De economische wereldcrisis

advertisement
Diamant
De economische wereldcrisis
Opdrachtenblad
Inleiding
In 1929 brak een crisis uit die in korte tijd de economie in een groot deel van de wereld
aantastte. De economische crisis zou jaren duren, tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.
Hoe is het ontstaan van deze langdurige economische crisis te verklaren?
Opdracht 1
Bekijk de oorzaken die in het schema beschreven staan. Vul in het schema het gevolg (of
de gevolgen) van die oorzaken in. Als je het niet zeker weet mag je in je boek kijken. Als het
schema is ingevuld ga je naar de volgende opdracht. De negende oorzaak is niet ingevuld,
probeer deze zelf te bedenken of in je boek op te zoeken.
Opdracht 2
Haal de negen losse kaartjes uit de envelop en plaats ze samen met je medeleerling in de
grote lege diamant. Bedenk bij het samenstellen van de diamant dat je de minst belangrijke
oorzaak van de economische wereldcrisis helemaal onderin plaatst. Hoe hoger je in de
diamant komt, des te belangrijker vind je de oorzaak. De belangrijkste oorzaken krijgen dus
een plaats boven in de diamant. Als je het met elkaar eens bent over de samenstelling van
de diamant schrijf je de oorzaken in de lege diamant hieronder.
196
Actief Historisch Denken 3 | Economische wereldcrisis
Opdracht 3
Geef door middel van een kleur in de diamant aan om welke soort van oorzaak het gaat.
Probeer een oorzaak onder een van de kleuren onder te brengen. Het gaat om accenten.
Mocht een oorzaak onder meer verschillende soorten te plaatsen zijn, breng dan meerdere
kleuren aan.
Kleur oorzaken van overwegend:
- politiek-bestuurlijke aard:
- sociaal-economische aard:
- cultureel-mentale aard:
blauw
rood
groen
Vul de onderstaande vragen in:
1. Geef aan welke oorzaak jullie het meest belangrijk vinden en beargumenteer jullie
keuze.
De oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vinden wij het meest belangrijk omdat:
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
2. Geef aan welke oorzaak jullie het minst belangrijk vinden en beargumenteer jullie
keuze.
De oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vinden wij het minst belangrijk omdat:
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
3. Welke oorzaak hebben jullie op het lege kaartje ingevuld. Licht toe waarom je voor deze
oorzaak hebt gekozen.
De oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . hebben wij toegevoegd, omdat:
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
4. Is er een soort oorzaak die het meeste voorkomt? Zo ja, verklaar dit.
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
5. Het verklaren van een gebeurtenis is erg complex. Sommige gevolgen zijn vaak weer
oorzaken. Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld uit de opdracht.
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
Actief Historisch Denken 3 | Moderne Tijd
197
Diamant
De economische wereldcrisis
Invulblad
In 1929 brak een crisis uit die in korte tijd de economie in een groot deel van de wereld
aantastte. De economische crisis zou jaren duren, tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hoe is het ontstaan van deze langdurige economische crisis te verklaren?
Oorzaak
Gevolg
1 Overproductie in landbouw
en industrie
2 Live now
Pay later. Veel
consumenten
kopen producten
op krediet (leningen).
3 Beurskrach.
Aandelenkoersen
dalen sterk.
4 Optimisme
over de economie. Iedereen
zou welvarend
worden.
5 President
Hoover grijpt niet
in op het moment
dat de economie
achteruit gaat
(laissez-faire)
6 Weinig toezicht op baken.
7 Fabrieken
sluiten.
8 Begrotingstekort van de overheid loopt op.
9
198
Actief Historisch Denken 3 | Economische wereldcrisis
Diamant
De economische wereldcrisis
In 1929 brak een crisis uit die in korte tijd de economie in een groot deel van de wereld
aantastte. De economische crisis zou jaren duren, tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hoe is het ontstaan van deze langdurige economische crisis te verklaren?
Oorzaak
Gevolg
1 Overproductie in landbouw
en industrie
Prijzen van producten dalen, winst van de bedrijven neemt af.
Werknemers worden ontslagen. Bedrijven en boeren gaan failliet.
2 Live now
Pay later. Veel
consumenten
kopen producten
op krediet (leningen).
Consumenten lenen veel geld. Als het economisch minder gaat
kunnen ze dit niet terug betalen aan de banken. Banken gaan failliet. Vertrouwen in de stabiliteit van de economie verdwijnt.
3 Beurskrach.
Aandelenkoersen
dalen sterk.
Koersen dalen, bedrijven en banken zien hun vermogen slinken en
kunnen failliet gaan. Spaarders raken hun spaargeld kwijt.
4 Optimisme
over de economie. Iedereen
zou welvarend
worden.
Mensen durven makkelijk geld te lenen en risico’s te nemen
(beleggen).
5 President
Hoover grijpt niet
in op het moment
dat de economie
achteruit gaat
(laissez-faire)
Overheid geeft geen steun aan bedrijven of banken om overeind
te blijven.
6 Weinig toezicht op baken.
Banken kunnen makkelijk geld lenen aan mensen. Er is geen
toezicht op een gezonde bedrijfsvoering.
7 Fabrieken
sluiten.
Mensen raken werkloos en hebben geen inkomen meer. De vraag
naar producten daalt verder.
8 Begrotingstekort van de overheid loopt op.
Door dalende inkomsten gaat de overheid flink bezuinigen op
uitkeringen e.d.
9
Actief Historisch Denken 3 | Moderne Tijd
199
Diamant
De economische wereldcrisis
Kaartjes met oorzaken
Vergeet niet het lege kaartje ook in de envelop te stoppen!
200
Overproductie
Optimisme
Beurskrach
Weinig toezicht op
banken
Fabrieken sluiten
Begrotingstekort loopt
op
Hoover wil niet ingrijpen
Live now, pay later
Overproductie
Optimisme
Beurskrach
Weinig toezicht op
banken
Fabrieken sluiten
Begrotingstekort loopt
op
Hoover wil niet ingrijpen
Live now, pay later
Actief Historisch Denken 3 | Economische wereldcrisis
Diamant
De economische wereldcrisis
Diamant
Plaats de kaartjes uit de envelop in de lege vlakken van de diamant.
Actief Historisch Denken 3 | Moderne Tijd
201
Download