CAR 02-Hartscreening.indd

advertisement
CARDIOLOGIE
Hartscreeningsprogramma
ONDERZOEK
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
1 Procedures screeningsprogramma 4
1.1 Hoe verloopt de besluitvorming harttransplantaties? 4
1.2
Het screeningsprogramma 5
2
De opname 6
2.1 Op de verpleegafdeling 6
2.2
Begeleiding 7
2.3 De onderzoeken en consulten 7
3
Checklist 8
3.1
Hartonderzoeken 8
3.2
Overige onderzoeken 9
3.2.1
Longonderzoek 9
3.2.2Overig onderzoek op de röntgenafdeling 9
3.2.3
Laboratoriumonderzoek 10
3.3
Consulten 11
Bijlage: Informatie onderzoeken 1
12
2
U wordt op
dag om verwacht op de poli/afdeling
uur
.
• Als u verhinderd bent, wilt u dit dan tijdig melden en een nieuwe
afspraak maken?
• Wij verzoeken u om 10 minuten voor het onderzoek aanwezig te zijn in verband met de administratieve afhandeling.
Hartscreeningsprogramma
Wij heten u welkom op de afdeling Cardiologie van het
St. Antonius Ziekenhuis. Uw cardioloog laat u opnemen omdat
u mogelijk in aanmerking komt voor een harttransplantatie.
Tijdens deze opname doorloopt u het zogenoemde screeningsprogramma, bestaande uit een groot aantal onderzoeken.
De resultaten van deze onderzoeken moeten uitwijzen of
harttransplantatie voor u inderdaad mogelijk en gewenst is.
De informatie in deze brochure is samengesteld door diverse medewerkers van dit
ziekenhuis. De informatie is bedoeld als
aanvulling op de mondelinge uitleg die u
krijgt van artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers. U kunt zo één en ander
nog eens rustig nalezen.
Wij beseffen dat deze periode van onderzoek en afwachten onzekerheid met zich
meebrengt. Wij willen u daarom zo goed
mogelijk informeren over de gang van
zaken tijdens deze opname. Deze brochure
bevat informatie over:
• hoe het besluit tot wel of niet transplanteren tot stand komt;
• welke onderzoeken daarvoor gedaan
moeten worden;
• met welke medici en medewerkers u te
maken krijgt;
• de gang van zaken in het ziekenhuis en
de afdeling waar u verblijft.
In hoofdstuk 3 vindt u een zogenaamde
checklist. Daarop kunt u aankruisen welke
onderzoeken u reeds ondergaan hebt en
welke nog moeten plaatsvinden; dit voor
eigen gebruik. Voor algemene informatie
over het ziekenhuis en de afdeling verwij3
1 Procedures screeningsprogramma
zen we naar de brochure ‘Opname in het
ziekenhuis’ en de afdelingsfolder. Beide
hebt u bij binnenkomst gekregen. Tevens
vindt u op uw patiëntenkamer een map met
aanvullende informatie.
1.1 Hoe verloopt de
besluitvorming harttransplantaties?
Als u tijdens deze opname vragen hebt,
aarzel dan niet deze aan ons te stellen. Wij
hopen dat u snel vertrouwd raakt met de
gang van zaken in het ziekenhuis.
Het St. Antonius Ziekenhuis werkt in het
kader van de harttransplantaties samen met
de academische ziekenhuizen in Leiden
Utrecht. In het St. Antonius Ziekenhuis worden geen harttransplantaties uitgevoerd. Er
vindt alleen screening plaats van patiënten
zoals u, die mogelijk in aanmerking komen
voor transplantatie. De screening bestaat uit
een groot aantal onderzoeken en consulten
(zie hoofdstuk 2 en 3).
Medewerkers verpleegafdeling
Hoe lang duurt het screeningsprogramma?
Wanneer de onderzoeken allemaal gedaan
zijn, keert u in principe naar huis of naar uw
eigen ziekenhuis terug. Als uw conditie dit
niet toelaat, blijft u bij ons opgenomen. De
screening neemt ongeveer twee tot drie
weken in beslag, mede afhankelijk van uw
lichamelijke conditie.
Eerste bespreking onderzoeksresultaten
Gedurende de screening worden alle gegevens verzameld door een coördinator. De
coördinator van het screeningsprogramma
in het St. Antonius Ziekenhuis is een cardioloog. Hij schrijft een verslag van alle onderzoeksresultaten. Het verslag wordt besproken in de wekelijkse algemene vergadering
van het harttransplantatieteam in Utrecht.
4
1.2 Het screeningsprogramma
Wanneer dit team accoord gaat, volgt er
nog een korte opname in het Academisch
Ziekenhuis te Utrecht. Dan zal aanvullend
onderzoek gedaan worden en kunt u kennismaken met de afdeling en medewerkers
aldaar.
Het screeningsprogramma omvat een vast
pakket onderzoeken en consulten. Al deze
onderzoeken en consulten zullen ook bij u
moeten plaatsvinden, tenzij een onderzoek
pas geleden nog bij u gedaan is. Dan hoeft
het in de meeste gevallen niet herhaald te
worden. Tijdens uw opname leggen de arts
en de verpleegkundigen de reden van de
onderzoeken uit. Het tijdschema wordt zo
veel mogelijk in overleg met u en uw familie
bepaald. Het kan namelijk zijn dat u de ene
dag fitter bent dan de andere. De ene dag
kunt u meer onderzoek verdragen dan de
andere.
Uiteindelijke beslissing
Pas daarna valt de definitieve beslissing of u
wel of niet op de wachtlijst voor een donorhart wordt geplaatst. Deze uiteindelijke beslissing wordt u meegedeeld en toegelicht
in een gesprek met de coördinator, indien
mogelijk in aanwezigheid van uw behandelend arts en een verpleegkundige.
Het doel van het screeningsonderzoek is:
1. Het zeker stellen dat er sprake is van een
‘eindstadium van hartfalen’ en vaststellen dat er geen andere mogelijkheden
voor behandeling zijn.
2. Nagaan of u lichamelijk en psychisch
een harttransplantatie aan zou kunnen.
3. Opsporen van mogelijke problemen die
tijdens de behandeling extra aandacht
nodig zouden hebben.
4. Informeren van u en uw familie.
Het is van belang u te wijzen op
het volgende. Uitslagen van de
screeningsonderzoeken krijgt
u pas achteraf, nadat u het
gehele screeningsprogramma
doorlopen hebt. Het heeft
daarom geen zin om na afloop
van een onderzoek naar de
uitslag te vragen. Alleen het
complete eindresultaat telt.
Gedurende het screeningsprogramma in het
St. Antonius Ziekenhuis krijgt u met heel
wat mensen te maken. Op de verpleegafdeling, maar ook op de onderzoeksafdelingen
en de poli’s. In het volgende hoofdstuk worden hun taken nader toegelicht.
5
Het zijn:
• de cardioloog;
• de internist;
• verpleegkundigen op de afdeling;
• de maatschappelijk werker;
• de fysiotherapeut;
• de diëtiste;
• de longarts;
•KNO-arts;
• de tandarts;
• (voor vrouwen) de gynaecoloog en
• de medewerkers op de onderzoeksafdelingen.
•
•
•
•
uw behandelend cardioloog.
De verpleegkundigen: zij houden zich
bezig met uw dagelijkse verzorging en
de coördinatie van alle activiteiten.
De fysiotherapeut: indien nodig zal hij of
zij oefeningen met u doen om uw conditie optimaal te doen zijn.
De diëtist: zij stelt met u een menu
samen en geeft u voedingsadviezen.
De maatschappelijk werker: zie paragraaf 2.2
Voor de dagelijkse gang van zaken op de
afdeling, dagindeling, etc. verwijzen wij naar
de afdelingsfolder die u bij binnenkomst
gekregen hebt. Op de afdeling worden uw
lichamelijke functies goed in de gaten gehouden. De verpleegkundigen en u zelf voeren dagelijks de volgende controles uit:
• temperatuur, pols en bloeddruk;
• gewicht: dagelijks wegen is een goede
controle op het wel of niet vasthouden
van vocht;
• bijhouden van een zogenoemde vochtbalans: de verpleegkundige of uzelf noteert hoeveel u drinkt; u plast op de po
of in de urinaal en de verpleegkundige
meet de urineproduktie.
2 DE OPNAME
2.1 Op de verpleegafdeling
Voor de screening harttransplantatie wordt
u opgenomen op verpleegafdeling Cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuis.
Op de afdeling krijgt u te maken met diverse medewerkers van het ziekenhuis, allen
met hun eigen deskundigheid, o.a.:
• De afdelingscardioloog: de afdelingscardioloog is de verantwoordelijke arts
op de afdeling. Medisch onderzoek
en behandeling behoren tot zijn/haar
taken. Meestal is deze cardioloog niet
uw ‘eigen’ arts van de poli. Tussen hen
vindt wel overdracht en overleg plaats.
Twee maal per week loopt de afdelingscardioloog de patiëntenronde langs de
bedden.
• De arts-assistent: de arts-assistent is
een arts die zich specialiseert in de cardiologie. Hij of zij loopt dagelijks visite
en onderhoudt regelmatig contact met
Het is namelijk van groot belang dat u niet
teveel vocht vasthoudt. Bij achteruitgang
van de urineproduktie kan de arts de behandeling bijstellen, bijvoorbeeld door:
• een vochtbeperking van 600-1500 ml
vocht per dag;
• een zoutarm dieet: in samenspraak met
de diëtist;
• het aanpassen van medicijnen.
6
2.2 Begeleiding
checklist. Daarop kunt u bijhouden welke
onderzoeken u al hebt gehad en welke u
nog krijgt.
De screening voor een harttransplantatie
brengt een onzekere tijd met zich mee.
Daarom zal een van de maatschappelijk
werkers van de afdeling contact met u
en uw familie opnemen en u tijdens de
screeningsperiode begeleiden en informeren. Ook na de beslissing over wel of geen
transplantatie kunt u contact met hen houden, hoe de beslissing ook uitvalt.
2.3 De onderzoeken en
consulten
Zoals u inmiddels duidelijk zal zijn, bestaat
het screeningsprogramma uit een groot
aantal onderzoeken en consulten. Sommige
onderzoeken kunnen op de verpleegafdeling gedaan worden (zoals hartfilmpje
maken), voor de meeste onderzoeken gaat
u naar de betreffende onderzoeksafdeling.
Hetzelfde geldt voor de consulten. Soms
komt een specialist (bijvoorbeeld de longarts) bij u langs op de verpleegafdeling, in
andere gevallen bezoekt u de specialist op
de betreffende poli. De mensen van het
Patiëntenvervoer brengen u er dan heen.
Om te zien of een harttransplantatie voor u
mogelijk is, wordt u uitgebreid lichamelijk
onderzocht. Het programma bevat daarom
niet alleen hartonderzoeken, maar ook
onderzoek van de longen, keel/neus/oren,
gebit, enzovoorts. De verpleegkundige
op de afdeling stelt in overleg met u een
voorlopig weekprogramma vast. In overleg
is het mogelijk om van dit programma af te
wijken, bijvoorbeeld wanneer u te moe bent
om een onderzoek te ondergaan. In het volgende hoofdstuk vindt u een zogenaamde
7
3 Checklist
De checklist is een overzicht van de consulten en van alle onderzoeken die u moet ondergaan. U kunt op de lijst voor uzelf de datum schrijven waarop u de onderzoeken zult krijgen,
en ze aankruisen wanneer ze achter de rug zijn. Zo houdt u overzicht over de voortgang van
het screeningsprogramma.
Voorbeeld
datum
opm.
Opnamegesprek
Van de onderzoeken gemerkt met een * vindt u in de bijlage van dit boekje een beschrijving.
3.1 Hartonderzoeken
Inspanningstest: fietsproef *
Echo van het hart*
Hartkatheterisatie *
Holtermonitoring*
Ejectiefractiebepaling*
8
3.2
Overige onderzoeken
3.2.1Longonderzoek
Spirometrie: ‘blazen’*
VQ-scan: scan van de longen
Mantoux zetten: onderhuids
prikje in de arm, tbc-test
*
X-thorax: röntgenfoto van de
longen en het hart
3.2.2 Overig onderzoek op de röntgenafdeling
Röntgenfoto’s van gebit,
neus-, keel- en bijholten
Röntgenfoto’s van wervel
kolom, bekken en schouders
Echografie van bovenste
deel van de buik*
Bij vrouwen: röntgenfoto’s
van de borsten
9
3.2.3 Laboratoriumonderzoek
Bloedsuikers: vier keer
‘vingerprik’
Glucosetolerantietest:
suiker-water drinken,
vijf vingerprikken en
3x urine inleveren
Urine: 3 kleine porties
Urine: totale hoeveelheid
over 24 uur
Sputum: eenmalig,
in kweekpotje
Ontlasting: zes keer,
inleveren in potje
Keel- en neusuitstrijk
N.B. In de lijst zijn de bloedafnames niet vermeld. Dit gebeurt vrijwel dagelijks.
10
3.3Consulten
Internist: algeheel
lichamelijk onderzoek
Longarts: zie ook
bovenstaande
longonderzoeken
Keel-, neus- en oorarts
Tandarts
(Bij vrouwen)
gynaecoloog
Maatschappelijk werk*
Diëtist
Aanvullend onderzoek
Daar wordt een zogenoemde Swan Ganzkatheter ingebracht. Hoe dat precies in zijn
werk gaat, kunt u lezen in de bijlage van
deze folder.
Wanneer uw behandelend cardioloog het
noodzakelijk vindt, zal hij of zij aanvullend
onderzoek afspreken of zullen andere artsen worden geraadpleegd. U zult hiervan op
de hoogte gebracht worden.
Te hoge ‘longdruk’
Tijdens het screeningsprogramma blijkt
regelmatig dat patiënten een te hoge ‘longdruk’ hebben (een te hoge bloeddruk in de
bloedvaten van de longen). Als dat bij u ook
het geval blijkt te zijn, moet u daarvoor behandeld worden. Behandeling van te hoge
longdruk vindt plaats op de afdeling Hartbewaking. Als u tot dan toe op Cardiologie was
opgenomen, wordt u naar Hartbewaking
overgeplaatst.
11
Bijlage:
informatie onderzoeken
1 Inspanningstest:
fietsproef
In deze bijlage vindt u informatie over de
onderzoeken die deel uitmaken van het
screeningsprogramma. U kunt de beschrijving lezen van achtereenvolgens:
De inspanningstest is een onderzoek waarbij een ECG gemaakt wordt terwijl u zich
inspant. Het onderzoek vindt plaats op de
Hartfunctie-onderzoek. Voor dit onderzoek
zijn geen speciale voorbereidingen nodig.
1. Inspanningstest: fietsproef
2.Ejectiefractie-bepaling
3. Echografie van het hart
4. Hartkatheterisatie (coronair angiogram)
5. Holtermonitoring (24-uurs ECG)
6. Spirometrie (‘blazen’)
7.VQ-scan
8. Echografie van de bovenbuik
9. Swan Ganz-katheter
10.Cyclosporinecurve
Onderzoek
U neemt plaats op de fiets. De laborant
brengt ECG-plakkers aan op uw armen,
benen en borstkas. Terwijl u fietst, stelt de
laborant de fiets steeds opnieuw in, zodat u
steeds zwaarder moet trappen. Ondertussen wordt het ECG gemaakt. Soms moet u
tijdens het fietsen een longfunctietest doen
(spirometrie). Zie hiervoor de beschrijving
onder 6.
Tijdens de fietsproef dient u de laborant te
waarschuwen:
• bij pijn op de borst;
• wanneer u kortademig wordt;
• wanneer u duizelig wordt;
• wanneer u te vermoeid bent om de test
nog verder uit te voeren.
Wanneer deze klachten zich voordoen: niet
zelf de test stoppen. De laborant zal direct
de belasting van de fiets lager instellen.
Deze bijlage heeft de opzet
van een ‘naslagwerk’. Lees dus
niet alles in één keer, maar zoek
de gewenste informatie op
kort voordat u het betreffende
onderzoek ondergaat.
Hoe lang het onderzoek duurt, is afhankelijk
van uw conditie en eventuele klachten.
.
12
2 Ejectiefractiebepaling
Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek
zo stil mogelijk ligt. Het maken van de foto’s
duurt ongeveer 30 minuten.
Ejectiefractiebepaling is een onderzoek
waarbij de werking van de hartspier wordt
onderzocht. Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van een licht radioactieve
stof. Het onderzoek is niet schadelijk.
Nazorg
Na afloop van het onderzoek kunt u gewoon
weer terug naar de afdeling. U hebt geen
speciale nazorg nodig. De radioactieve stof
raakt u vanzelf snel weer kwijt, via de urine.
Onderzoek
Er zijn voor dit onderzoek geen speciale
voorbereidingen nodig. Op het afgesproken
tijdstip gaat u naar de afdeling Nucleaire
Geneeskunde.
3 Echografie van het
hart
Bij echografie wordt het hart onderzocht
met behulp van onhoorbaar geluid (ultrageluid, met een frequentie hoger dan
20.000 Hz). Het onderzoek is geheel onschadelijk en niet pijnlijk. Het onderzoek
vindt plaats op de hartfunctie-afdeling. Er
zijn geen speciale voorbereidingen nodig.
Injecties
Voorafgaand aan het onderzoek krijgt u
twee maal een injectie in een bloedvat in uw
arm. De injecties maken het mogelijk het
hart op de foto zichtbaar te maken.
Als de arts u de eerste injectie toegediend
heeft, moet u 15-30 minuten wachten.
Hierna neemt u plaats op de onderzoektafel.
De laborant brengt ECG-plakkers aan op
uw borst, armen en benen. De arts geeft
u vervolgens de tweede injectie, die een
licht radio-actieve vloeistof bevat. Deze
vloeistof heeft geen bijwerkingen en is niet
schadelijk.
Onderzoek
Op de onderzoekskamer vraagt de assistent
u om u van boven uit te kleden. U neemt
plaats op de onderzoektafel. De arts die het
onderzoek uitvoert, brengt drie plakkers aan
op uw borstkas, voor ECG-registratie.
Vervolgens brengt hij of zij gel aan op uw
borst en beweegt met een ‘geluidskop’ (een
soort microfoon die geluidsgolven uitzendt
en weer opvangt) over uw borstkas. De opnamen worden zichtbaar gemaakt op een
beeldscherm. Tijdens het onderzoek wordt
u soms gevraagd uw adem even in te houden en op uw linker zij te gaan liggen.
Het onderzoek duurt ongeveer een half uur.
Foto’s maken
Vervolgens wordt er een aantal foto’s van
uw hart gemaakt. De camera bevindt zich
boven uw borst en maakt opnamen vanuit
drie verschillende posities. Tijdens de opnamen wordt een ECG gemaakt. Het maken
van de opnamen is eenvoudig en niet pijnlijk.
13
4 hartkatheterisatie
(Coronair Angiogram)
Onderzoek
De onderzoekkamer
U neemt plaats op de onderzoektafel. De
laborant vraagt u uw pyjama- en/of onderbroek uit te doen. Tijdens het hele onderzoek ligt u op uw rug, met uw handen langs
uw lichaam. U wordt aangesloten op een
automatisch bloeddruk- en ECG-meetapparaat. Bij het onderzoek zijn twee laboranten
en een arts aanwezig. Zij lopen in groene
pakken.
Hartkatheterisatie is een onderzoek waarbij
een dun slangetje (katheter) tot in het hart
wordt gevoerd. De katheters, die ruim een
meter lang zijn, kunnen vanuit de lies of de
elleboogsplooi door de bloedvaten heen
naar het hart geschoven worden. Daar kunnen allerlei metingen gedaan worden, zoals
het registreren van de bloeddrukken in het
hart en het zichtbaar maken van de hartkamers en de kransslagaders. Tijdens het
onderzoek wordt gebruik gemaakt van een
zogenaamde contrastvloeistof, die het hart
en de bloedvaten zichtbaar maakt op de
röntgenopnamen.
Het inbrengen van de katheter
De laborant brengt jodium aan op de liezen
en bedekt uw lichaam, behalve uw hoofd en
uw liezen, met groene lakens. U krijgt in uw
lies een plaatselijke verdoving. Deze prik is
even pijnlijk. Als de verdoving is ingewerkt,
wordt de slagader aangeprikt en het slangetje (de katheter) ingebracht. De arts schuift
nu de katheter op naar het hart. Hier voelt
u niets van. Op het beeldscherm is te zien
waar de katheter zich in uw lichaam bevindt.
De arts sluit de katheter aan op een pompje
met contrastvloeistof. In een enkel geval
kiest de arts er voor om de katheter niet via
de lies, maar via de arm (de elleboogsplooi)
in te brengen. De arts zal u zijn/haar voorkeur laten weten. De voorbereiding en het
plaatsen van de katheter duurt ongeveer
een kwartier.
Voorbereiding
De dag voor het onderzoek (soms ook op de
dag zelf) worden beide liezen geschoren,
om de huid goed te kunnen desinfecteren.
Enkele uren voordat u naar het onderzoek
toe gaat, mag u niet meer eten of drinken.
De verpleegkundige vertelt u of u nog mag
ontbijten, tot hoe laat u nog wat mag drinken, etc. Kort voor het onderzoek krijgt u
een tablet met een rustgevende werking.
U gaat in uw bed naar de afdeling Radiologie. Kettinkjes of andere metalen voorwerpen dient u op de afdeling achter te laten.
Ze verstoren namelijk de opnamen. Zorg
ervoor dat u kort voor het onderzoek nog
naar het toilet gaat. Het is erg lastig als dit
tijdens het onderzoek nodig blijkt. Trek ook
een paar sokken aan, om koude voeten te
voorkomen.
Opnamen maken
Via de katheter spuit de arts contrastvloeistof in de holten van het hart. Dit veroorzaakt een warmtegevoel in uw hele lichaam.
Tevens kunt u het gevoel krijgen te moeten plassen. Na ongeveer 15 seconden
verdwijnt dit gevoel vanzelf. Vervolgens
14
Nazorg
worden er röntgenopnamen gemaakt. Tijdens het maken van de opnamen vraagt de
laborant u om stil te liggen en even de adem
in te houden. Camera en röntgenapparatuur
maken tijdens het maken van de opnamen
nogal wat lawaai.
Als u via de lies gekatheteriseerd bent, moet
u na het onderzoek twaalf uur plat in bed
blijven liggen. Het been met het drukverband in de lies moet dan stil blijven liggen.
Voor veel patiënten is deze platte bedrust
onprettig. Na twaalf uur wordt het verband
verwijderd en mag u weer uit bed komen.
Kransslagaderen
Niet alleen het hart zelf, maar ook de kransslagaderen rond het hart kunnen zichtbaar
gemaakt worden. Daartoe schuift de arts
een speciaal voorgevormde katheter naar
de kransslagaderen en spuit er contrastvloeistof door. Dit kan pijnklachten op de
borst veroorzaken. Wanneer dit gebeurt,
waarschuw dan de arts. Het onderzoek
wordt dan even onderbroken en indien
nodig krijgt u een tabletje onder de tong.
De verpleegkundige op de afdeling controleert na terugkomst van het onderzoek
regelmatig uw polsslag, uw bloeddruk en
het drukverband. Ook wordt er een ECG
gemaakt. Het is belangrijk dat u na het onderzoek voldoende drinkt. Hierdoor raakt u
de contrastvloeistof snel kwijt, via de urine.
Wanneer u een vochtbeperking hebt, overleg dan met de arts of verpleegkundige.
‘Rechts-katheterisatie’
5 Holtermonitoring
(24-uurs ECG)
Het onderzoek zoals dat tot nu toe beschreven is, geeft informatie over de linker helft
van het hart. De arts zal altijd ook de rechter
harthelft willen onderzoeken. Daartoe wordt
opnieuw de lies (of de arm) aangeprikt en
een katheter ingevoerd, maar nu in een ader
in plaats van in een slagader. Het onderzoek
verloopt verder zoals hierboven beschreven.
Bij Holtermonitoring wordt er gedurende
24 uur uw hartritme geregistreerd op een
cassettebandje. Het onderzoek is volkomen
pijnloos. Er zijn geen speciale voorbereidingen nodig.
Na afloop
Onderzoek
Als het onderzoek is afgelopen, verwijdert
de arts de katheter. De aanprikplaats in de
lies wordt geruime tijd met de hand afgedrukt en met een strak verband verbonden,
om nabloedingen te voorkomen. Als u via
uw arm onderzocht bent, wordt het wondje
in de elleboog met enkele hechtingen gesloten. U gaat in uw eigen bed weer terug
naar de afdeling. Het onderzoek duurt in
totaal een tot twee uur.
De laborant op de Hartfunctie-onderzoek
brengt op uw borstkas enkele plakkers aan.
Deze zijn via een draad verbonden met het
holterapparaat, dat eruit ziet als een kleine
cassetterecorder/walkman. Het apparaatje
kunt u met een band om uw middel hangen.
U kunt er gewoon mee slapen.
15
gen. Na enkele minuten verwijdert de assistent de knijper op uw neus en het mondstuk. Vaak wordt de test herhaald terwijl u
op een bewegende loopband loopt.
Het is belangrijk dat u gedurende de 24 uur
dat u het apparaatje bij u draagt, een dagboekje bijhoudt. Graag per uur noteren wat
uw bezigheden zijn geweest, bijvoorbeeld:
• 9-10 uur:
ontbeten en op bed gelegen
• 10-11 uur:
gedoucht en zitten lezen
• 10.15 uur:
beklemd gevoel op de borst, verdwenen
na inname Nitrobaat®
• 11-12 uur:
gewandeld en geluncht
•enz.
Na 24 uur verwijdert de verpleegkundige de
plakkers en de recorder.
Na afloop van het onderzoek gaat u terug
naar uw afdeling. U hebt geen speciale nazorg nodig.
7 VQ-Scan
De VQ-scan is een onderzoek van de longen.
Het heeft twee doelen:
1. de luchtvoorziening van de longen in
beeld brengen;
2. de doorbloeding van de longen in beeld
brengen.
Dit gebeurt met behulp van licht radioactieve stoffen. Het onderzoek is niet schadelijk.
6 Spirometrie (‘blazen’)
Spirometrie is een eenvoudige methode
om de capaciteit (inhoud) van de longen te
meten. Het onderzoek is pijnloos.
Onderzoek
Onderzoek
Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Op het afgesproken tijdstip gaat u naar de Nucleaire Geneeskunde.
Voor dit onderzoek zijn geen speciale
voorbereidingen nodig. U gaat naar de
Longfunctie-onderzoek. De assistent vraagt
u plaats te nemen op een stoel vlak voor
een apparaat. U krijgt een rubber mondstuk
tussen uw tanden. Aan het mondstuk is een
slang bevestigd. Op uw neus krijgt u een
knijper. Via het mondstuk kunt u gewoon
ademhalen.
De assistent vertelt u precies wat er van u
wordt verwacht. Hij of zij geeft u een aantal
opdrachten (bijvoorbeeld diep in- en uitademen, of zo snel mogelijk uitademen).
Terwijl u ademt, ziet u een schrijfstift op
een draaiende rol papier op en neer bewe-
Injectie
U neemt plaats op een onderzoektafel. De
arts van de afdeling spuit in een bloedvat
in uw arm een licht radioactieve vloeistof.
Tijdens het prikken vraagt de arts u een paar
maal diep in en uit te ademen. Hierdoor
verdeelt de vloeistof zich gelijkmatig over
de bloedvaten in de longen. De ingespoten
vloeistof is niet schadelijk en heeft geen
bijwerkingen.
16
Voorbereiding
Inademen
Na het inspuiten neemt u plaats op een kruk
vlak voor een meetapparaat. U krijgt een
rubber mondstuk tussen uw tanden. Aan het
mondstuk is een slang bevestigd, waar lucht
doorheen komt. Op uw neus krijgt u een
knijper. Via het mondstuk kunt u gewoon
ademhalen. Vervolgens wordt een licht
radioactief gas aan de lucht toegevoegd.
Wanneer u dit inademt, kan de verdeling van
de lucht in uw longen zichtbaar gemaakt
worden. Het inademen is niet schadelijk en
veroorzaakt geen benauwdheid.
Voor dit onderzoek dient u nuchter te zijn.
Dit houdt in dat u vanaf 24.00 uur ‘s avonds
niets meer mag eten en drinken. Tanden
poetsen, mond spoelen en gebruik van
medicijnen met een beetje water is wel
toegestaan.
Onderzoek
Op het afgesproken tijdstip gaat u naar de
afdeling Radiologie. Op de onderzoekkamer
vraagt de assistent u om u van boven uit te
kleden. U neemt plaats op de onderzoektafel. De arts die het onderzoek uitvoert,
brengt gel aan op uw buik en beweegt met
een ‘geluidskop’ (een soort microfoon die
geluidsgolven uitzendt en weer opvangt)
over uw buik. Tijdens het onderzoek wordt
u gevraagd uw adem even in te houden. Dit
is om scherpe opnamen te verkrijgen. Het
kan zijn dat het onderzoek hierna herhaald
wordt door een tweede onderzoeker. Dit
behoort tot de normale gang van zaken. In de meeste gevallen neemt het onderzoek
20 minuten tot een half uur in beslag.
Foto’s maken
De arts maakt vervolgens enkele foto’s en
vraagt u enkele keren om van houding te
veranderen. Er worden afwisselend foto’s
gemaakt met en zonder het mondstuk in uw
mond. Het is belangrijk dat u tijdens de opnamen zo min mogelijk beweegt; u kunt wel
gewoon doorademen. Het maken van de
opnamen is niet pijnlijk. In totaal duurt het
onderzoek een half uur tot drie kwartier.
U hebt geen speciale nazorg nodig.
8 Echografie van
de bovenbuik
9 Swan Ganz-katheter
Bij dit onderzoek worden de organen in het
bovenste deel van de buik zichtbaar gemaakt met behulp van onhoorbaar geluid.
Het onderzoek is geheel onschadelijk en
niet pijnlijk.
Regelmatig wordt bij screeningspatiënten
tijdens de onderzoeken een ‘verhoogde
longdruk’ geconstateerd. Dit wil zeggen dat
de bloeddruk in de longbloedvaten te hoog
is. Wanneer dit bij u het geval is, krijgt u
daarvoor een behandeling. U wordt voor enkele dagen aangesloten op een instrument
dat de genoemde drukken meet. Indien
nodig krijgt u drukverlagende medicijnen
toegediend.
17
10 Cyclosporinecurve
De behandeling vindt plaats op de Hartbewaking. Nogmaals: dit geldt niet voor alle
screeningspatiënten. Als u geen verhoogde
longdruk hebt, kunt u het onderstaande
ongelezen laten. De aansluiting op de meetapparatuur gebeurt met een zogenaamde
Swan Ganz-katheter. Dit gaat als volgt. U
krijgt een verdovingsinjectie vlak onder het
sleutelbeen. Als de verdoving ingewerkt
is, prikt de arts het bloedvat aan dat daar
onder de huid ligt, en brengt de Swan Ganzkatheter in. De katheter bestaat uit een dun
plastic slangetje dat opgeschoven wordt
door het bloedvat, via het hart tot in de
longbloedvaten. Dit gebeurt onder röntgendoorlichting. Het uiteinde dat buiten het lichaam blijft, wordt aan de huid vastgehecht.
Aan de Swan Ganz-katheter zitten een geel
en een doorzichtig slangetje aangesloten,
die zich verscheidene malen vertakken. Via
de gele slangetjes worden regelmatig de
bloeddrukken rond het hart en de longen
gemeten; via de doorzichtige slangetjes
krijgt u (wanneer nodig) medicijnen toegediend.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het
Academisch Ziekenhuis Utrecht, waar u
tijdens de screeningsperiode kort wordt
opgenomen. Tijdens het onderzoek wordt
de optimale startdosering van het antistollingsmiddel Cyclosporine (Neoral®)
berekend die u al enkele uren vóór de
transplantatie via een infuus krijgt.
Cyclosporine is een medicijn dat het afstotingsmechanisme van het lichaam in
bedwang houdt en dat u na de transplantatie levenslang moet blijven slikken. Omdat
dit medicijn erg belangrijk is, mag rond de
transplantatie geen tijd verloren gaan met
het uitproberen wat voor u de juiste dosering is. Voor ieder mens is dit anders. Wat
precies de juiste dosering in uw geval is
wordt daarom al enige tijd vóór de operatie,
tijdens dit onderzoek, uitgerekend.
Onderzoek
U krijgt voor dit onderzoek twee infuusnaaldjes in. Via één infuusnaald krijgt u
gedurende vier uur een hoeveelheid Cyclosporine die berekend is aan de hand van uw
gewicht. Vervolgens wordt via de andere
infuusnaald zeer frequent bloed bij u afgenomen, in totaal 16 maal. De eerste uren
gebeurt dit twee maal per uur, later nog
maar eens per zes uur. Gedurende het onderzoek bent u gewoon ‘lopend patiënt’ en
kunt u eventueel ook andere onderzoeken
ondergaan, mits er maar op tijd bloed kan
worden afgenomen. Het onderzoek duurt in
totaal 28 uur.
U blijft gewoonlijk enkele dagen aangesloten op de Swan Ganz-katheter. U kunt die
dagen niet oplopen, wel kunt u naast het
bed zitten als uw conditie dat toelaat.
18
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
Cardiologie
088 - 320 11 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
19
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
CAR 02/05-13
Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
Download