Verslag streektafel Land van Asse Ternat, 19 maart 2014 Aanwezig: Vera Baeyens (Gemeente Liedekerke); Jozef Borremans (Gemeente Ternat); Joris Broodcoorens (UNIZO); Pascal De Gijnst (Gemeente Liedekerke); Chantal Denuit (OCMW Ternat); Fred Dielens (Haviland Igsv); Jean Dooms (Gemeente Ternat); Edwin Fabri (Gemeente Asse); Paul Gillisjans (Werkgroep welzijn); Marlon Grobben (Gemeente Affligem); Geert Heyvaert (Gemeente Asse); Dirk Janssens (Gemeente Dilbeek); Etienne Keymolen (Gemeente Asse); Tim Kiekens (ACV); Louis Lombaert (OCMW Asse); Ronald Parys (Gemeente Ternat); Lyotta Pessemier (Gemeente Asse); Katia Segers (Gemeente Liedekerke); Christiane Servranckx (Gemeente Ternat); Leen Steenhoudt (Haviland Igsv); Jef Valkeniers (Gemeente Dilbeek); Guido Van Cauwelaert (Gemeente Ternat); Bernadette Van Coilie (Gemeente Dilbeek); Armand Van Malderen (Gemeente Ternat); Marianne Vanden Houtte (Gemeente Dilbeek); Koen Vanholder (Gemeente Ternat); Lies Vereecke (OCMW Dilbeek); Luc Wynant (Gemeente Liedekerke); Jan Creten (RESOC); Jo Van Assche (UGent); Stephan Verwee (Haviland Igsv); Ann Scheys (Haviland Igsv); Koen De Reu (Haviland Igsv, verslaggever). Verontschuldigd: Greet Claes (OCMW Liedekerke); Jan Margot (Gemeente Dilbeek); Koen Van Elsen (Gemeente Asse); Willy Segers (Gemeente Dilbeek); Michel Vanhaeleweyck (Gemeente Asse); Vanessa De Bolle (Gemeente Liedekerke); Walter De Donder (Gemeente Affligem); Micheline De Mol (OCMW Asse); Denise De Paepe (Gemeente Affligem); Karel De Ridder (Gemeente Dilbeek); Hil d'Haese (OCMW Affligem); Dorette Heymans (Gemeente Liedekerke); Frans Holsters (Gemeente Ternat); Kristine Neven (Gemeente Affligem); Johanna Neyt (Voka); Guy Pardon (Gemeente Dilbeek); Karina Peeters (Gemeente Dilbeek); Herwig Reynaert (UGent); Etienne Schouppe (Gemeente Liedekerke); Maria Segers (OCMW Ternat); Lander Van Droogenbroeck (Gemeente Asse); Diane Van Hove Gemeente (Dilbeek); Jonas Van Vaerenbergh (Gemeente Affligem); Carine Walravens (Gemeente Dilbeek). Stand hefboomprojecten (actief ondersteund vanuit RESOC) 1. Mobiliteit • • • • • Stationsomgeving als opstap voor regionaal toerisme Fiets-GEN (Haviland is een belangrijke partner in het ontwerp) Intergemeentelijk mobiliteitsplan (+ dito commissie) Intergemeentelijk parkeerbedrijf Memorandum NMBS en federale regering 2. Economie • Kwalitatieve ruimte voor economische activiteiten op bestemde bedrijventerreinen of intergemeentelijk. 3. Arbeidsmarkt • Uitbouw lokaal dienstenaanbod via sociale economie (studiemomenten waarop sociale economie haar aanbod en mogelijkheden komt voorstellen aan de lokale besturen): • 10/6 – Asse • 19/6 – Halle • 20/9 - Vilvoorde Verslag werkgroep Wonen Een rondvraag bij de deelnemers leverde heel wat materiaal op over het lopend gemeentelijk beleid, mogelijkheden voor intergemeentelijke samenwerking en samenwerking met de hogere overheid. Uit de inbreng van alle aanwezigen konden we drie besluiten trekken.: 1. Gemeentelijke initiatieven Gemeentebesturen werken op verschillende manieren aan kwaliteitsvol en betaalbaar wonen door: • Het opmaken van een degelijk gemeentelijk ruimtelijke structuurplan (GRS), waarin ruimte voor wonen naast andere functie en open ruimte wordt voorzien. Daarin worden ook de randvoorwaarden bepaald voor een ‘kwalitatieve verdichting’ van het wonen, waarbij zeker ook de kwaliteit van de woonomgeving wordt bewaakt. Dat GRS vormt de basis om de regie uit te oefenen op de stedenbouw in de gemeente. Zo kan een ruimtelijk ontvoogde gemeente (die dus over een goedgekeurd GRS beschikt) via een RUP afwijken van de stedenbouwkundige richtlijnen van het gewestplan, om bijvoorbeeld meer dan 2 woonlagen te voorzien in bepaalde zones van de gemeente. • In deze gemeenten zijn er veel initiatieven van private ontwikkelaars. Om de kwaliteit van die projecten te bevorderen willen gemeentebesturen, vanuit hun regierol, samenwerken met particuliere ontwikkelaars. Momenteel leggen gemeenten via de opmaak van RUP’s heel wat randvoorwaarden aan deze privé-projecten op, bvb rond mobiliteitsafwikkeling, parkeervoorzieningen, groen, uitzicht, enz. Deze ontwikkelingsprojecten hebben betrekking op relatief grootschalige bouwprojecten, waarbij appartementen en woningen worden opgetrokken (tot een paar honderd woningen). • Naast de ruimtelijke kwaliteit van het wonen wordt ook opgeroepen om oog te hebben voor de architecturale kwaliteit van het wonen. Die kwaliteit heeft niet alleen betrekking op de woningtypologie, maar ook op de omringende publieke ruimte. Met het oog op de architecturale kwaliteit dient ook de aantrekkelijkheid van dorpscentra te worden nagestreefd. In dat verband werd verwezen naar een organisatie in West-Vlaanderen, namelijk de WinVorm. Dit platform werkt met een kwaliteitskamer en open oproep formule om de ruimtelijke en architecturale kwaliteit van gemeentelijke ontwikkelingsprojecten omhoog te tillen. Zie http://www.westvlaanderen.be/provincie/beleid_bestuur/winvorm2/Pages/default.aspx De kwaliteit van het wonen heeft ook betrekking op de uitrusting van de woonomgeving. Vooral de aanwezigheid van detailhandel, die aansluit bij de dagelijkse huis-, tuin- en keukenactiviteiten, bevordert het comfort van de gezinnen die in de nabijheid wonen. En dat uitrustingsniveau heeft ook voordelen op het vlak van mobiliteit. Gemeentebesturen werken ook samen met sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’en), om voldoende betaalbare woningen te voorzien, zowel op de sociale huur- als koopmarkt. Zelf bieden ze soms ook sociale kavels aan, zodat ook minder kapitaalkrachtige gezinnen, die niet in aanmerking komen voor de sociale woningen, in de gemeente een betaalbare woningen kunnen (laten) bouwen. In Dilbeek worden ook woonsubsidies voorzien om het wonen betaalbaar te maken voor gezinnen, die net te veel verdienen om toegang te krijgen tot een sociale woning (het zogenaamde budgetwonen). De meeste gemeentebesturen willen op die manier hun achterstand in sociale huisvesting inhalen, en het sociaal objectief blijven nastreven. 2. Intergemeentelijke samenwerking Deelnemers brengen ook ideeën en suggesties aan voor intergemeentelijke samenwerking • De gemeenten van de politiezone TARL (Ternat, Affligem, Roosdaal en Liedekerle) hebben een intergemeentelijk samenwerkingsverband opgericht met als doel de woonproblemen samen aan te pakken. Zo doet men samen onderzoek naar de opmaak van een bruikbare RUP voor de aanpak van de kwaliteit bij de noodzakelijke verdichting in de woongebieden.Asse werkt mee aan een intergemeentelijke woonwinkel. 3. Samenwerking met de hogere overheid Heel wat zaken op het vlak van het huisvestingsbeleid zijn niet op gemeentelijk niveau alleen op te lossen en vergen een samenwerking met hogere overheden. Deelnemers aan deze werkgroep doen voorstellen om: • Het is belangrijk om een signaal te geven naar de hogere overheid om hun regelgeving consistent te maken. En dat bijvoorbeeld op het vlak van het verbod op het opdelen van eensgezinswoningen versus het bevorderen van kangoeroewonen of andere alternatieve woonvormen. • Wat gaat er gebeuren nu het Grondwettelijk hof de bepaling van het grond- en pandendecreet inzake de sociale lasten heeft vernietigd? • Wil de Vlaamse overheid zijn bevolkingsprognoses op gemeentelijk niveau actualiseren? Kunnen de prognoses van de gemeenten in Vlaams-Brabant rekening houden met de migraties uit Brussel? Werkgroep zorg Kenmerkend voor deze regio is : • • twee gemeenten met een groot aantal inwoners die sterk de invloed ondervinden van het Brussels Gewest ( Dilbeek en Asse ); een groot gedeelte behoudt wel een landelijk karakter; drie gemeenten met een beperkt aantal inwoners ( Affligem, Liedekerke en Ternat ) met een nog hoofdzakelijk landelijk karakter. Inzake geïntegreerde zorgverlening op maat moet men o.m. rekening mee houden dat : • door de meer “geïndividualiseerde” samenleving neemt de psychologischementale afstand tussen de zorgbehoevende en lokale dienstverlening toe; dit maakt dat men in de eerste plaats werk moet maken om deze afstand verkleinen: • informatie meer accuraat laten doorstromen ( stel vooral de vraag wie moeten wij bereiken, op welk moment en op welke wijze ); • opnieuw werk maken van persoonlijke contacten ( via bepaalde beroepen, georganiseerd vanuit OCMW, contacten met mutualiteiten …) • tussenstappen organiseren tussen moment van begin van de zorgnood en de verdere evolutie, om te vermijden dat men wacht tot een aanvraag naar zorg om moment dat de nood acuut is geworden. • de lokale overheden ondervinden dat meer en meer taken naar de lokale overheden worden doorgeschoven; recentelijk nog zorgt de zesde staatshervorming voor een aantal verschuivingen, die repercussies hebben op de werking van bestaande instellingen en organisaties. • De gemeenten zitten stilaan aan hun grens om nog te kunnen voldoen aan de toenemende terechte vragen naar zorgverlening, omwille van : • lokale overheden zitten bijna overal aan hun financiële grens; • toegenomen complexiteit van de problematiek, zowel inzake de materie als de oplossing; gans de problematiek van de kinderopvang is hiervan een goed voorbeeld. • Als gevolg hiervan zullen er meer en meer samenwerkingsverbanden aan bod komen, zowel tussen lokale overheid en privé als tussen lokale overheden onderling. De rol van Haviland wordt vooral gezien als coördinator-ondersteuner initiatiefnemer op vlak van : • samenwerkingsverbanden; er wordt o.m. gedacht aan : • inspelen op winkeloverschotten; • aanbod sociale economie; • samenwerking met mutualiteiten, familiehulp,.. • aanreiken van expertise voor complexe materies, die voor vele gemeenten dezelfde is : voorbeelden zijn : • subsidioloog; • kinderopvang; • integratie anderstaligen ( brug tussen lokale overheid en gewest ); • inzet van vrijwilligers. De werkgroep zag geen grote behoefte inzake intergemeentelijke samenwerking op vlak : • welzijns- en zorgcentra; • pool van zorgberoepen over de gemeentegrenzen heen; • inzet van vrijwilligers. Dit belet niet dat er geen mogelijkheden voorhanden zijn. Deze worden beter vanuit concrete noden benaderd. Klimaatneutraliteit en centrumerkenning 1. Klimaatneutraal De Europese doelstellingen tegen 2030 worden verstrengd. Daarom zullen de gemeenten werk moeten maken van een integraal energiebeleid. Zowel intern, extern (huishoudens) als naar het bedrijfsleven. Belangrijke partner hierbij zijn de netbeheerders. Ook het provinciebestuur van Vlaams-Brabant biedt hiervoor de nodige ondersteuning. Zij kunnen bv. in een interregionale samenwerking zorgen voor een energiebeleid dat werkt. 2. Centrumfuncties Meer en meer krijgt onze regio te maken met diverse vormen van verstedelijking (demografisch, scholing, werkloosheid enz.). Haviland heeft aandacht voor die verstedelijking in zijn werking rond streekontwikkeling. En RESOC is trekker van een dossier voor bijkomende centrumstadmiddelen. Het dossier maakt deel uit van een memorandum voor de Vlaamse regering. Tweede streekcongres Op donderdag 24 april vindt het tweede streekcongres plaats, van 13.30u tot 17.30u. Afspraak in Het Koetshuis, Kristus Koninglaan in Roosdaal. De officiële uitnodiging en agenda volgen. Paul Gillisjans en Koen De Reu 26.03.14