Oprichting van de Zorgcoöperatie Oldehove Hoe inwoners van Oldehove samen met ondernemers en gemeente een zorgcoöperatie kunnen oprichten Roel van der Molen #363705 Bedrijfseconomie (deeltijd) Lectoraat Duurzaam Financieel Management Instituut voor Financieel Economisch Management Hanzehogeschool Groningen Begeleid door: Jannes Houkes Opdrachtgever Gebiedscoöperatie Westerkwartier Groningen, 18 december 2014 Dit afstudeeronderzoek is geschreven onder verantwoordelijkheid van de Hanzehogeschool Groningen. Het copyright berust bij de auteur. Zowel de Hanzehogeschool Groningen als de auteur verklaren, dat zij eventuele gegevens van derden die voor dit afstudeeronderzoek zijn gebruikt en die door deze derden als vertrouwelijk zijn aangemerkt, als zodanig zullen behandelen. Managementsamenvatting Per 1 januari 2015 komt er een aantal veranderingen in de zorg en ondersteuning voor ouderen en kwetsbaren. Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheden en burgers krijgen meer mogelijkheden om de zorg en ondersteuning in eigen beheer te nemen. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier en de gemeente Zuidhorn zien in Oldehove de juiste omgeving voor de oprichting van een zorgcoöperatie. De doelstelling van dit onderzoek is een advies te geven hoe een zorgcoöperatie in Oldehove kan worden opgericht en wat dit vraagt van de gemeente, ondernemers en inwoners. Ten eerste wordt beschreven wat het huidige zorgaanbod in Oldehove is, vervolgens wat het gewenste zorgaanbod en de gewenste organisatiestructuur zijn. Daarna wordt uitgewerkt wat de gemeente, ondernemers en inwoners moeten doen om de zorgcoöperatie mogelijk te maken. Het gewenste zorgaanbod wordt bepaald op basis van secundaire analyse. Het bepalen van het gewenste zorgaanbod, de organisatiestructuur en wat de gemeente, ondernemers en inwoners moeten doen gebeurt op basis van literatuur en interviews met vier uiteenlopende zorgcoöperaties. Het huidige zorgaanbod in Oldehove is voldoende voor een dorp van 1.415 inwoners. Er is een huisarts en er zijn voldoende thuiszorgaanbieders. Er zijn meerdere ondersteuningsdiensten; kinderopvang, warme maaltijdservice en twee vrijwilligersorganisaties met praktische diensten als een klussen-, boodschappen- en vervoersdienst. Veel zorgcoöperaties zijn opgericht omdat inwoners de kwaliteit van de thuiszorg onder de maat vonden en dit zelf beter konden organiseren. Ze helpen inwoners met hun zorgaanvraag en bijna de helft van de zorgcoöperaties bemiddelt in het aanbieden van thuiszorg. Wanneer de zorgcoöperatie in Oldehove wordt opgericht zou deze een bemiddelende rol kunnen vervullen en aanspreekpunt zijn voor alle soorten van zorg of ondersteuning voor ouderen en kwetsbaren. Door direct vanaf de aanvraag te helpen wordt zorg toegankelijker voor zorgvragers. Het kleinschalige karakter en de één-op-één relatie tussen zorgvrager en zorgverlener staan voorop. De meest passende rechtsvorm is de coöperatie en niet de vereniging. Doelgroepen voor het lidmaatschap van de zorgcoöperatie zijn zorgvragers, zorgaanbieders en vrijwilligers. De zorgdiensten die de coöperatie in ieder geval zou moeten aanbieden zijn verpleging, verzorging en hulp in de huishouding. Dit kan worden uitgebreid naar een dagbesteding en kleinschalig wonen. De inzet van zzp’ers heeft de voorkeur boven een samenwerking met grote traditionele zorgaanbieders. Belangrijk voor de ondersteuningsdiensten is het ontmoeten van anderen. Daarom zijn sociale diensten als de bezoekdienst, het koffie-uurtje en het dorpsrestaurant belangrijke diensten. Ook een boodschappen- en vervoersdienst zouden moeten worden aangeboden. Praktische diensten die ervoor zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen zijn de klussendienst, tuinonderhoud en administratieve hulp. Hiervoor kunnen vrijwilligers worden ingezet. Opdrachten die voor hen te groot zijn kunnen worden uitbesteed aan klussenbedrijven, hoveniers en administratiekantoren. De oprichting van de zorgcoöperatie kost zes tot acht maanden en is in de eerste plaats een zaak van de inwoners. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan de inwoners in dit proces ondersteunen met ervaring en het uitvoeren van onderzoeken. Pas als er voldoende draagvlak is en de zorgcoöperatie er zeker komt, zou de gemeente moeten worden betrokken. Omdat in Oldehove 185 65+’ers wonen, minder dan de algemeen aanvaardde ondergrens van 300, zouden de inwoners de keuze moeten maken voor een kleinschalige zorgcoöperatie met beperkte diensten of hogere kosten, of het verzorgingsgebied vergroten. Ondernemers kunnen inspelen op de behoefte aan kleinschalige zorgdiensten en sociale en praktische ondersteuningsdiensten zoals hierboven benoemd. Ze kunnen zich onderscheiden door aan te sluiten op het kleinschalige karakter en kunnen een grote groep ouderen bereiken die samen willen inkopen. Ook zijn er kansen op het gebied van zorg op afstand. De gemeente kan bijdragen met geld, huisvesting, inzet van vrijwilligers in een uitkeringssituatie, kennis en scholing. Het is aan te bevelen verder onderzoek te doen naar de wensen van de inwoners van Oldehove, de kosten en baten en de minimale schaal van een zorgcoöperatie in Oldehove, het opschalen of overkoepelen van zorgcoöperaties en hoe de zorgcoöperatie kan worden ingezet om participatievraagstukken te beantwoorden. 1 Voorwoord Voor u ligt de scriptie ‘Oprichting van de Zorgcoöperatie Oldehove’, geschreven in opdracht van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Bedrijfseconomie aan de Hanzehogeschool Groningen. Dat is een zin die ik met enige trots schrijf. Na in 2004 de middelbare school te hebben afgerond is het, ondanks vele studiejaren er niet van gekomen om een studie af te ronden. Een eigen bedrijf vroeg, en kreeg, alle aandacht tot ik in 2011 begon met deze deeltijdopleiding. Dat eigen bedrijf runde ik tot voor kort met een vennoot en een stuk of 10 werknemers. Centraal geleid en dus een “klassiek” bedrijf, ook al zitten we als internetbureau in een zeer jonge bedrijfstak. Recent zijn we van 12 medewerkers flink gekrompen naar slechts 4 man bezetting en werken we in wisselende samenstelling met zelfstandigen of kleine bedrijfjes die op hun terrein experts zijn. Ik zag veel samenwerkende kleinere ondernemers en begon interesse te krijgen voor de coöperatie. Met deze motivatie kwam ik bij het lectoraat Duurzaam Financieel Management van de Hanzehogeschool, waar Margreet Boersma en Jannes Houkes me in contact brachten met de Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Dit resulteerde in de uiteindelijke onderzoeksopdracht. Wat ik tijdens het schrijven van deze scriptie gemerkt heb, is dat je opereert in een soort open lab: zodra je alleen al vragen begint te stellen, beginnen meteen allerlei processen op gang te komen. Toen ik begon was er niets. Ik was nog niet klaar of de zorgcoöperatie leeft al bij de wethouders in Zuidhorn, de Gebiedscoöperatie heeft er een bidbook voor samengesteld en staat klaar om de oprichting van zorgcoöperaties en andere kleinere coöperaties te ondersteunen. Het borrelt in het Westerkwartier, en dat geeft veel energie. Een andere positieve ervaring is de nabijheid van de politiek geweest. Wethouder Fred Stol was binnen enkele dagen beschikbaar voor een gesprek over zorg in de gemeente. Ook bleek tijdens een bijeenkomst voor het programma ‘Regionaal duurzaam coöperatief ondernemen in het Westerkwartier’ dat de politiek zeer betrokken is bij de ontwikkeling van initiatieven van inwoners om de leefbaarheid te verbeteren. Mijn dank gaat uit naar mijn afstudeerbegeleider Jannes Houkes voor zijn constructieve houding en leerzame feedback. En naar mijn onvermoeibare bedrijfsbegeleider Willem Foorthuis, die meer dan voldoende inspiratie bood om dit onderzoek te kunnen schrijven. Ik heb de samenwerking met beiden als zeer prettig ervaren. Ik wens u veel leesplezier toe. Roel van der Molen Groningen, 18 december 2014 2 Inhoudsopgave Managementsamenvatting ....................................................................................................................... 1 Voorwoord ................................................................................................................................................ 2 1. Inleiding ................................................................................................................................................ 5 1.1 Aanleiding voor het onderzoek ......................................................................................................................... 5 1.2 Probleemstelling ............................................................................................................................................... 5 1.3 Doelstelling........................................................................................................................................................ 5 1.4 Onderzoeksvragen............................................................................................................................................. 6 1.5 Leeswijzer .......................................................................................................................................................... 6 2. Theoretisch en wettelijk kader ............................................................................................................. 7 2.1 Leefbaarheid...................................................................................................................................................... 7 2.2 Zorg ................................................................................................................................................................... 7 2.3 Coöperaties ....................................................................................................................................................... 8 2.4 De wet, regels en beperkingen.......................................................................................................................... 9 3. Onderzoeksmethoden ......................................................................................................................... 11 3.1 Onderzoeksmethode per deelvraag ................................................................................................................. 11 3.2 Onderzoeksmethode probleemstelling ........................................................................................................... 11 4. Huidig zorgaanbod in Oldehove .........................................................................................................13 4.1 Zorg- en ondersteuningsaanbod ..................................................................................................................... 13 4.1.1 Organisaties in Oldehove ......................................................................................................................... 13 4.1.2 Organisaties van buiten het dorp ............................................................................................................ 14 4.1.3 Rol van de gemeente .................................................................................................................................15 4.2 Conclusies huidig zorgaanbod .........................................................................................................................15 5. Gewenst zorgaanbod en organisatiestructuur .................................................................................... 17 5.1 Leefbaarheid in de literatuur ........................................................................................................................... 17 5.1.1 Geluk in zelfstandigheid ............................................................................................................................ 17 5.2.2 Levensduur in het dorp ............................................................................................................................ 17 5.2 Ervaringen van zorgcoöperaties ...................................................................................................................... 17 5.2.1 Algemene gegevens van Nederlandse zorgcoöperaties ............................................................................ 17 5.2.2 Interviews met Nederlandse zorgcoöperaties ......................................................................................... 18 5.3 Gewenste organisatiestructuur....................................................................................................................... 22 5.3.1 Rechtsvorm .............................................................................................................................................. 22 5.3.2 Doelgroep................................................................................................................................................. 23 5.3.3 Missie & visie ........................................................................................................................................... 24 5.3.4 Bestuur..................................................................................................................................................... 24 5.3.5 Werkgeverschap ...................................................................................................................................... 25 5.4 Externe oriëntatie ........................................................................................................................................... 26 5.5 Aan te bieden zorg en ondersteuning ............................................................................................................. 27 5.5.1 Rol in het zorgproces ............................................................................................................................... 27 5.5.2 Diensten ................................................................................................................................................... 28 6. Acties voor de gemeente......................................................................................................................31 6.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties ......................................................................................................... 31 6.2 Advies voor de gemeente ................................................................................................................................ 31 7. Acties voor de ondernemers ............................................................................................................... 33 7.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties ......................................................................................................... 33 7.2 Te ontwikkelen diensten ................................................................................................................................. 33 7.3 Advies voor de ondernemers .......................................................................................................................... 34 8. Acties voor de inwoners ..................................................................................................................... 36 8.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties ......................................................................................................... 36 8.2 Waar is ruimte voor verbetering? .................................................................................................................. 36 8.3 Advies voor de inwoners ................................................................................................................................ 36 9. Slot ...................................................................................................................................................... 38 3 9.1 Conclusies........................................................................................................................................................ 38 9.2 Aanbevelingen ................................................................................................................................................ 40 9.3 Discussie ......................................................................................................................................................... 41 Literatuur ............................................................................................................................................... 43 Bijlagen ................................................................................................................................................... 46 Bijlage I. Vergelijking van zorgcoöperaties .......................................................................................................... 46 Bijlage II. Interviews met zorgcoöperaties........................................................................................................... 47 II-1. Interview met Zorgcoöperatie Hoogeloon ............................................................................................... 47 II-2. Interview met Land van Herpen .............................................................................................................. 49 II-3. Interview met Tot Uw Dienst ................................................................................................................... 50 II-4. Interview met De Grote Akker ................................................................................................................. 52 Bijlage III. Zorg- en ondersteuningsdiensten ...................................................................................................... 55 III-1. Zorgdiensten............................................................................................................................................ 55 III-2. Ondersteuningsdiensten......................................................................................................................... 55 Bijlage IV. KVK-inschrijvingen zorg en ondersteuning in Oldehove .................................................................. 56 Bijlage V. Verzorgingsgebied van huisartsenpraktijk .......................................................................................... 57 4 1. Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek De laatste jaren richt de Nederlandse politiek zich steeds meer op de participatiesamenleving: geen verzorgingsstaat meer, maar burgers die verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en hun omgeving. Daarbij komt dat de bevolkingssamenstelling verandert. De vergrijzing is vooral sterk op het platteland en dus ook in de dorpen van het Westerkwartier. Dit betekent dat voor kwetsbare groepen als ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen de zorg minder wordt terwijl de behoefte hieraan in de dorpen steeds groter wordt. Tegelijkertijd biedt de politiek meer ruimte om zelf invulling te geven aan zorg en ondersteuning. Met de invoering van de nieuwe Wet Maatschappellijke Ondersteuning (WMO) per 1 januari 2015 worden nog meer verantwoordelijkheden hiervoor bij gemeenten neergelegd. Inwoners van een gemeente krijgen het right to challenge; ze mogen de gemeente uitdagen om alle of een deel van de zorgtaken over te nemen, als zij denken dat ze beter zorg kunnen verlenen dan de gemeente. Op dezelfde datum krijgen zorgverzekeraars de verantwoordelijkheid over verzorging en verpleging thuis. Mensen die intensieve zorg nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen, krijgen dit vergoed vanuit de nieuwe Wet Langdurige Zorg (WLZ). In het Westerkwartier is het niet voor het eerst dat de vier gemeenten samenwerken met coöperaties van inwoners en ondernemers. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier heeft zo’n zeshonderd agrarische leden en voert voor de gemeenten o.a. al onderhoud aan houtsingels uit. Deze coöperatie zet zich in om de leefbaarheid in het gebied te behouden en te verbeteren. Om dit te realiseren wil de coöperatie zich niet alleen op de huidige groene activiteiten richten, maar ook op gebieden daarbuiten. De coöperatie wil in de toekomst een paraplu zijn voor kleinere coöperaties op het niveau van een dorp of kern, of met een specifiek doel. Oldehove, een dorp van een ruime 1.400 inwoners in de gemeente Zuidhorn, is zo’n dorp waar de vergrijzing merkbaar wordt, en waar de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning afneemt. Omdat er binnen het dorp sterke sociale verbanden zijn, is men daar bereid elkaar te helpen. De gemeente Zuidhorn ziet in Oldehove de juiste omgeving om een pilot voor een zorgcoöperatie te beginnen. Een zorgcoöperatie biedt bepaalde zorgactiviteiten aan, vaak in een mix van professionele zorg en ondersteuning van vrijwilligers. De gebiedscoöperatie en de gemeente willen de mogelijkheden onderzoeken om een zorgcoöperatie op te starten in Oldehove, zodat ze weet hoe een eerste stap in deze richting gezet kan worden. 1.2 Probleemstelling Hoe kan een zorgcoöperatie in Oldehove worden opgericht en wat vraagt de oprichting hiervan van de gemeente, ondernemers en inwoners? De overheid wil dat mensen langer thuis blijven wonen. De zorg- en ondersteuningsvoorzieningen die dit mogelijk maken worden per 1 januari 2015 grondig herzien (zie paragraaf 2.4), waarbij gemeenten en hun inwoners meer zeggenschap krijgen over de ondersteuning. De zorgcoöperatie kan er volgens de gemeente Zuidhorn en de Gebiedscoöperatie Westerkwartier voor zorgen dat de leefbaarheid in Oldehove op peil blijft, maar het is voor hen nog onduidelijk hoe zo’n zorgcoöperatie moet worden opgericht. 1.3 Doelstelling Adviseren hoe de oprichting van een zorgcoöperatie in Oldehove kan worden gerealiseerd door in kaart te brengen wat dit vraagt van gemeente, ondernemers en inwoners, om de leefbaarheid in dit dorp te verbeteren. Om in de Westerkwartiergemeenten aan te tonen dat de oprichting van kleinere coöperaties onder de paraplu van de Gebiedscoöperatie een impuls aan de leefbaarheid van dorpen kan geven, wil de Gebiedscoöperatie toewerken naar de oprichting van een zorgcoöperatie binnen één van de dorpen in het Westerkwartier. 5 Het doel van dit onderzoek is het bepalen hoe de zorgcoöperatie zou moeten worden opgericht en wat de hiervoor benodigde stappen zijn voor de gemeente, ondernemers en inwoners. Dit helpt het de gemeente met het oplossen van een vraagstuk en draagt het bij aan de doelstellingen van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier: het behouden en verbeteren van de leefbaarheid. Een coöperatie is eigendom van meerdere eigenaren, vergelijkbaar met de mandeligheid van een gezamenlijke schutting. Hierbij is de schutting eigendom van meerdere aanwonenden die samen verantwoordelijk zijn voor de verplichtingen die bij het eigenaarschap horen: onderhoud, reinigen en indien nodig vernieuwen. Lidmaatschap van een coöperatie brengt verantwoordlijkheden met zich mee voor alle eigenaren. Dit onderzoek maakt duidelijk wat er door de oprichting van een zorgcoöperatie wordt gevraagd van gemeente, ondernemers en inwoners. Vooronderstellingen Er wordt verondersteld dat de zorgbehoefte (vraagkant) en bevolkingssamenstelling gelijk blijven. Afbakening Dit onderzoek beperkt zich tot de oprichting van een zorgcoöperatie voor één dorp, namelijk Oldehove, onder de vleugels van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Dit onderzoek richt zich op een gewenste situatie en benodigde acties en is geen haalbaarheidsonderzoek. De zorgcoöperatie beperkt zich tot thuiszorg en ondersteuning. Dit zijn in de situatie per 1 januari 2015, activiteiten die vallen onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), Wet Langdurige Zorg (WLZ) en verpleging en verzorging thuis van de Zorgverzekeringswet. 1.4 Onderzoeksvragen Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden, worden de volgende vragen behandeld: 1. Wat is het huidige zorgaanbod in het dorp? 2. Wat is de gewenste situatie wat betreft zorgaanbod en organisatiestructuur van de dorpszorgcoöperatie? 3. Wat zou de gemeente moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken? 4. Wat zouden ondernemers moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken? 5. Wat zouden inwoners moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken? 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt theorie over leefbaarheid, zorg en coöperaties en de inhoud van een drietal relevante wetten behandeld, om een kader de schetsen waarin het onderzoek kan worden geplaatst. Hoofdstuk 3 handelt over het huidige zorgaanbod in Oldehove. In hoofdstuk 4 wordt de gewenste organisatiestructuur en zorgaanbod van de dorps-zorgcoöperatie behandeld. De volgende hoofdstukken behandelen welke acties er moeten worden ondernomen om de dorps-zorgcoöperatie mogelijk te maken; hoofdstuk 5 beschrijft dit voor de gemeente, hoofdstuk 6 voor de ondernemers en hoofdstuk 7 voor inwoners van Oldehove. In hoofdstuk 8 worden de conclusies uiteengezet en een reflectie op het onderzoek gegeven. 6 2. Theoretisch en wettelijk kader In dit onderzoek wordt een advies geformuleerd voor de oprichting van een zorgcoöperatie in Oldehove. Oprichting hiervan is gewenst om de leefbaarheid in het dorp te vergroten. Hiervoor is inzicht nodig in wat de literatuur ons vertelt over leefbaarheid, zorg en coöperaties. 2.1 Leefbaarheid In de doelstelling van dit onderzoek wordt beschreven dat het onderzoek wordt uitgevoerd “… om de leefbaarheid in dit dorp te verbeteren”. Van het begrip leefbaarheid zijn uiteenlopende definities. Welke definitie ook gekozen wordt, een hogere leefbaarheid komt altijd ten gunste van inwoners, omdat deze een functie is van de kwaliteit van de leefomgeving. In de enge zin is de leefbaarheid van een gebied het in voldoende mate geschikt zijn ergens te kunnen leven (Dorst, 2005), dit wordt de veronderstelde leefbaarheid genoemd. Deze is vooraf te bepalen, door te meten in welke mate er aan de voorwaarden wordt voldaan die het gebied geschikt maken om er te kunnen leven. Als het niet mogelijk is de leefbaarheid vooraf te bepalen, dan gebeurt dit achteraf. Er wordt dan gesproken van kennelijke leefbaarheid (Veenhoven, 2000). Meting hiervan is gebaseerd op gezondheid, levensduur en geluk. Als men er voor kiest om de kennelijke leefbaarheid uit te drukken in een combinatie van de twee laatstgenoemde dimensies, levensduur en geluk, dan meten we gelukkige levensjaren ofwel de Happy Life Expectancy (Veenhoven, 1996). Op deze schaal scoort Nederland internationaal gezien zeer goed, een gemiddelde van 61,66 gelukkige levensjaren levert wereldwijd een tweede plaats op. 2.2 Zorg De zorgkosten in Nederlands zijn niet eerder zo hoog geweest als in de afgelopen jaren (CBS, 2009). Het beleid van de overheid met betrekking tot de gezondheidszorg is al jaren gericht op kostenbeheersing (Boot, 2013). Dit is van invloed op de beschikbaarheid en toegankelijkheid van zorg en ondersteuning. Omdat een zorgcoöperatie zorgvragers betere toegang wil geven tot zorg en ondersteuning, is het relevant meer van deze ontwikkeling te weten. Zorgkosten De Nederlandse gezondheidszorg is sterk aan verandering onderhevig. Halverwege de twintigste eeuw was de zorg zeer toegankelijk, waren er weinig managers en veel uitvoerenden (Boot, 2013). De jaren daarna brachten schaalvergroting en marktwerking in de zorg. In combinatie met de vergrijzing in Nederland, waarvan de effecten van de afgelopen jaren steeds duidelijker worden, leidt dit tot explosief stijgende zorgkosten. Waar deze in 1972 nog 8,8% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedroeg, was dit in 2008 al 13,3% (CBS, 2009). Afbeelding 1. Ontwikkeling van zorgkosten als aandeel van het BBP (CBS, 2009). 7 Sectoren in de zorg De gezondheidszorg in Nederland bestaat uit uiteenlopende voorzieningen die voornamelijk in de afgelopen honderd jaar tot stand zijn gekomen. Met de komst van de verzorgingsstaat is de zorg binnen het domein van de overheid gekomen en daarmee sterk gereguleerd. Gezondheidszorgvoorzieningen kunnen worden ondergebracht in drie echelons, die zijn geïntroduceerd in de Structuurnota Gezondheidszorg 1974 (Rijksoverheid, 1973). Sinds het uitkomen van deze nota is de gezondheidszorg verder ontwikkeld, maar de echelons geven duidelijk te onderscheiden lagen van zorg aan: 1. Eerste echelon algemene zorg, vrij toegankelijk, thuis, extramuraal (buiten een zorginstelling) of ambulant; 2. Tweede echelon specialistisch, toegankelijk na verwijzing, ambulant/intramuraal (binnen een zorginstelling), (poli)klinisch; 3. Derde echelon categoriaal, toegankelijk na verwijzing uit eerste/tweede echelon, intramuraal. Tot het eerste echelon behoren o.a. de wijkverpleging, huisarts, fysiotherapie en de maatschappelijke dienstverlening. Dit zijn algemene zorgvoorzieningen, toegang tot deze voorzieningen is vrij, d.w.z. zonder verwijzing. De zorg wordt geleverd buiten een zorginstelling of aan huis. Deze zorg wordt aangevuld met ondersteuning vanuit de omgeving van zorggebruikers: zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk. Het percentage mantelzorgers is tussen 1991 en 2003 vrijwel gelijk gebleven, in het laatstgenoemde jaar op 12,8%. Tussen de jaren 1985 en 2005 is het percentage mensen van 15-74 jaar die als vrijwilliger hulp verlenen aan buren, gehandicapten of ouderen, gedaald van 14% naar 8% (Boot, 2013). 2.3 Coöperaties De coöperatie als ondernemingsvorm begon zijn bestaan halverwege de negentiende eeuw (Jossa, 2012) en werd in de jaren ‘40 en ‘50 van de twintigste eeuw beschouwd als verlengstuk van het boerenbedrijf. In de recente literatuur wordt de coöperatie gezien als een hybride organisatie (Menard, 2004). De coöperatieve organisatie wordt in Nederland bestuurd door een centrale Raad van Bestuur. Deze wordt volgens de wet, BW Boek 2, artikel 37 gekozen door de leden. Sterktes van de coöperatieve onderneming Eigenaarschap door medewerkers biedt voordelen voor de productiviteit. Deelname van leden in het management leidt tot een meer democratische werkomgeving en betere informatieverwerking en conflictoplossing. Medewerker-leden blijven gemiddeld langer bij een coöperatie werken dan medewerkers bij een regulier bedrijf en ze dragen meer kennis aan elkaar over op de werkvloer. De prikkels zijn deels materieel, zoals hogere inkomsten door een langere carrière bij het bedrijf en een deel van een grotere winst. Deels zijn ze ook immaterieel, zoals een identificatie met het bedrijf en de welvarendheid ervan (Jones en Sveljar, 1985). Zwaktes van de coöperatieve onderneming De coöperatieve onderneming bestaat uit leden die bij de coöperatie zijn aangesloten om hun gezamenlijke, en daarmee ook hun eigen belangen te dienen. Meer leden en een uitgebreider bestuur betekent dat de agency-kosten toenemen en de doelgerichtheid van de organisatie afneemt (Pozzobon en Zylbersztajn, 2012). Dit hangt samen met de twee soorten kosten die voorkomen bij door leden aangestuurde organisaties; directe en opportunity (alternatieve) kosten (Pozzobon en Zylbersztajn, 2012). Directe kosten bestaan uit kosten die de leden en het bestuur (tijd en geld) kwijt zijn aan het gezamenlijke besluitvormingsproces. Deze nemen altijd toe naarmate er meer ledeninspraak is. Alternatieve kosten treden op bij te veel of te weinig ledeninspraak, leidend tot vertraagde besluitvorming of het nemen van besluiten die niet optimaal zijn voor alle leden. Medewerker-leden in het management plaatsen kan er toe leiden dat de kracht en autoriteit van het management afneemt. Ook kan het de besluitvorming vertragen door de informatievoorziening aan 8 een relatief grote groep onervaren beslissers. Een nadeel van de medewerkersparticipatie en winstdeling is dat de prikkel om de eigen productiviteit te verhogen weg valt. Er wordt niet gemonitord en afgerekend op de eigen productiviteit, maar op die van het geheel, waarbij een extra eigen inzet slechts een minimaal verschil maakt in de productiviteit van de gehele onderneming (Jones en Sveljar, 1985). 2.4 De wet, regels en beperkingen Er zijn veel veranderingen in de thuiszorg per 1 januari 2015. De rol van gemeenten wordt belangrijker, maar het is niet zo dat alles bij de gemeente komt te liggen. Ondersteuning en huishoudelijke hulp komen onder regie van de gemeente. Deze krijgt een budget voor huishoudelijke ondersteuning op maat en een budget voor sociale wijkteams. Verzorging en verpleging vallen onder de Zorgverzekeringswet en zijn daarmee buiten het bereik van de gemeente. Vervolgens zorgt de nieuwe Wet langdurige zorg voor mensen die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Deze wet is bedoeld om zoveel mogelijk mensen die ondersteuning nodig hebben, zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen. De aanpassing van de WMO per 1 januari 2015 legt meer verantwoordelijkheden bij de gemeentes neer. De ondersteuning komt in zijn geheel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit omvat o.a. de ondersteuningsdiensten uit hoofdstuk 4, dagbesteding en verhuur van medische hulpmiddelen, maar ook huishoudelijke hulp. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen individuele voorzieningen zoals huishoudelijke hulp en gezamenlijke voorzieningen, zoals dagbesteding. Met name bij het inrichten van de gezamenlijke voorzieningen heeft de gemeente meer vrijheid. De nieuwe WMO kent een aantal voorwaarden: • De gemeente moeten aanvragen behandelen en een persoonlijk onderzoek doen naar de situatie van de aanvrager. Cliënten kunnen een gratis cliëntondersteuner van de gemeente krijgen. Indien uit het onderzoek blijkt dat de situatie van de cliënt zo is dat ondersteuning nodig is, dan is de gemeente verplicht een maatwerkvoorziening aan te bieden. Deze maatwerkvoorziening moet passend zijn. Dat houdt in dat, als een cliënt bijvoorbeeld om medische redenen niet terecht kan bij een algemene dagbesteding, de gemeente een gespecialiseerde, individuele dagbesteding moet aanbieden; • Als de cliënt het niet eens is met de uitkomst van het persoonlijk onderzoek, bijvoorbeeld omdat er een negatief antwoord is op de aanvraag, of omdat de maatwerkvoorziening niet naar wens is, dan is er een bezwaar- en een beroepmogelijkheid; • Het persoonlijk onderzoek hoeft niet te worden uitgevoerd door de gemeente zelf. De gemeente kan hiervoor een extern bedrijf, sociale wijkteams of bijvoorbeeld een zorgcoöperatie inschakelen; • Wanneer de gemeente een individuele maatwerkvoorziening aanbiedt, dan mag de cliënt ervoor kiezen om hiervoor een persoonsgebonden budget (PGB) te ontvangen. De voorwaarden hiervoor zijn dat de cliënt in staat is om het budget goed te beheren, en dat met het budget goed en veilig ondersteuning wordt ingekocht. Het PGB wordt door de Sociale Verzekeringsbank direct aan de zorgaanbieder betaald; • De gemeente mogen cliënten geen ondersteuning weigeren. Wel mag de gemeente een eigen bijdrage vragen, bijvoorbeeld op basis van vermogen of inkomen. Aan deze eigen bijdrage zit een wettelijk vastgelegde bovengrens; • De gemeente mag onderzoeken of een cliënt ondersteuning kan krijgen vanuit zijn sociale netwerk, maar mag geen ondersteuning weigeren. Wel mag de gemeente rekening houden met de ondersteuning die het sociale netwerk de cliënt kan bieden. De gemeente moet mantelzorgers vragen of zij hulp nodig hebben. Voor de invoering van de WMO geldt een overgangsregeling. Cliënten met een indicatie die nog geldig is tot in 2015, hebben tot aan hun herindicatie recht op dezelfde zorg als waar de vanuit de 9 oude WMO of AWBZ recht op hadden. Op 1 januari 2016 vervallen alle oude indicaties, behalve die voor beschermd wonen, die hebben een geldigheid van vijf jaar. Dit betekent dat niet voor iedereen tegelijk op 1 januari 2015 de ondersteuningsvoorzieningen veranderen, maar dat dit geleidelijk in 2015 verandert. Zorgverzekeringswet (Zvw) Deze wet regelt o.a. de inhoud van het basispakket van de zorgverzekering. Per 1 januari 2015 vallen ook verpleging en persoonlijke verzorging thuis onder het basispakket van de zorgverzekering, in gevallen waarin dit tijdelijk is. Bijvoorbeeld wanneer iemand tijdelijk een verpleger nodig heeft voor het toedienen van medicijnen of bij het thuis herstellen van een operatie. Onder de Zvw vallen verpleging en persoonlijke verzorging, ook aan huis. Dit gaat net zoals andere hulp vanuit de Zvw op basis van een verwijzing. Mensen met een AWBZ-indicatie die nog tot in 2015 geldig is, hebben hiermee een geldige verwijzing, waardoor ook de aanpassingen in deze wet geleidelijk worden ingevoerd. Vanaf 2015 bepaalt de huisarts in overleg met de cliënt wat hij/zij zelf nog kan en welke zorg of verpleging er nodig is en stelt een verwijzing op. Op basis hiervan vergoedt de zorgverzekeraar de zorg en wordt een wijkverpleegkundige ingeschakeld om de zorg te regelen. Wet Langdurige Zorg (WLZ) Deze wet is van kracht per 1 januari 2015, ter vervanging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De WLZ is bedoeld voor kwetsbare ouderen of mensen met een beperking die blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben en niet in staat zijn om zonder deze voorzieningen zelfstandig thuis te blijven wonen. De WLZ garandeert het recht op zorg voor deze groepen. Regionale zorgkantoren zorgen ervoor dat mensen zorg via de WLZ ontvangen. Onder de WLZ vallen persoonlijke verzorging, verpleging, verblijf in een instelling, individueel gebruik van hulpmiddelen voor beweging of vervoer (bijv. de rollator) en vervoer van/naar de dagbesteding en –behandeling. Ook aanpassingen aan de woning die het mogelijk maken om langer thuis te blijven wonen, worden gedekt door de WLZ. Daarbij heeft de cliënt zelf de keuze tussen zorg in een instelling of aan huis. Er mag alleen voor zorg thuis gekozen worden zolang dit even duur of voordeliger is dan zorg in een instelling. De zorg komt in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (PGB) of Volledig Pakket Thuis (VPT). Met het PGB kan de cliënt zelf zorg inkopen, het volledig pakket thuis garandeert verantwoorde zorg in natura aan huis. 10 3. Onderzoeksmethoden Per deelvraag en daarna voor de probleemstelling van het gehele onderzoek, worden de methoden van onderzoek behandeld. 3.1 Onderzoeksmethode per deelvraag W at is het huidige zorgaanbod in het dorp? Het inventariseren van het zorgaanbod kan gedaan worden aan de hand secundaire analyse; onderzoek op basis van gegevens die reeds eerder verzameld zijn voor een ander doel. Op basis van het handelsregister, kunnen we alle zorgaanbieders binnen het dorp vinden. Een vestigingsonderzoek is het middel om de zorgaanbieders in de regio in kaart te brengen, die hun diensten in het dorp verlenen. W at is de gewenste situatie wat betreft zorgaanbod en organisatiestructuur van de coöperatie? De gewenste situatie is die met een maximale verbetering van de leefbaarheid in het dorp. In de literatuur is veel te vinden over het onderwerp leefbaarheid. Dit is daarom een belangrijke bron van informatie voor het beantwoorden van deze vraag. De literatuur is ook een informatiebron voor de keuze van een juiste organisatiestructuur. Een Destep-analyse brengt de externe omgeving van de op te richten zorgcoöperatie in kaart. Er zijn in Nederland reeds bestaande zorgcoöperaties: alleen Nederland kent al ruim 20 draaiende zorgcoöperaties. Hieruit kunnen een aantal geselecteerd worden. Telefonische interviews met bestuurders van deze coöperaties kunnen meer inzicht geven in welke effecten bereikt kunnen worden, welke taken de op te richten coöperatie zou moeten uitvoeren en welke voordelen er worden genoten. W at zou de overheid moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie m ogelijk te maken? Net als bij de tweede deelvraag geldt dat interviews met andere zorgcoöperaties inzicht kunnen geven in wat er van de overheid gevraagd wordt. Daarnaast moet de gewenste situatie worden getoetst aan de o.a. wettelijke beperkingen die er vanuit de overheid gelden. Toetsing van de gewenste situatie aan de wet- en regelgeving is een objectief middel om te bepalen wat benodigd is. Interviews met belanghebbenden kunnen bias veroorzaken: een gemeente zal om zich zo goed mogelijk te presenteren, mogelijk wenselijke antwoorden geven in plaats van feitelijk juiste. W at zouden ondernem ers m oeten doen om de dorps-zorgcoöperatie m ogelijk te maken? Ook hier kunnen de interviews met zorgcoöperaties elders deze vraag deels beantwoorden. Daarnaast kan op basis van de antwoorden van vraag 1, verder worden onderzocht welke zorgdiensten en –producten moeten worden ontwikkeld of aangepast om aan de vraag te voldoen. Waar nodig kan aanvullende informatie verzameld worden d.m.v. interviews met zorgondernemers die verbonden zijn aan zorgcoöperaties elders, of met zorgaanbieders die actief zijn in de regio Westerkwartier. W at zouden inwoners moeten doen om de dorps-zorgcoöperatie m ogelijk te maken? De interviews met elders opererende zorgcoöperaties geven deels een antwoord op deze vraag. Aan de hand van de antwoorden op deelvragen 1 en 2, kunnen we vaststellen welke zorgdiensten- en producten nog niet of niet goed worden aangeboden. De producten die niet (meer) door overheid of ondernemers kunnen worden aangeboden, bijvoorbeeld omdat ze te duur zijn, niet worden vergoed of niet commercieel haalbaar, kunnen door inwoners worden uitgevoerd. 11 3.2 Onderzoeksmethode probleemstelling De probleemstelling luidt: Hoe kan een zorgcoöperatie in Oldehove worden opgericht en wat vraagt de oprichting hiervan van de gemeente, ondernemers en inwoners? Om antwoord te geven op de probleemstelling zullen we de informatie uit de afzonderlijke deelvragen nodig hebben: deze geven allemaal deels antwoord op de probleemstelling. Het totaal geeft een concreet beeld van de gewenste situatie: welke activiteiten voert de zorgcoöperatie uit, welke voordelen genieten dorpsbewoners hiervan en welke aanpassingen/acties worden gevraagd van overheid, ondernemers en inwoners om dit te bereiken? Het antwoord wordt geformuleerd op basis van de resultaten van de deelvragen en het daarvoor verzamelde onderzoeksmateriaal. 12 4. Huidig zorgaanbod in Oldehove Oldehove is een dorp van 1.415 inwoners in het noorden van de gemeente Zuidhorn, omringd door een aantal kleinere dorpen. Ten tijde van het onderzoek was er geen toestemming van de gemeente was om interviews met mensen in het dorp te houden. Dat betekent dat de informatie over het huidige zorgaanbod is gebaseerd op openbare bronnen als websites en het Handelsregister. Er is dus geen informatie verzameld over de kwaliteit (is het een goede huisarts, hoe makkelijk is de vervoersdienst?) en over het gebruik van voorzieningen (bezoeken mensen een zorgboerderij in de buurt?). 4.1 Zorg- en ondersteuningsaanbod Wanneer het zorg- en ondersteuningsaanbod in Oldehove in kaart wordt gebracht, kan dit opgedeeld worden in twee dimensies: type (zorg of ondersteuning), en plaats (op locatie of thuis). Hiermee wordt het volledige aanbod weergegeven in onderstaande tabel. Zorg Ondersteuning Op locatie 3 organisaties Huisarts, homeopathiepraktijk, consultatiebureau 4 organisaties Steunstee en drie kinderopvangen Thuis 9 organisaties Grote en kleine thuiszorgaanbieders 2 organisaties Stichting Welzijn gemeente Zuidhorn (SWgZ) en Stichting warme maaltijdvoorziening Tabel 1. Zorg- en ondersteuningsaanbod in Oldehove 4 .1.1 O r g a n is a t ie s in O ld e h o v e Het Handelsregister van de Kamer van Koophandel kent 229 inschrijvingen met een vestiging in het dorp Oldehove. Dit varieert van melkveebedrijven tot aan de openbare basisschool. Op basis van de namen is een eerste schifting gemaakt, vervolgens is van iedere overgebleven inschrijving opgezocht wat de activiteiten zijn. Een dertiental van deze inschrijvingen, weergegeven in bijlage IV, heeft een relatie met zorg en ondersteuning of zou kunnen aansluiten op diensten van de zorgcoöperatie. Daarnaast heeft aanvullend onderzoek de andere organisaties in kaart gebracht die actief zijn op het gebied van zorg en ondersteuning. Figuur 1. Groningse vlag in Oldehove Er zijn geen in Oldehove gevestigde thuiszorgorganisaties. 4 .1.1.1 Z o rg Wat betreft zorg zijn er slechts een drietal organisaties actief: • Huisartsenpraktijk Reitdiep (hoofdvestiging in Ezinge, ook een vestiging in Oldehove); • Homeopathiepraktijk de Levensboom; • Consultatiebureau (GGD Groningen). De vestigingen van de huisartsenpraktijk in Oldehove en Ezinge hebben samen negen dorpen in hun verzorgingsgebied, waarin zo’n 4.000 mensen wonen (excl. buitengebied). Daarvan wonen er 1.415 mensen in Oldehove, waar één van deze huisartsenpraktijken gevestigd is. Het gemiddeld aantal inwoners per huisarts is in de provincie Groningen 2.412 (Nivel, 2012). Daarmee lijkt de huisartsdichtheid in Oldehove voldoende te zijn. De homeopathiepraktijk ontvangt op haar eigen locatie, biedt consulten aan huis aan met een maximale afstand van 50 kilometer van de praktijk en geeft ook telefonisch consult. Omdat de homeopathische geneeskunde niet onder de reguliere geneeskunde valt en in een standaardwerk als De 13 Figuur 2. Ripperdastede Nederlandse gezondheidszorg van Boot niet voorkomt, wordt deze zorgvoorziening niet als zodanig behandeld in dit onderzoek. In Oldehove bevindt zich in de Ripperdastede een consultatiebureau van de GGD Groningen. 4 .1.1.2 O n d e rste u n in g Op het gebied van ondersteuning vinden we meer organisaties: Organisatie Doelgroep Gastouderopvang Matty’s Oppas Kinderen ABB Kinderopvang Oldehove / Kinderkwartier Kinderen Thuishuis Dribbel Kinderen Stichting Warme Maaltijdvoorziening Ouderen Steunstee (Ripperdastede) Ouderen Tabel 2. Ondersteuningsorganisaties in Oldehove Thuishuis Dribbel en Kinderkwartier zijn kinderopvangen. Matty’s Oppas is een gastouderverblijf, dit is een kleinschalige variant op de kinderopvang in een woonhuis. Met dit drietal voorzieningen is er voldoende aanbod op het gebied van kinderopvang. De warme maaltijd-voorziening draagt bij aan de leefbaarheid van het dorp voor ouderen die niet meer goed in staat zijn om zelfstandig te koken. De Ripperdastede herbergt ook de Steunstee, die in Oldehove slechts in een bescheiden vorm opereert (Dorpsvisie Oldehove, 2007). Een Steunstee is een organisatie waar met name ouderen terecht kunnen voor een gesprekje, ondersteuning met administratie en communicatie met instanties, klussendienst en het verzorgen van activiteiten. Oldehove heeft dus nog geen zorgcoöperatie, maar wel een lichte ondersteuningsvoorziening. 4 .1.2 O r g a n is a t ie s v a n b u it e n h e t d o rp Naast de inschrijvingen in het Handelsregister in Oldehove, zijn er ook organisaties van buiten het dorp die zorg of ondersteuning aanbieden. De organisaties die voor dit onderzoek relevant zijn, zijn de thuiszorgaanbieders die o.a. in Oldehove opereren. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel. Organisatie Vestigingsplaats Type Allerzorg Grijpskerk Traditioneel Thuiszorg Respect Zuidhorn Traditioneel PartiCura Groningen Traditioneel umcGroningen thuis Groningen Traditioneel Zonnehuis Thuis Zuidhorn Traditioneel PrivaZorg West-Groningen Winsum Traditioneel Verzorgd Thuis / Astrid de Wind Zuidhorn ZZP Ilse Hendriksen Zuidhorn ZZP Unity Thuiszorg/Kids Winsum ZZP Tabel 3. Thuiszorgaanbieders, actief in Oldehove Onder traditionele zorgaanbieders verstaan we organisaties met een kantoor en meerdere medewerkers. Zzp’ers zijn zelfstandigen zonder personeel. We zien dat er meerdere grote thuiszorgorganisaties uit Grijpskerk, Zuidhorn, Groningen en Winsum hun diensten aanbieden in Oldehove. In de meeste gevallen zijn dit regionale kantoren van grotere 14 organisaties. Het aanbod bestaat hoofdzakelijk uit persoonlijke verzorging, verpleging en hulp in de huishouding. Enkele van deze organisaties benadrukken het kleinschalige karakter van hun dienstverlening. Op de website van Zonnehuis Thuis staat bijvoorbeeld “Kleine teams, uw eigen wijkverpleegkundige en uw eigen hulp bij het huishouden” en “Warme zorg, ú bent belangrijk”. Ook PartiCura geeft op de website aan dat ze continuïteit belangrijk vinden: “het is belangrijk dat u op de zorgverlener kunt rekenen en om regelmatig door dezelfde zorgverlener geholpen te worden”. Ook bieden sommige van deze organisaties ondersteuningsdiensten aan. Allerzorg kan bijvoorbeeld ook een kok, kapper, klusjesman of oppas aanbieden. Van de zzp’ers legt Astrid de Wind (Verzorgd Thuis) op haar website uit dat ze voor zichzelf is begonnen omdat ze bij grote en kleinere thuiszorg instellingen niet de zorg kon bieden zoals ze dat wilde doen door bezuinigingen. Ook Ilse Hendriksen heeft op haar website geschreven dat ze als zzp’er werkt vanuit een soortgelijk gevoel. 4 .1.3 R o l v a n d e g e m e e n t e Het indienen van een WMO-aanvraag voor thuiszorg kan bij het Zorgloket van de gemeente Zuidhorn. Dit loket is bereikbaar per mail of telefoon. Ook kan het loket bezocht worden in Zuidhorn, dit is echter 7 km rijden of 40 minuten per bus, inclusief overstap. In de gemeente Zuidhorn is de Stichting Welzijn Gemeente Zuidhorn (SWgZ) actief. Deze ontvangt subsidie van de gemeente Zuidhorn (Gemeente Zuidhorn, 2011) en heeft een algemene hulpdienst, die kort- en langdurend vrijwilligerswerk organiseert voor inwoners van de gemeente die behoefte hebben aan hulp en ondersteuning. Diensten die worden aangeboden zijn een bezoekdienst, boodschappendienst, klussendienst en personenvervoer. Ook wordt er samengewerkt met Tafeltje Dekje. Deze ondersteuningsdiensten bevinden zich op het terrein van de WMO (Rijksoverheid, 2014). De WMO is zo opgebouwd dat de gemeente pas een individuele voorziening aan een cliënt hoeft aan te bieden, als er geen alternatieven zijn (zie paragraaf 2.4). De SWgZ zorgt er voor dat deze alternatieven er wel zijn, waardoor de gemeente minder kostbare individuele voorzieningen hoeft aan te bieden. Het is niet bekend of alle diensten van de SWgZ ook in Oldehove beschikbaar zijn. Als de vrijwilligers van deze dienst bij het praatje met een zorgvrager merken dat het niet goed gaat of dat er meer zorgbehoeften zijn, dan wordt de buurtwerker van SWgZ ingeseind. Door deze gesprekken krijgt de SWgZ ook nieuwe ideeën voor diensten, zoals een was- en strijkservice, het bezorgen van boodschappen en het meebrengen van bibliotheekboeken. Voor de ontwikkeling van deze diensten wordt gezocht naar samenwerking met andere organisaties en ondernemers. Oldehove heeft samen met Kommerzijl, Niehove, Saaksum en Lauwerszijl een eigen buurtwerker. Dit is een zichtbaar persoon die de werkzaamheden van de jeugd- en ouderenwerkers uitvoert. De buurtwerker is aanspraakpunt voor de SWgZ binnen het dorp, en helpt zorgvragers aan de dienstverlening die de vrijwilligers uitvoeren. 4.2 Conclusies huidig zorgaanbod Het zorgaanbod van zorgaanbieders binnen het dorp is voldoende voor een dorp van 1.415 inwoners, met een huisarts en een consultatiebureau. De huisartsdichtheid in en om het dorp is goed. Er is voldoende beschikbaarheid van thuiszorg in Oldehove. Er zijn negen thuiszorgaanbieders actief, hoewel geen enkele hiervan in het dorp zelf gevestigd is. Meerdere zorgaanbieders geven aan dat ze kleinschaligheid, de tijd nemen en de vertrouwensband tussen zorgvrager en zorgverlener belangrijk vinden, voor de zzp’ers was dit de reden om zelfstandig te gaan werken. De toegankelijkheid van de thuiszorg hangt samen met het gemak waarbij de aanvraag gedaan kan worden, dit is immers de eerste stap. Het Zorgloket van de gemeente is gevestigd in Zuidhorn, waardoor er wat betreft de toegankelijkheid ruimte voor verbetering is. Wat betreft ondersteuning is het dorp goed voorzien. Voor ouderen zijn er twee organisaties in het dorp gevestigd: de warme maaltijdvoorziening en de Steunstee. Dit is een organisatie die ouderen ondersteunt met o.a. een praatje, hulp bij de administratie en een klussendienst. In Oldehove is de Steunstee slechts beperkt actief. Daarnaast organiseert de in Zuidhorn gevestigde gemeentelijke stichting SWgZ ondersteuningsdiensten als een bezoekdienst, boodschappendienst, klussendienst en een 15 vervoersdienst. Toegang tot deze diensten loopt via een buurtwerker die naast Oldehove vier andere dorpen bedient. De diensten worden uitgevoerd door vrijwilligers en zijn gratis (m.u.v. kilometervergoeding). 16 5. Gewenst zorgaanbod en organisatiestructuur Het doel van de zorgcoöperatie is het verhogen van de leefbaarheid van het dorp, door beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren voor diegenen die daar behoefte aan hebben. Van belang is dan hoe leefbaarheid zich verhoudt tot zorg en ondersteuning. Vier interviews met Nederlandse zorgcoöperaties vertellen wat hun ervaringen zijn wat betreft organisatiestructuur en dienstenaanbod, een Destep-analyse brengt de externe omgeving van de op te richten zorgcoöperatie in kaart. 5.1 Leefbaarheid in de literatuur De kennelijke leefbaarheid laat zich meten in Happy Life Expectancy (HLE), zoals in hoofdstuk 2 beschreven. Dat betekent dat zowel een langere levensduur (indicator van gezondheid) als een hogere beoordeling van het geluk een positieve invloed hebben op de leefbaarheid. 5 .1.1 G e lu k in z e lfs t a n d ig h e id Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam de ouderenemancipatie op gang. De houding van deze leeftijdsgroep veranderde langzaamaan van ‘dankbare ouderen’ naar ‘kritische senioren’. De doelgroep wilde niet betutteld worden en uniform worden behandeld, maar zelf invulling geven aan hun leven (Boot, 2013). Dit heeft geleid tot een serie woonvormen in toenemende mate van zelfstandigheid, van aanleunwoningen naar wozoco’s (woon-zorg complexen) tot aan kleinschalig wonen. De mogelijkheid om zelfstandig te kunnen blijven wonen is van positieve invloed is op het geluk: ondanks de administratieve rompslomp die bij zelfstandig wonen hoort, zijn ouderen die thuiswonen iets gelukkiger dan ouderen in een verzorgingstehuis (SCP, 2004). 5 .2 .2 L e v e n s d u u r in h e t d o rp Zelfstandig wonen kan zolang mensen nog goed kunnen functioneren in hun eigen huis. Dit betekent dat er soms aanpassingen gedaan moeten worden aan de woning. Rond het jaar 2000 waren er zo’n 20.000 senioren die in een huis woonden waarvan de toegang via een buitentrap was, maar die niet meer konden traplopen (SCP/De Klerk, 2004). In andere gevallen betekent het dat er thuiszorg, bijvoorbeeld verpleging of persoonlijke verzorging, moet worden verleend omdat mensen zelf de kousen niet meer aankrijgen of lichte medische handelingen nodig hebben. De wettelijke voorzieningen voor thuiszorg en ondersteuning, de WMO en de AWBZ, zijn sinds het aantreden van het kabinet Balkenende-II aanzienlijk verkleind (Boot, 2013). Deze voorzieningen vormen de basis om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. En ouderen die langer thuis wonen, blijven langer in het dorp en hebben daar meer gelukkige levensjaren. 5.2 Ervaringen van zorgcoöperaties Om een beeld te krijgen van het gewenste zorgaanbod voeren we een vergelijking uit met andere zorgcoöperaties in Nederland en daarbuiten. Daarnaast geeft een inventarisatie van de zorgbehoeften in het dorp door middel van interviews een volledig beeld. 5 .2 .1 A lg e m e n e g e g e v e n s v a n N e d e rla n d s e z o rg c o ö p e ra tie s Nederland telt eind 2014 volgens het Handelsregister 45 zorgcoöperaties. Tien jaar eerder waren dit er nog nul, de eerste zorgcoöperaties zijn opgericht in 2005. Het merendeel van deze coöperaties heeft zorgvragers als leden en stelt zich ten doel om de beschikbaarheid van zorg in een woonplaats of gemeente te verhogen. Een aantal zorgcoöperaties is opgericht door zorgaanbieders, dit zijn de leden en hun doelen worden behartigd. Deze laatste groep laten we in ons onderzoek buiten beschouwing, omdat de doelstelling van onze op te richten coöperatie zich richt op de belangen van de zorgvragers. Wanneer we ons beperken tot zorgcoöperaties die al actief zijn, en die zijn opgericht voor en door inwoners, dan komen we tot veertien zorgcoöperaties die voor dit onderzoek relevant zijn. 17 Gegeven Waarde Gemiddeld aantal inwoners in de plaats 6.392 Werkt met vrijwilligers 100% 43% Werkt met professionele zorgaanbieders (ZZP, loondienst of instellingen) Gemiddelde contributie inwoner, alleenstaand € 19,63 p/j Gemiddelde contributie inwoner, echtpaar € 34,93 p/j Tabel 4. Kerngegevens zorgcoöperaties 5 .2 .2 In t e r v ie w s m e t N e d e r la n d s e z o r g c o ö p e r a t ie s Met een viertal Nederlandse zorgcoöperaties is een interview gehouden om meer inzicht te krijgen in het proces van oprichting, wat de mogelijkheden van een zorgcoöperatie zijn en welke keuzes gemaakt zijn. De kenmerken als ledenaantal, inwonertal, rechtsvorm en de soorten aangeboden diensten zijn onderling verschillend. Een overzicht van de geïnterviewde zorgcoöperaties en hun kernmerken is weergegeven in onderstaande tabel. Zorgcoöperatie Ledenaantal Inwoners Rechtsvorm Diensten Hoogeloon Zorgcoöperatie Hoogeloon 250 ca. 2.200 Coöperatie Zorg en ondersteuning Voorschoten De Grote Akker 150 24.941 Vereniging Zorg en ondersteuning Herpen Land van Herpen 300 3.651 Vereniging Ondersteuning Laarbeek Tot uw Dienst 300 ca. 22.000 Coöperatie Zorg Tabel 5. Geïnterviewde zorgcoöperaties en hun kenmerken Rechtsvorm Allereerst een bevinding die met het woord zorgcoöperatie te maken heeft. Ondanks dat de meeste initiatieven zich zorgcoöperatie noemen, zijn ze lang niet allemaal een coöperatie in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Zo hebben De Grote Akker (Voorschoten) en Land van Herpen (Herpen) gekozen voor de verenigingsvorm. Beide geven aan dat ze het coöperatieve gedachtengoed ondersteunen, maar dat een coöperatie voor hun organisatie geen voordelen biedt. Er zijn nauwelijks bezittingen of andere grote investeringen, maar een groot aantal leden waarvan sommigen hulp ontvangen van anderen. Bij zorgcoöperatie Tot uw Dienst (Laarbeek) denken ze daar anders over. Het is juist goed als de leden eigenaarschap hebben. De problemen als eenzaamheid die mensen ervaren en de te lage kwaliteit en slechte beschikbaarheid van verpleging en verzorging aan huis, zijn volgens voorzitter hun eigen problemen. De zorgcoöperatie is een initiatief van deze mensen zelf, om deze problemen zelf aan te pakken en samen een oplossing te vinden. Oprichting Het initiatief voor de oprichting komt in alle gevallen van inwoners van het dorp, die signaleren dat de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg en ondersteuning onvoldoende is. In Laarbeek en Voorschoten nam een mantelzorger zelf het voortouw bij de oprichting. In Herpen besloot de dorpsraad het initiatief te nemen. Alle vier waren ontevreden over de kwaliteit van zorgaanbieders: tientallen verschillende zorgverleners aan het bed, de cliënt mocht geen tijden aangeven maar kreeg een tijdstip toegewezen: er werd niet gedacht vanuit de cliënt. 18 Structuur van de organisatie Alle geïnterviewden gaven aan dat het bouwen van structuren niet het doel is van hun zorgcoöperatie. Ze willen geen gebouwen, geen duurbetaald bestuur, geen auto’s, geen management en vaak ook liever geen medewerkers. Allemaal willen ze licht blijven. Linda Roozen van Land van Herpen geeft aan dat ze een netwerkorganisatie willen zijn: toegang tot veel informatie en contacten, coördinerend, maar niet met het doel dat ze zelf veel diensten hoeven uit te voeren. Ze zijn er, en dat beamen alle geïnterviewden, als aanvulling op het zorgaanbod dat er al is, en niet ter vervanging daarvan. De zorgcoöperaties van Hoogeloon, Herpen en Elsendorp zitten samen in het platform “Zorgen doe je samen”, waarin kennis en ervaringen worden uitgewisseld. Herpen werkt ook samen met de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen. Kosten en baten Geen van de geïnterviewde zorgcoöperaties heeft problemen om break-even te draaien. Voorschoten is nog maar net begonnen en teert nog op de startsubsidie. Alle vier noemen een getal van zo’n 250 tot 300 leden en 12 tot 16 lopende zorgaanvragen/cliënten als een ondergrens om break-even te kunnen draaien en op voldoende niveau verzorging, verpleging en huishoudelijke hulp aan te kunnen bieden. De contributie ligt bij deze zorgcoöperaties tussen de € 15,- en € 24,- per jaar, en soms een entreebedrag dat ook in deze orde van grootte ligt. Het komt niet vaak voor, maar sommige mensen vinden dit veel geld. De meesten vinden dit bedrag een acceptabel bedrag, zoals Linda Roozen aangeeft “een brood per maand”. Op betaalde (zorg)diensten zit een kleine opslag, die vaak door de zorgaanbieder wordt vergoed aan de zorgcoöperatie. Dit is meestal een percentage. In Laarbeek is dit een vast bedrag, afhankelijk van de afgenomen dienst € 1,50 of € 2,- per gewerkt uur. Herpen organiseert ook evenementen en goede-doelen-acties om geld te werven voor de zorgcoöperatie. Dit geldt wordt niet besteed aan vaste lasten, maar aan extra’s. Diensten Een onderscheid dat gemaakt kan worden is of de zorgcoöperatie zorgdiensten, ondersteuning of beide aanbiedt. Uiteindelijk hebben alle zorgcoöperaties als doel om zorgdiensten aan te bieden. Dit geldt ook voor Herpen, waar de zorgcoöperatie nog maar net is beginnen en op dit moment alleen ondersteuning aanbiedt. Huishoudelijke hulp is een dienst die tussen zorg en ondersteuning invalt. Het is een ondersteuningsdienst, maar wordt vaak door zorgprofessionals uitgevoerd en wordt om die reden behandeld bij de zorgdiensten. Signalering Wanneer er een zorg- of ondersteuningsbehoefte is dan ligt het initiatief bij alle zorgcoöperaties in principe om diensten aan te vragen meestal bij de cliënt. De coördinator of wijkverpleegster komt indien mogelijk dezelfde of de volgende dag al langs. Linda Roozen (Herpen) geeft aan dat tijdens het verlenen van hulp vaak ook wordt opgemerkt dat er meer behoeften zijn. Bijvoorbeeld een mevrouw die, wanneer de klussendienst langskomt voor het ophangen van een schilderij, koffie en koekjes klaar heeft staan en erg uitkeek naar gezelschap. Diensten op het gebied van ondersteuning In ieder dorp vinden al onderlinge ondersteuningsdiensten plaats. Soms door burenhulp, maar vaak zijn er ook al organisaties actief. In Hoogeloon heeft de Katholieke Ouderenbond (KBO) bijvoorbeeld al een klussendienst en vervoersdienst. In situaties waarbij vooral ontmoetingen, contacten, een dagje er tussen uit gewenst zijn, was de stichting Zonnebloem al actief. In Laarbeek was dit reden om zich te richten op zorgdiensten en niet op ondersteuning. In Hoogeloon is er voor gekozen om te bemiddelen en leden naar de juiste organisatie te begeleiden. In de andere dorpen waren minder voorzieningen en organiseert de zorgcoöperatie veel van deze diensten zelf. 19 Ondersteuningsdiensten die overal voorkomen zijn de klussendienst, vervoersdienst, tuinonderhoud en het verzorgen van ontmoetingen, vaak met een aantal keer per week een koffieuurtje en eenmaal per week een buurtrestaurant waarbij gezamenlijk gegeten wordt. Hoogeloon en Herpen hebben de beschikking over een ontmoetingsruimte. Deze staat centraal bij veel activiteiten en wordt gebruikt bij het koffieuurtje, het buurtrestaurant en vaak ook voor het zorgloket/zorgspreekuur. In Herpen worden in de ontmoetingsruimte vaak ook nieuwe behoeften besproken en komen nieuwe diensten naar boven. In Hoogeloon wordt éénmaal in de week gekookt voor zo’n 25 á 30 mensen. Aanschuiven kost € 6,- voor een driegangenmaaltijd. De praktische ondersteuningsdiensten als klussendienst en tuinonderhoud worden in verschillende mate van professionaliteit aangeboden. Hoogeloon kiest ervoor om groot tuinonderhoud uit te besteden aan de sociale werkvoorziening, Laarbeek doet geen ondersteuning en verwijst voor klussen en tuinonderhoud naar gespecialiseerde bedrijven. Voorschoten en Herpen kiezen er juist voor om dit door vrijwilligers te laten doen. Er zijn wel grenzen aan wat de vrijwilligers mogen doen, niemand wil oneigenlijke concurrentie aangaan met de bedrijven in het dorp of in de regio. Mantelzorgerondersteuning is een dienst die wordt aangeboden in Herpen. De zorgcoöperatie heeft al tweemaal jonge zorgvragers bediend. In één situatie betrof het een ernstig gehandicapt kind, waarvoor éénmaal per twee weken de zorg wordt overgenomen door vrijwilligers zodat de moeder tijd kan doorbrengen met de andere broertjes en zusjes. Diensten op het gebied van zorg Zorgcoöperaties die actief zijn met zorgdiensten, bieden altijd een drietal basisdiensten aan: verpleging, persoonlijke verzorging en huishoudelijke hulp. In Hoogeloon wordt dit aangevuld met dagbesteding. Het karakter van de zorgdiensten aan huis is gericht op kleinschaligheid: altijd een klein team van zorgverleners, en vaak daarbinnen nog dezelfde match tussen een zorgverlener en een zorgvrager. Figuur 3. Thuiszorg Verschillende zorgcoöperaties bieden ook woonvormen aan. Hoogeloon heeft een project kleinschalig wonen, waarbij een groepje woningen voor senioren is gebouwd in samenwerking met woningstichting de Zaligheden. In deze woningen wordt door een tweetal traditionele zorgaanbieders waar de zorgcoöperatie al mee samenwerkt, zorg verleend. Laarbeek is bezig met het opzetten van een zorgboerderij. Hiervoor zijn ze in gesprek met een eigenaar van een leegstaande woning. De zorgboerderij van de zorgcoöperatie moet zich onderscheiden door de kleine schaal, de huiselijke sfeer en de inbreng van vrijwilligers: een huis met mensen die allemaal iets voor elkaar willen betekenen. Invoering nieuwe WMO 2015 Er wordt verschillend aangekeken tegen de nieuwe wetgeving op het gebied van AWBZ/WMO. Hoogeloon is erg blij met de nieuwe wetgeving, omdat deze beter aansluit op de situatie zoals die in de praktijk in Hoogeloon al is. In Herpen heerst angst onder de huidige zorgvragers. Ze weten niet of ze volgend jaar wel evenveel en even goede zorg vergoed krijgen. De zorgcoöperatie staat klaar om in te grijpen als het misgaat, met zowel hulp door vrijwilligers als een goed contact met de gemeente. Ook Laarbeek heeft last onzekerheid over de nieuwe situatie. Er wordt verwacht dat dit niet direct problemen zal opleveren, maar wel wanneer in de loop van het jaar de herindicaties worden vastgesteld. Relatie met de zorgvragers Mensen die zorg of ondersteuning ontvangen via de zorgcoöperatie, zijn niet per definitie alleen maar zorgvrager. Maria Waalen (Hoogeloon) geeft aan dat het belangrijk is dat mensen zo lang mogelijk, zo veel mogelijk zelf blijven doen. In de dagbesteding is bijvoorbeeld een cliënt die helpt met aardappels schillen, een ander verzorgt de bloemstukken. In het dorp is een dementerende mevrouw die ondersteuning ontvangt, maar voor anderen weer de was strijkt. 20 Samenwerking met zorgprofessionals Over het algemeen willen de zorgcoöperaties niet te veel vastigheid: ze werken bij voorkeur met nuluren contracten, zzp’ers of detachering. De coördinator is vaak wel in loondienst, gemiddeld zo’n 8 uur per week. Bij de inzet van zorgprofessionals speelt de zorgcoöperatie een bemiddelende rol. De wijkverpleegster of coördinator verzorgt soms de WMO-aanvraag bij de gemeente. Daarna wordt een match gemaakt tussen zorgaanbieder en cliënt. Deze zorgaanbieder is een zelfstandige, de arbeidsverhouding valt vaak onder de driedagenregeling, hieronder uitgelegd. Zorgaanbieder en cliënt maken samen afspraken, waarna de zorgcoöperatie weer uit het proces stapt. Alle zorgcoöperaties brengen bij de zorgaanbieder een toeslag in rekening, soms in procenten, soms in euro’s per gewerkt uur. Hans Borgsteede (Voorschoten) merkt op dat zij controleren of de zorgaanbieder verzekerd is. Het is bij geen van de zorgcoöperaties een harde eis dat de zorgprofessionals uit het dorp komen, wel geldt het vaak als een pré. Zaken als binding met de kernen en beheersing van het dialect worden door Linda Roozen (Herpen) wel genoemd als belangrijk. Maria Waalen (Hoogeloon) vindt het belangrijk dat de zorgaanbieders de visie van de zorgcoöperatie ondersteunen. Driedagenregeling De belastingdienst kent een speciale regeling voor dienstverlening aan huis. Deze zogenoemde driedagenregeling geldt voor particulieren die iemand inhuren voor huishoudelijke hulp of zorgverlening voor maximaal drie dagen per week en houdt in dat hierover geen loonbelasting en premies werkgeversverzekeringen hoeven te worden afgedragen. Omdat de zorgvragers, en niet de zorgcoöperatie, een arbeidscontract afsluiten met de zorgaanbieders valt de zorg van de meeste zorgcoöperatie-leden onder deze regeling. Samenwerking met vrijwilligers Geen van de zorgcoöperaties heeft moeite om voldoende vrijwilligers te werven. Dit zijn meestal vijftigers, zestigers en zeventigers. In Herpen nemen veel jonge moeders van in de dertig de vervoersdienst op zich op tijden dat de kinderen naar school zijn. De motivatie is vaak te vinden in het ontmoeten van gelijkgestemden en de wederkerigheid: “Dat doen ze straks ook voor ons”, zoals in Hoogeloon wordt gezegd. Investeren in vrijwilligers gaat op verschillende wijzen. Herpen zorgt voor opleidingen en trainingen voor vrijwilligers, waarin ze leren om te gaan met de doelgroep. In Voorschoten wordt twee keer per jaar een vrijwilligersborrel georganiseerd. Herpen heeft een verzorgingsgebied met daarin een vijftal kernen. Dit verzorgingsgebied is opgedeeld in twee kernen, die ieder weer kringen kennen. Binnen een kring, bijvoorbeeld de boodschappenkring, zitten vrijwilligers en zorgvragers. Dit zorgt ervoor dat het geheel kleinschalig blijft en dat de vrijwilligers en zorgvragers bij elkaar blijven. Iemand die in de vervoersdienst zorgvrager is, kan in de bezoek- of klussendienst weer vrijwilliger zijn. Laarbeek heeft een tweetal vijftigers die met toestemming van het UWV vrijwilligerswerk voor de zorgcoöperatie mogen verrichten, zij bemannen het zorgspreekuur. Samenwerking met traditionele zorgaanbieders De zorgcoöperaties hebben niet de ambitie de grote zorgaanbieders te vervangen, maar willen een alternatief bieden voor de mensen die daar behoefte aan hebben. Maria Waalen (Hoogeloon) meldt dat er in het begin heftige gesprekken zijn gevoerd met de zorgaanbieders, maar dat ze er nu graag mee samenwerken. In het algemeen is de verhouding met de traditionele zorgaanbieders wisselend. Hoogeloon bijvoorbeeld, heeft zorgverleners die op de loonlijst staan bij een traditionele zorgaanbieder, JorisZorg. Deze medewerkers worden op urenbasis ingehuurd en betaald door leden van de zorgcoöperatie. JorisZorg zorgt ervoor dat dit een klein team is met vaste mensen. In andere gevallen is de relatie met de grote zorgaanbieders wat moeilijker. In Voorschoten is er geen contact of samenwerking, en in Laarbeek geeft voorzitter Don van Sambeek aan: “Eerst zagen ze ons niet staan, nu willen ze op onze schoot zitten”. Linda Roozen (Herpen) geeft aan dat het wat schuurt met de grote zorgaanbieders. Ze willen samenwerken maar zijn ook nog wat bang voor elkaar en niet goed op elkaar ingesteld. Toch zijn deze partijen langzaamaan wel aan het veranderen: ze proberen 21 meer klantgericht te denken en stellen ook kleinere teams samen. Toch zijn alle geïnterviewden het er wel over eens dat deze aanbieders er nog lang niet zijn. Samenwerking met de gemeente De ervaringen met de samenwerking met gemeenten zijn zeer wisselend. Don van Sambeek (Laarbeek) ervaart de wethouder als een ambassadeur van de zorgcoöperatie. De ervaringen met politiek en ambtenaren zijn prettig en ze kunnen bij de gemeente terecht met allerlei vraagstukken, en krijgen ook ondersteuning bij financiële en juridische vragen. Wel loopt hij er tegen aan dat de gemeente Laarbeek deelneemt aan Peel 6.1, een samenwerkingsverband zit op het gebied van WMO. Ze kunnen daardoor niet goed een eigen beleid voeren dat afgestemd is op de zorgcoöperatie. Ook Linda Roozen (Herpen) loopt tegen de beperkingen van samenwerkingsverbanden van de gemeente Oss op. Jeugdzorg wordt samen gedaan met 35 gemeenten, WMO met 12 gemeenten. De gemeente heeft moeite met de overgang naar de situatie waar in er op lokaal niveau meer vrijheid is. Ze kunnen het nog niet allemaal loslaten. Naar de mening van Hans Borgsteede (Voorschoten) heeft zijn gemeente geen problemen met loslaten, hij merkt geen positieve en geen negatieve invloed vanuit de gemeente. “Ga zo door”, zegt de gemeente, en daar blijft het bij. Een goed voorbeeld van een gemeente die een zorgcoöperatie faciliteert, is de gemeente Bladel. Hier mag Maria Waalen, de coördinator van de zorgcoöperatie Hoogeloon, zelf bij de mensen thuis WMOaanvragen opstellen en indienen bij de gemeente. De gemeente heeft haar hiervoor een cursus gegeven. Ook stelt de gemeente geld beschikbaar als dit nodig is. Tevredenheid Over het algemeen geven de zorgcoöperaties aan tevreden leden te hebben. Hans Borgsteede (Voorschoten) merkt op dat er een verschil is tussen de slapende leden, die nog geen diensten hebben afgenomen, en de cliënten. Deze laatste groep geeft bij het exitgesprek, als een zorgtraject wordt afgerond, aan zeer tevreden te zijn. De slapende leden hebben geen ervaring en kunnen ook niet echt duidelijkheid geven over hun tevredenheid. Linda Roozen (Herpen) komt op een zesje. Ook zij schat de tevredenheid van de cliënten hoger in dan die van de slapende leden. 5.3 Gewenste organisatiestructuur Met de gegevens en ervaringen van andere zorgcoöperaties en de behoeften in Oldehove kunnen we vaststellen welke keuzes gemaakt moeten worden voor de oprichting van een zorgcoöperatie in Oldehove. We werken deze keuzes uit voor de rechtsvorm, doelgroep, visie en missie, bestuur en het werkgeverschap, ieder te behandelen in een aparte paragraaf. 5 .3 .1 R e c h t s v o r m Het woord zorgcoöperatie impliceert dat de rechtsvorm van de betreffende organisatie die van de coöperatie, of voluit coöperatieve vereniging is. Schijn bedriegt, in sommige gevallen, waaronder de zorgcoöperaties in Voorschoten en Herpen. Dit zijn reguliere verenigingen. De coöperatie is voor de Nederlandse wet conform BW Boek 2, artikel 53, een als coöperatie opgerichte vereniging die zich in haar statuten ten doel stelt te voorzien in stoffelijke behoeften van haar leden. Een coöperatie mag dus ook behaalde winsten verdelen onder haar leden. Dit is een punt waarin de coöperatie verschilt van de vereniging, deze mag dit namelijk niet. Artikel 26 van hetzelfde wetboek stelt dat een bij het handelsregister ingeschreven vereniging, en daarmee dus ook een coöperatie, een rechtspersoon is. De coöperatie kent net als de vereniging geen eigenaar, wel kent zij leden. Leden van de coöperatie zijn in gelijke mate aansprakelijk voor tekorten van de coöperatie, tenzij de statuten vaststellen dat de aandelen in de aansprakelijkheid anders zijn verdeeld, of dat de aansprakelijkheid van de leden wordt beperkt of uitgesloten. Bij de keuze voor een coöperatie zou deze moeten worden opgericht bij notariële akte en worden ingeschreven in het handelsregister. Bij een vereniging is dit in principe niet verplicht, echter wel indien het bestuur haar eigen aansprakelijkheid wil verkleinen en de vereniging volledige rechtsbevoegdheid wil hebben. In Laarbeek is mede voor een coöperatie gekozen omdat dit volgens voorzitter Don van Sambeek een groter gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijk geeft. 22 Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove Een coöperatie kent geen duidelijke nadelen ten opzichte van de vereniging, maar heeft wel als voordeel dat er winst gemaakt en verdeeld mag worden. Dit kan in het geval van Oldehove voorkomen wanneer bijvoorbeeld door het vele vrijwilligerswerk zeer efficiënt is gewerkt en er winst overblijft, of wanneer de zorgcoöperatie een winstgevende zorgboerderij of dagbesteding opzet. Ook het grotere gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid is een argument voor de keuze voor een coöperatie. Daarnaast moet bedacht worden dat zorgcoöperaties worden opgericht omdat de overheid taken afstoot. Mocht het zijn dat door maatschappelijke veranderingen minder behoefte is aan de diensten van de zorgcoöperatie, en daardoor overbodige bezittingen moeten worden verkocht, dan speelt eigenaarschap natuurlijk wel een rol: de opbrengst hiervan kan dan ten goede komen van de leden. 5 .3 .2 D o e lg r o e p Voor wie is de zorgcoöperatie er? Volgens de wet is het doel van een coöperatie om in (stoffelijke) behoeften van haar leden te voorzien. Daarom is het belangrijk te bepalen wat de doelgroep van de coöperatie is, dit worden de uiteindelijke leden. Lidmaatschap van een coöperatie is niet beperkt tot één soort lid. In het geval van de op te richten dorps-zorgcoöperatie kunnen zowel overheid, ondernemers als inwoners lid zijn. Dit onderzoek wordt volgens de doelstelling uitgevoerd “… om de leefbaarheid in dit dorp te verbeteren”. Van het begrip leefbaarheid zijn uiteenlopende definities, van het in voldoende mate geschikt zijn ergens te kunnen leven (Dorst, 2005) tot aan de kennelijke leefbaarheid (Veenhoven, 2000) die uitdrukt hoe lang en gelukkig mensen ergens leven. Welke definitie ook gekozen wordt, een hogere leefbaarheid komt altijd ten gunste van inwoners, omdat deze een functie is van de kwaliteit van de leefomgeving. Lidmaatschap van inwoners Wanneer we bovenstaand op een rijtje zetten, dan zien we dat de belangen van de inwoners (een betere leefbaarheid) overeenkomen met de in de onderzoeksopdracht gegeven doelstelling om een coöperatie op te richten (om de leefbaarheid te verbeteren). Lidmaatschap van inwoners is hiermee in ieder geval gewenst: hun belang staat voorop als het gaat om het verbeteren van de leefbaarheid door middel van zorgvoorzieningen in het dorp. Lidmaatschap van zorgaanbieders Zoals in de wet gesteld, wordt de coöperatie opgericht met als doel te voorzien in de stoffelijke behoeften van de leden. Ofwel: ieder persoon en iedere organisatie waarvan de belangen overeenkomen met die van de coöperatie, kan wat de wet betreft aansluiten. In de praktijk kiezen bijna alle Nederlandse zorgcoöperaties er voor om het lidmaatschap van de coöperatie aan te bieden aan de inwoners en niet aan andere personen of organisaties. Enkele zorgcoöperaties, waaronder het Wijzelf-concept (voorlopig alleen Zoetermeer) en Zorgcoöperatie Zeeland, zijn opgericht door zorgaanbieders, dit zijn tevens de leden van de coöperatie. Dit type zorgcoöperaties biedt enkel betaalde, door zorgprofessionals verzorgde diensten aan. Ongeveer een derde van de huidige Nederlandse zorgcoöperaties werkt met zorgprofessionals. In paragraaf 6.2.3.3 komen we terug op het dienstverband. Slechts twee zorgcoöperaties, De Grote Akker in Voorschoten en Tot uw Dienst in Laarbeek, bieden het lidmaatschap aan voor zorgaanbieders. Binnen eerstgenoemde functioneren de zorgaanbieder-leden in zelfsturende teams in samenwerking met vrijwilligers. In Laarbeek bemiddelt de coöperatie voor de zorgaanbieder-leden tegen een jaarlijkse contributie en een afdracht per uur. Het aanbieden van lidmaatschap aan zorgaanbieders kan dus voordelen brengen in de vorm van extra geld (contributie en afdracht), kennisdeling en de beschikking over een vast netwerk van zorgaanbieders. Dit zijn alle drie voordelen die ten goede komen aan de belangen van de inwoners. Lidmaatschap voor zorgaanbieders zou daarom een goede keuze zijn. Lidmaatschap van de gemeente De lokale overheid heeft bij de reeds bestaande zorgcoöperaties een wisselende rol. De zorgcoöperatie Hoogeloon is opgericht ondanks onbegrip bij de gemeente en zorginstellingen. In andere gevallen is de oprichting van zorgcoöperaties ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. 23 In geen geval is de gemeente lid van de coöperatie. Ook voor de op te richten zorgcoöperatie in Oldehove biedt de gemeente als lid van de zorgcoöperatie geen aanwijsbare voordelen. Wel kan de zorgcoöperatie een nauwe samenwerking aangaan met de gemeente. Meer dan de helft van de zorgcoöperaties heeft een zorginformatiepunt, waar inwoners informatie kunnen inwinnen over gezondheid, hulp in en rond het huis, persoonlijke verzorging en welzijnsdiensten. Tussen enkele zorgcoöperaties en gemeenten wordt ook samengewerkt op het gebied van de WMO-aanvraag. Deze zorgcoöperaties bieden hun leden een WMO-spreekuur of een dependance van het gemeentelijke WMO-loket. Dit biedt de leden informatie en advies over de WMO en kunnen leden aanmelden voor voorzieningen of bemiddelen in verzoeken aan zorginstellingen of andere instanties. Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove Vast staat dat de belangen van de inwoners door de coöperatie gediend worden. Lidmaatschap van inwoners, zowel al zorgvrager, zorgaanbieder of vrijwilliger, is daarom gewenst. Wanneer de zorgcoöperatie ervoor kiest om met ZZP’ers te werken, zoals geadviseerd in paragraaf 6.2.3.3, dan zou lidmaatschap van deze ZZP’ers gewenst zijn. Hiermee ontstaat een vaste kring van professionals die betrokken zijn bij de coöperatie. Voor het lidmaatschap van grote zorginstellingen en gemeenten zijn geen voordelen gevonden. Wel verdient het de aanbeveling een nauwe samenwerking met deze instanties aan te gaan. 5 .3 .3 M is s ie & v is ie De visie en missie van een organisatie vormen de input voor het strategisch management van een organisatie. De missie bepaalt het bestaansrecht van een organisatie: waar de organisatie voor staat en welke overtuigingen men heeft. De visie schetst een realistisch, geloofwaardig en aantrekkelijk beeld van de toekomst van de organisatie (Mintzberg, Ahlstrand & Lampel, 1998). De visie is vaak een concreet toekomstbeeld, de missie een hoger doel. De geïnterviewde zorgcoöperaties hebben geen op papier vastgelegde missie en visie, maar hebben wel doelen waar aan gewerkt wordt. Deze richten zich vooral op het ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen, zo lang mogelijk in het dorp kunnen blijven wonen en deze mensen weer het gevoel van controle geven dat ze als cliënt bij grote zorgorganisaties niet hebben. Ook het kleinschalig werken, met bekende gezichten, neemt een belangrijkte plaats in. Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove De doelstelling die de gemeente en de Gebiedscoöperatie voor de zorgcoöperatie zien, is het verbeteren van de leefbaarheid in Oldehove. Als we daarbij bedenken dat de bestaande zorgcoöperaties zich alleen richten op ouderen en andere kwetsbare groepen, zou de missie voor de zorgcoöperatie kunnen luiden: “Meer kwetsbare mensen langer thuis laten wonen in Oldehove” De visie van de zorgcoöperatie kan dan een concreet beeld geven van waar de organisatie de komende jaren heen wil. Deze is vooral gebaseerd op de doelen van de bestaande zorgcoöperaties. “De Zorgcoöperatie Oldehove zorgt er voor dat ouderen en andere kwetsbare mensen zo lang in Oldehove kunnen blijven wonen als ze zelf wenselijk vinden. Deze mensen houden zelf de regie over hun leven en ontvangen de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben en zelf willen ontvangen, waarbij ze worden geholpen door vaste zorgverleners die ze goed kennen.” 5 .3 .4 B e s tu u r Het bestuur van een coöperatie bestaat voor minstens de helft uit leden (BW Boek 2, artikel 37). Ook kan een coöperatie ervoor kiezen leden in het management te plaatsen. Deelname van leden in het management leidt tot een meer democratische werkomgeving en betere informatieverwerking en conflictoplossing (Jones en Sveljar, 1985). Omdat de meeste Nederlandse zorgcoöperaties feitelijk vrijwilligersorganisaties zijn, hebben ze op het gebied van ledeninspraak veel overeenkomsten met verenigingen en stichtingen. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers, deze zijn veelal lid van de coöperatie. Deze vrijwilligers zijn meestal degenen die de werkzaamheden verrichten, aangevuld met, bij sommige zorgcoöperaties, enkele professionele vrijwilligers. 24 Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove De zorgcoöperatie Oldehove heeft de wettelijke verplichting om minstens de helft van het bestuur uit leden te laten bestaan. Veel werkzaamheden (boodschappendienst, vervoer, klusjes, klein tuinonderhoud) zullen worden uitgevoerd door leden. Daarom is het belangrijk dat deze leden gehoord worden en zich herkennen in het bestuur van de coöperatie. De coöperatie wordt opgericht met als doel een betere leefbaarheid van het dorp te creëren voor de leden. Daarom zou het bestuur bij aanvang volledig uit leden moeten bestaan. 5 .3 .5 W e rk g e v e rs c h a p Van de zorgcoöperaties in Nederland werkt 32% met professionele krachten. Het merendeel daarvan wordt ingezet voor zorgtaken, maar verschillende zorgcoöperaties werken met professionele zorgondersteuners en coördinatoren. Er zijn verschillende dienstverbanden. Zorgaanbieders kunnen ook lid zijn van de coöperatie. In de praktijk gebeurt dit slechts bij twee zorgcoöperaties en in beide gevallen alleen bij ZZP’ers. Een nadeel van medewerkersparticipatie kan zijn dat de prikkel om de eigen productiviteit te verhogen, er onvoldoende is. Er wordt afgerekend op de productiviteit van het geheel, waarbij een extra eigen inzet slechts een minimaal verschil maakt in de productiviteit van de gehele onderneming. Aan de andere kant hebben medewerker-leden ook voordelen, zoals bijvoorbeeld een langere carrière bij de organisatie en een identificeren medewerker-leden zich meer met de werkgever (Jones en Sveljar, 1985). Hierbij moet worden opgemerkt dat deze leden strikt genomen geen medewerker-leden zijn: de zorgcoöperaties treden op als bemiddelaars, de zorgaanbieder-leden hebben een arbeidsverhouding met de zorgvrager-leden. Loondienst Verschillende zorgcoöperaties werken met een coördinator of wijkverpleegster in loondienst. Dit zijn nul-uren of kleine contracten, bijvoorbeeld 8 uur in de week bij een zorgcoöperatie van 300 leden. Geen van de zorgcoöperaties heeft zorgprofessionals in loondienst. Een van de voordelen die medewerkers in loondienst bieden, is een grote mate van continuïteit. Daarnaast staan ze ook direct onder leiding van de zorgcoöperatie, men heeft dus veel invloed op hun functioneren. Aan de andere kant brengt loondienst veel arbeidsrechtelijke verplichtingen met zich mee zoals het voeren van een loonadministratie en de beperkingen van het ontslagrecht. ZZP’ers Zorgcoöperaties Tot uw Dienst (Laarbeek) en De Grote Akker (Voorschoten) maken gebruik van een vast netwerk van ZZP’ers. Wanneer een zorgvrager-lid aangeeft behoefte te hebben aan professionele zorg, dan bemiddelt de zorgcoöperatie tussen een zorgvrager en een zorgaanbieder. In beide gevallen is de zorgaanbieder zelf ook lid van de zorgcoöperatie. De zorgcoöperatie Hoogeloon heeft voor de vakantieperiodes drie ZZP’ers om de taken over te nemen van de vaste krachten. Deze ZZP’ers zijn geen lid van de coöperatie. Samenwerking met traditionele zorgaanbieders De zorgcoöperatie Elsendorp heeft een samenwerking met Zorgmed, een AWBZ/WMO zorgaanbieder in Oost-Brabant. Zorgmed heeft het Zorgteam Elsendorp samengesteld, een team van zeven parttime verzorgenden en verpleegkundigen uit Elsendorp. Hierdoor krijgen zorgvragers uit Elsendorp altijd zorg of ondersteuning van een professional uit Elsendorp. Een zorgondersteuner (8 uur per week in dienst bij de coöperatie) coördineert de aanvraag van huishoudelijke hulp en zorgverlening. Ook Zorgcoöperatie Hoogeloon werkt in de basis met een driekoppig team van medewerkers van de lokale zorgaanbieder JorisZorg. Deze samenwerking wordt als zeer prettig ervaren. In Oldehove zijn verschillende van deze zorgaanbieders actief, zoals Thuiszorg Respect en Allerzorg. Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove De oplossing met de minste belasting voor de zorgcoöperatie is samenwerking met de traditionele zorgaanbieders. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen of deze zorgaanbieders willen meewerken door bijvoorbeeld een eigen team voor Oldehove samen te stellen. Loondienst is een dure en inflexibele oplossing. 25 De keuze voor de inzet van zzp’ers komt het meest overeen met de doelstellingen van de op te richten coöperatie en heeft daarom de voorkeur. De zorgcoöperatie heeft zelf controle over welke professional wordt ingezet. Er kunnen duidelijke voorwaarden worden gesteld voordat professionals worden ingezet. Bijvoorbeeld dat de cliënt samen met de zorgverlener op welke tijdstippen afspraken worden gemaakt. Door gebruik te maken van de driedagenregeling (maximaal drie dagen in de week als particulier zorg of ondersteuning inhuren) kunnen loonbelasting en premies werkgeversverzekeringen worden vermeden. 5.4 Externe oriëntatie In de bedrijfseconomie is de DESTEP-analyse een veelgebruikt model om de externe omgeving van een organisatie in kaart te brengen. De naam is een afkorting voor de zes factoren die de analyse in kaart brengt: demografisch, economisch, sociaal/cultureel, technologisch, ecologisch en politiek/juridisch. De ecologische omgevingsfactoren worden in deze externe oriëntatie niet beoordeeld, omdat deze onvoldoende relevant zijn voor de zorgcoöperatie. De uitkomst van de DESTEP-analyse is vaak de input voor een SWOT- ofwel sterkte-zwakteanalyse. Deze kan niet uitgevoerd worden omdat er geen bestaande organisatie is, daarom wordt per factor een kleine weergave gegeven van eventuele kansen of bedreigingen. Demografisch De bevolkingssamenstelling van Nederland verandert in hoog tempo. In 1990 was de bevolkingsgroep 65+ nog geen 13% van de totale bevolking. Waar in 2013 de omvang van deze bevolkingsgroep 16,7% bedroeg, zal dat in 2020 al 19,8% zijn en in 2030 zelfs 23,9% (CBS, diverse jaren). Er zijn dus steeds meer ouderen, die verzorgd moeten worden door een steeds kleinere groep mensen in de werkzame leeftijd. In Oldehove valt in 2012 zo’n 13% van de inwoners in de bevolkingsgroep 65+ (StadIndex, 2012), dit is dus minder dan het landelijk gemiddelde. Oldehove kent qua bevolkingsaantallen al jaren een zeer lichte groei. In 1995 woonden er nog 1.360 inwoners, in 2003 waren dat er 1.380. In 2012 woonden er 1.415 inwoners in Oldehove. Het relatief kleine aantal ouderen kan een bedreiging vormen voor de dekkingsgraad van een zorgcoöperatie, waarvoor in interviews zo’n 300 leden als ondergrens wordt aangegeven. Een kans is dat het dorp niet krimpt maar al jaren licht groeit, er zullen daardoor, en doordat een relatief groot deel van de mensen onder de 65 is, waarschijnlijk voldoende vrijwilligers zijn. Econom isch Het gemiddelde bruto inkomen in Oldehove in 2012 bedraagt € 17.100 per inwoner. 10,5% van de inwoners ontvangt een uitkering en 14% van de huishoudens heeft een hoog inkomen (CBS, 20092012). In 1995 woonden had nog 22% van de inwoners van Oldehove een hoog inkomen (CBS, 1995). Oldehove kent 229 Handelsregister-inschrijvingen. Het bedrijf in Oldehove met de meeste werknemers is Mechielsen, een loonwerk-, grondverzet-, opslag- en transportonderneming. Wat betreft detailhandel heeft het dorp een supermarkt, een bloemenwinkel en een inrichtingszaak. Verdere werkgelegenheid in Oldehove is te vinden in de landbouwsector. Het feit dat er een supermarkt en andere detailhandelszaken in het dorp zijn gevestigd, biedt een kans voor de zorgcoöperatie. Wellicht kan hiermee samengewerkt worden voor bijvoorbeeld de boodschappendienst. Daarnaast zijn winkels in de nabijheid belangrijk voor de leefbaarheid. In een landelijk onderzoek naar leefbaarheid geeft 33% van de mensen aan het zeer belangrijk te vinden dat er dichtbij huis winkels zijn (Ministerie van VROM, 2004). Sociaal/cultureel Oldehove kent verschillende verenigingen en welzijnsorganisaties. Naast de kerkgemeentes en sportverenigingen zijn er twee organisaties acties op het gebied van Welzijn. Dit zijn de SWgZ, een gemeentelijke organisatie met een algemene hulpdienst, en de Steunstee, een in Oldehove gevestigde vrijwilligersorganisatie. 26 Technologisch Een relevante technologische ontwikkeling voor de zorg, is dat steeds meer diensten op afstand kunnen worden aangeboden. Met de komst van de smartwatch, o.a. door Apple en Samsung in 2014 geïntroduceerd, kan van afstand de hartslag en andere gezondheidscijfers van een persoon worden beoordeeld. Zelfs zonder hulpmiddelen kan een smartphone al een eerste indicatie vaststellen, zorgverzekeraar IZZ biedt bijvoorbeeld de Slaap Lekker-app aan, waarmee kan worden beoordeeld of de gebruiker klachten heeft als slaapapneu, slaapwandelen of rusteloze benen. Hoewel zorg op afstand nog niet breed wordt ingezet in Nederlands, zijn de afgelopen jaren de eerste toepassingen voor zorg op afstand op de markt gekomen, zoals de thuiszorgcamera, waarmee de patiënt via de TV kan videobellen met een arts, een bloeddrukmeter op afstand en een valdetectie met GPS, die direct een waarschuwing met exacte locatie verzendt wanneer de gebruiker is gevallen. De technologie die zorg op afstand mogelijk maakt, biedt de kans om het voor ouderen makkelijker maken om bij te praten met bekenden. Daarnaast zou de beschikbaarheid van een arts of verpleger op afstand er voor kunnen zorgen dat de zorg bereikbaarder wordt en dat problemen sneller kunnen worden gemeld en verholpen. Het is ook een kans dat met middelen als een bloeddrukmeter en een weegschaal de gezondheid van de patiënt in de gaten gehouden kan worden, en dat een valdetectie-apparaat en een hartslagmeter incidenten kunnen registreren en direct doorgeven aan hulpverleners. Een mogelijke bedreiging hiervan is dat juist het menselijke, kleinschalige karakter dat de meeste zorgcoöperaties graag naar voren willen brengen, in het gedrang komt met al deze technische hulpmiddelen. Anderzijds kan de zorgcoöperatie hier alsnog een menselijke aanvulling blijven bieden. Ecologisch Niet relevant voor dit onderzoek. Politiek/juridisch Het Nederlandse zorgbestel kende de afgelopen jaren flinke hervormingen om de kosten terug te dringen. Als gevolg hiervan zijn gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor ondersteuningsdiensten en krijgen ze meer vrijheid om deze naar eigen inzicht in te richten. Inwoners krijgen het right to challenge (zie paragraaf 2.4) waarmee ze de gemeente kunnen uitdagen als ze denken dat ze zelf alle zorg, of een deel daarvan, zelf beter kunnen uitvoeren. De verantwoordelijkheid voor thuiszorg (verzorging en verpleging) gaat naar de zorgverzekeraars. Hier blijft de mogelijkheid om, onder voorwaarden, voor deze zorg een PGB te ontvangen. De delegatie van ondersteuningsverantwoordelijkheden naar de gemeente en het right to challenge bieden de kans om als zorgcoöperatie meer regie over het eigen ondersteuningsaanbod te krijgen. Dat verzorging en verpleging door de zorgverzekeraars worden aangeboden kan een bedreiging zijn, omdat de zorgcoöperatie en cliënten hierdoor juist minder grip krijgen. De mogelijkheid om hiervoor een PGB te ontvangen blijft echter bestaan. Een kans is dat één van de voorwaarden om een PGB te ontvangen is dat er vaste zorgverleners zijn, dit is juist een kenmerk van veel zorgcoöperaties. 5.5 Aan te bieden zorg en ondersteuning 5 .5 .1 R o l in h e t z o rg p r o c e s De Nederlandse zorgcoöperaties werken bij een nieuw zorgtraject volgens de onderstaande stappen. De coördinator/wijkverpleegkundige treedt op namens de zorgcoöperatie. • Zorgbehoefte wordt gesignaleerd (niet altijd); • Start: Zorgvrager meldt zorgbehoefte aan zorgcoöperatie; • Coördinator/wijkverpleegkundige brengt bezoek (intake, zorgaanvraag); • Coördinator maakt match tussen zorgvrager en zorgaanbieder; • Zorgverlener maakt afspraken/overeenkomst met zorgvrager; • Zorgvrager ontvangt zorg van zorgverlener; 27 • Einde: zorgcoördinator heeft exitgesprek met zorgvrager (niet altijd). Hierbij is duidelijk dat de zorgcoöperatie een coördinerende rol op zich neemt. Ze inventariseert de wensen van de cliënt, sluit de vergoeding hiervan kort met de gemeente en stelt een zorgaanbieder voor aan de cliënt. Een vereiste hiervoor is dat er al voldoende goede zorgaanbieders in de regio beschikbaar zijn. Dit kunnen traditionele zorgaanbieders zijn of individuele verpleegkundigen die in loondienst of als zzp’er kunnen werken. De zorgcoöperaties geven aan ervoor te kiezen niet zelf zorg te verlenen omdat dit meer flexibiliteit oplevert. Zelf de zorg leveren geeft de zorgcoöperatie meer verantwoordelijkheden, maar ook meer controle over de kwaliteit van de zorg. Gezien de wet- en regelgeving voor zorg en ondersteuning zal het in ieder geval nodig zijn om voorafgaand aan het verlenen van thuiszorg eerst een zorgaanvraag in te dienen bij de gemeente of verzekeraar. De zorgcoöperaties nemen dit op zich om de thuiszorg toegankelijker te maken. Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove Voor de leden zou het overzichtelijk zijn als zij altijd bij de zorgcoöperatie terecht kunnen. Als het om zorg of ondersteuning gaat die de coöperatie kan leveren dan kan het zorgtraject direct gestart worden. In alle andere gevallen kan de zorgcoöperatie doorverwijzen naar partijen die de zorgvrager wel kunnen helpen. Door ook de zorgaanvraag voor de cliënt te verzorgen, wordt de zorg bereikbaarder. Daarnaast zouden korte lijnen met de gemeente ervoor kunnen zorgen dat snel duidelijkheid is of de zorg vergoed wordt. Wanneer de coördinator de richtlijnen van de gemeente goed kent, dan kan deze ook aangeven of een aanvraag kansrijk of zinvol is, en daarmee de gemeente ontlasten. Het zelf verlenen van zorg brengt veel verplichtingen met zich mee zoals aansprakelijkheid, planning, en afhankelijk van het dienstverband loonbelasting of premies werknemersverzekeringen. De zorgcoöperatie kan zich ook verzekeren van goede kwaliteit zorg door samenwerking met een bestaande zorgaanbieder of zorgvuldig geselecteerde zelfstandigen. Daarom is het aan te raden om te starten met het leggen van matches tussen cliënten en zorgaanbieders. Wanneer dit proces goed loopt, kan de zorgcoöperatie altijd nog uitbreiden naar het zelf zorg verlenen. Goede monitoring en evaluatie van het zorgtraject door middel van een eindgesprek kan hier zeker aan bijdragen. 5 .5 .2 D ie n s t e n De zorgdiensten worden in de regel verzorgd door professionals, de ondersteuningsdiensten door vrijwilligers. Zorgdiensten Er zijn een drietal zorgdiensten die door de meeste zorgdiensten worden verzorgd: hulp in de huishouding, verpleging en verzorging. Dit zijn allemaal zorgdiensten die bij de juiste indicatie van de cliënt in aanmerking komen voor vergoeding volgens de WMO. Ondersteuningsdiensten Er is een breed scala aan ondersteuningsdiensten dat op dit moment wordt aangeboden bij de verschillende Nederlandse zorgcoöperaties. Van het uitlaten van huisdieren tot de klussendienst en van het buurtrestaurant tot hulp bij de administratie. Een volledig overzicht van alle ondersteuningsdiensten wordt getoond in bijlage III. Veel van deze diensten kenmerken zich door het sociale karakter: het ontmoeten van andere mensen is erg belangrijk. De meeste ondersteuningsdiensten worden uitgevoerd door vrijwilligers, maar het is ook mogelijk om zorgvragers elkaar onderling te laten helpen. Iemand die zorgvrager voor de ene dienst is, kan zorgverlener zijn voor de andere dienst. Op het gebied van ondersteuning zijn al diverse organisaties actief in Oldehove. Zo zijn er een dorpsbelangenvereniging en een dorpshuis. Ook landelijke organisaties, zoals stichting de Zonnebloem, hebben een afdeling in het gebied. Advies voor Zorgcoöperatie Oldehove Het doel van de zorgcoöperatie is ervoor zorgen dat de leefbaarheid van Oldehove wordt verbeterd. De juiste diensten kunnen hier aan bijdragen, er kan hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen zorg- en ondersteuningsdiensten. 28 Zorgdiensten maken het mogelijk voor ouderen of andere mensen met zorgbehoeften om langer en prettiger in het dorp te blijven wonen. De zorgcoöperatie zou daarom alle drie de gebruikelijke thuiszorgdiensten, hulp in de huishouding, verzorging en verpleging, moeten aanbieden. Dit kan eventueel worden aangevuld met alarm-, slaap-, waak- en oppasdiensten. De bovengenoemde diensten vormen de basis van de zorg-poot van zorgcoöperatie. Deze zorgdiensten kunnen worden aangevuld met een uitgebreider dienstenpakket. Om dit te realiseren, zou de zorgcoöperatie veel moeten investeren in samenwerking met woningbouw, traditionele zorgaanbieders, gemeente en de werving van cliënten in het dorp. Zo zijn er al zorgcoöperaties die een dagbesteding en zorgwoningen (kleinschalig wonen) hebben opgezet. Ook de verhuur of uitleen van rollators en rolstoelen behoort tot de mogelijkheden. Daarnaast kan de toegankelijkheid van thuiszorg worden vergroot door de eerste stap, namelijk het indienen van de aanvraag bij de gemeente, zo makkelijk mogelijk te maken. Het opzetten van een zorginformatiepunt en aanbieden van PGB-beheer maken het makkelijker om zorg aan te vragen en een eventueel eigen budget te beheren. Wat betreft de ondersteuningsdiensten hoeven deze slechts aan te vullen wat al wordt aangeboden in het dorp. Omdat dit er veel zijn, zijn deze opgenomen in de onderstaande tabel. Behalve diensten voor zorgvragers, zijn er ook diensten die bijdragen aan het kennisniveau wat betreft zorgverlening van de andere doelgroepen: • Scholingsbijeenkomsten vrijwilligers; • Scholingsbijeenkomsten mantelzorgers; • AED-cursussen. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de aan te bieden zorg- en ondersteuningsdiensten. Dienst Samenwerking met Zorg thuis Hulp in de huishouding Thuiszorg-aanbieders Verpleging Thuiszorg-aanbieders Persoonlijke verzorging Thuiszorg-aanbieders Alarm-, slaap- en waakdiensten Thuiszorg-aanbieders en vrijwilligers Oppasdiensten Thuiszorg-aanbieders en vrijwilligers Zorg uitgebreid Dagbesteding Thuiszorg-aanbieders en vrijwilligers Zorgwoningen / kleinschalig wonen Thuiszorg-aanbieders en woningbouw Verhuur / uitleen rollend materieel Rollator, rolstoel, scootmobiel, duofiets Thuiszorg-aanbieders en vrijwilligers Zorg administratief Zorginformatie Zorgloket in het dorp, zorginformatie- en aanvragen aan huis Gemeente en vrijwilligers PGB-beheer Thuiszorg-aanbieders en vrijwilligers Ondersteuning Bezoekdienst SWgZ 29 Tuinonderhoud Hoveniers of sociale werkvoorzieningen (bijv. de Zijlen, Novatec) Klussendienst Klussenbedrijven, SWgZ, Steunstee of sociale werkvoorzieningen (bijv. de Zijlen, Novatec) Boodschappendienst SWgZ Vervoersdienst SWgZ Administratieve hulp Steunstee, administratiekantoren Telefoonketen Koffie-uurtje Café Odeon, dorpshuis Dorpsrestaurant Café Odeon, dorpshuis Samen bewegen Computer- en iPad-cursus Scholing Scholingsbijeenkomsten vrijwilligers Thuiszorg-aanbieders Scholingsbijeenkomsten mantelzorgers Thuiszorg-aanbieders AED-cursussen Thuiszorg-aanbieders Tabel 6. Aanbevolen zorg- en ondersteuningsdiensten voor Oldehove 30 6. Acties voor de gemeente De gemeente is een belangrijke actor op het gebied van zorg. Dit was ze al onder de oude wetgeving, maar met de invoering van de nieuwe WMO per 1 januari 2015 krijgt de gemeente meer verantwoordelijkheden en meer vrijheid om de situatie naar eigen inzicht in te richten. 6.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties De ervaringen van andere zorgcoöperaties met het samenwerken met gemeentes zijn zeer wisselend, zoals besproken in hoofdstuk 4. In Laarbeek wordt de verantwoordelijk wethouder geroemd als ambassadeur van de zorgcoöperatie terwijl men in Voorschoten aangeeft geen enkele interesse van de zijde van de gemeente te ervaren. Op basis van het beeld dat de geïnterviewde zorgcoöperaties schetsen blijkt dat een zorgcoöperatie kan bestaan en functioneren zonder enige medewerking met de gemeente. In dat geval kan de coöperatie ondersteuningsdiensten aanbieden. Voor de aanvraag van zorgdiensten treden sommige zorgcoöperaties namens de cliënt op bij de gemeente. De uitvoering van de diensten ligt vaak bij een zelfstandige in de zorg (zzp’er). Hiermee maken zorgcoöperaties de zorg iets toegankelijker en bieden ze een pakket aan ondersteuningsdiensten, waardoor het prettiger wonen is voor ouderen of andere zorgvragers. Nu en in de toekomst blijft het Zorgloket van de gemeente de plaats waar aanvragen voor WMO-zorg worden behandeld. In Hoogeloon werkt de gemeente intensief samen met de zorgcoöperatie. De coördinator van de zorgcoöperatie heeft een door de gemeente betaalde cursus als WMOloketmedewerker ontvangen, waardoor zij bij de mensen thuis namens de gemeente de aanvraag kan opstellen en indienen. Dit neemt een flinke drempel weg bij zorgvragers. Het mes snijdt aan twee kanten; doordat een deskundige aan tafel zit met de zorgvrager, kan deze aanvragen die geen kans maken direct er uit filteren. Omdat de coördinator ook namens de zorgcoöperatie handelt, kan ze eventueel alternatieven bieden wanneer een aanvraag bij de gemeente niet haalbaar is of wordt geweigerd. Het wordt als lastig ervaren wanneer de gemeente weinig speelruimte heeft in het eigen beleid, ook al is de gemeente van goede wil en enthousiast over de zorgcoöperatie. In Laarbeek merkt men tijdens contractbesprekingen dat de gemeente gebonden is aan een samenwerking met vijf andere gemeenten. De gemeente Herpen is ook weinig flexibel door een WMO-samenwerkingsverband met twaalf gemeenten. Een zorgcoöperatie past nog niet binnen de reguliere structuur van een gemeente, daarom moet de gemeente de ruimte hebben om een dergelijk initiatief te ondersteunen in de vorm van geld, scholing of huisvesting. De gemeente Bladel heeft de coördinator van de zorgcoöperatie opgeleid en stelt bijvoorbeeld geld ter beschikking van de zorgcoöperatie Hoogeloon als dit nodig is. In Laarbeek helpt de gemeente de zorgcoöperatie met moeilijke financiële en juridische vraagstukken. Verschillende zorgcoöperaties gebruiken gebouwen of ruimtes die eigendom zijn van de gemeente. Laarbeek maakt ook gebruik van twee vrijwilligers in een uitkeringssituatie, die met toestemming van het UWV het zorgspreekuur verzorgen. Bij de verschillende zorgcoöperaties gebeurt dit met (opstart)financiering, het beschikbaar stellen van gebouwen of ruimtes voor ontmoetingen en zorgspreekuren, scholing, vergemakkelijken van zorgaanvragen en door de zorgcoöperatie te helpen met financiële en juridische vragen. 6.2 Advies voor de gemeente Voor het bestaan en functioneren van de zorgcoöperatie is medewerking van de gemeente niet noodzakelijk. Wel kan een goede samenwerking er voor zorgen dat de toegankelijkheid van de zorg wordt verbeterd, en dat de zorgcoöperatie beter kan groeien. Hiervan profiteren zowel de zorgcoöperatie als de gemeente. Dit stelt de zorgcoöperatie in staat betere zorg en ondersteuning aan te bieden en daarmee de leefbaarheid te verbeteren. De gemeente heeft vanuit de WMO een aantal verantwoordelijkheden toegekend gekregen en moet er voor instaan dat de ondersteuning in de gemeente voldoet aan de wettelijke eisen. Om zich ervan te verzekeren dat aan deze eisen wordt voldaan, zou de gemeente een regie-rol moeten aannemen. 31 De eerste stap naar WMO-zorg is de aanvraag. De gemeente is verplicht om een cliëntondersteuner aan te bieden, maar deze hoeft niet zelf bij de gemeente te werken. De zorgaanvraag kan makkelijker worden voor zorgvragers door er voor te zorgen dat de voorlichting en het opstellen en indienen van de aanvraag in het eigen dorp kan plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een wekelijks zorgspreekuur of door een vertegenwoordiger van de zorgcoöperatie bij de mensen thuis langs te laten gaan. Hiervoor kan de zorgcoöperatie een coördinator beschikbaar stellen, die door de gemeente wordt opgeleid als cliëntondersteuner/WMO-loketmedewerker. Daarnaast kan de gemeente een zorgcoöperatie gebruiken om ook de participatie van andere groepen dan ouderen en kwetsbaren te bevorderen. Bijvoorbeeld werklozen die vanuit het vrijwilligerswerk uitzicht kunnen krijgen op een baan, of door het onderwijs te betrekken bij de dienstverlening. De zorgverzekeraars zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor verzorging en verpleging. Door als gemeente samen te werken met de zorgverzekeraars, kan er voor gezorgd worden dat de voorzieningen vanuit de gemeente beter aansluiten op zorg- en ondersteuningsvoorzieningen die er al in het dorp zijn, bijvoorbeeld vanuit de zorgcoöperatie. De coördinator van de zorgcoöperatie kan hierin een centrale rol spelen, als aanspreekpunt voor alle zorg en ondersteuning. De gemeente kan de zorgcoöperatie ondersteunen met de onderstaande suggesties. Binnen eventuele samenwerkingsverbanden, waaronder dat van de vier samenwerkende gemeentes in het Westerkwartier, zou de gemeente op deze punten voldoende vrijheid moeten hebben om het beleid toe te snijden op de zorgcoöperatie. • Beschikbaar stellen van financiering (o.a. startkapitaal); • Beschikbaar stellen van huisvesting; • Beschikbaar stellen van vrijwilligers (bijv. in een uitkeringssituatie); • WMO-aanvraag laten indienen door de zorgcoöperatie; • Aanbieden van scholing (WMO-loketmedewerker); • Hulp bieden bij financiële en juridische vragen; • Samenwerking zoeken met zorgverzekeraars. 32 7. Acties voor de ondernemers Onder het begrip “ondernemer in de zorg” vallen zeer uiteenlopende ondernemers, van een zzp’er die thuiszorg levert aan enkele vaste klanten tot grote zorgaanbieders met een breed dienstenpakket en meerdere vestigingen. In dit onderzoek behandelen we alleen zorgondernemers die thuiszorg kunnen leveren. Deze delen we op in klein (zzp’ers) en groot (traditionele zorgaanbieders). 7.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties Veel zorgcoöperaties herkennen in grote, traditionele zorgaanbieders de reden waarom ze ooit met de oprichting van een zorgcoöperatie begonnen zijn. Grootschalig, veel management, veel overhead en geen band tussen zorgverlener en cliënt. Dit was ook in Hoogeloon het geval. Toch is er voor het aanbieden van thuiszorg en dagbesteding gekozen om samen te werken met geselecteerde grote zorgaanbieders. Daarbij zijn heldere afspraken gemaakt: er is een vast team voor Hoogeloon en dit team werkt volgens de visie van de zorgcoöperatie. Er zijn heftige gesprekken gevoerd om de zorgaanbieders zo ver te krijgen. Bij de dagbesteding zijn er drie dagen in de week medewerkers van de zorgaanbieder, de rest wordt verzorgd door vrijwilligers van de zorgcoöperatie. Deze samenwerking bevalt zeer goed. Het valt de zorgcoöperatie op dat zorgaanbieders waarmee niet wordt samengewerkt, nu ook overstappen op kleinere teams. Andere zorgcoöperaties, zoals in Voorschoten en Laarbeek, kiezen voor samenwerking met zzp’ers om zorgdiensten aan te kunnen bieden. Hierbij maakt de zorgcoöperatie een match tussen zorgvrager en zpp’ers. De zzp’er wordt na een kennismaking ingehuurd door de zorgvrager. Het voordeel is dat er gebruik gemaakt kan worden de driedagenregeling, een voordelige fiscale constructie waardoor er geen loonbelasting en premies werkgeversverzekeringen hoeven te worden afgedragen. Dit verlaagt de kosten van de zorg. Daarnaast is er een een-op-een-relatie tussen zorgvrager en zorgverlener en daarmee ruimte om een band met elkaar op te bouwen. Ook deze manier van samenwerken bevalt goed: de zorgcoöperaties geven aan dat mensen die cliënt zijn (dus die al zorg hebben afgenomen) zeer tevreden zijn. Wat betreft ondersteuningsdiensten wordt er ook samengewerkt met externe partijen. In Hoogeloon wordt het tuinonderhoud voor een gereduceerd tarief aangeboden door de Werkvoorziening Kempen. In Laarbeek worden tuinonderhoud en de klussendienst via voordelige inkoopcontracten uitgevoerd door lokale bedrijven. Hierbij worden er alleen diensten aangeboden die onvoldoende beschikbaar zijn in het dorp of die via de zorgcoöperatie voordeliger en daardoor bereikbaarder kunnen worden. 7.2 Te ontwikkelen diensten Bij alle zorgcoöperaties worden diensten aangeboden die in het dorp niet aanwezig, van te lage kwaliteit of onvoldoende toegankelijk zijn. Een zorgcoöperatie is er niet om te concurreren met bestaande aanbieders, maar om zorg en ondersteuning beter en toegankelijker te maken. Vrijwilligers van zorgcoöperaties willen meehelpen in de zorg en ondersteuning, ook naast professionele krachten van een zorgaanbieder. De markt in Oldehove is niet onaanzienlijk, er wonen 1.400 inwoners waarvan 13% in de leeftijdscategorie 65+ vallen (Stadindex), dit zijn circa 185 mensen. Zorgdiensten De zorgdiensten hoeven niet meer ontwikkeld te worden. Dit zijn diensten waarvan in de WMO, WLZ of Zorgverzekeringswet is vastgelegd wat deze inhouden. Er zijn al zorgaanbieder in en om Oldehove die verzorging, verpleging, hulp in de huishouding en dagbesteding aanbieden. Wel kunnen grote en kleine ondernemers contact leggen met de zorgcoöperatie om hun diensten aan te bieden, en te kijken hoe zij het best op de zorgcoöperatie kunnen aansluiten. Het is aan deze ondernemers om te beoordelen in hoeverre zij hun diensten willen aanpassen aan wensen en eisen vanuit de zorgcoöperatie. Bijvoorbeeld of cliënten een tijdstip mogen aangeven dat de afspraak hen uitkomt, of ze een team voor Oldehove willen samenstellen en of ze iets willen afdragen aan de zorgcoöperatie. 33 Grote zorgaanbieders die nu bijvoorbeeld nog een contract met de gemeente hebben voor dagbesteding, kunnen ook met de zorgcoöperatie om tafel om hen inspraak te geven in de invulling van die dagbesteding. Hierdoor kan een zorgaanbieder mogelijk een contract behouden voor een voorziening die anders mogelijk niet meer door hen kan worden aangeboden. Ondersteuningsdiensten Op het gebied van ontmoeten kunnen ondernemers in café Odeon en het dorpshuis Humsterland arrangementen ontwikkelen waarmee op een vast moment veel mensen bediend kunnen worden. Mogelijke diensten zijn: • Koffie-uurtje Koffie of thee tegen gereduceerd tarief, bijv. aan een grote stamtafel; • Dorpsrestaurant Eén of enkele keren per week gezamenlijk eten koken en eten. Andere ondersteuningsdiensten vinden plaats aan huis. Ondernemers in Figuur 4. Café Odeon en om Oldehove met een hoveniersbedrijf, klussenbedrijf of bijvoorbeeld een administratiekantoor kunnen diensten ontwikkelen die aansluiten op het aanbod van de zorgcoöperatie. Zo kan er worden afgesproken dat een vrijwilliger van de zorgcoöperatie een uurtje per maand kan komen helpen met de tuin, maar dat grotere klussen als een boom of struik verwijderen of herstelwerkzaamheden aan een terras bij een geselecteerd bedrijf worden neergelegd. • Tuinonderhoud; • Klussendienst; • Administratieve hulp. Andere ondersteuningsdiensten zoals de bezoekdienst, telefoonketen en boodschappendienst lenen zich er niet voor om door ondernemers te worden uitgevoerd. De vervoersdienst mag door vrijwilligers worden uitgevoerd, maar ondernemers moeten hiervoor verschillende vergunningen en bewijzen bezitten (Kiwa, 2014), waardoor het niet waarschijnlijk is dat ondernemers hiervoor voordeligere diensten kunnen ontwikkelen dan het huidige aanbod. 7.3 Advies voor de ondernemers Zowel kleine ondernemers (zzp’ers) als grote organisaties (traditionele zorgaanbieders) kunnen diensten ontwikkelen die aansluiten op de visie van de zorgcoöperatie. Daarbij is het belangrijk dat er een één-op-één relatie tussen zorgvrager en zorgverlener is, dat de dienst gemakkelijk toegankelijk is voor zorgvrager en dat er geen overlap is met reeds bestaande diensten. Er liggen voor ondernemers de volgende kansen: • Vrijwilligers (bijvoorbeeld jongere ouderen of werklozen met toestemming van het UWV) kunnen een deel van de werkzaamheden overnemen, waardoor een dienst goedkoper en beter kan worden aangeboden; • De zorgcoöperatie kan de aanvraag voor WMO, WLZ of Zvw en een evt. intake uitvoeren; • Er is een grote groep ouderen (180 65+’ers) die gezamenlijk kan inkopen; • Cliënten kunnen voor ondersteuning een PGB aanvragen, er is dus geen contract met de gemeente nodig. De zorgaanbieders kunnen verzorging, verpleging, hulp in de huishouding en mogelijk dagbesteding aanbieden. Door deze diensten te combineren met de inzet van vrijwilligers, krijgt de zorgvrager meer waar voor zijn geld en zijn er meer sociale contacten. Wat ondersteuningsdiensten betreft is het sociale karakter erg belangrijk. Het café en het dorpshuis kunnen bijvoorbeeld arrangementen ontwikkelen, een koffie-uurtje en een dorpsrestaurant, waarbij vrijwilligers gebruik maken van de keuken om de gasten iets lekkers voor te zetten. Aanvullend is er voor hoveniersbedrijven, klussenbedrijven en administratiekantoren een markt die het gat opvangt tussen wat een vrijwilliger kan doen, en de klussen die normaal gesproken worden aangenomen. Denk aan klusjes van enkele uren, die een vrijwilliger niet kan uitvoeren, maar 34 waarvoor een hovenier of klussenbedrijf normaal niet komt voorrijden. Doordat alle klussen van deze omvang samen worden ingekocht, kan dit toch interessant zijn voor aanbieders. Ook voor ICT-ondernemers liggen er kansen in Oldehove. Technologische ontwikkelingen op het gebied van zorg op afstand (zie paragraaf 5.4) maken het mogelijk om een videoconsult te houden met een arts of verpleger, ook voor mensen die geen verstand hebben van techniek. Er zijn bloeddrukmeters en weegschalen op afstand beschikaar die deze gegevens kunnen doorsturen, om de gezondheid van een cliënt in de gaten te kunnen houden. Valdetectie apparaten, hartslagmeters, smartphones en smartwatches kunnen incidenten direct registreren en doorgeven aan hulpverleners. Door dit via de zorgcoöperaties aan te bieden maken ondernemers het thuis wonen veiliger en beter mogelijk. 35 8. Acties voor de inwoners Een zorgcoöperatie is een organisatie voor en door inwoners. Voor kwetsbare mensen die anders niet of minder goed in het dorp kunnen blijven wonen, zoals ouderen of gehandicapten. Door vrijwilligers die iets voor hun dorpsgenoten willen betekenen. Inwoners kunnen meerdere rollen aannemen, ze kunnen in het bestuur van de coöperatie zitten, vrijwilliger zijn en uitvoerend werk doen of zorgvrager zijn. Het komt ook voor dat mensen in meerdere van deze groepen zitten. 8.1 Ervaringen van andere zorgcoöperaties In alle interviews kwam duidelijk naar voren dat draagkracht erg belangrijk is voor het succes van de zorgcoöperatie. Als de zorgcoöperatie niet breed gedragen wordt, dan is de kans op succes zeer klein, volgens deze vier zorgcoöperaties. Ook zorgcoöperaties die een goede samenwerking met hun gemeente hebben, vinden dat de gemeente niet vanaf de oprichting aan tafel zou moeten zitten. Ze geven aan dat het een initiatief moet zijn vanuit de inwoners. De oprichting van een zorgcoöperatie kost minimaal zes tot acht maanden. In deze periode begint het enthousiasmeren van de dorpsgenoten, het werven van leden en vrijwilligers. Ook is deze periode nodig om aansluiting te vinden bij de andere vrijwilligersorganisaties in het dorp en als er direct met zorgdiensten begonnen wordt, om contacten te leggen en afspraken te maken met zzp’ers of zorgaanbieders in de regio. Laarbeek en Voorschoten zijn de werving begonnen met openbare bijeenkomsten. Hier hebben ze hun ideeën uitgelegd en mensen enthousiast gemaakt. Alle coöperaties kunnen tot nu toe voldoende vrijwilligers vinden voor het werk dat er is. Bij de meeste zorgcoöperaties zijn dit ouderen, mensen vanaf 65 die de kwetsbare ouderen helpen. Er zijn ook andere doelgroepen, in Herpen helpen moeders van in de dertig met de vervoersdienst op tijden wanneer de kinderen naar school zijn. Deze coöperaties zijn allemaal begonnen onder de oude wetgeving. Don van Sambeek (Laarbeek) geeft als tip mee dat de WMO vanaf 1 januari 2015 het right to challenge biedt. Dit stelt inwoners in staat om de gemeente uit te dagen om zelf een deel of alle zorgtaken uit te voeren, wanneer ze denken dit beter te kunnen doen dan de gemeente. Meerdere geïnterviewden geven aan dat contact met andere initiatieven positief werkt. In Brabant vormen meerdere coöperaties de koepel “Zorgen doe je samen”. Er is aansluiting met de Landelijke Vereniging Kleine Kernen en vaak ook met de eigen dorpsvereniging, dorpsbelangen en dorpshuis. Daarnaast zijn er samenwerkingen met de Katholieke Ouderenbond, stichting de Zonnebloem en meer maatschappelijke organisaties. In de dorpen met een zorgcoöperatie ontstaan vaak ook andere coöperatieve initiatieven, zoals energiecoöperaties. 8.2 Waar is ruimte voor verbetering? Op dit moment worden verschillende vrijwillige ondersteuningsdiensten door verschillende organisaties aangeboden. De SWgZ heeft een algemene hulpdienst voor o.a. bezoek, boodschappen, klussen en vervoer. De Steunstee heeft naast administratieve hulp ook een boodschappen- en klussendienst. Ook andere sociale verbanden als kerkgemeentes kunnen voor onderlinge hulp zorgen. Er is geen duidelijk centraal punt waar mensen ondersteuning door vrijwilligers kunnen aanvragen en dat deze vrijwillige hulp coördineert. Thuiszorg wordt op dit moment overwegend aangeboden door grotere zorgaanbieders, in Oldehove en omstreken zijn slechts drie zzp’ers in de zorg gevonden. Wanneer er in het dorp behoefte bestaat aan kleinschaligheid en het zelf in de hand hebben van kwaliteit en toegankelijkheid van de thuiszorgdiensten, dan is er op dit gebied ruimte voor verbetering. 8.3 Advies voor de inwoners Het oprichten van een zorgcoöperatie is in de eerste plaats een initiatief van de inwoners. Als de wens om een zorgcoöperatie te beginnen onder een aantal inwoners bestaat, dan zou deze groep er goed 36 aan doen om een ondernemingsplan op te stellen en hierna het idee tijdens openbare bijeenkomsten aan het dorp te presenteren. Wanneer er voldoende draagvlak blijkt te zijn, dan kan de zorgcoöperatie worden opgericht en kunnen er leden en vrijwilligers worden geworven. Als blijkt dat het dorp een zorgcoöperatie nodig en goed vindt, dus wanneer er voldoende draagkracht is, dan is het een goed moment om met de gemeente als partner in gesprek te gaan. De bevolkingssamenstelling biedt kansen en bedreigingen (zie paragraaf 5.4). De meeste zorgcoöperaties hanteren een ondergrens van 300 leden om stabiel break-even te kunnen draaien. Ouderen zijn de voornaamste doelgroep voor de bestaande zorgcoöperaties en niet iedereen die binnen de doelgroep valt, is lid van een zorgcoöperatie. Met 185 mensen van 65+ zit Oldehove flink onder deze grens. Wel zijn er daardoor relatief veel vrijwilligers per zorgvrager, waardoor de vrijwillige dienstverlening waarschijnlijk geen probleem zal vormen. Het is daarom de vraag of op de schaal het dorp voor dezelfde lage kosten als elders, een rendabele zorgcoöperatie kan worden opgezet. De initiatiefnemers en het dorp hebben de keuze om genoegen te nemen met mogelijk hogere kosten of een beperkt aantal zorg- en ondersteuningsdiensten, of de keuze om een zorgcoöperatie met een groter verzorgingsgebied op te zetten. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan de inwoners helpen met kennis en het uitvoeren van onderzoeken via het FEM Office, een samenwerking met de Hanzehogeschool waar ondernemers vragen kunnen neerleggen. Daarnaast heeft de Gebiedscoöperatie ervaring met coöperaties, kan ze helpen met het opschalen van de zorgcoöperatie doordat ze al actief is in andere dorpen en heeft ze nauwe banden met de Westerkwartier-gemeenten. In de inleiding is beschreven dat de Gebiedscoöperatie in de toekomst een paraplu wil zijn waar meerdere kleine coöperaties onder vallen. Wanneer de zorgcoöperatie is opgezet, zou de Gebiedscoöperatie ook een aantal backoffice-taken kunnen uitvoeren als communicatie en administratie. Het is aan de inwoners om als vrijwilligers kwalitatief goede ondersteuningsdiensten op te zetten. Hiervoor kunnen de inwoners die al lid zijn van een stichting of vereniging die binnen het dorp vrijwilligerswerk uitvoert samen met de zorgcoöperatie om tafel gaan zitten. Voor de zorgdiensten kunnen de inwoners inventariseren of er in het dorp zelf zzp’ers in de zorg wonen die thuiszorg werkzaamheden willen aanbieden, of misschien mensen die als werknemer in de zorg werken, maar voor zichzelf willen beginnen als zzp’er. De nieuwe wetgeving brengt het right to challenge en biedt de mogelijkheid om zelf professionele ondersteuning in te kopen met een PGB. Wanneer de ondersteuningsdiensten en de eventuele zorgdiensten, staan kunnen de inwoners het right to challenge uitoefenen. Er hoeft hiervoor geen volwaardig Wmo-aanbod te zijn, de inwoners mogen het deel dat zij over willen nemen thematisch en geografisch inkaderen. Voor de start van het proces is het aan te raden om contact te leggen met andere zorgcoöperaties en de Landelijke Vereniging Kleine Kernen. 37 9. Slot 9.1 Conclusies Deze conclusies zijn geschreven voor de situatie in Oldehove en zijn wat betreft het gewenste zorgaanbod, de organisatiestructuur en de acties voor de gemeente en ondernemers generaliseerbaar naar dorpen die vergelijkbaar zijn. De acties voor de inwoners hangen af van het aantal inwoners en hoe ver een dorp al is met een zorgcoöperatie of ander zorginitiatief. 9 .1.1 P ro b le e m s t e llin g De probleemstelling van dit onderzoek is: Hoe kan een zorgcoöperatie in Oldehove worden opgericht en wat vraagt de oprichting hiervan van de gemeente, ondernemers en inwoners? De zorgcoöperatie zou een bemiddelende rol kunnen spelen tussen zorgvragers, vrijwilligers en zorgaanbieders door de bestaande diensten aan te vullen en te verbeteren en zorg en ondersteuning toegankelijker te maken. Hiervoor zou de zorgcoöperatie zorgvragers direct vanaf de aanvraag moeten helpen en diensten opzetten met een kleinschalig en sociaal karakter. De drie basis thuiszorgdiensten (hulp in de huishouding, verzorging, verpleging) zouden in ieder geval moeten worden aangeboden. De eerste ondersteuningsdiensten die aangeboden zouden moeten worden zijn de sociale diensten (koffieuurtje en dorpsrestaurant), vervoersdiensten (vervoers- en boodschappendienst) en de praktische diensten (klussendienst, tuinonderhoud, administratieve hulp). Zowel het zorg- als het ondersteuningsaanbod kan later worden uitgebreid. Bij het opzetten van de zorgdiensten kan worden gewerkt met zzp’ers, deze zijn flexibel, werken kleinschalig en sluiten het beste aan bij de visie van een zorgcoöperatie. Ondersteuningsdiensten kunnen worden uitgevoerd door een combinatie van vrijwilligers en ondernemers. De oprichting van een zorgcoöperatie kost zo’n zes tot acht maanden, waarbij het zeer belangrijk is dat het initiatief voldoende draagvlak onder de inwoners heeft. Het is aan de inwoners om een ondernemingsplan op te stellen, leden en vrijwilligers te werven en bij voldoende draagvlak de oprichting te beginnen. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan hierbij ondersteunen. Daarna kunnen gesprekken worden opgestart met de gemeente, die de zorgcoöperatie kan ondersteunen met geld, huisvesting, scholing en kennis. Ondernemers kunnen samen met de zorgcoöperatie nieuwe diensten ontwikkelen op het gebied van (thuis)zorg, praktische diensten en zorg op afstand. 9 .1.2 D e e lv ra g e n Huidig zorgaanbod Als eerste is onderzocht wat de huidige situatie van het zorgaanbod in Oldehove is. In Oldehove is het zorgaanbod voldoende voor een dorp van 1.415 inwoners. Hoewel er op de huisarts na praktisch geen zorgaanbieders gevestigd, zijn er wel negen thuiszorgaanbieders van buiten Oldehove actief in het dorp. Op het gebied van ondersteuning vindt men in Oldehove kinderopvang, een warme maaltijdservice en twee vrijwilligersorganisaties, waarvan één vrij beperkt, met praktische diensten als een klussen-, boodschappen- en vervoersdienst. Gewenst zorgaanbod en organisatiestructuur Rol in het zorgproces Wanneer er in Oldehove een zorgcoöperatie wordt opgericht zou deze een bemiddelende en coördinerende rol kunnen aannemen. Om welk type zorg of ondersteuning het ook gaat, de zorgcoöperatie is het aanspreekpunt voor de inwoners. Het is belangrijk om de informatie en aanvraag te kunnen verzorgen omdat dit de zorg toegankelijker maakt voor inwoners. In het geval van zorg legt een zorgvrager contact met de zorgcoöperatie, deze dient een aanvraag in bij de gemeente of verzekeraar en zorgt bij goedkeuring van de aanvraag voor een contact tussen de zorgvrager en een zorgaanbieder. De zorgaanbieder is opdrachtnemer en maakt vervolgens zelf afspraken met de zorgvrager. Na het zorgtraject kan de zorgcoöperatie weer in beeld komen voor een evaluatie. Als het om ondersteuning gaat dan kan de zorgcoöperatie een vrijwilliger inzetten of contact leggen met een organisatie waar mee wordt samengewerkt. 38 Belangrijk is om de organisatie klein te houden en alleen maar aan te vullen wat op dit moment in het dorp niet in goede kwaliteit of voldoende toegankelijk is. Zorg- en ondersteuningsdiensten Er zijn drie zorgdiensten die de basis vormen van de thuiszorg: hulp in de huishouding, verpleging en verzorging. Om van een zorgcoöperatie te kunnen spreken, zouden deze drie diensten moeten worden aangeboden. In een later stadium kan men ook dagbesteding, kleinschalig wonen en de verhuur van rollend materiaal aanbieden. Bij het aanbieden van zorgdiensten onderscheiden zorgcoöperaties zich door het kleinschalige karakter door de zorgvrager en zorgaanbieder één-op-één aan elkaar te koppelen en vrijwilligers uit het dorp mee te laten helpen. Wat betreft ondersteuning ligt de nadruk op het ontmoeten van anderen. Daarom zijn de bezoekdienst, koffie-uurtje en dorpsrestaurant belangrijke diensten. Ook de boodschappen- en vervoersdienst hebben een sociaal karakter en zijn belangrijk voor mensen om buiten de deur te kunnen komen. Praktische diensten als de klussendienst, tuinonderhoud en administratieve hulp zorgen er voor dat mensen langer in hun woning kunnen blijven wonen. Het is belangrijk zorgvragende leden te stimuleren om ook vrijwilliger/zorgverlener te worden voor diensten die zij wel voor andere kunnen doen. Er kan worden samengewerkt met andere vrijwilligersorganisaties. Voor de grotere opdrachten, die vrijwilligers niet aankunnen, kan worden samengewerkt met klussenbedrijven, hoveniers en administratiekantoren. Naast ondersteuning, kunnen scholingsbijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers en AEDcursussen ervoor zorgen dat dorpsgenoten zelf meer leren over zorg aan ouderen en kwetsbaren. Organisatiestructuur De rechtsvorm coöperatie heeft de voorkeur boven de gewone vereniging omdat dit een groter gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid geeft. Van de coöperatie kunnen zorgvragers, zorgaanbieders en vrijwilligers lid worden, omdat zij samen door goede zorg en ondersteuning de leefbaarheid in het dorp willen verbeteren. Lidmaatschap van de gemeente heeft geen meerwaarde. De missie en visie kunnen zich er op richten dat men meer mensen langer thuis wil laten wonen, de zorg dichterbij wil betrekken en de participatie van inwoners in de brede zin (ouderen, gehandicapten, werklozen) wil verbeteren. Een zorgcoöperatie onderscheidt zich door leden controle over de zorg te geven en door kleinschalig te werken. De drie groepen leden, de zorgvragers, de zorgaanbieders en de vrijwilligers, moeten voldoende inspraak hebben om zich te herkennen in de organisatie: zij zullen veel van het werk uitvoeren en zijn daarom zeer belangrijk. Het bestuur zou volledig uit leden moeten bestaan. Voor het leveren van zorg is het belangrijk dat de zorgcoöperatie kan aangeven welke professionals worden ingezet, en dat gewerkt wordt volgens de visie van de zorgcoöperatie. De inzet van zzp’ers heeft de voorkeur boven een samenwerking met een grote zorgaanbieder. Zzp’ers zijn beter aan te sturen door de zorgcoöperatie, daarnaast zijn zij fiscaal aantrekkelijker door gebruik van de driedagenregeling. Acties voor de gem eente De gemeente moet, in haar eigen belang, samenwerken met de zorgcoöperatie. Bestaande zorgcoöperaties tonen aan dat medewerking van de gemeente niet noodzakelijk is voor het bestaan en functioneren van de zorgcoöperatie, maar dat het wel bijdraagt aan de toegankelijkheid van de zorg. Met name de eerste stap, de aanvraag van zorg, wordt een stuk makkelijker voor zorgvragers. Voor de gemeente is het interessant om met de zorgcoöperatie samen te werken omdat zij verplicht zijn om een gratis cliëntondersteuner aan te bieden aan zorgvragers. Met de juiste scholing kan iemand van de zorgcoöperatie dit overnemen. Daarnaast kan de gemeente mensen in een uitkeringssituatie als vrijwilliger beschikbaar stellen, hiermee heeft de zorgcoöperatie de beschikking over eigen medewerkers. Dit bevordert de participatie en biedt deze mensen meer perspectief op een baan. Wat betreft beleid moet de gemeente voldoende ruimte hebben om geld, huisvesting, scholing en juridische/financiële hulp aan te bieden om de zorgcoöperatie te faciliteren. 39 Acties voor ondernemers Ondernemers moeten diensten ontwikkelen die aansluiten op de behoeften en visie van de zorgcoöperatie. Daarbij is het belangrijk dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor de zorgvrager en dat er kleinschalig gewerkt wordt: een moet een één-op-één relatie tussen zorgvrager en zorgverlener zijn. Er is behoefte aan de bestaande thuiszorgdiensten verpleging, verzorging en hulp in de huishouding. Wat betreft ondersteuning is er behoefte aan sociale diensten en praktische diensten. Sociale diensten zijn arrangementen voor een koffie-uurtje of dorpsrestaurant, waarbij vrijwilligers meehelpen in de bediening of bij het koken. Klussenbedrijven, hoveniers en administratiekantoren kunnen opdrachten aannemen die vrijwilligers niet zelfstandig kunnen uitvoeren. Wanneer er een zorgcoöperatie is biedt dit voor ondernemers kansen om aanbiedingen te maken waarmee leden van de coöperatie gezamenlijk kunnen inkopen. Daarnaast zijn er vrijwilligers die kunnen meehelpen, waardoor diensten die vroeger misschien te duur waren (klussenbedrijf, hovenier) nu opeens binnen het bereik van de ouderen komen. Ook op het gebied van zorg op afstand liggen er veel kansen. Bloeddrukmeters en weegschalen op afstand kunnen de gezondheid van cliënten in de gaten houden. Valdetectie apparaten, hartslagmeters en smartphones en smartwatches kunnen incidenten direct registreren en doorgeven aan hulpverleners. Acties voor inwoners Het initiatief voor een zorgcoöperatie ligt bij inwoners. Wanneer er een enthousiaste groep mensen in Oldehove een zorgcoöperatie wil oprichten, dan begint het met het houden van openbare bijeenkomsten waar ze hun idee uitleggen en leden en vrijwilligers werven. Wanneer er voldoende inwoners het idee steunen, dus wanneer er voldoende draagkracht is, kan de zorgcoöperatie worden opgericht. De periode van eerste idee tot oprichting kost minimaal zes tot acht maanden. Zodra de draagkracht er is en het is zeker dat de zorgcoöperatie er komt, kan het gesprek met de gemeente worden opgestart. Al direct in deze beginfase, waarin de haalbaarheid wordt onderzocht en eventueel later de zorgcoöperatie wordt opgericht, kunnen de inwoners voor ondersteuning terecht bij de Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Deze heeft ervaring met het oprichten van coöperatie, kan onderzoeken laten uitvoeren door een samenwerking met de Hanzehogeschool. Wanneer de zorgcoöperatie is opgezet kan de Gebiedscoöperatie ook back-office taken uitvoeren. Een bedreiging is dat Oldehove slechts 185 inwoners van 65+ heeft, terwijl de meeste zorgcoöperaties een ondergrens van 300 leden hanteren om stabiel break-even te kunnen draaien. De initiatiefnemers moeten aan de doelgroep de vraag stellen of ze een kleinschalige zorgcoöperatie voor alleen het dorp willen opzetten, met mogelijk hogere kosten of beperkte dienstverlening, of dat ze een groter gebied willen bedienen. 9.2 Aanbevelingen De belangrijkste aanbeveling is misschien wel om alle theorie en onderzoeksmateriaal zeker ter harte te nemen, maar om vooral spoedig aan de slag te gaan. In de loop van 2015 verloopt voor veel mensen de indicatie op basis van de oude WMO en AWBZ en gelden de nieuwe regels. Een zorgcoöperatie kan een uitkomst bieden voor de extra verantwoordelijkheden die de gemeente Zuidhorn per 1 januari 2015 krijgt op het gebied van zorg en ondersteuning, en voor de behoefte naar goede, kleinschalige zorg die onder zorgvragers leeft. De zorgcoöperatie kan er voor zorgen dat er een transformatie in gang wordt gezet en dat deze mensen prettig en veilig thuis kunnen blijven wonen en kan ze zelfs betere zorg en ondersteuning bieden dan voorheen. Om de zorgcoöperatie in de tweede helft van het 2015 operationeel te krijgen, zou direct in januari 2015 begonnen moeten worden met de eerste stappen. Daarbij is het zeer belangrijk dat de inwoners van Oldehove zelf de oprichting in gang zetten en zorgen voor draagkracht binnen het dorp. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier kan vanaf het begin worden betrokken om kennis en ervaring in te brengen. Pas als het proces op gang is gekomen en er is zekerheid dat het dorp met een zorgcoöperatie wil beginnen, kunnen andere gesprekspartners zoals de gemeente aanschuiven. 40 Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op de financiën van een zorgcoöperatie. Dit kan inzicht geven in welke kosten en baten de zorgcoöperatie kan verwachten en of de door veel zorgcoöperaties gehanteerde ondergrens van 300 leden om break-even te kunnen draaien ook van toepassing is op Oldehove. Dit onderzoek richtte zich op hoe een zorgcoöperatie zou kunnen worden opgericht. Er zijn geen interviews in het dorp gehouden om het exacte huidige zorgaanbod in kaart te brengen en om de wensen van de inwoners te bepalen. Een vervolgonderzoek zou zich hierop kunnen richten, zodat de zorgcoöperatie exact in beeld krijgt welke behoeften er zijn in Oldehove. Een ander onderzoeksterrein dat aandacht behoeft, is het opschalen van een zorgcoöperatie. De nieuwe WMO 2015 biedt veel ruimte voor inwoners om zorg en ondersteuning zelf te organiseren, het is dus te verwachten dat er meerdere initiatieven zullen ontstaan. Ook kunnen op andere terreinen dan de zorg initiatieven ontstaan, dan komt mogelijk een brede dorpscoöperatie in zicht. Onderzoek kan uitwijzen of samenwerking of overkoepelen van deze initiatieven mogelijk is en of er schaalvoordelen kunnen ontstaan. Tot slot zou toekomstig onderzoek zich kunnen richten op de samenhang van de zorgcoöperatie met andere domeinen binnen de gemeente, zoals het sociale domein. Uit dit onderzoek blijkt dat zorgcoöperaties gebruik maken van werkloze inwoners, die met toestemming van het UWV als vrijwilliger werkzaamheden voor de zorgcoöperatie uitvoeren. Dit is een voorbeeld van synergie dit ontstaat, waardoor de participatie van andere groepen inwoners in de gemeente verbetert. Toekomstig onderzoek kan uitwijzen of er binnen deze gemeente met de zorgcoöperatie synergievoordelen kunnen worden behaald. 9.3 Discussie Het doel van dit onderzoek is aan te geven hoe in Oldehove een zorgcoöperatie kan worden opgericht en welke acties dat vraagt van gemeente, ondernemers en inwoners. Er is niet één manier om de oprichting tot een succes te maken, getuige de vele onderlinge verschillen tussen bestaande zorgcoöperaties. Er zijn veel variabelen en de ene keuze is van invloed op de andere. Welke zorgdiensten men wil aanbieden is bijvoorbeeld van invloed op de keuze voor samenwerking met zzp’ers of grote zorgaanbieders. In dit onderzoek is een scenario neergezet waar naartoe kan worden gewerkt. Tijdens het onderzoek bleek dat wel duidelijk is welke organisaties ondersteuningsdiensten leveren maar dat niet bekend is hoe uitgebreid en van welk niveau de dienstverlening is. Daardoor is het idee ontstaan om in het dorp interviews te houden, dit had de lokale situatie beter in kaart kunnen brengen. Uiteindelijk zijn deze niet gehouden omdat uit interviews met andere zorgcoöperaties bleek dat de oprichting in de eerste plaats een initiatief van inwoners is. De gemeente zag dit ook in, waardoor het ook politiek onhandig zou zijn om interviews te houden in Oldehove. Het was kortom niet wenselijk dat ik voor een onderzoek waar de inwoners (nog) niet om hebben gevraagd, in het dorp interviews zou houden om de situatie met betrekking tot het zorgaanbod en de wensen van de inwoners in kaart te brengen. De hervormingen in de zorg veroorzaken al snel onrust, interviews zouden dat alleen maar kunnen versterken. Om een voorbeeld te geven van hoe snel deze ontwikkelingen gaan: binnen de Gebiedscoöperatie Westerkwartier en de gemeente Zuidhorn heeft alleen al het feit dat dit onderzoek liep, tot veel ontwikkelingen geleid. Er is een bidbook aan de gemeente aangeboden, de Gebiedscoöperatie loopt warm om een zorgcoöperatie en andere kleinere coöperaties te begeleiden en er zijn al gesprekken met het college van B&W over zorgcoöperaties. Belangrijke input voor de vraag hoe het zorgaanbod en de organisatiestructuur zouden moeten zijn, waren de interviews met andere zorgcoöperaties. Er is voor gekozen om zo verschillend mogelijke zorgcoöperaties te kiezen: groot, klein, alleen zorg, alleen ondersteuning of juist beide soorten diensten. Zo ontstaat een zo volledig mogelijk beeld van de keuzes die gemaakt kunnen worden. Veel zorgcoöperaties zijn opgericht omdat men klaar was met de traditionele grote zorgaanbieders. Uit de interviews blijkt dat ze zich hier tegen afzetten: ze zijn trots dat ze de zorg nu zelf in de hand hebben en werken niet graag met deze grote partijen samen. Dat zorgt er mogelijk wel voor dat hun informatie enigszins gekleurd is. 41 Uit een kleine scan die voorafgaand aan het onderzoek is gedaan, bleek dat de meeste zorgcoöperaties die ook zorg aanbieden, zijn gevestigd in een dorp met minstens 2.500 inwoners. Dat Oldehove met 1.415 inwoners moeite kan gaan ondervinden om voldoende leden te werven, was daarom te verwachten. Interessant is dat zorgcoöperaties aangeven dat een goede verstandhouding met de gemeente niet nodig is voor een succesvolle zorgcoöperatie. Dit geeft aan dat er zo langzamerhand een tijd is aangebroken waarin burgers steeds meer belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid krijgen, en middelen om deze verantwoordelijkheid te nemen. 42 Literatuur Artikelen • Albert, M. (1992). The Rhine model of capitalism: an investigation. European Business Journal, 4(3), 8-22 • Chaddad, F. (2012). Advancing the theory of the cooperative organization: cooperative as a true hybrid. Annals of Public and Cooperative Economics, 83(4), 445-461 • Dietl, H. M., Duschl, T., Grossmann, M., Lang, M. (2013) Explaining Cooperative Enterprises through Knowledge Acquisition Outcomes. Managerial & Decision Economics, 34(3-5), 258271 • Dorst, M.J. van (2005). Een duurzaam leefbare woonomgeving. Delft: Eburon • Eisenhardt, K. M. (1989). Agency Theory: An Assessment and Review. Academy of Management Review, 14(1), 57-74 • Jensen, M. C., Meckling, W. H. (1976). Theory of the firm: managerial behavior, agency costs and ownership structure. Journal of Financial Economics, 3(4), 305-360 • Jones, D. C., Svejnar, J. (1985). Participation, profit sharing, worker ownership and efficiency in Italian producer cooperatives. Economica, 52(208), 449-465 • Mintzberg, H (1990). The Design School: Reconsidering the Basic Premises of Strategic Management. Strategic Management Journal, 11(3), 171, 195 • Pozzobon, D.M., Zylbersztajn, D. (2013). Democratic Costs in Member-Controlled Organizations. Agribusiness, 29, 112–132 • Rosenthal, J. (2000). On two Models of Capitalism. Science & Society, 64(4), 424-459 • Veenhoven, R. (2000). Leefbaarheid, betekenissen en meetmethoden. Rotterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam Boeken • Boot, J.M.D. (2013). De Nederlandse gezondheidszorg. Houten: Bohn Stafleu van Loghum • Lapre, R.F., Rutten, F.H.H., Schut, F.T. (2001). Algemene economie van de gezondheidszorg. Amsterdam: Reed Business • Mintzberg, H., Ahlstrand, B., Lampel, J. (1998). Strategy Safari: A guided tour through the wilds of strategic management. New York: The Free Press Overige bronnen • Allerzorg, Thuiszorg. Geraadpleegd op 23 november 2014, http://www.allerzorg.nl/thuiszorg • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Bevolking: kerncijfers. Geraadpleegd op 1 december 2014, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37296ned&D1=a&D2 =0,10,20,30,40,50,60,(l-1),l&HD=130605-0924&HDR=G1&STB=T • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Gezondheid en zorg en cijfers, 2009. Geraadpleegd op 23 november 2014, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/CC6F3071-309A-4D3C-B42B2772F4C3F464/0/2009c156pub.pdf • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Gezondheid en zorg en cijfers, 2014. Geraadpleegd op 23 november 2014, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/571A1F05-566D-4AD2-A43C869D4280BC11/0/2014c156pub.pdf • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kerncijfers wijken en buurten, 2003. Geraadpleegd op 1 december 2014, 43 http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=80868ned&D1=0-4,9-10,1617,20,28,31,47,53,71&D2=723,1024,5417&D3=l&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kerncijfers wijken en buurten, 2009-2012. Geraadpleegd op 1 december 2014, http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904ned&D1=6-10,21-24,6869,99,101&D2=740,1061,6399&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904ned&D1=3,10,2124,60,64-69,71-72,74-75,99,101&D2=740&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Prognose bevolking kerncijfers, 2012-2060. Geraadpleegd op 30 november 2014, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81593NED&D1=a&D2 =0&D3=0-1,3,8,13,18,23,28,33,38,43,l&HD=130605-0940&HDR=G1,G2&STB=T • Dorpsbelangen Oldehove (2007), Dorpsvisie Oldehove, 2007. Geraadpleegd op 7 oktober 2014, https://docs.google.com/file/d/0B6iQORh83-moYW9uX3AtTWwyN0k/edit • Gemeente Zuidhorn (2011), Besluitenlijst College van B&W 11 januari 2011. Geraadpleegd op 30 november 2014, http://www.zuidhorn.nl/web/file?uuid=0b76c9aa-fb7f-4677-b628b12fe802f755&owner=e06f48cd-4e15-427c-aae9-d486e7299c93 • Ilse Hendriksen, Homepage Geraadpleegd op 9 november 2014, http://ilsehendriksen.nl/ • IZZ, Slaap Lekker App. Geraadpleegd op 30 november, 2014, http://www.izz.nl/gezondheid-en-preventie/slaap-lekker-app • Kamer van Coöperatie, Hoogeloon. Geraadpleegd op 21 oktober 2014, http://www.kamervancooperatie.nl/verdieping/hoogeloon • Kiwa Register, Ondernemersvergunning taxi. Geraadpleegd 24 november 2014 http://www.kiwaregister.nl/taxi/ondernemersvergunning/ • Ministerie van VROM (2004), Leefbaarheid van wijken. Geraadpleegd op 28 november 2014, http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/rapporten/2004/03/01/leefbaarheid-van-wijken/wonen4007.pdf • Nederlands instituut voor onderzoek in de gezondheidszorg (Nivel), Cijfers uit de registratie van huisartsen, 2012. Geraadpleegd op 9 november 2014, http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Cijfers-uit-de-registratie-van-huisartsenpeiling-jan-2012.pdf • PartiCura, Thuiszorg, In uw vertrouwde omgeving Geraadpleegd op 16 november 2014, http://www.particura.nl/index.php/in-uw-vertrouwde-omgeving • Per Saldo (2014), Pgb ook bij uw zorgverzekeraar. Geraadpleegd op 1 december 2014, http://www.pgb.nl/dit-is-een-persoonsgebonden-budget-pgb/zvw-zorgverzekeraar/pgbook-bij-de-zorgverzekeraar • Plan van aanpak Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Share Foundation, september 2012 • Rijksoverheid (1973). Structuurnota Gezondheidszorg 1974. Geraadpleegd op 8 september 2014, http://resourcessgd.kb.nl/SGD/19731974/PDF/SGD_19731974_0005440.pdf 44 • Rijksoverheid (2013). Rijksbegroting 2014, Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Geraadpleegd op 7 september 2014, http://www.rijksbegroting.nl/2014/voorbereiding/begroting,kst186652_8.html • Rijksoverheid. Toolkit hervorming langdurige zorg. Geraadpleegd op 30 november 2014, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/hervorming-langdurige-zorg/toolkithervorming-langdurige-zorg • Rijksoverheid. Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Geraadpleegd op 2 december 2014, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuningwmo/hulp-en-ondersteuning-wmo • Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Kosten en baten van extramuralisering Geraadpleegd op 16 november 2014, http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2004/Kosten_en_baten_van_ extramuralisering/Persbericht_Kosten_en_baten_van_extramuralisering • Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), M. de Klerk. Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen, Ouderenzorg 2014. Geraadpleegd op 23 november 2014, http://www.scp.nl/dsresource?objectid=20922&type=org • StadIndex, Buurtgegevens Oldehove, 2012. Geraadpleegd op 25 november 2014, http://www.stadindex.nl/oldehove • Stichting Platform Mandeligheid, Wat is mandeligheid? Geraadpleegd 30 november 2014, http://www.mandeligheid.nl/mandeligheid • Tweede Kamer, Eindstemming wetsvoorstel 33841 / WMO. Geraadpleegd op 26 november 2014, http://www.eerstekamer.nl/behandeling/20140424/stemmingsoverzicht_tweede_kamer_3 /document3/f=/vjjdhd75zoq1.pdf • Verzorgd Thuis, Werkervaring. Geraadpleegd, 9 november 2014, http://www.verzorgdthuis.nl/pagina.wxp?menuid=16737 • Zonnehuis Thuis, Thuiszorg, Minimaal tien redenen om te kiezen voor Zonnehuis Thuis Geraadpleegd op 23 november 2014, http://www.zonnehuisgroepnoord.nl/Zorg/Thuiszorg/Default.aspx • ZorgHulpAtlas, Veranderingen Wmo 2015. Geraadpleegd op 24 november 2014, http://www.zorghulpatlas.nl/wet-maatschapplijke-ondersteuning-wmo-/ 45 Bijlagen Zorg om het Dorp Mariahout Levert verpleging en/of verzorging Ontmoetingsdiensten: koffie /dorpsrestaurant Zorginformatiepunt, aan huis of telefonisch Contributie echtpaar Contributie alleenstaand Werkt met professionele zorgaanbieders Werkt met vrijwilligers Nee Ja Nee 10,00 10,00 Punt Ja Nee 22.000 Ja Ja Ja 17,00 22,45 Aan huis Ja Ja Zorgcoöperatie Hoogeloon Hoogeloon 2.200 Ja Ja Ja 20,00 40,00 Punt Ja Ja Zorgsteunpunt Heusden Heusen 2.400 Nee Ja Ja Punt Ja Ja Ja Ja Ja Tot uw dienst Laarbeek Zorgcoöperatie Helenaveen Helenaveen 1.873 Rechtsvorm is coöperatie Aantal inwoners Naam Bijlage I. Vergelijking van zorgcoöperaties 870 22,00 Dorpsoverleg Elsendorp Elsendorp 1.000 Nee Ja Ja Zorgcoöperatie Schaijk Schaijk 6.840 Ja Ja Nee 20,00 Land van Herpen Herpen 3.651 Ja Ja Nee Austerlitz zorgt Austerlitz 1.525 Ja Ja De Grote Akker Voorschoten 24.941 Ja Zorgcoöperatie Loppersum Loppersum 2.480 Zorgcoöperatie Reek Reek 44,00 Punt Ja Punt Ja Ja 40,00 Punt Ja Nee 24,00 45,00 Aan huis Nee 24,00 48,00 Aan huis Ja Ja 20,00 30,00 Ja Ja 1.680 Ja Vereniging Zorgcoöperatie Zeeland Zeeland (Noord-Brabant) 6.019 Graag Gedaan Leende 4.301 Gemiddeld 5.841 Nee Ja Nee Aan huis Ja Nee Aan huis Nee Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee - Ja Nee Ja Ja Nee Tel. Aan huis Nee 71% 100% 43% € 19,63 € 34,93 71% 86% 43% Opmerking: in dit onderzoek zijn coöperaties die de belangen van zorgaanbieders behartigen, en niet die van inwoners, niet meegenomen. Dit zijn o.a. WijZelf-coöperaties (Zoetermeer) en Zorg&Co. 46 Bijlage II. Interviews met zorgcoöperaties II- 1. In te rv ie w m e t Z o rg c o ö p e ra tie H o o g e lo o n Interviewgegevens Organisatie Zorgcoöperatie Hoogeloon Geïnterviewde Maria Waalen Functie Coördinator Achtergrond Komt uit de zorg, uit een intramurale instelling Gemeenteraadslid Datum 6 november 2014 Algemene gegevens Maria Waalen is sinds 2008 bij de zorgcoöperatie betrokken. Ze is werkzaam als coördinator en als thuiszorg-medewerker. Ze heeft eerst in de intramurale zorg gewerkt en merkte in het begin dat het wel omschakelen is om in een organisatie te werken waar meer vrijheid is. De zorgcoöperatie Hoogeloon is in 2005 opgericht uit onvrede over de kwaliteit en beschikbaarheid van de reguliere zorg, met als doel om ervoor te zorgen dat mensen langer in Hoogeloon kunnen blijven wonen. De zorgcoöperatie heeft 250 leden, op een dorp van zo’n 2.200 inwoners is dat ook wel het maximaal haalbare. Het is juridisch ook een coöperatieve vereniging. De organisatie draait kostendekkend. De leden zijn heel tevreden. Natuurlijk zijn er wel eens grieven of klachten, deze worden uitgesproken op de ALV die tweemaal per jaar plaatsvindt of tegen het bestuur, waarna zo goed mogelijk wordt geprobeerd een oplossing te vinden. Diensten Er was al één en ander aan zorg en ondersteuning in het dorp. Hoogeloon is een kerkdorp, waarin de Katholieke Ouderenbond (KBO) samen met Steunpunt den Bogerd, een lokale stichting, al onder andere een klussendienst, een vervoersdienst en een PC-hulpdienst verzorgde. De zorgcoöperatie heeft op dit moment de volgende diensten: dagbesteding, kleinschalig wonen, persoonlijke verzorging, verpleging, tuinonderhoud, klussendienst, vervoersdienst, het faciliteren van een ontmoetingsplaats en gezamenlijk eten. Daarnaast verzorgt de coördinator namens de zorgcoöperatie en de gemeente ook de aanvraag van PGB/WMO. De rol van de zorgcoöperatie is vooral ervoor zorgen dat voor zoveel mogelijk zorg- en ondersteuningsvragen een oplossing geboden kan worden. Dat betekent dat de zorgcoöperatie niet zoveel mogelijk zelf in handen wil hebben, maar juist veel samenwerkt met andere organisaties, naar hen doorverwijst, en zelf diensten oppakt die niet voldoende goed of bereikbaar zijn. Bij een aanvraag voor zorg of ondersteuning komt Maria Waalen bij de zorgvrager thuis op bezoek. Het liefst nog dezelfde dag of de dag er op. Ze spreekt nooit af zonder dat er ook een mantelzorger of iemand uit de omgeving van de zorgvrager aanwezig is. Mensen zijn vaak te trots en durven niet toe te geven dat het niet meer zo goed gaat. Ook is er tweemaal in de week een zorgspreekuur, waar mensen met vragen bij Maria Waalen terecht kunnen. De opkomst is wisselend, over het algemeen wordt dit spreekuur goed bezocht. De dagbesteding is drie dagen per week geopend en wordt bemand door de drie medewerkers. Daarnaast wordt in de dagbesteding veel hulp ingezet van vrijwilligers, maar juist ook van de mensen zelf. Een dementerende mevrouw van in de tachtig strijkt bijvoorbeeld voor anderen, terwijl een andere cliënt helpt met het bereiden van de maaltijden door aardappels te schillen. Weer een andere bewoner verzorgt de bloemstukken. Het is belangrijk dat mensen ook zelf zoveel mogelijk blijven doen en op deze manier betrokken blijven worden. De huur van de ruimte wordt betaald door de gemeente. Kleinschalig wonen is een initiatief van de zorgcoöperatie. Woningstichting de Zaligheden heeft deze woningen gebouwd, voor de zorgverlening is een samenwerking aangegaan met zorgaanbieders Lunet Zorg en JorisZorg. 47 De zorgdiensten aan huis (dagbesteding, persoonlijke verzorging, verpleging) worden aangeboden in samenwerking met JorisZorg, een zorgaanbieder uit het nabijgelegen Oirschot. De drie thuiszorgmedewerkers zijn werkzaam bij JorisZorg. De zorgcoöperatie begeleidt mensen met een zorgvraag naar deze zorgaanbieder, waarna deze ervoor zorgt dat de zorg wordt verleend door het team van Hoogeloon. Tuinonderhoud wordt uitgevoerd door de Werkvoorziening Kempen (WVK), een sociale werkvoorziening. De coöperatie heeft een uurtarief voor grote afnemers bedongen, en alle leden kunnen voor dit lagere tarief tuinonderhoud laten uitvoeren. Hand- en spandiensten als vervoer, PChulp en de klussendienst worden uitgevoerd door Steunpunt den Bogerd en de KBO. Hulp bij de administratie wordt uitgevoerd door de KBO, en, in ernstige gevallen waarbij iemand helemaal is vastgelopen, door het Gecoördineerd Ouderenwerk in Eersel. Steunpunt den Bogerd is tevens een ontmoetingsplaats die zorgt voor goed onderling contact tussen de mensen in het dorp. Eénmaal in de week, op dinsdag, wordt gekookt voor de eetgroep. Dit zijn zo’n 25-30 mensen per keer. Er wordt dan rond het middaguur een warme driegangenmaaltijd bereid voor € 6,-. Er staan geen nieuwe diensten in de planning. De Zorgcoöperatie Hoogeloon ziet de veranderingen in de zorg met betrekking tot de AWBZ/WMO met vertrouwen tegemoet. Omdat de zorgcoöperatie voorloopt, komt de nieuwe WMO komt meer overeen met de situatie zoals hij in Hoogeloon al is. Dat geldt overigens niet alleen voor Hoogeloon maar voor alle kernen in de gemeente Bladel. Samenwerking met zorgprofessionals Er is voor gekozen om niet zelf dienstverbanden aan te gaan, maar om met zorgaanbieders te gaan samenwerken. De drie zorgmedewerkers die in Hoogeloon actief zijn, werken volgens de visie en regels van de zorgcoöperatie. Voor de zorgaanbieders was dat lastig. Die zijn gewend aan hun eigen manier van bedrijfsvoering. Er zijn, zeker in het begin, dan ook heftige gesprekken gevoerd. Uiteindelijk is de samenwerking tussen zorgcoöperatie en zorgaanbieder is dat lastig. Ook voor de zorgverleners was het soms lastig om in zo’n andere organisatie te werken. De meesten werken in de intramurale zorg, dus binnen een instelling, en moeten opeens naar een vrij omgeving, en hebben moeite met deze omschakeling. Er zijn in het begin medewerkers weggegaan omdat ze niet konden werken met de visie van de zorgcoöperatie. Er is geen eis dat de zorgprofessionals uit Hoogeloon komen, maar van de drie komen er twee uit het dorp en één uit een nabijgelegen dorp. Wel moeten ze de visie van de zorgcoöperatie ondersteunen. In de loop der jaren is de zorgsituatie in Nederland sterk veranderd. Ook grotere zorgaanbieders, waarmee de zorgcoöperatie niet samenwerkt, beginnen nu in kleinere teams te werken om ervoor te zorgen dat zorgvrager en zorgverlener weer een band kunnen krijgen. Op de tarieven die de zorgcoöperatie heeft vastgesteld, zit een kleine marge om de kosten van de zorgcoöperatie te dekken. Dit geldt voor alle diensten waarbij professionals worden ingezet: de thuiszorg, dagbesteding en de zorgvilla’s. Samenwerking met vrijwilligers Voor veel diensten wordt (deels) gebruik gemaakt van vrijwilligers. Tot nu toe slaagt de zorgcoöperatie er steeds in om voldoende vrijwilligers te krijgen. De meeste vrijwilligers zijn jongere ouderen, 50-, 60- en 70-plussers die het leuk vinden om te doen. Een reden die veelgenoemd wordt, is dat vrijwilligers verwachten dat zij dan later er later voor hen wordt gezorgd: “Dat doen ze straks ook voor ons”. Samenwerking met partners De samenwerking met de gemeente Bladel wordt als zeer goed ervaren. De gemeente stelt zich erg constructief op en probeert mee te denken. Ook stellen ze geld beschikbaar als dit nodig is. Niet alleen Hoogeloon, maar alle kernen in de gemeente Bladel ervaren dit zo. Maria Waalen voert een aantal taken van het WMO-loket uit voor de leden die zij thuis bezoekt. Zo stelt zij bijvoorbeeld de aanvraag op en dient deze in bij de gemeente. De gemeente heeft haar hiervoor een cursus gegeven. 48 Ook de samenwerking met traditionele zorgaanbieders is zeer goed. Er wordt natuurlijk niet met iedere organisatie samengewerkt, maar de opzet van de zorgcoöperatie is dat het een aanvulling is op het reguliere aanbod. Met de organisaties waarmee concreet wordt samengewerkt, zoals JorisZorg, bevalt dit zeer goed. II- 2 . In te rv ie w m e t L a n d v a n H e rp e n Interviewgegevens Organisatie Land van Herpen Geïnterviewde Linda Roozen Functie Secretaris Achtergrond Actief in het dorp Datum 4 november 2014 Algemene gegevens Het opzetten van de zorgcoöperatie Land van Herpen is in december 2013 begonnen op initiatief van de dorpsraad. De zorgcoöperatie is actief sinds juni 2014 en heeft nog een beperkt aantal leden. Er wordt ingezet op een ledenaantal van 300 over een jaar, en daarna ieder jaar een aanwas van zo’n 50 nieuwe leden. Land van Herpen richt zich op een vijftal kernen waarvan het dorp Herpen de grootste is. Deze kernen zijn onderling verschillend; het ene dorp heeft een landbouwcultuur, het andere een achtergrond met veel bouwvakkers. In deze dorpen wordt de school steeds kleiner, de bevolking vergrijst, enz. De zorgcoöperatie is een bottom-up initiatief, voor en door inwoners om de leefbaarheid te verbeteren. De rechtsvorm is een vereniging, en geen coöperatieve vereniging. De tevredenheid van de leden wordt geschat op een zesje. Leden die al van de diensten gebruik hebben gemaakt zullen tevredener zijn, maar mensen die dit nog niet hebben gedaan, waarderen de tevredenheid waarschijnlijk lager. Sommige mensen vinden de contributie van € 24,- per jaar veel, maar de meesten vinden het een acceptabel bedrag: “een brood per maand”. De contributie moet de vaste lasten kunnen dekken. Daarnaast is er in het begin een financieel duwtje in de rug en wordt er met evenementen en goede doelen-acties ook incidenteel geld binnengehaald. De kosten en opbrengsten zijn in balans. De zorgcoöperatie is er op gericht om een aanvulling te bieden op het zorgaanbod dat er al is. Ze wil een coördinerende rol innemen en een netwerkorganisatie zijn. Het gaat er om dat binnen de kernen alle diensten beschikbaar zijn. Wie daarvoor zorgt maakt niet uit, als zorg maar beschikbaar is en van voldoende kwaliteit. Er wordt vraaggestuurd gewerkt en er wordt, naast de vrijwilligersdiensten, vooral bemiddeld en informatie verstrekt. Linda Roozen is bij de zorgcoöperatie betrokken als secretaris. Diensten De zorgcoöperatie biedt hulp in de huishouding, klein tuinonderhoud, een klussendienst, boodschappendienst, vervoersdienst aan. Ook biedt ze zorginformatie aan huis. Signalering van zorgof ondersteuningsbehoeften vindt vooral plaats tijdens een bezoekje aan de ontmoetingsplaats of bij een bezoek bij de mensen thuis. Een voorbeeld is een mevrouw bij wie de klussendienst een schilderij kwam ophangen. Mevrouw had koffie en koekjes klaarstaan en was zeer verheugd dat ze even gezelschap in huis had. Er is bewust voor gekozen om te beginnen met deze onderlinge hulpdiensten, omdat het een bottomup initiatief is. De meeste ideeën voor nieuwe diensten ontstaan tijdens het gebruik van de ontmoetingsruimte. De ontmoetingsruimte staat aan de basis van alles dat de zorgcoöperatie doet. Het belangrijkste probleem dat de zorgcoöperatie tegenkomt bij mensen is eenzaamheid. Veel diensten zijn dan ook gericht op sociaal contact en het ontmoeten van andere mensen. De vijf kernen die tot het verzorgingsgebied behoren, zijn onderverdeeld in twee clusters. Binnen clusters worden verschillende kringen opgezet. Kringen zijn groepen die een bepaalde dienst 49 aanbieden, met daarin zorgvragers, vrijwilligers en een coördinator. Een boodschappenkring bijvoorbeeld, heeft een aantal mensen die niet meer zelfstandig boodschappen kunnen doen, een aantal vrijwilligers met een auto en een coördinator. Door te werken in kringen blijft er een vaste groep mensen voor elkaar zorgen. De verandering van de ABWZ/WMO per januari 2015 is spannend voor de zorgcoöperatie. Er heerst angst onder de mensen, ze weten niet of ze volgend jaar evenveel en even goede zorg krijgen. De zorgcoöperatie verwacht dat veel zorg neerkomt op de vrijwilligers. Het doel is om niemand in de steek te laten. Ook is er ervaring met mantelzorgondersteuning. Hiermee worden zorgtaken van een mantelzorger tijdelijk overgenomen, zodat deze er even tussenuit kunnen. De zorgcoöperatie heeft al tweemaal gewerkt voor jonge zorgvragers. Eén daarvan is een ernstig gehandicapt kind, waarvoor éénmaal per twee weken een aantal uur de zorg wordt overgenomen. Zo kan de moeder tijd doorbrengen met de broertjes en zusjes, wat er normaal wat bij inschiet omdat veel aandacht uitgaat naar het gehandicapte kind. Samenwerking met zorgprofessionals Er wordt nog geen professionele zorg aangeboden. Dit staat wel in de planning voor de komende tijd, maar de coöperatie is nog maar net begonnen en richt zich voorlopig alleen nog op vrijwilligers. Er zijn nog geen concrete ideeën over hoe een zorgpoot zou moeten worden opgezet. Het is wat betreft de zorgcoöperatie niet nodig dat professionals of vrijwilligers uit het dorp komen. Wel dat ze binding met het dorp en de zorgcoöperatie hebben. En als ze het dialect spreken, wordt het werk een stuk makkelijker. Wel wisselt de zorgcoöperatie informatie uit met de wijkverpleegster die vanuit de gemeente Oss in de kernen opereert. Samenwerking met vrijwilligers Het komt steeds meer voor dat zorgvragers ook vrijwilliger zijn. Vrijwilligers van de zorgcoöperatie worden opgeleid en krijgen trainingen om te leren omgaan met de doelgroep. Ook wordt specifieke informatie van zorgvragende leden verwerkt en opgeslagen in een centrale Access-database. Dat zorgt ervoor dat, als een vrijwilliger bijvoorbeeld weet dat je bij een mevrouw niet over een bepaald onderwerp moet beginnen, de rest dit onderwerp ook niet aansnijdt. Vrijwilligers komen uit alle leeftijdsgroepen, maar dames en heren van boven de vijftig zijn het sterkst vertegenwoordigd. Vrijwilligers vinden het zelf ook leuk om mensen te ontmoeten. Ze zijn dan ook erg enthousiast. Voor het vervoer rijden ook veel moeders van in de dertig, die tussen het naar school brengen en de lunchpauze vervoer- of boodschappenritjes voor de ouderen maken. Op dit moment heeft de zorgcoöperatie meer dan voldoende vrijwilligers. Samenwerking met partners De samenwerking met de gemeente wordt beschouwd als redelijk constructief. Wel merkt de zorgcoöperatie duidelijk dat de gemeente “in verwarring” en “in transitie” is. De gemeente kan bijvoorbeeld niet loslaten. Ook is het lastig dat de gemeente in samenwerkingsverbanden zit: de jeugdzorg wordt samen met circa 35 gemeenten uitgevoerd en ook voor de WMO zit de gemeente in een samenwerkingsverband met zo’n 12 gemeenten. Grotere zorgaanbieders willen al wel samenwerken met de zorgcoöperatie. Tot nu toe is die behoefte groter vanuit de zorgaanbieders dan vanuit de coöperatie. Op dit moment heeft de zorgcoöperatie diensten die zich richten op welzijn en niet op zorg. Ook deze diensten schuren soms al een beetje aan tegen wat de traditionele zorgaanbieders doen. II- 3 . In t e rv ie w m e t T o t U w D ie n s t Interviewgegevens Organisatie Tot Uw Dienst (Laarbeek) Geïnterviewde Don van Sambeek 50 Functie Voorzitter, oprichter Achtergrond Mantelzorger van echtgenote Lijstduwer gemeenteraadsverkiezingen Datum 5 november 2014 Algemene gegevens Zorgcoöperatie Tot Uw Dienst in Laarbeek is opgericht in 2005, ontstaan uit een vrijwilligersinitiatief van Don van Sambeek en twee anderen. Zij hebben het idee uitgewerkt in samenwerking met de Stichting Welzijn Ouderen en de Seniorenraad. Door middel van een aantal openbare bijeenkomsten hebben ze de gemeenschap kunnen overtuigen. Belangrijk hierbij was dat er draagvlak was onder de inwoners, en dat mensen gemotiveerd zijn om dit project samen op te pakken. Het gaat eerst om de inhoud, daarna om de vorm. Don van Sambeek geeft aan dat in de Peel de sociale cohesie groot is. Peeldorpen zijn allemaal vrij recent, zo’n 80 tot 90 jaar oud. Anders dan op kleigronden hebben bewoners van veengrond elkaar nodig om te kunnen overleven. Ook de coöperatieve gedachte is de regio niet vreemd. Pater van den Elsen uit het nabijgelegen Gemert heeft zich aan het einde van de negentiende eeuw ingespannen om de Boerenbond en de coöperatieve Boerenleenbank (voorloper van de Rabobank) op te richten. Tot uw Dienst is juridisch gezien een coöperatie. Hiervoor is bewust gekozen, omdat het belangrijk is dat de leden zelf mede-eigenaar zijn. Ze kunnen hiermee met hun eigen coöperatie hun eigen problemen op het gebied van zorg oplossen. De coöperatie draait break-even. Er zijn 300 leden. Alle cliënten hebben een thuisbezoek van het bestuur ontvangen, hieruit bleek dat de tevredenheid zeer hoog was. Ook op de ALV wordt tevredenheid geuit over de hulp, het bestuur en de resultaten die geboekt worden. Een verschil is dat de leden die nog geen gebruik gemaakt hebben van zorg, het gedachtegoed ondersteunen, terwijl de cliënten echt tevreden zijn. Samen met de zorgcoöperaties van Hoogeloon en Elsendorp zit Tot Uw Dienst tegenwoordig in de koepel Platform “Zorgen doe je samen”. Ook wordt samengewerkt met de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen. Diensten De diensten die de zorgcoöperatie aanbiedt, zijn zorgdiensten: verpleging, verzorging, huishoudelijke hulp en begeleiding. Ondersteuningsdiensten zoals de klussendienst en tuinonderhoud worden uitbesteed aan externe bedrijven waarmee de zorgcoöperatie voordelige inkoopcontracten heeft. De diensten die de zorgcoöperatie aanbiedt, zijn een aanvulling op hetgeen dat al voldoende goed beschikbaar is in het dorp. In Laarbeek is er veel afstand tot de grote zorginstellingen. De grootschaligheid staat mensen tegen. De zorgcoöperatie werkt daarom met een vast team, met daarin zo min mogelijk verschillende zorgverleners. Op ieder gewerkt uur zit een kleine toeslag. Dit is € 1,50 per uur voor huishoudelijke hulp en € 2,- per uur voor verpleging en verzorging. Het initiatief om gebruik te maken van de diensten van de zorgcoöperatie ligt bij de inwoners. De zorgcoöperatie heeft wijkzusters in dienst. Wanneer een lid of inwoner behoefte heeft aan een van de diensten van de zorgcoöperatie, dan kan hij contact opnemen met een wijkzuster. Deze komt thuis op bezoek en kan advies of informatie geven, eventuele aanvragen verzorgen en bemiddelen tussen zorgvrager en zorgaanbieder. In de toekomst zou de zorgcoöperatie ook diensten willen aanbieden op het gebied van begeleiding en dagbesteding. Voor dit laatste is men nu in gesprek met de eigenaar van een leegstaande woning. Er zijn al vier zorgboerderijen in de gemeente, maar de opzet van de zorgcoöperatie is dat het een accommodatie is in een echte huiselijke sfeer. Mensen die, net als familie, echt iets voor elkaar betekenen. Ook wil de zorgcoöperatie meer diensten aanbieden op het gebied van huishoudelijke zorg, dit wordt nu nog uitbesteed aan externe bedrijven. 51 Samenwerking met zorgprofessionals De zorgcoöperatie bemiddelt tussen zorgvrager en zorgaanbieder. Wanneer er daadwerkelijk een contract gesloten wordt, is de zorgcoöperatie hierin geen partij. Hierbij wordt meestal gewerkt op basis van de regeling Dienstverlening aan huis (de driedagenregeling), waarbij allerlei wettelijke verplichtingen die bij het werkgeverschap horen, niet van toepassing zijn. De wijkzuster is in dienst bij de zorgcoöperatie. Er wordt bijscholing voor de zorgaanbieders verzorgd, bijvoorbeeld over dementie en reanimatie. Het is geen eis dat de professionals uit de gemeente hoeven te komen, maar het is wel een pré als ze een binding met het gebied hebben. De ervaring leert wel dat zorgvragers het fijner vinden om een zorgaanbieder van iets verder te hebben, dan een bekende aan het bed. Samenwerking met vrijwilligers Het is geen probleem om voldoende vrijwilligers te vinden voor de zorgcoöperatie. Voor de spreekuren worden twee vijftig-plussers als vrijwilligers ingezet. Dit zijn werkzoekenden die met toestemming van UWV vrijwilligerswerk morgen doen. Het bestuur bestaat uit 60-plussers en de administratie wordt verzorgd voor 65-plussers. Deze groepen hebben meer tijd tot hun beschikking en vinden het belangrijk om dit te doen. Voor het reilen en zeilen van de zorgcoöperatie zijn zo’n 15 vrijwilligers actief. Vrijwilligers zijn geen zorgvragers. In het dorp wordt ook samengewerkt met het Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast is zojuist een nieuwe site Laarbeekvoorelkaar.nl gelanceerd, hier kunnen hulpdiensten worden gevraagd en aangeboden. Samenwerking met partners De samenwerking met de gemeente wordt als zeer goed ervaren. De wethouder is een echte ambassadeur voor de zorgcoöperatie. Ook de ervaringen met de ambtenaren van de gemeente is erg positief, ze werken oplossingsgericht. Ze helpen de zorgcoöperatie met moeilijke juridische en financiële vraagstukken. Er is een uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk voor de WMO, dit is Peel 6.1. Deze organisatie is een samenwerkingsverband van zes gemeenten. Dit is wel eens lastig omdat de situatie in deze gemeenten onderling verschillend is. De gemeente kan dan ook geen volledig eigen beleid voeren. De zorgcoöperatie ondervindt hier soms hinder van in de contractbesprekingen. Soms is het vechten tegen de bureaucratie. Tot uw Dienst heeft last van de wet van de remmende voorsprong: omdat ze vooroplopen, komen ze vaak als eerste problemen tegen. De zorgcoöperatie zou graag zorg in natura leveren. Ze heeft last gehad van de onduidelijkheid rond de PGB regelgeving. Ook is er onzekerheid over de nieuwe WMO per 2015. Dit zal niet direct problemen opleveren, maar wel wanneer in de loop van het jaar de herindicaties worden vastgesteld. Er zijn geen samenwerkingen met traditionele zorgaanbieders, wel zijn er contacten. Don van Sambeek geeft aan: “Eerst zagen ze ons niet staan, nu willen ze op onze schoot zitten.” Op termijn zou men mogelijk gebruik willen maken van bepaalde voorzieningen die deze grote aanbieders hebben, zoals intramurale zorg, de oncoloog en de geriater. Maar voor nu zit men er nog niet echt op te wachten: “Ze missen de aansluiting op het sociale netwerk”. II- 4 . In t e r v ie w m e t D e G r o t e A k k e r Interviewgegevens Organisatie De Grote Akker (Voorschoten) Geïnterviewde Hans Borgsteede Functie Voorzitter Achtergrond Bestuurslid bij zorginstellingen Datum 4 november 2014 52 Algemene gegevens De Grote Akker is nu een jaar actief als zorgcoöperatie. Er zijn 150 leden en de zorgcoöperatie kent een zeskoppig bestuur. Het initiatief voor de oprichting lag bij een dorpsgenoot, die zelf mantelzorger was. Hij liep tegen veel problemen aan, en vond dat er een goede voorziening voor kennis- en informatievoorziening op dit gebied moest komen. Tijdens de start is men het hele dorp rondgegaan en heeft overal voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. De reacties hierop waren positief, en er zijn veel leden gewonnen. Ook nu worden nog flyers en folders rondgebracht om de zorgcoöperatie onder de aandacht te brengen. De dorpsgenoot waarbij het oorspronkelijke initiatief lag, merkte dat het voorzitterschap hem niet lag en heeft Hans Borgsteede gevraagd dit over te nemen. Het is niet de bedoeling om structuren te bouwen: zodra de zorgcoöperatie zelf gebouwen, medewerkers enz. gaat bezitten, dan beginnen ze te lijken op de traditionele aanbieders waar ze juist het alternatief voor willen zijn. De leden van de zorgcoöperatie zijn vooral 70-ers, 80-ers en 90-ers. De inkomsten komen uit het entreegeld (€ 20 / € 30 voor alleenstaand/echtpaar), de contributie (€ 20 / € 30) en wat toeslag op de zorgdiensten. Hiervan wordt de wijkzuster betaald. Op dit moment draait de zorgcoöperatie break-even. Dit komt echter omdat op de startsubsidie wordt ingeteerd. Na twee jaar zou de coöperatie op eigen kracht moeten kunnen overleven. Hiervoor zijn naar verwachting 300 leden nodig, en continu zo’n 12 zorgtrajecten met cliënten. De zorgcoöperatie wil dit ledenaantal binnen een jaar bereiken. In de juridische zin is De Grote Akker een reguliere vereniging en geen coöperatie. De coöperatie heeft geen gezamenlijke bezittingen, een coöperatie heeft daarom geen nut boven een vereniging. Wel is de onderlinge solidariteit een belangrijk onderwerp binnen de vereniging. Wat betreft de tevredenheid leden is er een onderscheid tussen slapende leden, mensen die nog geen zorgdiensten hebben gebruikt, en cliënten. De laatste groep is zeer tevreden. Bij het exit gesprek, als een zorgtraject stopt, zijn zij altijd positief. De slapende leden hebben nog geen ervaring met de diensten van de zorgcoöperatie. Hans Borgsteede geeft aan dat dit eigenlijk al een duidelijke uitwerking is van de participatiesamenleving die de koning noemde in de troonrede. Er wordt veel tijd geinvesteerd in het contact met de leden, o.a. met een nieuwsbrief, persoonlijke aandacht. Op een ALV komen gemiddeld 30 tot 40 leden. Diensten De Grote Akker biedt de volgende diensten aan: hulp in de huishouding, persoonlijke verzorging, verpleging, tuinonderhoud, klussendienst, boodschappendienst, administratieve hulp en een koffieuurtje en buurtrestaurant. In veel van deze diensten wordt gezorgd dat de leden een sociaal netwerk kunnen onderhouden. Leden worden steeds ouder en hebben moeite met eenzaamheid. Door de diensten kunnen ze toch onderlinge contacten onderhouden. De zorgcoöperatie werft zelf niet voor het afnemen van zorgdiensten. Wanneer leden zorgbehoeften hebben, kunnen ze contact opnemen met het secretariaat of met de wijkzuster, die in dienst is van de zorgcoöperatie. De wijkzuster komt dezelfde of de volgende dag nog langs, neemt de behoeften door en zorgt voor een match tussen de zorgvrager en een bij de zorgcoöperatie aangesloten zorgaanbieder. Belangrijk is dat het verkrijgen van zorg via de coöperatie laagdrempelig blijft en dat er geen bureaucratie tussen komt. Samenwerking met zorgprofessionals Er is een wijkzuster, deze is op basis van een nul-uren contract in dienst bij de zorgcoöperatie. Met de zorgaanbieders wordt gewerkt op ZZP-basis, waarbij de zorgcoöperatie bemiddelt, maar de uiteindelijke overeenkomst tussen zorgvrager en zorgaanbieder is. Op dit moment, na een halfjaar, lopen er zo’n vijf zorgtrajecten met cliënten van de zorgcoöperatie. De keuze voor ZZP is gemaakt, omdat dit veel veiliger is voor de zorgcoöperatie. Er zijn minder risico’s, geen kosten voor ziekteverzuim, geen CAO. Daarnaast levert de kleine overhead een iets lagere prijs op voor de zorgvragers. De ZZP’ers moeten zichzelf verplicht verzekeren, er wordt gecontroleerd op een verzekeringsbewijs wanneer ze zich aanmelden bij de zorgcoöperatie. 53 De zorgcoöperatie werkt het liefst met zorgaanbieders uit het dorp. Dit lukt bijna altijd, tot nu toe zijn er maar twee mensen van buiten het dorp. Samenwerking met vrijwilligers De zorgcoöperatie heeft zo’n 20 vrijwilligers. Deze voeren geen zorgtaken uit, maar doen bijvoorbeeld de boodschappendienst of de klussendienst. Laatst was er een meneer die wegens ziekte het huis niet uit kon. Toen heeft een vrijwilliger het uitlaten van de hond op zich genomen. Toen de meneer later overleed, heeft de vrijwilliger, die het inmiddels wel met het hondje kon vinden, de hond overgenomen. De meeste van deze vrijwilligers zijn 65-plussers, maar er zijn ook een aantal jongere vrijwilligers. Er is geen ondergrens om vrijwilliger te worden. Een keertje ergens mee helpen, of structureel drie keer in de week boodschappen doen: het mag allemaal. Er is bijvoorbeeld ook een gepensioneerde dominee, die leden die daar behoefte aan hebben bijstaat op geloofsgebied. De zorgcoöperatie heeft geen problemen om voldoende vrijwilligers te krijgen. Iedere zes maanden is er een borrel voor alle vrijwilligers. Samenwerking met partners Van samenwerking met de gemeente is geen sprake. Vanuit de gemeente is geen positieve en geen negatieve invloed merkbaar. Er wordt gezegd “ga zo door”, maar echte interesse of bemoeienis is er niet. Met traditionele zorgaanbieders wordt niet samengewerkt. 54 Bijlage III. Zorg- en ondersteuningsdiensten III- 1. Z o rg d ie n s te n III-1.1 Zorg aan huis • Hulp in de huishouding • Persoonlijke verzorging • Verpleging III-1.2 Zorg op andere locatie • Dagbesteding • Zorgboerderij III- 2 . O n d e rs te u n in g s d ie n s te n III-2.1 Praktische hulp • Tuinonderhoud (klein/groot) • Klussendienst (klein/groot) • Boodschappendienst • Vervoersdienst • Administratieve hulp III-2.2 Sociaal & ontmoeten • Telefoonketen • Koffieuurtje/ontmoetingsplaats • Buurtrestaurant • Bewegen III-2.3 Verhuur/uitleen • Rollator • Rolstoel • Scootmobiel • Duofiets III-2.4 Voorlichting & aanvraag • Zorginformatiepunt algemeen • WMO-loket / WMO-servicepunt • Computerlessen • Informatiebijeenkomsten • PGB-beheer • Scholingsbijeenkomsten zorgaanbieders • Scholingsbijeenkomsten mantelzorgers • Scholingsbijeenkomsten AED 55 Bijlage IV. KVK-inschrijvingen zorg en ondersteuning in Oldehove KVK-nr. Naam inschrijving Adres van hoofdvestiging Zorg of ondersteuning 1133241 Dorpshuis 't Humsterland Englumstraat 10 9883PE Oldehove N.v.t. 1136494 Gastouderopvang Matty's Oppas Beatrixstraat 3 9883RR Oldehove Ondersteuning 1181602 ABB Kinderopvang Oldehove / Kinderkwartier Niehoofsterweg 6 9883RH Oldehove Ondersteuning 2064209 Dorpshuis 't Humsterland Englumstraat 10 9883PE Oldehove N.v.t. 2081044 EHBO Vereniging Oldehove Joh Westrastraat 5 9883RK Oldehove N.v.t. 2085969 Thuishuis Dribbel Molenstraat 2 9883PL Oldehove Ondersteuning 2099898 Buurtvereniging HoBeJo Joh Westrastraat 14 9883RL Oldehove N.v.t. 40025941 Dorpsbelangen Oldehove Kenwerderlaan 5 9883RJ Oldehove N.v.t. 41009509 Stichting Peuterspeelzaal Oldehove Pastorijlaan 3 9883PM Oldehove N.v.t. 41009737 Stichting Dorpshuis Humsterland Buitensingel 27 9883SC Oldehove N.v.t. 41010570 Stichting Warme Maaltijdvoorziening Buitensingel 50 9883SJ Oldehove Ondersteuning 55091652 Maatschap Huisartsenpraktijk Reitdiep Haven 4 9891BA Ezinge Zorg 57205485 De Levensboom Schoolstraat 10 9883PH Oldehove Zorg 56 Bijlage V. Verzorgingsgebied van huisartsenpraktijk Dorp Inwonertal binnen het dorp Oldehove 1.145 Ezinge 760 Garnwerd 320 Feerwerd 170 Dorkwerd 25 Den Ham 280 Saaksum 99 Niehove 289 Kommerzijl 577 Totaal 3.765 Opmerking: de inwoners van buiten het dorp (dus buiten de bebouwde kom) zijn in deze cijfers niet inbegrepen. 57