Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 1 of 9 Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) 11 April 2006 Er zijn in totaal 27 vragen, met vier mogelijke antwoorden; slechts 1 antwoord is juist. Vul het juiste antwoord (a, b, c of d) in op het antwoordformulier. Vraag 1 Gegeven is de volgende niet-lineaire overdrachtskarakteristiek: vo vi vi2 , met = 8 en ß = 0,02 V1. Hoeveel bedraagt de relatieve niet-lineariteit (in %) over het interval vi[2V;+5V]? Als criterium geldt de afwijking van de lijn v0 = vi. a. 1,75% oplossing: c [-]. vo vi2 b. 6,25% c. 12,5% d. 25% vo vi ; max. voor vi = 5 V; invullen geeft 1,25%. vo (goede antwoord staat er niet bij, helaas; vraagstuk telt niet mee, alle antwoorden goedgerekend) Vraag 2 De spanningsversterking van een verschilversterker is 20. Gegeven is dat deze versterker een common mode rejectie factor (CMRR) heeft van 105. Men verbindt beide ingangen van deze versterker (gelijktijdig) met een spanning van 10 V. Bepaal het (maximale) uitgangssignaal ten gevolge van dit zuivere common mode signaal. a. 5 V b. 0,1 mV c. 0,2 mV d. 2 mV oplossing: d [52%]. vo = (A/CMRR)vc = 2 mV Vraag 3 In de specifikatielijst van een spanningsversterker staat onder meer vermeld: offset 0,6 mV temperatuurdrift van de offset 2 V/K Hoeveel bedraagt de maximale ingangsoffset in een temperatuurgebied van 0 - 50C? a. 100 V b. 500 V c. 650 V d. 700 V oplossing: d [78%]. geen referentietemperatuur vermeld, dus 600 + 50 x 2 = 700 V Vraag 4 Onderstaande figuur toont een zaagtandvormig periodiek signaal v(t) (t = tot t = ). De topwaarde is A. Bereken de effectieve waarde van v(t). a. A/2 b. A/3 c. A/2 d. A2/3 Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 2 of 9 v(t) A t 0 T oplossing: b [17%]. v t A T t 1 2 A ;Vrms v dt T T 0 3 Vraag 5 Van een signaalbron is het onderstaande model gegeven (Thevenin model). Men wil de spanning Vx meten met een onnauwkeurigheid kleiner dan 0,05%. Wat is de eis die aan de inwendige weerstand van de spanningsmeter moet worden gesteld? 100 + + Vm Vx - a. <0.05 b. >0.05 c. < 200 k d. > 200 k oplossing: d [74%]. belastingsfout bedraagt ongeveer Rs/Ri; moet minder zijn dan 5x10-4 dus Ri>100/(5x10-4) = 2x105 Vraag 6 De CMRR (Common mode rejection ratio) van een differentiele spanningsversterker is gespecificeerd als 2104. Druk dit uit in termen van dB. Express the CMRR in terms of dB. a. 40 dB b. 43 dB c. 80 dB d. 86 dB oplossing: d [57%]. 20 log CMRR dB 20 log 2 log104 20 0.3 4 86 Vraag 7 Leid de differentiaalvergelijking af die de relatie tussen ingangs- en uitgangsspanning beschrijft van het hieronder gegeven netwerk. Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 3 of 9 C + + vo vi R a. vo 1 vo dt vi RC c. vo RC b. vi dvi vi dt 1 vo dt vo RC d. vi RC dvo vo dt oplossing: b [22%]. (bijvoorbeeld:) 1 maas, waar een stroom i doorheen vloeit; elimineer i en los vo op uit: vi vC vo ; i C dvC ; vo iR dt Vraag 8 Het circuit rechts is het "Thevenin equivalent” van het circuit links. Bepaal de "open spanning" Vo. 10 k Rb 10 k + + 6V 20 k Vo - a. 2 V b. 2.4 V c. 4 V d. 6 V oplossing: c [74%]. er loopt geen stroom door de “zwevende” weerstand van 10 k; dus Vo staat over de weerstand van 20 k. Pas de formule voor de spanningsdeler toe: Vo = 6x(20/30) = 4 V. Vraag 9 Bepaal de “bronimpedantie” Rb van het circuit uit de voorgaande vraag. a. 4 k b. 6.7 k c. 16.7 k d. 30 k oplossing: c [87%]. sluit de spanningsbron kort (m.a.w. maak de spanning nul). Resultaat: Rb = (10k // 20k+ 10 k = 50/3 k Vraag 10 Nevenstaande circuits zijn equivalent. Bepaal de impedantie Z. C1 R Z Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 a. 1 j RC2 C 1 1 j RC1 C2 c. R1 b. 1 j RC2 C 1 1 j RC1 C2 d. page 4 of 9 1 j RC2 1 j C2 1 C1 j RC 1 C2 1 1 j RC2 j C2 1 j RC1 oplossing: b [65%]. 1/jC1 parallel aan {R in serie met 1/jC2) Vraag 11 Bepaal de fase-overdracht van onderstaand netwerk (een laagdoorlaatfilter). R + + Vi Vo C - a. 2 arctan 1 RC b. 2 arctan RC oplossing: c [39%]. complexe overdrachtsfunctie: c. arctan RC d. arctan 1 RC Vo 1 ; faseoverdracht is gelijk aan Vi 1 j RC het argument van de complexe overdrachtsfunctie: Vo 1 arg 0 arctan RC Vi 1 j RC Vraag 12 Voor het netwerk van vraag 11 geldt: R = 10 k; C = 15 nF Bepaal de amplitudeoverdracht voor een sinusvormige spanning met (hoek)frequentie 2.104 rad/s. a. 1/5 b. 1/5 c. 1/10 d. ½ oplossing: c [74%]. dit is gelijk aan de modulus van de complexe overdrachtsfunctie; waarden invullen. Vraag 13 Men ontwerpt een eerste-orde hoogdoorlaatfilter met weerstand R en capaciteit C. Voor de capaciteit kiest men de waarde 6,8 F. Het kantelpunt dient te liggen bij 15 Hz. Welke van de volgende beschikbare weerstandswaarden voldoet het beste aan de gestelde eis? a. 1,8 k b. 10 k c. 150 k d. 1,8 M Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 5 of 9 oplossing: a [74%]. 1 2 fRC 1; invullen geeft R = 1,56 k; dichtsbijzijnde waarde 1,8 k Vraag 14 De afsnijfrequentie van een zeker derde-orde passief hoogdoorlaatfilter is 200 Hz. Wat is (bij benadering) de amplitudeoverdracht van dit filter bij 4 kHz? a. 1/8000 b. 1/60 c. 1/40 d. 1 oplossing: d [61%]. de frequentie van 4 kHz ligt ruim in de doorlaatband. Vraag 15 Het ingangsbereik van een zekere 8-bitsAD omzetter is –5 to +5 V. Bepaal de uitgangscode voor een ingangsspanning 4 V (MSB voorop). a. 0001 1001 b. 0110 0110 c. 1110 0010 d. 1110 0110 oplossing: a [74%]. (bijvoorbeeld:) 4 V op een schaal van –5 tot +5 correspondeert met +1 op een schaal van 0 tot 10; trek van +1 binaire gewichten af , beginnend bij het MSB (= 5). Vraag 16 De onderstaande versterker wordt gebruikt in een ruimte waarvan de temperatuur kan variëren tussen 0 and 60 °C. De temperatuurcoefficient (t.c.) van de offset is dus een belangrijke ontwerpparameter. 100 10 k Vo Vi sensor amplifier De gespecificeerde waarde van deze t.c. wordt gecontroleerd door de offset te meten bij twee temperaturen: 20 en 40°C. Bij deze tests is de ingangsspanning nul, en de uitgangsspanning wordt gemeten. Dit resulteert in resp. 20 mV and 32 mV. Bereken de t.c. van de ingangsoffset. a. 6 V/K b. 0.3 mV/K c. 0.6 mV/K d. 1.6 mV/K oplossing: a [61%]. de uitgangsoffset neemt 12 mV toe over een temperatuurtraject van 20°C, dus de t.c. tvan de uitgangsoffset 0.6 mV. Versterkingsfactor is 100, dus de t.c. van de ingangsoffset is 0.006 mV/K. Vraag 17 Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 6 of 9 Met onderstaand circuit wordt een uitgangsspanning Vo gevormd uit twee ingangsspanningen V1 and V2 . (Alle spanningen zijn gedefinieerd t.o.v. aarde). Welke functoe is dat? R1 R3 V1 V2 R2 + Vo R a. Vo c. Vo R1 R V1 2 V2 R3 R3 b. Vo R1 R V1 2 V2 R3 R3 d. Vo R3 R V1 3 V2 R1 R2 R3 R V1 3 V2 R1 R2 oplossing: b [78%]. Lineair systeem, dus superpositie geldt: Vo is de som van de uitgangsspanningen t.g.v. de afzonderlijke ingangsspanningen V1 and V2. Vraag 18 Onderstaande figuur toont een versterkercircuit opgebouwd met een ideale operationele versterker. R1 R2 Vi Vo sensor amplifier Welke van de volgende combinaties van eigenschappen is juist? input resistance output resistance a 0 b R1 c R1 0 d 0 Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 7 of 9 Oplossing: c [35%]. De ingangsweerstand is per definitie gelijk aan de ingangsspanning gedeeld door de ingangsstroom. De plus-klem ligt aan aarde, dus heeft de min-klem ook een potentiaal nul (verschil tussen plus- en min-klem is nul). Een ingangsspanning Vi heeft dan een (ingangs)stroom ten gevolge van Vi/R1; dus is de ingangsweerstand van DEZE versterker gelijk aan R1. Vraag 19 De temperatuur binnen in een oven wordt gemeten met een Pt100 weerstandshermometer. De weerstand van die sensor is: R T R0 1 T met T de temperatuur in °C, Ro = 100 en = 4.103 K1. De Pt100 is in onderstaand interfacecircuit opgenomen. Bereken de uitgangsspanning Vo bij een oventemperatuur van 250°C. R(T) 100 Vo 5V a. – 10 V b. -2 V c. +10 V d. +15 V oplossing: a [74%]. Inverterende versterker: Vo = 5 x {R(T)/100}; R(250) = 200 , dus Vo = 10 V. Vraag 20 De bandbreedte van een zeker meetsignaal loopt van 1 to 15 kHz. Bepaal de (theoretisch) minimale bemonsteringsfrequentie om dit signaal op goede manier te kunnen digitaliseren. a. 14 kHz b. 15 kHz c. 28 kHz d. 30 kHz oplossing: d [87%]. minimaal twee maal de hoogste freuqentie in het signaal. Vraag 21 Welke van de volgende beweringen over een vlakke-plaatcondensator is ONJUIST? a. De capaciteit is de verhouding van de lading Q op één van de platen en de spanning V tussen de platen. b. de capaciteit is evenredig met de dielektrische constante van het materiaal tussen de platen. c. de capaciteit is evenredig met het oppervlak van de platen. Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 page 8 of 9 d. de capaciteit is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand tussen de platen. Oplossing: d [83%]. niet het kwadraat. Vraag 22 Welke van de volgende beweringen over thermo-elektrische componenten is ONJUIST? a. een NTC (of thermistor) is een halfgeleidercomponent waarvan de weerstand exponentieel afneemt met toenemende temperatuur. b. een thermokoppel genereert een spanning die recht-evenredig is met het temperatuurverschil tussen de beide juncties (of lassen). c. een thermozuil (thermopile) bestaat uit een keten van thermokoppels die elektrisch parallel staan en thermisch in serie. d. het Peltiereffect beschrijft het verschijnsel dat de temperatuur van een junctie van twee materialen afhangt van de stroom door die junctie. Oplossing: c [65%]: elektrisch in serie en thermiach parallel. . Vraag 23 Welke van de volgende beweringen over een silicium diode is ONJUIST? a. als de diode in doorlaatrichting is geschakeld, dan bedraagt de spanning erover ongeveer 0,6 V; b. als de diode in sperrichting is geschakeld, dan is de spanning nagenoeg nul. c. de lekstroom is nagenoeg onafhankelijk van de spanning (in spertoestand); d. de lekstroom hangt zeer sterk af van de temperatuur. Oplossing: b [61%]. De stroom is nul, niet de spanning Vraag 24 Rangschik de volgende typen AD-omzetters in volgorde van toenemende conversiesnelheid: A. flash omzetter; B. dual slope omzetter; C. successieve approximatie omzetter. a. ABC b. BAC c. BCA d. CBA oplossing: c [22%]. Vraag 25 Alle weerstanden in onderstaand circuit hebben dezelfde waarde R. Bepaal de weerstand tussen de aansluitpunten A en B. Instrumentatie voor Embedded Systemen (121000) - 11 April 2006 A page 9 of 9 B a. R/2 b. R c. 2R/3 d. 2R oplossing: b [65%]. Ten gevolge van symmetrie staat er geen spanning over de middelste weerstand; de waarde ervan is dus niet relevant. De rest van het circuit bestaat uit de parallelschakeling van twee gelijke weerstanden in serie. End