(concept dd 16-4-2002) CONCEPT - Provincie Noord

advertisement
PROVINCIE
NOORD-BRABANT
PROJECT
DUALISERING
STARTNOTITIE (concept dd 16-4-2002)
1.Inleiding
De provincie Noord-Brabant werkt reeds een aantal jaren aan de vernieuwing van
het bestuur. Het is een belangrijk onderwerp in het bestuursakkoord 1999-2003. Een
citaat daaruit:
“Het proces van bestuurlijke vernieuwing wordt in deze bestuursperiode
voortgezet. Meer dan tot nu toe staat daarbij een verandering van de eigen
houding van het provinciebestuur centraal. Het primaat van Provinciale Staten
is uitgangspunt. Politiek debat en politieke profilering zijn hierbij van belang.
Enerzijds dienen Provinciale Staten het initiatief te nemen voor nieuw beleid,
anderzijds dienen zij invulling te geven aan hun controlerende taak door
systematisch aandacht voor en betrokkenheid bij de doorlichting van beleid op
effectiviteit en doelmatigheid.”
In het debat over bestuurlijke vernieuwing in Noord-Brabant ging het (in willekeurige
volgorde) over:
- invulling geven aan interactieve beleidsvorming en –uitvoering;
- de relatie PS/GS;
- het primaat / rol en functie van provinciale staten (in open beleidsprocessen);
- relatie met burgers en maatschappelijke organisaties;
- de informatievoorziening aan statenleden;
- de werkwijzen van GS en PS; en
- de controlerende functie van provinciale staten.
Vanaf eind jaren negentig hebben zich op nationaal niveau ontwikkelingen
voorgedaan die hebben geleid tot de keuze van de minister van Binnenlandse Zaken
voor dualisering van lagere overheden. In het bijzonder kunnen worden genoemd het
rapport ‘Herkenbaar Bestuur. Over dualisme in de provincies’ van Van Kemenade en
Versteden (maart 1999) en het rapport van de staatscommissie Elzinga ‘Dualisme
en lokale democratie’ (januari 2000).
Gezien deze landelijke ontwikkelingen is op 19 mei 2000 onder leiding van
bestuurskundige Tops in een informeel statendebat gediscussieerd over de
dualisering van het provinciaal bestuur. Daarbij zijn een aantal richtinggevende
uitspraken besproken. Naar aanleiding van dit debat is een uit statenleden
bestaande klankbordgroep bestuurlijke vernieuwing ingesteld. Deze heeft eind 2000
de status van Voorbereidingscommissie Implementatie Dualisme(VID) gekregen.
Door het overnemen van de meeste aanbevelingen van de commissie-Elzinga
maakte het kabinet op 19 mei 2000 duidelijk dat dualisering van lagere overheden
een feit zou moeten worden. Daarom heeft de klankbordgroep bestuurlijke
vernieuwing uit Provinciale Staten op 9 juni 2000 voorgesteld om dualisering van het
provinciaal bestuur als een gegeven te beschouwen. Het debat over bestuurlijke
vernieuwing is vanaf dat moment gericht op wat dualisering betekent voor de praktijk
fkold 03042002
1
van alledag en de voortgang van het proces van bestuurlijke vernieuwing in NoordBrabant.
De VID heeft in een notitie (d.d. 18 mei 2001, bijgevoegd als deel van bijlage 2)
diverse voorstellen gedaan. Deze zijn gericht op:
 veranderingen in het provinciale politieke systeem (PS,GS,CdK, ambtelijk
apparaat)
 verbeteringen in de relatie Brabantse burger – provinciaal bestuur.
Door BZK en IPO is in het kader van de zogenaamde Vernieuwingsimpuls een
(landelijk) project Duale Provincies voor de begeleiding van de provincies in gang
gezet. De provincie Noord-Brabant is in dat verband (op eigen verzoek) aangewezen
als een van de vier provincies die een voortrekkersrol zullen gaan vervullen.
In de aanvrage om deel te nemen aan dat project zijn diverse maatregelen, pilots en
projecten op basis van de voorstellen van de VID opgenomen. Kortheidshalve wordt
daarnaar verwezen (bijlage 2).
Om het dualiseringsproces binnen het Brabantse provinciebestuur en de provinciale
organisatie op gang te brengen en verder te begeleiden wordt het project dualisering
gestart.
Deze startnotitie heeft tot doel om de omvang, reikwijdte en duur van het Brabantse
project te bepalen en de middelen daarvoor te regelen. Hij is opgesteld ten behoeve
van de betrokkenen bij en beslissers over het project (Statencommissie, GS,
Directieraad).
2. Wat is dualisme?
In staatsrechtelijke zin wordt dualisme in tegenstelling gebruikt ten opzichte van
monisme.
In de huidige situatie is de bestuursvorm van de provincies en gemeenten in theorie
monistisch. Hierbij zijn de leden van het uitvoerend orgaan (GS) tevens lid van het
vertegenwoordigend orgaan (PS). De bevoegdheden van het uitvoerend orgaan zijn
een afgeleide van en ondergeschikt aan die van het vertegenwoordigend orgaan.
Dualisme betekent dat de leden van het uitvoerend orgaan geen lid zijn van het
vertegenwoordigend orgaan. Uitvoerend orgaan en vertegenwoordigend orgaan
hebben ieder hun eigen bevoegdheden. De essentie is dat een duidelijke scheiding
wordt aangebracht tussen de positie en bevoegdheden van provinciale staten en het
college van gedeputeerde staten, zoals dat ook het geval is in de verhouding tussen
de Tweede Kamer en de regering.
Vertaald naar het provinciebestuur betekent dualisme het volgende voor de rollen en
bevoegdheden:
Provinciale Staten zijn allereerst volksvertegenwoordiging. Ze hebben de algemene
eindverantwoordelijkheid voor het provinciebestuur. Ze stellen algemene kaders,
stellen regels (verordeningen) vast. Ze bepalen de budgetten. Ze controleren (in
politieke zin) Gedeputeerde Staten.
Gedeputeerde Staten besturen en zijn uitvoerend orgaan. Beide organen zijn
nevengeschikt aan elkaar.
In dit dualistische systeem kunnen drie fasen worden onderscheiden:
In de i-fase (initiëren) stellen provinciale staten (PS) op basis van de regelgevende
bevoegdheid vooraf normen en verschaffen kaders waarbinnen het bestuur (het
fkold 03042002
2
college van gedeputeerde staten) opereert. Tevens sturen PS de politieke
agendavorming door actief voeling te houden met de burgers. Kortom provinciale
staten hebben in deze fase een initiërende en normstellende functie. Ze stellen
vooraf de uitgangspunten en de beoogde effecten van het beleid vast.
In de b-fase (besturen) is het college van gedeputeerde staten (GS), daarbij
ondersteunt door het ambtelijk apparaat, belast met de verdere uitwerking en de
uitvoering van het beleid. Het college van GS draagt daarbij de verantwoordelijkheid
voor de totstandkoming van het beleid binnen de door PS aangegeven kaders. GS
dienen in deze fase PS op de hoogte te houden van de vorderingen van het
gevoerde beleid.
In de c-fase (controleren) kunnen PS met de controlerende bevoegdheid achteraf
het bestuur (GS) en de wijze van uitvoering toetsen op basis van in de i-fase
vastgestelde normen en regels. De controlerende bevoegdheid heeft uiteraard niet
alleen betrekking op onderwerpen die in een verordening zijn geregeld.
De Staatscommissie Dualisme en lokale democratie (Commissie Elzinga)
constateerde belangrijke tekortkomingen van het huidige bestuursstelsel. Hoewel het
rapport van de commissie vooral betrekking heeft op gemeenten, stelt de commissie
dat met de provincies hetzelfde aan de hand is als met de gemeenten. Enige citaten
uit de rapportage van deze commissie:
De positie van de politieke partijen staat onder druk….. Het representatieve stelsel
dreigt niet alleen zijn monopolie maar ook zijn primaat kwijt te raken. Om dat te
voorkomen zullen nieuwe vormen van participatie en beïnvloeding moeten worden
geïntegreerd in het representatieve stelsel.
De formele monistische grondstructuur van de gemeente ten spijt, blijkt dat de
bestuurspraktijk een meer dualistisch karakter draagt…… Omgekeerd is het college
volgens de theorie ondergeschikt aan de raad maar in de (dualistische) praktijk heeft
het college het bestuurlijke overwicht. Deze tegenstelling tussen theorie en praktijk
maakt de bestuurlijke verhoudingen…..ondoorzichtig en verwarrend.
Voor de werkwijze van de raad, de organisatie van het politieke proces, de lokale
democratie en de rekrutering van de raadsleden is dit gebrek aan transparantie een
belemmerende factor.
De herkenbaarheid van het lokaal bestuur als forum van politieke besluitvorming is
gering, mede omdat er geen duidelijke scheiding bestaat tussen de machten van
bestuur en controle. Politieke besluitvorming is daardoor een naar binnen gekeerd
proces tussen bestuursorganen met in elkaar overlopende verantwoordelijkheden.
De wethouders vervullen in dat proces een aantal dubbelrollen. Zij zijn lid van het
college, lid van de raad en voorzitter van raadscommissies. De rol van de raad als
volksvertegenwoordiging en als tegenspeler van het college heeft daardoor naar
buiten toe onvoldoende gewicht.
Tot zover de Commissie Elzinga.
De aanbevelingen van de commissie Elzinga zijn voor de provincies door de IPOcommissie ‘Vernieuwingsimpuls Provinciale Democratie’ (commissie Bleker) vertaald.
Deze commissie plaatst de aanbevelingen in een breed kader van bestuurlijke
vernieuwing. Ze doet aanbevelingen voor:
 De structuur van het bestuur.
 De bestuurscultuur (slagvaardig en communicatief), vergroting van de
betrokkenheid van de burger.
fkold 03042002
3




De rol van de volksvertegenwoordiger (externe oriëntatie; beter gebruik van
interventiemiddelen).
Een transparant beleidsproces (o.a. alternatieven; meetbare resultaten;
systematische evaluatie van beleid).
De rol van politieke partijen (kandidaatstelling en rekrutering).
Verandering van het kiesstelsel.
Dualisering is dus niet alleen een technische wijziging van de structuur van het
provinciebestuur. De verandering van de politieke en bestuurlijke cultuur zijn een
belangrijk deel van dit veranderingstraject.
Dit wordt ook onderschreven door de Voorbereidingscommissie Implementatie
Dualisme (VID) uit de Brabantse Provinciale Staten.
Deze commissie gaat in haar rapportage nader in op de verschillende aspecten die
bij dualisering aan de orde zijn. Benadrukt wordt daarbij dat het werkelijk aankomt op
de omslag naar de praktijk. Daarom heeft de commissie zich de vraag gesteld wat nu
al gedaan kan worden, zonder dat daarvoor een wetswijziging nodig is. Voorgesteld
wordt:
 Een pilot te houden in een statencommissie waarbij geëxperimenteerd wordt met
de drie dualistische fasen. (Commissie VOJ, onderwerp ‘beleidsevaluatie
regiovisies verzorging en verpleging’). In de i-fase stellen PS de criteria vast
waarmee GS vervolgens in de b-fase de evaluatie moet uitvoeren. In de c-fase
beoordelen PS of op basis van de in de i-fase gestelde criteria de evaluatie goed
is uitgevoerd.
 Een symposium voor politieke partijen te organiseren waarbij een profiel van het
nieuwe dualistische statenlid wordt opgesteld. De veranderende rol van het
statenlid in verband met de overgang naar een dualistisch systeem stelt andere
kwaliteitseisen aan het statenlid. Meer volksvertegenwoordiger en minder
bestuurder.
De commissie VID heeft verder aangegeven wat gaat veranderen en waarmee in de
overgangsperiode tot 2003 kan worden geëxperimenteerd.
De aanbevelingen zijn opgenomen in de aanvrage om deel te nemen aan de pilot
(bijlage 2).
Overigens zijn een aantal zaken die passen in een dualistisch stelsel ingevoerd bij de
provincie Noord-Brabant:
 Leden van Provinciale Staten zijn voorzitter van de meeste commissies van PS
 Spreekrecht van burgers in statencommissies
 Vragenuurtje in Provinciale Staten voor vragen aan GS
 Instelling van een Statencommissie voor de beleidsevaluatie
 Stateninformatiesysteem (SIS; publiek toegankelijk via internet).
3. Doel van het project.
Het scheppen van de juiste voorwaarden voor een vernieuwing van het functioneren
van de provinciale bestuursorganen (Provinciale- en Gedeputeerde Staten) inclusief
de daarmee samenhangende verandering van de ambtelijke organisatie.
4. Inhoud van het project.
fkold 03042002
4
In het landelijke project duale provincies van IPO en BZK worden een aantal thema’s
onderscheiden. In deze paragraaf wordt daarop aangesloten.
A. Ontvlechting Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.
 Versterking initiërende en controlerende rol van PS:
Dit jaar nog zal worden geëxperimenteerd worden om hiermee ervaring op te
doen. Een casus is gekozen : regiovisies verzorging en verpleging. Hierin
heeft de commissie VOJ uitdrukkelijk het initiatief genomen.
Om de ervaringen te verbreden wordt gezocht naar nog een (of meerdere)
casus (cases).
Herziening commissiestelsel. Discussie over de rol, het aantal en de
samenstelling van de Statencommissie.
 Versterking van de ondersteuning van PS/ fracties:
Discussie over en voorbereiding van de instelling van een griffie in relatie tot
de versterking van de fractieondersteuning (taken, kwaliteit, omvang). In dat
verband ook de rol en taken van de Directieraad en van de bestaande
organisatie in relatie tot PS/ griffie bezien. Voorbereiden van een verordening
voor de organisatie van de griffie.
Regelen van eigen budgetten voor PS.
 Informatievoorziening/ communicatie tussen GS en PS:
Werkafspraken tussen PS en GS moeten worden gemaakt omtrent het
verstrekken van tijdige en politiek relevante informatie aan PS.
Afspraken maken over het voorleggen van alternatieven aan PS.
Inhoud en functioneren Statenleden-Informatie-Systeem (SIS) bezien.
 Bestuursbevoegdheden GS:
Delegatie bevoegdheden naar GS bezien in samenhang met de wetgeving die
nog in voorbereiding is.
 Voorbereiden van nieuwe/ aangepaste reglementen van orde voor PS en voor
GS.
 Nader regelen van de (nieuwe) wettelijke taken van de Commissaris van de
Koningin.
 Voorbereiden gedragscodes (voor leden PS, voor de gedeputeerden en voor
de CvdK) en ambtsinstructies (voor de griffier en voor de secretaris).
B. Publieke verantwoording.
 Verbetering van de planning en control door een heldere samenhang tussen
beleid(sdoelen) en middelen aan te geven in een programmabegroting van
PS.
 Het instellen van een provinciale rekenkamer. Dit wordt met meerdere/ alle
provincies opgepakt (IPO).
 Ervaring opdoen met de ingestelde commissie voor de beleidsevaluatie.
 Voorbereiding van verordeningen m.b.t. het financiële beleid, het beheer, de
financiële organisatie, m.b.t. de controle daarop en m.b.t. doelmatigheids- en
doeltreffendheidsonderzoek.
C. Burgerparticipatie/ interactieve beleidsvorming.
 Het instellen van een Brabants jongerenparlement.
 Het houden van hoorzittingen door PS (relatie met A).
 Ontwikkelen van beleid met betrekking tot interactieve beleidsvorming
(onderdeel van ‘Het Wiel’).
fkold 03042002
5
D. Functioneren politieke partijen.
Het organiseren van een symposium Profiel van het nieuwe statenlid ‘According
to Bleker’ voorafgaande aan de kandidaatstellingsprocedures van de politieke
partijen.
5. Organisatie van het project.
Omdat veel veranderingen betrekking hebben op de leden van Provinciale Staten
wordt aan hen een wezenlijke rol in het project toebedeeld. Het licht voor de hand om
de reeds eerder ingestelde Voorbereidingscommissie Implementatie Dualisme (VID)
in het project als gesprekspartner namens de leden van PS een plaats te geven in de
voorbereiding van voorstellen. De VID zal worden voorgezeten door een lid van PS.
GS zijn uiteraard voorbereidend bestuursorgaan. Waar zinvol zorgen zij ervoor dat
Provinciale Staten keuzemogelijkheden/ alternatieven aangereikt krijgen.
Organisatorisch worden de volgende taken afgesproken:
Verantwoordelijk lid van GS: gedeputeerde J.Boelhouwer.
Verantwoordelijk lid Directieraad: griffier M.Bruinsma.
Projectleider: F.Koldewee.
Bestuurlijke aansturing:
Voor de aansturing zal met de portefeuillehouder en het verantwoordelijk lid van de
Directieraad regelmatig gezamenlijk en bilateraal overlegd worden door de
projectleider (beleidsoverleg dualisering). Wanneer nodig zal hierbij ook de C.v.d.K.
uitgenodigd worden.
Ambtelijke coördinatie:
Een aantal stafafdelingen hebben een actieve betrokkenheid bij het project:
KJBZ, COM, P&O en FIN. Op deze terreinen zal een inhoudelijke en een praktische
inzet nodig zijn. Omvang nog nader te bepalen. Voorgesteld wordt dat uit deze
afdelingen een projectgroep gevormd wordt, getrokken door de projectleider. Ook
lijafdelingen zullen actief bij het project worden betrokken.
6. Communicatie over het project
Extern:
De provincie Noord-Brabant zal een voortrekkersrol vervullen voor provincies in ZuidNederland. De wijze waarop dit zal worden vormgegeven is nog niet duidelijk. Met de
betrokken provincies zal dit worden afgestemd.
Deelgenomen zal worden aan het vernieuwingsnetwerk dat is ingesteld door BZK en
IPO. In dit kader zal een uitwisseling van ervaringen en voorstellen plaats vinden.
De Brabantse voorbeeldfunctie betekent dat de bevindingen voor anderen
beschikbaar worden gesteld.
Gebruik zal worden gemaakt van de internet-site van de provincie.
Intern:
Op een aantal nader te bepalen momenten zal gesproken worden met verschillende
doelgroepen. Dit wordt ondersteund vanuit het project en vanuit de
vernieuwingsimpuls:
 Leden van Provinciale Staten: activering van belangstellende leden uit alle
fracties in de vorm van de reeds eerder ingestelde commissie VID. Daarnaast het
fkold 03042002
6
betrekken van andere commissies bij experimenten. Conferenties. Finale
besluitvorming.
 Statencommissie ABA: discussie over en advisering over voorstellen.
 Gedeputeerde Staten: voorbereiding van alternatieven en vaststelling van
voorstellen.
 Directieraad: bespreking van en ambtelijke advisering over voorstellen, facilitering
van het project.
 Managementoverleg: bespreking van voorstellen.
 Secretarissen van de Statencommissies: idem.
 Belangstellende medewerkers (maatwerk): idem.
Gebruik gemaakt zal worden van verschillende bestaande communicatiemiddelen,
met een nadruk op de digitale mogelijkheden.
7. Proces en tijdschema
Zoals gezegd is bestuurlijke vernieuwing reeds enige tijd gaande. Daarbij blijkt dat
met name verandering van de cultuur een proces is dat jaren kost. De
structuurwijzigingen als gevolg van de invoering van dualisering worden vooral als
hefboom gezien om dit proces te versnellen, om hieraan een impuls te geven.
BZK heeft voor de dualisering een volle bestuursperiode plus een jaar van
voorbereiding gepland. In totaal dus 5 jaar. Voorgesteld wordt om hierop aan te
sluiten, waarbij een nadere fasering zal moeten plaats vinden. Deze kan in
hoofdlijnen (voorlopig) als volgt er uit zien:
 Voorbereiding en pilots (tot de verkiezingen in 2003)
 Implementatie en consolidatie (2003 en 2004)
 Evaluatie en bijsturing (2005 en 2006)
In een projectplan zal dit nader uitgewerkt worden.
Voor de voorbereiding en pilots tot de verkiezingen zijn in de aanvrage voor de pilot
reeds diverse activiteiten aangegeven.
In het kader van de vernieuwingsimpuls zal de provincie wetenschappelijk begeleid
worden in opdracht van BZK en het IPO. Deze begeleiding wordt uitgevoerd door het
bureau Partners + Pröpper. In een startnotitie is daarvoor een voorstel gedaan. Per
provincie en landelijk zullen in dit kader een aantal conferenties georganiseerd
worden. Doelgroepen zijn statenleden, leden GS, ambtenaren, externe
sleutelpersonen en vertegenwoordigers van politieke partijen. In dit kader kan de
communicatie met deze groepen tot stand komen.
De voorstellen uit de aanvrage voor de pilot en de voorstellen uit de startnotitie van
de Vernieuwingsimpuls zullen in samenhang met elkaar moeten worden gebracht. Dit
zal met betrokkenen nader besproken worden. Het resultaat daarvan zal worden
opgenomen in het projectplan.
8. Middelen
Onderscheid wordt gemaakt tussen de incidentele kosten van het organiseren van
de veranderingen (met name van dit project) en de structurele kosten van de nieuwe
structuur en wekwijze.
fkold 03042002
7
De incidentele kosten hebben voorshands betrekking op de jaren 2002, 2003 en
2004. Het betreft kosten van de projectleider, communicatieve en administratieve
ondersteuning van het project, conferenties, communicatie (inter- en intranet,
bijeenkomsten, drukwerk, catering, etc,). De inzet van diverse afdelingen worden
geacht te komen uit beschikbare reguliere capaciteit. De kosten van het basispakket
voor de begeleiding vanuit de vernieuwingsimpuls komen voor rekening van BZK en
IPO.
Voor de nieuwe structuur zijn permanent middelen nodig voor de versterking van de
ondersteuning van provinciale staten (aanstelling griffier, medewerkers griffie en
ondersteuning van de statenfracties), het uitvoeren van hoorzittingen, het verrichten
van onderzoek en voor nieuwe zaken als de provinciale rekenkamer. De kosten van
dit alles vallen nog moeilijk te ramen omdat dit afhankelijk is van de opvattingen die
tijdens het project gevormd gaan worden. Het gaat daarbij om belangrijke bedragen.
Gelet op het feit dat de beschikbare middelen thans niet toereikend zijn, zal dat
betekenen dat bepaalde activiteiten of maatregelen niet of in beperkte mate, of later
in de tijd zullen worden uitgevoerd. In het kader van de financiële afweegmomenten
zal bezien moeten worden welke financiële middelen kunnen worden toegevoegd.
Dan kan ook worden besloten in hoeverre hiervoor bestaande middelen worden
benut ter dekking van de voorstellen. Eventuele formatie-uitbreiding moet deels
bezien worden in de “oud voor nieuw”-operatie.
In de Voorjaarsnota 2002 wordt door GS een voorlopig voorstel gedaan.
Besluitvorming vindt in dat traject plaats.
Daarbij wordt voor de structurele kosten worden uitgegaan van een basisniveau dat
niet taakstellend is. Bijstelling als gevolg van de resultaten van de discussies met
Provinciale Staten zal eventueel noodzakelijk zijn. Deze bijstelling kan op een later
integraal afweegmoment plaats vinden.
9. Flankerende projecten.
Diverse (majeure) projecten zijn van grote betekenis in het licht van bestuurlijke
vernieuwing en invoering van het dualistische stelsel. Dat geldt met name voor:
 ‘Brabant zichtbaar beter”. Kwaliteitsverbetering van de gehele organisatie is een
belangrijk element in de bestuurlijke vernieuwing. Het project is gericht op
interactief- en op integraal werken, op het effectief en op het efficiënt zijn van de
provinciale organisatie. Vanuit de (beoogde) eindresultaten, de waardering door
de maatschappij, de medewerkers en de klanten wordt gericht gewerkt aan de
werkprocessen, aan de inzet van ondersteuning, aan personeelsbeleid, aan lange
termijn strategieën en aan de wijze van leidinggeven.
 Het Wiel. Versterking van de externe oriëntatie is hierin aan de orde. Het
beleidskader interactieve beleidsvorming (in voorbereiding) en het vormgeven van
onderzoek naar publieke opinie zijn belangrijke bouwstenen. De nieuwe inzichten
in de verschillende rollen van PS en GS bieden belangrijke aanknopingspunten
voor de ontwikkeling van de communicatiefunctie.
 @ Brabant. Hierin zijn E-government en de elektronische provincie belangrijke
thema’s in relatie tot dualisering. Onder meer wordt in dit verband verbetering van
de bereikbaarheid van het provinciaal bestuur beoogd.
fkold 03042002
8
Het project dualisering zal verbindingen leggen met deze en andere relevante
projecten, waarbij het project zelf vooral gericht is op het functioneren van de
bestuursorganen zelf (PS en GS).
10. Procedure
Deze notitie zal behandeld worden in:
 Beleidsoverleg met de portefeuillehouder.
 De Directieraad.
 GS.
 Statencommissie Voorbereiding Implementatie Dualisme (VID)
 Statencommissie ABA.
fkold 03042002
9
Download