Basiscursus sterrenkunde Waarnemen Didier Van Hellemont (a.i. Jef De Wit) – 19 januari 2017 Astronomische waarnemingen plannen: –wanneer ga ik kijken? –waarmee? –waar? –welke objecten? Waarom? plezier (“astrotoerisme”) – meesten op Urania – WGAS (donderdagavond) hobby semi-professioneel: – – – – International Meteor Organisation AAVSO (schattingen variabelen / SN) kometen ontdekken zonnewaarnemingen Wanneer? astronomisch donker (hzon < -18°) object ‘s nachts boven de horizon geen storend maanlicht (...) plaats aan de hemel – zo hoog mogelijk – ver van storende verlichting externe factoren Waar? hoog & droog: – waterdamp – bewolking – vervuiling weinig/geen lichtpollutie – directe lichtpollutie – indirect (lichtkoepels) uitzicht op hele hemel N O Z W N O Z W beste telescoop = de telescoop die je het meeste gebruikt beste waarneemplaats = de plaats waar je het meeste waarneemt Voor een donkere hemel moet je een uur rijden (vanuit Hove). Waarneemplekken WGAS: -richting oosten: Postel - richting noordwesten: Wissenkerke (Zeeland) - richting zuidoosten: Ramillies Draaibare sterrenkaarten http://sterrenkundeapps.nl/alleapps/ Sterhelderheden magnitudeschaal – ontwikkeld door Hipparchus (6 helderheidsklassen) – logaritmische schaal 1 magnitude verschil 2.5 x helderder of zwakker 5 5 magnitudes verschil = 100 x helderder / zwakker ( 100) hoe negatiever, hoe helderder Hoeveel sterren zien we? # starts Σ stars magnitude range % increase -1 -1.50 to -0.51 2 2 0 -0.50 to +0.49 6 8 400% 1 +0.50 to +1.49 14 22 275% 2 +1.50 to +2.49 71 93 423% 3 +2.50 to +3.49 190 283 304% 4 +3.50 to +4.49 610 893 316% 5 +4.50 to +5.49 1,929 2,822 316% 6 +5.50 to +6.49 5,946 8,768 311% 7 +6.50 to +7.49 17,765 26,533 303% Sterrenbeelden 88 sterrenbeelden: – groepjes sterren – duidelijke grenzen – namen vaak uit mythologie: Gemini Sagittarius Orion Ursa Major Ursa Minor Tweelingen Boogschutter Orion Grote Beer Kleine Beer Eugene Joseph Delporte (18821955) Gem Sgr Ori UMa UMi Sterrenkaarten projectie: – halve bol weergeven op plat vlak – horizon – zenit – windrichtingen (N, O, Z, W) identificeren sterrenbeelden helderheden van sterren • sterren tot mag 7,6 • handig formaat • voldoende voor meeste DSO • refractors spiegelen het beeld • sterren tot mag 9,5 • voorhet‘diepere’werk • freeware Cartes du Ciel • voor de zwakkere DSO • flexibel (bv. spiegeling) Wat hebben we nodig? waarnemingsprogramma rode en witte zaklamp aangepaste kleding – heldere nachten ook in de zomer fris – meerdere lagen juistlopende horloge – UT = zomertijd - 2 uur – UT = wintertijd - 1 uur Wat hebben we nodig? schrijf- en noteergerief – potlood, geen bic – papier en onderlegger optisch materiaal – toebehoren niet vergeten – eenvoudig gereedschap voorzien drank en eten tip: maak een lijstje! Waarnemingsomstandigheden Seeing (1) “luchtonrust” ~ atmosferische toestand ~ hoogte object (# luchtmassa’s) ~ uur van de dag/nacht schaal: – I = perfect stabiel en rustig beeld – V = trillend, zeer onrustig beeld Seeing (2) hoe meten? – twinkelen heldere sterren – door een (verre)kijker lokale seeing vermijden – vermijd temperatuurverschillen – omgevingsfactoren (roofing, asfalt...) kan snel veranderen pas je programma aan Transparentie (1) “doorzichtigheid” twee niveaus: – aan de grond (mist, nevel, pollutie) – atmosfeer (wolken, waterdamp, stof) ~ weer ~ plaats op aarde Transparentie (2) schaal: – I = kristalheldere hemel – V = mistige, nevelachtige hemel hoe meten? – overdag: kleur hemel, hemel bij zon – horizontale zichtbaarheid – kleur zonsondergang – grensmagnitude Grensmagnitude zwakste ster die men kan zien hoe meten? – schatten (vereist ervaring) – intekenen en naderhand checken – via een sequens (bv. Polaris) – tellen in een afgebakend gebiedje – SQM minstens één maal per uur meten Planeetwaarnemingen Zichtbaarheid planeten (20u30) Planeten (1) kleine objecten: – Venus, Jupiter: max. 50” – andere planeten soms maar 2-3” helder: – Me/Ve/Ma/Ju/Sa: -4.6 < m < +2.5 – Uranus en Neptunus resp. m +6.2 en +7.7 – Pluto: m +14 steeds in de buurt van de ecliptica Planeten (2) typische planetenwaarneming: – planeet hoog aan hemel – goede seeing – doorzichtigheid van secundair belang kijker: – zo klein mogelijke obstructie (contrast) – stevige opstelling – hoge vergrotingen (soms tot 2.4 D) Planeten (3) wetenschappelijk werk: – weer op andere planeten – ontdekken planetoïden – speciale verschijnselen technieken: – juiste weergave: moeilijk – wachten op goede seeing – kiezen van de optimale vergroting – doorzetten is de boodschap Planeten (4) planeten zitten volgende jaren laag aan de hemel Mercurius en Venus kleine elongatie vaak laag aan de horizon (seeing) fase diameter verandert géén details op Mercurius Venus: – vage vlekken (licht/donker) – hoorntjes Venus & Mercurius Mars oppositie gemiddeld om de twee jaar diameter: 3” tot 25” magnitude: -2 tot +2 kleurenfilters waarnemingen: – stofstormen – grote gebieden – blue clearing Jupiter diameter: 30” tot 50” magnitude -2 waarnemingen: – atmosferische verschijnselen – Grote Rode Vlek – maantjes – bedekkingen en overgangen maantjes Saturnus diameter: 15-20” magnitude: 0 à +1 ringen: – scheiding van Cassini – veranderende hoek maantjes oppervlaktedetails Uranus en Neptunus magnitude resp. +6.2 en +7.7 (gem.) diameter resp. 3.5” en 2.5” waarnemingen: – opzoeken met verrekijker – schijfje en kleur ontwaren Pluto magnitude +14 diameter < 1” waarnemingen: – opzoeken... – beweging tussen sterren Nog zonnestelsel Maan Zon (nooit zonder filter!) Kometen Planetoïden Kunstmanen ... ISS Toolbag ISS Deep-skywaarnemingen Soorten deep-sky objecten sterren – dubbelsterren – variabelen sterrenhopen – bolvormige – open “nevels” – gasnevels – galaxieën – planetaire M42 - Orionnevel M42 - Orionnevel M13 - bolhoop in Hercules M45 - Pleiaden of Zevengesternte NGC 7331 Deep-sky (1) grote variatie in helderheid grote variatie in diameter grote variatie in uitzicht bv.: – M42: groot en helder – M33: groot en zwak – M76: klein en helder oppervlaktehelderheid magnitude zichtbaarheid M33 M57 5,7 9,0 gemakkelijk? moeilijk? magnitude zichtbaarheid grootte OH (SB) zichtbaarheid M33 M57 5,7 9,0 gemakkelijk moeilijk 71’x42’ 1,3’x1,3’ 14,2 9,2 (zeer) moeilijk gemakkelijk Deep-sky (2) kiezen van het gepaste instrument, bv.: – melkweg: blote oog – M31: binoculair – NGC7331: grote kijker typische deep-sky kijkers: – Dobsons (grote diameter, kort brandpunt) – richfieldkijkers (bv. 125 mm f/4) – grote binoculairs (bv. 14x100) z = 1.037 D = 8.083 Gyr Deep-sky (3) typische deep-sky waarneming: – object hoog aan hemel – goede doorzichtigheid – seeing (soms) minder belangrijk – donkere, maanloze hemel Deep-sky catalogi (1) Messier (M): – 110 vrij heldere objecten – willekeurige indeling New General Catalog (NGC): – meer dan 7000 objecten – geklasseerd volgens rechte klimming Index Catalog (IC): – aanvulling op NGC – duizenden objecten Deep-sky catalogi (2) speciale catalogi – honderden verschillende (bv. H400, Lunar 100) – volgens soort object – beperkte bruikbaarheid voor amateurs Deep-sky catalogi (2) nieuwkomer: Caldwell-catalogus – ontworpen in 1995 door Patrick Moore (UK) – (heldere) deep-sky objecten zonder M-nummer – geklasseerd volgens declinatie Technieken (1) geschikte vergroting kiezen – uittreepupil = Dmm / V donkeradaptatie – diameter oogpupil – minstens een kwartier – rode zaklamp gebruiken perifeer kijken kijker beetje bewegen Technieken (2) gebruik van filters – lichtpollutie – doorlaatfilters (bv. UHC/OIII) opzoekmethodes: – richten – star-hopping – deelcirkels – electronisch (GoTo, PushTo) En om af te sluiten: enkele mooie verschijnselen eclips schemerstralen iriserende wolken asperatus undulatus wolken lichtende nachtwolken (dubbele) regenboog (ook bij Maan!) regenboog met zon onder horizon gordel van Venus bijzon (sundog) 22°halo maanhalo 22° corona bijmaan Slides? mail naar [email protected] naam achterlaten