Content Management: les 2 Wat is content? Kennis: - Gecreëerd door het interpreteren van informatie = internalisatie In hoofden van mensen Epistemologie (al heel lang geleden vroeger mensen zich af wat kennis is Kennisdeling, communicatie & informatie: - We coderen communicatie tot een boodschap, die dan weer gedecodeerd wordt tot de ontvanger (bijvoorbeeld leerkracht => leerlingen, boodschap = de les) Wanneer kennis wordt doorgegeven, wordt kennis informatie Prater heeft invloed op omgeving (=externalisatie) Buiten de hoofden van mensen Kennis in presenteerbare indeling vastgelegd op een bepaald medium = informatie Informatie is geïnterpreteerde kennis. Informatie wordt verwerkt. Informatie = discursief. Informatie staat steeds in context. Zinnen op zichzelf betekenen niets, het is het geheel. Data: - Computers denken anders dan mensen: Eerste aanzet om informatie te digitaliseren (kennis & informatie in digitale vorm brengen) Oorsprong WOII => proberen te decoderen van boodschappen vijand Engelsen moesten Duitse boodschappen decoderen, is gelukt door uitvinding van de computer. Later ook wetenschappelijk, industrie & accounting. Ruwe & onverwerkte informatie Discreet & gefragmenteerd Niet discursief, kan uit context worden getrokken want er is geen context/ Bijvoorbeeld binaire getallen, financiële data,… Later zag men meer potentieel in computers. Ook audio, video, … Computersystemen konden in het verleden al moeilijk om met rijkheid van moderne informatie (want enkel data, geen informatie!) Metadata: - Extra informatie bij data in een voor de computer handelbaar formaat. Zodat de computer data kan “begrijpen”. Omsluit informatie en maakt ze nuttig Wordt opgeslagen in databanken (en/of XML-formaat) Metadata genereren gebeurd steeds op de achtergrond Bv 1: Boek op computer zetten. Je kan heel boek typen, maar dan ken je nog niet inhoud, auteur, onderwerp, jaar publicatie, titel, … => daarvoor dient dus metadata die deze informatie inhoud. BV 2: Google calendar. Je geeft informatie in verschillende velden (bijvoorbeeld tijd, locatie, …) zodat de computer die informatie kan gebruiken, in plaats van dat je alles in een groot tekstvak zou zetten, dan weet hij niet wat, wat is. Content: Informatie die wordt “gebruikt” en die wordt verzameld met het oog een bepaalde taak te verrichten, niet nuttig om alles te digitaliseren. Organiseren: - Informatie organiseren => informatie nuttig maken Oneindig veel manieren Hangt af van soort publiek, soort informatie, soorten medewerkers Waarom deze informatie organiseren? - Controle! (voorspelbaarheid & standaardisatie => positieve controle, niet macht) Controle over het proces, bepalende factoren, infrastructuur Bijvoorbeeld: prijscatalogus aanvullen, wanneer verschillende werknemers dit doen, doen zij dit op verschillende manieren (andere schrijfwijze, andere volgorde, …) Bepalende factoren: rechten, controle over nieuwsbrieven, klanten,… Infrastructuur: Bedrijfsomgeving controleren (serverschema’s en dergelijke) - Content: manageability (content beheren, mogelijkheid tot aanpassen) Herbruikbaarheid (1 artikel dat kan gebruikt worden via mail, nieuwsbrief en vele andere toepassingen door dit slechts eenmaal in te geven) Contenttypes: - Modellen die de vorm van content bepalen Standaardisatie die leidt tot manageability Component => 1 onderdeel van de content Een benoemd model van een type van informatie Een set van regels voor het invoeren & uitvoeren van content (bijvoorbeeld veld voor titel, hoofdtekst, … => auteurs moeten regels volgen) - Zijn de kern van het content model - Bepalen welke informatie die kan worden aangeleverd - Organiseren en bepalen van collection, management, publishing Bv: als je later chronologisch wil rangschikken heb je een datumveld nodig, datum is in dit geval een contenttype! - Hebben individueel opgeslagen elementen. - Elementen => basiseenheden van contentmanagement-systemen - Hebben types & waarden o Bepaald door doel o Bepaald door invoer, management & publicatie o Bepaald door wat ze bevatten (bijvoorbeeld tekst, video, audio, …) Component => 1 instantie, 1 lid van een type = een bruibaar stukje informatie - Telkens bij het aanmaken van nieuwe content Bij importeren van bestaande content Bij het opslaan van content Bij het archiveren / verwijderen van content Verzamelen van statistieken …