Verslag event Vitale Lokale Samenlevingen: Van Kramp naar Kracht The true method of knowledge is experiment Het project Vitale Lokale Samenlevingen ging op zoek naar het DNA van sociale voortrekkers: mensen die sociale problemen oplossen buiten de gebaande paden. Wat kunnen zij de lokale overheid leren? Na een uitgebreide voorbereiding, bestaande uit een tiental werksessies en drie preevents, was het 10 juni dan eindelijk zover: het event ‘de Lokale Participatiesamenleving: van Kramp naar Kracht’ in het Natlab te Eindhoven. Het werd een geslaagde dag waarin de kracht van sociale pioniers naar voren kwam en een verbreding van hun gedachtegoed en handelswijze op gang werd gebracht. In de vroege morgen druppelen de eerste bezoekers binnen op de voormalige researchafdeling van Philips, het Natuurkundig Laboratorium. Het werd door werknemers ‘Natlab’ genoemd en was in de hoogtijdagen - jaren veertig tot medio jaren zeventig - een plek met een individueel werkklimaat waar ‘de vrijheid bijna tastbaar aanwezig was’ - een enorme stimulans voor experimenten en het ontdekken van nieuwe dingen. Op 10 juni kwamen maatschappelijke pioniers er bijeen om hun kennis, expertise en ervaring te delen met vertegenwoordigers van de lokale overheid, maatschappelijke organisaties, academici en het bedrijfsleven. Plenaire deel 1 De dag begint met een plenaire bijeenkomst. Dagvoorzitters Maurits Hoenders en Thijs Jansen openen met de woorden dat wij vandaag van elkaar leren, wij een duidelijke boodschap uitdragen en deze breed moet worden verspreid in de samenleving. De sociale voortrekkers, de voorbeelden van hoe het anders kan en moet, delen vandaag hun verhalen, lessen en ervaringen. Uiteindelijk zal dit alles leiden tot de Verklaring van Eindhoven,Van Kramp naar Kracht. Een startpunt om meer school en massa te maken voor de handelswijze van sociale voortrekkers. Na de introductie is het woord aan de burgemeester van Eindhoven, Rob van Gijzel. ‘Eindhoven is niet voor niets de locatie van deze conferentie. In deze stad is de afgelopen decennia geëxperimenteerd en zijn initiatieven ontstaan om in tijden van maatschappelijke hervormingen de burger centraal te stellen’. Van Gijzel vertelt dat Albert Einstein in 1923 een lezing heeft gehouden in het Natlab waarin hij zei dat ‘verbeelding belangrijker is dan kennis’. Hij bedoelde daarmee dat je moet nadenken over wat er kan, wat de mogelijkheden zijn, waar de bedreigingen zitten en niet moet blijven vasthouden aan de al beschikbare kennis. Deze instelling hebben we hard nodig, vindt de burgermeester. Hij noemt onze verticale samenleving een belemmering voor ontwikkeling. ‘Als tachtig procent van de mensen straks in steden woont, wat wij in Europa nu al hebben, dan ontstaat er een enorme opdracht voor ons samen. Huisvesting, sanitaire voorzieningen, openbaar vervoer, energie, gezondheidszorg en voedselvoorzieningen, al deze systemen zijn verouderd en zullen opnieuw moeten worden uitgevonden. In 1851 is de gemeentewet bedacht die uitgaat van medebewind. In de praktijk betekent dat gewoon dat de rijksoverheid de regels maakt, de lokale overheid ze uitvoert en de provincie ze controleert’. Aandachtig luistert men hoe Van Gijzel in zijn presentatie stelt dat de tijd nu is aangebroken om te kantelen, te vernieuwen en te verbinden. ‘Verbeelding is belangrijker dan kennis. Nu is het tijd voor horizontale verbanden tussen partijen, voor een netwerksamenleving en nieuwe maatschappelijke verhoudingen, zeker op lokaal niveau. Het starten van een proces om samen met elkaar ontwikkelingen in de stad of wijk te realiseren. Hierbij moet door gemeenten gedacht worden in publieke belangen in plaats van in standpunten. Samen moeten we naar een Smart Society, waarbij we experimenteren en nadenken hoe we de samenleving willen vormgeven’. Van Gijzel sluit af met de woorden: ‘We verkennen de toekomst, we verbinden de mensen en we maken de stad. Laten we elkaar het goede voorbeeld geven!’. Na een luid applaus is het woord aan prof. dr. Gabriël van den Brink. De hoogleraar wijsbegeerte verbonden aan centrum Ethos van de Vrije Universiteit is vanaf het begin intensief bij het project betrokken. Uit de 10 werksessies in 2015 en de 3 pre-events in het voorjaar van 2016 is de bundel ‘Moraliteit in actie: wat sociale voortrekkers gemeenten kunnen leren’ tot stand gekomen waarin de wereld van de sociale voortrekkers centraal staat. Van den Brink geeft een korte uiteenzetting: ‘Moraliteit gaat over goed en kwaad. Wij moeten hierbij onderscheid maken tussen moralisme en moraliteit. Waar bij moralisme instanties opleggen wat goed en kwaad is, zit moraliteit in de mensen zelf. De participatiesamenleving is veel meer dan een poging tot bezuinigen. De samenleving moet weer van onderop ingericht worden. Sociale voortrekkers laten zien dat hiertoe noodzaak is en dat dit ook kan. Hun ondernemende karakter, empathie voor de medemens en experimenterende attitude maken hen tot pioniers. We zitten aan de vooravond van een belangrijke golf, waarin de empathie voor de medemens en het sociale weer als belangrijkste waarden gelden in de samenleving’. De sociale voortrekkers nemen de bundel in ontvangst. Na de hoopgevende woorden van Van den Brink volgt een talkshow met enkele sociale voortrekkers. Allereerst introduceert Jan van Opstal Netwerk DAK, een organisatie waarbij de mensen aan de rafelrand van de samenleving ook meetellen. ‘Wees zelfbewust en laat zien dat de overheid iets van je kan leren’, geeft hij als les mee. De tweede initiatiefnemer, Marijke Verstappen, is gemeentesecretaris in Wageningen. Zij stelt dat er in een gemeentelijke setting sprake kan zijn van een keurslijf waar moeilijk uit te breken is. ‘Niet de overheid moet de inrichting bepalen, maar juist de betrokken bewoners moeten deze invullen. Belangrijk is dat je als overheid geen eigenaar wordt’. Hierna vertelt Eelco Koot over zijn project Trainingskracht. Hierin leidt hij kwetsbare jongeren op tot voetbaltrainer. ‘Voor het slagen van zo’n project is het van groot belang dat op de juiste momenten goed gecommuniceerd wordt. Zo moet je in plaats van over hen te praten, juist met hen aan de slag’. Hedda van Lieshout haalt aan hoe belangrijk het is voor mensen in een lastige situatie om de eigen regie te behouden. Dit toont zij aan met het project de Eigen Kracht Centrale. Dit project heeft als doel dat kwetsbare mensen hun eigen plan kunnen maken, zelf de regie behouden en ondersteund worden door mensen uit hun eigen netwerken. Een belangrijke boodschap die Van Lieshout uitdraagt, is: ‘Vraag het de mensen zelf. Laat hen de regie behouden over hun problemen. En vertrouw er hierbij op dat burgers zelf kunnen nadenken!’ De praktische wijsheid van Loes Leatemia (Gastvrij Oost) sluit hierop aan: ‘Volg de energie in de samenleving! Deze energie moet gebundeld en verbonden worden. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is om ook zelf te leren’. Barend Rombout richt zich met Bureau Frontlijn op Rotterdamse achterstandswijken. ‘Bij de ondersteuning van mensen in de achterstandswijken is een integrale aanpak evident, niet alle problemen in en rondom een gezin spelen zich immers in hokjes af. Rombout sluit na een vlammend betoog af met de volgende woorden: ‘Ik wil graag bezig zijn met dingen die er toe doen, dat geldt voor iedereen hier. Dat gaat echter niet altijd zonder slag of stoot’. Rob Kars van Resto VanHarte stelt tot slot dat zijn initiatief is ontstaan om iedereen in de samenleving erbij te laten horen. Gelijksoortige initiatieven wil hij dan ook omarmen ‘Dat zijn geen concurrenten, maar juist je kinderen. Het is belangrijk je ervaring en kennis te delen’. Dat de sociale voortrekkers een duidelijke en energiegevende boodschap hebben verwoord, blijkt wel uit het luide applaus dat elke voortrekker in ontvangst mag nemen. Ter afsluiting van het eerste plenaire deel komt Henriëtte Hulsebosch, directeur van het Kansfonds, aan het woord. Zij maakt in haar presentatie duidelijk dat het Kansfonds staat voor de samenleving waarin mensen omzien naar elkaar. ‘Verbeelden en verbinden zijn daarin belangrijke elementen. Door verbinding hoeft het wiel niet iedere keer opnieuw te worden uitgevonden’. Masterclasses Na de lunch volgen 18 masterclasses verdeeld over twee rondes. De thema’s zijn divers; van een masterclass over het vergaren van financiering voor maatschappelijke initiatieven door Erik Bout van High Impact Philantrophy / Fonds Nederland - tot inkijkjes in de dagelijkse praktijk waarmee de politie in de wijk te maken krijgt door Erna Eernink, Dré van Roomen en Chris van Veen, van het creëren van kansen bij sociaal ondernemen door Johannes van den Akker en Anneleen van der Kolk tot een blokkenspel dat wederzijdse perspectieven en argumenten inzichtelijk maakt door Janine Toussaint. Dit is slechts een greep uit het totale aanbod van workshops. Het is onmogelijk om op deze plaats alle workshops uitvoerig te verslaan. Wat volgt is een uitwerking van de indrukken van de verslaggevers. De masterclass ‘Het Blokkenspel’ door Janine Toussaint van Moving Arts Project. Masterclassronde 1 De masterclassgevers richten hun masterclass elk op hun eigen manier in. Rini Biemans van Stadsgeneeskunde, Creatief Beheer uit Rotterdam zorgt er sinds 2002 voor dat de menselijke maat terugkeert in de basis van onze samenleving. Dit doet hij met een nieuwe beroepsgroep in ons publieke domein: de Tuinman (m/v). Tuinmannen maken de wijk groener en kindvriendelijker en doen hun werk samen met de direct belanghebbenden; kinderen, hun ouders en de overige bewoners. Op soms onnavolgbare wijze laat Biemans zien wat hem als voormalig arts en kunstenaar drijft. Hierbij kiest hij voor veel interactie met de bezoekers en wijkt hij regelmatig af van het onderwerp om vervolgens binnen een ogenblik de link naar de tuinman weer te leggen. ‘De tuinman staat voor de positieve kant van de zaak en daar zitten veel aspecten aan. Als je mannen een boom en een zaag geeft zijn ze de hele middag zoet. Wij hebben altijd heel veel lol, terwijl wij in de moeilijkste wijken zitten; dat is leuk. Ambtenaren kijken anders, stellen vooral kritische vragen in plaats van actief mee te doen.’ In meer dan 100 centra in Nederland worden door ruim 7.500 vrijwilligers mensen geholpen die voor de professionele hulpverlening onbereikbaar zijn geworden. Hoe lukt het Netwerk DAK om die mensen aan de rand van de samenleving toch binnen te halen, ze een stem te geven en te voorkomen dat ze definitief over de rand vallen? In zijn workshop ‘Het bereiken van de onbereikbaren’ kiest Jan van Opstal voor een prikkelende aanpak. Hij maakt duidelijk hoe hij soms tegen het ambtelijke apparaat aanloopt. Na zijn presentatie ontstaat een gesprek over de rol die lokale overheden zouden moeten innemen. Wat veelvuldig terugkomt is de noodzaak om ‘het samen te doen’. ‘Een dag als deze moet een startpunt zijn om breder met elkaar in gesprek te gaan, om duidelijk te maken dat wij dezelfde zorgen delen. Kwetsbaarheid ligt immers bij iedereen om de hoek’. In weer een andere workshop wordt duidelijk waar Bureau Frontlijn, opgericht en geleid door Barend Rombout, voor staat. Zo zet één van de projecten van Bureau Frontlijn, ‘Moeders van Rotterdam’, zich in voor zeer kwetsbare zwangere vrouwen, met als doel de stress te verminderen, een gezondere start van het leven en een veilige hechtingsperiode te garanderen en een bijdrage te leveren aan een zelfredzame moeder. In plaats van helpen, worden vaardigheden aangeleerd en kunnen de vrouwen later zelf de zaken oppakken. Erik Bout van High Impact Philanthropy / Fonds Nederland. Masterclassronde 2 Een theater is meer dan een theater. Hoe kun je zo’n plek gebruiken als werkplek, als community, als leeromgeving en als gilde in de moderne tijd? Hoe creëer je meerwaarde uit het sociaal kapitaal en cultureel vastgoed? Met deze thema’s houden Jacques Giesbertz van Buzzychain en Ruud van der Woerd (aanjager bij het Parktheater in Eindhoven) zich bezig. Giesbertz viel voor het idee dat mensen de hele dag het theater binnenkomen. De deuren moeten altijd open, wie een idee heeft kan binnenlopen. Hij legt uit hoe hij het plan realiseerde in het Eindhovense Parktheater. Het publiek luistert geïnteresseerd naar de sprekers. Giesbertz en Ruud van der Woerd leiden het publiek door verschillende casussen heen waarin zij oude ideeën nieuw leven inbliezen. ‘Het is tegenwoordig niet meer duidelijk wie leidt en wie volgt. Vroeger was duidelijk wie wat deed en op welke manier, maar in netwerkorganisaties kan je niet meer top-down organiseren.’ Bij het project Trainerskracht van Eelco Koot dat draait bij V.V. De Meern worden risicojongeren uit Utrecht opgeleid tot voetbaltrainer met als doel om zich te ontwikkelen op andere leefgebieden. Van invloedstructuren in het verenigingsleven tot dilemma’s die spelen bij het aanvragen van subsidie, Koot slaagt erin om zijn project en alles wat daaromheen speelt in zijn workshop Trainerskracht: ‘Krijgt sport er beweging in?’ inzichtelijk te maken. Momenteel bereidt Koot de implementatie van zijn aanpak voor bij twee andere Utrechtse sportverenigingen. De aanwezigen tonen zowel tijdens als na de masterclass veel interesse in de werkwijze van Koot. Hoe kun je kleinschalig nieuwe oplossingen voor mensen met schulden ontwikkelen? De workshop Met elkaar meer te makken door Pieter Hilhorst en Henriëtte Hulsebosch start met een quiz die duidelijk maakt hoe groot de armoede in Nederland is. Het Kansfonds ondersteunt projecten die armoede tegengaan. Een belangrijke boodschap die het fonds meegeeft is dat je geldproblemen in een vroeg stadium moet signaleren en aanpakken. Hilhorst: ‘Voorkom dat mensen in een neerwaartse spiraal terecht komen, schuldhulp komt pas als de problemen al heel groot zijn; zo ontstaat een heel kostbaar apparaat. Het is heel duur om arm te zijn!’ De presentatie ‘De relatie tussen cliënt en zorgverlener centraal’ van landelijk opererend Buurtzorg wordt gegeven door Ineke Hendriksen, een enthousiaste medewerkster. Met passie vertelt zij onder andere over zelfsturing, professionele ruimte en gedeelde verantwoordelijkheden. Zo wordt duidelijk hoe de organisatie werkt en waarom Buurtzorg anders is dan andere zorgverlenende organisaties. Zij maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat conflicten niet escaleren. Het gaat om het nemen en dragen van verantwoordelijkheden en wanneer conflicten escaleren, gaat dit ten koste van de kwaliteit van de zorg van de patiënt. Wijkagenten Dré van Roomen en Chris van der Veen. Plenaire deel II - Hoe nu verder? School maken en massa maken Na de masterclasses staat nog een belangrijk onderdeel op het programma. Het tweede plenaire deel bespreekt de opbrengsten van het project, maar legt bovenal de focus op de toekomst. Hoe kunnen wij het werk van sociale voortrekkers verbreden onder gemeenten en andere sociale ondernemers? Jornt van Zuylen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), geeft zijn visie op de toekomst van de doe-democratie, zoals hij het zelf noemt. Hij is al twintig jaar van zijn leven ambtenaar ‘Wat doe je als gemeente in het geval een ontzettend betrokken pionier vol passie aanklopt om steun? Je moet diegene dan de ruimte geven. Initiatiefnemers zijn mensen vol passie; ontzettende doorzetters, hebben veel visie, maar hebben ook een bovengemiddelde dosis eigenwijsheid. Het is vaak lastig voor ambtenaren om hiermee om te gaan. Van de Verklaring zou ik een soort handelingsperspectief maken. In verklaringen en manifesten blijft het vaak bij intenties op papier. Die handelingsprincipes zijn geen blauwdruk, maar bieden handvatten. Het is belangrijk dat de massa van deze manier van denken en werken vergroot wordt. Er moeten meer vormen van maatschappelijke democratie ontstaan en dat vraagt om een meervoudige benadering. Maatwerk en verscheidenheid zijn daarbij essentieel. Vooralsnog slagen wij er onvoldoende in om massa te maken, het gaat allemaal heel erg langzaam. Van belang is om nu twee dingen te doen: school en massa maken. Wat betreft school: Hoe kunnen wij leren van dit soort initiatieven? Wij moeten het in ieder geval met elkaar doen, laten wij samen leren! Het is raadzaam ambtenaren en gemeenteraden meer mee te nemen. Wat betreft massa: Probeer dit project op te schalen en zo zal je zien dat we hier de volgende keer met 1000 mensen staan. Na het energieke betoog van Van Zuylen is het woord aan prof. dr. Gabriël van den Brink. ‘Het is een zeldzaam genoegen links te worden ingehaald door een ambtenaar! Vandaag gaat het om het zichtbaar maken van goede initiatieven. Dat zijn ze nog onvoldoende, alles wat goed gaat in dit land komt immers nooit in de media. Vandaag laten wij juist deze mooie initiatieven in Nederland wél zien. Er moet school en massa gemaakt worden. We moeten juist mensen die deze initiatieven niet kennen, hiervoor interesseren. Dat kan ook, want wat we willen is heel concreet, tastbaar, herkenbaar en iedereen komt het in zijn (werk)praktijk tegen. Vandaag hebben we een prachtige verzameling goede voorbeelden gezien, maar er zijn zeker ook vele goede voorbeelden die hier niet waren. Vanaf het punt waar wij nu staan zijn er verschillende mogelijkheden om vooruit te komen. Verbinding is essentieel in dit verhaal. Van belang bij verbinding is de netwerkvorming, ook digitaal. Wij moeten de vele bestaande netwerken aan elkaar knopen, zo kan massa ontstaan. Ook verbeelding is van groot belang. Heel letterlijk van een persoon horen wat er goed gaat, bijvoorbeeld in de vorm van korte filmpjes. Die ervaringen sturen wij het netwerk in. Dan zul je zien dat massaliteit ontstaat’ Want het is nog steeds zo: goed voorbeeld doet goed volgen. Laten we met elkaar die goede voorbeelden over het voetlicht brengen.’ Na beide betogen is het woord aan de zaal. De dagvoorzitters doen een oproep aan het publiek zelf na te denken over de toekomst van de beweging door hun initiatieven, ideeën en suggesties op post-its te noteren. Nadat iedereen enthousiast de post-its heeft ingevuld en alle suggesties zijn opgehaald, stelt de dagvoorzitter de vraag wie er iets wil vertellen over zijn notities. Samantha de Jong werkzaam bij de gemeente Waalwijk stelt: ‘Wij moeten beeldmateriaal verspreiden, zo krijgt de beweging draagvlak. Ik ben enthousiast geworden en wil het zelf gaan verspreiden binnen mijn organisatie. Ilse van Mierlo van de gemeente Heusden zegt: ‘Wij kunnen werken met studententeams, hen aan het werk zetten om ideeën te gaan vangen. Dat materiaal is te gebruiken om hulpverleners te inspireren’. In reactie stelt Barend Rombout van Bureau Frontlijn: ‘Zorg voor goede ideeën en ga het verspreiden. Maak iedereen daarmee enthousiast. Je moet beginnen met jonge professionals, zij moeten laten zien dat de wereld is veranderd.’ Guido Bell, wethouder in Lingedaal,: ‘Mij zijn twee termen opgevallen, dat zijn loslaten en omdenken. Ik merk in mijn gemeente dat ambtenaren niet willen veranderen vanuit hun gewoonte. Willen wij wat bereiken, dan moeten wij op een andere manier gaan werken. Momenteel stellen wij vooral voorwaarden aan burgerinitiatieven, dat remt alleen maar af. Binnen de gemeenten hebben we nog een flinke weg te gaan om het anders te doen. Ik vind het erg leuk om daarmee bezig te zijn. Ik merk dat met name jonge ambtenaren een andere insteek hebben dan de mensen die er al langer zitten.’ Een aanwezige wijkverpleegkundige raadt aan voor een nieuw model te kiezen. ‘Een nieuwe horizon, samen zorgen. Daarmee gaan wij uit van bestaande zorgkrachten, zelfzorg en mantelzorg. Wij hebben nu wet- en regelgeving voor professioneel erkende zorg. Daarbij moeten wij burgerinitiatieven betrekken, maar de overheid vergeet deze te faciliteren. Ik weet uit eigen ervaring dat mensen graag betrokken willen worden bij de zorg voor zieke mensen’. Prof. dr. Van den Brink vat de inbreng vanuit de zaal samen als volgt. ‘Uit alle suggesties en opmerkingen heb ik verschillende overkoepelende punten gehaald. Kunnen wij niet een beperkt aantal gemeenten verleiden om als voorbeeld te gaan dienen? Gemeenten die zeggen: wij vinden het niet alleen interessant maar gaan ook daadwerkelijk experimenteren in de vorm van een pilot. Ook moeten we coalities sluiten met mensen in de maatschappelijke bovenlaag. Een aantal ambassadeurs uit de wereld van bijvoorbeeld de sport, politiek en het bedrijfsleven, die deze aanpak steunen. Daaraan zou ik nog twee dingen willen toevoegen: het eerste is een coalitie met de media sluiten, waarom zouden wij niet langduriger met journalisten optrekken? Het is niet gemakkelijk om aandacht te krijgen voor een dag als vandaag, maar de uitdaging ligt er. Het tweede is dat het hier wel erg wit ziet in de zaal, maar ook in migrantenkringen willen mensen de handen uit de mouwen steken, mensen die tot dusver niet op onze praktijken zijn aangesloten. Wij moeten en zullen verbinding maken met deze groepen.’ Rombout vult aan: ‘Zorg dat je mensen inspireert. Mensen willen weten wat er gebeurt.’ Dagvoorzitter Maurits Hoenders sluit de dag af met een aantal rake trefwoorden: ‘Moraliteit in actie, kleinschaligheid, duurzame relaties, meedoen, holistisch, schalks, verbinden en verbeelden, doen, lef, basisfatsoen, vertrouwen, zelfredzaamheid, ruimte voor reflectie, maar vooral: laten wij het samen doen! Laten we met z’n allen meenemen dat vandaag het starschot is voor veel mooie dingen die zullen volgen en laten we het hier vooral niet bij laten!’ Het event de Lokale Participatiesamenleving: van Kramp naar Kracht is georganiseerd met medewerking van: www.vitalelokalesamenleving.nl