File - Chantal Koelewijn

advertisement
Regisseur
Chantal Koelewijn
500634805
1
Inleiding
Mijn naam is Chantal Koelewijn, ik ben een HBO-V student aan de Hogeschool van
Amsterdam. U bent op mijn portfolio om te lezen over mijn ontwikkelingen als HBO-V
student. In dit document vertel ik u over mijn bevorderingen van de beroepsrol Regisseur.
De rol van Regisseur is verbonden met de continuïteit en coördinatie van zorgverlening.
Hieronder vertel ik u over mijn stages en laat ik bewijzen zien, dit koppel ik tevens aan de
beroepscompetenties die bij de beroepsrol regisseur hoort.
2
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 2
Competenties .......................................................................................................................................... 4
De student coördineert, onder begeleiding, zorgverlening. ............................................................... 4
Stage jaar 2 ...................................................................................................................................... 4
Stage jaar 3 ...................................................................................................................................... 4
Stage jaar 4 ...................................................................................................................................... 5
De student coördineert, onder begeleiding, preventieprogramma’s en voorlichtingsactiviteiten. ... 6
Stage jaar 2 ...................................................................................................................................... 6
Project Minor Kind........................................................................................................................... 6
Bijlagen .................................................................................................................................................... 8
Taken als EVV’er .................................................................................................................................. 8
Beoordelingsformulier EVV’er ............................................................................................................. 9
Beoordelingsformulier Verpleegplan ................................................................................................ 10
Verpleegplan ..................................................................................................................................... 11
Bewijs competentie 4 – Jaar 3 ........................................................................................................... 26
Bewijs Competentie 4 – Jaar 4 .......................................................................................................... 26
3
Competenties
De student coördineert, onder begeleiding, zorgverlening.
Stage jaar 2– PG afdeling Amstelveen
Leerdoel: “Ik kan een eerst verantwoordelijke verpleegkundige (EVV’er) voor een zorgvrager
zijn 2 weken lang op het einde van mijn stage .”
Beginsituatie: Ik weet een heel klein beetje wat een eerst verantwoordelijke
verpleegkundige is, en wat haar taken zijn. Een EVV’er draagt zorg voor de coördinatie en
continuïteit van het zorgproces. Op school hebben we nog niks gehad over het zijn van een
EVV’er, dit vind ik wel jammer dat ik dus nog geen kennis hierover heb.
Voornemens: Een EVV’er zijn voor een of meerdere bewoners is een grote
verantwoordelijkheid voor een verpleegkundige. Zij zorgt ervoor dat coördinatie en
continuïteit van de zorg is voor de bewoners. Mijn voornemens zijn om zoveel mogelijk
taken en verantwoordelijkheid te dragen voor een bewoner.
Proces: Ik heb samen met mijn werkbegeleider overlegd voor wie ik EVV’er wordt. Nadat we
dit besloten hadden heb ik zoveel mogelijk voor haar gedaan. Zo heb ik voor haar een
zorgplan gemaakt, ik heb zelfstandig met de arts een MDO gehouden over deze bewoner, ik
heb samen met de arts gesprekken gehad met mevrouw, ik heb de activiteiten begeleiding
ingeschakeld en gesproken over mevrouw en ik heb voor alle 14 bewoners van de afdeling
een zorgoverzicht gemaakt. Deze onderdelen heb ik onder begeleiding of zelfstandig
uitgevoerd en na afloop er over gesproken met mijn werkbegeleider.
Resultaat: Na de 2 weken dat ik EVV’er ben geweest, heb ik een beoordelingsgesprek gehad
samen met mijn werkbegeleider over hoe het is gegaan. Zij was erg tevreden! Mijn zorgplan
voor mevrouw vond zij erg goed, en ook de arts vond mijn zorgplan goed. De arts vond dat ik
een goed MDO heb gevoerd en goed heb voorbereid.
Stage jaar 3 – Antoni van Leeuwenhoek, Chirurgie
Leerdoel: “Ik kan na 8 weken zelfstandig de verpleegkundige zorg uitvoeren en coördineren
voor 2 laag tot midden complexe patiënten.”
Beginsituatie: Ik heb tijdens mijn eerste stage alleen maar meegelopen en af en toe iets
zelfstandigs mogen doen. Tijdens mijn tweede stage heb ik wel de zorg zelfstandig
uitgevoerd en gecoördineerd maar dit ware geen complexe patiënten. Ik wil nu zelfstandig
de zorg gaan uitvoeren en coördineren voor 2 laag tot midden complexe patiënten.
Voornemens: Mijn voornemens voor dit leerdoel was om aan het begin mee te lopen met
mijn begeleiders en kijken hoe zij dit doen. Daarna wilde ik zelf langzaam gaan beginnen met
4
mijn eigen patiënten. Ik wilde hier veel mee bezig zijn aan het begin van mijn stage zodat ik
dit leerdoel snel kon afronden en kon groeien in mijn stage.
Proces: Ik heb de eerste week meegelopen met mijn begeleiders. Zij hebben mij veel kunnen
uitleggen wat er moest gebeuren en hoe je dag goed kon indelen. Na deze week ben ik zelf
begonnen met mijn eigen patiënten. Ik begon met laag complexe patiënten om in te komen.
Elke week ging het beter en beter. Ik ben erg gegroeid in dit proces. Na 8 weken had ik dit
leerdoel zeker behaald.
Resultaat: Zoals ik hierboven al beschreef had ik dit leerdoel na 8 weken zeker behaald. Ik
ben erg gegroeid in dit leerdoel. Op het eind van mijn stage had ik 2 midden complexe
patiënten of 3/4 laag complexe patiënten. Dit leerdoel heb ik dus zeker wel behaald.
Stage jaar 4 – Kraamafdeling AMC
Leerdoel: “Ik kan na 19 weken zelfstandig de ster dienst* op de afdeling draaien”
Voornemens: Tijdens mijn vorige stage heb ik regelmatig de sterdienst geobserveerd. Zelf
ben ik nog nooit een sterdienst geweest. Ik wilde met dit leerdoel de coördinatie goed onder
controle zien te krijgen. Mijn voornemens waren om mee te lopen met verpleegkundige die
de sterdienst waren en vragen aan hen te stellen. Vervolgens wilde ik dit dan zelf gaan
proberen.
Proces: Op het einde van mijn stage ben ik begonnen met de sterdienst draaien. Ik had al
eerder met verpleegkundige gewerkt die de sterdienst hadden en kon zo observeren hoe zij
het deden. Mijn begeleider had met mij doorgenomen wat mijn taken waren en ik zou alles
met haar overleggen.
Resultaat: Ik ben drie keer de stipdienst geweest en een hiervan was een erg drukke maar
wel leuke/intensieve dienst. Zelf had ik 2 patiënten, zij waren allebei nog erg hulp
behoevend, en een student mee. Ik werd vaak gebeld voor mogelijke opnames, dit heb ik
overlegd met mijn begeleider. Na deze dienst heb ik nabesproken met mijn begeleider en zij
vond dat ik het erg goed gedaan had voor een eerste keer plus 2 hulp behoevende patiënten
en een student.
5
De student coördineert, onder begeleiding, preventieprogramma’s en
voorlichtingsactiviteiten.
Stage jaar 2– PG afdeling Amstelveen
Leerdoel : “Ik kan een verpleegplan ontwerpen, plannen, evalueren en bijstellen voor een
zorgvrager die geen complexe zorg nodig heeft na 15 weken.”
Beginsituatie: Ik heb afgelopen jaar klinisch redeneren gehad op school. Hier hebben wij
geleerd hoe een verpleegplan moet worden opgesteld. Verder heb ik geen ervaringen met
verpleegplannen. Ik ga dus met dit leerdoel veel leren.
Voornemens: Mijn voornemen voor dit leerdoel was, dat ik zelfstandig een verpleegplan kan
opzetten voor een bewoner. Dit op twee verschillende manieren, op de manier van Gordon
voor school en op de manier hoe ze het op stage doen. Dit wilde ik binnen de 15 weken
afhebben.
Proces: Rond week 9/10 ben ik begonnen met dit leerdoel, ik had met mijn werkbegeleider
een bewoner uitgezocht waarvoor ik een verpleegplan zou maken. Toen ik met haar man
een afspraak had gemaakt om een gesprek te voeren kreeg mevrouw helaas een CVA. Zij is
na een week overleden. Een week voor haar overlijden is er een andere bewoner gekomen,
ik had besloten met mijn werkbegeleider om dan voor hem een verpleegplan te maken. Na 2
a 3 weken toen ik al bezig was met mijn verpleegplan is meneer opgenomen in het
ziekenhuis i.v.m. complete uitdroging. De kans dat hij terug zou komen van nihil. Ik moest
toen weer opnieuw beginnen, dit maal voor weer een nieuwe bewoner die op de kamer van
die andere mevrouw was gekomen. Ik heb meneer een week geobserveerd en ben meteen
aan de slag gegaan. Na 2weken had ik mijn verpleegplan op de manier van stage af, en de
manier van school op een onderdeel na ook, ik moest mijn interventies nog uitvoeren.
Helaas heeft meneer ook een hersenbloeding gehad en is ook na een week overleden. Dit
keer heb ik met overleg van mijn werkbegeleider, praktijkbegeleider en docentbegeleider
besloten het zo te laten.
Resultaat: Mijn verpleegplan volgens de manier van stage is door mijn werkbegeleider
beoordeeld en goed gekeurd. Zij heeft mij feedbackgegeven en een beoordelingsformulier
ingevuld. Ondanks een hoop tegen slagen is het gelukkig wel gelukt.
Project Minor Kind
Een onderdeel van deze minor was een groot project. Dit project heb ik samen met nog 7
andere meiden gedaan. De opdracht voor de projectgroep is het ontwerpen van een
informatief product voor kinderen die een orgaantransplantatie moeten ondergaan. Het
eindproduct werd beoordeeld op het projectproduct, het evaluatieverslag samenwerking en
de aanwezigheid en participatie in de projectgroep. Dit project heb ik met mijn projectgroep
6
afgesloten met een 8. U kunt hier het project + beoordeling vinden:
http://chantalkoelewijn.weebly.com/school.html.
7
Bijlagen
Taken als EVV’er
8
Beoordelingsformulier EVV’er
9
Beoordelingsformulier Verpleegplan
10
Verpleegplan
Anamnese (intake gesprek)
1: Gezondheidsbeleving en instandhouding
Hoe is uw gezondheid in het algemeen? Dhr is bekend met Alzheimer.
Wat zijn de belangrijke dingen die u doet om gezond te blijven: N.v.t.
Rookt u, drinkt u, gebruikt u drugs, doet u aan zelfonderzoek? Nee
Bent u wel eens betrokken geweest bij ongevallen/ongelukken? Nee
Heeft u het altijd gemakkelijk gevonden om de voorschriften van de arts of de
verpleegkundige op te volgen? Dhr heeft hulp nodig bij medicatie. Klaarzetten + toedienen.
Dhr slikt ze wel in zijn geheel in.
Belangrijk voor verblijf: Dhr heeft een gezichtsverlamming. Dhr heeft een laag HB gehalte
 snel moe
2: Voedings- en stofwisselingpatroon
Wat eet en drinkt u normaal dagelijks?(soort/hoeveelheid) Dhr drinkt en eet zelfstandig,
heeft de laatste tijd wat moeite om zelfstandig te eten. ( Dhr. kan sinds kort niet meer
zelfstandig eten. Dhr krijgt verdikt drinken, Dhr hamstert sinds kort.)
Maakt u gebruik van aanvullende middelen? (vitamines, preparaten, tussendoortjes) Dhr
heeft een bovengebit.
Hebt u de laatste tijd gewicht verloren/toegenomen? (hoeveel) Doordat Dhr slecht eet, is
Dhr afgevallen. (hoeveel is niet bekend.)
Is er de laatste tijd wat veranderd in uw lichaamslengte? (hoeveel) Nee
Volgt u een speciaal dieet? Nee
Problemen met het eten; slikklachten: Dhr heeft de laatste tijd wat moeite om zelfstandig
te eten  stimuleren. (Dhr moet geholpen worden met eten. Dhr hamstert veel, Dhr krijgt
nu ook verdikt drinken.)
Problemen met het gebit: Nee.
Heeft u huidproblemen (defecten, droog): Dhr heeft doorlig plekken op zijn voeten.
Genezen wonden goed of slecht? Nog niet bekend.
11
3: Uitscheidingspatroon:
Hoe is uw mictiepatroon (frequentie, hoeveelheid, geur, problemen, zo ja onder controle?):
Niet bekend over mictieproblemen.
Incontinent: Ja
Hoe is uw defecatiepatroon (frequentie, vorm consistentie, kleur, geur): Dhr is bekend met
zwarte ontlasting, Dhr slikt staaltabletten.
Incontinent: Ja
Heeft u pijn of ongemakken? (laxantia)
Overmatige transpiratie, sterke transpiratiegeur: Nee
4: Activiteitenpatroon:
Lichaamsbeweging (welke, hoe regelmatig): Dhr zit in een rolstoel, kan kleine transfers
maken. Dhr heeft momenteel een lage HB, hierdoor kan Dhr niet op zijn benen staan.
(Dhr kan tegenwoordig geen transfers meer maken. Dhr word nu geholpen met de actieve
lift.)
Vrijetijdsbesteding (welke code):





Niveau 0: Volledig vermogen tot persoonlijke zorg
Niveau 1: heeft apparaten of hulpmiddelen nodig
Niveau 2: Heeft hulp of begeleiding van andere nodig
Niveau 3: Heeft apparaten/hulpmiddelen en begeleiding nodig
Niveau 4: Is volledig van anderen afhankelijk
Energie: Dhr heeft door een lage HB weinig energie
Functiebeperkingen: Dhr kan heel kort staan met behulp van de actieve lift. Dhr heeft een
klapvoet & evenwichtsproblemen
Gebruik hulpmiddelen: Dhr maakt gebruik van een rolstoel en de actieve lift (of passieve
lift bij lage HB en angst)
Aankleden: Met hulp
Wassen: Met hulp
Haarverzorging: Met hulp
Nagelverzorging: Met hulp
12
Gebitsverzorging: Met hulp
Scheren: Met hulp
Huidverzorging: Met hulp
Make-up en sieraden: N.v.t.
Hulp bij in/uit bad: Met hulp
Hulp bij wassen: Met hulp
Hulp bij houding in bed/stoel: Met hulp
Hulp bij aan-/uitkleden: Met hulp
Hulp bij lopen: Rollator (alleen fysio probeert dit)  inmiddels loopt Dhr niet meer.
Hulp bij eten: Zelfstandig. Wel stimuleren  inmiddels met hulp
Hulp bij toiletgang: Met hulp, Dhr draagt inco-materiaal
Hulp bij medicatie: Met hulp, slikt ze in zijn geheel door
Mobiliteit: Dhr zit in een rolstoel, loopt bijna niet.  inmiddels zit Dhr in een passieve
rolstoel en loopt Dhr niet meer
5 Slaap- en rustpatroon
Gewoonlijk goed uitgerust en klaar voor de dag na het ontwaken? Dhr slaapt goed
Problemen met het inslapen, hulpmiddelen, dromen, nachtmerries of vroeg wakker ? Nee
Regelmatige perioden voor rust en ontspanning ? Dhr gaat in de middag naar bed om te
rusten.
Slaapmedicatie: Nee
Dhr heeft een AD-matras i.v.m. doorligplekken
6: Cognitie- en waarnemingspatroon:
Maakt u gebruik van een gehoorapparaat? Ja aan de rechterkant. Links is Dhr geheel doof
Maakt u gebruik van een bril? Ja
Geheugen: Dhr is bekend met Alzheimer.
Concentratie: N.v.t.
13
Aanleren nieuwe dingen: N.v.t.
Pijn: Nee.
Communicatie: Dhr heeft een spraakgebrek (stotteren). Dhr is links geheel doof. Dhr komt
vaak niet uit zijn woorden. Ook praat Dhr heel zachtjes. Dhr is bekend met een soort
Alzheimer waar alles langer duurt om het te verwerken.
7: Zelfbelevingspatroon:
Persoonsomschrijving: Dhr was penningmeester van het schoolbestuur. Dhr heeft een
rechtenstudie gedaan.
Mentale toestand: Dhr is heef Alzheimer, Dhr heeft geen zicht op zijn toestand.
8: Rollen- en relatiepatroon:
Alleenstaand/relatie/familie: Dhr is getrouwd en heeft 4 kinderen
Hoe staan de familieleden, gezinsleden, anderen tegenover ziekte/opname? Echtgenote
mist Dhr maar weet dat dit beter is. Jongste zoon is geestelijk gehandicapt en vind het
daarom moeilijk om Dhr zo te zien. Ook de 2e zoon vind het erg lastig om alles te
verwerken.
Consequenties voor thuissituatie: Dhr kan niet meer thuis wonen.
Gegevens over bezoek: Familie komt geregeld langs.
Dhr kwam vanuit een ander verpleeghuis.
9: Seksualiteits- en voorplantingspatroon: N.v.t.
10: Stressverwerkingspatroon:
Grote veranderingen in persoonlijke leven: Dhr kreeg Alzheimer. Dhr is door zijn
spraakvermindering ontslagen  grote inpact!
Gesprekspartner: Echtgenote, dochter
Manier van problemen te lijf gaan: Dhr is tegenwoordig snel angstig, rustig Dhr vertellen
wat er gaat gebeuren.
14
11: Waarden- en levensovertuigingenpatroon:
Consequenties levensbeschouwing: Rooms katholiek
Consequenties culturele gebruiken: N.v.t.
Toekomstperspectief: N.v.t.
15
Clusteren:
Medische diagnose: Alzheimer
1) Intake (voedsel en vocht)
 Hamsteren met eten
 Hulp met eten
 Verdikt vloeistof
 Valt af wegens weinig voedsel inname
 Droge huid
 Halfzijdige verlamming in het gezicht
2) Activiteiten
 Laag Hb gehalte
 Immobiel
 Weinig energie
 In de middag rusten
 Doorligplekken op de voeten (wegens liggen in bed)
 Incontinent
 Klapvoet
 Evenwichtsproblemen
3) Communicatie
 Weinig energie
 Spraak gebrek (komt niet uit zijn woorden)
 Links geheel doof
 Stotteren
 Angstig bij ADL
 Praat zacht
 Vorm van dementie, waarbij moeite is om dingen te verwerken
Cluster 1
Hypothese 1
Hypothese 2
Hypothese 3
Intake
Ondervoeding (risico)
Zelfzorgtekort: eten
Vochttekort
(een feitelijke of dreigende,
voor het metabolisme niettoereikende inname van
voedingsstoffen of inadequate
omzetting van voedingsstoffen
met of zonder gewichtsverlies,
bij een persoon die niet nuchter
hoeft te zijn.))))
(niet volledig in staat zijn om
activiteiten uit te voeren die
nodig zijn om zelf te eten)
(vasculaire, interstitiële of
intracellulaire dehydratie)
(voedsel en
vocht)
16
Verschijnselen:
Verschijnselen:
Verschijnselen:
Moet aanwezig zijn:
Ontoereikende
voedselinname, bij een
persoon die niet nuchter
hoeft te zijn, minder dan
aanbevolen dagelijkse
hoeveelheid, met of zonder
gewichtsverlies +
En/of calorische behoefte
feitelijk of potentieel groter
dan inname. +
Kan aanwezig zijn:
- Gewicht 10 tot 20% onder
ideale gewicht dat hoort bij
lengte en lichaamsbouw. - Huidploot triceps, omtrek
bovenarm en omtrek
bovenarmspieren minder
dan 60% van standaard. - Spierzwakte en
(pijngevoeligheid) - Snel geïrriteerd zijn of
verwardheid +
- kan eten niet snijden of
kan verpakkingen niet
openen +
- kan eten niet naar mond
brengen +
Moet aanwezig zijn:
- ontoereikende orale
vochtopname +
- negatieve vochtbalans
(urine word niet gemeten)
- gewichtsverlies +
- droge huid/slijmvliezen +
Kan aanwezig zijn:
- toegenomen natrium in
serum (niet bekend)
- afgenomen uitscheiding
van urine of buitensporige
uitscheiding van urine (niet
bekend)
- sterk geconcentreerde
urine of frequent urineren +
- dorst/misselijkheid/gebrek
aan eetlust +/-
Conclusie:
Conclusie:
Conclusie:
Dhr eet sinds kort
onvoldoende, vocht en
voedingslijsten worden
bijgehouden.
Dhr kan de laatste tijd niet
meer zelfstandig eten. Dhr
wordt geholpen met eten.
Dhr krijgt weinig vocht
binnen, dat is bekend. Veel
belangrijke metingen zijn
helaas onbekend. Hierdoor is
de diagnose niet 100%
betrouwbaar.
Percentage: 100%
Percentage 80%
Cluster 2
activiteiten
Hypothese 1
Verminderde mobiliteit
(een beperking in de
bewegingsmogelijkheden,
zonder immobiel te zijn)
Percentage: 70%
Hypothese 2
Huidbeschadeging
(decubitus)
(laesie van lederhuid en/of
opperhuid)
Hypothese 3
Vermoeidheid
(sterk, aanhoudend gevoel van
uitputting in samenhang met
een verminderd vermogen om
lichamelijke en mentale arbeid
te verrichten en waarin door
rust geen verbetering optreedt.)
Verschijnselen:
Verschijnselen:
Verschijnselen:
Moet aanwezig zijn:
- verminderd in staat om te
bewegen +
- beperkingen in actieve
bewegingsmogelijkheden +
Kan aanwezig zijn:
- voorgeschreven
bewegingsbeperking +
- tegenzin om te bewegen -
Moet aanwezig zijn:
- schade aan opperhuid of
lederhuid +
Kan aanwezig zijn:
- ontvelling +
- Erytheem +
- Laesies (primaire,
secundaire) +
- pruritus (jeuk) -
Moet aanwezig zijn:
- verwoordt een aanhoudend
en overweldigend gebrek
aan energie te hebben - is niet in staat de normale
bezigheden te blijven
uitvoeren +
- verwoordt gevoel van
ellende -
17
Kan aanwezig zijn:
- het gevoel extra energie
nodig te hebben om
dagelijkse taken te kunnen
uitvoeren. +
- toename van lichamelijke
klachten +
- emotionele labiliteit of snel
geïrriteerd zijn - afgenomen
concentratievermogen +/- afgenomen
prestatievermogen +
- lethargie of lusteloosheid +
- verstoorde slaap -
Conclusie:
Conclusie:
Conclusie:
Er is bekend dat Dhr een
lage HB gehalte heeft.
Hierdoor heeft hij weinig
energie en dus ook
verminderde mobiliteit. Dhr
heeft ook last van een
klapvoet en
evenwichtsproblemen.
Dhr heeft door veel liggen
doorligplekken op de
voeten opgelopen. Deze
zijn gelukkig nog in de
eerste graad.
Dhr is bekend met een laag
Hb gehalte. Dhr heeft
ondanks een bloedtransfusie
gehad maar heeft niet meer
energie gekregen. Dhr
vertelt alleen niet dat hij
zicht vermoeid voelt.
Percentage: 98%
Percentage: 80%
Hypothese 2
Angst
Hypothese 3
Inadequate sociale
interactie
Percentage: 90 %
Cluster 3
communicatie
Hypothese 1
Inadequate
communicatie
(afname van het vermogen om
informatie over te brengen of
van een ander te
ontvangen(d.w.z. problemen
hebben met het uitwisselen van
gedachten, ideeën of wensen))
(gevoel van beklemming en
bezorgdheid dat samen met
een activering van het
autonome zenuwstelsel
optreed als reactie op een
niet te duiden dreigend
gevaar of onheil)
Verschijnselen:
Verschijnselen:
Verschijnselen:
Moet aanwezig zijn:
- verminderd vermogen om
te praten +
-spraakstoornis of
afwezigheid van spraak of
reactie +
Kan aanwezig zijn:
- conflicterende verbale en
non-verbale boodschappen -stotteren +
-dysartrie -afasie -spraak met onduidelijke
woordfragmenten +
Moet aanwezig zijn:
- de kenmerken komen
voor in drie categorieën:
fysiologisch, emotioneel
en cognitief - de symptomen variëren
met de mate van angst +
Moet aanwezig zijn:
- laat weten niet in staat te
zijn om stabiele,
ondersteunende relaties op
te bouwen en/of te
onderhouden +/- ontevreden met sociaal
netwerk Kan aanwezig zijn:
- sociaal isolement - oppervlakkige relaties - andere de schuld geven van
onderlinge problemen - andere vermijden -
(negatieve, onvoldoende of
onbevredigende reacties bij
sociaal contact)
18
-problemen om bij het
spreken het juiste woord te
vinden +
- zwakke stem of afwezig zijn
van stem +
-zeggen het niet te begrijpen
of niet begrepen worden +
- problemen met andere
mensen op het werk- andere geven aan dat
omgang problemen geeft - gevoel verkeerd begrepen
te worden - gevoel afgewezen te voelen
Conclusie:
Conclusie:
Conclusie:
Dhr is bekend met
spraakproblemen. Hierdoor
is Dhr soms moeilijk te
verstaan of te begrijpen.
Dhr is bekend met een
vorm van dementie
waarbij dingen langzaam
worden verwerkt.
Hierdoor is Dhr tijdens de
ADL soms angstig als er
niet duidelijk word verteld
wat er gaat gebeuren.
Doordat Dhr moeite heeft
met praten en bekend is met
Alzheimer kan hij zijn
contacten niet bijhouden.
Zijn vrienden en familie
komen langs, maar de
communicatie gaat
moeizaam.
Percentage 90%
Percentage 60%
Percentage 60%
PES
Intake (voedsel en vocht)
P  zelfzorgtekort: eten
E  Alzheimer
S  Dhr snijdt zelf zijn eten niet meer. Dhr laat het eten voor zich staan. Dhr brengt eten
niet uit zichzelf naar de mond. Dhr hamstert met zijn eten.
Activiteiten
P  Huidbeschadeging (decubitus)
E  doorligplekken op de voeten
S  Dhr heeft een lage Hb, heeft een bloedtransfusie gehad en doorligplekken opgelopen.
Communicatie
P  inadequate communicatie
E  spraakgebrek, stotteren
S  Dhr komt moeilijk uit zijn woorden. Dhr praat heel zacht. Dhr praat zachtjes. Dhr snapt
soms niet wat erg gezegd word.
19
Definitieve diagnose
P  zelfzorgtekort: eten
E  Alzheimer
S  Dhr snijdt zelf zijn eten niet meer. Dhr laat het eten voor zich staan. Dhr brengt eten
niet uit zichzelf naar de mond. Dhr hamstert met zijn eten.
Ik heb deze diagnose gekozen omdat als meneer niet goed eet, hij risico loopt op nog meer
problemen zoals: ondervoeding, vochttekort, decubitus en nog meer. Het is daarom
belangrijk dat meneer voldoende vocht en voeding binnen krijgt om andere problemen voor
te zijn.
Prognose:
In Carpenito staat bij beoogde resultaten: “De patiënt is in staat om zelf te eten of deelt mee
niet zelf te kunnen eten.” (p.482)(1). Door de Alzheimer en de fysieke toestand van Dhr is
het niet mogelijk dat Dhr weer in staat zal zijn om zelf te eten. Ook zal Dhr zelf niet
meedelen dat hij niet meer in staat is om zelf te kunnen eten door de Alzheimer. De
interventies in Carpenito zijn voornamelijk gericht om het gemak van het eten te
bevorderen. Het probleem alleen bij Dhr is dat hij niet meer zelfstandig eet of drinkt. Dit
komt door de Alzheimer. Dhr weet niet dat er eten voor hem staat, als dit verteld word aan
Dhr zegt hij ja, maar zal niet meer zelfstandig gaan eten of drinken.
Als ik nu naar Dhr kijk en zijn situatie, voorspel ik dat hij in een resultaatklasse 6 komt te
zitten. Verslechtering van het gezondheidsprobleem. Ik voorspel dit omdat de fysieke
toestand van Dhr erg verslechterd op het moment.
20
Prognostische factoren
Ziekte, stoornissen, beperkingen en handicap
 Dhr heeft de ziekte van Alzheimer, belangrijke symptomen zijn: vergeetachtigheid,
veranderingen in de persoonlijkheid, desoriëntatie en verlies van spraak. Ook heeft
Dhr al lange tijd van spraakproblemen, zoals stotteren en het niet vinden van de
juiste woorden. Dhr heeft aan de linkerkant van zijn gezicht ook een
gezichtsverlamming.
Gezondheidsrisico’s
 Dhr is al op oudere leeftijd, dit speelt natuurlijk veel mee. De fysieke toestand
verslechterd naarmate de tijd verstrijkt. Dit is te merken omdat Dhr in een korte tijd
erg achteruit is gegaan.
Omgevingsinvloeden
 Dhr heeft een echtgenote en 4 kinderen. De echtgenote van Dhr is veel aanwezig en
probeert zoveel mogelijk te regelen voor Dhr. Ook Dhr zijn dochter regelt veel voor
hem en zijn echtgenote. De Arts heeft ook geregeld contact met Dhr zijn echtgenote,
dit om alles goed te kunnen doorspreken en te regelen. Dhr heeft verder nog 3
zoons, waarvan de jongste geestelijk gehandicapt is. Deze zoon heeft veel moeite
met het verwerken dat zijn vader hard achteruit gaat.
Hulpbronnen
 Dhr woont in een verpleeghuis. Er is op elk moment van de dag verzorging en
verpleegging in de buurt. De arts komt op de momenten dat de verpleegging de arts
inschakelt. Dhr zijn echtgenote komt ook meerdere malen in de week om Dhr te
helpen met eten en drinken.
21
Beoogd resultaat
Het is belangrijk dat de cliënt niet ondervoed of uitgedroogd raakt. Daarom probeer ik een
plan op te zetten dat oogt op de resultaatsklasse 5, stabilisering van het
gezondheidsprobleem.
Individuele doelstelling rondom de cliënt
 De verzorging zorgt dat Dhr een minimale vocht en voeding op een dag binnen krijgt,
aangezien dhr dit niet zelfstandig meer kan.
Dit houd in dat Dhr de door de ingeschakelde diëtist opgestelde voedingsschema, binnen
krijgt.
RUMBA- eisen:
R  de doelstelling heeft te maken met het onderwerp
U  de doelstelling is voor iedereen begrijpbaar
M  de doelstelling is geformuleerd dat het eenvoudig meetbaar is.
B  de doelstelling is in termen van gedrag gesteld.
A  de doelstelling is haalbaar voor zowel verzorging als voor Dhr.
Hypothetische interventies
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1160 Bewaking van de voedingstoestand
Ik heb een vermoede dat deze interventie geschikt is, omdat het belangrijk is te weten wat
Dhr op een dag eet en drinkt, dit om te voorkomen of te beperken dat Dhr ondervoed of
uitgedroogd raakt.
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1260 Gewichtsregulering
Ik heb een vermoede dat deze interventie geschikt is, omdat het belangrijk is dat Dhr niet
gaat afvallen. Het is moeilijk Dhr later weer aan te laten komen. Het is daarom belangrijk dat
Dhr het gewicht wat hij nu heeft te handhaven.
22
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1050 Helpen met eten
Ik heb een vermoede dat deze interventie geschikt is, omdat Dhr niet meer zelfstanding kan
eten. Het is belangrijk dat Dhr toch zijn vocht en voeding binnen krijgt. Door middel van hulp
van de verzorging met eten, krijgt Dhr als nog zijn voeding en vocht binnen.
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1803 Ondersteuning bij persoonlijke zorg: eten
Deze interventie is goed van toepassing als Dhr zelf nog het eten naar de mond kan brengen.
Op dit moment kan Dhr dit helaas niet.
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1100 Voedingsbeleid
Ik heb een vermoede dat deze interventie geschikt is, omdat er samen met een diëtist een
voedingschema moet worden gemaakt voor Dhr. De zorg dragen voor of assisteren bij de
inname van uitgebalanceerde voeding is daarom erg belangrijk zodat Dhr niet ondervoed
raakt.
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 5614 Voorlichting: voorgeschreven dieet
Deze interventie zou heel goed zijn voor Dhr zodat hij ook bewust is dat hij op een optimaal
gewicht moet blijven. Helaas is Dhr bekend met Alzheimer en zou hij niet begrijpen dat hij
zich moet houden aan een voorgeschreven dieet.
23
Definitieve Diagnose
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1260 Gewichtsregulering
Activiteiten:
 Er word een methode ontwikkeld om de dagelijkse inname, lichaamsbeweging en/of
veranderingen van het lichaamsgewicht te registreren.
 Dhr wordt aangemoedigd/geholpen om elke dag voldoende te eten en drinken.
 Er worden relevante medische aandoeningen besproken die het gewicht kunnen
beïnvloeden.
Ik kies voor deze interventie en activiteiten, omdat het belangrijk is dat dhr op zijn huidige
gewicht blijft. Doordat dhr nauwelijks eet of drinkt loopt dhr een groot risico op
ondervoeding.
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1050 Helpen met eten
Activiteiten:









Er wordt na gegaan of er een speciaal dieet is voorgeschreven
De mond word voor elke maaltijd verzorgd
Er word gecontroleerd op dhr zijn slikreflex
Dhr word in een zittende houding geholpen met eten, met het hooft licht
voorovergebogen.
Er word genoteerd hoeveel de voedselinname is
Er word niet gehaast als dhr word geholpen met eten.
De aandacht word erbij gehouden tijdens het helpen met eten
Er word gecontroleerd na de maaltijd of er geen etensresten achter zijn gebleven in
de mond.
De familie word aangemoedigd dhr te helpen met eten.
Ik kies voor deze interventie en activiteiten, omdat dhr zelfstandig niet meer kan eten. Dhr
heeft duidelijk hulp nodig en met deze interventie en activiteiten krijgt dhr toch zijn
voedingsstoffen binnen.
24
Domein : 1
Klassen : D zorg voor de voeding
Interventies: 1100 Voedingsbeleid
Activiteiten:
 Er word in overleg met de diëtist bepaald het aantal benodigde calorieën en type
voedingsstoffen om aan de voedselbehoeften te voldoen
 Er word tussendoortjes aan de dhr aangeboden
 Er word gezorgd dat er vezelrijke voeding is om obstipatie te voorkomen
 Dhr word regelmatig gewogen
Ik kies voor deze interventie en activiteiten, omdat het belangrijk is dat er zorg word
gedragen bij de inname van uitgebalanceerde voeding.
Evaluatie:
Helaas kon ik geen evaluatie uitvoeren bij dhr. Hij is in een zeer korte tijd achteruit gegaan
door een hersenbloeding. Hieraan is dhr uiteindelijk ook overleden.
25
Bewijs competentie 4 – Jaar 3
Bewijs Competentie 4 – Jaar 4
26
Download