BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING HyQvia is een dubbele injectieflacon bestaande uit één injectieflacon met humane normale immunoglobuline (immunoglobuline 10% of IG 10%) en één injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20). Humane normale immunoglobuline (IG 10%) Eén ml bevat: Humane normale immunoglobuline..............100 mg (zuiverheid van minimaal 98% immunoglobuline G (IgG)) Elke injectieflacon van 25 ml bevat: 2,5 g IgG Elke injectieflacon van 50 ml bevat: 5 g IgG Elke injectieflacon van 100 ml bevat: 10 g IgG Elke injectieflacon van 200 ml bevat: 20 g IgG Elke injectieflacon van 300 ml bevat: 30 g IgG Distributie van IgG-subklassen (waarden bij benadering): IgG1 ≥ 56,9% IgG2 ≥ 26,6% IgG3 ≥ 3,4% IgG4 ≥ 1,7% Het maximumgehalte immunoglobuline A (IgA) is 140 microgram/ml. Bereid uit humaan plasma van donoren. Hulpstof(fen) met bekend effect: Recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20) Recombinant humane hyaluronidase is een gezuiverd glycoproteïne van 447 aminozuren dat met recombinant-DNA-techniek wordt vervaardigd in de ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO). Natrium (als chloride en fosfaat). Het totale natriumgehalte van recombinant humane hyaluronidase is 0,16 mmol (3,68 mg) per ml. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie (infusie). IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. Recombinant humane hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing. 2 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Vervangingstherapie bij volwassenen (≥ 18 jaar) bij primaire immunodeficiëntiesyndromen zoals: Congenitale agammaglobulinemie en hypogammaglobulinemie Common-variable immunodeficiency Ernstige gecombineerde immunodeficiëntie IgG-subklassedeficiënties met herhaaldelijk optredende infecties Vervangingstherapie bij volwassenen (> 18 jaar) bij myeloom of chronische lymfocytaire leukemie met ernstige secundair verworven hypogammaglobulinemie en herhaaldelijk optredende infecties. 4.2 Dosering en wijze van toediening De behandeling moet worden gestart en aanvankelijk worden gecontroleerd en gevolgd onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de behandeling van immunodeficiëntie. HyQvia bestaat uit twee injectieflacons. Elke injectieflacon met IG 10% wordt geleverd met de juiste overeenkomende hoeveelheid recombinant humane hyaluronidase, zoals vermeld in de volgende tabel. Dien altijd de volledige inhoud van de injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase toe, ongeacht of de volledige inhoud van de injectieflacon met IG 10% wordt toegediend. Toedieningsschema HyQvia Recombinant humane hyaluronidase Humane normale immunoglobuline 10% Volume (ml) Proteïne (gram) Volume (ml) 1,25 2,5 25 2,5 5 50 5 10 100 10 20 200 15 30 300 Dosering Het kan nodig zijn de dosis per patiënt te individualiseren, afhankelijk van de farmacokinetische en klinische reactie. Het volgende doseringsschema is een richtlijn. Patiënten die niet eerder zijn behandeld met immunoglobuline De dosis vereist voor een dalconcentratie van 6 g/l ligt tussen 0,4-0,8 g/kg/maand. Het dosisinterval wanneer een steady state is bereikt, varieert tussen 2 en 4 weken. De dalconcentraties moeten worden gemeten en beoordeeld in samenhang met het voorkomen van infectie. Om de frequentie van infecties te verlagen, kan het nodig zijn de dosis te verhogen en te streven naar hogere dalconcentraties (> 6 g/l). Aanbevolen wordt om bij de start van de behandeling de behandelingsintervallen voor de eerste infusies geleidelijk te verlengen van een wekelijkse dosis tot maximaal een dosis om de 3 of 4 weken. De cumulatieve maandelijkse dosis van IG 10% dient te worden verdeeld in doses om de 1, 2, enz. weken, volgens de geplande behandelingsintervallen met HyQvia. Patiënten die eerder zijn behandeld met intraveneus toegediende immunoglobuline Patiënten die rechtstreeks overstappen van intraveneuze toediening van immunoglobuline, of die een vorige intraveneuze dosis immunoglobuline hebben gehad die als referentie kan dienen, moeten het geneesmiddel toegediend krijgen in dezelfde dosis en met dezelfde frequentie als de vorige intraveneuze immunoglobulinebehandeling. Bij patiënten die eerder een doseringsschema om 3 de 3 weken hadden, kan een verlenging van het interval naar 4 weken worden bereikt door toediening van dezelfde wekelijkse equivalenten. Patiënten die eerder zijn behandeld met subcutaan toegediende immunoglobuline Voor patiënten die nu subcutaan immunoglobuline krijgen toegediend, is de eerste maandelijkse dosis van HyQvia dezelfde als bij subcutane behandeling, maar aangepast voor een interval om de 3 of 4 weken. Voor patiënten die rechtstreeks overstappen van subcutane immunoglobulinebehandeling, dient de eerste infusie met HyQvia een week na de laatste immunoglobulinebehandeling te worden gegeven. Pediatrische patiënten De veiligheid op de lange termijn en mogelijke risico's van HyQvia voor de vruchtbaarheid bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2. Wijze van toediening Het geneesmiddel is uitsluitend voor subcutaan gebruik. Indien gefaciliteerde subcutane infusie van HyQvia voor behandeling thuis wordt gebruikt, moet de behandeling worden ingesteld door een arts die ervaring heeft met de begeleiding van deze patiënten in de thuissituatie. De patiënt moet worden onderwezen in infusietechnieken, het gebruik van een infusiepomp, eventueel het invullen van een behandelingskaart en de te nemen maatregelen in geval van bijwerkingen. De twee componenten van het geneesmiddel moeten achtereenvolgens via dezelfde naald worden toegediend, beginnend met de recombinant humane hyaluronidase en gevolgd door de IG 10%, zoals hierna beschreven. De HyQvia-componenten kunnen worden toegediend met een elektromechanische pomp met variabele snelheid, een subcutane naaldset van minimaal 24 gauge en een toedieningsset die compatibel is met de pomp. Aanbevolen wordt de recombinant humane hyaluronidase-component bij een constante snelheid toe te dienen en de toedieningssnelheid van de IG 10% niet te overschrijden, zeker als de patiënt net met de HyQvia-behandeling is gestart. De aanbevolen plaats(en) voor de infusie van het geneesmiddel zijn de buik en dijbenen. Als twee plaatsen worden gebruikt, dient de tweede infuusplaats zich aan de contralaterale kant van het lichaam te bevinden. Vermijd uitstekende botdelen. Eerst wordt de volledige dosis recombinant humane hyaluronidase-oplossing toegediend met een snelheid van 1 tot 2 ml/minuut per infuusplaats. Binnen 10 minuten nadat de infusie van recombinant humane hyaluronidase is voltooid, moet op dezelfde infuusplaats de infusie van de vereiste dosis IG 10% worden gestart. Als twee infuusplaatsen worden gebruikt, moet de totale dosis van zowel recombinant humane hyaluronidase als IG 10% worden verdeeld voordat met infusie wordt gestart. Voor IG 10% worden de volgende toedieningssnelheden aanbevolen: Patiënten met een lichaamsgewicht van 40 kg of meer: IG 10% moet worden toegediend met een beginsnelheid van 10 ml/uur/infuusplaats. Indien goed verdragen, mag de toedieningssnelheid worden verhoogd in intervallen van minimaal 10 minuten tot maximaal 240 ml/uur/infuusplaats voor de eerste (een of twee) infusies. De snelheid van volgende infusies kan worden aangepast tot maximaal 300 ml/uur/infuusplaats. 4 Patiënten met een lichaamsgewicht lager dan 40 kg: IG 10% moet worden toegediend met een beginsnelheid van 5 ml/uur/infuusplaats. Indien goed verdragen, mag de toedieningssnelheid worden verhoogd in intervallen van minimaal 10 minuten tot maximaal 80 ml/uur/infuusplaats voor de eerste (een of twee) infusies. De snelheid van volgende infusies kan worden aangepast tot maximaal 160 ml/uur/infuusplaats. Voor instructies over het gebruik van het geneesmiddel, zie rubriek 6.6. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen). Overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen, vooral in zeer zeldzame gevallen van IgA-deficiëntie wanneer de patiënt antilichamen tegen IgA heeft. Systemische overgevoeligheid voor hyaluronidase of recombinant humaan hyaluronidase. HyQvia mag niet intraveneus worden toegediend. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden (zie rubriek 4.6). De in rubriek 4.2 aanbevolen toedieningssnelheid moet worden aangehouden. Patiënten moeten tijdens de gehele infusieperiode nauwlettend worden bewaakt en geobserveerd op bijwerkingen, zeker bij patiënten bij wie met de behandeling wordt begonnen. Bepaalde bijwerkingen kunnen zich vaker voordoen bij patiënten die humane normale immunoglobuline voor het eerst krijgen toegediend, of in zeldzame gevallen, wanneer op een ander product met humane normale immunoglobuline wordt overgestapt of wanneer de behandeling gedurende langere tijd is gestaakt. In de klinische onderzoeken zijn geen chronische veranderingen van de huid waargenomen. Patiënten moet worden verteld dat zij alle chronische ontstekingen, noduli of ontstekingen die op de infuusplaats ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten melden. Overgevoeligheid voor IG 10% Echte overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Deze kunnen met name voorkomen in zeer zeldzame gevallen van IgA-deficiëntie met anti-IgA-antilichamen, en deze patiënten moeten met voorzichtigheid worden behandeld. De IG 10%-component van het geneesmiddel bevat sporen van IgA (maximale inhoud is 140 microgram/ml). In zeldzame gevallen kan humane normale immunoglobuline een daling van de bloeddruk met anafylactische reactie veroorzaken, zelfs bij patiënten die eerder behandelingen met humane normale immunoglobuline goed hebben verdragen. Bij patiënten met een groot risico op allergische reacties mag het product alleen worden toegediend indien ondersteunende zorg voor levensbedreigende reacties beschikbaar is. Patiënten moeten worden geïnformeerd over de vroege verschijnselen van anafylaxie/overgevoeligheid (urticaria, pruritus, gegeneraliseerde urticaria, gevoel van beklemming op de borst, piepende ademhaling en hypotensie). Afhankelijk van de ernst van de reactie en de medische praktijk kan met premedicatie dit type reacties mogelijk worden voorkomen. Indien anafylactische of ernstige overgevoeligheid voor humane immunoglobuline bekend is, moet dit in het patiëntendossier worden vermeld. 5 Eventuele complicaties kunnen vaak worden voorkomen met de volgende voorzorgsmaatregelen: De eerste keer het product langzaam toedienen zodat patiënten niet gevoelig worden voor humane normale immunoglobuline (zie rubriek 4.2). Patiënten gedurende de gehele infusieperiode zorgvuldig controleren en volgen om eventuele symptomen op te sporen. Met name patiënten die voor het eerst humane normale immunoglobuline krijgen toegediend, zijn overgestapt van een ander product of hun behandeling gedurende een langere periode hebben stopgezet, moeten tijdens de eerste infusie en het daaropvolgende uur worden gecontroleerd en gevolgd om eventuele bijwerkingen op te sporen. Alle andere patiënten moeten gedurende ten minste 20 minuten na toediening worden geobserveerd. Als de behandeling thuis plaatsvindt, moet ondersteuning van een andere verantwoordelijke persoon beschikbaar zijn voor de behandeling van bijwerkingen of het oproepen van hulp wanneer zich ernstige bijwerkingen voordoen. Patiënten die zelf de behandeling thuis uitvoeren en/of hun begeleiders moeten ook worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van overgevoeligheidsreacties. Wanneer zich bijwerkingen voordoen, moet ofwel de toedieningssnelheid worden verlaagd of de toediening worden gestaakt. De vereiste behandeling is afhankelijk van de aard en ernst van de bijwerking. In het geval van een shock, dient de standaard medische behandeling voor shock toegepast te worden. Overgevoeligheid voor hyaluronidase Bij de minste verdenking van allergische of anafylactische reacties na toediening van recombinant humane hyaluronidase, moet de infusie onmiddellijk worden gestaakt en moet indien nodig de standaard medische behandeling worden toegepast. Verspreiding van gelokaliseerde infecties Het geneesmiddel mag niet worden geïnjecteerd op of rond een geïnfecteerd of acuut ontstoken plaats vanwege het gevaar op verspreiding van een gelokaliseerde infectie. Bijwerkingen die zijn gerapporteerd bij intraveneus toegediende immunoglobuline Trombo-embolische voorvallen (bijv. myocardinfarct, cerebrovasculair accident, diepe veneuze trombose en longembolie), renale disfunctie/nierfalen, aseptische meningitis en hemolyse zijn waargenomen bij intraveneuze toediening van IG 10% en kunnen niet worden uitgesloten bij toediening van HyQvia. Trombotische voorvallen en hemolyse zijn eveneens gemeld in samenhang met subcutane toediening van immunoglobulineproducten. Trombotische voorvallen Bij patiënten met bekende risicofactoren of patiënten die horen bij een risicogroep voor trombo-embolische voorvallen (zoals een gevorderde leeftijd, hypertensie, diabetes mellitus en een geschiedenis van vaatziekten of trombotische episoden, patiënten met verworven of erfelijke trombofilie, patiënten met langere perioden van immobilisatie, patiënten met ernstige hypovolemie, patiënten met ziekten die de bloedviscositeit verhogen) moet hiervan melding in het patiëntendossier worden gemaakt. Voor risicopatiënten moet een beoordeling van de uitgangssituatie voor alle risicofactoren, inclusief viscositeit, worden overwogen. Patiënten moeten worden geïnformeerd over de eerste symptomen van trombo-embolische voorvallen, inclusief kortademigheid, pijn en zwelling van een ledemaat, focale neurologische stoornissen en pijn op de borst, en hen moet worden geadviseerd onmiddellijk contact op te nemen met hun arts zodra de eerste symptomen zich voordoen. Patiënten moeten voldoende gehydrateerd zijn voordat immunoglobulinen worden gebruikt. 6 Hemolytische anemie Immunoglobulineproducten kunnen bloedgroepantistoffen bevatten die kunnen optreden als hemolysinen en zorgen voor in vivo-coating van rode bloedcellen met immunoglobuline waardoor een positieve directe antiglobulinereactie (Coombs-test) en, zelden, hemolyse ontstaat. Hemolytische anemie kan na immunoglobulinetherapie ontstaan vanwege een verhoogde sequestratie van rode bloedcellen. Ontvangers van immunoglobulineproducten moeten worden gecontroleerd en gevolgd op klinische symptomen van hemolyse. Acuut nierfalen Gevallen van acuut nierfalen zijn gemeld bij patiënten die intraveneuze immunoglobulinetherapie kregen. In de meeste gevallen zijn risicofactoren vastgesteld, zoals bestaande renale insufficiëntie, diabetes mellitus, hypovolemie, overgewicht, gelijktijdig gebruikte nefrotoxische geneesmiddelen of een leeftijd boven de 65 jaar. In het geval van een verminderde nierfunctie moet worden overwogen de toediening te staken. Hoewel de meldingen over nierdisfunctie en acuut nierfalen in verband zijn gebracht met het gebruik van een groot aantal toegelaten intraveneuze immunoglobulineproducten met diverse hulpstoffen zoals sucrose, glucose en maltose, maken producten met sucrose als stabilisator een onevenredig deel uit van het totale aantal meldingen. Bij risicopatiënten kan het gebruik van intraveneuze immunoglobulineproducten zonder deze hulpstoffen worden overwogen. HyQvia bevat geen sucrose, maltose of glucose. Aseptische meningitis Gevallen van aseptische meningitis zijn gemeld in samenhang met intraveneuze immunoglobulinebehandeling. Stopzetting van de intraveneuze immunoglobulinebehandeling heeft binnen enkele dagen geleid tot remissie van aseptische meningitis zonder restverschijnselen. Aseptische meningitis treedt meestal op binnen enkele uren tot 2 dagen na intraveneuze immunoglobulinebehandeling. Onderzoeken naar cerebrospinaal vocht testen vaak positief op pleiocytose tot enkele duizenden cellen per mm3, hoofdzakelijk afkomstig van granulocyten, en verhoogde proteïneniveaus tot een paar honderd mg/dL. Aseptische meningitis kan vaker voorkomen in samenhang met intraveneuze immunoglobulinebehandeling met hoge dosis (2 g/kg). Informatie over enkele bestanddelen HyQvia bevat geen suikers. De IG 10%-component bevat sporen van natrium. Recombinant humane hyaluronidase bevat 0,16 mmol (3,68 mg) natrium per ml, met een maximale dagelijkse dosis van ongeveer 120 mg. Dit moet eventueel in overweging worden genomen bij patiënten op een natriumbeperkt dieet. Interferentie met serologische testen Na injectie van immunoglobuline kan de tijdelijke toename van de diverse passief overgedragen antilichamen in het bloed van de patiënt leiden tot misleidende positieve resultaten bij serologische testen. Passieve transmissie van antilichamen op erytrocyt-antigenen, zoals A, B of D, kan interfereren met enkele serologische testen op antilichamen tegen rode bloedcellen, zoals de directe antiglobulinetest (DAT, directe Coombs-test). Informatie over veiligheid met betrekking tot overdraagbare ziekteverwekkers Humane normale immunoglobuline en humaan serumalbumine (stabilisator van de recombinant humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma. Selectie van donoren, screening van individuele donaties en plasmapools op specifieke infectiemarkers, en doeltreffende virusinactivatie-/virusverwijderingsstappen in het productieproces behoren tot de standaardmaatregelen om infecties als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen bereid uit humaan bloed of plasma te voorkomen. Ondanks deze maatregelen kan het risico op overdracht van verwekkers van infectieziekten niet helemaal worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen bereid 7 uit humaan bloed of plasma toegediend worden. Dat geldt tevens voor onbekende of opkomende virussen en andere ziekteverwekkers. De genomen maatregelen worden geacht effectief te zijn voor omhulde virussen zoals het humane immuundeficiëntievirus (HIV), hepatitis-B-virus (HBV) en hepatitis-C-virus (HCV), en voor de niet-omhulde virussen hepatitis-A (HAV) en parvovirus B19. Er bestaat geruststellend klinisch bewijs met betrekking tot het uitblijven van overdracht van hepatitis A of parvovirus B19 met immunoglobulinen, en er wordt ook aangenomen dat het gehalte aan antilichamen een belangrijke bijdrage levert aan de virale veiligheid. Het wordt sterk aanbevolen altijd wanneer een patiënt een dosis HyQvia krijgt, de naam en het batchnummer van het product te noteren om de koppeling tussen de patiënt en het batchnummer van het product te behouden. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Levende verzwakte virusvaccins Na toediening van immunoglobuline kan de werkzaamheid van levende verzwakte virusvaccins zoals mazelen, rodehond, de bof en varicella gedurende een periode van ten minste 6 weken tot 3 maanden verstoord zijn. Na toediening van dit product moet 3 maanden worden gewacht voordat vaccinatie met levende verzwakte virusvaccins mag plaatsvinden. In het geval van mazelen kan de verminderde werkzaamheid tot een jaar duren. Patiënten die een mazelenvaccin krijgen, moeten daarom hun antilichaamstatus laten controleren. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd naar HyQvia bij zwangere vrouwen. HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden en een alternatieve behandeling moet worden overwogen. Vrouwen die zwanger kunnen worden, wordt aangeraden om tijdens de HyQvia-behandeling passende maatregelen te treffen om zwangerschap te voorkomen. Als een vrouw toch zwanger wordt, dient behandeling met HyQvia te worden gestaakt. Bovendien moet de behandelend arts haar aanraden deel te nemen aan het zwangerschapsregister. Borstvoeding Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid van HyQvia bij vrouwen die borstvoeding geven. HyQvia mag niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven. Vruchtbaarheid Klinische ervaring met immunoglobulinen suggereert dat er geen schadelijke effecten van IG 10% op de vruchtbaarheid te verwachten zijn. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar over de klinische veiligheid van HyQvia voor de ontwikkeling van het voortplantingssysteem. Mannelijke en vrouwelijke patiënten die zich kunnen voortplanten, dienen te worden geadviseerd dat er onvoldoende langetermijngegevens beschikbaar zijn over het gebruik van HyQvia. Het effect op de menselijke vruchtbaarheid en eventuele ongewenste effecten van HyQvia op de bevruchting zijn momenteel onbekend. Deze patiënten moeten het HyQvia-educatiemateriaal voor patiënten krijgen uitgereikt voor meer informatie. Onderzoek bij dieren wijst geen directe of indirecte schadelijke effecten uit met betrekking tot reproductietoxiciteit bij doses die worden gebruikt voor facilitering van de toediening van IG 10% (zie rubriek 5.3). 8 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen HyQvia heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Patiënten die tijdens de behandeling bijwerkingen ervaren (zoals duizeligheid en misselijkheid), moeten wachten met het besturen van voertuigen of het bedienen van machines totdat de bijwerkingen zijn geweken. 4.8 Bijwerkingen Samenvatting van het veiligheidsprofiel De vaakst gemelde bijwerkingen van HyQvia die voorkwamen met een frequentie van 0,203 per infusie, waren lokale reacties. De vaakst gemelde systemische bijwerkingen waren hoofdpijn, vermoeidheid en pyrexie. De meeste bijwerkingen waren mild tot matig in ernst. Humane normale immunoglobuline Bijwerkingen zoals koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid, koorts, braken, allergische reacties, nausea, artralgie, lage bloeddruk en matige lagerugpijn kunnen soms voorkomen. In zeldzame gevallen kunnen humane normale immunoglobulinen een plotse daling van de bloeddruk en, in geïsoleerde gevallen, anafylactische shock veroorzaken, zelfs bij patiënten die bij eerdere toediening geen overgevoeligheidsreacties vertoonden. Gevallen van voorbijgaande aseptische meningitis, voorbijgaande hemolytische reacties, verhoogd serumcreatinine en/of acuut nierfalen zijn bij humane normale immunoglobuline waargenomen. Zie rubriek 4.4. Trombo-embolische reacties zoals myocardinfarct, beroerte, longembolie en diepe veneuze trombose zijn zelden waargenomen bij IV- en SC-toediening van gammaglobulineproducten. Lokale reacties op de infuusplaats: zwelling, gevoeligheid, roodheid, verharding, lokale warmte, lokale pijn, jeuk, blauwe plekken en rash. De volgende bijkomende bijwerkingen zijn gemeld voor subcutaan toegediende immunoglobulineproducten in het algemeen, en zijn in volgorde van ernst gerangschikt op systeem/orgaanklasse volgens gegevensbank MedDRA en op MedDRA-voorkeursterm: Immuunsysteemaandoeningen: overgevoeligheidsreactie Zenuwstelselaandoeningen: paresthesie, tremor Hartaandoeningen: tachycardie Bloedvataandoeningen: blozen, bleekheid, perifere koude Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: dyspneu Maagdarmstelselaandoeningen: paresthesie van de mond Huid- en onderhuidaandoeningen: zwelling aangezicht, urticaria, allergische dermatitis, hyperhidrose, pruritus Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: rugpijn, musculoskeletale stijfheid Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: ongemak op de borst, het warm hebben Onderzoeken: alanineaminotransferase verhoogd Zie voor informatie over virale veiligheid rubriek 4.4. Recombinant humane hyaluronidase De vaakst gemelde bijwerkingen tijdens postmarketinggebruik van recombinant humane hyaluronidase in soortgelijke preparaten subcutaan toegediend voor de dispersie en absorptie van subcutaan toegediende vloeistoffen of geneesmiddelen, waren milde lokale reacties op de injectieplaats, zoals erytheem en pijn. Oedeem is het vaakst gemeld in samenhang met subcutane toediening van een groot vloeistofvolume. 9 Antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase In totaal 13 van de 83 proefpersonen die deelnamen aan een hoofdonderzoek ontwikkelden een antilichaam dat tijdens het klinische onderzoek in staat bleek zich ten minste eenmaal te binden aan recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20). Deze antilichamen konden recombinant humane hyaluronidase niet neutraliseren. Een tijdelijk verband tussen bijwerkingen en de aanwezigheid van anti-rHuPH20-antistoffen kon niet worden aangetoond. Er was geen toename in incidentie of ernst van bijwerkingen bij patiënten die antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase hadden ontwikkeld. Tabel met bijwerkingen De veiligheid en verdraagbaarheid van HyQvia zijn beoordeeld in een fase 3-onderzoek bij 83 patiënten met PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen), waaronder 21 patiënten tussen 2 en 16 jaar, die eens in de 3 tot 4 weken een infusie kregen. De bijwerkingen zijn in de volgende tabel gerangschikt volgens de systeem-/orgaanklassen van de MedDRA-gegevensbank en hun frequentie. De frequentie per infusie is geëvalueerd door gebruik te maken van de volgende criteria: Zeer vaak (≥ 1/10); Vaak (≥ 1/100, < 1/10); Soms (≥ 1/1000, < 1/100); Zelden (≥ 1/10.000, < 1/1000); Zeer zelden (< 1/10.000); Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Systeem/ orgaanklasse, MedDRA Bijwerkingen van HyQvia Zeer vaak Vaak (≥1/10) (≥1/100, ≤1/10) Maagdarmstelselaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Lokale reacties (totaal) Ongemak/pijn Lokale reacties: Erytheem Zwelling/oedeem Pruritus Vermoeidheid Onderzoeken Voedings- en stofwisselingsstoornissen 10 Soms (≥1/1000, ≤1/100) Braken Nausea Bovenbuikpijn Diarree Orale pijn Lokale reacties: Massa op infuusplaats Nodule Infuusplaats: Warmte Hematoom Bloedingen Pyrexie Perifeer oedeem Koude rillingen Malaise Asthenie Abnormaal gevoel Zwaartekrachtsoedeem Antistoftest positief Coombs-test positief Verlaagd aantal lymfocyten Verlaagd aantal wittebloedcellen Gewicht verlaagd Verminderde eetlust Zelden (≥1/10.000, ≤1/1000) Systeem/ orgaanklasse, MedDRA Bijwerkingen van HyQvia Zeer vaak Vaak (≥1/10) (≥1/100, ≤1/10) Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Zenuwstelselaandoeningen Hoofdpijn Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Huid- en onderhuidaandoeningen Bloedvataandoeningen Soms (≥1/1000, ≤1/100) Myalgie Artralgie Liespijn Pijn in extremiteit Musculoskeletale thoraxpijn Migraine Duizeligheid Branderig gevoel Vulvovaginale pruritus Genitaal oedeem Neusverstopping Erytheem Maculo-papilaire rash Hypertensie Bloeddruk verlaagd Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen De lokale reacties die tijdens het klinisch onderzoek werden waargenomen, betroffen onder meer een milde zwelling op de infuusplaats (die bij de meeste infusies voorkwam) vanwege de grote infusievolumes. Deze lokale reacties werden in het algemeen echter niet beschouwd als bijwerking, tenzij ze ongemak veroorzaakten. Slechts twee gevallen van lokale bijwerkingen waren ernstig, pijn op de infuusplaats en zwelling op de infuusplaats. Twee gevallen van voorbijgaand genitaal oedeem, waarvan één geval als ernstig werd beschouwd, waren te wijten aan diffusie van het geneesmiddel van de infuusplaats in het abdomen. Alle waargenomen huidveranderingen losten in de loop van het klinisch onderzoek vanzelf op. Pediatrische patiënten HyQvia is beoordeeld bij 21 pediatrische patiënten tussen 4 en 16 jaar (waarvan er 13 tussen 4 en < 12 jaar en 8 tussen 12 en < 16 jaar oud waren). Het onderzoeksresultaat wees op vergelijkbare veiligheidsprofielen bij volwassenen en pediatrische patiënten, zoals de aard, frequentie of ernst en omkeerbaarheid van de bijwerkingen. 4.9 Overdosering De gevolgen van overdosering met HyQvia zijn niet bekend. Wanneer immunoglobulinen intraveneus worden toegediend, kan een overdosering leiden tot vloeistofoverbelasting en hyperviscositeit. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie (humane normale immunoglobuline): immuunsera en immunoglobulinen: immunoglobulinen, normaal humaan, ATC-code: J06BA Werkingsmechanisme Het therapeutische effect van dit geneesmiddel wordt geleverd door de IG 10%-component. De recombinant humane hyaluronidase faciliteert de dispersie en absorptie van IG 10%. Humane normale immunoglobuline bevat voornamelijk immunoglobuline G (IgG) met een breed spectrum aan opsoniserende en neutraliserende antilichamen tegen infectieuze agentia. 11 Zelden (≥1/10.000, ≤1/1000) Humane normale immunoglobuline bevat de IgG-antilichamen die aanwezig zijn in de normale populatie. Deze immunoglobuline wordt meestal vervaardigd uit humane plasmapools van ten minste 1000 donaties en heeft een distributie van IgG-subklassen in praktisch dezelfde proportie als in normaal humaan plasma. Adequate doses humane normale immunoglobuline kunnen abnormaal lage IgG-niveaus herstellen tot het normale bereik. Recombinant humane hyaluronidase is een oplosbare recombinantvorm van humane hyaluronidase die de doorlaatbaarheid van bindweefsel verandert door hydrolyse van hyaluronzuur. Hyaluronzuur is een polysacharide dat voorkomt in de intercellulaire grondstof van bindweefsel en bepaalde gespecialiseerde weefsels. Het wordt afgebroken door natuurlijk hyaluronidase en heeft een zeer snelle omlooptijd in subcutane weefsels. Recombinant humane hyaluronidase verhoogt de doorlaatbaarheid en versnelt daardoor de afbraak van hyaluronzuur. Dit leidt tot een tijdelijke toename van de doorlaatbaarheid van de interstitiële matrix waardoor een snellere dispersie en absorptie, en een verbeterde biologische beschikbaarheid van IG 10% mogelijk worden. De natuurlijke, snelle regeneratie van hyaluronzuur leidt tot volledig herstel van de interstitiële barrière binnen 24 tot 48 uur. Klinische werkzaamheid en veiligheid De veiligheid en werkzaamheid van HyQvia zijn beoordeeld tijdens een fase 3-onderzoek bij 83 patiënten met PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). Patiënten werden behandeld met HyQvia bij een dosisinterval van 3 of 4 weken gedurende in totaal 12 maanden (na een korte titratieperiode). De HyQvia-dosis was gebaseerd op de vorige behandeling met intraveneus toegediende IG 10% (320 tot 1000 mg/kg/4 weken) en was individueel aangepast, wat zorgde voor de juiste IgG-niveaus gedurende het onderzoek. De resultaten van het onderzoek lieten een incidentie van gevalideerde, acute, ernstige bacteriële infecties tijdens behandeling met HyQvia zien van 0,025 (bovengrens van eenzijdig 99%-betrouwbaarheidsinterval van 0,046) per jaar. De algehele infectie-incidentie was lager tijdens HyQvia-toediening dan tijdens de drie maanden intraveneuze toediening van IG 10%: de puntschatting van de infectiegraad van alle infecties per jaar was 2,97 (95% BI: 2,51 t/m 3,47) voor HyQvia en 4,51 (95% BI: 3,50 t/m 5,69) voor intraveneus toegediende IG 10%. Voor bijna alle proefpersonen kon hetzelfde dosisinterval voor HyQvia worden aangehouden als voor de vorige intraveneuze toediening. Achtenzeventig (78) van de 83 (94%) proefpersonen kregen dezelfde dosis om de 3 á 4 weken, terwijl één persoon van 4 naar 3 weken ging, één persoon van 4 naar 2 weken en één persoon van 3 naar 2 weken (2 proefpersonen trokken zich tijdens de titratieperiode terug). De mediaan van het aantal infuusplaatsen per maand voor HyQvia was 1,09, dit is iets lager dan de mediaan van het aantal infuusplaatsen voor intraveneuze IG 10% in dit onderzoek (1,34), en aanzienlijk lager dan de mediaan van het aantal infuusplaatsen in het onderzoek naar subcutane toediening van IG 10% (21,43). Pediatrische patiënten HyQvia is beoordeeld in 21 pediatrische patiënten, waaronder 13 patiënten van 4 t/m 11 jaar en 8 patiënten van 12 t/m 15 jaar, die langer dan een jaar werden behandeld (zoals beschreven in de rubriek Klinische werkzaamheid en veiligheid). Er zijn geen aanmerkelijke verschillen waargenomen in de farmacodynamische effecten, of in de veiligheid en werkzaamheid van HyQvia tussen pediatrische patiënten en volwassenen. Deze gegevens zijn echter niet voldoende om de veiligheid en werkzaamheid van HyQvia voor deze leeftijdsgroep vast te stellen. Zie de rubrieken 4.2 en 4.8. Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant om de resultaten in te dienen van onderzoek met HyQvia in een of meerdere subgroepen van pediatrische patiënten naar de behandeling van primaire immunodeficiëntie als model voor vervangingsbehandeling (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik). 12 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Bij toediening van HyQvia stijgen de serum-IgG-niveaus in de circulatie van de ontvanger tot een piekconcentratie met een vertraging van ongeveer 3 tot 5 dagen. Gegevens uit het klinisch onderzoek naar HyQvia wijzen uit dat de serum-IgG-dalconcentraties kunnen worden onderhouden met doseringsschema´s van 320 tot 1000 mg/kg lichaamsgewicht/4 weken, toegediend met intervallen van 3 of 4 weken. De farmacokinetische gegevens van HyQvia zijn beoordeeld in het fase 3-onderzoek naar veiligheid en werkzaamheid bij 60 patiënten van 12 jaar en ouder die lijden aan PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). De farmacokinetische resultaten zijn aangegeven in de volgende tabel, en vergeleken met gegevens voor intraveneuze toediening van IG 10% verkregen in hetzelfde onderzoek. Farmacokinetische parameters van HyQvia vergeleken met intraveneuze toediening van IG 10% Parameter HyQvia IVIG 10% Mediaan (95% Bl) Mediaan (95% Bl) n = 60 n = 68 Cmax [g/l] 15,5 (14,5; 17,1) 21,9 (20,7; 23,9) Cmin [g/l] 10,4 (9,4 t/m 11,2) 10,1 (9,5 t/m 10,9) AUC per week [g*dagen/l] 90,52 (83,8 t/m 98,4) 93,9 (89,1 t/m 102,1) Tmax [dagen] 5,0 (3,3 t/m 5,1) 0,1 (0,1 t/m 0,1) Duidelijke klaring of klaring [ml/kg/dag] 1,6 (1,4 t/m 1,79) 1,4 (1,2 t/m 1,4) Terminale halfwaardetijd [dagen] 45,3 (41,0 t/m 60,2) 35,7 (32,4 t/m 40,4) IgG en IgG-complexen worden afgebroken in cellen van het reticulo-endotheliaal systeem. Pediatrische patiënten In het klinisch onderzoek naar HyQvia zijn geen verschillen waargenomen in plasma-IgG-dalconcentraties tussen volwassenen en pediatrische patiënten. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Immunoglobulinen zijn normale bestanddelen van het menselijk lichaam. Niet-klinische gegevens voor de IG 10%-component van HyQvia duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie en toxiciteit. Onderzoeken naar toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit en reproductietoxiciteit bij dieren zijn niet praktisch haalbaar vanwege inductie van en interferentie met de zich ontwikkelende antilichamen tegen heterologe eiwitten. In vitro genotoxiciteitsonderzoeken leverden geen bewijs op voor genotoxiciteit. Aangezien klinische ervaring geen bewijs levert voor mogelijk carcinogene eigenschappen van immunoglobulinen, zijn er geen experimentele onderzoeken uitgevoerd op heterogene soorten. Hyaluronidase komt in de meeste weefsels van het menselijk lichaam voor. Niet-klinische gegevens voor recombinant humane hyaluronidase duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering en ontwikkelingstoxiciteit. Reversibele effecten op de vruchtbaarheid zijn gemeld bij mannelijke en vrouwelijke cavia's die werden geïmmuniseerd om de productie van antilichamen voor hyaluronidase op te wekken. De antilichamen voor hyaluronidase hadden echter geen invloed op de reproductie bij muizen, konijnen, schapen of cynomolgus-apen. Er zijn geen genotoxiciteits- en carcinogeniciteitsonderzoeken uitgevoerd omdat de hyaluronidase de recombinante vorm van een natuurlijk proteïne is, en als zodanig geen interactie met DNA of ander 13 chromosoommateriaal wordt verwacht, noch gebleken is dat dit enzym cellen transformeert en de groei van normale of kwaadaardige cellen bevordert. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%) Glycine Water voor injecties Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20) Natriumchloride Dibasisch natriumfosfaat Humane albumine Dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur) Calciumchloride Natriumhydroxide (voor pH-regulering) Zoutzuur (voor pH-regulering) Water voor injecties 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3 Houdbaarheid 2 jaar. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%) 25, 50, 100, 200 of 300 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop (broombutylrubber). Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20) 1,25, 2,5, 5, 10 of 15 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop (chlorobutylrubber). Verpakkingsgrootte: Eén injectieflacon met IG 10% en één injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase in een dubbele injectieflacon. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 14 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Het product moet vóór gebruik op kamertemperatuur worden gebracht. IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. Recombinant humane hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing. Oplossingen die troebel zijn of neerslag bevatten, mogen niet worden gebruikt. Niet schudden. De HyQvia-componenten vóór toediening niet mengen. Gebruik geen toegangshulpmiddelen met luchtinlaat op de injectieflacons om de recombinant humane hyaluronidase uit de flacons te halen. Gebruik een aseptische techniek bij het bereiden en toedienen van HyQvia. Als meer dan één injectieflacon met het geneesmiddel IG 10% of recombinant humane hyaluronidase nodig is om de vereiste infusiedosis te verkrijgen, moeten de IG 10% en/of recombinant humane hyaluronidase vóór toediening afzonderlijk worden bereid in geschikte oplossingcontainers. Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons moeten worden afgevoerd. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Baxter Innovations GmbH Industriestrasse 67 A-1221 Wenen, Oostenrijk 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 9. DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu). 15 BIJLAGE II A. FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN GEBRUIK C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN NAGEKOMEN D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL 16 A. FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE Naam en adres van de fabrikanten van de biologisch werkzame stof(fen) Baxter Healthcare Corporation 4501 Colorado Boulevard Los Angeles, Californië Verenigde Staten Vervaardiging van intermediair precipitaat G uit humaan plasma. Baxter AG Industriestrasse 131 A-1221 Wenen Oostenrijk Vervaardiging van intermediair precipitaat G uit humaan plasma. Baxter Manufacturing S.p.A. Via della Chimica 5 02010 Santa Rufina, Cittaducale, Rieti Italië Vervaardiging van intermediair precipitaat G uit humaan plasma. Baxter S.A. Boulevard René Branquart, 80 B-7860 Lessines België Vervaardiging van ultrafiltratiecentrifugaat van immunoglobuline 10% uit precipitaat G. Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Baxter S.A. Boulevard René Branquart, 80 B-7860 Lessines België In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen. B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN GEBRUIK Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de productkenmerken, rubriek 4.2). Officiële vrijgifte van de batch In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële vrijgifte van de batch worden uitgevoerd door een laboratorium van de staat of een specifiek daartoe aangewezen laboratorium. 17 C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN NAGEKOMEN Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s) De vergunninghouder dient het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen 6 maanden na de toekenning van de vergunning in. Vervolgens dient de vergunninghouder voor dit geneesmiddel periodieke veiligheidsverslagen in, overeenkomstig de vereisten zoals uiteengezet in de lijst van uniale referentiedata en indieningsfrequenties voor periodieke veiligheidsverslagen (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107 quater, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG. Deze lijst is gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen. D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan) De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-updates. Een RMP-update wordt ingediend: op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau; steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt. Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de RMP-update samenvallen, dan kunnen beide gelijktijdig worden ingediend. Extra risicobeperkende maatregelen Voorafgaand aan de lancering in elke lidstaat, moet de houder van de vergunning voor het in de handel brengen de inhoud en vorm van het educatieprogramma overeenkomen met de bevoegde nationale autoriteit. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen moet ervoor zorgen dat alle beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die naar verwachting HyQvia gaan gebruiken of voorschrijven, bij de lancering een educatiepakket ontvangen. Het educatiepakket moet het volgende bevatten: 1. Samenvatting van de productkenmerken en Bijsluiter 2. Informatiekaart voor patiënten 3. Tekst voor de arts die op het educatiepakket moet worden vermeld: Voorafgaand aan behandeling met HyQvia moet aan de patiënt een bijsluiter en een informatiekaart voor patiënten worden uitgereikt. Als een vrouw die behandeld wordt met HyQvia zwanger wordt, moet behandeling met HyQvia worden gestaakt en moet een alternatieve IgG-behandeling zonder recombinant hyaluronidase worden ingesteld. Patiënten moeten daarnaast worden gestimuleerd deel te nemen aan de zwangerschapsregistratie. Informatie over de beschikbaarheid van een zwangerschapsregister en hoe patiënten daarin worden opgenomen. 18 De informatiekaart voor patiënten moet informatie bevatten over de volgende belangrijke onderdelen: Informatie over antilichamen tegen recombinant hyaluronidase HyQvia bevat recombinant humane hyaluronidase dat de dispersie en absorptie van immunoglobuline G faciliteert. Patiënten die HyQvia krijgen toegediend, kunnen in sommige gevallen antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase ontwikkelen. In klinische onderzoeken ontwikkelde maximaal 18% van de patiënten aan wie HyQvia werd toegediend antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase. Deze antilichamen kunnen reageren met de hyaluronidase die van nature voorkomt in de meeste weefsels van het menselijk lichaam, maar het is niet bekend of dit klinische gevolgen heeft. In klinische onderzoeken zijn geen bijwerkingen waargenomen die in verband worden gebracht met de aanwezigheid van antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase, maar de duur van de behandeling was beperkt tot maximaal 36 maanden en mogelijke effecten op de lange termijn zijn niet bekend. Het effect van deze antilichamen op de menselijke vruchtbaarheid en de kans op nadelige effecten op de bevruchting zijn onbekend. Informatie over vruchtbaarheid Omkeerbare contraceptieve effecten zijn gemeld bij mannelijke en vrouwelijke cavia's die werden geïmmuniseerd om de productie van antilichamen tegen hyaluronidase op te wekken. Antilichamen tegen hyaluronidase hadden echter geen invloed op de reproductie bij muizen, konijnen, schapen of cynomolgus-apen. Het effect van antilichamen tegen recombinant hyaluronidase op de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen is onbekend. Informatie over zwangerschap Antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase kunnen de placenta passeren. Onderzoeken bij dieren duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek naar ontwikkelingstoxiciteit. Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd naar HyQvia bij zwangere vrouwen. Een mogelijk effect van antilichamen tegen recombinant hyaluronidase op menselijke embryonale of foetale ontwikkeling is op dit moment onbekend. HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden. Een alternatieve behandeling die geen recombinant humane hyaluronidase bevat moet worden overwogen. Als een vrouw toch zwanger wordt terwijl ze behandeld wordt met HyQvia, moet behandeling met HyQvia worden gestaakt en moet een alternatieve IgG-behandeling zonder recombinant humane hyaluronidase worden besproken met de behandelend arts. Vrouwen die zwanger kunnen worden, wordt aangeraden passende maatregelen te treffen om zwangerschap tijdens behandeling met HyQvia te voorkomen. 19 BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER 20 A. ETIKETTERING 21 GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD BUITENVERPAKKING (2,5, 5, 10, 20 en 30 GRAM) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik. Humane normale immunoglobuline. 2. GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN) Injectieflacon humane normale immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG. Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml. 3. LIJST VAN HULPSTOFFEN Injectieflacon humane normale immunoglobuline: glycine, water voor injecties. Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase: natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine, dinatriumethyleendiaminetetra-azijnzuur, calciumchloride en water voor injecties. Zie de bijsluiter voor meer informatie. 4. FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD Oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik 1 injectieflacon humane normale immunoglobuline 2,5 g / 25 ml 5 g / 50 ml 10 g / 100 ml 20 g / 200 ml 30 g / 300 ml 1 injectieflacon recombinant humane hyaluronidase 1,25 ml 2,5 ml 5 ml 10 ml 15 ml 5. WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN) Alleen voor subcutaan gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter. 22 6. EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. 7. ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG Niet schudden voor gebruik. De twee injectieflacons vóór toediening niet mengen. Eerst de recombinant humane hyaluronidase toedienen. 8. UITERSTE GEBRUIKSDATUM EXP 9. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING) 11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Baxter Innovations GmbH A-1221 Wenen, Oostenrijk 12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EU/0/00/000/000/001 2,5 g/25 ml EU/0/00/000/000/002 5 g/50 ml EU/0/00/000/000/003 10 g/100 ml EU/0/00/000/000/004 20 g/200 ml EU/0/00/000/000/005 30 g/300 ml 13. BATCHNUMMER Charge 14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING Geneesmiddel op medisch voorschrift. 23 15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK 16. INFORMATIE IN BRAILLE HyQvia 100 mg/ml 24 GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE (5 G, 10 G, 20 G EN 30 G) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik Humane normale immunoglobuline 2. GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN) Immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG. Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml. 3. LIJST VAN HULPSTOFFEN Glycine, water voor injecties. 4. FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD Infusie voor subcutaan gebruik 1 injectieflacon 5 g / 50 ml 10 g / 100 ml 20 g / 200 ml 30 g / 300 ml 5. WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN) Alleen voor subcutaan gebruik. Als 2e toedienen. Lees voor het gebruik de bijsluiter. 6. EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN 7. ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG 8. UITERSTE GEBRUIKSDATUM EXP 25 9. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon bewaren in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht. 10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING) 11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Baxter Innovations GmbH A-1221 Wenen, Oostenrijk 12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EU/0/00/000/000/002 5 g/50 ml EU/0/00/000/000/003 10 g/100 ml EU/0/00/000/000/004 20 g/200 ml EU/0/00/000/000/005 30 g/300 ml 13. BATCHNUMMER Charge 14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING 15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK 16. INFORMATIE IN BRAILLE 26 GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE (2,5 G) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN) HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik. Humane normale immunoglobuline. Alleen voor SC gebruik 2. WIJZE VAN TOEDIENING Als 2e toedienen. Lees voor het gebruik de bijsluiter. 3. UITERSTE GEBRUIKSDATUM EXP 4. BATCHNUMMER Charge 5. INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID 2,5 g / 25 ml 6. OVERIGE 27 GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE (2,5 ML, 5 ML, 10 ML, 15 ML) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN) Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia Hyaluronidase Alleen voor subcutaan gebruik. 2. WIJZE VAN TOEDIENING Als 1ste toedienen. Lees voor het gebruik de bijsluiter. 3. UITERSTE GEBRUIKSDATUM EXP 4. BATCHNUMMER Charge 5. INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID 2,5 ml 5 ml 10 ml 15 ml 6. OVERIGE 28 GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE (1,25 ML) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN) Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia Hyaluronidase Alleen voor SC-gebruik 2. WIJZE VAN TOEDIENING Als 1ste toedienen. Lees voor het gebruik de bijsluiter. 3. UITERSTE GEBRUIKSDATUM EXP 4. BATCHNUMMER Charge 5. INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID 1,25 ml 6. OVERIGE 29 B. BIJSLUITER 30 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik Humane normale immunoglobuline Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig. Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. Krijgt u last van bijwerkingen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. Zie rubriek 4. Inhoud van deze bijsluiter 1. 2. 3. 4. 5. 6. Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Wanneer mag u HyQvia niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Hoe gebruikt u HyQvia? Mogelijke bijwerkingen Hoe bewaart u HyQvia? Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Wat is HyQvia? HyQvia bevat twee oplossingen voor infusie (druppelinfusie) onder de huid (subcutane of SC-infusie). Het middel wordt geleverd als pakket bestaande uit een injectieflacon humane normale immunoglobuline 10% (het werkzame bestanddeel) en een injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase (een bestanddeel dat ervoor zorgt dat de humane normale immunoglobuline 10% in de bloedbaan komt). Humane normale immunoglobuline 10% behoort tot een categorie geneesmiddelen die ´humane normale immunoglobulinen´ worden genoemd. Immunoglobulinen worden ook antilichamen genoemd en komen voor in het bloed van gezonde personen. Antilichamen zijn een onderdeel van het immuunsysteem (de natuurlijke afweer van het lichaam) en helpen het lichaam infecties bestrijden. Hoe werkt HyQvia? De injectieflacon met immunoglobulinen is bereid uit het bloed van gezonde personen. Het geneesmiddel werkt op exact dezelfde manier als de immunoglobulinen die van nature in het bloed voorkomen. De recombinant humane hyaluronidase is een eiwit dat (druppel)infusie van immunoglobulinen onder de huid en transport naar de bloedbaan vergemakkelijkt. Waarvoor wordt HyQvia gebruikt? HyQvia wordt gebruikt voor patiënten met een zwak immuunsysteem, die niet genoeg antilichamen in hun bloed hebben en vaak infecties krijgen. Regelmatige en adequate doses HyQvia kunnen een abnormaal laag immunoglobulineniveau in uw bloed herstellen tot de normale waarde (vervangingstherapie). 31 HyQvia wordt voorgeschreven aan - volwassen patiënten vanaf 18 jaar die niet of niet voldoende antilichamen aanmaken (primaire immunodeficiënties). Daaronder vallen stoornissen zoals: lage immunoglobulineniveaus (hypogammaglobulinemie) of afwezigheid van immunoglobulinen (agammaglobulinemie) in het bloed een combinatie van lage immunoglobulineniveaus, frequente infecties, onvermogen tot aanmaak van adequate hoeveelheid antilichamen na vaccinatie en andere verschijnselen, zoals immuunreacties gericht tegen het eigen lichaam of kanker (algemeen variabele immunodeficiëntie) een combinatie van een laag niveau of ontbreken van immunoglobulinen en ontbrekende of niet werkende T-cellen (een type witte bloedcellen die ook onderdeel zijn van het immuunsysteem) in het bloed (ernstige gecombineerde immunodeficiëntie) tekort aan bepaalde typen immunoglobulinen (IgG-subklassen) waardoor frequent infecties ontstaan. - volwassen patiënten ouder dan 18 jaar met bepaalde typen bloedkanker (zoals chronische lymfocytaire leukemie of myeloom) die leiden tot zeer laag niveau antilichamen in het bloed (hypogammaglobulinemie) en frequente bacteriële infecties. 2. Wanneer mag u HyQvia niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Wanneer mag u HyQvia NIET injecteren of via infusie toedienen? - - U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6, “Inhoud van de verpakking en overige informatie”. U hebt antilichamen tegen immunoglobuline A (IgA) in uw bloed. Dit kan gebeuren als u een IgA-deficiëntie hebt. Aangezien HyQvia sporen van IgA bevat, kunt u een allergische reactie krijgen. Het geneesmiddel mag niet worden toegediend in een bloedvat (intraveneus). Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? De volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten worden overwogen voordat u HyQvia krijgt of gebruikt. Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Kinderen en jongeren tot 18 jaar Dit geneesmiddel mag niet worden toegediend aan kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat niet bekend is of dit middel op lange termijn veilig is. Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid De effecten van het gebruik van recombinant humane hyaluronidase op de lange termijn op de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid zijn momenteel niet bekend. Vraag uw arts vóór de behandeling met HyQvia om meer informatie over het mogelijke effect van HyQvia op vruchtbaarheid en zwangerschap. HyQvia mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Vrouwen die zwanger kunnen worden wordt aangeraden passende maatregelen te treffen om zwangerschap tijdens behandeling met HyQvia te voorkomen. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Staak in dat geval behandeling met HyQvia en bespreek alternatieve behandelopties met uw arts. Als u zwanger raakt tijdens het gebruik van HyQvia, dient u met uw arts de mogelijkheid van deelname aan een zwangerschapsregister te bespreken om gegevens over uw zwangerschap en de ontwikkeling van de baby te verzamelen. Het doel van een dergelijk register is het verzamelen en delen van gegevens met instanties voor volksgezondheid die 32 verantwoordelijk zijn voor het bewaken van de veiligheid van dit product. Deelname aan het register is vrijwillig. Allergische reacties U kunt zonder het te weten allergisch zijn voor immunoglobulinen. Allergische reacties zoals een plotse daling van de bloeddruk of een anafylactische shock (een scherpe daling van de bloeddruk met andere symptomen, zoals zwelling van de keel, ademhalingsproblemen en huiduitslag) komen zelden voor, maar kunnen zich soms voordoen, ook als u nooit eerder problemen met dergelijke behandelingen hebt gehad. U hebt een verhoogd risico op allergische reacties als u IgA-deficiëntie met anti-IgA-antilichamen hebt. Symptomen van deze zeldzame allergische reacties zijn onder meer: - licht, duizelig of flauw gevoel in het hoofd huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende ademhaling abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen wazig zien. Uw arts of verpleegkundige zal HyQvia eerst langzaam toedienen en u tijdens de eerste infusies nauwgezet bewaken zodat eventuele allergische reacties onmiddellijk kunnen worden ontdekt en behandeld. ► Wanneer u tijdens de infusie een van deze bijwerkingen opmerkt, moet u dit meteen aan uw arts of verpleegkundige doorgeven. Hij of zij zal dan besluiten de toedieningssnelheid te vertragen of de toediening geheel te stoppen. Toedieningssnelheid Het is erg belangrijk dat het geneesmiddel met de juiste snelheid wordt toegediend. Uw arts of verpleegkundige zal u adviseren over de juiste toedieningssnelheid wanneer u HyQvia zelf thuis toedient (zie rubriek 3, “Hoe gebruikt u HyQvia?”). Controle tijdens de toediening In de volgende gevallen kunnen vaker bepaalde bijwerkingen optreden: HyQvia wordt bij u voor het eerst toegediend. U bent behandeld met een andere immunoglobuline en bent overgeschakeld op HyQvia. Er is een lange periode verstreken (bijv. meer dan 2 of 3 infusie-intervallen) sinds de laatste keer dat bij u HyQvia werd toegediend. ► In deze gevallen wordt u nauwlettend gecontroleerd tijdens uw eerste infusie en gedurende het eerste uur na het beëindigen van de infusie. In alle overige gevallen moet u tijdens de infusie en gedurende minimaal 20 minuten na het beëindigen van de eerste paar HyQvia-infusies worden gecontroleerd. Thuisbehandeling Voordat u start met de thuisbehandeling moet u iemand als begeleider aanwijzen. U en uw begeleider worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van bijwerkingen, vooral allergische reacties. De begeleider moet samen met u op mogelijke bijwerkingen letten. Tijdens de infusie moet u letten op de eerste symptomen van bijwerkingen (voor meer informatie zie rubriek 4, “Mogelijke bijwerkingen”). ► Als er bijwerkingen bij u optreden, moet u of uw begeleider de infusie onmiddellijk stopzetten en een arts raadplegen. ► In geval van een ernstige bijwerking moet u of uw begeleider onmiddellijk actie ondernemen omdat u dan met spoed behandeld moet worden. Verspreiding van gelokaliseerde infecties U mag HyQvia niet toedienen in of dicht bij een geïnfecteerd of rood gezwollen gebied op uw huid omdat de infectie zich hierdoor kan verspreiden. 33 In de klinische onderzoeken zijn geen langdurige (chronische) veranderingen van de huid waargenomen. Alle langdurige ontstekingen, bultjes (noduli) of ontstekingen die op de infuusplaats ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten aan uw arts worden gemeld. Effecten op bloedtesten HyQvia bevat veel verschillende antilichamen, sommige daarvan kunnen bloedtesten (serologische testen) beïnvloeden. ► Vertel uw arts dat u wordt behandeld met HyQvia voordat bij u een bloedtest wordt gedaan. Informatie over het bronmateriaal van HyQvia De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia en het humaan serumalbumine (een ingrediënt van de recombinant humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma (het vloeibare deel van bloed). Bij de bereiding van geneesmiddelen uit humaan bloed of plasma worden bepaalde maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties op patiënten worden overgedragen. Deze maatregelen zijn onder meer: - zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om mogelijke dragers van infecties uit te sluiten, en het testen van elke donatie en plasmapool op sporen van virussen en/of infecties. Fabrikanten van deze producten hebben in het bloed- of plasmaverwerkingsproces tevens stappen opgenomen waarmee virussen kunnen worden geïnactiveerd of verwijderd. Ondanks deze maatregelen kan het risico op overdracht van een infectie niet helemaal worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen bereid uit humaan bloed of plasma worden gebruikt. Dat geldt tevens voor onbekende of opkomende virussen of andere soorten infecties. De genomen maatregelen voor de fabricage van HyQvia worden als doeltreffend beschouwd tegen ingekapselde virussen zoals het humane immuundeficiëntievirus (HIV), het hepatitis B-virus en het hepatitis C-virus en tegen het niet-ingekapselde hepatitis A-virus en het parvovirus B19. Immunoglobulinen zijn niet in verband gebracht met infecties door het hepatitis A-virus of het parvovirus B19, mogelijk omdat de antilichamen tegen deze infecties, opgenomen in HyQvia, beschermend werken. Het wordt sterk aanbevolen om iedere keer dat u HyQvia gebruikt de volgende gegevens te noteren op uw behandelingskaart: datum van toediening batchnummer van het geneesmiddel het toegediende volume, de toedieningssnelheid, het aantal en de locatie van infuusplaatsen. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast HyQvia nog andere geneesmiddelen, of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige. Vaccinaties HyQvia kan de werking verminderen van sommige virusvaccins zoals mazelen, rodehond, bof en waterpokken (levende virusvaccins). Het kan dan ook voorkomen dat u na toediening van HyQvia maximaal 3 maanden zult moeten wachten voordat u bepaalde vaccins kunt krijgen. Mogelijk moet u na toediening van HyQvia maximaal één jaar wachten voordat u kunt worden ingeënt tegen mazelen. ► Vertel de arts of verpleegkundige die u vaccineert dat u wordt behandeld met HyQvia. 34 Rijvaardigheid en het gebruik van machines Patiënten kunnen tijdens behandeling met HyQvia bijwerkingen ervaren (bijvoorbeeld duizeligheid of misselijkheid) die invloed hebben op hun rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen. Wacht in dat geval totdat de bijwerkingen zijn verdwenen. HyQvia bevat natrium De recombinant humane hyaluronidase van HyQvia bevat kleine hoeveelheden natrium (3,68 mg per ml). Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een zoutarm dieet volgen. 3. Hoe gebruikt u HyQvia? Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts. HyQvia moet onder de huid worden toegediend (subcutane of SC-infusie). De behandeling met HyQvia wordt gestart door uw arts of verpleegkundige, maar het is mogelijk dat u het geneesmiddel zelf thuis gaat toedienen zodra u de eerste paar infusies onder medisch toezicht hebt gehad en u (en/of uw begeleider) goed getraind bent. U beslist in overleg met uw arts of u HyQvia thuis kunt gebruiken. Start de thuisbehandeling met HyQvia pas nadat u volledige instructies over het gebruik hebt ontvangen. Dosering Uw arts berekent de juiste dosis voor u op basis van uw lichaamsgewicht, eventuele vorige behandelingen die u hebt ontvangen en uw reactie op de behandeling. De aanbevolen begindosis is die waarmee 400 t/m 800 mg werkzame stof per kilo lichaamsgewicht per maand wordt toegediend. In het begin wordt een kwart van deze dosis toegediend met een interval van 1 week. Bij de volgende infusies wordt de dosis stapsgewijs opgevoerd tot de infusies met een interval van 3 tot 4 weken plaatsvinden. Soms zal uw arts aanraden een grotere dosis te splitsen en gelijktijdig op twee verschillende plaatsen toe te dienen. Uw arts kan uw dosis ook aanpassen afhankelijk van uw reactie op de behandeling. Begin van de behandeling Uw behandeling wordt gestart door een arts of verpleegkundige die ervaren is in de behandeling van patiënten met een zwak immuunsysteem en de begeleiding van patiënten bij de thuisbehandeling. U wordt gedurende de infusie en minimaal 1 uur na het stoppen van de infusie nauwlettend gecontroleerd om te zien hoe goed u het geneesmiddel verdraagt. In het begin zal uw arts of verpleegkundige een langzame toedieningssnelheid gebruiken en deze tijdens de eerste en volgende infusies geleidelijk verhogen. Zodra uw arts of verpleegkundige de juiste dosis en toedieningssnelheid voor u hebben vastgesteld, is het mogelijk dat de arts u zelf de behandeling thuis laat uitvoeren. Thuisbehandeling U krijgt instructies over: Het gebruik van ziektekiemvrije (aseptische) infusietechnieken Het gebruik van een infusiepomp of spuitpomp (indien nodig) Bijhouden van een behandelingskaart, en Te nemen maatregelen in het geval van ernstige bijwerkingen. 35 U moet de instructies van uw arts over de dosis, toedieningssnelheid en schema voor de HyQvia-infusie nauwkeurig opvolgen om de behandeling te doen slagen. Voor patiënten met een lichaamsgewicht van 40 kg of meer is de startsnelheid 10 ml per uur per infuusplaats. Indien dit goed wordt verdragen, mag de toedieningssnelheid met intervallen van minimaal 10 minuten worden verhoogd tot maximaal 240 ml per uur per infuusplaats voor de eerste twee infusies. De snelheid van volgende infusies mag worden verhoogd tot 300 ml per uur per infuusplaats. Voor patiënten met een lichaamsgewicht onder de 40 kg, is de startsnelheid 5 ml per uur per infuusplaats. Indien dit goed wordt verdragen, mag de toedieningssnelheid met intervallen van minimaal 10 minuten worden verhoogd tot maximaal 80 ml per uur per infuusplaats voor de eerste twee infusies. De snelheid van alle volgende infusies mag worden verhoogd tot 160 ml per uur per infuusplaats. Hebt u te veel van dit middel gebruikt? Neem zo snel mogelijk contact op met uw arts als u denkt dat u meer HyQvia hebt gebruikt dan zou mogen. Bent u vergeten dit middel te gebruiken? Dien geen dubbele dosis HyQvia toe om een vergeten dosis in te halen. Als u denkt dat u een dosis hebt overgeslagen, dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met uw arts. Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Gedetailleerde instructies voor gebruik vindt u in de volgende rubriek. 1. 2. Haal HyQvia uit de verpakking Laat de injectieflacons op kamertemperatuur komen. Dit kan tot 60 minuten duren. HyQvia mag niet worden verwarmd of geschud. Controleer elke HyQvia-injectieflacon voor gebruik: Vervaldatum: niet gebruiken na de vervaldatum. Kleur: De recombinant humane hyaluronidase moet helder en kleurloos zijn. De humane normale immunoglobuline 10% moet helder en kleurloos of lichtgeel zijn. HyQvia niet gebruiken als een van de oplossingen troebel is of deeltjes bevat. Dop: de dubbele injectieflacon is voorzien van een beschermdop. Gebruik het product niet als de dop ontbreekt. Verzamel alle benodigdheden: Verzamel alle benodigdheden voor de infusie. Dit zijn: dubbele injectieflacon(s) met HyQvia, infusiebenodigdheden (subcutane naaldset, oplossingcontainer (zak of spuit), steriel transparant verband en tape, pompslang, naalden of toegangshulpmiddelen voor injectieflacons, spuiten, verbandgaas en tape), scherpafvalcontainer, elektromechanische infusiepomp met variabele snelheid, een behandelingskaart en zo nodig andere benodigdheden. 36 3. 4. Zorg voor een schoon werkoppervlak. Was uw handen: Was grondig uw handen. Leg alle verzamelde benodigdheden klaar en open deze volgens de instructies van uw zorgverlener. 5. Open de dubbele HyQvia-injectieflacon(s): Verwijder de blauwe beschermdoppen van de stoppen van de injectieflacons. 6. Bereid de injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase (HY): Haal de kleine steriele injectiespuit uit de verpakking en sluit deze aan op een spike of naald zonder beluchting (het hulpmiddel). Trek de plunjer terug zodat de kleine injectiespuit zich vult met lucht, gelijk aan de hoeveelheid recombinant humane hyaluronidase in de HY-injectieflacon. Verwijder de dop van het hulpmiddel, steek de tip van het hulpmiddel in het midden van de flaconstop en duw de plunjer omlaag zodat lucht in de injectieflacon wordt gespoten. Laat het hulpmiddel in de injectieflacon zitten en houd ze samen ondersteboven. Het hulpmiddel wijst naar boven. Zuig alle recombinant humane hyaluronidase in de injectiespuit. Herhaal stap 6 als u meerdere flacons recombinant humane hyaluronidase nodig hebt voor uw dosis. Doe zo mogelijk alle recombinant humane hyaluronidase die u voor de gehele IgG-dosis nodig hebt in dezelfde injectiespuit. Houd de spuittip rechtop en tik tegen de zijkant van de spuit tot eventuele luchtbelletjes naar boven drijven. Duw de plunjer langzaam en voorzichtig in om alle luchtbelletjes te verwijderen. 37 7. 8. 9. 10. Bereid de flacon met humane normale immunoglobuline 10%: De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia kan op de volgende manieren worden toegediend: door de humane normale immunoglobuline uit de injectieflacons in een infusiezak of de grote injectiespuit samen te voegen, volgens de aanwijzingen van uw zorgverlener, afhankelijk van de gebruikte elektromechanische infusiepomp met variabele snelheid, of rechtstreeks vanuit de IG-injectieflacon. Steek een spike met beluchting of een spike en een beluchtingsnaald in de injectieflacon(s) met humane normale immunoglobuline 10%. Vul de slang van de toedieningspomp en leg deze weg totdat de recombinant humane hyaluronidase is toegediend. Als u meer dan één injectieflacon voor een volledige dosis nodig hebt, prikt u een volgende injectieflacon aan nadat de eerste flacon volledig is toegediend. Bereid de naaldset met recombinant humane hyaluronidase: Druk de plunjer van de kleine injectiespuit in om de lucht te verwijderen en de naaldset tot aan de naaldvleugels te vullen met de recombinant humane hyaluronidase. Opmerking: uw zorgverlener kan het gebruik van een Y-verbindingsstuk (voor meer dan één infuusplaats) of een andere pompslangopstelling aanraden. Stel de elektromechanische pomp met variabele snelheid in: Volg de instructies van de fabrikant voor het voorbereiden van de elektromechanische pomp met variabele snelheid. Stel de toedieningssnelheid van de humane normale immunoglobuline 10% in volgens de instructies van uw zorgverlener. Bereid de infuusplaats voor: Kies een infuusplaats (of plaatsen) in de buik of dijbeen. Zie de afbeelding voor mogelijke infuusplaatsen. Kies infuusplaatsen aan weerszijden van het lichaam, wanneer u doses van meer dan 600 ml op twee infuusplaatsen moet toedienen. Vermijd plaatsen met beenderen, zichtbare bloedvaten, littekens en plaatsen met een ontsteking of infectie. Wissel voor opeenvolgende toedieningen de infuusplaatsen aan weerszijden van het lichaam af. Maak als uw zorgverlener u dit heeft verteld, de infuusplaats(en) schoon met een alcoholdoekje. Laat de infuusplaats opdrogen (minimaal 30 seconden). 38 11. 12. De naald insteken: Verwijder de naaldbeschermdop. Pak minstens tweeënhalve centimeter huid stevig tussen duim en wijsvinger. Steek met een snelle beweging de naald tot aan de vleugels onder een hoek van 90 graden in de huid. De vleugels van de naald moeten plat op de huid liggen. Plak de naald met een steriele tape vast op de plaats. Herhaal deze stap voor de tweede infuusplaats, als u die gaat gebruiken. Controleer of de naald goed op zijn plaats is voordat u start met de infusie indien uw zorgverlener u dit heeft verteld. 13. Fixeer de naald aan de huid: Zet de naald(en) op hun plaats vast door een steriel transparant verband over de naald te plakken. Controleer tijdens de toediening af en toe de infuusplaats(en) op verschuiven of lekken. 14. Dien als eerste de recombinant humane hyaluronidase toe: Duw de plunjer van de kleine injectiespuit met recombinant humane hyaluronidase langzaam in, met een beginsnelheid per infuusplaats van ongeveer 1 tot 2 ml per minuut en verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen. Als u een pomp gebruikt, stelt u de pomp voor infusie van recombinant humane hyaluronidase in op een beginsnelheid per infuusplaats van 1 tot 2 ml per minuut; verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen. Dien de humane normale immunoglobuline 10% toe: Nadat u de hele inhoud van de kleine injectiespuit met recombinant humane hyaluronidase hebt toegediend, verwijdert u de kleine injectiespuit van het aanzetstuk van de naaldset of van de pomp. 15. Bevestig de grote injectiespuit of de infuuszak met humane normale immunoglobuline 10% op de slang van de elektromechanische pomp met variabele snelheid. 16. Dien de humane normale immunoglobuline 10% met een toedieningssnelheid die door uw zorgverlener is voorgeschreven. Spoel de pompslang door nadat de infusie is voltooid, indien uw zorgverlener u dit heeft geïnstrueerd: Als uw zorgverlener u hiertoe heeft geïnstrueerd, bevestigt u een zak/spoelspuit met fysiologische zoutoplossing op de pompslang/naaldset om de humane normale immunoglobuline 10% tot aan de naaldvleugels op te duwen. 39 17. 18. Verwijder de naaldset: Verwijder de naaldset door het verband rondom los te trekken. Klap de naaldvleugels omhoog en trek de naald aan de vleugels uit de huid. Druk voorzichtig een klein gaasje op de prikplaats en dek dit af met een beschermend verband. Werp de naald(en) in de scherpafvalcontainer. Vernietig de scherpafvalcontainer volgens de aanwijzingen die bij de container zijn geleverd of neem contact op met uw zorgverlener. Noteer gegevens over de toediening: Haal het etiket van de HyQvia-injectieflacon waarop het chargenummer van het product en de vervaldatum zijn vermeld, en plak het etiket op uw behandelingskaart. Noteer de datum, tijd, dosis, infuusplaats(en) (als geheugensteun bij het afwisselen van infuusplaats) en eventuele bijwerkingen na elke toediening. Voer injectieflacons met eventueel ongebruikt geneesmiddel en ander afvalmateriaal af volgens de instructies van uw zorgverlener. Neem voor nacontrole contact op met uw arts, volgens afspraak. 4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Bepaalde bijwerkingen, zoals hoofdpijn, koude rillingen of pijn in het lichaam, kunnen worden verminderd door de toedieningssnelheid te verlagen. Ernstige bijwerkingen Toediening van geneesmiddelen zoals HyQvia kan in sommige gevallen leiden tot ernstige, maar zeldzame, allergische reacties. Er kan een plotse daling van de bloeddruk en in een enkel geval een anafylactische shock bij u optreden. Artsen zijn bekend met deze mogelijke bijwerkingen en zullen u tijdens en na de eerste infusies controleren. Kenmerkende klachten en symptomen van bijwerkingen zijn onder meer: Licht, duizelig of flauw gevoel in hoofd. Huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende ademhaling. Abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen. Wazig zien. Wanneer u tijdens de infusie een van deze verschijnselen opmerkt, moet u dit meteen aan uw arts of verpleegkundige doorgeven. Wanneer u HyQvia thuis gebruikt, moet u de infusie uitvoeren in aanwezigheid van een aangewezen begeleider. Deze persoon helpt u bij het signaleren van allergische reacties, het stoppen van de toediening en indien nodig bij het inroepen van hulp. Zie ook rubriek 2 van deze bijsluiter voor informatie over het risico op allergische reacties en het gebruik van HyQvia in de thuissituatie. Zeer vaak of vaak voorkomende bijwerkingen De bijwerkingen van HyQvia die zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 10 infusies) zijn: Reacties op de infuusplaats. Dit zijn onder meer milde tot matige pijn/ongemak, roodheid, zwelling, jeuk, verharding, warmte, blauwe plekken en huiduitslag op de plaats van infusie. Deze verschijnselen gaan meestal binnen enkele dagen over. 40 Andere bijwerkingen De volgende bijwerkingen komen vaak voor (bij maximaal 1 op 100 infusies): Hoofdpijn Vermoeidheid De volgende bijwerkingen komen soms voor (bij maximaal 1 op 1000 infusies): - Koorts, koude rillingen Migraine Verhoogde of verlaagde bloeddruk Duizeligheid Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn Verminderde eetlust, gewichtsverlies Zwak, onwel of abnormaal gevoel Huiduitslag/roodheid Branderig gevoel Neusverstopping Pijn in de mond Spier- of gewrichtspijn Pijn op de borst, liespijn, pijn in armen en/of benen Vaginale jeuk Genitale zwelling (door uitbreiding van de zwelling vanaf de infuusplaats) Zwelling van de benen, voeten en enkels Positieve bloedtesten op antilichamen Verlaagd aantal witte bloedcellen Bijwerkingen waargenomen bij vergelijkbare geneesmiddelen De volgende bijwerkingen zijn waargenomen bij toediening van geneesmiddelen zoals humane normale immunoglobuline 10% onder de huid (subcutaan). Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is het wel mogelijk dat iemand die HyQvia gebruikt deze krijgt. - Tintelen, beven, tintelen in de mond Snelle hartslag Blozen of bleekheid, koude handen of voeten Kortademigheid Zwelling van het gezicht Overmatig zweten, jeuken Rugpijn, spierstijfheid Verandering in leverfunctiebloedtesten (alanineaminotransferase verhoogd) De volgende bijwerkingen komen zelden voor en zijn waargenomen bij patiënten die geneesmiddelen gebruiken zoals humane normale immunoglobuline 10%, toegediend in een ader (intraveneus). Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is er een kleine kans dat iemand die HyQvia gebruikt deze krijgt. - Bloedstolsels in bloedvaten (trombo-embolische reacties) die leiden tot een hartaanval, een beroerte, verstopping van diepe aderen of van bloedvaten naar de longen (longembolie) Nieraandoening of nierfalen Hersenvliesontsteking (aseptische meningitis) Afbraak van rode bloedcellen (hemolyse) Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. 41 5. Hoe bewaart u HyQvia? Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren. Niet schudden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Gebruik dit geneesmiddel niet als de oplossingen troebel zijn of deeltjes of neerslag bevatten. Voer na opening alle ongebruikte oplossingen in de injectieflacons af. Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht. 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel? HyQvia is een dubbele injectieflacon met de volgende inhoud: Een oplossing met recombinant humane hyaluronidase (stap 1 van HyQvia/als eerste toedienen). Een oplossing met humane normale immunoglobuline 10% (stap 2 van HyQvia/als tweede toedienen). De inhoud van elke injectieflacon wordt hierna beschreven: 1. Recombinant humane hyaluronidase Deze injectieflacon bevat recombinant humane hyaluronidase. De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine, dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur), calciumchloride en water voor injecties (zie ook rubriek 2, “HyQvia bevat natrium”). 2. Humane normale immunoglobuline 10% Eén ml van de oplossing in deze injectieflacon bevat 100 mg humane normale immunoglobuline, waarvan minimaal 98% immunoglobuline G (IgG) is. De werkzame stof van HyQvia is humane normale immunoglobuline. Dit geneesmiddel bevat sporen van immunoglobuline A (IgA) (niet meer dan 140 microgram/ml, 37 microgram gemiddeld). De andere stoffen in deze injectieflacon zijn glycine en water voor injecties. 42 Hoe ziet HyQvia eruit en hoeveel zit er in een verpakking? HyQvia wordt geleverd als pakket bestaande uit: Eén glazen injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase. Eén glazen injectieflacon met humane normale immunoglobuline 10%. De recombinant humane hyaluronidase is een heldere en kleurloze oplossing. De humane normale immunoglobuline 10% is een heldere en kleurloze of lichtgele oplossing. De volgende verpakkingsgrootten zijn verkrijgbaar: Recombinant humane hyaluronidase Volume (ml) 1,25 2,5 5 10 15 Humane normale immunoglobuline 10% Eiwit (gram) Volume (ml) 2,5 25 5 50 10 100 20 200 30 300 Het kan zijn dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Baxter Innovations GmbH Industriestrasse 67 A-1221 Wenen Oostenrijk Fabrikant: Baxter, S.A. Boulevard René Branquart B-7860 Lessines België Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen: België/Belgique/Belgien Baxter Belgium SPRL Tél./Tel.: +32-2-386 80 00 Luxembourg/Luxemburg Baxter Belgium SPRL Tél./Tel.: +32-2-386 80 00 България Бакстер България ЕООД тел.: + 359 2 9808482 Magyarország Baxter Hungary Kft Tel.: +36 1 202 1980 Česká republika BAXTER CZECH spol.s r.o. Tel. +420 225774111 Malta Baxter Healthcare Ltd Tel.: +44 1635 206345 Danmark Baxter A/S Tlf.: +454816 64 00 Nederland Baxter B.V. Tel.: +31-30-2488911 43 Deutschland Baxter Deutschland GmbH Tel.: +49 89 31701 0 Norge Baxter AS Tlf.: +47-22 58 48 00 Eesti OÜ Baxter Estonia Tel.: +372 6 515 120 Österreich Baxter Healthcare GmbH Tel.: +43 (0)1 71120-0 Ελλάδα Baxter Hellas ΕΠΕ Τηλ.: +30-210-28 80 000 Polska Baxter Polska Sp. z o.o. Tel.: +48 22 4883 777 España Baxter S.L. Tel.: +34-96-2722800 Portugal Baxter Médico Farmacêutica Lda Tel.: +351 21-925 25 00 France Baxter S.A.S. Tél.: +33-1-3461-5050 România Farmaceutica REMEDIA SA Tel.: + 40-21-321 16 40 Ireland Baxter Healthcare Ltd Tel.: +353-1-2065500 Slovenija Baxter d.o.o. Tel.: +386 1 420 16 80 Ísland Icepharma hf. Sími: + 354-540-8000 Slovenská republika Baxter Slovakia, s.r.o. Tel.: +421 2 59418455 Italia Baxter S.p.A. Tel.: +39-06 32491-1 Suomi/Finland Baxter Oy Puh/Tel.: +358-9-862-1111 Κύπρος Baxter Hellas ΕΠΕ Τηλ.: +30-210-28 80 000 Sverige Baxter Medical AB Tel.: +46-8-632 64 00 Latvija SIA Baxter Latvia Tel.: +371 67784784 United Kingdom Baxter Healthcare Ltd Tel.: +44 1635 206345 Lietuva UAB Baxter Lithuania Tel.: +370 5 269 16 90 Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}. Andere informatiebronnen Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu). 44