Welke risicofactoren voorspellen de kans op hart- en

advertisement
Welke risicofactoren voorspellen de kans op hart- en vaatziekten bij vrouwen? Dat willen de
onderzoekers van CREW achterhalen, een groot samenwerkingsverband tussen wetenschappers en
artsen van verschillende onderzoeksinstellingen. De leiding van het project is in handen van
professor Eric Boersma (Erasmus MC) en professor Bart Fauser (UMC Utrecht). De Hartstichting
steunt het onderzoek met een bedrag van € 2.160.000.
Vrouwen met hart- en vaatziekten of vrouwen met een hoog risico daarop worden niet altijd op tijd
opgespoord. Daarom krijgen deze vrouwen vaak te laat een behandeling. Terwijl deze behandelingen
juist kunnen voorkomen dat deze vrouwen ziek of nog zieker worden. Hier wil CREW verandering in
brengen.
Er zijn sterke aanwijzingen dat de weg naar hart- en vaatziekten anders verloopt bij mannen dan bij
vrouwen. Zo voltrekt het proces ‘slagaderverkalking’ – een belangrijke veroorzaker van hart- en
herseninfarcten – zich anders bij vrouwen dan bij mannen. Ook hebben vrouwen vaker zieke kleine
bloedvaten, terwijl bij mannen juist de grotere bloedvaten zijn aangedaan.
Om beter te kunnen voorspellen welke vrouwen hart- en vaatziekten zullen krijgen, gaan de
onderzoekers van CREW op zoek naar nieuwe risicofactoren die kenmerkend zijn voor vrouwen. Ook
bestuderen ze of de al bekende risicofactoren net zo belangrijk zijn voor vrouwen als voor mannen.
De onderzoekers voeren het onderzoek uit onder verschillende groepen vrouwen. Ze kijken naar
vrouwen met voortplantingsproblemen, bijvoorbeeld vrouwen die al voor hun 40ste levensjaar in de
overgang terecht komen. Deze vrouwen krijgen sneller hart- en vaatziekten dan vrouwen waarbij de
overgang later begint. Ook vrouwen met migraine worden onderzocht. Van hen is bekend dat zij een
verhoogd risico hebben op herseninfarcten. De onderzoekers vergelijken de gevonden resultaten
vervolgens met gegevens van 30.000 vrouwen die een dwarsdoorsnede van de vrouwelijke
Nederlandse bevolking vormen.
Het onderzoek levert uiteindelijk een risicotabel op waarop een arts kan aflezen hoe hoeveel kans
een vrouw met bepaalde kenmerken en risicofactoren heeft om hart- en vaatziekten te krijgen.
Uit het onderzoek zou kunnen blijken dat er typisch ‘vrouwelijke’ risicofactoren zijn, naast de
risicofactoren die zowel voor mannen als vrouwen gelden. Ook zou kunnen blijken dat een bepaalde
bekende risicofactor minder belangrijk of juist belangrijker is voor vrouwen. Dit kan uiteindelijk ook
leiden tot wijzigingen in de behandeling, die gericht zijn op deze risicofactoren.
Download