HyQvia, INN-human normal immunoblobulin (SCIg)

advertisement
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
HyQvia is een dubbele injectieflacon bestaande uit één injectieflacon met humane normale
immunoglobuline (immunoglobuline 10% of IG 10%) en één injectieflacon met recombinant
humane hyaluronidase (rHuPH20).
Humane normale immunoglobuline (IG 10%)
Eén ml bevat:
Humane normale immunoglobuline..............100 mg
(zuiverheid van minimaal 98% immunoglobuline G (IgG))
Elke injectieflacon van 25 ml bevat: 2,5 g IgG
Elke injectieflacon van 50 ml bevat: 5 g IgG
Elke injectieflacon van 100 ml bevat: 10 g IgG
Elke injectieflacon van 200 ml bevat: 20 g IgG
Elke injectieflacon van 300 ml bevat: 30 g IgG
Distributie van IgG-subklassen (waarden bij benadering):
IgG1 ≥ 56,9%
IgG2 ≥ 26,6%
IgG3 ≥ 3,4%
IgG4 ≥ 1,7%
Het maximumgehalte immunoglobuline A (IgA) is 140 microgram/ml.
Bereid uit humaan plasma van donoren.
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
Recombinant humane hyaluronidase is een gezuiverd glycoproteïne van 447 aminozuren dat met
recombinant-DNA-techniek wordt vervaardigd in de ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO).
Natrium (als chloride en fosfaat).
Het totale natriumgehalte van recombinant humane hyaluronidase is 0,16 mmol (3,68 mg) per ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie (infusie).
IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing.
Recombinant humane hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing.
2
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Vervangingstherapie bij volwassenen (≥ 18 jaar) bij primaire immunodeficiëntiesyndromen zoals:




Congenitale agammaglobulinemie en hypogammaglobulinemie
Common-variable immunodeficiency
Ernstige gecombineerde immunodeficiëntie
IgG-subklassedeficiënties met herhaaldelijk optredende infecties
Vervangingstherapie bij volwassenen (> 18 jaar) bij myeloom of chronische lymfocytaire leukemie
met ernstige secundair verworven hypogammaglobulinemie en herhaaldelijk optredende infecties.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet worden gestart en aanvankelijk worden gecontroleerd en gevolgd onder toezicht
van een arts die ervaring heeft met de behandeling van immunodeficiëntie.
HyQvia bestaat uit twee injectieflacons. Elke injectieflacon met IG 10% wordt geleverd met de juiste
overeenkomende hoeveelheid recombinant humane hyaluronidase, zoals vermeld in de volgende tabel.
Dien altijd de volledige inhoud van de injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase toe,
ongeacht of de volledige inhoud van de injectieflacon met IG 10% wordt toegediend.
Toedieningsschema HyQvia
Recombinant humane hyaluronidase
Humane normale immunoglobuline 10%
Volume (ml)
Proteïne (gram)
Volume (ml)
1,25
2,5
25
2,5
5
50
5
10
100
10
20
200
15
30
300
Dosering
Het kan nodig zijn de dosis per patiënt te individualiseren, afhankelijk van de farmacokinetische
en klinische reactie. Het volgende doseringsschema is een richtlijn.
Patiënten die niet eerder zijn behandeld met immunoglobuline
De dosis vereist voor een dalconcentratie van 6 g/l ligt tussen 0,4-0,8 g/kg/maand. Het dosisinterval
wanneer een steady state is bereikt, varieert tussen 2 en 4 weken.
De dalconcentraties moeten worden gemeten en beoordeeld in samenhang met het voorkomen van
infectie. Om de frequentie van infecties te verlagen, kan het nodig zijn de dosis te verhogen en
te streven naar hogere dalconcentraties (> 6 g/l).
Aanbevolen wordt om bij de start van de behandeling de behandelingsintervallen voor de eerste
infusies geleidelijk te verlengen van een wekelijkse dosis tot maximaal een dosis om de 3 of 4 weken.
De cumulatieve maandelijkse dosis van IG 10% dient te worden verdeeld in doses om de 1, 2, enz.
weken, volgens de geplande behandelingsintervallen met HyQvia.
Patiënten die eerder zijn behandeld met intraveneus toegediende immunoglobuline
Patiënten die rechtstreeks overstappen van intraveneuze toediening van immunoglobuline, of die
een vorige intraveneuze dosis immunoglobuline hebben gehad die als referentie kan dienen, moeten
het geneesmiddel toegediend krijgen in dezelfde dosis en met dezelfde frequentie als de vorige
intraveneuze immunoglobulinebehandeling. Bij patiënten die eerder een doseringsschema om
3
de 3 weken hadden, kan een verlenging van het interval naar 4 weken worden bereikt door
toediening van dezelfde wekelijkse equivalenten.
Patiënten die eerder zijn behandeld met subcutaan toegediende immunoglobuline
Voor patiënten die nu subcutaan immunoglobuline krijgen toegediend, is de eerste maandelijkse
dosis van HyQvia dezelfde als bij subcutane behandeling, maar aangepast voor een interval om
de 3 of 4 weken.
Voor patiënten die rechtstreeks overstappen van subcutane immunoglobulinebehandeling, dient
de eerste infusie met HyQvia een week na de laatste immunoglobulinebehandeling te worden gegeven.
Pediatrische patiënten
De veiligheid op de lange termijn en mogelijke risico's van HyQvia voor de vruchtbaarheid bij
kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens
worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2.
Wijze van toediening
Het geneesmiddel is uitsluitend voor subcutaan gebruik.
Indien gefaciliteerde subcutane infusie van HyQvia voor behandeling thuis wordt gebruikt, moet
de behandeling worden ingesteld door een arts die ervaring heeft met de begeleiding van deze
patiënten in de thuissituatie. De patiënt moet worden onderwezen in infusietechnieken, het gebruik
van een infusiepomp, eventueel het invullen van een behandelingskaart en de te nemen maatregelen in
geval van bijwerkingen.
De twee componenten van het geneesmiddel moeten achtereenvolgens via dezelfde naald worden
toegediend, beginnend met de recombinant humane hyaluronidase en gevolgd door de IG 10%, zoals
hierna beschreven.
De HyQvia-componenten kunnen worden toegediend met een elektromechanische pomp met variabele
snelheid, een subcutane naaldset van minimaal 24 gauge en een toedieningsset die compatibel is met
de pomp.
Aanbevolen wordt de recombinant humane hyaluronidase-component bij een constante snelheid toe
te dienen en de toedieningssnelheid van de IG 10% niet te overschrijden, zeker als de patiënt net met
de HyQvia-behandeling is gestart.
De aanbevolen plaats(en) voor de infusie van het geneesmiddel zijn de buik en dijbenen. Als twee
plaatsen worden gebruikt, dient de tweede infuusplaats zich aan de contralaterale kant van het
lichaam te bevinden. Vermijd uitstekende botdelen.
Eerst wordt de volledige dosis recombinant humane hyaluronidase-oplossing toegediend met
een snelheid van 1 tot 2 ml/minuut per infuusplaats. Binnen 10 minuten nadat de infusie van
recombinant humane hyaluronidase is voltooid, moet op dezelfde infuusplaats de infusie van
de vereiste dosis IG 10% worden gestart. Als twee infuusplaatsen worden gebruikt, moet
de totale dosis van zowel recombinant humane hyaluronidase als IG 10% worden verdeeld
voordat met infusie wordt gestart.
Voor IG 10% worden de volgende toedieningssnelheden aanbevolen:

Patiënten met een lichaamsgewicht van 40 kg of meer: IG 10% moet worden toegediend
met een beginsnelheid van 10 ml/uur/infuusplaats. Indien goed verdragen, mag de
toedieningssnelheid worden verhoogd in intervallen van minimaal 10 minuten tot
maximaal 240 ml/uur/infuusplaats voor de eerste (een of twee) infusies. De snelheid
van volgende infusies kan worden aangepast tot maximaal 300 ml/uur/infuusplaats.
4

Patiënten met een lichaamsgewicht lager dan 40 kg: IG 10% moet worden toegediend met een
beginsnelheid van 5 ml/uur/infuusplaats. Indien goed verdragen, mag de toedieningssnelheid
worden verhoogd in intervallen van minimaal 10 minuten tot maximaal 80 ml/uur/infuusplaats
voor de eerste (een of twee) infusies. De snelheid van volgende infusies kan worden aangepast
tot maximaal 160 ml/uur/infuusplaats.
Voor instructies over het gebruik van het geneesmiddel, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
Overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen, vooral in zeer zeldzame gevallen van
IgA-deficiëntie wanneer de patiënt antilichamen tegen IgA heeft.
Systemische overgevoeligheid voor hyaluronidase of recombinant humaan hyaluronidase.
HyQvia mag niet intraveneus worden toegediend.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden
(zie rubriek 4.6).
De in rubriek 4.2 aanbevolen toedieningssnelheid moet worden aangehouden. Patiënten moeten
tijdens de gehele infusieperiode nauwlettend worden bewaakt en geobserveerd op bijwerkingen, zeker
bij patiënten bij wie met de behandeling wordt begonnen.
Bepaalde bijwerkingen kunnen zich vaker voordoen bij patiënten die humane normale
immunoglobuline voor het eerst krijgen toegediend, of in zeldzame gevallen, wanneer op een ander
product met humane normale immunoglobuline wordt overgestapt of wanneer de behandeling
gedurende langere tijd is gestaakt.
In de klinische onderzoeken zijn geen chronische veranderingen van de huid waargenomen. Patiënten
moet worden verteld dat zij alle chronische ontstekingen, noduli of ontstekingen die op de infuusplaats
ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten melden.
Overgevoeligheid voor IG 10%
Echte overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Deze kunnen met name voorkomen in zeer
zeldzame gevallen van IgA-deficiëntie met anti-IgA-antilichamen, en deze patiënten moeten met
voorzichtigheid worden behandeld. De IG 10%-component van het geneesmiddel bevat sporen
van IgA (maximale inhoud is 140 microgram/ml).
In zeldzame gevallen kan humane normale immunoglobuline een daling van de bloeddruk met
anafylactische reactie veroorzaken, zelfs bij patiënten die eerder behandelingen met humane normale
immunoglobuline goed hebben verdragen.




Bij patiënten met een groot risico op allergische reacties mag het product alleen worden
toegediend indien ondersteunende zorg voor levensbedreigende reacties beschikbaar is.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de vroege verschijnselen van
anafylaxie/overgevoeligheid (urticaria, pruritus, gegeneraliseerde urticaria, gevoel van
beklemming op de borst, piepende ademhaling en hypotensie).
Afhankelijk van de ernst van de reactie en de medische praktijk kan met premedicatie dit type
reacties mogelijk worden voorkomen.
Indien anafylactische of ernstige overgevoeligheid voor humane immunoglobuline bekend is,
moet dit in het patiëntendossier worden vermeld.
5
Eventuele complicaties kunnen vaak worden voorkomen met de volgende voorzorgsmaatregelen:



De eerste keer het product langzaam toedienen zodat patiënten niet gevoelig worden voor
humane normale immunoglobuline (zie rubriek 4.2).
Patiënten gedurende de gehele infusieperiode zorgvuldig controleren en volgen om eventuele
symptomen op te sporen. Met name patiënten die voor het eerst humane normale
immunoglobuline krijgen toegediend, zijn overgestapt van een ander product of hun
behandeling gedurende een langere periode hebben stopgezet, moeten tijdens de eerste infusie
en het daaropvolgende uur worden gecontroleerd en gevolgd om eventuele bijwerkingen op te
sporen. Alle andere patiënten moeten gedurende ten minste 20 minuten na toediening worden
geobserveerd.
Als de behandeling thuis plaatsvindt, moet ondersteuning van een andere verantwoordelijke
persoon beschikbaar zijn voor de behandeling van bijwerkingen of het oproepen van hulp
wanneer zich ernstige bijwerkingen voordoen. Patiënten die zelf de behandeling thuis uitvoeren
en/of hun begeleiders moeten ook worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van
overgevoeligheidsreacties.
Wanneer zich bijwerkingen voordoen, moet ofwel de toedieningssnelheid worden verlaagd of de
toediening worden gestaakt. De vereiste behandeling is afhankelijk van de aard en ernst van de
bijwerking. In het geval van een shock, dient de standaard medische behandeling voor shock toegepast
te worden.
Overgevoeligheid voor hyaluronidase
Bij de minste verdenking van allergische of anafylactische reacties na toediening van recombinant
humane hyaluronidase, moet de infusie onmiddellijk worden gestaakt en moet indien nodig de
standaard medische behandeling worden toegepast.
Verspreiding van gelokaliseerde infecties
Het geneesmiddel mag niet worden geïnjecteerd op of rond een geïnfecteerd of acuut ontstoken plaats
vanwege het gevaar op verspreiding van een gelokaliseerde infectie.
Bijwerkingen die zijn gerapporteerd bij intraveneus toegediende immunoglobuline
Trombo-embolische voorvallen (bijv. myocardinfarct, cerebrovasculair accident, diepe veneuze
trombose en longembolie), renale disfunctie/nierfalen, aseptische meningitis en hemolyse zijn
waargenomen bij intraveneuze toediening van IG 10% en kunnen niet worden uitgesloten bij
toediening van HyQvia.
Trombotische voorvallen en hemolyse zijn eveneens gemeld in samenhang met subcutane toediening
van immunoglobulineproducten.
Trombotische voorvallen



Bij patiënten met bekende risicofactoren of patiënten die horen bij een risicogroep voor
trombo-embolische voorvallen (zoals een gevorderde leeftijd, hypertensie, diabetes mellitus
en een geschiedenis van vaatziekten of trombotische episoden, patiënten met verworven of
erfelijke trombofilie, patiënten met langere perioden van immobilisatie, patiënten met ernstige
hypovolemie, patiënten met ziekten die de bloedviscositeit verhogen) moet hiervan melding in
het patiëntendossier worden gemaakt. Voor risicopatiënten moet een beoordeling van de
uitgangssituatie voor alle risicofactoren, inclusief viscositeit, worden overwogen.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de eerste symptomen van trombo-embolische
voorvallen, inclusief kortademigheid, pijn en zwelling van een ledemaat, focale neurologische
stoornissen en pijn op de borst, en hen moet worden geadviseerd onmiddellijk contact op te
nemen met hun arts zodra de eerste symptomen zich voordoen.
Patiënten moeten voldoende gehydrateerd zijn voordat immunoglobulinen worden gebruikt.
6
Hemolytische anemie
Immunoglobulineproducten kunnen bloedgroepantistoffen bevatten die kunnen optreden als
hemolysinen en zorgen voor in vivo-coating van rode bloedcellen met immunoglobuline waardoor
een positieve directe antiglobulinereactie (Coombs-test) en, zelden, hemolyse ontstaat. Hemolytische
anemie kan na immunoglobulinetherapie ontstaan vanwege een verhoogde sequestratie van rode
bloedcellen. Ontvangers van immunoglobulineproducten moeten worden gecontroleerd en gevolgd op
klinische symptomen van hemolyse.
Acuut nierfalen
Gevallen van acuut nierfalen zijn gemeld bij patiënten die intraveneuze immunoglobulinetherapie
kregen. In de meeste gevallen zijn risicofactoren vastgesteld, zoals bestaande renale insufficiëntie,
diabetes mellitus, hypovolemie, overgewicht, gelijktijdig gebruikte nefrotoxische geneesmiddelen of
een leeftijd boven de 65 jaar.
In het geval van een verminderde nierfunctie moet worden overwogen de toediening te staken.
Hoewel de meldingen over nierdisfunctie en acuut nierfalen in verband zijn gebracht met het gebruik
van een groot aantal toegelaten intraveneuze immunoglobulineproducten met diverse hulpstoffen zoals
sucrose, glucose en maltose, maken producten met sucrose als stabilisator een onevenredig deel uit
van het totale aantal meldingen. Bij risicopatiënten kan het gebruik van intraveneuze
immunoglobulineproducten zonder deze hulpstoffen worden overwogen. HyQvia bevat geen sucrose,
maltose of glucose.
Aseptische meningitis
Gevallen van aseptische meningitis zijn gemeld in samenhang met intraveneuze
immunoglobulinebehandeling. Stopzetting van de intraveneuze immunoglobulinebehandeling
heeft binnen enkele dagen geleid tot remissie van aseptische meningitis zonder restverschijnselen.
Aseptische meningitis treedt meestal op binnen enkele uren tot 2 dagen na intraveneuze
immunoglobulinebehandeling. Onderzoeken naar cerebrospinaal vocht testen vaak positief
op pleiocytose tot enkele duizenden cellen per mm3, hoofdzakelijk afkomstig van granulocyten,
en verhoogde proteïneniveaus tot een paar honderd mg/dL.
Aseptische meningitis kan vaker voorkomen in samenhang met intraveneuze
immunoglobulinebehandeling met hoge dosis (2 g/kg).
Informatie over enkele bestanddelen
HyQvia bevat geen suikers. De IG 10%-component bevat sporen van natrium. Recombinant humane
hyaluronidase bevat 0,16 mmol (3,68 mg) natrium per ml, met een maximale dagelijkse dosis van
ongeveer 120 mg. Dit moet eventueel in overweging worden genomen bij patiënten op een
natriumbeperkt dieet.
Interferentie met serologische testen
Na injectie van immunoglobuline kan de tijdelijke toename van de diverse passief overgedragen
antilichamen in het bloed van de patiënt leiden tot misleidende positieve resultaten bij serologische
testen.
Passieve transmissie van antilichamen op erytrocyt-antigenen, zoals A, B of D, kan interfereren
met enkele serologische testen op antilichamen tegen rode bloedcellen, zoals de directe
antiglobulinetest (DAT, directe Coombs-test).
Informatie over veiligheid met betrekking tot overdraagbare ziekteverwekkers
Humane normale immunoglobuline en humaan serumalbumine (stabilisator van de recombinant
humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma. Selectie van donoren, screening van
individuele donaties en plasmapools op specifieke infectiemarkers, en doeltreffende
virusinactivatie-/virusverwijderingsstappen in het productieproces behoren tot de
standaardmaatregelen om infecties als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen bereid uit humaan
bloed of plasma te voorkomen. Ondanks deze maatregelen kan het risico op overdracht van
verwekkers van infectieziekten niet helemaal worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen bereid
7
uit humaan bloed of plasma toegediend worden. Dat geldt tevens voor onbekende of opkomende
virussen en andere ziekteverwekkers.
De genomen maatregelen worden geacht effectief te zijn voor omhulde virussen zoals het humane
immuundeficiëntievirus (HIV), hepatitis-B-virus (HBV) en hepatitis-C-virus (HCV), en voor de
niet-omhulde virussen hepatitis-A (HAV) en parvovirus B19.
Er bestaat geruststellend klinisch bewijs met betrekking tot het uitblijven van overdracht van hepatitis
A of parvovirus B19 met immunoglobulinen, en er wordt ook aangenomen dat het gehalte aan
antilichamen een belangrijke bijdrage levert aan de virale veiligheid.
Het wordt sterk aanbevolen altijd wanneer een patiënt een dosis HyQvia krijgt, de naam en het
batchnummer van het product te noteren om de koppeling tussen de patiënt en het batchnummer
van het product te behouden.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Levende verzwakte virusvaccins
Na toediening van immunoglobuline kan de werkzaamheid van levende verzwakte virusvaccins zoals
mazelen, rodehond, de bof en varicella gedurende een periode van ten minste 6 weken tot 3 maanden
verstoord zijn. Na toediening van dit product moet 3 maanden worden gewacht voordat vaccinatie met
levende verzwakte virusvaccins mag plaatsvinden. In het geval van mazelen kan de verminderde
werkzaamheid tot een jaar duren. Patiënten die een mazelenvaccin krijgen, moeten daarom hun
antilichaamstatus laten controleren.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd naar HyQvia bij zwangere vrouwen. HyQvia mag
niet worden gebruikt door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden en een
alternatieve behandeling moet worden overwogen. Vrouwen die zwanger kunnen worden, wordt
aangeraden om tijdens de HyQvia-behandeling passende maatregelen te treffen om zwangerschap
te voorkomen. Als een vrouw toch zwanger wordt, dient behandeling met HyQvia te worden gestaakt.
Bovendien moet de behandelend arts haar aanraden deel te nemen aan het zwangerschapsregister.
Borstvoeding
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid van HyQvia bij vrouwen die borstvoeding
geven. HyQvia mag niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Klinische ervaring met immunoglobulinen suggereert dat er geen schadelijke effecten van IG 10% op
de vruchtbaarheid te verwachten zijn. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar over de klinische
veiligheid van HyQvia voor de ontwikkeling van het voortplantingssysteem.
Mannelijke en vrouwelijke patiënten die zich kunnen voortplanten, dienen te worden geadviseerd dat
er onvoldoende langetermijngegevens beschikbaar zijn over het gebruik van HyQvia. Het effect op de
menselijke vruchtbaarheid en eventuele ongewenste effecten van HyQvia op de bevruchting zijn
momenteel onbekend. Deze patiënten moeten het HyQvia-educatiemateriaal voor patiënten krijgen
uitgereikt voor meer informatie.
Onderzoek bij dieren wijst geen directe of indirecte schadelijke effecten uit met betrekking tot
reproductietoxiciteit bij doses die worden gebruikt voor facilitering van de toediening van IG 10%
(zie rubriek 5.3).
8
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
HyQvia heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Patiënten die tijdens de behandeling bijwerkingen ervaren (zoals duizeligheid
en misselijkheid), moeten wachten met het besturen van voertuigen of het bedienen van machines
totdat de bijwerkingen zijn geweken.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst gemelde bijwerkingen van HyQvia die voorkwamen met een frequentie van 0,203 per
infusie, waren lokale reacties. De vaakst gemelde systemische bijwerkingen waren hoofdpijn,
vermoeidheid en pyrexie. De meeste bijwerkingen waren mild tot matig in ernst.
Humane normale immunoglobuline
Bijwerkingen zoals koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid, koorts, braken, allergische reacties,
nausea, artralgie, lage bloeddruk en matige lagerugpijn kunnen soms voorkomen.
In zeldzame gevallen kunnen humane normale immunoglobulinen een plotse daling van de bloeddruk
en, in geïsoleerde gevallen, anafylactische shock veroorzaken, zelfs bij patiënten die bij eerdere
toediening geen overgevoeligheidsreacties vertoonden.
Gevallen van voorbijgaande aseptische meningitis, voorbijgaande hemolytische reacties, verhoogd
serumcreatinine en/of acuut nierfalen zijn bij humane normale immunoglobuline waargenomen. Zie
rubriek 4.4.
Trombo-embolische reacties zoals myocardinfarct, beroerte, longembolie en diepe veneuze trombose
zijn zelden waargenomen bij IV- en SC-toediening van gammaglobulineproducten.
Lokale reacties op de infuusplaats: zwelling, gevoeligheid, roodheid, verharding, lokale warmte,
lokale pijn, jeuk, blauwe plekken en rash.
De volgende bijkomende bijwerkingen zijn gemeld voor subcutaan toegediende
immunoglobulineproducten in het algemeen, en zijn in volgorde van ernst gerangschikt
op systeem/orgaanklasse volgens gegevensbank MedDRA en op MedDRA-voorkeursterm:
Immuunsysteemaandoeningen: overgevoeligheidsreactie
Zenuwstelselaandoeningen: paresthesie, tremor
Hartaandoeningen: tachycardie
Bloedvataandoeningen: blozen, bleekheid, perifere koude
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: dyspneu
Maagdarmstelselaandoeningen: paresthesie van de mond
Huid- en onderhuidaandoeningen: zwelling aangezicht, urticaria, allergische dermatitis,
hyperhidrose, pruritus
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: rugpijn, musculoskeletale stijfheid
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: ongemak op de borst, het warm hebben
Onderzoeken: alanineaminotransferase verhoogd
Zie voor informatie over virale veiligheid rubriek 4.4.
Recombinant humane hyaluronidase
De vaakst gemelde bijwerkingen tijdens postmarketinggebruik van recombinant humane
hyaluronidase in soortgelijke preparaten subcutaan toegediend voor de dispersie en absorptie van
subcutaan toegediende vloeistoffen of geneesmiddelen, waren milde lokale reacties op de
injectieplaats, zoals erytheem en pijn. Oedeem is het vaakst gemeld in samenhang met subcutane
toediening van een groot vloeistofvolume.
9
Antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase
In totaal 13 van de 83 proefpersonen die deelnamen aan een hoofdonderzoek ontwikkelden een
antilichaam dat tijdens het klinische onderzoek in staat bleek zich ten minste eenmaal te binden aan
recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20). Deze antilichamen konden recombinant humane
hyaluronidase niet neutraliseren. Een tijdelijk verband tussen bijwerkingen en de aanwezigheid van
anti-rHuPH20-antistoffen kon niet worden aangetoond. Er was geen toename in incidentie of ernst van
bijwerkingen bij patiënten die antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase hadden
ontwikkeld.
Tabel met bijwerkingen
De veiligheid en verdraagbaarheid van HyQvia zijn beoordeeld in een fase 3-onderzoek
bij 83 patiënten met PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen), waaronder 21 patiënten
tussen 2 en 16 jaar, die eens in de 3 tot 4 weken een infusie kregen.
De bijwerkingen zijn in de volgende tabel gerangschikt volgens de systeem-/orgaanklassen van
de MedDRA-gegevensbank en hun frequentie.
De frequentie per infusie is geëvalueerd door gebruik te maken van de volgende criteria: Zeer vaak
(≥ 1/10); Vaak (≥ 1/100, < 1/10); Soms (≥ 1/1000, < 1/100); Zelden (≥ 1/10.000, < 1/1000); Zeer
zelden (< 1/10.000); Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/
orgaanklasse, MedDRA
Bijwerkingen van HyQvia
Zeer vaak
Vaak
(≥1/10)
(≥1/100, ≤1/10)
Maagdarmstelselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Lokale reacties
(totaal)

Ongemak/pijn
Lokale reacties:



Erytheem
Zwelling/oedeem
Pruritus
Vermoeidheid
Onderzoeken
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
10
Soms
(≥1/1000, ≤1/100)
Braken
Nausea
Bovenbuikpijn
Diarree
Orale pijn
Lokale reacties:

Massa op
infuusplaats

Nodule

Infuusplaats:

Warmte

Hematoom

Bloedingen
Pyrexie
Perifeer oedeem
Koude rillingen
Malaise
Asthenie
Abnormaal gevoel
Zwaartekrachtsoedeem
Antistoftest positief
Coombs-test positief
Verlaagd aantal
lymfocyten
Verlaagd aantal
wittebloedcellen
Gewicht verlaagd
Verminderde eetlust
Zelden
(≥1/10.000,
≤1/1000)
Systeem/
orgaanklasse, MedDRA
Bijwerkingen van HyQvia
Zeer vaak
Vaak
(≥1/10)
(≥1/100, ≤1/10)
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Soms
(≥1/1000, ≤1/100)
Myalgie
Artralgie
Liespijn
Pijn in extremiteit
Musculoskeletale
thoraxpijn
Migraine
Duizeligheid
Branderig gevoel
Vulvovaginale pruritus
Genitaal oedeem
Neusverstopping
Erytheem
Maculo-papilaire rash
Hypertensie
Bloeddruk verlaagd
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
De lokale reacties die tijdens het klinisch onderzoek werden waargenomen, betroffen onder meer
een milde zwelling op de infuusplaats (die bij de meeste infusies voorkwam) vanwege de grote
infusievolumes. Deze lokale reacties werden in het algemeen echter niet beschouwd als bijwerking,
tenzij ze ongemak veroorzaakten. Slechts twee gevallen van lokale bijwerkingen waren ernstig, pijn
op de infuusplaats en zwelling op de infuusplaats. Twee gevallen van voorbijgaand genitaal oedeem,
waarvan één geval als ernstig werd beschouwd, waren te wijten aan diffusie van het geneesmiddel van
de infuusplaats in het abdomen. Alle waargenomen huidveranderingen losten in de loop van het
klinisch onderzoek vanzelf op.
Pediatrische patiënten
HyQvia is beoordeeld bij 21 pediatrische patiënten tussen 4 en 16 jaar (waarvan er 13 tussen 4 en
< 12 jaar en 8 tussen 12 en < 16 jaar oud waren). Het onderzoeksresultaat wees op vergelijkbare
veiligheidsprofielen bij volwassenen en pediatrische patiënten, zoals de aard, frequentie of ernst en
omkeerbaarheid van de bijwerkingen.
4.9
Overdosering
De gevolgen van overdosering met HyQvia zijn niet bekend. Wanneer immunoglobulinen intraveneus
worden toegediend, kan een overdosering leiden tot vloeistofoverbelasting en hyperviscositeit.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie (humane normale immunoglobuline): immuunsera
en immunoglobulinen: immunoglobulinen, normaal humaan, ATC-code: J06BA
Werkingsmechanisme
Het therapeutische effect van dit geneesmiddel wordt geleverd door de IG 10%-component.
De recombinant humane hyaluronidase faciliteert de dispersie en absorptie van IG 10%.
Humane normale immunoglobuline bevat voornamelijk immunoglobuline G (IgG) met een breed
spectrum aan opsoniserende en neutraliserende antilichamen tegen infectieuze agentia.
11
Zelden
(≥1/10.000,
≤1/1000)
Humane normale immunoglobuline bevat de IgG-antilichamen die aanwezig zijn in de normale
populatie. Deze immunoglobuline wordt meestal vervaardigd uit humane plasmapools van ten
minste 1000 donaties en heeft een distributie van IgG-subklassen in praktisch dezelfde proportie als in
normaal humaan plasma. Adequate doses humane normale immunoglobuline kunnen abnormaal lage
IgG-niveaus herstellen tot het normale bereik.
Recombinant humane hyaluronidase is een oplosbare recombinantvorm van humane hyaluronidase die
de doorlaatbaarheid van bindweefsel verandert door hydrolyse van hyaluronzuur. Hyaluronzuur
is een polysacharide dat voorkomt in de intercellulaire grondstof van bindweefsel en bepaalde
gespecialiseerde weefsels. Het wordt afgebroken door natuurlijk hyaluronidase en heeft een zeer snelle
omlooptijd in subcutane weefsels. Recombinant humane hyaluronidase verhoogt de doorlaatbaarheid
en versnelt daardoor de afbraak van hyaluronzuur. Dit leidt tot een tijdelijke toename van de
doorlaatbaarheid van de interstitiële matrix waardoor een snellere dispersie en absorptie, en
een verbeterde biologische beschikbaarheid van IG 10% mogelijk worden.
De natuurlijke, snelle regeneratie van hyaluronzuur leidt tot volledig herstel van de interstitiële
barrière binnen 24 tot 48 uur.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De veiligheid en werkzaamheid van HyQvia zijn beoordeeld tijdens een fase 3-onderzoek
bij 83 patiënten met PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). Patiënten werden behandeld met
HyQvia bij een dosisinterval van 3 of 4 weken gedurende in totaal 12 maanden (na een korte
titratieperiode). De HyQvia-dosis was gebaseerd op de vorige behandeling met intraveneus
toegediende IG 10% (320 tot 1000 mg/kg/4 weken) en was individueel aangepast, wat zorgde
voor de juiste IgG-niveaus gedurende het onderzoek.
De resultaten van het onderzoek lieten een incidentie van gevalideerde, acute, ernstige bacteriële
infecties tijdens behandeling met HyQvia zien van 0,025 (bovengrens van
eenzijdig 99%-betrouwbaarheidsinterval van 0,046) per jaar. De algehele infectie-incidentie was
lager tijdens HyQvia-toediening dan tijdens de drie maanden intraveneuze toediening van IG 10%: de
puntschatting van de infectiegraad van alle infecties per jaar was 2,97 (95% BI: 2,51 t/m 3,47)
voor HyQvia en 4,51 (95% BI: 3,50 t/m 5,69) voor intraveneus toegediende IG 10%.
Voor bijna alle proefpersonen kon hetzelfde dosisinterval voor HyQvia worden aangehouden als voor
de vorige intraveneuze toediening. Achtenzeventig (78) van de 83 (94%) proefpersonen kregen
dezelfde dosis om de 3 á 4 weken, terwijl één persoon van 4 naar 3 weken ging, één persoon
van 4 naar 2 weken en één persoon van 3 naar 2 weken (2 proefpersonen trokken zich tijdens de
titratieperiode terug).
De mediaan van het aantal infuusplaatsen per maand voor HyQvia was 1,09, dit is iets lager dan
de mediaan van het aantal infuusplaatsen voor intraveneuze IG 10% in dit onderzoek (1,34), en
aanzienlijk lager dan de mediaan van het aantal infuusplaatsen in het onderzoek naar subcutane
toediening van IG 10% (21,43).
Pediatrische patiënten
HyQvia is beoordeeld in 21 pediatrische patiënten, waaronder 13 patiënten van 4 t/m 11 jaar
en 8 patiënten van 12 t/m 15 jaar, die langer dan een jaar werden behandeld (zoals beschreven in de
rubriek Klinische werkzaamheid en veiligheid). Er zijn geen aanmerkelijke verschillen waargenomen
in de farmacodynamische effecten, of in de veiligheid en werkzaamheid van HyQvia tussen
pediatrische patiënten en volwassenen. Deze gegevens zijn echter niet voldoende om de veiligheid en
werkzaamheid van HyQvia voor deze leeftijdsgroep vast te stellen. Zie de rubrieken 4.2 en 4.8.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met HyQvia in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten naar de behandeling van primaire immunodeficiëntie als model voor
vervangingsbehandeling (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
12
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Bij toediening van HyQvia stijgen de serum-IgG-niveaus in de circulatie van de ontvanger tot een
piekconcentratie met een vertraging van ongeveer 3 tot 5 dagen.
Gegevens uit het klinisch onderzoek naar HyQvia wijzen uit dat de serum-IgG-dalconcentraties
kunnen worden onderhouden met doseringsschema´s van 320 tot 1000 mg/kg
lichaamsgewicht/4 weken, toegediend met intervallen van 3 of 4 weken.
De farmacokinetische gegevens van HyQvia zijn beoordeeld in het fase 3-onderzoek naar
veiligheid en werkzaamheid bij 60 patiënten van 12 jaar en ouder die lijden aan PID
(primaire immunodeficiëntiesyndromen). De farmacokinetische resultaten zijn aangegeven
in de volgende tabel, en vergeleken met gegevens voor intraveneuze toediening van IG 10% verkregen
in hetzelfde onderzoek.
Farmacokinetische parameters van HyQvia vergeleken met intraveneuze toediening van
IG 10%
Parameter
HyQvia
IVIG 10%
Mediaan (95% Bl)
Mediaan (95% Bl)
n = 60
n = 68
Cmax [g/l]
15,5 (14,5; 17,1)
21,9 (20,7; 23,9)
Cmin [g/l]
10,4 (9,4 t/m 11,2)
10,1 (9,5 t/m 10,9)
AUC per week [g*dagen/l]
90,52 (83,8 t/m 98,4)
93,9 (89,1 t/m 102,1)
Tmax [dagen]
5,0 (3,3 t/m 5,1)
0,1 (0,1 t/m 0,1)
Duidelijke klaring of klaring [ml/kg/dag] 1,6 (1,4 t/m 1,79)
1,4 (1,2 t/m 1,4)
Terminale halfwaardetijd [dagen]
45,3 (41,0 t/m 60,2)
35,7 (32,4 t/m 40,4)
IgG en IgG-complexen worden afgebroken in cellen van het reticulo-endotheliaal systeem.
Pediatrische patiënten
In het klinisch onderzoek naar HyQvia zijn geen verschillen waargenomen in
plasma-IgG-dalconcentraties tussen volwassenen en pediatrische patiënten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Immunoglobulinen zijn normale bestanddelen van het menselijk lichaam.
Niet-klinische gegevens voor de IG 10%-component van HyQvia duiden niet op een speciaal risico
voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van
veiligheidsfarmacologie en toxiciteit. Onderzoeken naar toxiciteit bij herhaalde dosering,
genotoxiciteit en reproductietoxiciteit bij dieren zijn niet praktisch haalbaar vanwege inductie van en
interferentie met de zich ontwikkelende antilichamen tegen heterologe eiwitten. In vitro
genotoxiciteitsonderzoeken leverden geen bewijs op voor genotoxiciteit. Aangezien klinische ervaring
geen bewijs levert voor mogelijk carcinogene eigenschappen van immunoglobulinen, zijn er geen
experimentele onderzoeken uitgevoerd op heterogene soorten.
Hyaluronidase komt in de meeste weefsels van het menselijk lichaam voor. Niet-klinische gegevens
voor recombinant humane hyaluronidase duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering en ontwikkelingstoxiciteit. Reversibele effecten op de vruchtbaarheid
zijn gemeld bij mannelijke en vrouwelijke cavia's die werden geïmmuniseerd om de productie van
antilichamen voor hyaluronidase op te wekken. De antilichamen voor hyaluronidase hadden echter
geen invloed op de reproductie bij muizen, konijnen, schapen of cynomolgus-apen.
Er zijn geen genotoxiciteits- en carcinogeniciteitsonderzoeken uitgevoerd omdat de hyaluronidase
de recombinante vorm van een natuurlijk proteïne is, en als zodanig geen interactie met DNA of ander
13
chromosoommateriaal wordt verwacht, noch gebleken is dat dit enzym cellen transformeert en
de groei van normale of kwaadaardige cellen bevordert.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%)
Glycine
Water voor injecties
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
Natriumchloride
Dibasisch natriumfosfaat
Humane albumine
Dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur)
Calciumchloride
Natriumhydroxide (voor pH-regulering)
Zoutzuur (voor pH-regulering)
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%)
25, 50, 100, 200 of 300 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop
(broombutylrubber).
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
1,25, 2,5, 5, 10 of 15 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop (chlorobutylrubber).
Verpakkingsgrootte:
Eén injectieflacon met IG 10% en één injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase in een
dubbele injectieflacon.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
14
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het product moet vóór gebruik op kamertemperatuur worden gebracht.
IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. Recombinant humane
hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing. Oplossingen die troebel zijn of neerslag bevatten,
mogen niet worden gebruikt.
Niet schudden.
De HyQvia-componenten vóór toediening niet mengen.
Gebruik geen toegangshulpmiddelen met luchtinlaat op de injectieflacons om de recombinant humane
hyaluronidase uit de flacons te halen.
Gebruik een aseptische techniek bij het bereiden en toedienen van HyQvia. Als meer dan één
injectieflacon met het geneesmiddel IG 10% of recombinant humane hyaluronidase nodig is om de
vereiste infusiedosis te verkrijgen, moeten de IG 10% en/of recombinant humane hyaluronidase vóór
toediening afzonderlijk worden bereid in geschikte oplossingcontainers. Gedeeltelijk gebruikte
injectieflacons moeten worden afgevoerd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Baxter Innovations GmbH
Industriestrasse 67
A-1221 Wenen, Oostenrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
15
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
16
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten van de biologisch werkzame stof(fen)
Baxter Healthcare Corporation
4501 Colorado Boulevard
Los Angeles, Californië
Verenigde Staten
Vervaardiging van intermediair precipitaat G uit humaan plasma.
Baxter AG
Industriestrasse 131
A-1221 Wenen
Oostenrijk
Vervaardiging van intermediair precipitaat G uit humaan plasma.
Baxter Manufacturing S.p.A.
Via della Chimica 5
02010 Santa Rufina, Cittaducale, Rieti
Italië
Vervaardiging van intermediair precipitaat G uit humaan plasma.
Baxter S.A.
Boulevard René Branquart, 80
B-7860 Lessines
België
Vervaardiging van ultrafiltratiecentrifugaat van immunoglobuline 10% uit precipitaat G.
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Baxter S.A.
Boulevard René Branquart, 80
B-7860 Lessines
België
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële vrijgifte van de batch
worden uitgevoerd door een laboratorium van de staat of een specifiek daartoe aangewezen
laboratorium.
17
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
De vergunninghouder dient het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel
binnen 6 maanden na de toekenning van de vergunning in. Vervolgens dient de vergunninghouder
voor dit geneesmiddel periodieke veiligheidsverslagen in, overeenkomstig de vereisten zoals
uiteengezet in de lijst van uniale referentiedata en indieningsfrequenties voor periodieke
veiligheidsverslagen (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107 quater, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG. Deze lijst is gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-updates.
Een RMP-update wordt ingediend:

op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;

steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging
van de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke
mijlpaal (voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een
minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de RMP-update
samenvallen, dan kunnen beide gelijktijdig worden ingediend.

Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan de lancering in elke lidstaat, moet de houder van de vergunning voor het in de
handel brengen de inhoud en vorm van het educatieprogramma overeenkomen met de bevoegde
nationale autoriteit. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen moet ervoor zorgen
dat alle beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die naar verwachting HyQvia gaan gebruiken of
voorschrijven, bij de lancering een educatiepakket ontvangen.
Het educatiepakket moet het volgende bevatten:
1.
Samenvatting van de productkenmerken en Bijsluiter
2.
Informatiekaart voor patiënten
3.
Tekst voor de arts die op het educatiepakket moet worden vermeld:



Voorafgaand aan behandeling met HyQvia moet aan de patiënt een bijsluiter en een
informatiekaart voor patiënten worden uitgereikt.
Als een vrouw die behandeld wordt met HyQvia zwanger wordt, moet behandeling met
HyQvia worden gestaakt en moet een alternatieve IgG-behandeling zonder recombinant
hyaluronidase worden ingesteld. Patiënten moeten daarnaast worden gestimuleerd deel te
nemen aan de zwangerschapsregistratie.
Informatie over de beschikbaarheid van een zwangerschapsregister en hoe patiënten
daarin worden opgenomen.
18
De informatiekaart voor patiënten moet informatie bevatten over de volgende belangrijke onderdelen:
Informatie over antilichamen tegen recombinant hyaluronidase





HyQvia bevat recombinant humane hyaluronidase dat de dispersie en absorptie van
immunoglobuline G faciliteert. Patiënten die HyQvia krijgen toegediend, kunnen in
sommige gevallen antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase ontwikkelen.
In klinische onderzoeken ontwikkelde maximaal 18% van de patiënten aan wie HyQvia
werd toegediend antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase.
Deze antilichamen kunnen reageren met de hyaluronidase die van nature voorkomt in de
meeste weefsels van het menselijk lichaam, maar het is niet bekend of dit klinische
gevolgen heeft.
In klinische onderzoeken zijn geen bijwerkingen waargenomen die in verband worden
gebracht met de aanwezigheid van antilichamen tegen recombinant humane
hyaluronidase, maar de duur van de behandeling was beperkt tot maximaal 36 maanden
en mogelijke effecten op de lange termijn zijn niet bekend.
Het effect van deze antilichamen op de menselijke vruchtbaarheid en de kans op nadelige
effecten op de bevruchting zijn onbekend.
Informatie over vruchtbaarheid


Omkeerbare contraceptieve effecten zijn gemeld bij mannelijke en vrouwelijke cavia's die
werden geïmmuniseerd om de productie van antilichamen tegen hyaluronidase op te
wekken. Antilichamen tegen hyaluronidase hadden echter geen invloed op de reproductie
bij muizen, konijnen, schapen of cynomolgus-apen.
Het effect van antilichamen tegen recombinant hyaluronidase op de vruchtbaarheid van
mannen en vrouwen is onbekend.
Informatie over zwangerschap






Antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase kunnen de placenta passeren.
Onderzoeken bij dieren duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens
zijn afkomstig van conventioneel onderzoek naar ontwikkelingstoxiciteit.
Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd naar HyQvia bij zwangere vrouwen. Een
mogelijk effect van antilichamen tegen recombinant hyaluronidase op menselijke
embryonale of foetale ontwikkeling is op dit moment onbekend.
HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger
willen worden. Een alternatieve behandeling die geen recombinant humane hyaluronidase
bevat moet worden overwogen.
Als een vrouw toch zwanger wordt terwijl ze behandeld wordt met HyQvia, moet
behandeling met HyQvia worden gestaakt en moet een alternatieve IgG-behandeling
zonder recombinant humane hyaluronidase worden besproken met de behandelend arts.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, wordt aangeraden passende maatregelen te treffen
om zwangerschap tijdens behandeling met HyQvia te voorkomen.
19
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
20
A. ETIKETTERING
21
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING (2,5, 5, 10, 20 en 30 GRAM)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik.
Humane normale immunoglobuline.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Injectieflacon humane normale immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG.
Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Injectieflacon humane normale immunoglobuline: glycine, water voor injecties.
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase: natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine,
dinatriumethyleendiaminetetra-azijnzuur, calciumchloride en water voor injecties. Zie de bijsluiter
voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik
1 injectieflacon humane normale immunoglobuline
2,5 g / 25 ml
5 g / 50 ml
10 g / 100 ml
20 g / 200 ml
30 g / 300 ml
1 injectieflacon recombinant humane hyaluronidase
1,25 ml
2,5 ml
5 ml
10 ml
15 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
22
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet schudden voor gebruik.
De twee injectieflacons vóór toediening niet mengen.
Eerst de recombinant humane hyaluronidase toedienen.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxter Innovations GmbH
A-1221 Wenen, Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000/001 2,5 g/25 ml
EU/0/00/000/000/002 5 g/50 ml
EU/0/00/000/000/003 10 g/100 ml
EU/0/00/000/000/004 20 g/200 ml
EU/0/00/000/000/005 30 g/300 ml
13.
BATCHNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
23
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
HyQvia 100 mg/ml
24
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE
(5 G, 10 G, 20 G EN 30 G)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik
Humane normale immunoglobuline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG.
Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Glycine, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Infusie voor subcutaan gebruik
1 injectieflacon
5 g / 50 ml
10 g / 100 ml
20 g / 200 ml
30 g / 300 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor subcutaan gebruik.
Als 2e toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
25
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacon bewaren in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxter Innovations GmbH
A-1221 Wenen, Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000/002 5 g/50 ml
EU/0/00/000/000/003 10 g/100 ml
EU/0/00/000/000/004 20 g/200 ml
EU/0/00/000/000/005 30 g/300 ml
13.
BATCHNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
26
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE (2,5 G)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik.
Humane normale immunoglobuline.
Alleen voor SC gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 2e toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 g / 25 ml
6.
OVERIGE
27
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE
(2,5 ML, 5 ML, 10 ML, 15 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia
Hyaluronidase
Alleen voor subcutaan gebruik.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 1ste toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 ml
5 ml
10 ml
15 ml
6.
OVERIGE
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE (1,25 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia
Hyaluronidase
Alleen voor SC-gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 1ste toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1,25 ml
6.
OVERIGE
29
B. BIJSLUITER
30
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik
Humane normale immunoglobuline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van bijwerkingen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of
verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. Zie
rubriek 4.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u HyQvia niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u HyQvia?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u HyQvia?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is HyQvia?
HyQvia bevat twee oplossingen voor infusie (druppelinfusie) onder de huid (subcutane of SC-infusie).
Het middel wordt geleverd als pakket bestaande uit een injectieflacon humane normale
immunoglobuline 10% (het werkzame bestanddeel) en een injectieflacon met recombinant humane
hyaluronidase (een bestanddeel dat ervoor zorgt dat de humane normale immunoglobuline 10% in de
bloedbaan komt).
Humane normale immunoglobuline 10% behoort tot een categorie geneesmiddelen die ´humane
normale immunoglobulinen´ worden genoemd. Immunoglobulinen worden ook antilichamen genoemd
en komen voor in het bloed van gezonde personen. Antilichamen zijn een onderdeel van het
immuunsysteem (de natuurlijke afweer van het lichaam) en helpen het lichaam infecties bestrijden.
Hoe werkt HyQvia?
De injectieflacon met immunoglobulinen is bereid uit het bloed van gezonde personen. Het
geneesmiddel werkt op exact dezelfde manier als de immunoglobulinen die van nature in het bloed
voorkomen. De recombinant humane hyaluronidase is een eiwit dat (druppel)infusie van
immunoglobulinen onder de huid en transport naar de bloedbaan vergemakkelijkt.
Waarvoor wordt HyQvia gebruikt?
HyQvia wordt gebruikt voor patiënten met een zwak immuunsysteem, die niet genoeg antilichamen in
hun bloed hebben en vaak infecties krijgen. Regelmatige en adequate doses HyQvia kunnen een
abnormaal laag immunoglobulineniveau in uw bloed herstellen tot de normale waarde
(vervangingstherapie).
31
HyQvia wordt voorgeschreven aan
-
volwassen patiënten vanaf 18 jaar die niet of niet voldoende antilichamen aanmaken (primaire
immunodeficiënties). Daaronder vallen stoornissen zoals:

lage immunoglobulineniveaus (hypogammaglobulinemie) of afwezigheid van
immunoglobulinen (agammaglobulinemie) in het bloed

een combinatie van lage immunoglobulineniveaus, frequente infecties, onvermogen
tot aanmaak van adequate hoeveelheid antilichamen na vaccinatie en andere
verschijnselen, zoals immuunreacties gericht tegen het eigen lichaam of kanker
(algemeen variabele immunodeficiëntie)

een combinatie van een laag niveau of ontbreken van immunoglobulinen
en ontbrekende of niet werkende T-cellen (een type witte bloedcellen die ook onderdeel
zijn van het immuunsysteem) in het bloed (ernstige gecombineerde immunodeficiëntie)

tekort aan bepaalde typen immunoglobulinen (IgG-subklassen) waardoor frequent
infecties ontstaan.
-
volwassen patiënten ouder dan 18 jaar met bepaalde typen bloedkanker (zoals chronische
lymfocytaire leukemie of myeloom) die leiden tot zeer laag niveau antilichamen in het bloed
(hypogammaglobulinemie) en frequente bacteriële infecties.
2.
Wanneer mag u HyQvia niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u HyQvia NIET injecteren of via infusie toedienen?
-
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6, “Inhoud van de verpakking en overige informatie”.
U hebt antilichamen tegen immunoglobuline A (IgA) in uw bloed. Dit kan gebeuren als u een
IgA-deficiëntie hebt. Aangezien HyQvia sporen van IgA bevat, kunt u een allergische reactie
krijgen.
Het geneesmiddel mag niet worden toegediend in een bloedvat (intraveneus).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
De volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten worden overwogen voordat u HyQvia
krijgt of gebruikt. Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden toegediend aan kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat niet bekend
is of dit middel op lange termijn veilig is.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
De effecten van het gebruik van recombinant humane hyaluronidase op de lange termijn op de
mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid zijn momenteel niet bekend. Vraag uw arts vóór de
behandeling met HyQvia om meer informatie over het mogelijke effect van HyQvia op vruchtbaarheid
en zwangerschap.
HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Vrouwen die zwanger kunnen worden wordt aangeraden passende maatregelen te treffen om
zwangerschap tijdens behandeling met HyQvia te voorkomen. Bent u zwanger, denkt u zwanger te
zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Staak in dat geval behandeling met HyQvia en
bespreek alternatieve behandelopties met uw arts. Als u zwanger raakt tijdens het gebruik van HyQvia,
dient u met uw arts de mogelijkheid van deelname aan een zwangerschapsregister te bespreken om
gegevens over uw zwangerschap en de ontwikkeling van de baby te verzamelen. Het doel van een
dergelijk register is het verzamelen en delen van gegevens met instanties voor volksgezondheid die
32
verantwoordelijk zijn voor het bewaken van de veiligheid van dit product. Deelname aan het register is
vrijwillig.
Allergische reacties
U kunt zonder het te weten allergisch zijn voor immunoglobulinen. Allergische reacties zoals een
plotse daling van de bloeddruk of een anafylactische shock (een scherpe daling van de bloeddruk met
andere symptomen, zoals zwelling van de keel, ademhalingsproblemen en huiduitslag) komen zelden
voor, maar kunnen zich soms voordoen, ook als u nooit eerder problemen met dergelijke
behandelingen hebt gehad. U hebt een verhoogd risico op allergische reacties als u IgA-deficiëntie met
anti-IgA-antilichamen hebt. Symptomen van deze zeldzame allergische reacties zijn onder meer:
-
licht, duizelig of flauw gevoel in het hoofd
huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende ademhaling
abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen
wazig zien.
Uw arts of verpleegkundige zal HyQvia eerst langzaam toedienen en u tijdens de eerste infusies
nauwgezet bewaken zodat eventuele allergische reacties onmiddellijk kunnen worden ontdekt en
behandeld.
►
Wanneer u tijdens de infusie een van deze bijwerkingen opmerkt, moet u dit meteen aan
uw arts of verpleegkundige doorgeven. Hij of zij zal dan besluiten de toedieningssnelheid
te vertragen of de toediening geheel te stoppen.
Toedieningssnelheid
Het is erg belangrijk dat het geneesmiddel met de juiste snelheid wordt toegediend. Uw arts of
verpleegkundige zal u adviseren over de juiste toedieningssnelheid wanneer u HyQvia zelf
thuis toedient (zie rubriek 3, “Hoe gebruikt u HyQvia?”).
Controle tijdens de toediening
In de volgende gevallen kunnen vaker bepaalde bijwerkingen optreden:
HyQvia wordt bij u voor het eerst toegediend.
U bent behandeld met een andere immunoglobuline en bent overgeschakeld op HyQvia.
Er is een lange periode verstreken (bijv. meer dan 2 of 3 infusie-intervallen) sinds de laatste
keer dat bij u HyQvia werd toegediend.
►
In deze gevallen wordt u nauwlettend gecontroleerd tijdens uw eerste infusie en
gedurende het eerste uur na het beëindigen van de infusie.
In alle overige gevallen moet u tijdens de infusie en gedurende minimaal 20 minuten na het beëindigen
van de eerste paar HyQvia-infusies worden gecontroleerd.
Thuisbehandeling
Voordat u start met de thuisbehandeling moet u iemand als begeleider aanwijzen. U en uw begeleider
worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van bijwerkingen, vooral allergische
reacties. De begeleider moet samen met u op mogelijke bijwerkingen letten. Tijdens de infusie moet u
letten op de eerste symptomen van bijwerkingen (voor meer informatie zie rubriek 4, “Mogelijke
bijwerkingen”).
►
Als er bijwerkingen bij u optreden, moet u of uw begeleider de infusie onmiddellijk
stopzetten en een arts raadplegen.
►
In geval van een ernstige bijwerking moet u of uw begeleider onmiddellijk actie
ondernemen omdat u dan met spoed behandeld moet worden.
Verspreiding van gelokaliseerde infecties
U mag HyQvia niet toedienen in of dicht bij een geïnfecteerd of rood gezwollen gebied op uw huid
omdat de infectie zich hierdoor kan verspreiden.
33
In de klinische onderzoeken zijn geen langdurige (chronische) veranderingen van de huid
waargenomen. Alle langdurige ontstekingen, bultjes (noduli) of ontstekingen die op de infuusplaats
ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten aan uw arts worden gemeld.
Effecten op bloedtesten
HyQvia bevat veel verschillende antilichamen, sommige daarvan kunnen bloedtesten (serologische
testen) beïnvloeden.
►
Vertel uw arts dat u wordt behandeld met HyQvia voordat bij u een bloedtest wordt
gedaan.
Informatie over het bronmateriaal van HyQvia
De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia en het humaan serumalbumine (een
ingrediënt van de recombinant humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma (het
vloeibare deel van bloed). Bij de bereiding van geneesmiddelen uit humaan bloed of plasma worden
bepaalde maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties op patiënten worden overgedragen.
Deze maatregelen zijn onder meer:
-
zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om mogelijke dragers van infecties uit
te sluiten, en
het testen van elke donatie en plasmapool op sporen van virussen en/of infecties.
Fabrikanten van deze producten hebben in het bloed- of plasmaverwerkingsproces tevens stappen
opgenomen waarmee virussen kunnen worden geïnactiveerd of verwijderd. Ondanks deze maatregelen
kan het risico op overdracht van een infectie niet helemaal worden uitgesloten wanneer
geneesmiddelen bereid uit humaan bloed of plasma worden gebruikt. Dat geldt tevens voor onbekende
of opkomende virussen of andere soorten infecties.
De genomen maatregelen voor de fabricage van HyQvia worden als doeltreffend beschouwd tegen
ingekapselde virussen zoals het humane immuundeficiëntievirus (HIV), het hepatitis B-virus en het
hepatitis C-virus en tegen het niet-ingekapselde hepatitis A-virus en het parvovirus B19.
Immunoglobulinen zijn niet in verband gebracht met infecties door het hepatitis A-virus of het
parvovirus B19, mogelijk omdat de antilichamen tegen deze infecties, opgenomen in HyQvia,
beschermend werken.
Het wordt sterk aanbevolen om iedere keer dat u HyQvia gebruikt de volgende gegevens te noteren
op uw behandelingskaart:
datum van toediening
batchnummer van het geneesmiddel
het toegediende volume, de toedieningssnelheid, het aantal en de locatie van infuusplaatsen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast HyQvia nog andere geneesmiddelen, of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Vaccinaties
HyQvia kan de werking verminderen van sommige virusvaccins zoals mazelen, rodehond, bof en
waterpokken (levende virusvaccins). Het kan dan ook voorkomen dat u na toediening van HyQvia
maximaal 3 maanden zult moeten wachten voordat u bepaalde vaccins kunt krijgen. Mogelijk moet u
na toediening van HyQvia maximaal één jaar wachten voordat u kunt worden ingeënt tegen mazelen.
►
Vertel de arts of verpleegkundige die u vaccineert dat u wordt behandeld met HyQvia.
34
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Patiënten kunnen tijdens behandeling met HyQvia bijwerkingen ervaren (bijvoorbeeld duizeligheid of
misselijkheid) die invloed hebben op hun rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen.
Wacht in dat geval totdat de bijwerkingen zijn verdwenen.
HyQvia bevat natrium
De recombinant humane hyaluronidase van HyQvia bevat kleine hoeveelheden natrium
(3,68 mg per ml). Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een zoutarm
dieet volgen.
3.
Hoe gebruikt u HyQvia?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
HyQvia moet onder de huid worden toegediend (subcutane of SC-infusie).
De behandeling met HyQvia wordt gestart door uw arts of verpleegkundige, maar het is mogelijk dat
u het geneesmiddel zelf thuis gaat toedienen zodra u de eerste paar infusies onder medisch toezicht
hebt gehad en u (en/of uw begeleider) goed getraind bent. U beslist in overleg met uw arts of u
HyQvia thuis kunt gebruiken. Start de thuisbehandeling met HyQvia pas nadat u volledige instructies
over het gebruik hebt ontvangen.
Dosering
Uw arts berekent de juiste dosis voor u op basis van uw lichaamsgewicht, eventuele vorige
behandelingen die u hebt ontvangen en uw reactie op de behandeling. De aanbevolen begindosis is die
waarmee 400 t/m 800 mg werkzame stof per kilo lichaamsgewicht per maand wordt toegediend. In het
begin wordt een kwart van deze dosis toegediend met een interval van 1 week. Bij de volgende
infusies wordt de dosis stapsgewijs opgevoerd tot de infusies met een interval van 3 tot 4 weken
plaatsvinden. Soms zal uw arts aanraden een grotere dosis te splitsen en gelijktijdig op twee
verschillende plaatsen toe te dienen. Uw arts kan uw dosis ook aanpassen afhankelijk van uw reactie
op de behandeling.
Begin van de behandeling
Uw behandeling wordt gestart door een arts of verpleegkundige die ervaren is in de behandeling van
patiënten met een zwak immuunsysteem en de begeleiding van patiënten bij de thuisbehandeling. U
wordt gedurende de infusie en minimaal 1 uur na het stoppen van de infusie nauwlettend
gecontroleerd om te zien hoe goed u het geneesmiddel verdraagt. In het begin zal uw arts of
verpleegkundige een langzame toedieningssnelheid gebruiken en deze tijdens de eerste en volgende
infusies geleidelijk verhogen. Zodra uw arts of verpleegkundige de juiste dosis en toedieningssnelheid
voor u hebben vastgesteld, is het mogelijk dat de arts u zelf de behandeling thuis laat uitvoeren.
Thuisbehandeling
U krijgt instructies over:
Het gebruik van ziektekiemvrije (aseptische) infusietechnieken
Het gebruik van een infusiepomp of spuitpomp (indien nodig)
Bijhouden van een behandelingskaart, en
Te nemen maatregelen in het geval van ernstige bijwerkingen.
35
U moet de instructies van uw arts over de dosis, toedieningssnelheid en schema voor
de HyQvia-infusie nauwkeurig opvolgen om de behandeling te doen slagen.

Voor patiënten met een lichaamsgewicht van 40 kg of meer is de startsnelheid 10 ml per
uur per infuusplaats. Indien dit goed wordt verdragen, mag de toedieningssnelheid met
intervallen van minimaal 10 minuten worden verhoogd tot maximaal 240 ml per uur per
infuusplaats voor de eerste twee infusies. De snelheid van volgende infusies mag worden
verhoogd tot 300 ml per uur per infuusplaats.

Voor patiënten met een lichaamsgewicht onder de 40 kg, is de startsnelheid 5 ml per uur
per infuusplaats. Indien dit goed wordt verdragen, mag de toedieningssnelheid
met intervallen van minimaal 10 minuten worden verhoogd tot maximaal 80 ml per uur
per infuusplaats voor de eerste twee infusies. De snelheid van alle volgende infusies mag
worden verhoogd tot 160 ml per uur per infuusplaats.
Hebt u te veel van dit middel gebruikt?
Neem zo snel mogelijk contact op met uw arts als u denkt dat u meer HyQvia hebt gebruikt dan
zou mogen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Dien geen dubbele dosis HyQvia toe om een vergeten dosis in te halen. Als u denkt dat u een dosis
hebt overgeslagen, dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met uw arts.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Gedetailleerde instructies voor gebruik vindt u in de volgende rubriek.
1.
2.
Haal HyQvia uit de verpakking

Laat de injectieflacons op kamertemperatuur komen. Dit kan
tot 60 minuten duren.

HyQvia mag niet worden verwarmd of geschud.

Controleer elke HyQvia-injectieflacon voor gebruik:

Vervaldatum: niet gebruiken na de vervaldatum.

Kleur:

De recombinant humane hyaluronidase moet helder
en kleurloos zijn.

De humane normale immunoglobuline 10% moet
helder en kleurloos of lichtgeel zijn.

HyQvia niet gebruiken als een van de oplossingen
troebel is of deeltjes bevat.

Dop: de dubbele injectieflacon is voorzien van een
beschermdop. Gebruik het product niet als de dop
ontbreekt.
Verzamel alle benodigdheden:
Verzamel alle benodigdheden voor de infusie. Dit zijn: dubbele
injectieflacon(s) met HyQvia, infusiebenodigdheden (subcutane
naaldset, oplossingcontainer (zak of spuit), steriel transparant
verband en tape, pompslang, naalden of toegangshulpmiddelen
voor injectieflacons, spuiten, verbandgaas en tape),
scherpafvalcontainer, elektromechanische infusiepomp met
variabele snelheid, een behandelingskaart en zo nodig andere
benodigdheden.
36
3.
4.
Zorg voor een schoon werkoppervlak.
Was uw handen:
Was grondig uw handen. Leg alle verzamelde benodigdheden
klaar en open deze volgens de instructies van uw zorgverlener.
5.
Open de dubbele HyQvia-injectieflacon(s):

Verwijder de blauwe beschermdoppen van de stoppen van
de injectieflacons.
6.
Bereid de injectieflacon met recombinant humane
hyaluronidase (HY):

Haal de kleine steriele injectiespuit uit de verpakking en sluit
deze aan op een spike of naald zonder beluchting (het
hulpmiddel).

Trek de plunjer terug zodat de kleine injectiespuit zich vult
met lucht, gelijk aan de hoeveelheid recombinant humane
hyaluronidase in de HY-injectieflacon.

Verwijder de dop van het hulpmiddel, steek de tip van het
hulpmiddel in het midden van de flaconstop en duw de
plunjer omlaag zodat lucht in de injectieflacon wordt
gespoten.

Laat het hulpmiddel in de injectieflacon zitten en houd ze
samen ondersteboven. Het hulpmiddel wijst naar boven.

Zuig alle recombinant humane hyaluronidase in de
injectiespuit.

Herhaal stap 6 als u meerdere flacons recombinant humane
hyaluronidase nodig hebt voor uw dosis.

Doe zo mogelijk alle recombinant humane hyaluronidase die
u voor de gehele IgG-dosis nodig hebt in dezelfde
injectiespuit.

Houd de spuittip rechtop en tik tegen de zijkant van de
spuit tot eventuele luchtbelletjes naar boven drijven. Duw
de plunjer langzaam en voorzichtig in om alle luchtbelletjes
te verwijderen.
37
7.
8.

9.
10.
Bereid de flacon met humane normale immunoglobuline 10%:

De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia kan
op de volgende manieren worden toegediend:

door de humane normale immunoglobuline uit de
injectieflacons in een infusiezak of de grote
injectiespuit samen te voegen, volgens de
aanwijzingen van uw zorgverlener, afhankelijk van
de gebruikte elektromechanische infusiepomp met
variabele snelheid, of

rechtstreeks vanuit de IG-injectieflacon. Steek een
spike met beluchting of een spike en een
beluchtingsnaald in de injectieflacon(s) met humane
normale immunoglobuline 10%. Vul de slang van de
toedieningspomp en leg deze weg totdat
de recombinant humane hyaluronidase is toegediend.
Als u meer dan één injectieflacon voor een volledige
dosis nodig hebt, prikt u een volgende injectieflacon
aan nadat de eerste flacon volledig is toegediend.
Bereid de naaldset met recombinant humane hyaluronidase:

Druk de plunjer van de kleine injectiespuit in om de lucht te
verwijderen en de naaldset tot aan de naaldvleugels te vullen
met de recombinant humane hyaluronidase.
Opmerking: uw zorgverlener kan het gebruik van een
Y-verbindingsstuk (voor meer dan één infuusplaats) of een
andere pompslangopstelling aanraden.
Stel de elektromechanische pomp met variabele snelheid in:
Volg de instructies van de fabrikant voor het voorbereiden van
de elektromechanische pomp met variabele snelheid.
Stel de toedieningssnelheid van de humane normale
immunoglobuline 10% in volgens de instructies van uw
zorgverlener.
Bereid de infuusplaats voor:

Kies een infuusplaats (of plaatsen) in de buik of dijbeen.
Zie de afbeelding voor mogelijke infuusplaatsen.

Kies infuusplaatsen aan weerszijden van het lichaam,
wanneer u doses van meer dan 600 ml op twee
infuusplaatsen moet toedienen.

Vermijd plaatsen met beenderen, zichtbare bloedvaten,
littekens en plaatsen met een ontsteking of infectie.

Wissel voor opeenvolgende toedieningen de infuusplaatsen
aan weerszijden van het lichaam af.

Maak als uw zorgverlener u dit heeft verteld, de
infuusplaats(en) schoon met een alcoholdoekje. Laat de
infuusplaats opdrogen (minimaal 30 seconden).
38
11.
12.
De naald insteken:

Verwijder de naaldbeschermdop. Pak minstens tweeënhalve
centimeter huid stevig tussen duim en wijsvinger.

Steek met een snelle beweging de naald tot aan de vleugels
onder een hoek van 90 graden in de huid. De vleugels van de
naald moeten plat op de huid liggen.

Plak de naald met een steriele tape vast op de plaats.

Herhaal deze stap voor de tweede infuusplaats, als u die
gaat gebruiken.
Controleer of de naald goed op zijn plaats is voordat u start
met de infusie indien uw zorgverlener u dit heeft verteld.
13.
Fixeer de naald aan de huid:

Zet de naald(en) op hun plaats vast door een steriel
transparant verband over de naald te plakken.

Controleer tijdens de toediening af en toe de infuusplaats(en)
op verschuiven of lekken.
14.
Dien als eerste de recombinant humane hyaluronidase toe:

Duw de plunjer van de kleine injectiespuit met recombinant
humane hyaluronidase langzaam in, met een beginsnelheid
per infuusplaats van ongeveer 1 tot 2 ml per minuut en
verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen.

Als u een pomp gebruikt, stelt u de pomp voor infusie van
recombinant humane hyaluronidase in op een beginsnelheid
per infuusplaats van 1 tot 2 ml per minuut; verhoog de
snelheid indien dit goed wordt verdragen.
Dien de humane normale immunoglobuline 10% toe:
Nadat u de hele inhoud van de kleine injectiespuit met
recombinant humane hyaluronidase hebt toegediend, verwijdert u
de kleine injectiespuit van het aanzetstuk van de naaldset of van
de pomp.
15.
Bevestig de grote injectiespuit of de infuuszak met humane
normale immunoglobuline 10% op de slang van
de elektromechanische pomp met variabele snelheid.
16.
Dien de humane normale immunoglobuline 10% met een
toedieningssnelheid die door uw zorgverlener is voorgeschreven.
Spoel de pompslang door nadat de infusie is voltooid, indien
uw zorgverlener u dit heeft geïnstrueerd:

Als uw zorgverlener u hiertoe heeft geïnstrueerd, bevestigt
u een zak/spoelspuit met fysiologische zoutoplossing op de
pompslang/naaldset om de humane normale
immunoglobuline 10% tot aan de naaldvleugels op te duwen.
39
17.
18.
Verwijder de naaldset:

Verwijder de naaldset door het verband rondom
los te trekken.

Klap de naaldvleugels omhoog en trek de naald aan de
vleugels uit de huid.

Druk voorzichtig een klein gaasje op de prikplaats en dek dit
af met een beschermend verband.

Werp de naald(en) in de scherpafvalcontainer.

Vernietig de scherpafvalcontainer volgens de
aanwijzingen die bij de container zijn geleverd of
neem contact op met uw zorgverlener.
Noteer gegevens over de toediening:

Haal het etiket van de HyQvia-injectieflacon waarop het
chargenummer van het product en de vervaldatum zijn
vermeld, en plak het etiket op uw behandelingskaart.

Noteer de datum, tijd, dosis, infuusplaats(en) (als
geheugensteun bij het afwisselen van infuusplaats) en
eventuele bijwerkingen na elke toediening.

Voer injectieflacons met eventueel ongebruikt geneesmiddel
en ander afvalmateriaal af volgens de instructies van uw
zorgverlener.

Neem voor nacontrole contact op met uw arts,
volgens afspraak.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bepaalde bijwerkingen, zoals hoofdpijn, koude rillingen of pijn in het lichaam, kunnen worden
verminderd door de toedieningssnelheid te verlagen.
Ernstige bijwerkingen
Toediening van geneesmiddelen zoals HyQvia kan in sommige gevallen leiden tot ernstige, maar
zeldzame, allergische reacties. Er kan een plotse daling van de bloeddruk en in een enkel geval een
anafylactische shock bij u optreden. Artsen zijn bekend met deze mogelijke bijwerkingen en zullen
u tijdens en na de eerste infusies controleren.
Kenmerkende klachten en symptomen van bijwerkingen zijn onder meer:
Licht, duizelig of flauw gevoel in hoofd.
Huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende ademhaling.
Abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen.
Wazig zien.

Wanneer u tijdens de infusie een van deze verschijnselen opmerkt, moet u dit meteen
aan uw arts of verpleegkundige doorgeven.

Wanneer u HyQvia thuis gebruikt, moet u de infusie uitvoeren in aanwezigheid van een
aangewezen begeleider. Deze persoon helpt u bij het signaleren van allergische reacties,
het stoppen van de toediening en indien nodig bij het inroepen van hulp.

Zie ook rubriek 2 van deze bijsluiter voor informatie over het risico op allergische
reacties en het gebruik van HyQvia in de thuissituatie.
Zeer vaak of vaak voorkomende bijwerkingen
De bijwerkingen van HyQvia die zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 10 infusies) zijn:
Reacties op de infuusplaats. Dit zijn onder meer milde tot matige pijn/ongemak, roodheid,
zwelling, jeuk, verharding, warmte, blauwe plekken en huiduitslag op de plaats van infusie.
Deze verschijnselen gaan meestal binnen enkele dagen over.
40
Andere bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen vaak voor (bij maximaal 1 op 100 infusies):
Hoofdpijn
Vermoeidheid
De volgende bijwerkingen komen soms voor (bij maximaal 1 op 1000 infusies):
-
Koorts, koude rillingen
Migraine
Verhoogde of verlaagde bloeddruk
Duizeligheid
Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn
Verminderde eetlust, gewichtsverlies
Zwak, onwel of abnormaal gevoel
Huiduitslag/roodheid
Branderig gevoel
Neusverstopping
Pijn in de mond
Spier- of gewrichtspijn
Pijn op de borst, liespijn, pijn in armen en/of benen
Vaginale jeuk
Genitale zwelling (door uitbreiding van de zwelling vanaf de infuusplaats)
Zwelling van de benen, voeten en enkels
Positieve bloedtesten op antilichamen
Verlaagd aantal witte bloedcellen
Bijwerkingen waargenomen bij vergelijkbare geneesmiddelen
De volgende bijwerkingen zijn waargenomen bij toediening van geneesmiddelen zoals humane
normale immunoglobuline 10% onder de huid (subcutaan). Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet
zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is het wel mogelijk dat iemand die HyQvia gebruikt
deze krijgt.
-
Tintelen, beven, tintelen in de mond
Snelle hartslag
Blozen of bleekheid, koude handen of voeten
Kortademigheid
Zwelling van het gezicht
Overmatig zweten, jeuken
Rugpijn, spierstijfheid
Verandering in leverfunctiebloedtesten (alanineaminotransferase verhoogd)
De volgende bijwerkingen komen zelden voor en zijn waargenomen bij patiënten die geneesmiddelen
gebruiken zoals humane normale immunoglobuline 10%, toegediend in een ader (intraveneus).
Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is er een kleine
kans dat iemand die HyQvia gebruikt deze krijgt.
-
Bloedstolsels in bloedvaten (trombo-embolische reacties) die leiden tot een hartaanval, een
beroerte, verstopping van diepe aderen of van bloedvaten naar de longen (longembolie)
Nieraandoening of nierfalen
Hersenvliesontsteking (aseptische meningitis)
Afbraak van rode bloedcellen (hemolyse)
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
41
5.
Hoe bewaart u HyQvia?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Niet schudden.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als de oplossingen troebel zijn of deeltjes of neerslag bevatten.
Voer na opening alle ongebruikte oplossingen in de injectieflacons af.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier
vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
HyQvia is een dubbele injectieflacon met de volgende inhoud:
Een oplossing met recombinant humane hyaluronidase (stap 1 van HyQvia/als eerste
toedienen).
Een oplossing met humane normale immunoglobuline 10% (stap 2 van HyQvia/als tweede
toedienen).
De inhoud van elke injectieflacon wordt hierna beschreven:
1.
Recombinant humane hyaluronidase
Deze injectieflacon bevat recombinant humane hyaluronidase.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine,
dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur), calciumchloride en water voor injecties (zie ook
rubriek 2, “HyQvia bevat natrium”).
2.
Humane normale immunoglobuline 10%
Eén ml van de oplossing in deze injectieflacon bevat 100 mg humane normale immunoglobuline,
waarvan minimaal 98% immunoglobuline G (IgG) is.
De werkzame stof van HyQvia is humane normale immunoglobuline. Dit geneesmiddel bevat sporen
van immunoglobuline A (IgA) (niet meer dan 140 microgram/ml, 37 microgram gemiddeld).
De andere stoffen in deze injectieflacon zijn glycine en water voor injecties.
42
Hoe ziet HyQvia eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
HyQvia wordt geleverd als pakket bestaande uit:
Eén glazen injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase.
Eén glazen injectieflacon met humane normale immunoglobuline 10%.
De recombinant humane hyaluronidase is een heldere en kleurloze oplossing.
De humane normale immunoglobuline 10% is een heldere en kleurloze of lichtgele oplossing.
De volgende verpakkingsgrootten zijn verkrijgbaar:
Recombinant humane hyaluronidase
Volume (ml)
1,25
2,5
5
10
15
Humane normale immunoglobuline 10%
Eiwit (gram)
Volume (ml)
2,5
25
5
50
10
100
20
200
30
300
Het kan zijn dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxter Innovations GmbH
Industriestrasse 67
A-1221 Wenen
Oostenrijk
Fabrikant:
Baxter, S.A.
Boulevard René Branquart
B-7860 Lessines
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Baxter Belgium SPRL
Tél./Tel.: +32-2-386 80 00
Luxembourg/Luxemburg
Baxter Belgium SPRL
Tél./Tel.: +32-2-386 80 00
България
Бакстер България ЕООД
тел.: + 359 2 9808482
Magyarország
Baxter Hungary Kft
Tel.: +36 1 202 1980
Česká republika
BAXTER CZECH spol.s r.o.
Tel. +420 225774111
Malta
Baxter Healthcare Ltd
Tel.: +44 1635 206345
Danmark
Baxter A/S
Tlf.: +454816 64 00
Nederland
Baxter B.V.
Tel.: +31-30-2488911
43
Deutschland
Baxter Deutschland GmbH
Tel.: +49 89 31701 0
Norge
Baxter AS
Tlf.: +47-22 58 48 00
Eesti
OÜ Baxter Estonia
Tel.: +372 6 515 120
Österreich
Baxter Healthcare GmbH
Tel.: +43 (0)1 71120-0
Ελλάδα
Baxter Hellas ΕΠΕ
Τηλ.: +30-210-28 80 000
Polska
Baxter Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 4883 777
España
Baxter S.L.
Tel.: +34-96-2722800
Portugal
Baxter Médico Farmacêutica Lda
Tel.: +351 21-925 25 00
France
Baxter S.A.S.
Tél.: +33-1-3461-5050
România
Farmaceutica REMEDIA SA
Tel.: + 40-21-321 16 40
Ireland
Baxter Healthcare Ltd
Tel.: +353-1-2065500
Slovenija
Baxter d.o.o.
Tel.: +386 1 420 16 80
Ísland
Icepharma hf.
Sími: + 354-540-8000
Slovenská republika
Baxter Slovakia, s.r.o.
Tel.: +421 2 59418455
Italia
Baxter S.p.A.
Tel.: +39-06 32491-1
Suomi/Finland
Baxter Oy
Puh/Tel.: +358-9-862-1111
Κύπρος
Baxter Hellas ΕΠΕ
Τηλ.: +30-210-28 80 000
Sverige
Baxter Medical AB
Tel.: +46-8-632 64 00
Latvija
SIA Baxter Latvia
Tel.: +371 67784784
United Kingdom
Baxter Healthcare Ltd
Tel.: +44 1635 206345
Lietuva
UAB Baxter Lithuania
Tel.: +370 5 269 16 90
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
44
Download