Psalm 1: De weg tot waarachtig geluk. A: De tekst van psalm 1. 1 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, 2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. 3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. 4 Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. 5 Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. 6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood. B: De gelukkige mens. Ps.1:1 Gelukkig is de mens…… Mooier had het boek Psalmen niet kunnen beginnen; het is gewoonweg onvoorstelbaar en glorieus dat het grootste Bijbelboek met de meeste hoofdstukken op deze manier begint. En het einde van het boek is ook al zo mooi! Ps.150:6 Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja! Het hele boek Psalmen zit dus ingeklemd tussen het woord ‘gelukkig’ en het woord ‘halleluja’ en dat is veelzeggend voor de betekenis van dit hele Bijbelboek. Want wanneer je gelukkig wordt aan het begin van dit boek, kan het niet anders of je eindigt met het woord ‘halleluja’, wat de betekenis heeft van ‘Jehovah prijzen’. En dat is nu precies waar het in dit Bijbelboek om gaat; wanneer je gelukkig bent, ga je ook als vanzelf de God van de Bijbel prijzen. Het grote geheim is dat God onze lofprijzing niet nodig heeft, maar dat wij zelf degenen zijn die het nodig hebben om God te prijzen. Het meest duidelijke kenmerk van alle lofprijzing is dat het voortkomt uit een optimaal genieten van datgene wat geprezen wordt; denk maar eens aan de vreugde van het publiek over een voetbalwedstrijd die gewonnen wordt door hun favoriete voetbalclub. Alle vreugde over de oorzaak van menselijk genot komt tot uitdrukking in het prijzen van de bron van hun vreugde. Wij mensen vinden het leuk om datgene te prijzen waarvan wij genieten, want de vreugde is niet compleet zonder lofprijzing. Het genieten moeten tot expressie gebracht worden in overvloedige lofprijzing. En dáárom prijzen wij de Heer! De schrijver van deze psalm spreekt over de mens die gelukkig is, maar wat bedoelt hij daarmee? Het Hebreeuwse woord voor gelukkig is ‘esher’, en dit woord komt 45 keer voor in de Bijbel waarvan 26 keer in het boek Psalmen. Het woord ‘esher’ heeft inderdaad de betekenis van ‘gelukkig’, en is afgeleid van het werkwoord ‘ashar’ dat 16 keer in de Bijbel voorkomt en de betekenis heeft van ‘rechtop gaan, rechtuit gaan, voortgaan, voortgang boeken, rechtzetten, oprichten, gelukkig prijzen, gezegend prijzen, gezegend zijn’. M.a.w. jezelf gelukkig maken is zorgen dat je rechtop loopt, rechtuit gaat, vooruit gaat, voortgang boekt, gezegend wordt. En de schrijver van psalm 1 geeft een omschrijving van de manier waarop je dat het beste kunt doen. Wil jij graag gelukkig worden? Lees dan deze psalm en breng in de praktijk wat er staat! C: Andere ‘gelukkige’ teksten in het boek Psalmen. Hier volgt een lijst van alle andere teksten in het boek Psalmen met het woord ‘esher’; het loont de moeite om ze stuk voor stuk biddend en mediterend door te lezen om een goed beeld te krijgen van datgene wat ons werkelijk gelukkig maakt. Er is namelijk heel veel misverstand in de wereld over wat de mens werkelijk gelukkig kan maken. Ps.2:12 Bewijs eer aan Zijn Zoon met een kus, anders ontvlamt Zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt Hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij Hem. Ps 32:1-2 Van David, een kunstig lied. Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven, van wie de zonden worden bedekt. Gelukkig als de HEER zijn schuld niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. 1 Ps.33:12 Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de Zijne. Ps.34:9 Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt. Ps.40:5 Gelukkig de mens die vertrouwt op de HEER en zich niet keert tot hoogmoedigen, tot hen die verstrikt zijn in leugens. Ps.41:2 Gelukkig wie zorgt voor de armen; in kwade dagen zal de HEER hem uitkomst geven. Ps.65:5 Gelukkig wie door U gekozen is en U mag naderen, hij mag wonen in Uw voorhoven. Wij genieten het goede van Uw huis, het heilige van Uw tempel. Ps.84:5-6 Gelukkig wie wonen in Uw huis, gedurig mogen zij U loven. Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar U. Ps.84:13 HEER van de hemelse machten, gelukkig de mens die op U vertrouwt. Ps.89:16 Gelukkig het volk dat van Uw roem getuigt en leeft, HEER, in het licht van Uw gelaat. Ps.94:12 Gelukkig de mens, HEER, die door U wordt geleid en onderwezen in uw wet en uw leer. Ps.106:3 Gelukkig wie zich houden aan het recht en doen wat rechtvaardig is, telkens weer. Ps.112:1 Halleluja! Gelukkig de mens met ontzag voor de HEER en met liefde voor Zijn geboden. Ps.119:1 Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER, Ps.119:2 Gelukkig wie Zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. Ps.127:5 Gelukkig de man wiens koker is gevuld met pijlen zoals zij. Hij staat niet te schande als hij zijn vijanden aanklaagt in de poort. Ps.128:1-2 Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die Hij wijst; je zult eten wat je werk opbrengt, geluk en voorspoed vallen je toe. Ps.137:8-9 Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan. Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert. Ps.144:15 Gelukkig het volk dat zo mag leven, gelukkig het volk dat de HEER als God heeft. Ps.146:5 Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft, wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God. Samengevat zeggen deze teksten dat je gelukkig bent wanneer je de Zoon van God kust in relatie met Hem (2:12), wanneer je van God vergeving ontvangt (32:1-2), wanneer je deel uitmaakt van het volk van God (33:12, 144:15), wanneer je bij God schuilt (34:9, 146:5), wanneer je op de Heer vertrouwt (40:5, 84:13), wanneer je voor de armen zorgt (41:2), wanneer je door de genade van God uitgekozen bent om te wonen in Zijn huis (65:5, 84:5-6), wanneer je in het licht van Gods aangezicht leeft (89:16), wanneer je door de Heer onderwezen wordt in Zijn woord (94:12), wanneer je rechtvaardig leeft (106:3), wanneer je ontzag hebt voor de Heer en Zijn woord liefhebt (112:1, 119:1-2), wanneer je geestelijke kinderen voortbrengt (127:5), wanneer je in ontzag voor de Heer succesvol in je werk bent (128:1-2), wanneer je de vijand verslaat (137:8-9). Maar hoe kun je dit geluk in je leven inzaaien? Want wat wij zaaien dat zullen we immers ook oogsten; dat is niet alleen een natuurlijke maar ook een geestelijke wet. Gal.6:7-9 Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Wie op de akker van zijn zondige natuur zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het eeuwige leven. Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. D: Het ene haten en het andere liefhebben. Ps.45:8 U hebt gerechtigheid lief en haat het kwade. Dáárom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie als geen van uw gelijken. Deze tekst wordt in Hebr.1:9 aangehaald en toegepast als een profetie op onze Heer Jezus Christus; in deze tekst staat het grote geheim van het leven van onze Heer als Mens op de aarde. Jezus leefde vanuit twee extreme standpunten, waartussen Hij géén enkel compromis sloot; Hij haatte het kwaad met heel Zijn hart en ook had Hij het goede lief met heel Zijn hart. Zowel in Zijn haat van het kwade als in Zijn liefde van het goede was Jezus extreem in Zijn 2 emotionele beleving. Daarom was Hij ook zo verontwaardigd over de geestelijke houding van Zijn gemeente in Laodicea, omdat deze gemeente in beide emoties halfslachtig was. Openb.3:15-17 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal Ik u uitspuwen. U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. Jezus verweet hen dat zij een fundamenteel principe van het koninkrijk van God overtraden, want in de grondwet van het koninkrijk van God staat dat dit koninkrijk alleen maar goed kan functioneren in ons leven wanneer wij het met een agressieve houding benaderen. Deze geestelijke agressie is een absolute voorwaarde om het koninkrijk van God in al zijn volheid te kunnen ervaren en toepassen in je leven. Matt.11:12 Sinds de dagen van Johannes de Doper wordt het koninkrijk van de hemel door geweld bedreigd en proberen sommigen er zelfs met geweld beslag op te leggen. Luc.16:16 De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes (de Doper): sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem uitgenodigd binnen te komen. In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament wordt in beide vetgedrukte opmerkingen hetzelfde Griekse werkwoord ‘biazo’ gebruikt, maar in positieve zin! Wat deze beide teksten beweren is dat wij het koninkrijk van God alleen maar kunnen binnengaan wanneer wij al onze geestelijke agressie gebruiken om er beslag op te leggen. En dat is nu precies wat de Heilige Geest ons wil leren! Wanneer wij het koninkrijk van God met een halfslachtige en gemakzuchtige mentaliteit benaderen, zal dit weinig of geen effect hebben. Jezus benaderde het koninkrijk van Zijn Vader wel degelijk met deze agressieve houding en hartsgesteldheid, en wat waren de resultaten van Zijn benadering? Matt.11:5-6 Blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt. Wel, de resultaten van Jezus spreken voor zich, maar vooral de laatste opmerking in vers 6 geeft aanleiding om na te denken: Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt. Het is dus heel goed mogelijk dat wanneer je in aanraking komt met deze agressieve en radicale hartsgesteldheid, dat je dan in botsing komt met deze houding, waardoor je aanstoot neemt aan dit koninkrijk van God. Maar het koninkrijk van God breekt zich nu eenmaal baan met geweld in deze wereld, want zo zit onze Koning qua karakter in elkaar, en Hij vraagt van ons dezelfde mentaliteit. Een andere mentaliteit werkt absoluut niet. Matt.6:24 Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. Jezus maakte Zijn gemeente in Laodicea duidelijk dat het in het koninkrijk van God altijd per definitie onmogelijk is om lauw te zijn. Jezus zei dat het absoluut noodzakelijk was om emotioneel ijskoud te zijn tegenover het kwaad, maar tegelijkertijd gloeiend heet te zijn tegenover het goede van God. Lauwheid is niet koud en niet heet, lauwheid haat het kwade niet met een venijnige poolwind en het heeft ook het goede niet lief met een gloeiend hete zomerwind. Deze lauwheid is niks, want het kan niet haten en het kan niet liefhebben, maar volgens de definitie van Jezus in Matt.6:24 is dat onmogelijk. We moeten tegelijkertijd liefhebben én haten zoals Jezus dat deed, en dáárom had God de Vader Zijn Zoon met meer vreugdeolie gezalfd dan al Zijn volgelingen (Ps.45:8). Jezus was dus gelukkiger dan al Zijn leerlingen omdat Hij met meer vuur het goede van God liefhad dan zij dat deden en met meer vuur het kwade haatte dan zij. De zalving van de Heilige Geest heeft dus veel te maken met onze vurige liefde voor God en tegelijkertijd met onze haat tegen de duisternis. Deze twee sterke emoties houden gelijke tred, want ze werken als twee communicerende vaten; het niveau in het vat van onze liefde voor God zal altijd even hoog staan als het niveau van onze haat tegen de duivel. Wanneer wij optimaal gelukkig willen zijn in het koninkrijk van God, zullen we specialisten moeten zijn in onze liefde voor God (Matt.22:37-40) en óók in onze haat tegen zonde en duisternis. 3 Ps.45:8 U hebt gerechtigheid lief en haat het kwade. Dáárom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie als geen van uw gelijken. Ps.139:21-22 Zou ik niet haten wie U haten, HEER, niet verachten wie tegen U opstaan? Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, ze zijn mijn vijand geworden. We hebben allemaal nog te worstelen met zonde in ons hart, maar we kunnen die worsteling alleen maar winnen wanneer we het kwade in ons hart haten; God kan ons namelijk alleen maar bevrijden van onze vijanden en niet van onze vrienden! Wanneer wij verborgen zonde in ons hart koesteren en stiekem liefhebben, zal God ons daarvan niet bevrijden. Maar zelfs wanneer dit soort strijd in ons leven gewonnen is, hebben wij nog steeds deze radicale en agressieve hartsgesteldheid nodig om voortgang te boeken in het koninkrijk van God. Want wanneer wij niet iets hebben om voor te sterven, hebben wij ook niets om voor te leven; dit is de houding die Jezus heeft, en dit is ook de hartsgesteldheid die Hij in ons wil inplanten door de hartstochtelijke investering van Zijn liefde voor ons. Luc.6:40 Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester. E: Wat wij moeten leren haten! Ps.1:1 (NBV) Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit…… Ps.1:1 (NBG’51) Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. Het lijkt nogal bizar, maar volgens de schrijver van psalm 1 kunnen wij pas gelukkig worden wanneer wij bepaalde dingen niet doen door ze te haten en bepaalde dingen wel doen door ze lief te hebben. Dit is de geestelijke wetmatigheid van Ps.45:8. Er zijn drie dingen die wij moeten leren haten, waardoor wij ze absoluut niet zullen doen, en dat zijn de volgende drie dingen. a) niet wandelen in de raad der goddelozen. b) niet staan op de weg der zondaars. c) niet zitten in de kring der spotters. F: Niet wandelen in de raad der goddelozen. Ps.1:1 (NBG’51) Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. F1: Bolwerken in ons verstand. Het Hebreeuwse woord voor ‘raad’ is ‘etsah’ en dat woord heeft de betekenis van advies, raadgeving, doel, bedoeling, plan; in de kern van de zaak heeft het echter te maken met het hebben van een bepaald denkpatroon. En de schrijver van deze psalm geeft ons het dringende advies om geen deel te hebben aan de denkpatronen van goddeloze mensen, want een groot probleem voor kinderen van God is namelijk dat wij opgroeien in een wereld die vergiftigd is met allerlei soorten bolwerken in ons denken tegen het kennen van God. Paulus waarschuwde ons daarvoor en gaf strategisch onderwijs over de juiste manier van oorlogvoeren tegen deze vijandige denkpatronen. 2Kor.10:3-5 We leven wel in deze wereld, maar vechten niet met de wapens van deze wereld. De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen. Een natuurlijk bolwerk is een versterkte stad met dikke stenen muren om aanvallende legers buiten te houden; om de stad te kunnen veroveren moeten de muren worden afgebroken. Satan bouwt muren om ons verstand en hart om zijn invloed in ons leven in stand te kunnen houden en beschermen; daarvoor heeft hij onze medewerking en instemming nodig om deze muren intact te kunnen houden. De Heilige Geest komt als een invasieleger om de muren van deze stad omver te werpen voor het koninkrijk van God. Maar God zal alleen ingrijpen als wij meewerken; Hij fluistert tot ons hart, maar als wij nee zeggen zal Hij de keus van onze vrije wil 4 respecteren. Bolwerken in het verstand zijn een instemming met het leven in zonde en duisternis, maar instemming met de waarheid van God breekt de muren van leugen steen voor steen af door het ontkennen van deze gedachte; dat is berouw en bekering. Een leugen van satan zegt altijd dat leven in zonde plezieriger is dan het kennen van God, want de leugen klaagt altijd het karakter van God aan. Argumenten van satan vormen een geloofssysteem van negatieve gedachten die in strijd zijn met het woord van God; en wanneer wij leugens over God geloven, geloven we ook leugens over onze identiteit in God, en zullen we ook leugens over anderen geloven. De meest kritische mensen zijn vaak het meest kritisch op zichzelf! Zo zetten we de deur van ons gedachteleven voor satan open, en de kwelling van satan komt hoofdzakelijk binnen met onze eigen goedkeuring, hetzij via zondig gedrag, hetzij via gedachten van twijfel en ongeloof waarbij we onszelf onderwijzen in leugens over God, leugens over onszelf en over anderen. Satan is de vorst der duisternis en hij heeft autoriteit in elk gebied van leugen, die wij in ons leven toelaten en koesteren. F2: Drie soorten bolwerken. 1) Een bolwerk in ons verstand is een verzameling van gedachten die in overeenstemming zijn met de leugens van satan en die eerst God beschuldigen, vervolgens onszelf en daarna anderen. Deze gedachten zijn in strijd met de waarheid van Gods woord en vormen een bron van energie voor klachten, laster, leugens en verdeeldheid. 2) Culturele bolwerken zijn opvattingen die via goddeloze denkpatronen en besluitvorming via wetgeving een plaats hebben gekregen in sociale en maatschappelijke gebieden; het betreft zondige patronen die vastgelegd en goedgekeurd zijn in menselijke wetten in een bepaald geografisch gebied op aarde. 3) Er zijn ook territoriale bolwerken in de bovennatuurlijke wereld; bepaalde geografische gebieden worden beheerst door bepaalde demonische machten (Efez.6:12) die energie geven aan goddeloze ontwikkelingen in een bepaald gebied op aarde. F3: De wapens van onze veldtocht. De wapens die ons ter beschikking zijn gesteld zijn de woorden van God, die wij vanuit de Bijbel met onze mond uitspreken over bepaalde situaties die een bolwerk van de vijand vormen. In Matt.4:1-11 paste Jezus het wapen van het gesproken woord van God toe in de beproeving door de duivel, en in Efez.6:10-17 is het woord van God als het zwaard van de Geest het énige aanvalswapen in onze strijd tegen de duisternis. Het woord van God is een zeer krachtig wapen, omdat de vijand geen enkel middel van bezwering heeft tegen Gods woord. Jes.8:20 Ga dan alleen af op dit onderricht, op Mijn getuigenis. Spreek uitsluitend volgens deze woorden, waartegen geen bezwering bestand is. D.m.v. het woord van God halen wij de argumenten van leugen omver, en elke verschansing of verhoging tegen het kennen van God (2Kor.10:5) wordt steen voor steen afgebroken door de waarheid. Het is de waarheid van het woord van God die ons in de vrijheid zet, waardoor onze geest in de vrijheid komt om zijn weg te vinden door alle verleiding en leugen heen. Joh.8:31-32 Jezus zei: Wanneer u bij Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden. Wanneer wij dit woord als smeekbede naar God toe uitspreken, noemen we dat voorbede; wanneer we dat woord als bewondering voor God uitspreken, noemen we het aanbidding. Wanneer we datzelfde woord als zegen uitspreken over ziekte, pijn of verdriet, noemen we dat bediening; en wanneer we dat woord als bemoediging of aansporing tegen elkaar uitspreken, noemen we dat geloofsgemeenschap. Door de vernieuwing van ons denken (Rom.12:2, Efez.4:23) en het toepassen van het woord van God halen we stap voor stap persoonlijke bolwerken neer. Vasten, gebed en meditatie in het woord zijn sleutelprocedures in het ontmantelen en neerhalen van de muren van leugen. Argumenten en denkpatronen moeten ontmaskerd en gevangengenomen worden, waarbij het woord van God als een hamer de leugen steen voor steen losbreekt (Jer.23:29). Het woord van God is ook het zwaard dat menselijke en Goddelijke argumenten van elkaar scheidt (Hebr.4:12). Argumenten zijn bolwerken van negatieve informatie van beschuldiging, 5 en verschansingen zijn opgehoogde demonische leugens tegen het kennen van God. Elke leugen moet gevangengenomen worden, en elke informatie tegen God moet omgekeerd worden door het belijden van de waarheid van het woord van God. Daarna moet de leugen ontkend worden door berouw en bekering; we moeten daarbij bereid zijn de totale oorlog te verklaren aan de leugens van satan en voorbereid zijn op hevige tegenstand (1Petr.5:8-9) en op de brandende pijlen van nieuwe leugens (Efez.6:16). G: Niet staan op de weg der zondaars. Ps.1:1 (NBG’51) Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. Problemen in ons leven beginnen altijd met een bepaald denkpatroon; ten gevolge van het koesteren van een bepaalde gedachte kiezen wij ervoor om een bepaalde weg te gaan. Wij doen wat wij denken, en vervolgens zetten wij deze daden om in een gewoonte; dan wordt deze gewoonte een levenspatroon, en dit levenspatroon vormt een karakter. Daarom spreekt Ps.1:1 achtereenvolgens over de raad der goddelozen, de weg der zondaars en de kring der spotters. Wanneer je deze weg bewandelt, vraag je om ernstige problemen om maar niet te spreken van een totaal faillissement (Ps.1:6). Ook hier geldt de wet van het zaaiproces; wat we zaaien dat oogsten we ook. Gal.6:7-9 Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Wie op de akker van zijn zondige natuur zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het eeuwige leven. Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. a) Zaai een gedachte, dan oogst je een daad. b) Zaai een daad, dan oogst je een gewoonte. c) Zaai een gewoonte, dan oogst je een karakter. d) Zaai een karakter, dan oogst je een levensbestemming. Wanneer je dus een bepaald negatief denkpatroon zaait, dan begin je een bepaalde weg te bewandelen en eindig je tenslotte in een bepaald sociaal milieu. Een zeer krachtig voorbeeld hiervan is het leven van de man Lot; hij was een neef van Abraham en was met Abraham meegegaan naar het beloofde land (Gen.11:31+12:5). Maar hij was zelf niet door God geroepen om naar het land Kanaän te gaan, en op gegeven moment kwam er een conflict tussen de bedrijfsbelangen van Abraham en Lot (Gen.13:5-7). Abraham besloot dat het beter was om hun zakelijke belangen te scheiden en hij gaf Lot de eerste keus om te bepalen waar deze naartoe wilde. Let nu eens goed op welke gedachte Lot in zijn hart zaaide en hoe hij de verlangens van zijn hart volgde en welke desastreuze consequenties dat voor hem en zijn hele familie had. Gen.13:10-13 Lot liet zijn blik rondgaan en zag hoe rijk aan water de hele Jordaanvallei was; voordat Sodom en Gomorra door de HEER werden verwoest, was de vallei tot aan Soar toe even waterrijk als de tuin van de HEER en als Egypte. Daarom koos Lot voor zichzelf de Jordaanvallei en trok in oostelijke richting. Zo gingen ze uiteen. Abram bleef in Kanaän wonen, maar Lot sloeg zijn tenten op bij de steden in de vallei. Zijn woongebied strekte zich uit tot aan Sodom; de mensen daar waren slecht, ze zondigden zwaar tegen de HEER. Lot liet economische belangen voorgaan op morele, ethisch verantwoorde belangen, want het gebied van de Jordaanvallei vergeleek hij met het paradijs, maar ook met Egypte; m.a.w. hij zag geen enkel verschil tussen het paradijs van God en het goddeloze Egypte. Het enige waar hij aan dacht was zijn portemonnee; het feit dat de bewoners van Sodom en Gomorra verschrikkelijk slecht waren ontglipte aan zijn aandacht. Let nu eens vooral op het volgende zinnetje uit dit tekstgedeelte. Gen.13:12 Abram bleef in Kanaän wonen, maar Lot sloeg zijn tenten op bij de steden in de vallei. Zijn woongebied strekte zich uit tot aan Sodom. Hij ging dus in de buurt van Sodom wonen maar bleef wel in zijn eigen tenten wonen, waardoor hij nog enigszins afgeschermd werd van de goddeloosheid in die stad. Maar dat veranderde al snel, want de stad Sodom bleek aantrekkelijker dan Lot verwacht had. In Gen.19 ontdekken we dat Lot niet meer in een tent woonde buiten de stad maar in een huis 6 in de stad. Hij had de gedachte gezaaid dat de Jordaanvallei bij Sodom en Gomorra goed en aantrekkelijk was, daardoor wandelde hij met zijn hele gezin en bedrijf op de weg naar Sodom en Gomorra. En het duurde niet lang of hij zat al snel temidden van de goddeloze kring der spotters, temidden van zeer zondige mensen. Gen.19:1 Lot zat juist in de stadspoort. Om een lang verhaal kort te maken: Lot verloor al zijn bezittingen (Gen.19:25), en de vrouw van Lot stierf, toen God Zijn oordeel over de steden Sodom en Gomorra bracht (Gen.19:26); en tenslotte eindigde Lot met zijn twee dochters in een grot in de bergen (Gen.19:30). De grootste tragedie in zijn leven is dat hij zelf een oprecht man was die eerlijk door het leven wilde gaan, maar verkeerde keuzes maakte. 2Petr.2:6-8 Ook Sodom en Gomorra heeft God tot de vernietiging veroordeeld, Hij heeft die steden in de as gelegd en ze daarmee ten voorbeeld gesteld aan alle zondaars van latere tijden. Maar Lot, die rechtvaardig was en zwaar leed onder de losbandige levenswandel van die wettelozen, redde Hij. Deze rechtvaardige woonde te midden van hen, en dag in dag uit werd zijn rechtschapen ziel gekweld wanneer hij hoorde en zag hoe ze zich aan God noch gebod stoorden. Lot wordt door Petrus drie keer rechtvaardig genoemd, maar het probleem was wel dat hij temidden van deze goddeloze mensen woonde (vers 8) door zijn eigen keus die gebaseerd was op het belang van zijn portemonnee, maar niet in het belang van zijn hart. Wat Lot dus zaaide aan eigenbelang, dat oogstte hij ook. Wanneer je dus niet leert om het denkpatroon van de wereld te haten, zul je ook niet leren om de weg van de wereld te haten en zul je er ook niet in slagen om afstand te nemen van de kring der spotters. Deut.30:15+19 Besef goed, vandaag stel ik u voor de keuze tussen voorspoed en tegenspoed, tussen leven en dood…… u staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. H: Niet zitten in de kring der spotters. Ps.1:1 (NBG’51) Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. Het Hebreeuwse woord voor ‘kring’ is ‘mowshab’ dat afgeleid is van het werkwoord ‘yashab’ en dat heeft de betekenis van ‘wonen’. Zitten in de kring der spotters betekent dus eigenlijk dat je in hun midden woont, zoals Lot uiteindelijk in Sodom ging wonen en in de poorten van de stad zat. Wanneer je een bepaalde gedachte van de wereld niet haat, zul je de weg van deze gedachte volgen om uiteindelijk te gaan wonen temidden van spotters. Dat is vragen om moeilijkheden! Jac.4:1-5 Waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is het niet uit de hartstochten die strijd leveren in uw binnenste? U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen. Trouwelozen! Beseft u niet dat vriendschap met de wereld vijandschap jegens God betekent? Wie bevriend wil zijn met de wereld, maakt zich tot vijand van God. Denk toch niet dat dit loze woorden zijn in de Schrift: Hij die ons het leven gaf, maakt er vurig aanspraak op. Joh.2:15-17 Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, want alles wat in de wereld is, zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. a) zelfzuchtige begeerte (sensualiteit) is een leven van plezier zónder God, b) afgunstige inhaligheid is begeerte naar welvaart zónder God, c) pronkzucht is trots in een positie zónder God. Het allergrootste en in feite enige probleem van de wereld is het volgende: Luc.12:21 Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God. Dat is wat de wereld ons te bieden heeft, maar Johannes maakt ons duidelijk dat de wereld tijdelijk is en ten dode gedoemd; het doen van de wil van God voorziet ons echter in een 7 eeuwige vreugde. Het probleem met de zonde is dat hij een diepe invloed heeft op de grote leegten in ons emotionele hart; de zonde dringt met zijn misleiding tot diep in ons wezen door. Maar de schrijver van psalm 1 maakt ons duidelijk, dat wij - om werkelijk gelukkig te worden - moeten leren om vurig te haten; we moeten het denkpatroon (raad) van de wereld leren haten, we moeten de methodes (weg) van de wereld leren haten, en we moeten de cultuur (kring) van de wereld leren haten. Maar even vurig als wij leren om de dingen van de wereld te haten, moeten we ook leren om de waarheid van Gods koninkrijk lief te hebben. I: Wat wij moeten leren liefhebben! Ps.1:1-2 Gelukkig de mens die ……vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. De schrijver van psalm 1 zegt dat er twee dingen zijn die wij wél moeten doen om het geluk te vinden dat wij diep in ons hart zoeken en waarvoor we gemaakt zijn. Ons eeuwige doel is om met de volle inzet van ons hart onze vreugde in God na te jagen met alle kracht waarmee God ons daartoe wil inspireren. Ons probleem is niet dat wij vreugde najagen, maar ons probleem is dat wij veel te gemakkelijk verzadigd zijn. We jagen de dode afgoden van de wereld na, terwijl er gouden en zilveren schatten van de hemel op ons liggen te wachten. Als je een persoon van liefde wilt zijn, moet je het tot je hoogste doel maken om gelukkig te zijn in God. Onze capaciteit om vreugde te ervaren is vaak verschrompeld door onze neiging tot het vervullen van plichten; vreugdeloze plicht is de essentie geworden van onze deugd, waardoor anderen niet meer door een vreugdevol God aangeraakt kunnen worden. Voor het vinden van dit geluk moeten we in het kader van deze psalm twee dingen doen. a) Vreugde vinden in de wet van de Heer. b) Mediteren in de wet van de Heer. J: Vreugde vinden in de wet van de HEER. Ps.1:1-2 Gelukkig de mens die ……vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. Ik geef hier even een aantal teksten over de gevoelens die David koesterde over de wet van de Heer, en wanneer je deze teksten leest heb je wel even wat om over na te denken. Ps.119:47 Ik verheug mij in Uw geboden, ik heb ze lief. Ps.119:48 Ik reikhals naar Uw geboden, ik heb ze lief. Ps.119:97 Hoe lief heb ik Uw wet, heel de dag is hij in mijn gedachten. Ps.119:113 Wankelmoedigen haat ik, maar Uw wet heb ik lief. Ps.119:119 Als schuim veracht U wie kwaad doen op aarde, daarom heb ik Uw richtlijnen lief. Ps.119:127 Maar ik, ik heb Uw geboden lief, meer dan goud, dan zuiver goud. Ps.119:140 Uw woord is volkomen zuiver, Uw dienaar heeft het lief. Ps.119:159 Zie hoe ik Uw regels liefheb, HEER, laat mij leven, U bent trouw. Ps.119:163 Ik haat, ik verafschuw de leugen, maar Uw wet heb ik lief. Ps.119:165 Groot is de vrede voor wie Uw wet beminnen. Ps.119:167 Ik houd mij aan Uw richtlijnen, mijn ziel heeft ze innig lief. David Pawson, een internationaal bekende Engelse bijbelleraar, heeft de gewoonte om overal waar hij les geeft op seminars de volgende vijf vragen te stellen. 1) Wie van u gelooft dat de Bijbel het woord van God is? 2) Wie van u gelooft dat dit boek het belangrijkste boek is dat iemand ooit kan lezen? 3) Wie van u heeft dit boek helemaal uitgelezen??? 4) Wie heeft andere boeken wel eens helemaal uitgelezen? 5) Wie van u gaat de Bijbel vanaf nu helemaal uitlezen? Het mag duidelijk zijn dat het antwoord op de derde vraag vaak door minder dan de helft van de aanwezigen positief beantwoord werd. We geloven dat de Bijbel het woord van God is en het belangrijkste boek op aarde, maar toch hebben de meeste christenen de Bijbel nog nooit helemaal uitgelezen, terwijl ze vaak vele andere boeken wel helemaal uitlezen. Deze 5 vragen geven ons veel stof om serieus over na te denken, vooral als we de volgende twee uitspraken van Jezus er naast leggen. Joh.14:15 Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden. 8 Joh.14:21 Wie Mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Jezus koppelde liefde voor Hem als Zoon van God aan de liefde voor het woord van God, vooral aan de woorden van Jezus Zelf. M.a.w. wie God liefheeft, heeft ook de Bijbel lief, maar wie de Bijbel niet liefheeft, heeft ook God niet lief, want God en Zijn woord zijn één. Joh.1:1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 1Joh.5:7 Er zijn dus drie getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. Al van vóór de eeuwigheid vanuit de oorsprong van alle dingen wordt Jezus het Woord van God genoemd, omdat Hij alles is wat de Vader en de Heilige Geest ons te zeggen hebben! Hebr.1:1-3a Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft Hij tot ons gesproken door Zijn Zoon, die Hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie Hij de wereld heeft geschapen. In Hem schittert Gods luister, Hij is Zijn evenbeeld, Hij schraagt de schepping met Zijn machtig woord; Hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit. De Bijbel is de liefdesbrief van God aan de mensen, omdat de Bijbel vanaf de allereerste tot en met de allerlaatste bladzijde een biografie van Jezus Christus is; het hoofdonderwerp van de Bijbel is Jezus Christus, de Zoon van God. Daarom kun je Jezus niet liefhebben zonder de Bijbel lief te hebben, maar net zomin kun je de Bijbel liefhebben zonder Jezus lief te hebben. Joh.5:39-42 U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over Mij, maar bij Mij wilt u niet komen om leven te ontvangen. Niet dat de mensen Mij moeten eren, maar Ik ken u: u hebt geen liefde voor God in u. De Farizeeën en schriftgeleerden in de dagen van Jezus bestudeerden het geschreven woord van God en dachten dat ze de Bijbel liefhadden. Maar toen het mensgeworden Woord van God bij hen kwam, vermoordden ze Hem, omdat hun hart niet in aanraking kwam met de Heilige Geest, omdat zij niet in Jezus geloofden zoals de Schrift dat zei (Joh.7:38). Bezig zijn met de Bijbel wil nog niet zeggen dat je van de Bijbel houdt, want liefde voor de Bijbel loopt parallel aan de liefde voor Jezus, want Hij is het Woord van God. Maar toch zijn er vele oprechte christenen die Jezus in een bepaalde mate liefhebben, maar desondanks grote moeite hebben met Bijbel lezen. Ik trek hun oprechte liefde voor Jezus niet in twijfel omdat ikzelf regelmatig van dat soort perioden heb gehad; ik hield van Jezus maar Bijbel lezen leek een beetje op het eten van een schoenzool. Wat ontbreekt er aan ons geestelijke leven wanneer wij van Jezus houden maar toch moeite hebben om vreugde te vinden in het woord van God? Dat is ontstaan doordat de christelijke kerk een groot geheim is kwijtgeraakt, en dat is mediteren in het woord van God. K: Mediteren in de wet van de HEER. Ps.1:1-2 Gelukkig de mens die ……vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. Het Hebreeuwse woord dat hier gebruikt wordt voor ‘zich verdiepen’ is ‘hagah’ dat 25 keer in het Oude Testament voorkomt en de volgende betekenissen heeft: kreunen, grommen, uiten, overleggen, mompelen, overpeinzen, plannen maken, spreken. Ik geef een paar van deze teksten als voorbeeld van de meest gebruikte betekenis, namelijk mediteren. Joz.1:8 Leg dat wetboek geen moment ter zijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. Ps.77:12 Ik denk terug aan de daden van de HEER, ja ik denk aan Uw wonderen van vroeger, overweeg elk van Uw werken en houd in gedachten Uw grote daden. Ps.143:5 Ik denk terug aan vroegere dagen, mijmer over Uw daden en beschouw het werk van Uw handen. Meditatie is een geheim dat de kerk in de laatste 100 jaar grotendeels is kwijtgeraakt; omdat we door de industriële revolutie in een snelle kant-en-klaar maatschappij zijn gekomen, zijn we er aan gewend geraakt dat ons alles kant en klaar wordt voorgeschoteld. Zo is het ook met de manier waarop wij geestelijk voedsel aangereikt krijgen; door de enorme hoeveelheid boeken, films, cd's, video's, conferenties, christelijke bladen, internet zoeken we naar kant en 9 klaar geestelijk voedsel waarop we nauwelijks nog hoeven te kauwen. Maar het geheim van meditatie is juist dat we door het nadrukkelijk kauwen op het woord van God zelf er zoveel mogelijk uithalen als we maar kunnen. Hebr.5:13-14 Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid. Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Het verschil tussen melk en vast voedsel is dat melk gemakkelijk te consumeren is, omdat dit voedsel al door een ander gekauwd en verwerkt is, terwijl vast voedsel nog door onszelf gekauwd moet worden. Geestelijke volwassenheid heeft dus te maken met het kauwen op het woord van God, waardoor wij door ervaring geoefend worden om meer uit het woord van God te halen dan anderen dat doen. In meditatie kent onze geest de ervaring van kreunen, grommen, overleggen, mompelen, uiten, overpeinzen; dat is de betekenis van het Hebreeuwse woord ‘hagah’. In het proces van meditatie doorzoekt onze geest alle invalshoeken van een bepaalde waarheid van God, waarbij onze geest voortdurend nieuwe vragen stelt. In het proces van meditatie gaat het in de verste verte niet om snelle antwoorden, want door het ‘kreunen en grommen’ in onze geest komen er steeds nieuwe vragen naar boven. Onze geest heeft namelijk het vermogen om onder de leiding van de Heilige Geest een Bijbeltekst te doorzoeken zoals de Geest Zelf het wezen en karakter van God doorzoekt. 1Kor.2:10b…… de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. Meditatie is allesbehalve studie; intellectuele studie kan zelfs een van de grootste vijanden van meditatie zijn. Zuivere meditatie is als eten van de boom van het leven in het paradijs, terwijl studie met het verstand vaak het gevaar loopt om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Meditatie is een oefening van de geest, waarbij onze verstand weliswaar nodig is, maar nog meer hebben wij de zalving van de Heilige Geest nodig om de diepten van het woord van God te doorgronden. Wanneer God Zelf het woord van God aan ons uitlegt, wordt onze geest door een geestelijk vuur uit de hemel in brand gestoken. Een van de mooiste voorbeelden in de Bijbel over de werkelijke betekenis van meditatie vinden we aan het eind van het Lucas-evangelie. Na Zijn opstanding uit de dood wandelde Jezus in Zijn opstandingslichaam van Jeruzalem naar Emmaüs, waar twee van Zijn volgelingen naar huis liepen in de veronderstelling dat Jezus nog steeds dood was. Zij herkenden Jezus niet toen Hij naast hen kwam lopen. Luc.24:25-27 Toen zei Jezus tegen hen: Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om Zijn glorie binnen te gaan? Daarna verklaarde Hij hun wat er in al de Schriften over Hem geschreven stond, en Hij begon bij Mozes en de Profeten. Hier gebeurde iets heel unieks, want God, het levende Woord, gaf uitleg aan het geschreven woord van God dat een biografie was van Jezus Zelf; en wat was het geweldige resultaat van Zijn uitleg aan deze twee mannen? Luc.31-32 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze Hem. Maar Hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: Brandde ons hart niet toen Hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot? Wanneer de God van het woord voor ons het woord van God opent, raakt ons hart in vuur en vlam; dat is de essentie van meditatie. Wanneer wij mediteren moeten we niet zoeken naar antwoorden, maar juist in gebed veel vragen stellen. Wij zullen dan ontdekken dat de ene vraag een volgende vraag oproept, en deze vraag roept weer een volgende vraag op. Dit gaat door totdat de Heilige Geest openbaring geeft over een verborgen geheimenis van God in Zijn woord. Marc.4:10-11 Toen Jezus weer alleen was met Zijn volgelingen en met de twaalf, stelden ze Hem vragen over de gelijkenissen. Hij zei tegen hen: Aan jullie is het geheim van het koninkrijk van God onthuld; maar zij die buiten blijven staan, krijgen alles te horen in gelijkenissen. De volgelingen van Jezus genoten van het zeer grote voorrecht dat de mysteries van het koninkrijk van God aan hen bekendgemaakt werden, maar de reden waarom dat gebeurde is simpeler dan wij vaak veronderstellen. In de eerste plaats kregen zij uitleg van de door Jezus 10 vertelde gelijkenissen omdat zij Hem volgden, maar in de tweede plaats kregen zij ook uitleg omdat zij aan Jezus vragen stelden! Meditatie heeft dus te maken met deze twee aspecten, namelijk in de eerste plaats bij Jezus zijn en in de tweede plaats Hem vragen stellen; daarna treedt er een proces van wachten in werking, en dat is een zeer noodzakelijk proces, want in stilte wachten op God bereidt ons hart voor op het antwoord van God. Klaagl.3:24-26 Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd. Goed is de HEER voor wie Hem zoekt en alles van Hem verwacht. Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt. Wanneer wij de weg van dagelijkse meditatie in het woord van God bewandelen, ligt er een rijke beloning op ons te wachten wanneer wij geduldig zijn en uitzien naar de inwonende tegenwoordigheid van Jezus in ons hart. Openb.2:17 Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal Ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat die niemand kent, behalve degene die het ontvangt. Meditatie is luisteren naar de stem van de Heilige Geest; door middel van Hem zal Jezus ons van het hemelse manna geven dat onze geest en ons hart zo krachtig kan verzadigen met geestelijk voedsel, dat dáárdoor onze nieuwe identiteit in Christus een sterke ontwikkeling zal doormaken; deze nieuwe identiteit is onze nieuwe naam die alleen wijzelf van Jezus kunnen ontvangen in een intieme relatie met Hem. Dit is het grote geheim van dagelijkse meditatie in het woord van God. L; Dag en nacht mediteren. Ps.1:1-2 Gelukkig de mens die ……vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel (Pred.3:1), er is dus ook een tijd om te slapen. Maar hoe kun je nu mediteren als je slaapt? Toch geeft God ons via Jozua de opdracht om Zijn woord geen moment terzijde te leggen en er elk moment van de dag én de nacht in te mediteren. Joz.1:8 Leg dat wetboek geen moment ter zijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. En precies hier tussen de dag en de nacht ligt de scheidslijn tussen studeren in het woord van God en er in mediteren; ons verstand kan namelijk alleen overdag actief zijn omdat we dan wakker zijn. Maar meditatie als activiteit van onze geest gaat 's nachts ook door terwijl wij slapen, want meditatie is een activiteit die plaatsvindt wanneer wij rusten in de vrede van onze Heer en Zijn volbrachte werk op het kruis van Golgotha. Lev.6:2b Dit zijn de voorschriften voor het brandoffer: het brandoffer moet de hele nacht op het altaar blijven branden, het vuur op het altaar mag niet doven. Ps.3:6-7 Ik ga liggen, val in slaap en word wakker; de HEER beschermt mij. Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen. Ps.4:9 In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in, want U, HEER, laat mij veilig wonen in een vertrouwd en veilig huis. Ps.16:7-8 Ik prijs de HEER die mij inzicht geeft, zelfs in de nacht spreekt mijn geweten. Steeds houd ik de HEER voor ogen, met Hem aan mijn zijde wankel ik niet. Ps.42:9 Overdag bewijst de HEER mij Zijn liefde, 's nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. Ps.119:20 Mijn ziel kwijnt weg van verlangen naar Uw voorschriften, dag en nacht. Ps.119:55-56 Zelfs in de nacht denk ik aan Uw naam, HEER, en houd ik mij aan Uw wet. Dit is mij gegeven dat ik Uw regels volg. Ps.119:62 Midden in de nacht sta ik op en loof U om Uw rechtvaardige voorschriften. Ps.119:148 In de uren van de nacht houd ik mijn ogen geopend en overdenk ik Uw woord. Ps.127:2 …… Hij geeft het Zijn lieveling in de slaap. Spr.3:24 Je hoeft niet bang te zijn wanneer je slapen gaat, je slaap zal vredig zijn. Spr.19:23 Ontzag voor de HEER beschermt je leven, je kunt rustig gaan slapen, er overkomt je niets. 11 Hoogl.5:2a Ik sliep, maar mijn hart was wakker. Hoor! Mijn geliefde klopt aan! Jes.26:9a Reikhalzend kijk ik naar U uit, zelfs 's nachts verlang ik naar U. Jer.26:9 Hierop ontwaakte ik en sloeg mijn ogen op. De slaap had mij goed gedaan. (Dit zei Jeremia na een openbaring van de Heer in de nacht). Zach.4:1 De engel die met mij sprak kwam terug en wekte mij zoals je iemand wekt uit een diepe slaap. (N.B.! In Zach.1:7-6:15 heeft Zacharia dus verschillende visioenen tijdens één nacht.) Het geheim van meditatie is dat het vooral een activiteit van onze geest is, waardoor het proces van mediteren in de nacht verdergaat, terwijl ons lichaam en ons verstand rusten van de activiteiten overdag. Maar dit zal pas het geval zijn wanneer meditatie een belangrijke plek in onze activiteiten overdag heeft gekregen, want wanneer wij niet overdag mediteren, bestaat er geen proces dat 's nachts een vervolg krijgt. Het is belangrijk om intimiteit met Jezus zodanig te ontwikkelen dat de ervaring van de bruid uit het boek Hooglied onze erfenis wordt. Hoogl.5:2a Ik sliep, maar mijn hart was wakker. Hoor! Mijn geliefde klopt aan! M: De weg tot een vruchtbaar leven. Ps.1:3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. De schrijver van psalm 1 zegt dat er prachtige beloningen zijn voor een leven van intens vreugdevolle en voortdurende meditatie in het woord van de Heer. We kunnen deze beloningen in drie verschillende aspecten opdelen. a) de belofte van de identiteit van een boom die geplant staat bij stromend water. b) de belofte van vruchtbaarheid, d.w.z. een leven vol van goede gaven voor anderen. c) de belofte van volwassenheid in een bloeiend en succesvol leven. M1: De belofte van identiteit. Ps.1:3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Ps.52:10 Maar ik ben als een groene olijfboom in het huis van God, ik vertrouw op de liefde van God voor eeuwig en altijd. Ps.92:13-16 De rechtvaardigen groeien op als een palm, als een ceder van de Libanon rijzen zij omhoog. Ze staan geplant in het huis van de HEER, in de voorhoven van onze God groeien zij op. Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris. Zo getuigen zij dat de HEER recht doet, mijn Rots, in wie geen onrecht is. Jer.17:7-8 Gezegend wie op de HEER vertrouwt, wiens toeverlaat de HEER is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht. Met vreugde mediteren in het woord van God bevestigt je ware identiteit in God, doordat je je persoonlijkheid diep wortelt in de waarheid van Gods woord, d.w.z. dat je je wortels diep laat zakken in de persoonlijkheid van God die vol van hartstochtelijke liefde voor jou is. Deze weg van meditatie maakt dat je geworteld en gefundeerd raakt in de liefde van Christus, zodat jouw werkelijke identiteit als geliefd kind van God en bruid van Christus tot zijn volle recht komt. Efez.3:16-17 Moge hij vanuit Zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door Zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. De realiteit van het ervaren van je identiteit in Christus kent twee aspecten: a) je bent geplant in de grond, d.w.z. in de bodem van het woord van God. b) je bent geplant aan stromend water, d.w.z. aan de rivier van de Heilige Geest. Naar de mate dat jij je wortels laat zakken in de grond van het woord van God, naar dié mate zul je ook in staat zijn om het levende water van de Heilige Geest op te zuigen. Let wel op dat deze boom niet in de rivier geplant staat maar in de grond; hij staat echter wel geplant in goede en vruchtbare grond die vlakbij de rivier ligt. Deze beide aspecten van het woord en 12 de Geest moeten met elkaar in balans zijn; overmatige nadruk op een van deze twee brengt op lange termijn toch onevenwichtigheid in het ervaren van identiteit. M2: De belofte van vruchtbaarheid. Ps.1:3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Volwassenheid in het geloof heeft tijd nodig; alle groei in het leven wordt aan de ene kant gestimuleerd door wat wij eten, maar aan de andere kant is alle groei afhankelijk van de factor tijd. Ook al eet ik vandaag 100 kilo voedsel, dan nog zal ik daardoor binnen een week geen enkele centimeter gegroeid zijn; groei is een samenwerking tussen voedsel en de tijd die nodig is om het voedsel te verwerken. Vruchtbaarheid is een belofte die de Heer ons gegeven heeft en die Hij ons zal geven wanneer wij de weg van meditatie in het woord van God en intimiteit met Jezus bewandelen. Joh.14:1-2 Ik ben de ware wijnstok en Mijn Vader is de wijnbouwer…… iedere rank die wél vrucht draagt snoeit Hij bij, opdat hij méér vruchten draagt. Joh.14:5 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij véél vrucht dragen. Joh.14:8 De grootheid van Mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie véél vrucht dragen en Mijn leerlingen zijn. Joh.14:16 Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Let eens op de stijgende lijn van het vruchtdragen in deze teksten van Joh.14; het begint met énige vrucht dragen (vers 2), maar door een snoeiproces wordt het méér vrucht (vers 2). Door een blijvende intimiteit met Jezus te ontwikkelen wordt dit zelfs véél vrucht (vers 5), waardoor de Vader verheerlijkt wordt (vers 8). Maar het is uitsluitend door de soevereine keus van Jezus op ons leven waardoor wij blijvende vrucht dragen (vers 16). Maak je dus niet zo druk om de vrucht van de boom, maar om de oorzaak van de vrucht namelijk geplant staan in het woord van God en drinken van de rivier van God door het ervaren van intimiteit met Jezus. Dan komt de vrucht vanzelf, omdat het voor de Vader veel belangrijker is dat wij vrucht dragen dan voor ons; Zijn grootheid wordt immers zichtbaar door de vrucht in ons leven (vers 8). M3: De belofte van volwassenheid. Ps.1:3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Wij zijn gemaakt om succes te hebben; dat lezen we al in het eerste hoofdstuk van de Bijbel waar staat dat God ons schiep om te heersen over de hele aarde (Gen.1:26-27). God wil dus dat wij succes hebben omdat wij naar Zijn beeld geschapen zijn; succes is dus geen vies woord, want het weerspiegelt de manier waarop God Zelf opereert. God is immers altijd succesvol in alles wat Hij doet, want Hij heeft nog nooit gefaald in één enkel aspect van heel Zijn scheppingswerk en nog veel minder in één enkel aspect van Zijn verlossingswerk. Omdat God onze Vader succesvol is, wil Hij ook dat wij succesvol zijn; en in psalm 1 heeft Hij ons de meest succesvolle methode voor blijvend succes gegeven. Joz.1:8 Leg dat wetboek geen moment ter zijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. 1Kon.2:3 Houd je aan je verplichtingen tegenover de HEER, je God: gehoorzaam Hem en neem Zijn bepalingen, geboden, rechtsregels en voorschriften in acht, zoals die zijn vastgelegd in de wetten van Mozes. Dan zul je slagen in alles wat je doet en onderneemt. 2Kron.20-21 Op deze manier stelde Jechizkia in heel Juda orde op zaken. Hij deed wat goed en juist is in de ogen van de HEER, zijn God, en bewees Hem trouw. Alles wat hij in zijn streven om God te dienen ondernam ten behoeve van de dienst in de tempel en voor de naleving van Gods wet en geboden, deed hij met volle overgave, en daardoor bracht hij het tot een goed einde. Maar opnieuw moet ik benadrukken dat de enige sleutel tot succes in het koninkrijk van God 13 ligt in het ontwikkelen van intense intimiteit met Jezus Christus door vreugdevolle meditatie in het woord van God en gulzig drinken uit de rivier van levend water, dus de Heilige Geest. Het verwaarlozen van intimiteit met Jezus is afstevenen op een ramp! Jer.17:5-6 Dit zegt de HEER: Vervloekt wie op een mens vertrouwt, wie zijn kracht ontleent aan stervelingen, wie zich afkeert van de HEER. Hij is als een struik in een dorre vlakte, hij merkt de komst van de regen niet op. Hij staat in een steenwoestijn, in een verzilt en verlaten land. N: Het woord van God zingen. Ps.119:171-172 Laten mijn lippen overvloeien van lof, want U onderwijs mij in Uw wetten; laat mijn mond Uw woord bezingen, want al Uw geboden zijn rechtvaardig. Ps.49:4-5 Mijn mond spreekt wijze woorden, diepzinnig is wat mijn hart overpeinst, ik heb een open oor voor raadselspreuken, bij het spel op de lier onthul ik een geheim. Efez.5:18b-19 Laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer Kol.3:16 Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 1Kor.14:15 Dus wat moet ik doen? Ik moet bidden met mijn geest, maar ook met mijn verstand; ik moet zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand. Er is een door de Heilige Geest geïnspireerde wijze waarop wij het woord van God kunnen zingen, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik dat nog niet geleerd heb op het moment dat ik dit schrijf. Ik geef nu onderwijs over dat ikzelf ontvangen heb maar nog niet in praktijk heb gebracht. Misschien ben jij sneller in het toepassen van dit geheim dan ik. Wat is namelijk het grote voordeel in het geheim van het zingen van het woord van God? 1) Door het hardop uitspreken van het woord van God worden onze gedachten op God gericht; probeer dus in ieder geval het woord van God altijd hardop te lezen. 2) De menselijke geest is van origine muzikaal; muziek raakt namelijk de diepste emoties in ons hart aan, maar de muziek die van binnenuit komt heeft een nog veel grotere invloed. 3) Het woord van God zingen remt het hart af tot het noodzakelijke tempo om geestelijk voedsel te kunnen verteren (Ps.131:2). 4) Zingen maakt het woord van God persoonlijk, zodat je je eigen leraar wordt (1Joh.2:27); je ontwikkelt een eigen persoonlijke vocabulaire van liefde naar God toe, die je innerlijke mens vernieuwt. 5) Zo ontvang je ook nieuwe liederen van God (Ps.40:4) door het zingen van het lied in je hart. Zie ook Ps.33:3, 96:1, 98:1, 144:9, 149:1, Jes.42:9-10. 6) Wanneer je het woord van God eerst bestudeert en daarna zingt en herhaalt, oefen je je eigen hart in de wegen van God (Spr.4:23). 7) Door op deze manier de ogen van je hart op God te richten (Ps.16:8) wordt je diep in de intimiteit met God getrokken (Ps.27:4). O: Het lot van de onrechtvaardige mens. Ps.1:4-6 Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood. Wat moet ik tenslotte nog zeggen over het leven van een mens die deze weg van psalm 1 niet bewandelt? De wetteloze mens is een mens die zich niet aan de principes van God houdt; hij is als kaf d.w.z. het lege omhulsel van een graankorrel. Hij wordt van de weg van God afgeblazen door de wind van de Heilige Geest; hij houdt geen stand door het recht van God en hij wordt ontmaskerd in de kring van de rechtvaardigen (1Kor.14:24-25). Wanneer hij zich bekeert, is er ook voor hem een weg naar het leven, maar anders loopt zijn weg dood want het loon van de zonde is immers de dood (Rom.6:23a). P: Gegarandeerd succes! Ps.1:6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen. 14 Aan het eind van de psalm geeft de Heer ons nog een liefdevolle knipoog om ons aan te sporen en te bemoedigen deze weg van psalm 1 te bewandelen, want Hij beschermt deze weg. Hij heeft ons immers vol liefde al voor de grondlegging van de wereld in Christus uitgekozen om heilig en zuiver te zijn voor Hem (Efez.1:4). Wat zullen we dan nog van deze dingen zeggen? Rom.8:31-39 Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal Hij, die Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met Hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God Zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons. Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? Er staat geschreven: Om U worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht. Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij Hem die ons heeft liefgehad. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer. V.v.d.B. 15