeft overal voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. De reacties hierop waren positief, en er zijn
veel leden gewonnen. Ook nu worden nog flyers en folders rondgebracht om de zorgcoöperatie onder
de aandacht te brengen. De dorpsgenoot waarbij het oorspronkelijke initiatief lag, merkte dat het
voorzitterschap hem niet lag en heeft Hans Borgsteede gevraagd dit over te nemen.
Het is niet de bedoeling om structuren te bouwen: zodra de zorgcoöperatie zelf gebouwen,
medewerkers enz. gaat bezitten, dan beginnen ze te lijken op de traditionele aanbieders waar ze juist
het alternatief voor willen zijn.
De leden van de zorgcoöperatie zijn vooral 70-ers, 80-ers en 90-ers. De inkomsten komen uit het
entreegeld (€ 20 / € 30 voor alleenstaand/echtpaar), de contributie (€ 20 / € 30) en wat toeslag op
de zorgdiensten. Hiervan wordt de wijkzuster betaald. Op dit moment draait de zorgcoöperatie
break-even. Dit komt echter omdat op de startsubsidie wordt ingeteerd. Na twee jaar zou de
coöperatie op eigen kracht moeten kunnen overleven. Hiervoor zijn naar verwachting 300 leden
nodig, en continu zo’n 12 zorgtrajecten met cliënten. De zorgcoöperatie wil dit ledenaantal binnen
een jaar bereiken.
In de juridische zin is De Grote Akker een reguliere vereniging en geen coöperatie. De coöperatie
heeft geen gezamenlijke bezittingen, een coöperatie heeft daarom geen nut boven een vereniging.
Wel is de onderlinge solidariteit een belangrijk onderwerp binnen de vereniging.
Wat betreft de tevredenheid leden is er een onderscheid tussen slapende leden, mensen die nog geen
zorgdiensten hebben gebruikt, en cliënten. De laatste groep is zeer tevreden. Bij het exit gesprek, als
een zorgtraject stopt, zijn zij altijd positief. De slapende leden hebben nog geen ervaring met de
diensten van de zorgcoöperatie. Hans Borgsteede geeft aan dat dit eigenlijk al een duidelijke
uitwerking is van de participatiesamenleving die de koning noemde in de troonrede.
Er wordt veel tijd geinvesteerd in het contact met de leden, o.a. met een nieuwsbrief, persoonlijke
aandacht. Op een ALV komen gemiddeld 30 tot 40 leden.
Diensten
De Grote Akker biedt de volgende diensten aan: hulp in de huishouding, persoonlijke verzorging,
verpleging, tuinonderhoud, klussendienst, boodschappendienst, administratieve hulp en een
koffieuurtje en buurtrestaurant. In veel van deze diensten wordt gezorgd dat de leden een sociaal
netwerk kunnen onderhouden. Leden worden steeds ouder en hebben moeite met eenzaamheid.
Door de diensten kunnen ze toch onderlinge contacten onderhouden.
De zorgcoöperatie werft zelf niet voor het afnemen van zorgdiensten. Wanneer leden zorgbehoeften
hebben, kunnen ze contact opnemen met het secretariaat of met de wijkzuster, die in dienst is van de
zorgcoöperatie. De wijkzuster komt dezelfde of de volgende dag nog langs, neemt de behoeften door
en zorgt voor een match tussen de zorgvrager en een bij de zorgcoöperatie aangesloten
zorgaanbieder.
Belangrijk is dat het verkrijgen van zorg via de coöperatie laagdrempelig blijft en dat er geen
bureaucratie tussen komt.
Samenwerking met zorgprofessionals
Er is een wijkzuster, deze is op basis van een nul-uren contract in dienst bij de zorgcoöperatie. Met de
zorgaanbieders wordt gewerkt op ZZP-basis, waarbij de zorgcoöperatie bemiddelt, maar de
uiteindelijke overeenkomst tussen zorgvrager en zorgaanbieder is. Op dit moment, na een halfjaar,
lopen er zo’n vijf zorgtrajecten met cliënten van de zorgcoöperatie.
De keuze voor ZZP is gemaakt, omdat dit veel veiliger is voor de zorgcoöperatie. Er zijn minder
risico’s, geen kosten voor ziekteverzuim, geen CAO. Daarnaast levert de kleine overhead een iets
lagere prijs op voor de zorgvragers. De ZZP’ers moeten zichzelf verplicht verzekeren, er wordt
gecontroleerd op een verzekeringsbewijs wanneer ze zich aanmelden bij de zorgcoöperatie.
53
De zorgcoöperatie werkt het liefst met zorgaanbieders uit het dorp. Dit lukt bijna altijd, tot nu toe
zijn er maar twee mensen van buiten het dorp.
Samenwerking met vrijwilligers
De zorgcoöperatie heeft zo’n 20 vrijwilligers. Deze voeren geen zorgtaken uit, maar doen
bijvoorbeeld de boodschappendienst of de klussendienst. Laatst was er een meneer die wegens ziekte
het huis niet uit kon. Toen heeft een vrijwilliger het uitlaten van de hond op zich genomen. Toen de
meneer later overleed, heeft de vrijwilliger, die het inmiddels wel met het hondje kon vinden, de
hond overgenomen.
De meeste van deze vrijwilligers zijn 65-plussers, maar er zijn ook een aantal jongere vrijwilligers. Er
is geen ondergrens om vrijwilliger te worden. Een keertje ergens mee helpen, of structureel drie keer
in de week boodschappen doen: het mag allemaal. Er is bijvoorbeeld ook een gepensioneerde
dominee, die leden die daar behoefte aan hebben bijstaat op geloofsgebied.
De zorgcoöperatie heeft geen problemen om voldoende vrijwilligers te krijgen. Iedere zes maanden is
er een borrel voor alle vrijwilligers.
Samenwerking met partners
Van samenwerking met de gemeente is geen sprake. Vanuit de gemeente is geen positieve en geen
negatieve invloed merkbaar. Er wordt gezegd “ga zo door”, maar echte interesse of bemoeienis is er
niet.
Met traditionele zorgaanbieders wordt niet samengewerkt.
54
Bijlage III. Zorg- en ondersteuningsdiensten
III- 1. Z o rg d ie n s te n
III-1.1 Zorg aan huis
•
Hulp in de huishouding
•
Persoonlijke verzorging
•
Verpleging
III-1.2 Zorg op andere locatie
•
Dagbesteding
•
Zorgboerderij
III- 2 . O n d e rs te u n in g s d ie n s te n
III-2.1 Praktische hulp
•
Tuinonderhoud (klein/groot)
•
Klussendienst (klein/groot)
•
Boodschappendienst
•
Vervoersdienst
•
Administratieve hulp
III-2.2 Sociaal & ontmoeten
•
Telefoonketen
•
Koffieuurtje/ontmoetingsplaats
•
Buurtrestaurant
•
Bewegen
III-2.3 Verhuur/uitleen
•
Rollator
•
Rolstoel
•
Scootmobiel
•
Duofiets
III-2.4 Voorlichting & aanvraag
•
Zorginformatiepunt algemeen
•
WMO-loket / WMO-servicepunt
•
Computerlessen
•
Informatiebijeenkomsten
•
PGB-beheer
•
Scholingsbijeenkomsten zorgaanbieders
•
Scholingsbijeenkomsten mantelzorgers
•
Scholingsbijeenkomsten AED
55
Bijlage IV. KVK-inschrijvingen zorg en ondersteuning in
Oldehove
KVK-nr.
Naam inschrijving
Adres van
hoofdvestiging
Zorg of
ondersteuning
1133241
Dorpshuis 't Humsterland
Englumstraat 10
9883PE Oldehove
N.v.t.
1136494
Gastouderopvang Matty's Oppas
Beatrixstraat 3
9883RR Oldehove
Ondersteuning
1181602
ABB Kinderopvang Oldehove /
Kinderkwartier
Niehoofsterweg 6
9883RH Oldehove
Ondersteuning
2064209
Dorpshuis 't Humsterland
Englumstraat 10
9883PE Oldehove
N.v.t.
2081044
EHBO Vereniging Oldehove
Joh Westrastraat 5
9883RK Oldehove
N.v.t.
2085969
Thuishuis Dribbel
Molenstraat 2
9883PL Oldehove
Ondersteuning
2099898
Buurtvereniging HoBeJo
Joh Westrastraat 14
9883RL Oldehove
N.v.t.
40025941
Dorpsbelangen Oldehove
Kenwerderlaan 5
9883RJ Oldehove
N.v.t.
41009509
Stichting Peuterspeelzaal Oldehove
Pastorijlaan 3
9883PM Oldehove
N.v.t.
41009737
Stichting Dorpshuis Humsterland
Buitensingel 27
9883SC Oldehove
N.v.t.
41010570
Stichting Warme Maaltijdvoorziening
Buitensingel 50
9883SJ Oldehove
Ondersteuning
55091652
Maatschap Huisartsenpraktijk Reitdiep
Haven 4
9891BA Ezinge
Zorg
57205485
De Levensboom
Schoolstraat 10
9883PH Oldehove
Zorg
56
Bijlage V. Verzorgingsgebied van huisartsenpraktijk
Dorp
Inwonertal binnen het dorp
Oldehove
1.145
Ezinge
760
Garnwerd
320
Feerwerd
170
Dorkwerd
25
Den Ham
280
Saaksum
99
Niehove
289
Kommerzijl
577
Totaal
3.765
Opmerking: de inwoners van buiten het dorp (dus buiten de bebouwde kom) zijn in deze cijfers niet
inbegrepen.
57
Download