Verenigde staten - abh-ace

advertisement
Exporteren
naar DE
Invoerformaliteiten
en -documenten
Verenigde staten
Los Angeles, San Francisco / Silicon Valley
2-9 juni 2013
Studie verwezenlijkt ter gelegenheid
van de gezamenlijke economische
zending onder het voorzitterschap
van Z.K.H. Prins Filip
Invoerformaliteiten en -documenten
Inleiding7
Praktische benadering van de Amerikaanse invoerreglementering
13
Douanereglementering: invoerformaliteiten
19
1. W
20
ettelijk kader
2. Registratie21
3. Invoerverboden22
4. Vergunningen en andere invoerrestricties
23
5. A
angifte24
6. Douanewaarde27
7. V
29
eiligheidsmaatregelen n.a.v. terreurdreiging
7.1. Customs-Trade Partnership Against Terrorism (C-TPAT)
29
7.2. 24-Uur Manifest
31
7.3. 1
0+2
Initiative
32
7.4. Container Security Initiative (CSI)
33
7.5. B
ioterrorism
Act
(BTA)
33
7.6. Secure Freight Initiative (SFI)
34
8. Invoerrechten35
9. Bijkomende heffingen
38
9.1. D
ouanekosten38
9.2. Sales tax
39
9.3. A
ccijnzen39
9.4. Antidumpingrechten, compenserende
rechten en subsidies
40
9.5. Tariefcontingenten40
10. V
rijhandelszones41
11. Tijdelijke invoer – promotiemateriaal en stalen
42
3
4
Verenigde staten
Documenten bij invoer in de Verenigde Staten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
47
Handelsfactuur48
Pro-formafactuur52
Paklijst52
53
Certificaat van oorsprong
Oorsprongsmarkering54
Vrachtbrief56
Legalisatie57
Productcertificaten59
1. Normalisatie en certificering
60
2. Bijzonderheden61
2.1. Dieren en dierlijke producten
62
2.2. Planten en plantaardige producten
63
2.3. CITES64
2.4. Voedingsmiddelen65
2.5. Consumentengoederen66
67
2.6. Medicijnen en cosmetica
2.7. Alcohol en tabakswaar
68
2.8. Elektronica69
2.9. Voertuigen70
2.10.Textiel70
2.11. Wapens71
Verpakking en etikettering
73
1. V
erpakking74
2. C
76
onsumentenverpakking en etikettering
Belasting van dienstprestaties
79
1. L
oondienst81
2. D
iensten82
Invoerformaliteiten en -documenten
5
INLEIDING
8
Verenigde staten
Invoerformaliteiten en -documenten
Wie op zoek is naar een nuttig vertrekpunt om
meer te weten te komen over de invoerformaliteiten in de Verenigde Staten, kan terecht op de
website van de Amerikaanse douaneadministratie (http://www.cbp.gov/). Die administratie
vormt een onderdeel van het Department of
Homeland Security. Op de website vindt u nuttige informatie over
de Amerikaanse invoerprocedures (onder ‘Trade’ – klik ‘Basic
Importing and Exporting’), de douanetarieven (onder ‘Trade’– klik
‘Trade Programs’ en ‘Duty, Tariff Rates’), enz.
Andere nuttige internetbronnen voor wie op zoek is naar informatie
over de Amerikaanse invoerformaliteiten en handelswetgeving:
Californië
Californian Chamber of Commerce
http://www.calchamber.com/LegalAffairs/Pages/Default.aspx
Doing business in San Francisco
http://www6.sfgov.org/index.aspx?page=3
Doing business in Los Angeles
http://doingbusiness.lacounty.gov/
Californian Courts
http://www.courts.ca.gov/
Californian Franchise Tax Board
https://www.ftb.ca.gov/businesses/index.shtml?WT.mc_id=Global_
Businesses_Tab
California Association for Local Economic Development
http://www.caled.org/
9
10
Verenigde staten
Los Angeles Economic Development Corporation
http://www.laedc.org/
San Francisco Economic Development Corporation
http://www.sfced.org/
San Jose Office of Economic Development
http://www.sjeconomy.com/
Directory California Economic Development Agencies
http://www.ecodevdirectory.com/california.htm/
Californian Law
http://www.leginfo.ca.gov/calaw.html
Californian Law
http://law.justia.com/codes/california/2011/
Californian Laws and Regulations
http://www.ca.gov/about/government/state/lawsandregs.html
Verenigde Staten
Internal Revenue Service (IRS)
http://www.irs.gov/
Alcohol and Tobacco Tax and Trade Bureau (TTB)
http://www.ttb.gov/index.shtml
United States Department of Commerce (USDOC)
http://www.commerce.gov/
United States Trade Representative (USTR)
http://www.ustr.gov/
Invoerformaliteiten en -documenten
United States International Trade Commission (USITC)
http://www.usitc.gov/
Federal Trade Commission (FTC)
http://www.ftc.gov/
Consumer Product and Safety Commission (CPSC)
http://www.cpsc.gov/
American National Standards Institute (ANSI)
http://www.ansi.gov/
National Institute of Standards and Technology (NIST)
http://www.nist.gov/
Department of Agriculture (USDA)
http://www.usda.gov/
Food and Drug Administration (FDA)
http://www.fda.gov/
Animal and Plant Health Inspection Service (APHIS)
http://www.aphis.usda.gov/
Fish and Wildlife Service (FWS)
http://www.fws.gov/
All US Federal Agencies
http://www.usa.gov/directory/federal/index.shtml
Doing Business in the United States
http://www.usa.gov/Business/Foreign-Business.shtml
11
Praktische benadering
van de Amerikaanse
invoerreglementering
14
Verenigde staten
Invoerformaliteiten en -documenten
Cijfers schetsen soms veel beter dan woorden hoe een markt
functioneert en voor wie een marktstrategie wil uitwerken, kunnen statistische gegevens een objectief kader creëren.
De Verenigde Staten zijn in termen van bruto nationaal inkomen
globaal genomen de grootste afzetmarkt ter wereld. Als we het
bruto nationaal inkomen per capita als criterium nemen, staan
de VS in 2011 op plaats 17. Dit is vier plaatsen hoger dan België
(21ste plaats). De VS zijn dus objectief gezien een markt met geld
en met een grote groep consumenten (potentiële kopers).
In de Global Competition Index 2012-2013 van het World Economic Forum, staan de Verenigde Staten op een 7de plaats (ter
vergelijking: België staat er op een 17de plaats)(1). De VS behaalt
deze score omdat de productiviteit er hoog ligt, de bedrijven zeer
innovatief zijn, de arbeidsmarkt flexibel is, de schaalgrootte veel
mogelijkheden geeft aan bedrijven die er actief zijn en de universitaire opleidingen tot de beste ter wereld behoren (acht universiteiten binnen de top 10 in zowat alle rankings). Voor Belgische
exporteurs houdt dit automatisch in dat het om een zeer competitieve markt gaat waar de concurrentiedruk bijzonder hoog is.
Slechter scoort de VS volgens de bevindingen van het WEF op het
gebied van de overheidsuitgaven (inefficiënt en niet voldoende
gericht), de hoge graad van marktregulering, de hoge kostprijs
van de bescherming van het land tegen dreiging van terroristische aanvallen en andere georganiseerde misdaad, de hoge
overheidsschuld en tot slot de ‘gezondheid’ van de Amerikaanse
banken (die trouwens aan de basis ligt van de actuele wereldwijde economische crisis).
Inzake de eenvoud en efficiëntie van grensoverschrijdende goederenbewegingen scoort de VS iets beter dan België. Dit blijkt
uit de Doing Business databank van de Wereldbank voor 2013.
(1)
World Economic Forum, Global Competition Index 2012-2013:
http://www.weforum.org/issues/global-competitiveness
15
16
Verenigde staten
De cijfers (voor een dry-cargo, 20-foot, full container load) tonen
aan dat de VS zich op de 22ste plaats bevindt. Ter vergelijking:
België bekleedt de 29ste plek, terwijl Singapore en Hongkong de
ranglijst aanvoeren(2). Algemeen genomen is de kostprijs, de
benodigde tijd en het papierwerk dat met de in- en uitvoer van
goederen in de VS gepaard gaat, echter goed vergelijkbaar met
de situatie in België.
Dit uit zich in volgende cijfers:
Cijfers voor de Verenigde Staten (‘Trading Across Borders’-ranking: 22ste plaats):
VS - Export Procedure (2013)
duur (in dagen)
Kost per
container (in USD)
Voorbereiding documenten
2
230
Binnenlands vervoer en behandeling
1
400
Douane-afhandeling en technische controle
1
60
Haven- en terminalhandling
2
400
Totaal:
6
1090
duur (in dagen)
Kost per
container (in USD)
Voorbereiding documenten
2
205
Binnenlands vervoer en behandeling
1
600
Douane-afhandeling en technische controle
1
90
Haven- en terminalhandling
1
420
Totaal:
5
1315
VS - Import Procedure (2013)
(2)
Worldbank: http://www.doingbusiness.org/data/exploreeconomies/
united-states#trading-across-borders
Invoerformaliteiten en -documenten
Cijfers voor België (‘Trading Across Borders’-ranking: 29ste plaats):
België - Export Procedure (2013)
duur (in dagen)
Kost per
container (in USD)
Voorbereiding documenten
3
180
Binnenlands vervoer en behandeling
3
650
Douane-afhandeling en technische controle
1
100
Haven- en terminalhandling
2
350
Totaal:
9
1230
België - Import Procedure (2013)
duur (in dagen)
Kost per
container (in USD)
Voorbereiding documenten
5
270
Binnenlands vervoer en behandeling
1
730
Douane-afhandeling en technische controle
1
100
Haven- en terminalhandling
2
300
Totaal:
9
1400
The Global Enabling Trade Report (2012), eveneens opgesteld
door het WEF, legt niettemin enkele pijnpunten bloot(3). De VS
verloren in deze ranking de afgelopen jaren enkele plaatsen
onder meer om de volgende redenen:
Positief zijn de eenvoudige in- en uitvoerprocedures, de efficiënte inklaring, de bijkomende diensten bij de douane en de
uitgebreide infrastructuur maar;
Negatief is dat het land zijn toppositie traag maar zeker verliest
door zaken die in het verleden toonaangevend waren maar stilaan verslechteren: de efficiëntie van de grensprocedures, de
verminderde logistieke diensten, de overregulering, de ingewikkelde bescherming van eigendomsrechten, de beïnvloeding bij
politieke en gerechtelijke beslissingen, de hoge beveiligingskost
tegen terroristische dreiging en een verhoogde bureaucratie(4).
World Economic Forum, The Global Enabling Trade Report (2012):
http://www3.weforum.org/docs/GETR/2012/GlobalEnablingTrade_Report.pdf
(3)
(4)
The Global Trade Enabling Report (2012), p. 24
17
Douanereglementering:
invoerformaliteiten
20
Verenigde staten
1. Wettelijk kader
De Amerikaanse douanewetgeving wordt geregeld in de Code of
Laws of the United States of America (U.S. Code; of nog USC).
Deze regels compileren en codificeren in 51 titels en 4 voorgestelde titels de federale wetgeving (‘laws’) van de VS. De hoofdeditie wordt om de zes jaar (her)uitgegeven door het Office of
the Law Revision Counsel of the House of Representatives. Elk
jaar zijn er supplementen. De meest recente editie dateert van
2006. Op de website http://uscode.house.gov/ kan deze wetgeving geconsulteerd worden.
De douanewetgeving is terug te vinden in titel 19 “Customs
Duties”. Deze titel telt 27 hoofdstukken met onder meer: hoofdstuk 1A over Foreign Trade Zones; hoofdstuk 3 over Tariff and
Related Provisions; hoofdstuk 4 over de Tariff Act of 1930 met
onder andere het Harmonized Tariff Schedule, antidumpingrechten en compenserende rechten en beperkt verhandelbare
goederen; hoofdstuk 12 over de Trade Act of 1974 met onder
andere de bevoegdheden van de International Trade Commission en instrumenten tegen oneerlijke handelspraktijken.
Daarnaast is er de Code of Federal Regulations (CFR). Die codificeert in 50 titels de administratieve regelgeving (‘rules and
regulations’) waaronder ook douaneregels (http://www.gpo.
gov/fdsys/browse/collectionCfr.action?collectionCode=CFR).
De CFR wordt jaarlijks herzien. In titel 19 “Customs Duties” worden onder meer besproken: tariefpreferenties en –vrijstellingen,
verpakking en etikettering van importgoederen, oorsprongsregels, carnets, quota, oorsprongsmarkering, postzendingen,
handelsbeurzen, tariefindeling enz.
Invoerformaliteiten en -documenten
Om te achterhalen hoe al deze regels in de praktijk worden gebracht,
moet je terecht bij de U.S. Customs and Border Protection:
Customs and Border Protection (CBP Info Center)
1300 Pennsylvania Avenue
NW Washington, DC 20229
T +1 202 325 8000
http://www.cbp.gov/
Daar vind je o.a. de lijst van de kantoren van de CBP (douanekantoren) in Californië (ga naar http://www.cbp.gov/xp/cgov/
toolbox/contacts/ports/ca/).
2. Registratie
Elk bedrijf dat zaken doet in de VS en er dus zelf in eigen naam wil
invoeren of uitvoeren, moet zich laten registreren bij de Internal
Revenue Service (IRS; http://www.irs.gov/). Zoals dat overal het
geval is (denk aan de EORI in de Europese Unie) kunnen immers
enkel bedrijven die onder de jurisdictie van de Amerikaanse douanediensten vallen als ‘importer or exporter of record’ optreden.
Het is mogelijk dat met het oog op deze registratie een Employer
Identification Number (EIN) moet aangevraagd worden. Dit nummer wordt niet alleen toegekend aan elke onderneming, ongeacht de rechtsvorm (corporation, partnership…), die in de VS
personeel tewerk stelt maar ook wanneer teruggaafdocumenten ingevuld moeten worden met betrekking tot tewerkstelling,
accijnzen, alcohol, tabak of vuurwapens, wanneer bronbelasting
(WHT – withholding taks) ingehouden wordt op betalingen aan
niet-verblijfhouders enz. (http://www.irs.gov/Businesses/SmallBusinesses-&-Self-Employed/Employer-ID-Numbers-(EINs)).
21
22
Verenigde staten
3. Invoerverboden
De VS heeft een aantal invoerverboden ingesteld. Enkele hiervan
zijn absoluut en het is dus niet mogelijk om op het verbod een
uitzondering aan te vragen. Bij andere goederen houdt dat in dat
een vergunning moet worden aangevraagd vooraleer ze in de VS
kunnen worden ingevoerd (zie onder punt 4).
Onder de zgn. absolute invoerverboden vallen alle goederen die
de openbare orde, de nationale veiligheid, de gezondheid en de
intellectuele eigendomsrechten (namaakgoederen of parallelle
handel) schenden. Zo bestaat een invoerverbod voor absint met
een te hoog Tujon-gehalte, voertuigen die niet beantwoorden aan
de emissienormen (Environmental Protection Agency – EPA) en
Amerikaanse veiligheids- en technische normen, kunstobjecten
uit Irak, honden- en kattenbont, goud(-producten) afkomstig uit
Cuba, Iran, Myanmar, Soedan, conflictdiamanten ingevolge het
Kimberley-akkoord en producten uit valsmunterij.
Sommige van deze handelspolitieke maatregelen lopen niet gelijk
met die welke de Europese Unie hanteert maar bedrijven die zaken
doen met de VS moeten zich realiseren dat het Office of Foreign
Assets Control (OFAC) de naleving van de economische maatregelen en handelsembargo’s die de VS heeft ingesteld zeer streng
controleert. Niet enkel de in- en uitvoer (goederenverkeer) met de
getroffen landen wordt gecontroleerd, maar ook de financiering
van transacties met de geviseerde landen. Wanneer de betaling in
USD wordt afgerekend en via New York moet worden gecleared,
kan dat tot onaangename verrassingen leiden.
Invoerformaliteiten en -documenten
Office of Foreign Assets Control, U.S.
Department of the Treasury
1500 Pennsylvania Avenue
NW Washington, DC 20220
T +1 202 622 2480 (licensing division)
[email protected]
http://www.treasury.gov/ofac
4. Vergunningen en andere invoerrestricties
Voor een reeks goederen moet vooraf een invoervergunning
aangevraagd worden bij de bevoegde instantie. Enkele van deze
producten worden onder het hoofdstuk ‘Productcertificaten’ uitgebreid besproken.
Het gaat onder meer om alcohol (beperking van geïmporteerde
hoeveelheid alcohol afhankelijk van staat tot staat zoals bepaald
door het plaatselijke Alcohol Control Board), biologische producten (Department of Agriculture – USDA & Center for Disease Control – CDC), militaire uitrusting (Directorate of Defense Trade Control – DDTC), vuurwapens en munitie (Bureau of Alcohol, Tobacco,
Firearms and Explosives – ATF), ozonafbrekende stoffen (Environmental Protection Agency - EPA), bedreigde planten en diersoorten en hun producten (Fish and Wildlife Service – FWS), verwerkte
voedingswaren (Animal and Plant Health Inspection Service –
APHIS & Food and Drug Administration – FDA), groenten en fruit
(APHIS), vlees (APHIS), medicijnen (FDA), narcotica (CBP), alcohol
en tabak (Alcohol and Tobacco Tax and Trade Bureau – TTB), huisdieren (CDC), planten en zaden (APHIS).
23
24
Verenigde staten
5. Aangifte
De Customs and Border Protection (CBP) hanteert bij de invoer
een ‘informed compliance’ aanpak. Dit wil zeggen dat de CBP de
medewerking vraagt aan alle marktdeelnemers om de nodige
zorg aan de dag te leggen bij het verstrekken van informatie over
onder meer de tariefindeling van de goederen, de douanewaarde
en de oorsprong. Op de website van de CBP kan u een document
inladen met instructies voor het verstrekken van deze informatie:
http://forms.cbp.gov/pdf/7501_instructions.pdf.
Dit kan op twee manieren:
1. Bij invoer van zendingen met een waarde boven 2.500 USD moet
een formele aangifte worden gedaan met een Form 7501 (zie model
hieronder). U kan dit model inladen op de website van de CBP:
http://forms.cbp.gov/pdf/CBP_Form_7501.pdf.
2. B
ij invoer van goederen met een douanewaarde beneden
2.500 USD (voor textiel 250 USD) volstaat het een informele
aangifte te doen met een Form 3461 “Entry/Immediate delivery” (http://forms.cbp.gov/pdf/CBP_Form_3461.pdf). Deze
procedure kan echter niet gebruikt worden bij commerciële
invoer van goederen die vallen onder een quotaregeling, antidumping- of compenserende maatregelen. In deze gevallen
moet de normale procedure worden gevolgd.
De invoeraangifte kan worden gedaan door de eigenaar van de
goederen, door een vergunde douane-expediteur (customs broker) of door een buitenlandse entiteit indien deze een agent (vertegenwoordiger) aanstelt, gevestigd in de staat van de haven van
binnenkomst. Deze persoon is dan de ‘importer of record’.
Invoerformaliteiten en -documenten
DEPARTMENT OF HOMELAND SECURITY
1. Filer Code/Entry No.
U.S. Customs and Border Protection
12. B/L or AWB No.
16. I.T. No.
4. Surety No. 5. Bond Type 6. Port Code
7. Entry Date
10. Country of Origin
11. Import Date
13. Manufacturer ID
14. Exporting Country
17. I.T. Date
21. Location of Goods/G.O. No.
18. Missing Docs 19. Foreign Port of Lading
22. Consignee No.
23. Importer No.
25. Ultimate Consignee Name and Address
City
27.
Line
No.
State
15. Export Date
20. U.S. Port of Unlading
24. Reference No.
26. Importer of Record Name and Address
Zip
City
State
32.
28. Description of Merchandise
29.
30.
31.
A. HTSUS No.
A. Grossweight
Net Quantity in
B. ADA/CVD No.
B. Manifest Qty. HTSUS Units
Other Fee Summary for Block 39
3. Summary Date
9. Mode of Transport
ENTRY SUMMARY
8. Importing Carrier
Form Approved OMB No. 1651-0022
EXP. 08-31-2014
2. Entry Type
A. Entered Value
B. CHGS
C. Relationship
35. Total Entered Value
33.
A. HTSUS Rate
B. ADA/CVD Rate
C. IRC Rate
D. Visa No.
Dollars
CBP USE ONLY
$
Total Other Fees
Zip
34.
Duty and I.R. Tax
TOTALS
A. LIQ CODE
B. Ascertained Duty
37. Duty
REASON CODE
C. Ascertained Tax
38. Tax
36. DECLARATION OF IMPORTER OF RECORD (OWNER
OR PURCHASER) OR AUTHORIZED AGENT
D. Ascertained Other
39. Other
I declare that I am the
E. Ascertained Total
40. Total
$
Importer of record and that the actual owner,
purchaser, or consignee for CBP purposes is as shown above, OR
or purchaser or agent thereof. I further declare that the merchandise
Cents
owner
was obtained pursuant to a purchase or agreement to purchase and that the
prices set forth in the invoices are true, OR
was not obtained pursuant to a purchase or agreement to purchase and the statements in the invoices as
to value or price are true to the best of my knowledge and belief. I also declare that the statements in the documents herein filed fully disclose to the best
of my knowledge and belief the true prices, values, quantities, rebates, drawbacks, fees, commissions, and royalties and are true and correct, and that all
goods or services provided to the seller of the merchandise either free or at reduced cost are fully disclosed.
I will immediately furnish to the appropriate CBP officer any information showing a different statement of facts.
41. DECLARANT NAME
TITLE
42. Broker/Filer Information (Name, address, phone number)
SIGNATURE
DATE
43. Broker/Importer File No.
CBP Form 7501 (06/09)
25
26
Verenigde staten
De aangifte kan elektronisch worden ingediend via het Automated Commercial System (ACS). Dit systeem wordt momenteel
geleidelijk aan vervangen door het Automated Commercial Environment (ACE). Het systeem kan enkel worden gebruikt door
EDI- (Electronic Data Interchange) geregistreerde gebruikers bij
de CBP. Het ACE-portaal is momenteel nog in de opstartfase en
zal geleidelijk aan alle andere registratiesystemen vervangen.
De invoerder heeft een identificatienummer nodig (vergelijkbaar met het EORI-nummer in de EU). Dit nummer wordt door
de Internal Revenue Service toegewezen. In principe wordt het
‘business registration number’ (zoals in België de KBO als EORI
kan functioneren) van de invoerder gebruikt. Bij gebrek hieraan
kan ook het ‘social security number’ meegedeeld worden, of nog
een bijzonder identificatienummer dat enkel voor invoerdoeleinden wordt uitgereikt (vgl. de ‘beperkt fiscaal aansprakelijk vertegenwoordiger’ in de EU).
Het praktische gevolg hiervan is dat buitenlandse ondernemingen die niet over een vestiging in de Verenigde Staten beschikken, niet voor eigen rekening goederen kunnen invoeren (dus
geen ‘DDP-verkoop’) maar die formaliteiten aan hun Amerikaanse klant moeten overlaten. Doen zij dat niet, dan moeten
zij een beroep doen op een plaatselijk agent/commissionair of
distributeur die de goederen onder zijn verantwoordelijkheid in
de VS zal invoeren.
Omdat enkel geregistreerde bedrijven in de VS als ‘importer of
record’ kunnen optreden, valt een verkoop van goederen aan de VS
onder de Incoterm 2010 DDP (Delivered Duty Paid) dus te mijden
tenzij de verkoper in de VS over een registratienummer beschikt(5).
(5)
Dit geldt eveneens voor het aankopen in de VS onder de Incoterm 2010 EXW
(Ex Works). Een uitzondering wordt gemaakt voor invoer door particulieren
en toeristen (persoonlijke bagage), postleveringen, transit en tijdelijke invoer.
Invoerformaliteiten en -documenten
De informatie van de invoeraangifte en die welke vervolgens
bijkomend verzameld wordt tijdens de invoerprocedure wordt
automatisch doorgegeven aan de verschillende agentschappen
die bevoegd zijn voor deze ingevoerde goederen. Dit delen van
informatie gebeurt via het Import Safety Commercial Targeting
and Analysis Center (CTAC). Het CTAC verzamelt alle gegevens
over de ingevoerde goederen en stuurt deze rechtstreeks door
naar de bevoegde instanties. Aangesloten agentschappen zijn:
APHIS, CBP, CPSC, EPA, FSIS (Food Safety and Inspection Service), ICE (U.S. Immigration and Customs Enforcement), PHMSA
(Pipeline and Hazardous Materials Safety Administration). Meer
hierover op: http://www.cbp.gov/xp/cgov/trade/priority_trade/
import_safety/ctac/.
Voor nadere informatie, ga naar “Tips for New Importers and
Exporters” van de CBP: http://www.cbp.gov/xp/cgov/trade/
trade_outreach/diduknow.xml.
6. Douanewaarde
Bij invoer in de VS moet ten behoeve van de douane, zoals dat in
alle landen het geval is (cf. D.I.V. in de EU) een verklaring worden
opgesteld waarin de opgave van de douanewaarde wordt toegelicht. Documenten die deze verklaring kunnen staven zijn de factuur, kostennota’s van de vracht, de verzekeringspolis, enz.
De VS hanteert voor het vaststellen van de douanewaarde, zoals
de EU en alle andere WTO lidstaten, de principes van het Customs
Valuation Agreement van de WTO (http://www.wto.org/english/
docs_e/legal_e/20-val_01_e.htm).
27
28
Verenigde staten
Hierbij worden zes verschillende methodes van waardebepaling
voorgesteld in een bepaalde volgorde. Enkel wanneer de ‘hogere’
methode niet kan worden toegepast, mag de volgende methode
gehanteerd worden:
1. transactiewaarde van de ingevoerde goederen (= te betalen
prijs/factuurwaarde);
2. t ransactiewaarde van identieke goederen;
3. transactiewaarde van soortgelijke goederen;
4. d
eductieve methode (= kostprijs op de markt met aftrek ‘binnenlandse kosten’);
5. m
ethode van de berekende waarde (= kostprijs in het land van
herkomst met toevoeging ‘buitenlandse kosten’);
6. methode van de redelijke middelen.
De douanewaarde bij invoer is in de overgrote meerderheid van de
transacties – als de invoer in het kader van een koopovereenkomst
plaatsvindt – gebaseerd op de transactiewaarde van de goederen.
De VS gebruiken voor het vaststellen van deze transactiewaarde
(‘prijs’) in tegenstelling tot de meeste andere landen echter niet
de prijs bij aankomst in de VS (= CIF-waarde) maar de prijs op het
moment van vertrek naar de VS (= FOB-waarde). De transportkosten voorafgaand aan de invoer, de kosten van laden, overladen
en de behandelingskosten voor aankomst in de VS en de kosten
van de transportverzekering maken in de VS (zoals in Canada,
Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland) dus GEEN deel uit van
de douanewaarde. Daarom is het zeer belangrijk dat exportfacturen naar de VS steeds (ook) de FOB-waarde vermelden.
Invoerformaliteiten en -documenten
De douanewaarde wordt definitief bepaald wanneer de goederen
hun douanebestemming krijgen.
Toepasselijke wetgeving: Tariff Act of 1930 zoals opgenomen
in 19 USC 4.
Meer informatie: http://www.cbp.gov/linkhandler/cgov/trade/
legal/informed_compliance_pubs/icp001r2.ctt/icp001r2.pdf.
7. V eiligheidsmaatregelen n.a.v. terreurdreiging
7.1. Customs-Trade Partnership Against Terrorism (C-TPAT)
C-TPAT, het Customs-Trade Partnership Against Terrorism
(http://www.cbp.gov/xp/cgov/trade/cargo_security/ctpat/) is een
gemeenschappelijk initiatief van de Amerikaanse autoriteiten en
de industrie om de logistieke ketting tegen terrorisme te beschermen (“to provide the highest level of container security”). Importeurs moeten niet alleen de veiligheid van de aanvoerketen van
hun goederen evalueren, maar ook hun buitenlandse leveranciers
en waar nodig verbetering aanbrengen, bijvoorbeeld door locaties
beter te beveiligen, beter toezicht, controleren van de achtergrond
van het personeel, enz. Het gaat om een vrijwillig programma
waartoe bedrijven kunnen toetreden.
De bedrijven die tot het programma willen toetreden worden,
nadat zij een programma hebben opgesteld en uitgevoerd gecontroleerd door de Amerikaanse douane (CBP) en kunnen dan een
C-TPAT-certificatie ontvangen. Bedrijven die bij C-TPAT zijn aangesloten vormen voor de Amerikaanse douane een lager ‘terreurrisico’ en krijgen daardoor minder zware inspectie van de
29
30
Verenigde staten
douanediensten zodat hun invoer sneller de douaneprocedures
kan doorlopen. Concreet gezien betekent het certificaat m.a.w.
een veel snellere afhandeling van alle invoerprocedures aan de
Amerikaanse buitengrenzen.
De Verenigde Staten erkennen buitenlandse beveiligingsprogramma’s en hebben al een aantal Mutual Recognition Agreements (MRAs) gesloten. Met de EU werd op 4 mei 2012 een
akkoord getekend dat de wederzijdse erkenning inhoudt van het
C-TPAT-programma van de VS en het AEO-programma van de
EU door middel van een besluit van het Gemengd Comité Douanesamenwerking VS-EU(6). In toepassing van dit akkoord laten
de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika bij de risicobeoordeling met het oog op inspecties en controles de status
van een marktdeelnemer in het partnerland positief meewegen.
Dit brengt lagere kosten en snellere procedures met zich mee.
Voor de praktische uitwerking van dit akkoord is een matching
procedure in het leven geroepen om de Europese EORI-nummers
te koppelen aan de Amerikaanse identificatienummers, MID-nummers (Manufacturer Identification). Via een webapplicatie (https://
mrctpat.cbp.dhs.gov/) kunnen Europese ondernemingen hun
EORI-nummer registreren en koppelen aan hun MID-nummer,
nadat ze de nodige gegevens hebben doorgegeven aan de Amerikaanse autoriteiten. De CBP heeft een presentatie beschikbaar
gesteld waarin precies wordt uitgelegd hoe dit alles in zijn werk
gaat: http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/
customs/policy_issues/customs_security/c-tpat.pdf.
Het MID-nummer, voornamelijk bedoeld voor importeurs van
textiel en kleding, bestaat uit een combinatie van 15 cijfers
en letters die verwijzen naar de adresgegevens van de fabrikant. De werkwijze staat opgesomd op 19 CFR 102 Appendix
“Besluit van het Gemengd Comité Douanesamenwerking VS-EY van 4 mei
2012 betreffende de wederzijdse erkenning van het programma “Partnerschap tussen de douane en het bedrijfsleven tegen terrorisme” van de Verenigde Staten en het AEO-programma van de Europese Unie”, PB L144/44
van 5.6.2012, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:
L:2012:144:0044:0047:NL:PDF.
(6)
Invoerformaliteiten en -documenten
(http://www.gpo.gov/fdsys/pkg/CFR-2010-title19-vol1/pdf/CFR2010-title19-vol1-part102-app-id908.pdf).
Zodra de koppeling tussen het EORI-nummer en de MID-nummer is gebeurd, zal de geautoriseerde marktdeelnemer (AEOstatuut) automatisch de door de Amerikaanse douane toegekende gunstige behandeling genieten.
Meer over deze samenwerking is terug te vinden op de Belgische douanewebsite: http://fiscus.fgov.be/interfdanl/nl/aeo/nieuws.htm#G.
7.2 24-Uur Manifest
Scheepvaartmaatschappijen zijn sinds 2 december 2002 ingevolge de Trade Act verplicht voor elke zeevracht die vanuit het buitenland naar de VS wordt verscheept voor het laden bij de Amerikaanse douane een aantal gegevens aan te melden door middel
van een elektronisch ‘cargo manifest’. Het manifest stelt de douane in staat een risicoanalyse uit te voeren en te beoordelen of
een bepaalde zending voldoende veilig is en geen terreurdreiging
vormt. Het syteem is vergelijkbaar met de ‘ENS’-systeem (Entry
Summary Declaration) dat de Europese Unie hanteert.
De vracht moet 24 uur voor inlading in het schip in de haven van
vertrek worden aangemeld. Algemene of onduidelijke omschrijvingen in het manifest zoals ‘freight of all kinds’ worden niet
geaccepteerd en kunnen sinds mei 2003 leiden tot een inladingsverbod (Do Not Load-message) door de Amerikaanse douane.
31
32
Verenigde staten
Intussen is de verplichting tot voorafgaandelijke aanmelding met
het oog op het uitvoeren van een risicoanalyse uitgebreid naar alle
transportmodi(7). Meer informatie is terug te vinden bij het CBP:
http://www.cbp.gov/xp/cgov/trade/trade_outreach/advance_info/.
7.3 10+2 Initiative
Op 26 januari 2010 zijn de Importer Security Filing and Additional
Carrier Requirements, gekend onder de benaming ‘10+2 Initiative’,
in werking getreden.
Via het ‘Automated Manifest System’ (AMS) of de ‘Automated Broker Interface’ (ABI) moeten de vervoerder en de importeur voor
aankomst van het schip elektronisch bijkomende veiligheidsinformatie aan de Amerikaanse douanediensten (CBP) bezorgen. Dit
geldt enkel voor invoer via oceaanschepen.
Deze informatieverplichting (Importer Security Filing; ISF) moet
24 uur voor lading vervuld worden. Het gaat om 10 verschillende
gegevens (o.m. gegevens verkoper, gegevens koper, importeursnummer, gegevens fabrikant, gegevens schip, oorsprong, goederencode, B/L-nummer enz.). Wanneer binnen minder dan 24 uur de
informatie verzonden wordt, moeten nog twee bijkomende gegevens meegedeeld worden. Vandaar ook het ‘10+2 Initiative’.
Meer informatie is terug te vinden op: http://www.cbp.gov/xp/cgov/
trade/cargo_security/carriers/security_filing/.
(7)
Voor luchtvracht moet echter vooral rekening worden gehouden met de
Richtlijn 300/2008 in combinatie met uitvoeringsrichtlijn 185/2010 van de
Europese Unie die op 29 april 2013 volledig van kracht worden. Deze Richtlijn introduceert het statuut van bekende of vaste afzender (known consignor) voor bedrijven die strikte procedures toepassen bij het klaarmaken van
luchtvracht (screening, beveiliging…). Voor wie niet over dit statuut beschikt
moet de expediteur elke keer een veiligheidscontrole doen (scanning…) en
is de expediteur ook niet erkend, dan is de luchtvaartmaatschappij verplicht
om de controle uit te voeren. Of (en zo ja, hoeveel) dat de afhandeling van
uw luchtvracht zal vertragen, is voorlopig niet te voorspellen maar dat het
extra kosten meebrengt staat nu al vast.
Invoerformaliteiten en -documenten
Om deze informatie door te kunnen geven, is een registratie als
EDI-gebruiker verplicht. Zonder deze registratie kan niet op de
betreffende pagina van het CBP ingelogd worden (http://www.cbp.
gov/xp/cgov/trade/automated/modernization/ace_app_info/).
7.4 Container Security Initiative (CSI)
Het Container Security Initiative (CSI) wil containers die mogelijk
een terreurrisico inhouden in het land van vertrek laten screenen. Een algemene verplichting om alle containers met bestemming VS voor vertrek te onderzoeken zou tegen 2012 operationeel
moeten zijn, maar die datum werd intussen verschoven naar 2014.
Voor luchtvracht die aan boord van een passagiersvliegtuig naar de
Verenigde Staten gaat is er wel al een algemene screeningsplicht
sedert augustus 2010.
7.5 Bioterrorism Act (BTA)
De invoer van levensmiddelen (voor zowel mens als dier) in de
VS is aan een hele reeks voorschriften onderworpen, maar de
voornaamste maatregel is de Public Health Security and Bioterrorism Preparedness and Response Act of 2002, beter gekend
als de Bioterrorism Act of 2002. Deze wetgeving wil de voedselketen tegen terroristische aanslagen en daardoor gecreëerde
besmetting beschermen. De twee belangrijkste verplichtingen
die de Bioterrorism Act oplegt zijn:
d
e voorafgaande kennisgeving (‘prior notice’) aan het CBP
(bij het ‘first port of arrival’) en de FDA van iedere voorgenomen invoer van levensmiddelen. Dit zorgt voor een betere
inschatting van potentiële risicovracht. Deze kennisgeving
moet minstens 2 uur (wegvervoer), 4 uur (luchtvervoer) of
8 uur (zeevervoer) voor aankomst gedaan worden met een
33
34
Verenigde staten
maximum van tien dagen. Deze kennisgeving gebeurt via de
Automated Broker Interface (ABI), via het Automated Commercial System (ACS; enkel na registratie als EDI gebruiker),
of via het FDA’s Prior Notice System Interface (PNSI; https://
www.access.fda.gov/);
d
e voorafgaande registratieplicht van buitenlandse productie-, verpakkings- en opslagbedrijven van voedingswaren
voor menselijke consumptie bij de FDA en de aanstelling van
een ‘U.S. registered agent’ als aanspreekpunt voor de Amerikaanse overheid.
Voedingswaren die onder de bevoegdheid van het USDA vallen,
waaronder vlees, gevogelte en eiproducten, vallen niet onder
deze verplichting.
Praktische informatie is terug te vinden op http://www.fda.gov/
Food/InternationalActivities/default.htm of op http://www.cbp.
gov/xp/cgov/trade/trade_programs/is_initiatives/bioterrorism/bioterrorism_act.xml.
Verder is eveneens de Food Safety Modernization Act uit 2010
van toepassing op levensmiddelen (zie onder punt 2.4 op p.65).
7.6 Secure Freight Initiative (SFI)
Het U.S. Department of Homeland Security rust buitenlandse
havens uit met apparatuur (‘radiation portal monitors’) die
nucleair en radiologisch risicovolle vracht kan opsporen. Port
Qasim (Pakistan), Puerto Cortes (Honduras), Southampton (Verenigd Koninkrijk), Port Salalah (Oman), Singapore en Busan
(Zuid-Korea) zijn al in meerdere of mindere mate uitgerust voor
deze risicocontrole.
Meer informatie: http://www.dhs.gov/secure-freight-initiative.
Invoerformaliteiten en -documenten
8. Invoerrechten
Wanneer goederen de VS binnengebracht worden, worden deze
ingedeeld volgens de Harmonized Tariff Schedule of the United
States (HTSUS). Deze classificatie valt volgens de Customs Modernization Act (1993) onder de verantwoordelijkheid van de ‘importer
of record’ maar het is mogelijk om aan de douane een bindende
tariefinlichting (‘binding administrative ruling’) te vragen. De wettelijke regels voor de bepaling van de invoertarieven in de VS zitten
vervat in titel 19 van de U.S.C., evenals in 19 CFR 152.11.
De HTSUS volgt de nomenclatuur van het Geharmoniseerd Systeem opgesteld door de Werelddouaneorganisatie. Je kan de
eerste 6 cijfers van de Europese Gecombineerde Nomenclatuur
(8 cijfers) of TARIC (10 cijfers) dus ook gebruiken bij uitvoer naar
de VS aangezien deze eerste 6 cijfers (de HS-code – Geharmoniseerd Systeem/Harmonised System) binnen de Werelddouaneorganisatie voor alle aangesloten landen geharmoniseerd zijn
(http://www.wcoomd.org/en/topics/nomenclature/instrumentand-tools/hs-online.aspx) ook al bestaat er tussen de verschillende landen soms discussie over de precieze indeling van een
bepaald product.
Deze HS-code vormt echter, zowel voor de Europese GN en
TARIC als voor de Amerikaanse HTS (Harmonized Tariff Schedule) code (http://www.usitc.gov/tata/hts/bychapter/), slechts
een deel van de totale code. Enkel de eerste 6 cijfers dus. Net
zoals de EU hanteren de VS namelijk met het oog op het vaststellen van de verschuldigde invoerrechten en handelspolitieke
maatregelen bijkomende indelingen waardoor de totale code tot
10 (of 8) cijfers oploopt.
35
36
Verenigde staten
Omdat de handelspolitieke belangen van de USA (welke sectoren afschermen, welke promoten) op een andere wijze worden
geformuleerd dan die van de Europese Unie, is het dus mogelijk dat bepaalde 8(GN)- of 10(TARIC)-cijfercodes van de EU in de
USA geen equivalent in HTS vinden en andersom en zodat je, met
dezelfde 6 eerste cijfers, op de factuur misschien twee codes
moet vermelden;
e
en eerste (GN) voor gebruik van de factuur in het kader van
de uitvoeraangifte en
e
en tweede (HTS) voor gebruik van diezelfde factuur in het
kader van de invoeraangifte in de USA.
De verantwoordelijke autoriteit voor deze tariefcodes is de U.S.
International Trade Commission. Op http://www.usitc.gov/tata/
hts/bychapter/ kan men nagaan welke HTS-code aan zijn producten beantwoorden (dat kan ook via de Market Access Database).
United States International Trade Commission
500 E Street
SW Washington, DC 20436
T +1 202 205 2000
http://www.usitc.gov/
Bijzonder is dat de invoerrechten berekend worden op de FOBwaarde van de goederen op het moment van binnenkomst en
niet op de CIF-waarde zoals in de meeste landen (zie hoger).
Het gaat in het merendeel van de gevallen om ad valorem-rechten. Dit betekent dat voor de berekening van de invoerrechten
het percentage, zoals voorgeschreven in het tariefschema, niet
afhankelijk gesteld wordt van het gewicht of de hoeveelheid van
de zending maar van de waarde.
Invoerformaliteiten en -documenten
Daarnaast heeft de VS ook een aantal specifieke tarieven waarbij
het recht afhankelijk gemaakt wordt van het gewicht of de hoeveelheid van de zending, ongeacht de waarde van de goederen en
een aantal gecombineerde tarieven. 100% van de tarieflijnen is
‘gebonden’ dus in overeenstemming met de afspraken, gemaakt
met de Wereldhandelsorganisatie.
Voor Europese bedrijven die op zoek zijn naar het toepasselijke
douanerecht is het eenvoudiger om de Market Access Database van de Europese Commissie te consulteren (http://madb.
europa.eu/madb/indexPubli.htm). Voor de invoerrechten, ga
naar ‘Tariffs’
S
electeer ‘United States’;
V
oer vervolgens de eerste 4 of 6 cijfers van het douanetarief
in en door de zoekfunctie aan te klikken, verschijnen (na een
copyright notice) de gevraagde invoerrechten; onder de hoofding ‘MFN’ (Most Favoured Nation) vindt u het conventionele
(MFN-) tarief dat voor goederen uit de lidstaten van de WTO
van toepassing is; onder ‘GEN’ (general) gaat het autonome
(hogere) tarief;
Als u vervolgens de (Amerikaanse) tariefcode van het product
aanklikt, krijgt u de informatie over de bijkomende rechten
waaronder sales tax, havenvergoedingen, enz.
Aangezien de Market Access Database enkel via een Europese
server kan worden geconsulteerd en uitsluitend het MFN-tarief
of het GEN-tarief meedeelt, is het aangewezen om het Amerikaanse tarief rechtstreeks te consulteren wanneer goederen die
geen EU-oorsprong hebben, aan de VS worden verkocht. In toepassing van de vrijhandelsakkoorden die de VS heeft afgesloten
kan bij invoer uit sommige andere landen op overlegging van het
37
38
Verenigde staten
vereiste certificaat van oorsprong en een bewijs van rechtstreeks
vervoer (vrachtbrief) namelijk wel tariefverlaging bekomen worden. Goederen met oorsprong ‘Europese Unie’ genieten niet van
deze mogelijkheid, ook al lopen momenteel besprekingen voor
een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS (zie http://trade.
ec.europa.eu/doclib/docs/2012/november/tradoc_150129.pdf).
Het globaal gemiddelde MFN-tarief bij invoer in de VS bedroeg in
2011 3,5%. Voor landbouwgoederen liggen de gemiddelde tarieven (4,9%) boven de tarieven voor industriële goederen (3,3%).
Verder telt het Amerikaanse tarief weinig pieken: zo’n 2,9% van de
tarieflijnen voor landbouwgoederen en zo’n 1,9% voor industriële
goederen is onderworpen aan een invoerpercentage boven 15%(8).
Tariefpieken heeft de VS voornamelijk voor goederen die onder
tariefquota vallen (zie verder p.40-41). Het gaat onder meer om
landbouwgoederen (met als belangrijkste voorbeeld suiker, maar
ook bakkerijproducten, fruit en noten) en textiel, kledij en schoeisel.
Meer over de Amerikaanse invoerrechten is terug te vinden op de
website van de CBP: http://www.cbp.gov/linkhandler/cgov/trade/
legal/informed_compliance_pubs/icp017r2.ctt/icp017r2.pdf.
9. Bijkomende heffingen
9.1. Douanekosten
De CBP heft op elke invoeraangifte een Merchandise Processing
Fee (MPF). Voor goederen met een waarde boven 2.500 USD ligt
de MPF op 0.3464% met een minimum van 25 USD en een maximum van 485 USD. Voor een ‘informal entry’ beneden 2.500 USD
ligt deze MPF tussen 5 en 9 USD.
WTO, United States Tariff Profile 2012, http://stat.wto.org/TariffProfile/
WSDBTariffPFView.aspx?Language=E&Country=US.
(8)
Invoerformaliteiten en -documenten
Verder wordt op commerciële zeevracht een Harbour Maintenance Tax geheven van 0,125%.
Ingevolge de Agriculture, Conservation and Trade (FACT) Act
van 1990 wordt voor landbouwgoederen die een bijkomende
inspectie moeten ondergaan of die onder quarantainemaatregelen vallen, een bijkomende heffing opgelegd: de Agricultural
Quarantine and Inspection Fee (AQI). De hoogte van deze heffing
verschilt naargelang de gekozen transportmodus.
9.2. Sales tax
De Verenigde Staten kennen geen btw-systeem zoals dit in de EU
bestaat. Wel kennen de VS een verbruikstaks (Sales Tax). Deze
taks wordt enkel aan het einde van de verkoopsketen geheven en
is verschuldigd door de eindgebruiker (meestal de consument).
Op het niveau van de import is van deze taks, in tegenstelling tot
de invoer-btw in de Europese Unie, niet verschuldigd(9).
9.3. Accijnzen
Meer dan 100 verschillende accijnzen worden geheven door de
federale overheid. Daarnaast hebben ook de staten en lokale
overheden de bevoegdheid om accijnzen op te leggen. Het gaat
om de gebruikelijke accijnsproducten: brandstof, tabakswaren, alcoholhoudende drank en transport. In de eerste plaats
valt deze materie onder de bevoegdheid van de Internal Revenue Service. Daarnaast zijn ook de CBP, het TTB (Alcohol and
Tobacco Tax and Trade Bureau) en het ATF (Bureau of Alcohol,
Tobacco, Firearms and Explosives) bevoegd.
Dit verklaart ook waarom het verschil tussen leveringen DDU/DAP enerzijds en DDP anderzijds in de VS minder scherp wordt aangevoeld dan in
de Europese Unie.
(9)
39
40
Verenigde staten
Meer info: http://www.irs.gov/publications/p510/index.html;
http://www.irs.gov/Businesses/Small-Businesses-&-SelfEmployed/Excise-Tax.
9.4. Antidumpingrechten, compenserende rechten en subsidies
De Verenigde Staten voeren een actief antidumpingbeleid. Bij
de redactie van dit document werden 237 verschillende producten getroffen. Meestal zijn Aziatische producten het voorwerp
van de maatregel, met als absolute koploper China, maar ook
EU-lidstaten zijn goed voor zo’n 10% van de maatregelen. Zo is
tegen België een maatregel genomen tegen opgerolde roestvrij
stalen platen(10).
Ook wat compenserende maatregelen en subsidies betreft,
voeren de VS een groot aantal onderzoeken. De meeste zijn
opnieuw gericht tegen Aziatische exporteurs(11).
De onderzoeksbevoegdheid naar mogelijke nieuwe antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen ligt bij de
United States International Trade Commission (USITC). Op de
website http://www.usitc.gov/trade_remedy/731_ad_701_cvd/
investigations/active/index.htm staat een overzicht van de
lopende onderzoeken.
9.5. Tariefcontingenten
De VS heeft enkele tariefcontingenten ingesteld. Dit zijn tijdelijke
verlagingen van de normaal verschuldigde invoerrechten. Tot
WTO, Committee on Anti-Dumping Practices, Semi-Annual Report under Article 16.4 of the Agreement: United States,
G/ADP/N/230/USA, 27 augustus 2012.
(10)
WTO, Committee on Subsidies and Countervailing Measures, Semi-Annual Report under Article 25.11 of the Agreement: United States,
G/SCM/N/242/USA, 31 augustus 2012.
(11)
Invoerformaliteiten en -documenten
een bepaald volume kunnen goederen dan tegen een verminderd tarief of zelfs onder vrijstelling van invoerrechten ingevoerd
worden. Eenmaal het contingent uitgeput, gelden de gewone
invoerrechten zoals vermeld in de HTSUS.
Momenteel gelden tariefcontingenten voor ongeveer 200 tarieflijnen. Het gaat meer bepaald om rundvlees, zuivel, suiker, katoen,
tabak, noten, ansjovis, borstels, kamgaren, olijven en tonijn.
De bevoegde autoriteit is het Department of Commerce. Vaak
gelden absolute quota voor textiel, maar momenteel werd geen
enkele maatregel ingesteld door OTEXA (Office of Textiles and
Apparel binnen het Department of Commerce).
Voor suiker loopt een bijzonder U.S. Sugar Program bij het USDA:
http://www.fas.usda.gov/info/factsheets/sugar.asp.
10. Vrijhandelszones
In toepassing van de Foreign Trade Zones Act van 1934 werd een
aantal vrijhandelszones opgericht. Goederen kunnen in deze
zones worden ingevoerd vrij van invoerrechten, andere taksen of onder borgstelling totdat zij deze zone opnieuw verlaten.
Momenteel telt de VS zo’n 260 zones welke allemaal dicht bij een
CBP-kantoor gevestigd zijn. Een voorafgaande toestemming van
het FTZ Board is vereist.
Department of Commerce, Foreign Trade Zones Board
1401 Constitution Avenue
NW Washington, DC 20230
T +1 202 482 2862
F +1 202 482 0002
http://ia.ita.doc.gov/ftzpage/
41
42
Verenigde staten
11. Tijdelijke invoer – promotiemateriaal en stalen
Goederen bestemd voor internationale tentoonstellingen en
beurzen kunnen vrij van invoerrechten of taksen de Verenigde
Staten ingevoerd worden wanneer deze goederen binnen 12
maanden het land – in ongewijzigde staat – opnieuw verlaten.
Om deze vrijstelling te kunnen genieten moet bij aankomst wel
een borg tot zekerheid van de eventueel verschuldigde rechten
bij de douane gesteld worden.
De VS is echter toegetreden tot de ATA-conventie (Customs Convention on the ATA Carnet for the Temporary Admission of Goods
h t t p : // w w w . c u s t o m s . g o . t h / w p s / w c m /
connec t /custen /tr ader s+and+business /
specific+customs+procedures/ata+carnet/atacarnet) en daardoor
kan bij tijdelijke invoer eveneens gebruik gemaakt worden van het
ATA-carnet. Met het ATA-carnet vermijdt men een aantal grensformaliteiten en bovendien is geen borgstelling nodig.
Carnets kunnen in de VS gebruikt worden voor:
B
eroepsmateriaal (bijv. voor pers, film, radio, technische
installaties, reparatiemateriaal, enz.);
H
andelsmonsters (met uitzondering van bederfbare goederen of verbruiksartikelen).
Het ATA-carnet kan in tegenstelling tot in België in de VS niet
gebruikt worden voor tentoonstellingsmateriaal. De carnets
kunnen ook niet worden gebruikt voor goederen die niet per-
Invoerformaliteiten en -documenten
soonlijk in het bezit blijven van de buitenlandse eigenaar. De
goederen mogen met andere woorden niet worden uitgeleend,
verhuurd of tegen betaling worden gebruikt door iemand anders
dan de houder van het carnet.
Carnets zullen door alle douanekantoren in de VS (CBP) tijdens
officiële kantooruren worden behandeld. De carnets worden
best ingevuld in het Engels. Bij gebruik van een andere taal kan
de douane een vertaling eisen. De maximale looptijd van het carnet bedraagt 12 maanden.
Het carnet is in België te bekomen bij de Kamer van Koophandel
van de zetel van de firma. De Kamer stelt zich in plaats van de
betrokken onderneming borg voor de douaneschulden die in de
VS zouden kunnen voortkomen uit onregelmatig gebruik van het
carnet, bijvoorbeeld als de goederen niet binnen de gestelde termijn – in hun oorspronkelijke vorm – worden wederuitgevoerd.
Bovendien worden de formaliteiten bij aangifte aan de grens
herleid tot het louter voorleggen van het ATA-carnet.
Het ATA-carnet kan concreet voor verschillende transacties
gebruikt worden:
de tijdelijke uitvoer van goederen uit de Europese Unie en, na
afloop van de werkzaamheden, de wederinvoer zonder betaling van invoerrechten en/of invoer-BTW;
de doorvoer over het grondgebied van een derde land of naar
een kantoor waarlangs de goederen het gebied terug verlaten zonder doorvoervergunningen en/of borgstellingen;
de tijdelijke invoer in de VS zonder betaling van invoerrechten
en/of BTW en de wederuitvoer.
43
44
Verenigde staten
Meer algemene informatie over het carnet kan teruggevonden
worden op de website van de internationale Kamer van Koophandel (ICC): http://www.iccwbo.org/ata/id36365/index.html en
op de website van de Belgische Federatie van Kamers van Koophandel (http://www.belgischekamers.be/nl/exportdocumenten/
atacarnets_17.aspx).
De verantwoordelijke instantie in de VS voor deze carnets is het
U.S. Council for International Business (USCIB)
United States Council for International Business
1212 Avenue of the Americas
New York, NY 10036
T +1 212 703 5080
F +1 212 944 0012
[email protected]
http://www.uscib.org/index.asp?documentID=718
De VS is, net als België, toegetreden tot de International Convention to Facilitate the Importation of Commercial Samples and
Advertising Material. Promotiemateriaal en monsters kunnen
dan ook belastingvrij in het land ingevoerd worden. Meer informatie over de invoer van promotiemateriaal is terug te vinden op
de website van de CBP: http://www.cbp.gov/linkhandler/cgov/
trade/legal/informed_compliance_pubs/icp066.ctt/icp066.pdf.
Invoerformaliteiten en -documenten
45
Documenten bij invoer
in de Verenigde Staten
48
Verenigde staten
Net als voor het opzoeken van invoerrechten, kan voor informatie over de documenten bij invoer in de VS worden verwezen
naar de Market Access Database (http://madb.europa.eu/madb/
indexPubli.htm).
Ga naar ‘Procedures and Formalities’
S
electeer ‘United States’;
V
oer vervolgens de eerste 4 of 6 cijfers van het douanetarief
in en door de zoekfunctie aan te klikken, verschijnen (na een
copyright notice) de gevraagde documenten en andere procedurele aspecten die vervuld moeten worden om succesvol in
te kunnen voeren.
1. H andelsfactuur
De exportfactuur is het basisdocument voor de uitvoeraangifte
(uit de EU) en de invoeraangifte (in de Verenigde Staten). Zij
bezorgt de douane en alle andere partijen die bij de douaneformaliteiten betrokken zijn (zoals de douaneagent) de elementen
voor het vaststellen van het goederentarief, voor het bepalen van
de douanewaarde, voor de toepassing van de handelspolitieke
maatregelen (vergunningen, contingenten ...) en voor het verzamelen van de statistische informatie.
Daarom is het belangrijk dat de exportfactuur niet alleen aan de
voorschriften die gelden in het land van de exporteur voldoen
– in België moet zij als uitgaande factuur kunnen worden verwerkt – maar in de mate van het mogelijke ook alle gegevens
bevat die de importeur (of zijn douane-agent) nodig heeft om de
invoeraangifte in de VS te kunnen invullen.
Invoerformaliteiten en -documenten
De factuur wordt, om in de VS als document ter ondersteuning
van de invoeraangifte te kunnen worden gebruikt, best minstens
in vier exemplaren (één origineel met de vermelding ‘Original
Invoice’ en drie duplicaten) en in het Engels opgemaakt. Als de
factuur niet in het Engels is opgesteld, kan de douane een officiële vertaling vragen.
Origineel en duplicaten worden best ondertekend. Als de factuur meerdere pagina’s beslaat moet in principe alleen de
laatste pagina ondertekend worden. De pagina’s worden dan
best genummerd worden. Het factuurmodel zelf (layout, …) is
vrij. Naam en functie van de persoon die de factuur ondertekent (d.w.z. zijn inhoud ‘waarmerkt’) wordt best bij de handtekening vermeld. Als een expediteur of rederij de documenten
opstelt, moet worden vermeld dat de ondertekening geschiedt in
opdracht van de exporteur en in welke hoedanigheid de ondertekenaar dit doet.
Voor elke zending moet een aparte factuur opgemaakt worden. De
factuur moet voorts de algemene gegevens bevatten zoals vermeld in
titel 19 CFR en meer bepaalt §141.86 ‘Entry of Merchandise - Invoices’.
Deze verplichte vermeldingen zijn: plaats en datum van uitgifte;
factuurnummer, naam en adres van koper (en eventuele consignee) en verkoper (en eventuele consignor); gedetailleerde goederenomschrijving (incl. kwaliteit en merken, (serie)nummers
en symbolen, HS-nummer); merken en aantal colli; hoeveelheden in maten en gewichten; eenheidsprijs in de overeengekomen
valuta; vracht- en verzekeringskosten, commissie, verpakkingskosten en kosten voor het binnenbrengen van de vracht, gerekend vanaf inlading in de (lucht)haven in het land van herkomst
tot en met lossing in de eerste (lucht)haven van binnenkomst in
de VS; (lucht)haven van herkomst en bestemming van de goederen; gebruikte verpakkingsmiddelen (kisten en containers); kor-
49
50
Verenigde staten
tingen, restituties en subsidies; land van oorsprong; alle voor de
productie van de goederen aangewende producten en diensten,
die niet zijn inbegrepen in de factuurprijs; leverings- en betalingsvoorwaarden, eenheidsprijzen en totalen, enz.
Voor een aantal goederen zijn bijkomende vermeldingen verplicht (§141.89) over bijvoorbeeld soort, kwaliteit en samenstelling. Dit geldt onder andere voor tabak, graan, vis, bont, textiel,
schoeisel, houtpulp, papier, drukwerk, werken van hout, werken
van rubber, kunststoffen halffabrikaten, plastic zakken, binnenen buitenbanden, films, metaalerts, werken van ijzer en staal,
machines en onderdelen hiervoor, kralen, glaswerk, keramiek
en aardewerk, chemicaliën, kleur- en verfstoffen en horloges.
Verder wordt bij uitvoer naar de Verenigde Staten aangeraden
de volgende vermelding in de factuur op te nemen: ‘Transaction
between not related parties’. Deze formule kan eventuele vermoedens van transfer pricing helpen ontkrachten.
De mogelijkheid bestaat om de gegevens op de handelsfactuur elektronisch te verzenden. Hiertoe is de Automated Invoice
Interface (AII) in werking gesteld welke kan aangewend worden
door alle EDI-gebruikers.
Wanneer de factuur op het moment van aangifte nog niet
beschikbaar is, kan een vereenvoudigd document de eigenlijke
handelsfactuur vooraf gaan. Dan moet evenwel een pro-formafactuur bijgevoegd worden (zie volgende paragraaf). Wanneer de
eigenlijke factuur op een later tijdstip afgegeven moet worden,
kan door de douane een borgstelling gevraagd worden.
Invoerformaliteiten en -documenten
Onderstaand model van douanefactuur kan eventueel als uitgangspunt genomen worden:
51
52
Verenigde staten
2. Pro-formafactuur
Als bij inklaring geen handelsfactuur kan worden voorgelegd,
moet de invoerder een verklaring in de vorm van een factuur
(pro forma invoice) indienen. Hierbij moet de importeur een
borg stellen totdat de definitieve factuur ten laatste 120 dagen
na inklaring wordt overgelegd. Als de factuur voor statistische
doeleinden vereist is, moet die binnen 50 dagen na de voorlopige
aangifte worden voorgelegd. Deze pro-formafactuur wordt dus
door de klant opgesteld, maar geeft zijn leverancier wel een aanduiding aangaande de voor inklaring vereiste gegevens.
De pro-formafactuur moet eveneens in het Engels opgesteld worden en moet de nodige gegevens voor de bepaling
van de douanewaarde, het invoertarief en de aangifte bevatten
(19CFR§141.85). Verder gelden geen bijzondere vormvereisten.
Daarnaast wordt een pro-formafactuur ook vaak gevraagd voor
de financiering (opening L/C), voor de aanvraag van een invoervergunning of wanneer een voorschot of voorafbetaling wordt
gevraagd. Vaak geldt zij als orderconfirmatie en zij wordt doorgaans, zoals de factuur, ondertekend en van een firmazegel
voorzien. Ook bij tijdelijke invoer en leveringen zonder betaling
wordt dit soort factuur gebruikt.
3. P aklijst
Een paklijst is een gedetailleerde lijst van de verscheepte goederen met o.m. de hoeveelheden, het aantal eenheden, afmetingen, bruto- en nettogewicht. Een paklijst vereenvoudigt de
douaneverificatie en – tenzij uiteraard bij bulkleveringen – is
Invoerformaliteiten en -documenten
het daarom aangewezen steeds een paklijst op te maken die de
inhoud van ieder collo beschrijft. Voor colli/containers(12) met
dezelfde inhoud volstaat één beschrijving op de paklijst.
De paklijst wordt best in drievoud in het Engels opgesteld (het
origineel mag in een andere taal worden opgesteld, maar dan
kan een legalisatie van de vertaling gevraagd worden).
Vermeldingen (volg instructies klant): per collo merken, nummers, netto- en brutogewicht, de uitwendige afmetingen en de
inhoud. De gegevens op de paklijst moeten exact overeenkomen
met die van de vrachtbrief.
De paklijst is niet aan bijzondere vormvereisten of legalisatie
onderworpen.
4. C ertificaat van oorsprong
De EU en de VS sloten nog geen vrijhandelsakkoord. Hoewel er
meer en meer stemmen opgaan om de vrijhandelsgesprekken
aan te gaan en alvast een eerste ontmoeting tussen beide grootmachten gepland staat in het voorjaar van 2013 is het moeilijk te
zeggen welke de uitkomst van deze gesprekken zal zijn. Er lijkt
alleszins hernieuwde ambitie om de handel tussen beide economieën verder te bevorderen.
Tot dusver kunnen goederen met oorsprong ‘EU’ bij invoer in de
VS dus niet van een bijzonder preferentieel tarief genieten maar
zowel de EU als de VS zijn lid van de WTO. In dat opzicht kunnen
goederen met EU-oorsprong wel genieten van het Most Favoured Nation-tarief.
(12)
Let echter op, wanneer een container als één collo wordt omschreven,
kan dat grote gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van de (zee)
vervoerder.
53
54
Verenigde staten
Indien u goederen vervoert die wel de oorsprong hebben van een
land welke een overeenkomst sloot met de VS, kan een bewijs
van oorsprong afgeleverd worden volgens de procedure zoals
bepaald in de vrijhandelsovereenkomst.
Het certificaat van oorsprong tot bewijs van de niet-preferentiële
oorsprong, een economisch certificaat, zoals gebruikt bij goederen die aan handelspolitieke maatregelen onderworpen zijn
(antidumpingrechten, quota, handelsembargo’s...), moet hiervan
onderscheiden worden. Wanneer de importeur of bank hierom
vraagt (bvb. met het oog op wederuitvoer, om commerciële redenen…), kan dit certificaat aangevraagd worden bij de Kamer van
Koophandel van de exporteur (behalve indien de importeur u een
bijzonder model voorlegt). De datum van dit certificaat mag niet
later zijn dan de datum van de B/L.
5. Oorsprongsmarkering
Terwijl de EU (nog) niet over een echte reglementering met
betrekking tot de oorsprongsaanduiding van invoergoederen
beschikt, bestaat deze voor de VS uit meer dan 180 gedetailleerde artikelen. Volgens 19CFR§102 (oorsprongsregels) en
§134 (oorsprongsaanduiding) moet de buitenlandse fabrikant
duidelijk de oorsprong van de goederen vermelden op de goederen of de verpakking. Slechts een zeer beperkt aantal goederen
is hiervan vrijgesteld.
De oorsprongsaanduiding moet in het Engels, duidelijk leesbaar,
onuitwisbaar en permanent vermeld worden. De aanduidingen
‘EC’/’EU’ of ‘European Community’/’European Union’ wordt door
de Amerikaanse autoriteiten niet erkend. Het specifieke land van
Invoerformaliteiten en -documenten
oorsprong moet dus genoemd worden, eventueel gevolgd door
de term European Community/Union tussen haakjes: ‘made in
Belgium (European Community/Union)’.
Het land van oorsprong is het gebied waar de goederen zijn
geproduceerd of waar de laatste belangrijke bewerking heeft
plaatsgevonden.
De oorsprongsmarkering kan worden gerealiseerd door middel
van drukken, stempelen, brandmerken, etiketteren, graveren, al
naar gelang de aard van het product. De oorsprongsaanduiding
moet goed leesbaar zijn en worden aangebracht op een voor de
laatste afnemer of gebruiker (meestal de consument) gemakkelijk waarneembare plaats. Het is mogelijk dat de Amerikaanse
invoerder de oorsprongsmarkering na de invoer aanbrengt, bv.
aan de hand van een ‘sticker’.
Voor sommige producten gelden bijzondere regels, bepaalde producten mogen via de verpakking worden gelabeld, enkele zijn vrijgesteld waaronder goederen bestemd voor eigen gebruik door de
importeur, goederen die door de importeur verder bewerkt worden, goederen waarvan de laatste afnemer in de VS noodzakelijkerwijs het land van oorsprong moet kennen ook al zijn de artikelen zelf of hun verpakking niet als zodanig gemarkeerd.
Meer informatie met betrekking tot de voorschriften kan ingeladen worden op: http://www.cbp.gov/xp/cgov/trade/trade_programs/international_agreements/free_trade/nafta/co_of_origin_marking/.
55
56
Verenigde staten
6. Vrachtbrief
Bij inklaring moet de vrachtbrief (B/L voor zeevervoer) aan de
douane worden voorgelegd. Deze vrachtbrief bevat de gegevens
van het internationaal transport van de zeevracht. Er zijn geen
bijzondere vormvereisten.
In plaats van de Ocean B/L kunnen ook een Seawaybill, Express
B/L, of ander soortgelijk document worden gebruikt maar deze
documenten hebben, zoals de AWB voor luchtvervoer, niet het
karakter van ‘goederentitel’. Zij kunnen dus niet door endossering worden overgedragen en maken het mogelijk dat de koper,
zonder in het bezit te zijn van zijn origineel exemplaar van de
vrachtbrief, in het bezit van de goederen treedt. Dat kan een
voordeel zijn (bvb. geen ‘detention’ bij vertraging in de verzending van de documenten), maar ook een nadeel (bvb. bij documentaire incasso’s).
Een orderconnossement is toegestaan als op de B/L een notifyadres is vermeld. Vraag aan de scheepvaartlijn instructies voor
een correcte endossering van de B/L!
Connossementen (bills of lading) worden bij voorkeur in het
Engels opgesteld maar hoeven niet te worden gelegaliseerd.
Als het om gevaarlijke goederen gaat, moet een ‘Declaration for
Dangerous Goods Shipped via Sea Freight’ de zending vergezellen.
Invoerformaliteiten en -documenten
7. Legalisatie
De Verenigde Staten passen
sinds 15 oktober 1981 het
Verdrag tot afschaffing van
de vereiste van legalisatie
van buitenlandse openbare
akte (Den Haag, 05/10/1961;
Wet van 5 juni 1975, B.S. 7
februari 1976 – Apostilleverdrag) toe.
Hierdoor hoeven bepaalde documenten in principe niet meer
consulair gelegaliseerd te worden, maar volstaat het om bij de
FOD Buitenlandse Zaken (http://diplomatie.belgium.be/nl/Diensten/
legalisatie_van_documenten/) een apostille aan te vragen.
FOD Buitenlandse Zaken, Dienst Legalisatie
Karmelietenstraat 27
1000 Brussel
http://diplomatie.belgium.be/nl/Diensten/
legalisatie_van_documenten/
Meer informatie is eveneens te verkrijgen bij de Consulaire afdeling
van de Amerikaanse Ambassade in Brussel.
Amerikaanse Ambassade (Consulaire afdeling)
Regentstraat 25
1000 Brussel
T +32 2 811 4000
F +32 2 811 4546
http://belgium.usembassy.gov/
57
Productcertificaten
60
Verenigde staten
1. Normalisatie en certificering
Bij invoer van goederen in de VS kan men
geconfronteerd worden met technische
voorschriften en normen welke vaak
verschillen van wat in de EU gangbaar
is. De Amerikaanse normen worden opgesteld door het National
Institute of Standards and Technology (NIST; http://www.nist.gov/)
binnen het U.S. Department of Commerce. Deze normen vinden
hun grondslag in de Trade Agreements Act of 1979 (19 USC 13 Subchapter II ‘Technical Barriers to Trade (Standards)’).
Daarnaast heeft het American National Standards Institute
(ANSI; http://www.ansi.org/), een non-profitorganisatie, het
U.S. Standards and Conformity Assessment System uitgewerkt.
Dit is een vrijwillig programma waar zowel de publieke als de
private sector aan meewerken. Het Instituut heeft de American
National Standards (ANS) uitgewerkt en werkt ook samen met
het ISO en IEC.
Wie op zoek is naar Amerikaanse normen voor een bepaald product of een bepaalde sector, kan terecht op de zoekrobot NSSN
(http://www.nssn.org/).
Voor enkele sectoren hebben de EU en de Verenigde Staten niettemin een Mutual Recognition Agreement for Standards gesloten(13).
Deze overeenkomst zorgt ervoor dat de conformiteitsbeoordeling van de bevoegde agentschappen in het land van herkomst bij
invoer door de douane erkend worden. De overeenkomst omvat de
normen voor telecom-apparatuur, EMC-richtlijnen, de elektrische
veiligheid van geïmporteerde goederen, plezierboten, Good Manufacturing Practices voor de farmindustrie en medische appara Besluit 1999/78/EG van de Raad van 22 juni 1998 tot sluiting van een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, PB L 31, 4.02.1999, p.1.
(13)
Invoerformaliteiten en -documenten
tuur. Enkel voor de eerste twee categorieën is het akkoord effectief
in werking. Het wordt voor deze goederen veelvuldig gebruikt.
Meer informatie hierover op:
http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/
international-aspects/mutual-recognition-agreement/usa/
index_en.htm (EU),
http://gsi.nist.gov/global/index.cfm/L1-4/L2-16/L3-85 (NIST),
http://www.mac.doc.gov/mra/mra.htm (ITA).
2. Bijzonderheden
Een aantal goederen wordt niet zomaar toegelaten tot het Amerikaanse grondgebied. Hoewel zij niet verboden zijn, moet wel
een invoervergunning, een specifieke toelating of ander document voorgelegd kunnen worden alvorens de douane de goederen kan inklaren.
Een overzicht van de handelsbelemmeringen die Europese
exporteurs ondervinden wanneer ze goederen naar de Verenigde Staten uitvoeren en waarvoor de EU oplossingen zoekt,
is terug te vinden op de website van de Market Access Database:
http://madb.europa.eu/madb/indexPubli.htm. Ga naar ‘Trade
Barriers’ en selecteer ‘United States of America’.
U krijgt een overzicht van de handelsbelemmeringen, evenals een
uitgebreide beschrijving van deze belemmeringen en de acties
die de EU reeds ondernam om deze belemmering op te heffen.
Hierbij volgt een kort overzicht.
61
62
Verenigde staten
2.1. Dieren en dierlijke producten
Bij invoer van dieren en producten van dierlijke oorsprong legt
de Animal Plant Health Inspection Service (APHIS), onderdeel
van het USDA, op dat elke invoerder die deze goederen om commerciële redenen invoert, een vergunning moet voorleggen.
Daarna moet bij de effectieve import nog een verklaring van de
invoer gedaan worden bij hetzelfde agentschap (http://www.
aphis.usda.gov/import_export/index.shtml).
Department of Agriculture, APHIS, Veterinary Services
4700 River Road, Unit 39
Riverdale, MD 20737-1231
T +1 301 734 8145
T +1 301 734 5097
F +1 301 734 4704
http://www.aphis.usda.gov/about_aphis/
programs_offices/veterinary_services/
Daarnaast legt het departement de overlegging van een veterinair certificaat (gezondheidscertificaat) op dat aantoont dat de
ingevoerde dieren en dierlijke producten vrij zijn van ziektes. Dit
certificaat moet in het Engels door de Belgische exporteur aangevraagd worden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen (FAVV; http://www.favv.be/). Eventueel kan
een quarantainecertificaat vereist zijn.
Bijkomende verplichtingen bij het FDA ingevolge de Bioterrorism Act uit 2002 worden verder beschreven op p.33 en p.65).
In het bijzonder voor gevogelte kan nog steeds een invoerverbod
opgelegd worden om het H5N1-virus (vogelgriep) in te dijken.
Voor levende dieren kan bij vrees van besmetting een quarantaine van 30 dagen opgelegd worden.
Invoerformaliteiten en -documenten
2.2. Planten en plantaardige producten
Naar analogie met de situatie voor dieren en dierlijke producten,
legt APHIS bij de invoer van planten en plantaardige producten
een fytosanitair certificaat op dat aantoont dat deze vrij zijn van
ziektes. Ook dit certificaat moet door de Belgische exporteur
aangevraagd worden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV; http://www.favv.be/).
Daarnaast is voor een heel aantal planten een bijkomende
invoervergunning nodig, uitgereikt door APHIS. Dit is o.m. het
geval voor groenten en fruit, hout, katoen, snijbloemen en zaden
(http://w w w.aphis.usda.gov/import_export/plants/plant_
imports/index.shtml). 30 dagen voor verzending moet nog een
afzonderlijke verklaring bij dezelfde instantie gedaan worden.
APHIS, Permit Services
4700 River Road, Unit 136,
Riverdale, MD 20737-1236
T +1 301 851 2046
F +1 301 734 4300
[email protected]
Ingevolge de Plant Quarantine Act (7 USC 151) moeten de meeste
ingevoerde planten en zaden ingeklaard worden via Plant
Inspection Stations van het USDA onder het Plant Protection and
Quarantine (PPQ) programma.
Verder moet voor groenten, fruit en noten nog een inspectiecertificaat van de USDA Food Safety and Inspection Service (http://
www.fsis.usda.gov/) voorgelegd worden.
Tot slot moet nog rekening gehouden worden met de Lacey Act,
het oudste nationaal wildbeschermingsstatuut voor zowel dieren
als planten, welke nu uitgebreid is en gebruikt wordt als belangrijk instrument tegen illegale houtkap.
63
64
Verenigde staten
2.3. CITES
De Convention on the International Trade in
Endangered Species (CITES) is in de VS op 1
juli 1975 in werking getreden op grond van
de U.S. Endangered Species Act van 1973
(ESA). De handel in beschermde dieren en planten is daardoor,
behoudens vergunning, verboden. Deze vergunning kan door
de invoerder aangevraagd worden bij de U.S. Fish and Wildlife
Service (FWS; http://www.fws.gov/endangered/permits/index.
html). Voor zeedieren is dit de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA). Deze vergunning is één jaar geldig
en zal enkel worden uitgereikt als in België een uitvoervergunning werd bekomen van de FOD Volksgezondheid (http://www.
health.belgium.be/eportal/AnimalsandPlants/Endangeredspecies/index.htm).
U.S. Fish and Wildlife Service (FWS)
4401 N. Fairfax Drive,
Arlington, VA 22203
T +1 800 358 2104
T +1 703 358 2093
F +1 703 358 2280
http://www.fws.gov/international/cites/
Op grond van het ESA wordt voor de invoer van bedreigde plantsoorten en voor hout een invoervergunning uitgereikt door
de Permit Unit van het Plant Protection and Quarantine programma. Voor planten is deze vergunning twee jaar geldig, voor
hout drie jaar.
Invoerformaliteiten en -documenten
2.4. Voedingsmiddelen
Naast de vereisten ingevolge de Bioterrorism Act 2002 (zie p.33)
welke stelt dat elke fabrikant van voedingsmiddelen zich bij het
FDA moet registreren en dat alle geïmporteerde voedingsmiddelen vooraf aangemeld moeten worden aan datzelfde FDA,
moet ook voldaan worden aan de bepalingen van de Food Safety
Modernization Act uit 2010 (http://www.fda.gov/food/foodsafety/
fsma/default.htm). Deze bepaalt onder meer dat nog een bijkomende controle en inspectie moet uitgevoerd worden met preventie als voornaamste doel. Zo krijgen importeurs de expliciete
verantwoordelijkheid te controleren of hun buitenlandse leveranciers voldoende controlemechanismen volgen om de veiligheid van hun voedingsproducten te controleren.
Na aanmelding bij de FDA is het dit agentschap dat beslist of
bijkomende informatie over de in te voeren goederen moet toegezonden worden. In dit geval wordt een Notice of FDA Action
verzonden waarin aan de invoerder kenbaar wordt gemaakt dat
bijkomende stappen ondernomen moeten worden.
Food and Drug Administration (FDA)
10903 New Hampshire Avenue
Silver Spring, MD 20993-0002
T +1 888 463 6332
http://www.fda.gov/
Voor melk, zuivel en kaas is dan weer een invoervergunning
nodig ingevolge de Import Milk Act. De invoervergunning is
één jaar geldig en valt onder de bevoegdheid van de Milk Safety
Branch van het FDA (http://www.fda.gov/food/foodsafety/
Product-SpecificInformation/MilkSafety/default.htm).
65
66
Verenigde staten
Verder is een deel van deze producten aan een tariefcontingent
onderworpen. Hiervoor is de Foreign Agricultural Service (FAS)
van het USDA bevoegd.
FAS, Import Policies and Export Reporting Division, Office of Trade Programs
1400 Independence Avenue
SW Washington, DC 20250-1021
T +1 202 720 1344
F +1 202 720 0876
http://www.fas.usda.gov/itp/imports/usdairy.asp
2.5. Consumentengoederen
“Any consumer product offered for importation will be refused
admission and/or seized if the product failed to comply with an
applicable product safety standard or regulation, a specified labeling or certification requirement, or if it is determined to present a
substantial product hazard.” (15 USC 67 §2066)
De Verenigde Staten controleren de veiligheid van consumentengoederen die op de Amerikaanse markt gebracht worden streng.
Goederen die niet aan de Amerikaanse veiligheidsnormen voldoen, kunnen dan ook in beslag genomen en vernietigd worden.
Dit alles ingevolge de Consumer Product Safety Act uit 1972 die
de U.S. Consumer Product Safety Commission in het leven riep.
Deze commissie ziet toe op de veiligheid van de consumentengoederen, doet voorstellen van reglementering en informeert
het publiek via campagnes. Zo’n 200 technische normeringen
werden reeds uitgewerkt. Deze kunnen teruggevonden worden
via de zoekrobot op http://www.cpsc.gov/cgi-bin/regs.aspx.
Invoerformaliteiten en -documenten
U.S. Consumer Product Safety Commission
4330 East West Highway
Bethesda, MD 20814
T +1 301 504 7923
http://www.cpsc.gov/
In 2008 werd de Consumer Product Safety Improvement Act goedgekeurd (http://www.cpsc.gov/en/Regulations-Laws--Standards/
CPSIA/The-Consumer-Product-Safety-Improvement-Act/) welke
de regelgeving voor kledij, schoenen, producten voor de persoonlijke hygiëne, juwelen, meubels, speelgoed, elektronica, boeken
en schoolgerei danig verstrengd heeft. Vaak is de overlegging van
een Certificate of Compliance verplicht voordat de goederen de VS
kunnen worden ingevoerd.
2.6. Medicijnen en cosmetica
Het FDA is niet alleen verantwoordelijk voor het toezicht op de
invoer van voedingswaren maar ook voor de invoer van geneesmiddelen (http://www.fda.gov/Drugs/default.htm). Fabrikanten van geneesmiddelen moeten zich vooraf bij het FDA laten
registreren en de organisatie een lijst bezorgen van de goederen
die zij naar de Amerikaanse markt willen verzenden. Daarnaast
moeten zij ook Good Manufacturing Practices aantonen. Verder
kunnen geneesmiddelen enkel ingevoerd worden na aanduiding
van een Amerikaanse agent.
Voor gereguleerde drugs is dan weer de Drug Enforcement Administration (DEA), afhangende van het Department of Justice,
bevoegd. Deze kunnen enkel na een vergunning ingevoerd worden.
67
68
Verenigde staten
Cosmetica die geïmporteerd worden, moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen als de cosmetica die in de VS geproduceerd
worden. Zij mogen dus geen verboden ingrediënten bevatten
en kleuradditieven moeten bij het FDA aangemeld worden. Het
Office of Cosmetics and Colors van het FDA heeft een Voluntary Cosmetic Registration Program (VCRP) uitgewerkt. Dit
houdt in dat bedrijven zich vrijwillig bij het FDA kunnen registreren en Cosmetic Product Ingredient Statements kunnen verzenden (http://www.fda.gov/Cosmetics/InternationalActivities/
ImportsExports/CosmeticImports/default.htm).
2.7. Alcohol en tabakswaar
Wie alcohol of tabakswaar wil invoeren in de VS moet een vergunning aanvragen bij het Alcohol and Tobacco Tax Trade Bureau
(TTB). Dit kan echter enkel wanneer de invoerder een filiaal of
kantoor in de VS heeft. Er kan eveneens samengewerkt worden
met een reeds vergunde invoerder. Voor de eigenlijke verkoop
van alcohol en tabakswaar moet daarnaast nog een registratie
bekomen worden door de verdeler.
Alcohol and Tobacco Tax Trade Bureau (TTB)
1310 G Street, Box 12
NW Washington, DC 20005
T +1 202 453 2000
[email protected]
http://www.ttb.gov/
Naast de invoervergunning moet ook de etikettering van alcoholische dranken in orde gebracht worden. Een Certificate of Label
Approval (COLA) moet bij het TTB bekomen worden omwille van
de strikte regelgeving met betrekking tot deze etiketten.
Invoerformaliteiten en -documenten
2.8. Elektronica
Ingevolge 47 CFR 15 is de Federal Communications
Commission bevoegd voor de reglementering rond
de interstatelijke en internationale communicatie
via radio, tv, kabel en satelliet. Alle apparatuur die
op het Amerikaanse netwerk kan aangesloten worden, moet
conform de normen zijn uitgevaardigd door het FCC en de conformiteitsmarkering dragen.
Federal Communications Commission
445 12 th Street
SW Washington, DC 20554
T +1 888 225 5322
http://www.fcc.gov/
Wat de energie-efficiëntie betreft, moet voor huishoudapparatuur de energie-efficiëntienormering in het oog gehouden worden. De Energy Policy and Conservation Act legt de grondlijnen
van deze regelgeving vast waardoor elektrische apparaten zo
energiezuinig mogelijk moeten zijn. Dit moet ook op de goederen
vermeld worden via een EnergyGuide Label (https://www1.eere.
energy.gov/buildings/appliance_standards/). Het Department
of Energy is de verantwoordelijke autoriteit.
U.S. Department of Energy, Building Technologies Program (BTP)
1000 Independence Ave
SW Washington, DC 20585
T +1 202 586 9127
http://energy.gov/
69
70
Verenigde staten
Voor elektronische consumentengoederen is bij export vaak een
leveranciersverklaring van conformiteit voldoende. In de VS is dit
echter niet het geval en neemt een Nationally Recognised Testing
Laboratory (NRTL) de controle en certificatie op zich. Voor elektronica is dat de U.S. Occupational Safety and Health Administration (OSHA): http://www.osha.gov/dts/shib/shib021610.html.
2.9. Voertuigen
Ingevoerde voertuigen moeten zowel conform de emissienormen van de Environment Protection Agency (EPA) zijn als van
de veiligheidsnormen (Federal Motor Vehicle Safety Standards
(FMVSS)). Daarnaast moeten voertuigen in overeenstemming
zijn met de reglementering uitgevaardigd door de National
Highway Traffic Safety Administration (NHTSA), onderdeel van
het U.S. Department of Transport. Meer informatie is terug te
vinden op de website van de douane: http://www.cbp.gov/xp/
cgov/trade/basic_trade/importing_car.xml.
2.10. Textiel
Ingevolge de Textile Fiber Products Identification Act moet bij textiel steeds correct de naam, samenstelling van de stoffen, fabrikant en het land van oorsprong vermeld worden. Verder gelden
voor de invoer van textiel bijzondere verplichtingen aan de douane.
Zo geldt de vereenvoudigde invoeraangifte maar voor textiel met
een waarde tot maximum 250 USD in plaats van 2.500 USD.
OTEXA, U.S. Office of Textiles and Apparel, onderdeel van het
Department of Commerce, is de verantwoordelijke overheid die
toeziet op deze import.
Invoerformaliteiten en -documenten
U.S. Office of Textiles and Apparel
14th and Constitution Avenue, Room H3100
NW Washington, DC 20230
T +1 202 482 5078
T +1 202 482 2331
[email protected]
http://otexa.ita.doc.gov/
Verder is er de Federal Trade Commission (FTC) die toekijkt op
de correcte etikettering en de Consumer Product Safety Commission (CPSC) op de correcte samenstelling van het textiel en
andere veiligheidsrisico’s.
2.11. Wapens
Ingevolge de Gun Control Act (18 USC 44) moet elke fabrikant,
importeur of verdeler van wapens een vergunning aanvragen bij
het Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives (ATF),
onderdeel van het Department of Justice. Bovendien moet elke
wapenimporteur zich bij datzelfde bureau registreren volgende
uit de Arms Export Control Act (22 USC 2778).
Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives (ATF)
99 New York Avenue, Room 5S 144
NE Washington, DC 20226
T +1 202 648 7777
[email protected]
http://www.atf.gov/
71
Verpakking en
etikettering
74
Verenigde staten
1. Verpakking
De verpakking van goederen, bestemd voor de
Verenigde Staten, moet voldoende stevig zijn om
de goederen tijdens de zeereis en tegen de klimatologische omstandigheden te beschermen.
De VS is op 16 september 2005 toegetreden tot de ISPM-norm
N°15 (International Standards for Phytosanitary Measures). Alle
houten verpakkingsmateriaal, inclusief stuwhout dat gebruikt
wordt om de lading te zekeren en te ondersteunen, moeten
sedertdien in toepassing van 7CFR319.40 ‘Logs, Lumber, and
Other Unmanufactured Wood Articles’ in overeenstemming met
de ISPM-norm N°15 behandeld en gemarkeerd zijn. APHIS (Animal and Plant Health Inspection Service) is de verantwoordelijke
overheid. Meer uitleg hierover kan teruggevonden worden op de
website van APHIS: http://www.aphis.usda.gov/import_export/
plants/plant_imports/wood_packaging_materials.shtml of op
de website van CBP: http://www.cbp.gov/xp/cgov/trade/trade_
programs/agriculture/wpm/.
Na behandeling volstaat de aanbrenging van het ISPM 15-merk
en tenzij dat contractueel werd afgesproken moet geen bijkomend fytosanitair certificaat worden voorgelegd.
Het hout of de houtproducten (coniferen) moeten ontschorst
(‘debarked’) zijn en in het merkteken moet dit worden bevestigd
(‘debarked’ - DB). Het hout moet verder worden behandeld conform ISPM 15, d.w.z.
Invoerformaliteiten en -documenten
Warmtebehandeling (‘heat treatment’ - HT). De kern van het
hout moet gedurende 30 minuten een temperatuur bereikt
hebben van minimaal 56°C;
B
egassing met methylbromide (‘fumigation’ - MB) voor een
duur van 24 uur op 21°C (opgelet: sinds 19/03/2010 is deze
behandeling in België niet langer toegelaten n.a.v. een strengere Europese ozonverordening (1005/2009)).
Daarnaast moet het hout een merkteken (BE) dragen.
Voor meer informatie: http://www.ctib-tchn.be/.
Voor zendingen die geen stuw- of verpakkingshout bevatten, is de
exporteur verplicht een document (Declaration of Non-Wood Package)
op te maken.
75
76
Verenigde staten
2. Consumentenverpakking en etikettering
De correcte verpakking en etikettering is niet zo zeer belangrijk tijdens de inklaringsprocedure en controle door de douane,
als wel op het moment waarop de goederen op de Amerikaanse
markt worden gebracht. In principe zal de Amerikaanse importeur of verdeler hiervoor instaan.
Het etiket zal steeds in het Engels opgesteld moeten worden en
bevat onder meer de naam van het product, de gegevens van de
fabrikant, het land van oorsprong, de gegevens van de importeur, de beschrijving van onderdelen of ingrediënten en het nettogewicht. Met betrekking tot de oorsprongsaanduiding kan verwezen worden naar p.54.
Aan de etikettering van voedingsmiddelen, allergenen, cosmetica, geneesmiddelen die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn
(over-the-counter-drugs), pesticiden, alcohol, textiel en andere
goederen waarvoor een conformiteitsmarkering aangebracht
moet worden, worden bijkomende vereisten opgelegd.
Invoerformaliteiten en -documenten
Voor consumentengoederen gelden in het bijzonder een heel
aantal regels om de consument te informeren over het product
dat wordt aangeschaft. De bevoegde overheid die niet enkel
instaat voor de veiligheid van het op de markt brengen van deze
producten, maar ook de etikettering controleert, is de U.S. Consumer Product Safety Commission.
Voor voedingsmiddelen is een bijzondere taak weggelegd voor
het FDA. Ingevolge titel 21 van de CFR ‘Food and Drugs’ en de
Federal Food Drug and Cosmetic Act (FD&C Act) moet bijkomende informatie gegeven worden over de nutritionele waarde
van de op de markt gebrachte voedingsmiddelen, over mogelijke
allergieën enz. Meer hierover op de website van het FDA: http://
www.fda.gov/Food/LabelingNutrition/default.htm en een Food
Labeling Guide op: http://www.fda.gov/Food/GuidanceCompliance
RegulatoryInformation/GuidanceDocuments/FoodLabeling
Nutrition/FoodLabelingGuide/default.htm.
77
Belasting van
dienstprestaties
80
Verenigde staten
Belgen die in het buitenland werkzaamheden verrichten lopen,
net zoals de bedrijven waarvoor zij werken, het risico tweemaal
belast te worden op het inkomen (de winst) dat zij naar aanleiding van die werkzaamheden verdienen. Een eerste maal in het
land waar zij gevestigd zijn (verblijfhouders worden belast op
hun ‘wereldwijd inkomen’) en een tweede maal in het land waar
zij werkzaam zijn (niet-verblijfhouders worden in de niet-verblijfhoudersbelasting belast op hun ‘domestic sourced income’).
Een dergelijke ‘dubbele belasting’ zou internationale activiteiten
erg ontmoedigen en daarom heeft België met zijn voornaamste
handelspartners ‘overeenkomsten tot het vermijden van de dubbele belasting’ afgesloten, de zgn. dubbelbelastingverdragen.
De dubbelbelastingverdragen die België heeft afgesloten, kunnen worden ingeladen op http://fiscus.fgov.be/interfafznl/nl/
international/conventions/index.htm.
België heeft met de Verenigde Staten zo’n dubbelbelastingverdrag
afgesloten (het meest recente verdrag dateert van 27 november
2006). Dit verdrag bepaalt in welke gevallen het inkomen uit buitenlandse werkzaamheden exclusief in België wordt belast en in
welke gevallen de Verenigde Staten deze winst exclusief mogen
belasten. Voor sommige vormen van inkomsten (dividenden, interesten en royalty’s) bestaat een gedeelde heffingsbevoegdheid.
Invoerformaliteiten en -documenten
1. Loondienst
Inkomsten uit arbeid (artikel 14 ‘Inkomsten uit een dienstbetrekking’ van het dubbelbelastingsverdrag van 27 november 2006)
worden belast waar de werknemer die inkomsten verdient en dus
werkzaam is (art. 14.1), maar voor tijdelijke detacheringen geldt
een bijzondere regeling (art. 14.2):
“Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 1 zijn beloningen verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat ter
zake van een in de andere overeenkomstsluitende Staat uitgeoefende
dienstbetrekking slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar, indien :
A. d
e verkrijger in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak
of tijdvakken die tijdens enig tijdperk van twaalf maanden dat
aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk een
totaal van 183 dagen niet te boven gaan; en
B. de beloningen worden betaald door of namens een werkgever
die geen inwoner van de andere Staat is; en
C. de beloningen niet ten laste komen van een vaste inrichting die
de werkgever in de andere Staat heeft.”
Dit betekent dat het loon van personeelsleden die voor minder
dan 183 dagen naar de VS gaan en er door een Belgisch bedrijf
worden betaald, exclusief in België kan belast blijven.
Een overzicht van het Amerikaanse belastingregime kan teruggevonden worden op de website van de Internal Revenue Service (US
Treasury Department): http://www.irs.gov/Individuals/InternationalTaxpayers/Taxation-of-Nonresident-Aliens.
81
82
Verenigde staten
2. Diensten
Buitenlandse ondernemingen (non-residents) die uit de VS
bepaalde vormen van inkomsten ontvangen (intresten, royalty’s,
dividenden...) worden hierop normaal gezien in de VS belast
tegen een forfaitair tarief van 30%. Die belasting is een ‘inkomstenbelasting’, een directe belasting dus, en geen belasting op
leveringen van goederen en diensten (indirecte belastingen). Zij
wordt ingehouden als een bronheffing op het totale bedrag dat
aan de VS gefactureerd wordt.
Diezelfde inkomsten moeten echter ook in België (het land waar
men verblijfhouder is) worden opgenomen in de aangifte vennootschapsbelasting en om die ‘dubbele belasting’ te vermijden,
heeft België, zoals tal van andere landen, zoals gezegd met de
VS een dubbelbelastingverdrag afgesloten (Wet van 3 juni 2007,
Belgisch Staatsblad van 9 januari 2008).
Wanneer u als natuurlijk persoon of als Belgische vennootschap
diensten presteert voor een Amerikaanse klant moet u echter niet het ‘gewone’ bewijs van verblijfhouderschap (Form 276
Conv) invullen om toepassing van het dubbelbelastingverdrag
te vragen. Om als Belgische onderneming (de beneficial owner
van het te betalen bedrag) de volledige betaling van de gefactureerde bedragen uit de VS te ontvangen moet namelijk een ingevuld W-8BEN-formulier (‘Certificate of Foreign Status of Beneficial
Owner for United States Tax Withholding’) worden overgelegd aan
de Amerikaanse belastingadministratie(14). Door dit certificaat in
te vullen en aan de debiteur van de betaling te bezorgen, kan
u dus vermijden dat een Amerikaanse belasting van 30% wordt
ingehouden op de door u gefactureerde som.
(14)
Amerikaanse verblijfhouders moeten een W-9 formulier gebruiken om
aan te tonen dat betaald wordt aan een in de VS wonend persoon. Dit
formulier wordt aan de Amerikaanse belastingadministratie (IRS) doorgestuurd zodat die de aangifte kan controleren.
Invoerformaliteiten en -documenten
Dit document kan u inladen op de website van het IRS: http://www.irs.gov/pub/irs-pdf/fw8ben.pdf.
Op het formulier moet het Amerikaanse fiscale nummer van de
Belgische onderneming worden vermeld. Indien het bedrijf niet
over dergelijk nummer beschikt, kan dit worden aangevraagd
bij het IRS. Het federale belastingnummer is een Individual Taxpayer Identification Number (ITIN), een Employer Identification
Number (EIN) of een Social Security Number (SSN). Het formulier met opgave van één van deze nummers, behoudens wijzigingen in de gegevens, is onbeperkt geldig. Meer over het bekomen
van een Amerikaans identificatienummer voor de belastingen
op http://www.irs.gov/Individuals/International-Taxpayers/
Taxpayer-Identification-Numbers-(TIN).
Indien de Belgische onderneming geen dergelijk nummer heeft
of wenst, is het ook mogelijk om het Belgische belastingnummer
op te geven. Indien de beneficial owner een natuurlijke persoon
is, kan worden volstaan met opgave van het Belgische rijksregisternummer. Het formulier met een dergelijk buitenlands
identificatienummer is geldig tot uiterlijk de laatste dag van het
derde opvolgende kalenderjaar.
Vraag voor andere inkomsten zeker na bij uw Amerikaanse
opdrachtgever of andere fiscale formaliteiten vervuld moeten
worden.
Deze bijdrage werd bijgewerkt tot februari 2013.
83
86
Verenigde staten
nota
Flanders Investment & Trade
Gaucheretstraat 90
1030 Brussel
t +32 2 504 87 11
www.flandersinvestmentandtrade.be
Brussel Invest & Export
Louizalaan 500, bus 4
1050 Brussel
t +32 2 800 40 00
www.brusselinvestexport.be
Agence wallonne à l’Exportation
et aux Investissements étrangers
Saincteletteplein 2
1000 Brussel
t +32 2 421 82 11
www.wallonia-export.be
Agentschap voor Buitenlandse Handel
Montoyerstraat 3
1000 Brussel
t +32 2 206 35 11
www.abh-ace.be
Verantwoordelijke uitgever: Fabienne l’hoost
Auteur: Koen vanheusden
Grafische vormgeving en uitvoering: Cible Communication
(www.cible.be)
Gedrukt op papier met een FSC-label
Deze studie is ook beschikbaar op de website van
het Agentschap voor Buitenlandse Handel: www.abh-ace.be
Hoewel alles in het werk werd gesteld om nauwkeurige en actuele
informatie te geven, kunnen noch het Agentschap voor Buitenlandse
Handel, noch zijn partners (Flanders Investment and Trade,
Brussel Invest & Export en Agence wallonne à l’Exportation
et aux Investissements étrangers) verantwoordelijk worden gesteld
voor fouten, weglatingen en leugenachtige verklaringen.
Ze kunnen evenmin verantwoordelijk worden gesteld voor het
gebruik of de interpretatie van de informatie in deze studie.
Deze studie heeft niet de bedoeling advies te verstrekken.
datum van publicatie: mei 2013
Download