het bijbelse kernwoord zegel/ verzegelen

advertisement
HET BIJBELSE KERNWOORD ZEGEL/ VERZEGELEN
I. HET OUDE TESTAMENT
I. A. Het Hebreeuwse woord chotaam/ chatam
Het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord chootaam = zegel en het Hebreeuwse werkwoord chataam = verzegelen.
Onderstaande gegevens zijn verzameld uit Gesenius’ Hebr. und Aram.
Handwörterbuch; 16e Aufl. 1915 en Abr. Trommius, Nederlandse Concordantie..
I.A.a. Betekenis van de tekstgegevens
(Oorspronkelijk van: afsluiten, verzegelen)
Lev. 15:3; Job 24:16.
1. zegel, zegelring: Job 41:6 (Sir
38:29; 42:7); 38:14 (in de klei gedrukt)
2. Zegel van de koning (signet): 1
Kon. 21:8
3. In de Efod: sardonixstenen met de
12 namen van de zonen van Israël,
als zegels gegraveerd (in gouden
kastjes): Ex. 28:11, 21, 36; 39:6, 14,
30.
4. De gouden plaat (heiligheid des Heeren) op het voorhoofd van Aäron, met
zegels gegraveerd Ex. 28:36; 39:30 (Sir. 32:6)
5. Een zegel aan een snoer, om de hals gedragen: Gen. 38:18; Hoogl. 8:6
6. Een zegelring aan Gods rechterhand: Jer.22:24: Jechonja; Hag.2:24:
Zerubbabel. Hebr.chotèmèt = zegelring.
1. Verzegelen (ook passief):
a) De koopbrief/ -brieven (+ ondertekenen): Jer. 32:10, 44;
b) Brieven van de koning met de
koninklijke zegelring: 1 Kon. 21:8;
Esth. 8:8, 10;
c) De getuigenis/ de wet onder mijn
leerlingen: Jes..8:16;
d) De steen op de leeuwenkuil: Dan.
6:18;
e) Zonden/ profeet verzegelen: Dan.
9:24;
f) Dit verzegeld boek: Dan. 12:4; een
verzegeld boek: Jes.29:11;
g) De sterren verzegeld: Job 9:7;
h. Verzegeld in Gods schatten: Deut.
32:34;
1
i. Een verzegelde (koop)brief: Jer. 32:10v, 14;
j. Een brief met de ring van de koning verzegeld: Esth.3:12; 8:8, 10);
k. Mijn overtreding is in een bundeltje verzegeld: Job 14:17;
l. Een verzegelde fontein: Hoogl. 4:12;
m. De verzegelingen: Neh. 10:1,2;
n Woorden toegesloten en verzegeld tot het einde: Dan. 12:9;
o Hij zegelt de hand van ieder mens toe: Job 37:7:
p. Hij verzegelt hun kastijding: Job 33:16.
I. A.b Samenvatting + toepassing
In het navolgende geven wij de belangrijkste noties weer van de betekenis
van de kernwoorden zegel/ verzegelen in de Bijbel (OT); een
aantal conclusies uit het boven opgesomde tekstmateriaal.
Op de afbeelding hiernaast een zegel op een brief.
1. Het woord verzegelen heeft van ouds de betekenis van:
a) van een loden stempel voorzien (plomberen); Ez. 9:4.
b) met was, lak klei afsluiten (dicht-/vastmaken) en daarop het zegel afdrukken. Vgl. Job 38:14.
c) sigilleren (van een sigillum voorzien; t.w. van geheimhouding).1
2. Onder oud Israël (zie de tekstgegevens) werden verzegeld:
 Een brief waarvan de inhoud geheim moest blijven
 Een boekrol (Jes. 29:11), ook wel. een koopakte waarin de
rechten op een stuk land waren vastgelegd.Vgl. Jer.
32:10vv. Op de afbeelding een boekrol, afgesloten met zeven
perkamenten bladen (vgl. Openb. 5; zie ook de andere
genoemde teksten).
 De sterren (Job 9:7); God verbergt in de schepping de
sterrenhemel achter dikke wolken en houdt die voor ons oog
verborgen.
ISBE in E-sword zegt van de letterlijke betekenis van het woord ‘zegel:.’ A seal is
an instrument of stone, metal or other hard substance (sometimes set in a ring), on
which is engraved some device or figure, and is used for making an impression on
some soft substance, as clay or wax, affixed to a document or other object, in token
of authenticity.’ Bijbels woordenboek in Online Bijbel vertelt: Een zegel werd
gemaakt door een graveur, die een afbeelding en/ of een naam in metaal of
edelsteen sneed (Ex.28:11). ‘In Babylonia the seal generally took the form of a
cylinder cut in crystal or some hard stone, which was bored through from end to
end and a cord passed through it. The design, often accompanied by the owner's
name, was engraved on the curved part. The signet was then suspended by the cord
round the neck or waist….’ From the earliest period of civilization the finger-ring on
which some distinguishing badge was engraved was in use as a convenient way of
carrying the signet.’ Aldus ISBE (E-sword).
1
2
3. Een geschrift vanwege een hoge autoriteit droeg vaak een koninklijk zegel
(afdruk met een koninklijke zegelring; zoals bij ons een handtekening). Zie de
teksten uit het boek Esther o.a.. Vgl. Josephus, Ant. 20.2.3. Zo’n verzegeld
stuk was een bewijs van authenticiteit en autoriteit. .Zie verder ook de steen
op de opening van de leeuwenkuil waar Daniël in werd geworpen).
4. In de borstlap van de hogepriester was onder oud-Israël de zg. Efod
aangebracht, een borstschild van sardonixstenen met
de 12 namen van de zonen (stammen) van Israël, als
zegels gegraveerd (in gouden kastjes). In de Efod
bevonden zich ook twee lotsstenen (Urim en
Tummim) . Zie Ex. 28 en 39.
De hogepriester had een gouden plaat op zijn
voorhoofd met daarop het: Heilig de Heere’ .
5. Een zegelring, een juweel (bewijsstuk van haar
liefde) wil de bruid uit het Hooglied gaarne op het hart gedragen hebben (aan
een snoer om zijn hals) of ook aan de arm van haar Beminde. Hoogl. 8:6. De
King James vertaling heeft: Place me as a signet-ring on thy heart, as a
signet-ring on thine arm! Zo dragen een as. bruidegom en bruid/ man en
vrouw in onze dagen en land immers ook nog steeds een ring als pand van
hun wederzijdse onvervreemdbare en onafscheidelijke liefde. Zie ook Jer.
22:24 waar koning Jechonja de zegelring aan Gods rechterhand wordt
genoemd (God zal hem wegrukken) en Hagg.2:24 (hier wordt Zerubbabel
Gods zegelring genoemd). Zo dierbaar en nauw aan God verbonden kan
blijkbaar ook een leidinggevende zijn.
6. Jesaja wil de openbaring van Godswege samenbinden en verzegelen (als
een boekrol) en die gegrift hebben in de harten van zijn leerlingen; zij mogen
a.h.w. de oorkonde zijn, waarin dat alles vastligt. Verzegelen is: vastmaken/
bevestigen.
Vgl. Jes. 8:16. Hoe nodig, dat het profetisch Woord zo ook in onze harten
wordt verankerd. Ook wij hebben dat profetisch Woord dat zeer vast is en
mogen daarop achtgeven als op een licht, schijnend in het duister; net
zolang, totdat de dag aanlicht en de morgenster opgaat in ons hart.(2 Petr.
1:19). Zie ook Dan.12:4 waar geschreven wordt over een verzegeld boek dat
door velen nagespeurd wordt. Wat wij in Jer. 32:14 lezen over het opbergen
van een brief in een aarden vat, mag zeker niet betekenen, dat we de inhoud
van het Woord van God voor anderen geheimhouden.
7. Ook werd oudtijds Gods verbond bij tijden vernieuwd en opnieuw
bekrachtigd. T.t.v. Nehemia bijv. Hij en vele anderen (leidingevenden,
priesters en levieten) zetten hun zegel op het geschreven verbond tussen God
en Zijn volk (Neh. 9:38; Neh.10:1vv). Doen wij dat ook niet, elke keer als wij
met onze kinderen bij het doopvont staan. Wij signeren a.h.w. dan de
verbondsbetrekking tussen de Heere en ons.
3
8.
In Job 9:7 lezen we, dat God (als een universele ervaring van Zijn
Goddelijke macht) de sterrenhemel achter dikke wolken verbergt en die voor
ons oog verborgen houdt. De commentaar van Keil-Delitz zegt hiervan:: ‘He
seals up the stars, i.e., conceals them behind thick clouds, so that the day
becomes dark, and the night is not made bright. One may with Schultens
think of the Flood, or with Warburton of the Egyptian darkness, and the
standing still of the sun at the word of Joshua; but these are only single
historical instances of a fact here affirmed as a universal experience of the
divine power.’
9. Moeiljk verklaarbaar, maar intussen een ware hartversterking is het, als
in het lied van Mozes (Deut.32:34) wordt betuigd, dat God voor Zijn volk
schatten achter de hand heeft. De Heere gaat recht doen aan Zijn volk. Dat
houdt enerzijds in, dat God een wraak doende God is, Die de zonde als iets
onvergetelijks in gedachten heeft. Maar ook dat Hij gaarne vergeeft trouw
blijft aan Zijn verbond. Al laat de vervulling van het profetisch Woord soms
nog wel eens even op zich wachten. Gods woorden worden dan toegesloten
en verzegeld tot het einde (Dan. 12:9).
10. Weergaloos diep zijn de woorden uit het overbekende hoofdstuk 14 van
het boek Job (zo vaak gelezen op begrafenissen): Mijn overtreding is in een
bundeltje verzegeld en Gij pakt mijn ongerechtigheid opeen (Job 14:17). In
verzekerde bewaring bij God weet Job de bundel van zijn overtreding en
samengepakte ongerechtigheid. Kan het dieper, ootmoediger? O God, wees
mij de zondaar genadig!
11. Beroep op genade en vergeving, maar ook beduchtheid voor alle kwalijke
invloeden van de wereld horen bij elkaar. Daarom mag de Bruidegom in
Hoogl.4:12 van Zijn bruid zeggen, dat zij een besloten hof, een besloten wel,
een verzegelde fontein is. Een verzegelde fontein is beschermd tegen alle
onreinheid. 2. Vgl. Gen.29:3; Spr. 5:15-18.
Excurs over het woord signet (in Easten Bible Dictionary in Bible Works)
‘A seal used to attest documents (Da 6:8-10,12). In (Da 6:17) this word
properly denotes a ring. The impression of a signet ring on fine clay has
recently been discovered among the ruins at Nineveh. It bears the name and
title of an Egyptian king. Two actual signet rings of ancient Egyptian
monarchs (Cheops and Horus) have also been discovered.
When digging a shaft close to the south wall of the temple area, the engineers
of the Palestine Exploration Fund, at a depth of 12 feet below the surface,
came upon a pavement of polished stones, formerly one of the streets of the
city. Under this pavement they found a stratum of 16 feet of concrete, and
among this concrete, 10 feet down, they found a signet stone bearing the
Keil-Delitz: ‘To a locked garden and spring no one has access but the rightful
owner, and a sealed fountain is shut against all impurity. Thus she is closed
against the world, and inaccessible to all that would disturb her pure heart, or
desecrate her pure person’.
2
4
inscription, in Old Hebrew characters, "Haggai, son of Shebaniah." It has
been asked, Might not this be the actual seal of Haggai the prophet? We
know that he was in Jerusalem after the Captivity; and it is somewhat
singular that he alone of all the minor prophets makes mention of a signet
(Hag 2:23) See SEAL
II. HET NIEUWE TESTAMENT
II.A. Het Griekse woord dat in de Evangeliën wordt gebruikt voor zegel/ verzegelen is: σφραγίς / σφραγίζω / κατασφραγίζομαι Een ander Grieks woord dat
verwant is aan het bovenstaande Griekse woord voor verzegelen is:
ασφαλίζώ verzekeren in de zin van afsluiten, vast en zeker maken. Dat wordt
in het NT ook gezegd van het persoonlijk verzekerd worden/ zijn in het
geloof. Eveneens het Griekse woord πειθω (Rom. 8:38; 2 Tim. 1:5, 12 o.a.).
II. A.a Tekstgegevens/ korte omschrijvingen (volgens Trommius)
σφραγίς (sphragis)







Een zegel der rechtvaardigheid des geloofs (Rom.4:11)
Het zegel mijns apostelschaps zijt gij (1 Kor.9:2)
Het vaste fundament Gods staat…, hebbende dit zegel (2 Tim. 2:19)
Een boek verzegeld met zeven zegels (Openb.5:1, 2, 5, 9; 6:1)
Het Lam opent het 2e tot en met 7e zegel (Openb. 6:1,3,5,7, 9,12; 8:1)
Een engel met het zegel van de levende God (Openb.7:2)
Hebbende het zegel Gods aan hun voorhoofden (Openb.9:4).
σφραγίζω / κατασφραγίζομαι (sphragidzoo/ katasphragidzoo)














De steen verzegeld hebbende (Matth.27:66)
Die heeft verzegeld, dat God waarachtig is (Joh.3:33)
Want dezen heeft God de Vader verzegeld (Joh.6:27)
Als ik dan deze vrucht verzegeld zal hebben (Rom.15:28)
Die ons ook heeft verzegeld (2 Kor.1:22)
Verzegeld geworden met de h.Geest (Ef.1:13)
Verzegeld zijn tot de dag der verlossing (Ef.4:30)
Ik zag een boek, verzegeld met 7 zegels (Openb.5:1)
De dienstknechten verzegeld aan hun voorhoofden (Openb.7:3)
Die verzegeld waren uit alle geslachten (Openb.7:4)
Uit het…geslacht…12.000 verzegelden (Openb.7:5-8)
Verzegeld hetgeen de 7 donderslagen gesproken hebben (Openb.10:4)
Wierp hem in de afgrond en verzegelde die (Openb.20:3)
Verzegel de woorden der profetie niet (Openb.22:10)
II.A.b Samenvatting en toepassing
1. In het NT komen we net zoals in het OT het woord zegel/ verzegelen tegen
in de zin van afsluiten, afschermen tegen vreemde indringers; stempelen,
ontoegankelijk verklaren. Zo bijv. wat de wachters bij het graf van Jezus
doen in de hof van Jozef. (Matth.27:66). Dit verzegelen is een vorm van
5
authentiek verklaren,
merkteken. 3
ratificatie
en
beveiliging;
stempelen
met
een
2. Hoezeer Jezus Christus ook dood en begraven was (weg uit onze
leefgemeenschap), Hij stond op van onder de doden en leeft nu eeuwig. 4
In het boek van Openbaring 5 ligt er een boekrol in de hand van het Lam. Dit
boek is als een koopactie, waarin de grondrechten van de kinderen van God
vastliggen. Zoals bijv. in Jer. 32:10vv. Deze rol is verzegeld, dichtgebonden
met zeven zegels. Niemand kan erin lezen behalve het Lam. Maar wat erin
staat ligt vast: De zachtmoedigen zullen de aarde beërven. Hem is gegeven
alle macht in hemel en op aarde. Welk een rijke belofte. Het Lam waakt
erover. De herstelde aarde ligt voor Gods gemeente klaar.
Maar wat te denken van de draak, de oude slang, de duivel/ satan? Zal de
macht van de hel het op aarde ooit verliezen? Gaat het zeker in onze tijd niet
met een vaart de helling af? Zeg het a.u.b. maar anders. Al gaat die
aartsvijand nog zo te keer, hij trekt aan het kortste eind. In Openb.20:3 lezen
we, dat hij geworpen is en opgesloten onder een verzegeld deksel in de
afgrond, voor eeuwig (Openb. 20:3). De heilstijd is onomkeerbaar
aangebroken in het Lam dat de victorie heeft.
3.. Met Hem is er een gemeente gegeven, verzegeld uit alle gelachten (Israël
en de volken). Gods verkorenen hebben het zegel aan hun voorhoofd, d.w.z.
het eigendomsbewijs van het toebehoren aan God. Daarmee is het a.h.w.
‘gelabeld’ als met het zegel van het toebehoren aan God. Zij draagt het zegel
van een apostolische gemeente, vrucht van apostelschap (1 Kor. 9:2); d.w.z.
dat de gemeente (niet alleen van Korinthe) het bewijsstuk is van het
zegenrijke werk van apostelen (vgl. Ef. 2:20vv). Ieder die het getuigenis van
de Zoon heeft aangenomen, heeft verzegeld (bevestigd), dat God waarachtig
is. (Joh. 3:33).
‘Door te geloven in Christus, hechten wij er ons zegel aan, dat God trouw is
aan al Zijn beloften die Hij heeft gedaan m.b.t. Christus bij monde van al
Zijn heilige profeten, aan wat Hij zwoer aan onze vaderen (er is geen tittel of
jota van gevallen).’(samenvatting van comm.van M. Henri).
4. En hoe ziet die gemeente van het Lam er dan uit? Het zijn er 144.000 = 12
x 12 x 10 x 10 x 10 (de volheid van Israël en de volkeren). Het is een
verzegelde gemeente, met een merkteken als het eigendom van God. Zo Tim.
2:19. Er is iets dat de christelijke gemeente fundeert. Er is iets, dat de
gemeente tot gemeente van God stempelt. En dat zegel of stempel is iets
tweeledigs: De Heere kent al de Zijnen (van God). En: Die de Naam van
Christus noemt, sta af van ongerechtigheid (voor God).
E-Sword (ISBE): We read of the chief priests and Pharisees sealing the stone at the
mouth of our Lord's tomb in order to “make the sepulchre sure” against the
intrusion of the disciples (Mat.27:66). Compare the sealing of the abyss to prevent
Satan's escape (Rev.20:3).
4 E-sword (ISBE): The Father has sealed the Son, i.e. authenticated Him as the
bestower of life-giving bread (Joh.6:27)…
3
6
De Heere kent al de Zijnen. Dat is het eigendomsbewijs. Bij alles wat vliedt of
bezwijkt: een onzegbaar diepe troost. Gods gemeente staat of valt niet met
een handvol dwaalleraars. Daarom gaan wij hen ook niet één, twee, drie uit
de weg. De Heere heeft Zich verbonden aan en blijft verbonden met de
Zijnen. Dat is de kern van alles. Zijn gemeente behoort Hem toe. En Hij zorgt
ook Zelf voor die gemeente. Hij weet wie Hem trouw blijven. Hij zorgt ervoor,
dat er getrouwen zijn en blijven. Calvijn schrijft: 'Hoewel de zwakheid van
ons vlees zeer groot is, nochtans zo zijn de uitverkorenen buiten gevaar,
omdat hun vastigheid niet hangt aan hun eigen kracht, maar zij zijn in God
gegrond.’
Maar naast het eigendomsbewijs is er ook het kenteken. De uitverkorenen
zijn getekenden. Die de Naam van Christus noemt, sta af van
ongerechtigheid. Eigendomsbewijs en kenteken horen bij elkaar.
Uitverkiezing en heiliging zijn onafscheidelijk aan elkaar verbonden.
Wanneer iemand wil weten, of hij een gekende des Heeren is, zal hij het
kenteken daarvan moeten vertonen: afstaan van ongerechtigheid. Een
afvallige worden van duivel, wereld en zonde.
5. Hebben de gelovigen daarvan een bewijsstuk? Ja, in besnijdenis en doop.
In Rom. 4:11 wordt de besnijdenis een zegel van de rechtvaardigheid des
geloofs genoemd De besnijdenis als een rechtsgeldig contract. Het grote
voorbeeld is Abraham Eerst heeft Abraham leren geloven. Dat is ook voor
ons het eerst nodige. Daarna kwam voor Abraham de besnijdenis = het teken
en zegel van de weldaad van de rechtvaardiging. Zo ook de doop, een teken
en zegel van God, waardoor de belofte van het Evangelie door ons des te
beter verstaan wordt en aan ons wordt verzegeld (Heid.Cat., zondag 25). Als
Abraham door het geloof onze geestelijke vader is geworden, komt er ook
voor ons een dubbele streep onder Gods belofte en weldaad van de
rechtvaardiging te staan, in de doop, waarin God Zijn belofte aan onze
harten verzegelt. Maarten Luther had met houtskool op de wand van zijn
kamer in de Wartburg geschreven: ‘Baptisatus sum’ - ik ben gedoopt.5
6. Kortom, het geloof in Jezus Christus is het kenmerk van Gods gemeente
op aarde. Maar hoe is dat geloof er gekomen en hoe blijft het in stand?
Daarover schrijft de apostel Paulus veelvuldig. O.a. in 2 Kor. 1:22 waar hij
schrijft over God, die ons heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in
onze harten gegeven.’ Gods Geest, werkzaam in de harten, is het zegel/
onderpand van de Geest. Daaraan is de gemeente van Christus herkenbaar.
Zij is verzegeld geworden met de heilige Geest (Ef.1:13), tot de dag der
verlossing (Ef. 4:30).
ISBE in E-Sword: ‘The circumcision of Abraham was a “sign” and “seal,” an
outward ratification, of the righteousness of faith which he had already received
while uncircumcised (Rom_4:11; compare the prayer offered at the circumcision of
a child, “Blessed be He who sanctified His beloved from the womb, and put His
ordinance upon his flesh, and sealed His offering with the sign of a holy covenant”;
also Targum Song 38: “The seal of circumcision is in your flesh as it was sealed in
the flesh of Abraham”).
5
7
En dat alles draagt op zijn tijd ook vrucht. De collecte die Paulus op het
zendingsterrein overal voor de moedergemeente te Jeruzalem heeft
gehouden, mag weldra door hem aan die gemeente overhandigd worden. Hij
wil de collecte als een zak graan die met een zegel is gesloten, daar bezorgen
(Rom. 15:28).
7. Maar hoe is het met de gelovigen nu zover gekomen? Daarover schreef de
apostel reeds in Ef. 1:13v. De Efeziërs hoorden het Evangelie van hun
zaligheid en leerden het beamen met heel hun hart. En in die weg (doordat
zij het geloofden) werden zij bevestigd in de waarheid van dat Evangelie. Hier
is dus geen sprake van een ‘second blessing’ in de zin van: Eerst geloof ik
met een kinderlijk (soms aangevochten) geloof; daarna komt Gods Geest en
bedeelt mij met bijzondere gaven, waardoor het alles rotsvast in mij wordt
gemaakt en mijn geloof voortaan van geen wankelen meer weet. Veeleer is
het zo, dat ieder die het heerlijke Evangelie van Gods reddende genade met
heel zijn hart gelooft, ook steeds weer en meer verdiept moet worden (bij
trappen en mate), zodat hij verzekerd mag zijn een kind van God te zijn en
zijn verkiezing van eeuwigheid als een eeuwig Godswonder mag aanbidden.
Die volle zekerheid breekt niet altijd meteen door, als iemand tot geloof
komt. Het kan zijn, dat men daar lang over doet en eerst later, nadat
men tot geloof gekomen is, tot volle overgave aan Christus komt. Er
moeten soms nog zoveel hindernissen uit de weg worden geruimd.6
Maar wat Paulus in Ef. 1:13 schrijft is niet
onduidelijk. Hij bedoelt hier niet te zeggen: er is
een 'two-stage experience': eerst een kinderlijk
geloven (eigenlijk nog niet veel bijzonders) en
daarna: een 'second blessing', een doop met de
heilige Geest, het eigenlijke werk. Wie het zo
zegt, haalt de dingen uit elkaar.
Het is veeleer zo, dat de heilige Geest mij
eenvoudig leert geloven in het Woord van Gods
beloften en dat tot waarheid in mijn binnenste
maakt. De heilige Geest is als een zegel. En wat is een zegel? Een brief
die verzegeld is met het zegel van de afzender, wordt door dat zegel
gekenmerkt als een echte en onvervalste brief. Een schaap of een slaaf
die het stempel dragen van hun meester, zijn daardoor gewaarmerkt en
voor ieder herkenbaar als het onvervreemdbaar eigendom van die heer.
In Efeze 1:13 gaat het echter niet om een uitwendig teken. Hier wordt de
heilige Geest Zelf het zegel genoemd. Dat wil zeggen, dat de Geest ons
die in Christus mogen geloven, gegeven is als een waarmerk en garantie,
dat we Gods onvervalste eigendom zijn. Hij stempelt ons af, zodat wijzelf
Hoe vaak zijn ook de discipelen van Jezus niet aangevochten en bestreden. Denk
slechts aan de ervaring van de storm op zee. Gelukkig, als het dan mag zijn: Wij
hebben ’s Vaders Zoon aan boord…
6
8
en iedereen weten, aan wie we toebehoren: aan Hem en aan niemand
anders en dat voor eeuwig! Daarvan mogen wij een uitwendig teken
dragen, in de besnijdenis en in de doop.7
8. Wil iemand soms weten, hoe het tenslotte allemaal zal aflopen? Wat staat
er nog te gebeuren? Wij mogen ons hart vasthouden. Onophoudelijke
verschrikkingen staan er te gebeuren. Let op het getal van het beest uit de
aarde: 666 (het getal van de mens op het toppunt van zijn macht). En let op
het merkteken (Gr.charagma) aan de rechterhand en op het voorhoofd van
alle mensen van de eindtijd; hun tattouage (‘het schandvlek van hun
dienstbaarheid’ – J.H.Gunning); wie die niet heeft, kan in geen winkel meer
terecht).(Lees de woorden van de profetie. Verzegel ze niet (Openb. 22:10).
D.w.z. maak het Woord van God niet door uw ongeloof ontoegankelijk. En zie
intussen uit met de Geest en de bruid naar de komst van de Bruidegom. Wat
een dag zal dat zijn! Als Hij alle dingen nieuw maakt.
O Heer’!, wanneer komt die dag
Dat ik toch bij U zal wezen
En zie Uw aanschijn geprezen.
Psalm 42:1 slot; ber. Datheen.
----------------------------------------------------1.In deze voordracht is gebruik gemaakt van 1. Gesenius’ Hebr. und Aram.
Handwörterbuch; 16e Aufl. 1915; de Hebr. woorden voor zegel/ verzegelen. 2.
Trommius’ concordantie, s.v. zegel, verzegelen/ verzekeren. 3. Robertson’s Word
Pictures in Bible Works en Easten Bible Dictionary in Bible Works. 4. Woordenboek
(ISBE = Internat. Standard Bible Encyclopedie, s.v. seal) in E-sword. 5. Online –
Bijbels woordenboek in Online Bijbel (ed. 1.41).
De kanttekeningen van de Statenvertaling zeggen dan ook terecht: 'Want deze
verzegeling des Geestes geschiedt door het geloof en op het geloof (Gal. 3:2; Rom. 8:15; 2 Kor. 1:22; 5:5; Ef. 4:30)'. 'De verzegeling des Geestes die daarbij (bij het geloof)
gevoegd wordt, is de wedergeboorte of vernieuwing van Gods beeld in ons, waarmee
Hij onze zielen begiftigt en daarop drukt, als wij in Christus geloven, om ons meer
en meer te verzekeren van de uitvoering van Zijn beloften (2 Kor.1:21,22; 3:18) en
betuigt bovendien hetzelve aan ons gemoed als met een Goddelijke inspraak waarover wij ook God als onze Vader durven aanroepen (Rom. 8:15; Gal. 4:6)...'
7
9
Download