(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
milieu, natuur en landschap
Datum commissievergadering
: 27-5-2002
DIS-stuknummer
: 826246
Secretaris
: drs. W. van Deursen
Doorkiesnummer
: 073 6812393
Behandelend ambtenaar
: Elly van Noorden
Dienst/afdeling
: WMV/B&A
Nummer commissiestuk
: MNL-0551
Status
:
ter advisering
:
ter bespreking
:
ter kennisneming
:
ter vaststelling
Datum
: mei 2002
Bijlagen
: 1
Onderwerp:
Verondieping of demping van diepe putten
Voorstel aan commissie:
Wij vragen u ons omtrent de inhoud van de beleidsnota te adviseren
Eventuele nadere opmerkingen:
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
Bijlage:
1.
Beleidsnota verondieping of demping diepe putten
Notitie ten behoeve van de commissie voor Milieu, Natuur en Landschap inzake de beleidsnota
“Verondieping en demping van diepe putten”.
In het in april 2000 door PS vastgestelde beleidsplan “Bouwen op (zee)zand” is aangekondigd dat
de mogelijkheden van het opvullen van diepe ontgrondingslocaties nader zullen worden
onderzocht. Dit voornemen is gebaseerd zowel op duurzaam grondstoffengebruik als op
multifunctioneel ruimtegebruik.
Daarnaast is het, gezien het toenemend aantal verzoeken om ontgrondingenlocaties te verondiepen
met categorie-1 bouwstoffen, conform het bouwstoffenbesluit, wenselijk een aanvullende regeling te
hebben. Het is immers niet altijd duidelijk of een dergelijke aanvulling als een werk kan worden
aangemerkt.
Hiertoe is door de provincie Noord-Brabant een onderzoek uitgevoerd naar de juridische en
beleidsmatige mogelijkheden om diepe putten te verondiepen of dempen.
In bijgevoegde beleidsnota wordt dit onderzoek beschreven.
In de beleidsnota wordt aandacht besteed aan de verschillende wetgeving die van toepassing is /
kan zijn bij het verondiepen van diepe putten. Dieper is ingegaan op de regelgeving van het
bouwstoffenbesluit en de definitie van “een werk”. Ook wordt stilgestaan bij de wenselijkheid en de
functionaliteit van verondiepte of gedempte diepe putten. Een apart aandachtspunt vormt de
handhaving; het bevoegde gezag kan door het afgeven van een vergunning of ontheffing
gecontroleren of hieraan wordt voldaan.
De conclusies en aanbevelingen volgen hieronder in het kort:
1. Het bouwstoffenbesluit kan van toepassing zijn op het aanvullen van diepe putten met schone of
licht verontreinigde bouwstoffen. Een aanlegvergunning o.g.v. gemeentelijk bestemmingsplan kan
nodig zijn.
2. Indien het aanvullen van diepe putten met schone grond, categorie-1 of categorie-2 bouwstoffen
als een werk wordt aangemerkt en niet als depotvorming is het bouwstoffenbesluit van
toepassing.
3. Het aanvullen van diepe putten is een (grond)werk volgens het bouwstoffenbesluit indien
steenachtige bouwstoffen zonder voorbewerking in het werk worden gebracht met het oog op een
functionele toepassing. Vindt het aanvullen niet plaats met het oog op de realisering of
instandhouding van een werk, dan is sprake van het storten van afvalstoffen, depotvorming.
4. Indien een diepe put als gevolg van een gewijzigde bestemming of functie moet worden
aangevuld is sprake van een werk volgens het bouwstoffenbesluit. De regels uit het
bouwstoffenbesluit zijn van toepassing.
5. Het is wenselijk dat er een provinciale regeling wordt opgesteld voor duurzame
grondstoffenvoorziening.
Wij verzoeken u ons over de beleidsnota te adviseren
's-Hertogenbosch, mei 2002
-1-
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.
-2-
Download