Vanda Naamverklaring: De naam van dit geslacht is afgeleid van de Sanscritische naam voor de soort Vanda tessellata. Kenmerken en herkomst: Vanda is een geslacht met ongeveer 60 soorten verspreid door India, de Himalaya, Zuidoost-Azië, Indonesië, de Filippijnen, Nieuw-Guinea, het zuiden van China en het noorden van Australië. Het zijn voornamelijk epifytische planten, met uitzondering van enkele lithofyten en terrestriale soorten. Sommige soorten hebben platte, brede, eivormige bladeren, terwijl andere soorten vlezige, kegelvormige bladeren hebben die aangepast zijn aan een droger klimaat. De stengels van deze orchideeën verschillen enorm in grootte, er zijn miniatuur planten, maar ook planten die enkele meters lang kunnen zijn. Het kunnen dus erg grote planten worden, daarbij komt dan ook een uitgebreid luchtwortelstelsel. De zijdelingse bloemstengel groeit vanuit de stengel van de plant en draag enkele tot vele, grote, opvallende bloemen. De meeste soorten hebben geelbruine bloemen met bruine markeringen, maar ze kunnen ook wit, groen, oranje, rood en bordeaux gekleurd zijn. De lip heeft een kleine uitloper. Vanda’s bloeien meestal iedere paar maanden en de bloemen staan twee tot drie weken. Verzorging: Vanda’s hebben een zeer lichte plaats nodig, let echter wel op dat de plant beschermd wordt tegen direct zonlicht. In de zomer mag de temperatuur overdag oplopen tot zo’n 25 à 28°C. De nachttemperatuur moet echter iets lager liggen, rond de 20 à 22°C, zodat de planten kunnen afkoelen. In de winter is een constante temperatuur van 20°C ideaal. Men kan een Vanda thuis, in de huiskamer, het beste in een glazen vaas houden, zodat de luchtvochtigheid om de plant heen op peil blijft. Men dient goed te kijken naar de wortels, als deze vochtig zijn, heeft de plant geen water nodig. Laat de wortels één of twee dagen drogen voordat u de plant weer water geeft. In het voorjaar en in de zomer hebben deze planten één maal per week mest nodig. Een gemakkelijk schema om aan te houden werkt als volgt; 1. Haal de Vanda op maandag uit de vaas, besproei de wortels even, en draai hem terug in de vaas. Verder moet u ten alle tijden goed opletten dat er absoluut geen water onder in de vaas staat, zo voorkomt u dat de wortels gaan rotten. 2. Woensdag of donderdag kunt u de plant het beste een half uur onderdompelen in een emmer water, let er op dat alleen de wortels ondergedompeld zijn. Als er namelijk water tussen de bladeren staat, zullen deze gaan rotten. Na het half uur laat u de plant even uitlekken, waarna u hem weer terug in de vaas draait. In het voorjaar en in de zomer kunt u op dit moment ook de mest toedienen. 3. Zaterdag kunt u de plant dezelfde behandeling geven als op de maandag. Let op: Dit schema is een richtlijn, wij raden u aan goed naar uw plant te kijken. Het is ook mogelijk om de plant thuis op te hangen, dit is wel een echte uitdaging en vereist veel aandacht.