CARDIOLOGIE Hartscreeningsprogramma ONDERZOEK Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Procedures screeningsprogramma 4 1.1 Hoe verloopt de besluitvorming harttransplantaties? 4 1.2 Het screeningsprogramma 5 2 De opname 6 2.1 Op de verpleegafdeling 6 2.2 Begeleiding 7 2.3 De onderzoeken en consulten 7 3 Checklist 8 3.1 Hartonderzoeken 8 3.2 Overige onderzoeken 9 3.2.1 Longonderzoek 9 3.2.2Overig onderzoek op de röntgenafdeling 9 3.2.3 Laboratoriumonderzoek 10 3.3 Consulten 11 Bijlage: Informatie onderzoeken 1 12 2 U wordt op dag om verwacht op de poli/afdeling uur . • Als u verhinderd bent, wilt u dit dan tijdig melden en een nieuwe afspraak maken? • Wij verzoeken u om 10 minuten voor het onderzoek aanwezig te zijn in verband met de administratieve afhandeling. Hartscreeningsprogramma Wij heten u welkom op de afdeling Cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuis. Uw cardioloog laat u opnemen omdat u mogelijk in aanmerking komt voor een harttransplantatie. Tijdens deze opname doorloopt u het zogenoemde screeningsprogramma, bestaande uit een groot aantal onderzoeken. De resultaten van deze onderzoeken moeten uitwijzen of harttransplantatie voor u inderdaad mogelijk en gewenst is. De informatie in deze brochure is samengesteld door diverse medewerkers van dit ziekenhuis. De informatie is bedoeld als aanvulling op de mondelinge uitleg die u krijgt van artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers. U kunt zo één en ander nog eens rustig nalezen. Wij beseffen dat deze periode van onderzoek en afwachten onzekerheid met zich meebrengt. Wij willen u daarom zo goed mogelijk informeren over de gang van zaken tijdens deze opname. Deze brochure bevat informatie over: • hoe het besluit tot wel of niet transplanteren tot stand komt; • welke onderzoeken daarvoor gedaan moeten worden; • met welke medici en medewerkers u te maken krijgt; • de gang van zaken in het ziekenhuis en de afdeling waar u verblijft. In hoofdstuk 3 vindt u een zogenaamde checklist. Daarop kunt u aankruisen welke onderzoeken u reeds ondergaan hebt en welke nog moeten plaatsvinden; dit voor eigen gebruik. Voor algemene informatie over het ziekenhuis en de afdeling verwij3 1 Procedures screeningsprogramma zen we naar de brochure ‘Opname in het ziekenhuis’ en de afdelingsfolder. Beide hebt u bij binnenkomst gekregen. Tevens vindt u op uw patiëntenkamer een map met aanvullende informatie. 1.1 Hoe verloopt de besluitvorming harttransplantaties? Als u tijdens deze opname vragen hebt, aarzel dan niet deze aan ons te stellen. Wij hopen dat u snel vertrouwd raakt met de gang van zaken in het ziekenhuis. Het St. Antonius Ziekenhuis werkt in het kader van de harttransplantaties samen met de academische ziekenhuizen in Leiden Utrecht. In het St. Antonius Ziekenhuis worden geen harttransplantaties uitgevoerd. Er vindt alleen screening plaats van patiënten zoals u, die mogelijk in aanmerking komen voor transplantatie. De screening bestaat uit een groot aantal onderzoeken en consulten (zie hoofdstuk 2 en 3). Medewerkers verpleegafdeling Hoe lang duurt het screeningsprogramma? Wanneer de onderzoeken allemaal gedaan zijn, keert u in principe naar huis of naar uw eigen ziekenhuis terug. Als uw conditie dit niet toelaat, blijft u bij ons opgenomen. De screening neemt ongeveer twee tot drie weken in beslag, mede afhankelijk van uw lichamelijke conditie. Eerste bespreking onderzoeksresultaten Gedurende de screening worden alle gegevens verzameld door een coördinator. De coördinator van het screeningsprogramma in het St. Antonius Ziekenhuis is een cardioloog. Hij schrijft een verslag van alle onderzoeksresultaten. Het verslag wordt besproken in de wekelijkse algemene vergadering van het harttransplantatieteam in Utrecht. 4 1.2 Het screeningsprogramma Wanneer dit team accoord gaat, volgt er nog een korte opname in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. Dan zal aanvullend onderzoek gedaan worden en kunt u kennismaken met de afdeling en medewerkers aldaar. Het screeningsprogramma omvat een vast pakket onderzoeken en consulten. Al deze onderzoeken en consulten zullen ook bij u moeten plaatsvinden, tenzij een onderzoek pas geleden nog bij u gedaan is. Dan hoeft het in de meeste gevallen niet herhaald te worden. Tijdens uw opname leggen de arts en de verpleegkundigen de reden van de onderzoeken uit. Het tijdschema wordt zo veel mogelijk in overleg met u en uw familie bepaald. Het kan namelijk zijn dat u de ene dag fitter bent dan de andere. De ene dag kunt u meer onderzoek verdragen dan de andere. Uiteindelijke beslissing Pas daarna valt de definitieve beslissing of u wel of niet op de wachtlijst voor een donorhart wordt geplaatst. Deze uiteindelijke beslissing wordt u meegedeeld en toegelicht in een gesprek met de coördinator, indien mogelijk in aanwezigheid van uw behandelend arts en een verpleegkundige. Het doel van het screeningsonderzoek is: 1. Het zeker stellen dat er sprake is van een ‘eindstadium van hartfalen’ en vaststellen dat er geen andere mogelijkheden voor behandeling zijn. 2. Nagaan of u lichamelijk en psychisch een harttransplantatie aan zou kunnen. 3. Opsporen van mogelijke problemen die tijdens de behandeling extra aandacht nodig zouden hebben. 4. Informeren van u en uw familie. Het is van belang u te wijzen op het volgende. Uitslagen van de screeningsonderzoeken krijgt u pas achteraf, nadat u het gehele screeningsprogramma doorlopen hebt. Het heeft daarom geen zin om na afloop van een onderzoek naar de uitslag te vragen. Alleen het complete eindresultaat telt. Gedurende het screeningsprogramma in het St. Antonius Ziekenhuis krijgt u met heel wat mensen te maken. Op de verpleegafdeling, maar ook op de onderzoeksafdelingen en de poli’s. In het volgende hoofdstuk worden hun taken nader toegelicht. 5 Het zijn: • de cardioloog; • de internist; • verpleegkundigen op de afdeling; • de maatschappelijk werker; • de fysiotherapeut; • de diëtiste; • de longarts; •KNO-arts; • de tandarts; • (voor vrouwen) de gynaecoloog en • de medewerkers op de onderzoeksafdelingen. • • • • uw behandelend cardioloog. De verpleegkundigen: zij houden zich bezig met uw dagelijkse verzorging en de coördinatie van alle activiteiten. De fysiotherapeut: indien nodig zal hij of zij oefeningen met u doen om uw conditie optimaal te doen zijn. De diëtist: zij stelt met u een menu samen en geeft u voedingsadviezen. De maatschappelijk werker: zie paragraaf 2.2 Voor de dagelijkse gang van zaken op de afdeling, dagindeling, etc. verwijzen wij naar de afdelingsfolder die u bij binnenkomst gekregen hebt. Op de afdeling worden uw lichamelijke functies goed in de gaten gehouden. De verpleegkundigen en u zelf voeren dagelijks de volgende controles uit: • temperatuur, pols en bloeddruk; • gewicht: dagelijks wegen is een goede controle op het wel of niet vasthouden van vocht; • bijhouden van een zogenoemde vochtbalans: de verpleegkundige of uzelf noteert hoeveel u drinkt; u plast op de po of in de urinaal en de verpleegkundige meet de urineproduktie. 2 DE OPNAME 2.1 Op de verpleegafdeling Voor de screening harttransplantatie wordt u opgenomen op verpleegafdeling Cardiologie van het St. Antonius Ziekenhuis. Op de afdeling krijgt u te maken met diverse medewerkers van het ziekenhuis, allen met hun eigen deskundigheid, o.a.: • De afdelingscardioloog: de afdelingscardioloog is de verantwoordelijke arts op de afdeling. Medisch onderzoek en behandeling behoren tot zijn/haar taken. Meestal is deze cardioloog niet uw ‘eigen’ arts van de poli. Tussen hen vindt wel overdracht en overleg plaats. Twee maal per week loopt de afdelingscardioloog de patiëntenronde langs de bedden. • De arts-assistent: de arts-assistent is een arts die zich specialiseert in de cardiologie. Hij of zij loopt dagelijks visite en onderhoudt regelmatig contact met Het is namelijk van groot belang dat u niet teveel vocht vasthoudt. Bij achteruitgang van de urineproduktie kan de arts de behandeling bijstellen, bijvoorbeeld door: • een vochtbeperking van 600-1500 ml vocht per dag; • een zoutarm dieet: in samenspraak met de diëtist; • het aanpassen van medicijnen. 6 2.2 Begeleiding checklist. Daarop kunt u bijhouden welke onderzoeken u al hebt gehad en welke u nog krijgt. De screening voor een harttransplantatie brengt een onzekere tijd met zich mee. Daarom zal een van de maatschappelijk werkers van de afdeling contact met u en uw familie opnemen en u tijdens de screeningsperiode begeleiden en informeren. Ook na de beslissing over wel of geen transplantatie kunt u contact met hen houden, hoe de beslissing ook uitvalt. 2.3 De onderzoeken en consulten Zoals u inmiddels duidelijk zal zijn, bestaat het screeningsprogramma uit een groot aantal onderzoeken en consulten. Sommige onderzoeken kunnen op de verpleegafdeling gedaan worden (zoals hartfilmpje maken), voor de meeste onderzoeken gaat u naar de betreffende onderzoeksafdeling. Hetzelfde geldt voor de consulten. Soms komt een specialist (bijvoorbeeld de longarts) bij u langs op de verpleegafdeling, in andere gevallen bezoekt u de specialist op de betreffende poli. De mensen van het Patiëntenvervoer brengen u er dan heen. Om te zien of een harttransplantatie voor u mogelijk is, wordt u uitgebreid lichamelijk onderzocht. Het programma bevat daarom niet alleen hartonderzoeken, maar ook onderzoek van de longen, keel/neus/oren, gebit, enzovoorts. De verpleegkundige op de afdeling stelt in overleg met u een voorlopig weekprogramma vast. In overleg is het mogelijk om van dit programma af te wijken, bijvoorbeeld wanneer u te moe bent om een onderzoek te ondergaan. In het volgende hoofdstuk vindt u een zogenaamde 7 3 Checklist De checklist is een overzicht van de consulten en van alle onderzoeken die u moet ondergaan. U kunt op de lijst voor uzelf de datum schrijven waarop u de onderzoeken zult krijgen, en ze aankruisen wanneer ze achter de rug zijn. Zo houdt u overzicht over de voortgang van het screeningsprogramma. Voorbeeld datum opm. Opnamegesprek Van de onderzoeken gemerkt met een * vindt u in de bijlage van dit boekje een beschrijving. 3.1 Hartonderzoeken Inspanningstest: fietsproef * Echo van het hart* Hartkatheterisatie * Holtermonitoring* Ejectiefractiebepaling* 8 3.2 Overige onderzoeken 3.2.1Longonderzoek Spirometrie: ‘blazen’* VQ-scan: scan van de longen Mantoux zetten: onderhuids prikje in de arm, tbc-test * X-thorax: röntgenfoto van de longen en het hart 3.2.2 Overig onderzoek op de röntgenafdeling Röntgenfoto’s van gebit, neus-, keel- en bijholten Röntgenfoto’s van wervel kolom, bekken en schouders Echografie van bovenste deel van de buik* Bij vrouwen: röntgenfoto’s van de borsten 9 3.2.3 Laboratoriumonderzoek Bloedsuikers: vier keer ‘vingerprik’ Glucosetolerantietest: suiker-water drinken, vijf vingerprikken en 3x urine inleveren Urine: 3 kleine porties Urine: totale hoeveelheid over 24 uur Sputum: eenmalig, in kweekpotje Ontlasting: zes keer, inleveren in potje Keel- en neusuitstrijk N.B. In de lijst zijn de bloedafnames niet vermeld. Dit gebeurt vrijwel dagelijks. 10 3.3Consulten Internist: algeheel lichamelijk onderzoek Longarts: zie ook bovenstaande longonderzoeken Keel-, neus- en oorarts Tandarts (Bij vrouwen) gynaecoloog Maatschappelijk werk* Diëtist Aanvullend onderzoek Daar wordt een zogenoemde Swan Ganzkatheter ingebracht. Hoe dat precies in zijn werk gaat, kunt u lezen in de bijlage van deze folder. Wanneer uw behandelend cardioloog het noodzakelijk vindt, zal hij of zij aanvullend onderzoek afspreken of zullen andere artsen worden geraadpleegd. U zult hiervan op de hoogte gebracht worden. Te hoge ‘longdruk’ Tijdens het screeningsprogramma blijkt regelmatig dat patiënten een te hoge ‘longdruk’ hebben (een te hoge bloeddruk in de bloedvaten van de longen). Als dat bij u ook het geval blijkt te zijn, moet u daarvoor behandeld worden. Behandeling van te hoge longdruk vindt plaats op de afdeling Hartbewaking. Als u tot dan toe op Cardiologie was opgenomen, wordt u naar Hartbewaking overgeplaatst. 11 Bijlage: informatie onderzoeken 1 Inspanningstest: fietsproef In deze bijlage vindt u informatie over de onderzoeken die deel uitmaken van het screeningsprogramma. U kunt de beschrijving lezen van achtereenvolgens: De inspanningstest is een onderzoek waarbij een ECG gemaakt wordt terwijl u zich inspant. Het onderzoek vindt plaats op de Hartfunctie-onderzoek. Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig. 1. Inspanningstest: fietsproef 2.Ejectiefractie-bepaling 3. Echografie van het hart 4. Hartkatheterisatie (coronair angiogram) 5. Holtermonitoring (24-uurs ECG) 6. Spirometrie (‘blazen’) 7.VQ-scan 8. Echografie van de bovenbuik 9. Swan Ganz-katheter 10.Cyclosporinecurve Onderzoek U neemt plaats op de fiets. De laborant brengt ECG-plakkers aan op uw armen, benen en borstkas. Terwijl u fietst, stelt de laborant de fiets steeds opnieuw in, zodat u steeds zwaarder moet trappen. Ondertussen wordt het ECG gemaakt. Soms moet u tijdens het fietsen een longfunctietest doen (spirometrie). Zie hiervoor de beschrijving onder 6. Tijdens de fietsproef dient u de laborant te waarschuwen: • bij pijn op de borst; • wanneer u kortademig wordt; • wanneer u duizelig wordt; • wanneer u te vermoeid bent om de test nog verder uit te voeren. Wanneer deze klachten zich voordoen: niet zelf de test stoppen. De laborant zal direct de belasting van de fiets lager instellen. Deze bijlage heeft de opzet van een ‘naslagwerk’. Lees dus niet alles in één keer, maar zoek de gewenste informatie op kort voordat u het betreffende onderzoek ondergaat. Hoe lang het onderzoek duurt, is afhankelijk van uw conditie en eventuele klachten. . 12 2 Ejectiefractiebepaling Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk ligt. Het maken van de foto’s duurt ongeveer 30 minuten. Ejectiefractiebepaling is een onderzoek waarbij de werking van de hartspier wordt onderzocht. Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van een licht radioactieve stof. Het onderzoek is niet schadelijk. Nazorg Na afloop van het onderzoek kunt u gewoon weer terug naar de afdeling. U hebt geen speciale nazorg nodig. De radioactieve stof raakt u vanzelf snel weer kwijt, via de urine. Onderzoek Er zijn voor dit onderzoek geen speciale voorbereidingen nodig. Op het afgesproken tijdstip gaat u naar de afdeling Nucleaire Geneeskunde. 3 Echografie van het hart Bij echografie wordt het hart onderzocht met behulp van onhoorbaar geluid (ultrageluid, met een frequentie hoger dan 20.000 Hz). Het onderzoek is geheel onschadelijk en niet pijnlijk. Het onderzoek vindt plaats op de hartfunctie-afdeling. Er zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Injecties Voorafgaand aan het onderzoek krijgt u twee maal een injectie in een bloedvat in uw arm. De injecties maken het mogelijk het hart op de foto zichtbaar te maken. Als de arts u de eerste injectie toegediend heeft, moet u 15-30 minuten wachten. Hierna neemt u plaats op de onderzoektafel. De laborant brengt ECG-plakkers aan op uw borst, armen en benen. De arts geeft u vervolgens de tweede injectie, die een licht radio-actieve vloeistof bevat. Deze vloeistof heeft geen bijwerkingen en is niet schadelijk. Onderzoek Op de onderzoekskamer vraagt de assistent u om u van boven uit te kleden. U neemt plaats op de onderzoektafel. De arts die het onderzoek uitvoert, brengt drie plakkers aan op uw borstkas, voor ECG-registratie. Vervolgens brengt hij of zij gel aan op uw borst en beweegt met een ‘geluidskop’ (een soort microfoon die geluidsgolven uitzendt en weer opvangt) over uw borstkas. De opnamen worden zichtbaar gemaakt op een beeldscherm. Tijdens het onderzoek wordt u soms gevraagd uw adem even in te houden en op uw linker zij te gaan liggen. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur. Foto’s maken Vervolgens wordt er een aantal foto’s van uw hart gemaakt. De camera bevindt zich boven uw borst en maakt opnamen vanuit drie verschillende posities. Tijdens de opnamen wordt een ECG gemaakt. Het maken van de opnamen is eenvoudig en niet pijnlijk. 13 4 hartkatheterisatie (Coronair Angiogram) Onderzoek De onderzoekkamer U neemt plaats op de onderzoektafel. De laborant vraagt u uw pyjama- en/of onderbroek uit te doen. Tijdens het hele onderzoek ligt u op uw rug, met uw handen langs uw lichaam. U wordt aangesloten op een automatisch bloeddruk- en ECG-meetapparaat. Bij het onderzoek zijn twee laboranten en een arts aanwezig. Zij lopen in groene pakken. Hartkatheterisatie is een onderzoek waarbij een dun slangetje (katheter) tot in het hart wordt gevoerd. De katheters, die ruim een meter lang zijn, kunnen vanuit de lies of de elleboogsplooi door de bloedvaten heen naar het hart geschoven worden. Daar kunnen allerlei metingen gedaan worden, zoals het registreren van de bloeddrukken in het hart en het zichtbaar maken van de hartkamers en de kransslagaders. Tijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde contrastvloeistof, die het hart en de bloedvaten zichtbaar maakt op de röntgenopnamen. Het inbrengen van de katheter De laborant brengt jodium aan op de liezen en bedekt uw lichaam, behalve uw hoofd en uw liezen, met groene lakens. U krijgt in uw lies een plaatselijke verdoving. Deze prik is even pijnlijk. Als de verdoving is ingewerkt, wordt de slagader aangeprikt en het slangetje (de katheter) ingebracht. De arts schuift nu de katheter op naar het hart. Hier voelt u niets van. Op het beeldscherm is te zien waar de katheter zich in uw lichaam bevindt. De arts sluit de katheter aan op een pompje met contrastvloeistof. In een enkel geval kiest de arts er voor om de katheter niet via de lies, maar via de arm (de elleboogsplooi) in te brengen. De arts zal u zijn/haar voorkeur laten weten. De voorbereiding en het plaatsen van de katheter duurt ongeveer een kwartier. Voorbereiding De dag voor het onderzoek (soms ook op de dag zelf) worden beide liezen geschoren, om de huid goed te kunnen desinfecteren. Enkele uren voordat u naar het onderzoek toe gaat, mag u niet meer eten of drinken. De verpleegkundige vertelt u of u nog mag ontbijten, tot hoe laat u nog wat mag drinken, etc. Kort voor het onderzoek krijgt u een tablet met een rustgevende werking. U gaat in uw bed naar de afdeling Radiologie. Kettinkjes of andere metalen voorwerpen dient u op de afdeling achter te laten. Ze verstoren namelijk de opnamen. Zorg ervoor dat u kort voor het onderzoek nog naar het toilet gaat. Het is erg lastig als dit tijdens het onderzoek nodig blijkt. Trek ook een paar sokken aan, om koude voeten te voorkomen. Opnamen maken Via de katheter spuit de arts contrastvloeistof in de holten van het hart. Dit veroorzaakt een warmtegevoel in uw hele lichaam. Tevens kunt u het gevoel krijgen te moeten plassen. Na ongeveer 15 seconden verdwijnt dit gevoel vanzelf. Vervolgens 14 Nazorg worden er röntgenopnamen gemaakt. Tijdens het maken van de opnamen vraagt de laborant u om stil te liggen en even de adem in te houden. Camera en röntgenapparatuur maken tijdens het maken van de opnamen nogal wat lawaai. Als u via de lies gekatheteriseerd bent, moet u na het onderzoek twaalf uur plat in bed blijven liggen. Het been met het drukverband in de lies moet dan stil blijven liggen. Voor veel patiënten is deze platte bedrust onprettig. Na twaalf uur wordt het verband verwijderd en mag u weer uit bed komen. Kransslagaderen Niet alleen het hart zelf, maar ook de kransslagaderen rond het hart kunnen zichtbaar gemaakt worden. Daartoe schuift de arts een speciaal voorgevormde katheter naar de kransslagaderen en spuit er contrastvloeistof door. Dit kan pijnklachten op de borst veroorzaken. Wanneer dit gebeurt, waarschuw dan de arts. Het onderzoek wordt dan even onderbroken en indien nodig krijgt u een tabletje onder de tong. De verpleegkundige op de afdeling controleert na terugkomst van het onderzoek regelmatig uw polsslag, uw bloeddruk en het drukverband. Ook wordt er een ECG gemaakt. Het is belangrijk dat u na het onderzoek voldoende drinkt. Hierdoor raakt u de contrastvloeistof snel kwijt, via de urine. Wanneer u een vochtbeperking hebt, overleg dan met de arts of verpleegkundige. ‘Rechts-katheterisatie’ 5 Holtermonitoring (24-uurs ECG) Het onderzoek zoals dat tot nu toe beschreven is, geeft informatie over de linker helft van het hart. De arts zal altijd ook de rechter harthelft willen onderzoeken. Daartoe wordt opnieuw de lies (of de arm) aangeprikt en een katheter ingevoerd, maar nu in een ader in plaats van in een slagader. Het onderzoek verloopt verder zoals hierboven beschreven. Bij Holtermonitoring wordt er gedurende 24 uur uw hartritme geregistreerd op een cassettebandje. Het onderzoek is volkomen pijnloos. Er zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Na afloop Onderzoek Als het onderzoek is afgelopen, verwijdert de arts de katheter. De aanprikplaats in de lies wordt geruime tijd met de hand afgedrukt en met een strak verband verbonden, om nabloedingen te voorkomen. Als u via uw arm onderzocht bent, wordt het wondje in de elleboog met enkele hechtingen gesloten. U gaat in uw eigen bed weer terug naar de afdeling. Het onderzoek duurt in totaal een tot twee uur. De laborant op de Hartfunctie-onderzoek brengt op uw borstkas enkele plakkers aan. Deze zijn via een draad verbonden met het holterapparaat, dat eruit ziet als een kleine cassetterecorder/walkman. Het apparaatje kunt u met een band om uw middel hangen. U kunt er gewoon mee slapen. 15 gen. Na enkele minuten verwijdert de assistent de knijper op uw neus en het mondstuk. Vaak wordt de test herhaald terwijl u op een bewegende loopband loopt. Het is belangrijk dat u gedurende de 24 uur dat u het apparaatje bij u draagt, een dagboekje bijhoudt. Graag per uur noteren wat uw bezigheden zijn geweest, bijvoorbeeld: • 9-10 uur: ontbeten en op bed gelegen • 10-11 uur: gedoucht en zitten lezen • 10.15 uur: beklemd gevoel op de borst, verdwenen na inname Nitrobaat® • 11-12 uur: gewandeld en geluncht •enz. Na 24 uur verwijdert de verpleegkundige de plakkers en de recorder. Na afloop van het onderzoek gaat u terug naar uw afdeling. U hebt geen speciale nazorg nodig. 7 VQ-Scan De VQ-scan is een onderzoek van de longen. Het heeft twee doelen: 1. de luchtvoorziening van de longen in beeld brengen; 2. de doorbloeding van de longen in beeld brengen. Dit gebeurt met behulp van licht radioactieve stoffen. Het onderzoek is niet schadelijk. 6 Spirometrie (‘blazen’) Spirometrie is een eenvoudige methode om de capaciteit (inhoud) van de longen te meten. Het onderzoek is pijnloos. Onderzoek Onderzoek Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Op het afgesproken tijdstip gaat u naar de Nucleaire Geneeskunde. Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig. U gaat naar de Longfunctie-onderzoek. De assistent vraagt u plaats te nemen op een stoel vlak voor een apparaat. U krijgt een rubber mondstuk tussen uw tanden. Aan het mondstuk is een slang bevestigd. Op uw neus krijgt u een knijper. Via het mondstuk kunt u gewoon ademhalen. De assistent vertelt u precies wat er van u wordt verwacht. Hij of zij geeft u een aantal opdrachten (bijvoorbeeld diep in- en uitademen, of zo snel mogelijk uitademen). Terwijl u ademt, ziet u een schrijfstift op een draaiende rol papier op en neer bewe- Injectie U neemt plaats op een onderzoektafel. De arts van de afdeling spuit in een bloedvat in uw arm een licht radioactieve vloeistof. Tijdens het prikken vraagt de arts u een paar maal diep in en uit te ademen. Hierdoor verdeelt de vloeistof zich gelijkmatig over de bloedvaten in de longen. De ingespoten vloeistof is niet schadelijk en heeft geen bijwerkingen. 16 Voorbereiding Inademen Na het inspuiten neemt u plaats op een kruk vlak voor een meetapparaat. U krijgt een rubber mondstuk tussen uw tanden. Aan het mondstuk is een slang bevestigd, waar lucht doorheen komt. Op uw neus krijgt u een knijper. Via het mondstuk kunt u gewoon ademhalen. Vervolgens wordt een licht radioactief gas aan de lucht toegevoegd. Wanneer u dit inademt, kan de verdeling van de lucht in uw longen zichtbaar gemaakt worden. Het inademen is niet schadelijk en veroorzaakt geen benauwdheid. Voor dit onderzoek dient u nuchter te zijn. Dit houdt in dat u vanaf 24.00 uur ‘s avonds niets meer mag eten en drinken. Tanden poetsen, mond spoelen en gebruik van medicijnen met een beetje water is wel toegestaan. Onderzoek Op het afgesproken tijdstip gaat u naar de afdeling Radiologie. Op de onderzoekkamer vraagt de assistent u om u van boven uit te kleden. U neemt plaats op de onderzoektafel. De arts die het onderzoek uitvoert, brengt gel aan op uw buik en beweegt met een ‘geluidskop’ (een soort microfoon die geluidsgolven uitzendt en weer opvangt) over uw buik. Tijdens het onderzoek wordt u gevraagd uw adem even in te houden. Dit is om scherpe opnamen te verkrijgen. Het kan zijn dat het onderzoek hierna herhaald wordt door een tweede onderzoeker. Dit behoort tot de normale gang van zaken. In de meeste gevallen neemt het onderzoek 20 minuten tot een half uur in beslag. Foto’s maken De arts maakt vervolgens enkele foto’s en vraagt u enkele keren om van houding te veranderen. Er worden afwisselend foto’s gemaakt met en zonder het mondstuk in uw mond. Het is belangrijk dat u tijdens de opnamen zo min mogelijk beweegt; u kunt wel gewoon doorademen. Het maken van de opnamen is niet pijnlijk. In totaal duurt het onderzoek een half uur tot drie kwartier. U hebt geen speciale nazorg nodig. 8 Echografie van de bovenbuik 9 Swan Ganz-katheter Bij dit onderzoek worden de organen in het bovenste deel van de buik zichtbaar gemaakt met behulp van onhoorbaar geluid. Het onderzoek is geheel onschadelijk en niet pijnlijk. Regelmatig wordt bij screeningspatiënten tijdens de onderzoeken een ‘verhoogde longdruk’ geconstateerd. Dit wil zeggen dat de bloeddruk in de longbloedvaten te hoog is. Wanneer dit bij u het geval is, krijgt u daarvoor een behandeling. U wordt voor enkele dagen aangesloten op een instrument dat de genoemde drukken meet. Indien nodig krijgt u drukverlagende medicijnen toegediend. 17 10 Cyclosporinecurve De behandeling vindt plaats op de Hartbewaking. Nogmaals: dit geldt niet voor alle screeningspatiënten. Als u geen verhoogde longdruk hebt, kunt u het onderstaande ongelezen laten. De aansluiting op de meetapparatuur gebeurt met een zogenaamde Swan Ganz-katheter. Dit gaat als volgt. U krijgt een verdovingsinjectie vlak onder het sleutelbeen. Als de verdoving ingewerkt is, prikt de arts het bloedvat aan dat daar onder de huid ligt, en brengt de Swan Ganzkatheter in. De katheter bestaat uit een dun plastic slangetje dat opgeschoven wordt door het bloedvat, via het hart tot in de longbloedvaten. Dit gebeurt onder röntgendoorlichting. Het uiteinde dat buiten het lichaam blijft, wordt aan de huid vastgehecht. Aan de Swan Ganz-katheter zitten een geel en een doorzichtig slangetje aangesloten, die zich verscheidene malen vertakken. Via de gele slangetjes worden regelmatig de bloeddrukken rond het hart en de longen gemeten; via de doorzichtige slangetjes krijgt u (wanneer nodig) medicijnen toegediend. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het Academisch Ziekenhuis Utrecht, waar u tijdens de screeningsperiode kort wordt opgenomen. Tijdens het onderzoek wordt de optimale startdosering van het antistollingsmiddel Cyclosporine (Neoral®) berekend die u al enkele uren vóór de transplantatie via een infuus krijgt. Cyclosporine is een medicijn dat het afstotingsmechanisme van het lichaam in bedwang houdt en dat u na de transplantatie levenslang moet blijven slikken. Omdat dit medicijn erg belangrijk is, mag rond de transplantatie geen tijd verloren gaan met het uitproberen wat voor u de juiste dosering is. Voor ieder mens is dit anders. Wat precies de juiste dosering in uw geval is wordt daarom al enige tijd vóór de operatie, tijdens dit onderzoek, uitgerekend. Onderzoek U krijgt voor dit onderzoek twee infuusnaaldjes in. Via één infuusnaald krijgt u gedurende vier uur een hoeveelheid Cyclosporine die berekend is aan de hand van uw gewicht. Vervolgens wordt via de andere infuusnaald zeer frequent bloed bij u afgenomen, in totaal 16 maal. De eerste uren gebeurt dit twee maal per uur, later nog maar eens per zes uur. Gedurende het onderzoek bent u gewoon ‘lopend patiënt’ en kunt u eventueel ook andere onderzoeken ondergaan, mits er maar op tijd bloed kan worden afgenomen. Het onderzoek duurt in totaal 28 uur. U blijft gewoonlijk enkele dagen aangesloten op de Swan Ganz-katheter. U kunt die dagen niet oplopen, wel kunt u naast het bed zitten als uw conditie dat toelaat. 18 St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E [email protected] www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Cardiologie 088 - 320 11 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen Poliklinieken St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 19 Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl CAR 02/05-13 Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis