Infobrochure Demotuin `Plant anders`

advertisement
Infobrochure Demotuin ‘Plant anders’
1.
Probleemstelling en doelstelling
Om het risico van de introductie van invasieve planten te
beperken bestaat er een heel eenvoudige oplossing: kies
gewoon andere, alternatieve planten. Een alternatieve plant is
een plant die niet-invasief is en die de invasieve plantensoort
kan vervangen d.w.z. een plant met gelijkaardige sierwaarde
en/of functionaliteit, maar die geen risico inhoudt voor de
biodiversiteit. In een natuurlijke tuin wordt bij voorkeur gebruik
gemaakt van inheemse plantensoorten. Eén van de
belangrijkste voordelen van inheemse planten is dat ze geen
enkel risico inhouden om invasief te worden zoals gedefinieerd
in de invasiebiologie.
2.
Brochure alternatieven voor invasieven
In het kader van het AlterIAS-project (www.alterias.be) werd
een brochure ‘Alternatieven voor invasieven’ uitgegeven waarin
een selectie van inheemse alternatieven wordt voorgesteld.
3.
Demotuin
De tuin kent een natuurlijk karakter met elementen zoals een
poel, bomengroep, bloemenweide en een kleine heuvel. Het
natuurlijk en divers karakter van de tuin biedt heel wat
potentieel voor biodiversiteit. Om de biodiversiteit zo veel
mogelijk te stimuleren werden volgende punten in acht
genomen in het ontwerp van de tuin:
 Maak geen gebruik van invasieve planten
De beplanting bestaat uit inheemse planten, die heel wat
lokale insecten en diersoorten aantrekken. Dit in
tegenstelling tot invasieve planten, die de verscheidenheid
aan fauna en flora negatief beïnvloeden. In de tuin werden
ook inheemse cultivars aangewend, om zo de keuze te
vergroten. Op die manier is een hoge sierwaarde en
diversiteit bekomen.
 Kies voor planten die bestuivers aantrekken
Bvb. Digitalis, Melilotus, Verbascum
en de struiken
Amelanchier, Viburnum.
 Zorg jaarrond voor bloeiende planten
Integreer niet alleen zomerbloeiende planten, maar ook
voorjaars- en najaarsbloeiers in uw tuin. Naast een
langdurige sierwaarde, garandeer je ook gedurende heel het
seizoen voor ‘eten’ voor bestuivers.
Enkele voorjaarsbloeiende vaste planten zijn bvb. Anemone,
Hyacinthoides, Primula en Narcissus. Ook de struiken
Cornus mas en Prunus spinosa kennen een voorjaarsbloei.
De vaste planten Eupatorium en Verbascum bloeien tot in
het najaar. De heesters Calluna en Hedera bloeien ook in het
najaar.
 Gebruik planten die vruchten vormen
Vruchten trekken heel wat vogels aan en is ook een
voedselbron voor heel wat insecten. Bvb. Frageria, Cornus,
Coryllus, Prunus, Hippophae.
 Zorg voor onderdak
Naast voedsel, is het ook interessant om onderdak te
voorzien voor de fauna. Naast de natuurlijke structuren zoals
klimplanten en hagen, is er in de tuin ook een insectenhotel
en nestkasten voorzien
 Creëer diversiteit in habitats
Er werden verschillende habitats gecreëerd: een poel, een
gemengde haag, een bloemenweide, een heuveltje, een
bomengroep en knotbomen. Op deze manier trek je nuttigen
aan en wordt er gezorgd voor een natuurlijke schuilplaats
voor insecten en andere diersoorten.
 Vermijd het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Door het toepassen van voorgaande richtlijnen, stimuleer je
de biodiversiteit. Hierdoor trek je ook nuttige insecten aan,
die mee de schadelijke kunnen bestrijden. Om dit natuurlijk
evenwicht te behouden, gebruik je best zo weinig mogelijk
gewasbeschermingsmiddelen. Indien nodig, gebruik dan een
selectief middel dat nuttigen spaart
4.
Ontwerp
In het ontwerp werd het natuurlijk karakter verder benadrukt
met o.a. een kronkelend pad. Ook werd de cultuurwaarde van
sommige planten in het ontwerp weergegeven zoals de
knotwilgen, gemengde haag, wilgengrienden,… De planten
werden uitgeplant naargelang hun combinatiemogelijkheden op
vlak van bloemkleur, bloeiperiode, bloeistructuur en andere
plantkarakteristieken.
Ontwerp: Pieter Goossens, Frank Lagaert
Aanleg: Andy Janssens, Frank Lagaert, Pieter Goossens,
Culann Keys, Robrecht Drieghe
5.
Plantenlijst
In het ontwerp werden volgende planten aangewend
 Bomen
Betula pendula
Prunus padus
Malus sylvestris
Quercus robur
Salix alba
Sorbus aucuparia
Tilia cordata
Ruwe berk
Gewone vogelkers
Wilde appel
Zomereik
Schietwilg (knotboom)
Wilde lijsterbes
Winterlinde
 Struiken
Amelanchier ovalis
Calluna vulgaris ‘Red favorite’
Cornus sanguinea
Coryllus avellana ‘Rote zellernus’
Cytisus scorapius
Euonymus europaeus
Erica carnea
Hippophae rhamnoides
Ligustrum vulgare ‘Atrovirens’
Myrica gale
Rosa canina
Salix vivimalis
Taxus baccata
Viburnum lantana
Viburnum opulus
Europees krentenboom
Struikheide
Rode kornoelje
Rode hazelaar
Bezenbrem
Wilde kardinaalsmuts
Dopheide
Duindoorn
Wilde liguster
Wilde gagel
Hondsroos
Katwilg
Venijnboom
Wollige sneeuwbal
Gelderse roos
 Klimplanten
Lonicera periclymenum ‘Belgica’
Humulus lupilus
Clematis vitalba
Wilde kamperfoelie
Wilde hop
Bosrank
 Haagplanten
Acer campestre
Carpinus betulus
Crataegus monogyna
Fagus sylvatica
Ilex aquafolium
Prunus spinosa
Rhamnus catharticus
Rosa rubiginosa
Ulmus laevis
Veldesdoorn
Haagbeuk
Eenstijlige meidoorn
Beuk
Hulst
Sleedoorn
Wegedoorn
Egelantier
Olm
 Bodembedekkers
Ajuga reptans
Frageria vesca
Gallium odoratum
Hedere helix
Juniperus communis ‘Repanda’
Polygonum bistorta
Kruipend zenegroen
Bosaardbei
Lievevrouwebestro
Klimop
Jeneverbes
Adderwortel
 Vaste planten
Achillea millefolium
Duizendblad
Achillea millefolium ‘Feuerland’
Duizendblad
Aconitum napellus
Blauwe monnikskap
Allium ursinum
Daslook
Anemone nemorosa
Bosanemoon
Anthemis tinctoria
Gele kamille
Arum maculatum
Gevlekte aronskelk
Aquilegia vulgaris
Akelei
Aquilegia vulgaris ‘Bordeaux Barlow’
Akelei
Campanula persicifolia ‘Telhamm beauty’
Perzikbladig klokje
Carex flacca
Zeegroene zegge
Digitalis purpurea ‘Alba’
Vingerhoedskruid
Dipsapus fullonum
Wilde kaardenbol
Dryopteris affinis
Goudschubvaren
Eupatorium cannabinum
Leverkruid
Geranium pratense
Beemdooievaarsbek
Geranium pratense ‘Mrs Kendall clark’ Beemdooievaarsbek
Hyacinthoides non-scripta
Boshyacint
Leucanthemum vulgare ‘Maikoning’
Gewone margriet
Melilotus officinalis
Honingklaver
Narcissus pseudonarcissus ‘Dutch master’ Wilde narcis
Osmunda regulis
Koningsvaren
Papaver rhoeas ‘Mother of pearl’
Klaproos
Primula veris
Gulden sleutelbloem
Saponaria officinalis
Zeepkruid
Scabiosa columbaria ‘Pink Mist’
Duifkruid
Stachys sylvatica
Bosandoorn
Symphytum officinale
Gewone smeerwortel
Verbascum nigrum ‘Album’
Koningskaars
Viola odorata ‘Red charm’
Maarts viooltje
 Waterplanten
Butomus umbellatus
Euphorbia palustris
Filipendula ulmaria
Hippurus vulgaris
Hottania palustris
Iris pseudoacarus
Mentha aquatica
Myositis palustris
Myriophyllum spicatum
Nuphar lutea
Nymphaea alba
Persicaria amphibia
Potamogetom natans
Potentilla palustris
Saggitaria saggitifolia
Zwanenbloem
Moeraswolfsmelk
Moerasspirea
Lidsteng
Waterviolier
Gele lis
Watermunt
Moerasvergeet-mij-nietje
Aardvederkruid
Gele plomp
Witte waterlelie
Veenwortel
Drijvend fonteinkruid
Wateraardbei
Pijlkruid
 Bloemenweide
Achillea millefolium
Centaurea thuillieri
Dipsacus fullonum
Echium vulgare
Hypericum perforatum
Leucanthemum vulgare
Malva moschata
Origanum vulgare
Silene latifolia ‘alba’
Geranium pyreneicum
Agrostemma githago
Centaurea cyanus
Leucanthemum segetum
Papaver rhoeas
Duizendblad
Knoopkruid
Wilde kaardenbol
Slangenkruid
Sint-Janskruid
Gewone margriet
Muskuskaasjeskruid
Wilde marjolein
Avondkoekoeksbloem
Bermooievaarsbek
Bolderik
Korenbloem
Gele ganzenbloem
Klaproos
Download