GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN (GRP4) 2016 - 202 0 H e l l e n d o o rn HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Jonkerbosplein 52 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 88 348 70 00 Telefoon +31 88 348 71 00 Fax [email protected] www.royalhaskoningdhv.com Amersfoort 56515154 Documenttitel E-mail Internet KvK Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 Hellendoorn Verkorte documenttitel GRP Hellendoorn (GRP4) Status Definitief rapport Datum 4 november 2015 Projectnaam GRP Hellendoorn Projectnummer BD3804-101-100 Opdrachtgever Gemeente Hellendoorn Referentie Auteur(s) Collegiale toets BD3804/R001/903690/EJA/Nijm K. Vleeshouwers, H. J. Bergboer T. Dijkstra / R.C. Mennegat Datum/paraaf 4 november 2015 Vrijgegeven door K. Vleeshouwers Datum/paraaf 4 november 2015 …………………. …………………. A company of Royal HaskoningDHV VOORWOORD Geachte lezer, het lijkt zo vanzelfsprekend: je zet de wasmachine aan en het water stroomt weg, het riool in. Het toilet, de douche, de gootsteen: we staan er eigenlijk niet bij stil waar al dat afvalwater blijft. Totdat er iets verstopt raakt. En zo hoort het natuurlijk ook: het riool moet zo goed functioneren dat we daar als gebruiker niet bij stil hoeven te staan. Als gemeente werken we er hard aan, iedere dag weer. Voor u ligt het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP4) van de gemeente Hellendoorn. Hierin beschrijven we ons beleid voor aanleg, verbetering en beheer van afvalwater-, hemelwater- en grondwatervoorzieningen in onze gemeente. Riolering leggen we sinds het midden van de vorige eeuw aan om ervoor te zorgen dat er geen mensen ziek worden van afvalwater. Langzaam maar zeker is de bebouwde kom in Hellendoorn voorzien van een rioolstelsel waarbij het afvalwater en regenwater wordt ingezameld en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Aan het einde van de vorige eeuw stond het schoon houden van oppervlaktewater centraal, het waterschap formuleerde de zogenoemde basisinspanning. Uitstoot van vervuilende stoffen naar oppervlaktewater is door de aanleg van bergingskelders inmiddels teruggedrongen met meer dan 50%. Ook stond de gemeente einde vorige eeuw voor de uitdaging om panden in het buitengebied die nog niet waren voorzien van riolering aan te sluiten op het stelsel. Ook deze taak is inmiddels volbracht, alles wordt inmiddels ingezameld en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Vanaf het begin van deze eeuw streeft de gemeente er ook naar duurzamer om te gaan met afvoer van schoon hemelwater. De rioolstelsels in de gemeente zijn in de loop der tijd zodanig ontworpen dat er in de praktijk bij normale regenval nauwelijks sprake is van wateroverlast. Door klimaatontwikkelingen bestaat de kans dat in de toekomst op lokaal niveau extra maatregelen nodig zijn, een eerste verkenning van de gevolgen van zware regenbuien voor de gemeente Hellendoorn is in het kader van dit GRP4 uitgevoerd. Samen met regionale partners neemt het Twents waternet initiatieven gericht op innovatie en verduurzaming van de waterketen. De komende jaren richt Hellendoorn zich vooral op een deugdelijk en betaalbaar beheer van de rioleringsvoorzieningen, het zoveel mogelijk voorkomen van vermenging van schoon hemelwater met afvalwater en het waar nodig aanpakken van wateroverlast door klimaatontwikkelingen. Om dit allemaal goed te kunnen uitvoeren, richten we als gemeente een rioolbedrijf in, ook daar leest u meer over in dit beleidsplan. Zo zorgen we ervoor dat we ook in de toekomst onze voorzieningen en de financiering ervan goed op orde hebben. Zodat we met zijn allen het vlekkeloos wegstromen van water blijven ervaren als iets heel vanzelfsprekends. Jelle Beintema, Wethouder Mobiliteit, financiën en milieu GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -i- 4 november 2015 SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan van de gemeente Hellendoorn (GRP4) voor de periode 2016 t/m 2020. Hierin geven we aan op welke wijze we de komende jaren, met een doorkijk naar de toekomst, invulling gaan geven aan de zorgplichten rondom afval-, hemel- en grondwater. Vanuit de Wet milieubeheer zijn we als gemeente verplicht een GRP4 voor deze zorgplichten op te stellen. Het GRP4 geeft antwoord op de wijze waarop we de aankomende jaren omgaan met het beheer en onderhoud van de rioleringsvoorzieningen en welke investeringen we gaan doen in het kader van de zorgplichten. Het GRP4 laat ook zien hoe we inspelen op een veranderend klimaat en hoe we inzetten op een verdere professionalisering van het rioolbeheer. EVALUATIE VORIGE PLANPERIODE (vGRP) In het vGRP 2009-2015 zijn, naast de reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden, investeringsprojecten en nieuwe beheeraciviteiten benoemd die in de afgelopen planperiode waren voorzien. In dit GRP4 is het beleid van het vGRP 2009-2015 geëvalueerd waarbij een indeling is gemaakt naar de volgende hoofdactiviteiten: Beleid riolen en water; Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht; Investeringen Grondwaterzorgplicht; Investeringen installaties; Beheer riolering; Onderhoud riolering. Voor alle activiteiten is de status aangegeven, waar nodig voorzien van een toelichting. In het algemeen kan worden gesteld dat de meeste activiteiten vanuit het programma uitgevoerd zijn. SAMENWERKING IN DE AFVALWATERKETEN In 2011 is in het Bestuursakkoord Water afgesproken om vanaf 2020 landelijk jaarlijks 380 miljoen te besparen in de afvalwaterketen. Waterschap Vechtstromen en 14 gemeenten in Twente werken al jaren samen binnen het Twents waternet. In 2012 heeft deze samenwerking geresulteerd in het bestuurlijk akkoord Waterwinst TAAK 2.0 met als doel kosten te besparen, kwaliteit te verbeteren en kwetsbaarheid te verminderen. De samenwerking tussen gemeente en waterschappen Vechtstromen en Groot Salland verloopt goed. Er vindt regelmatig overleg plaats over de voortgang van projecten en ontwikkelingen. De visitatiecommissie heeft in haar onderzoek geconstateerd dat de sector goed gebruik heeft gemaakt van haar opzet om te komen tot een kostenbesparing door het aanscherpen van de eigen ambities en plannen. AFVALWATERZORGPLICHT We streven een duurzame en doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater na tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Adequaat beheer en onderhoud is daarbij ons uitgangspunt, waarbij we meer gaan sturen op geleverde prestaties. Hierbij maken we gebruik van metingen vanuit het afvalwatermeetnet, geregistreerde meldingen van burgers en bedrijfsleven en BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - ii - Definitief rapport praktijkinformatie met betrekking tot gemaalstoringen. De basis daarvoor is een goed ingericht gegevensbeheer. De eerste aanzet hiertoe hebben we al gemaakt in het vorige vGRP. Op basis van de huidige kennis van de kwaliteitstoestand van het vrijvervalrioolstelsel, gaan we minder riolen vervangen en meer renoveren. We vervangen riolen op beperktere schaal en vooral daar waar werk met werk kan worden gemaakt. Voor mechanische riolering voorzien we een inspanning de komende planperiode voor vervanging van onderdelen op basis van het plan dat in 2012 is opgesteld. Naast investeringen voor renovatie van riolen zijn er in beperktere mate dan voorheen investeringen voorzien voor vervanging en investeringen voor verbetering van het rioolstelsel. HEMELWATERZORGPLICHT Ook hier staat een zo duurzaam mogelijke en doelmatige inzameling en afvoer van hemelwater voorop. Het proces van de watertoets zullen we in dit GRP4 verder gaan optimaliseren. In dit GRP4 zijn richtlijnen opgenomen voor verwerking van hemelwater bij veel voorkomende projecten zowel in de openbare ruimte als bij ruimtelijke ontwikkelingen. Nieuwe hemelwatervoorzieningen (bijvoorbeeld wadi’s) vragen een ander type beheer dan de gangbare stelsels. Dit stemmen we af met disciplines waar het beheer plaats zal vinden (wegen, groen). De overige voorzieningen beheren we samen met voorzieningen voor afvalwater. Ook zijn investeringen voorzien voor de aanpak van wateroverlast bij extreme regenbuien. Begin 2015 is een klimaatscan gemaakt van mogelijke wateroverlast bij extreme regenbuien. De klimaatscan geeft weer waar water zich zal verzamelen bij een extreme bui waarbij in één uur tijd 50 mm neerslag valt. Voor de aanpak van wateroverlast in de komende planperiode zijn investeringen voorzien die in overleg met collega’s van groenbeheer, wegbeheer, verkeer en integrale herinrichtingsprojecten worden ingezet. De aanpassing van de openbare ruimte in projecten, zodanig dat wateroverlast zoveel mogelijk wordt vermeden, staat daarbij centraal. GRONDWATERZORGPLICHT We dragen zorg voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen, zodat structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor burgers worden beperkt. Om beter inzicht te krijgen in de gemeentelijke grondwatersituatie gaan we meetdata analyseren vanuit het grondwatermeetnet. Als zich grondwateroverlast voordoet treden we op als regisseur en beoordelen we de overlast op basis van meldingen en meetdata. Daar waar mogelijk en doelmatig verhelpen we problemen. Voor de planperiode zijn voor de invulling van de grondwaterzorgplicht geen investeringen voorzien. PERSONELE MIDDELEN De gevolgen van het voorgestelde beleid, voor de benodigde personele bezetting is in beeld gebracht aan de hand van een taken- en functielijst en een urenraming. Uitgangspunt hierbij is dat de taken hoofdzakelijk door de gemeente zelf worden uitgevoerd. Uit de analyse (die is vergeleken met landelijke kentallen van de Stichting RIONED) blijkt dat de huidige bezetting voldoende is om de taken te kunnen uitvoeren. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - iii - 4 november 2015 FINANCIËLE MIDDELEN De ontwikkeling van de rioolheffing voor de periode 2016-2020 is op basis van een kostendekkingsberekening voor drie scenario’s in beeld gebracht met een doorkijk naar de lange termijn. Scenario 1 is gebaseerd op het afschrijvingsbeleid zoals opgenomen in de nota afschrijvingen van de gemeente en de huidige methode van BTW toerekening. In scenario 2 is het effect in beeld gebracht van een andere wijze van toerekening van de BTW. Scenario 3 geeft de ontwikkeling aan van de rioolheffing als het afschrijvingsbeleid geleidelijk wordt gewijzigd. Vervangingsinvesteringen en investeringen voor renovaties worden in dit scenario na 2030 direct afgeschreven. De navolgende figuur geeft de ontwikkeling van de rioolheffing voor de planperiode van dit GRP4 voor de 3 scenario’s. € 200 € 195 € 190 Ontwikkeling rioolheffing scenario 1 (categorie tot 50 m3) € 185 Rioolheffing € 180 euro € 175 Ontwikkeling rioolheffing scenario 2 (categorie tot 50 m3) € 170 Ontwikkeling rioolheffing scenario 3 (categorie tot 50 m3) € 165 € 160 2016 2017 2018 2019 2020 Jaar BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - iv - Definitief rapport INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Algemeen Gemeentelijke zorgplichten Aanleiding en geldigheidsduur Procedure Leeswijzer 1 1 1 2 2 3 2 WETTELIJK- EN BELEIDSKADER 2.1 Algemeen 2.2 Europa 2.3 Het Rijk 2.3.1 Wetten en besluiten 2.3.2 De gemeentelijke zorgplichten 2.4 Regionaal beleid 2.4.1 Samenwerkingsdossiers 2.4.2 Rolverdeling 2.4.3 Beleid provincie 2.4.4 Beleid waterschappen 5 5 6 6 6 7 10 10 11 11 12 3 EVALUATIE VGRP 2009-2015 3.1 Terugblik 3.2 Voornemens vGRP 2009-2015 3.3 Benchmark rioleringszorg 2013 3.4 Benchmark aanpak regenwateroverlast 2015 3.5 Samenwerking met waterbeheerders en Twents Waternet 3.6 Aandachtspunten voor de planperiode 15 15 15 22 24 24 26 4 TOETSINGSKADER 4.1 Algemene ontwikkelingen 4.1.1 Van normen naar effecten 4.1.2 Van afvoeren naar bergen en van mengen naar scheiden 4.1.3 Klimaatontwikkelingen 4.2 Maatschappelijk belang en doelstellingen 4.3 Afvalwaterzorgplicht 4.3.1 Visie 4.3.2 Missie 4.4 Hemelwaterzorgplicht 4.4.1 Visie 4.4.2 Missie 4.5 Grondwaterzorgplicht 4.5.1 Visie 4.5.2 Missie 27 27 27 28 28 29 30 30 30 31 31 31 33 33 33 GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -v- 4 november 2015 5 HUIDIGE SITUATIE EN BELEID PLANPERIODE 5.1 Inleiding 5.2 Afvalwaterzorgplicht, wat hebben we? 5.2.1 Inzameling van afvalwater 5.2.2 Infrastructuur 5.2.3 Kwaliteitstoestand vrijvervalriolering 5.2.4 Kwaliteitstoestand installaties 5.2.5 Organisatie rioleringsbeheer 5.2.6 Dagelijks en planmatig beheer 5.2.7 Hydraulisch en milieutechnisch functioneren rioolstelsels 5.2.8 Incidentenplan 5.3 Afvalwaterzorgplicht, wat gaan we doen? 5.3.1 Hoe gaan we het rioleringsbeheer organiseren 5.3.2 Dagelijks en planmatig beheer 5.3.3 Beleid en planvorming 5.3.4 Actualiseren beheer-en onderhoudscontracten 5.3.5 Risico gestuurd beheer 5.3.6 Investeringen riolering 5.3.7 Investeringen installaties 5.4 Hemelwaterzorgplicht, wat hebben we? 5.4.1 Ontvlechten hemel- en afvalwater 5.4.2 Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen 5.4.3 Beheer van hemelwatervoorzieningen 5.4.4 Klimaatscan 5.5 Hemelwaterzorgplicht, wat gaan we doen? 5.5.1 Uitwerking missie en visie hemelwaterzorgplicht 5.5.2 Beheer hemelwatervoorzieningen 5.5.3 Investeringen 5.6 Grondwaterzorgplicht, wat hebben we? 5.7 Grondwaterzorgplicht wat gaan we doen? 5.8 Samenvatting exploitatielasten en investeringen 35 35 35 35 35 36 37 37 37 38 39 40 40 40 43 45 45 46 48 49 49 49 50 50 50 50 54 54 55 56 57 6 MIDDELEN 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.2.6 59 59 60 60 60 61 62 62 64 Personele middelen Kostendekkingsberekeningen Inleiding Lasten Baten Overige uitgangspunten kostendekkingsberekeningen Scenario’s en berekeningsresultaten Advies Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Analyse wateroverlast bij extreme regenbuien, kernen Nijverdal, Hellendoorn en ’t Lochter; Kaartmateriaal. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - vi - Definitief rapport 1 INLEIDING 1.1 Algemeen Rioolstelsels zijn van oudsher primair aangelegd vanuit het maatschappelijk belang van de volksgezondheid. Afvalwater wordt via rioolstelsels op een hygiënische manier uit woonkernen afgevoerd. Daarnaast draagt het bij aan een aantrekkelijke woon- en recreatie omgeving. In de loop der tijd zijn het beheersen van wateroverlast in woonkernen en het beheersen van emissies naar het milieu bij het beheer van rioolstelsels als maatschappelijke belangen toegevoegd. De laatste jaren staat door klimaatontwikkelingen het beheersen van wateroverlast vaak in de belangstelling. Regelmatig worden gemeentes in zomerse perioden getroffen door zeer zware regenbuien die veel wateroverlast en maatschappelijke overlast veroorzaken. Het beleid voor beheer en aanleg van rioolstelsels wordt in een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP4) uitgewerkt. In het GRP4 wordt aandacht gegeven aan thema’s als wateroverlast als gevolg van klimaatverandering, grondwateroverlast, ontvlechting van schone en verontreinigde waterstromen zodanig dat een gezond en duurzaam watersysteem niet onder druk komt te staan, professioneel rioolbeheer, samenwerking in de waterketen en gezonde financieringsvormen. Afvalwater-, hemelwater- en ontwateringstelsels in de gemeente Hellendoorn zijn daarbij middelen in de voortdurende opgave om het bebouwde stedelijke gebied en de natuurlijke omgeving op elkaar af te stemmen. Het voorliggende GRP4 beschrijft het beleid van de gemeente Hellendoorn, voor de periode 2016 tot en met 2020, ten aanzien van het stedelijk afvalwater, het afvloeiende hemelwater en het grondwater, en draagt als zodanig, bij aan de opgaven waar de gemeente voor staat. 1.2 Gemeentelijke zorgplichten In de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (Wet gemeentelijke watertaken; Wgw) die per 1 januari 2008 van kracht is worden drie zorgplichten beschreven: 1. Zorgplicht (stedelijk) afvalwater; 2. Zorgplicht hemelwater (nieuw); 3. Zorgplicht grondwater (nieuw). De oude gemeentelijke zorgplicht voor de doelmatige inzameling en het transport van afvalwater zoals wettelijk vastgelegd in 1993 is met de komst van de nieuwe zorgplichten komen te vervallen. Dit Gemeentelijk Rioleringsplan legt vast hoe de gemeente invulling geeft aan deze drie zorgplichten. De zorgplicht afvalwater is in wezen een voortzetting van de oude zorgplicht. De hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht zijn relatief nieuw. De zorgplichten zijn verankerd in de Wet Milieubeheer en de Waterwet. Het wettelijk en beleidskader komen in hoofdstuk 2 uitgebreider aan bod. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -1- 4 november 2015 Vuilwaterstelsels Een openbaar vuilwaterriool is een voorziening in beheer bij de gemeente voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater; dat wil zeggen het afvalwater geproduceerd door huishoudens en al het water dat hier mee gemengd is zoals bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater en/of grondwater. Onder het openbare vuilwaterstelsel vallen gemengde riolen, dwa-riolen, drukriolering en (vrijwel) alle afvalwatertransportleidingen naar de rioolwaterzuivering. Hemelwaterstelsels Openbare (gemeentelijke) hemelwaterstelsels zijn voorzieningen voor de inzameling, transport en verwerking van uitsluitend afvloeiend hemelwater. Daaronder vallen de regenwaterriolen van (verbeterd) gescheiden stelsels, infiltratievoorzieningen, doorlatende verharding, retentievijvers en IT-riolen (infiltratie- en transport van hemelwater) waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor het beheer. Ontwateringsvoorzieningen Ontwateringstelsels (voor grondwater) zijn voorzieningen waarmee structurele grondwateroverlast wordt voorkomen. Onder openbare ontwateringsvoorzieningen vallen onder andere: oppervlaktewateren (zoals greppels, sloten, kanalen en vijvers), en drainagenetwerken. Ontwateringsvoorzieningen kunnen ook omgekeerd werken en in droge tijden water aanvoeren om grondwaterstanden op peil te houden. 1.3 Aanleiding en geldigheidsduur De wet Milieubeheer verplicht iedere gemeente een door het gemeentebestuur vastgesteld GRP te hebben. De wijze van financiering dient vastgelegd te worden in een heffingsverordening. Het eerste verbrede GRP van Hellendoorn, waarin voor het eerst de drie gemeentelijke zorgplichten werden verwoord, had een looptijd van 2009 tot en met 2015. Het verstrijken van deze planperiode is de aanleiding om een nieuw GRP op te stellen. Dit gemeentelijke rioleringsplan heeft een looptijd van 2016 tot en met 2020. 1.4 Procedure Volgens de Wet Milieubeheer wordt het GRP opgesteld door Burgemeester en Wethouders van een gemeente. Het GRP4 is opgesteld door RoyalHaskoningDHV, in nauwe samenwerking met de beleidsmedewerker Riolen en Water en de rioolbeheerder. Provincie, waterbeheerder(s) en de inspectie van de volksgezondheid zijn betrokken bij het plan. Het beleid dat in dit GRP4 is uitgewerkt is gebaseerd op de uitgangspunten van het beleid in de afgelopen planperiode. Daarnaast zijn diverse documenten verder vormgegeven in de afgelopen beleidsperiode. Inzichten die daaruit voortvloeien zijn opgenomen in dit nieuwe GRP4. Tevens heeft de financiële positie van de gemeente en de besluitvorming hierover door de gemeenteraad als richtsnoer gediend voor het opstellen van dit GRP4. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn -2- Definitief rapport Gedurende het planproces is er overleg gevoerd met de waterschappen (Groot Salland en Vechtstromen) en met de provincie Overijssel. Het GRP4 is in concept voorgelegd aan de waterschappen en besproken. Het planproces voor dit GRP is opgestart in 2014 met een verkenning op hoofdlijnen van de belangrijkste keuzes die voor dit GRP van belang waren. De resultaten van deze verkenning zijn in maart 2015 gepresenteerd in de commissie grondgebied. Vervolgens is het GRP in de periode tot september uitgewerkt tot een concept plan. In oktober 2015 is het concept plan gepresenteerd aan het college van B & W en in november aan de commissie grondgebied. Na besluitvorming in de raad wordt het GRP volgt kennisgeving via lokale media. 1.5 Leeswijzer De opbouw van dit GRP4 volgt de adviezen van de Stichting RIONED, zoals beschreven in de Leidraad module A1050. Na deze inleiding bevat het GRP4 de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 2, Wettelijk- en beleidskader. Dit hoofdstuk gaat in op de wetten en kaders die gesteld worden door het Rijk en andere overheden. Hoofdstuk 3, Evaluatie vGRP 2010-2015. Hier wordt het programma van het vorige vGRP geëvalueerd, en komen de resultaten van de Benchmark Rioleringszorg en activiteiten in het samenwerkingsverband Twents Waternet aan de orde. Hoofdstuk 4, Toetsingskader. Hoofdstuk 4 zet de doelstellingen, onze missie en visie voor de zorgplichten, en enkele nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied uiteen. Hoofdstuk 5, Huidige situatie en beleid. De huidige situatie en het beleid voor deze planperiode worden beschreven. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste vragen die beantwoord worden: Wat hebben we ? en Wat gaan we doen ? Hoofdstuk 6, Personele en financiële middelen. In het afsluitende hoofdstuk gaan we in op de benodigde personele en financiële inspanning om het beschreven beleid te kunnen uitvoeren. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -3- 4 november 2015 2 WETTELIJK- EN BELEIDSKADER 2.1 Algemeen Het nieuwe waterbeleid in de 21e eeuw breekt met een eeuwenoude traditie. Een traditie van zo snel mogelijk afvoeren van afvalwater en hemelwater. Volgens het nieuwe rijksbeleid moet met name het hemelwater lokaal zo lang mogelijk worden vastgehouden. Het water wordt voor langere tijd in het oppervlaktewater opgeslagen of geïnfiltreerd in de bodem. Indien nodig wordt water in daarvoor bestemde gebieden en plekken geborgen. Pas als dat niet kan, dient het water te worden afgevoerd. In datzelfde rijksbeleid staat ook een voorkeursvolgorde (zie uitsnede) voor het omgaan met waterstromen. Het beleid is erop gericht schone waterstromen te scheiden van verontreinigde waterstromen. Voorkeursvolgorde 1. 2. 3. 4. 5. 6. Ontstaan van afvalwater voorkomen of beperken; Verontreiniging van water voorkomen of beperken; Waterstromen gescheiden houden, tenzij niet scheiden geen nadelige gevolgen heeft; Huishoudelijk afvalwater en vergelijkbaar afvalwater gaat naar de RWZI; Andere waterstromen zoals schoon hemelwater na retentie en zuivering bij de bron hergebruiken; Ander waterstromen zoals schoon hemelwaterafvalwater na retentie en zuivering lokaal in het milieu brengen. Een belangrijk uitgangspunt bij de toekomstige uitwerking van de voorkeursvolgorde is het aanbrengen van een scheiding tussen afvalwater (huishoudelijk afvalwater of verontreinigd hemelwater) en andere waterstromen (vooral) schoon hemelwater en schoon grondwater. Scheiding van afvalwater en schoon hemelwater gebeurt via afkoppelen van verhard oppervlak bij bestaande gemengde rioolstelsels. Bij nieuwbouw is de laatste 10 tot 15 jaar sprake van een bewuste scheiding van afvalwater en schoon hemelwater. Het gemeentelijk riolerings- en waterbeleid heeft relaties met wetgeving en beleid van andere overheden, in figuur 1 is dit gevisualiseerd. De belangrijkste kaders die vanuit Europese, nationale en regionale wetten en beleid worden gesteld aan de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan de gemeentelijke zorgplichten worden in dit hoofdstuk nader beschreven. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -5- 4 november 2015 Figuur 1: Relaties met wetgeving en beleid van andere overheden 2.2 Europa De Europese Kaderrichtlijn Water is vastgesteld in december 2000 en heeft tot doel, uitgaande van een stroomgebiedsbenadering, oppervlaktewater en grondwater in zowel kwalitatief als kwantitatief opzicht te beschermen en te verbeteren. De waterschappen implementeren de Kaderrichtlijn Water in hun beheersplannen op basis van het beleid dat wordt geschetst in de provinciale waterhuishoudingsplannen. De Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater heeft ten doel het milieu te beschermen tegen de nadelige gevolgen van de lozing van stedelijk afvalwater en van het afvalwater van bepaalde bedrijfstakken. 2.3 Het Rijk 2.3.1 Wetten en besluiten In de Wet Milieubeheer staat dat de gemeente een GRP dient op te stellen. Daarnaast is in artikel 10 van de Wet milieubeheer (artikel 10.33, lid 1) de gemeentelijke zorgplicht voor het doelmatig inzamelen en transport van afvalwater dat vrijkomt binnen de gemeentegrenzen opgenomen. Op verzoek van de gemeente kan de provincie ontheffing van deze zorgplicht verlenen in die situaties waar geen sprake is van doelmatig inzamelen van afvalwater. Dit heeft alleen betrekking op percelen buiten de bebouwde kom. Een en ander dient in overleg met de waterschappen te worden opgesteld. Uitgangspunten bij de afweging voor aanleg van riolering of aanleg van alternatieve systemen zijn: De kwetsbaarheid en grondsoort van het gebied of oppervlaktewater. De in dat gebied te bereiken doelstellingen voor de emissiereductie. De kosten van de systemen. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn -6- Definitief rapport Met de wetswijziging ‘verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken’ (Stb. 2007, 278), ook wel de Wet gemeentelijke watertaken genoemd, zijn de Gemeentewet, de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer op 1 januari 2008 aangepast. Het hemelwaterbeleid is met deze wetswijziging verankerd in de regelgeving. Met de wet gemeentelijke watertaken is de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling en transport van afvalwater volgens artikel 10.33 Wet Milieubeheer toegespitst op de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een belangrijke wet in de ruimtelijke besluitvorming van Nederland. De Wro is het instrument om ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de basis voor een groot deel van de vergunningen in het domein van de fysieke leefomgeving. Met de Wabo wordt mogelijk gemaakt dat voor een project dat bestaat uit verschillende activiteiten (bouw, aanleg, oprichten, gebruik) met één omgevingsvergunning toestemming kan worden verkregen voor realisatie. Per 1 januari 2008 hebben twaalf algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) plaatsgemaakt voor één nieuwe algemene maatregel van bestuur: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, beter bekend als het Activiteitenbesluit. Alle lozingen vanuit particuliere huishoudens worden geregeld op grond van het Besluit Lozing afvalwater huishoudens. Er is dus geen individuele vergunning of ontheffing meer nodig. Over het algemeen zullen lozingen vanuit particuliere huishoudens voldoen aan de algemene regels van het besluit. Slechts in bijzondere situaties zal individueel maatwerk nodig zijn. Het besluit regelt zowel indirecte als directe lozingen vanuit huishoudens. Het Besluit Lozing afvalwater buiten inrichtingen bevat regels voor een groot aantal categorieën van lozingen die het gevolg zijn van activiteiten die plaatsvinden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Lozingen vanuit inrichtingen vallen onder het Activiteitenbesluit en het lozen vanuit particuliere huishoudens is geregeld met het Besluit Lozing afvalwater huishoudens. In tegenstelling tot het Activiteitenbesluit stelt het Besluit Lozing afvalwater buiten inrichtingen slechts regels voor het lozen van afvalwater. Vanuit de Woningwet (Bouwbesluit) wordt de aansluiting op aanwezige rioolvoorzieningen geregeld. 2.3.2 De gemeentelijke zorgplichten Deze paragraaf beschrijft de gemeentelijke zorgplichten verder in detail. In de oude wetgeving bestond de gemeentelijke zorgplicht uit een duurzame en doelmatige inzameling en transport van afvalwater (inclusief hemelwater). GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -7- 4 november 2015 De wetgeving van 2008 vervangt deze zorgplicht door bij het afvalwater onderscheid te maken in afvalwater en afvloeiend hemelwater. Door dit onderscheid te maken kan beter ingespeeld worden op tal van recente beleidsontwikkelingen waaronder het ontvlechten van de rioleringssystemen (scheiden van afvalwater en hemelwater). De oude zorgplicht is daarom gesplitst in twee zorgplichten te weten: Een zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater. Een zorgplicht voor het doelmatig verwerken van ingezameld hemelwater. Afvalwater is in de nieuwe terminologie huishoudelijk afvalwater en al het andere water wat daarmee eventueel gemengd wordt. Dit kan bijvoorbeeld ook bedrijfsafvalwater en verontreinigd hemelwater zijn. Artikel 10.33 Wet Milieubeheer De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet. De wetgeving geeft gemeenten nu ook een zorgplicht voor duurzame en doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. Het gaat hierbij om hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf op eigen terrein kunnen verwerken. De zorgplicht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken. De wetgeving en zorgplichtformulering geven aan dat de uitwerking uit twee stappen bestaat: 1 Gemeente beoordeelt in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater aan de bron te verwerken, hiervoor kunnen hulpmiddelen worden ontwikkeld zoals bijvoorbeeld verordeningen en maatwerkvoorschriften of het waterhuishoudkundige programma van eisen of een handboek hemelwaterverwerking. 2 Indien verwerking van het hemelwater aan de bron redelijkerwijs niet mogelijk is treft de gemeente voorzieningen om het overtollige hemelwater af te voeren via een gemeentelijk systeem. Als het redelijkerwijs niet mogelijk is voor de perceelseigenaar om het hemelwater zelf te verwerken, treedt de gemeentelijke zorgplicht in werking. Hierbij gaat het dus om het aanbieden van een voorziening die op basis van lokale afwegingen bekostigd kan worden vanuit de rioolheffing. De gemeente kan haar zorgplicht zowel invullen via een gemengd systeem als via een gescheiden systeem. De wetgeving en het rijksbeleid verplichten de gemeente niet tot gescheiden inzameling. Doelmatigheid is het centrale criterium bij de gemeentelijke keuzes (beleidsvrijheid). Er zijn belangrijke verschillen met de oude wetgeving. De wetgeving: gaat uit van het principe dat de perceelseigenaar zoveel mogelijk zelf het hemelwater verwerkt bij de bron; geeft gemeenten verantwoordelijkheid om te bepalen wanneer dit redelijkerwijs van de perceelseigenaar gevraagd mag worden; gaat er vanuit dat hemelwater (tenzij het tegendeel is aangetoond) schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu terug te vloeien; BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn -8- Definitief rapport maakt het gemeenten mogelijk om per verordening regels te stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren, hiervoor is door de VNG een modelverordening opgesteld. Artikel 3.5 Waterwet 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. Het waterschap wordt als zuiveringsplichtige en waterkwaliteitsbeheerder genoemd. Artikel 3.4 Waterwet Zuivering van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool geschiedt in een daartoe bestemde inrichting onder de zorg van een waterschap. Een zodanige inrichting kan worden geëxploiteerd door het waterschap zelf dan wel door een rechtspersoon die door het bestuur van het waterschap met die zuivering is belast. Het is wenselijk het gemeentelijke afvalwater- en hemelwaterstelsel integraal en doelmatig in te richten tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Doelmatigheid in relatie tot hemelwater gaat verder dan alleen inzameling. Het kost namelijk ook een behoorlijke inspanning om het schone hemelwater na menging met afvalwater te zuiveren. Dat zijn ook kosten die moeten worden meegewogen. Daarnaast leidt het mengen van schoon hemelwater met afvalwater in de riolering tot waterkwaliteitsknelpunten (via gemengde overstorten en de effluent lozing van de RWZI). Hier ligt een belangrijke relatie met milieu en de Kaderrichtlijn Water. Dit zijn onderwerpen die in de uitwerking meegenomen moeten worden. Zij kunnen ook een rol spelen bij de onderbouwing van de nut en noodzaak van afkoppelen. In de wetgeving heeft de gemeente Hellendoorn, naast de zorg voor hemel- en afvalwater, een zorgplicht voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De wetgeving geeft ook aan dat de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt ((water)loket) voor de burger. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm -9- 4 november 2015 Artikel 3.6 Waterwet 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. 2.4 Regionaal beleid 2.4.1 Samenwerkingsdossiers De klimaatontwikkelingen hebben gevolgen voor de landbouw, natuur, stedelijk gebied, recreatie scheepvaart en drinkwatervoorziening. Vanuit het deelstroomgebied Rijn-Oost hebben de waterpartners, in het kader van het landelijke Deltaprogramma, een aanpak geformuleerd in de uitdagingen in de toekomstige zoetwatervoorziening. In het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is de volgende doelstelling geformuleerd: : “Een maatschappelijk gewenst voorzieningenniveau voor voldoende schoon water voor een - ook op de lange termijn klimaatbestendig - economisch vitaal en ecologisch leefbaar gebied, en een brede maatschappelijke coalitie om dit duurzaam te realiseren”. Zowel Rijk, provincies, waterschappen als gemeenten hebben een duidelijke rol in het bereiken van deze doelstelling. De gemeenten zijn nodig voor: Kennis van problematiek en toepasbaarheid van maatregelen; Doorwerking en uitvoering van maatregelen stedelijk gebied; Benutten van de kansen; Synergie (in de openbare ruimte). De maatregelen die gemeenten (kunnen) treffen, zijn: Afkoppelen; Aanleggen gescheiden stelsels bij nieuwe ontwikkelingen; Groenblauwe structuren aanleggen in bestaand gebied; Beleidskaders aanpassen; Themakaarten stedelijk gebied met knelpunten opstellen; Communicatie en educatie. De Unie van Waterschappen (UvW) en Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) pleiten in de Whitepaper “KAS (Klimaat Actieve Stad)” voor het omarmen, stimuleren en de samenwerking in de stad te bevorderen van lokale initiatieven. KAS is een beweging die een bijdrage gaat leveren in het goed omgaan met water in de stad. Het programma speelt in op snelle, effectieve samenwerking tussen waterschappen en andere waterpartners in een beweging naar een klimaatbestendige stad. Daarin zijn innovaties, nieuwe kennis, nieuwe werkvormen, nieuwe bestuurlijke arrangementen en nieuwe competenties nodig. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 10 - Definitief rapport 2.4.2 Rolverdeling De provincie is beheerder van het diepe grondwater. Naast de zorg voor het diepe grondwater stelt de provincie via de Provinciale Milieu Verordening (PMV) regels voor verwerking van hemelwater in grondwaterbeschermingsgebieden. De Waterwet bepaalt dat het waterschap de beheerder is voor regionale watersystemen (de rijksoverheid is de beheerder voor het landelijke hoofdwatersysteem). Het waterschap is verantwoordelijk voor het operationele regionale waterbeheer. Het waterschap legt de condities vast voor een goede ont- en afwatering, bepaalt de concrete maatregelen en voert deze uit en is belast met de zuivering van stedelijk afvalwater. De rol van het waterschap en de provincie zijn in de volgende twee paragrafen verder uitgewerkt. De gemeente is belast met de zorg voor de inzameling en afvoer van stedelijk afvalwater en de zorg voor overtollig grondwater en afvloeiend hemelwater in het stedelijke gebied. De wetgeving geeft de gemeente Hellendoorn een zorgplicht voor duurzame en doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. Het gaat hierbij om hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf op eigen terrein kunnen verwerken. De zorgplicht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken. 2.4.3 Beleid provincie De provincie Overijssel omschrijft de ambitie op het gebied van haar waterbeleid in de komende jaren op de volgende manier: “We willen onze watersystemen zo inrichten dat ze voldoende en goed water bevatten en dat ze voor lange tijd veilig zijn en bestand tegen klimaatverandering”. Water is op vijf manieren verankerd in de omgevingsvisie: Veiligheid. Samen met rijk, waterschappen en gemeenten zorgt de provincie voor een veilige omgeving om te wonen en te werken door voldoende bescherming tegen het water te bieden. Schoon en gezond water. De provincie is verantwoordelijk voor voldoende gronden oppervlaktewater als bron voor schoon drinkwater. De provincie beschermt de gebieden waar drinkwater gewonnen wordt. De Europese Kaderrichtlijn Water zorgt ervoor dat alle betrokken partijen toewerken naar goed functionerende watersystemen, van een goede chemische en ecologische kwaliteit. Dus vrij van verontreinigingen en goede omstandigheden voor planten en dieren. En daarmee ook voor de bronnen voor ons drinkwater. Dat doel dient uiterlijk in 2027 te zijn gehaald. Gebruik van water. Water is een belangrijke productiefactor. Denk bijvoorbeeld aan een goed waterpeil voor de landbouw of beregening tijdens een periode van droogte. Ook wordt water gebruikt in allerlei industriële productieprocessen. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 11 - 4 november 2015 2.4.4 Water als waardevol element. Water heeft behalve praktisch nut ook een belevingswaarde. Water is een waardevol element in de woon- en werkomgeving en in het buitengebied. Vanuit de Kaderrichtlijn Water werken de waterschappen in Overijssel aan de herinrichting van ca. 600 km. waterlopen. Daarbij worden ook de verbetering van landschappelijke inrichting en recreatiemogelijkheden meegenomen. Ook hier is de drijvende kracht. Deze herinrichting geeft een positieve impuls aan de kwaliteit en de beleving van het Overijsselse landschap. Sturing waterbeleid. In de Omgevingsvisie geeft de provincie aan welke rol ze in het waterbeleid wil spelen. Beleid waterschappen Het waterschap Vechtstromen en waterschap Groot Salland hebben samen met de waterschappen Rijn en IJssel en Reest en Wieden een gezamenlijk beleid op hoofdlijnen opgesteld voor stedelijk waterbeheer onder de titel “Water raakt”. Water is een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van de leefomgeving in stedelijk gebied. Het is een maatschappelijk belang dat water in stedelijk gebied op orde is en blijft, dat inwoners het water kunnen beleven en ervan kunnen genieten en dat we nu en in de toekomst droge voeten houden- door te anticiperen op klimaatverandering. De stedelijke wateropgaven zijn maatschappelijke opgaven waarvoor niet één partij de sleutel in handen heeft. De waterschappen hebben hier een rol in, maar doen dit in nauwe samenspraak met gemeenten, corporaties, belangengroepen, private partijen, inwoners en andere betrokkenen. Samenwerken is een voorwaarde om ambities te realiseren. Dat vraagt eigenaarschap, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Dit betekent voor de waterschappen dat we maatschappelijke doelen centraal stellen in plaats van technische normen. “Water Raakt” is een uitnodiging om samen met de waterschappen te werken aan water. De waterschappen richten zich hierbij primair op de gemeente omdat de gemeente de natuurlijke partner is in het stedelijk gebied en bovendien het meest logische aanspreekpunt voor inwoners. Samen met de gemeente zijn de waterschappen verantwoordelijk voor een goed stedelijk waterbeheer, nu en in de toekomst. De beleidsnotitie biedt aanknopingspunten om deze samenwerking met de gemeente in te vullen, zowel op visie- als op beleids- en maatregelenniveau. In “Water raakt” wordt de rol-en taakopvatting in het stedelijk waterbeheer van de waterschappen in Rijn-Oost verhelderd. De beleidsnotitie is ook het resultaat van samenwerking van vier waterschappen om meer eenduidigheid op de inhoud te krijgen. Deze beleidsafstemming zorgt ervoor dat (inwoners van) gemeenten die nu met meerdere waterschappen te maken hebben, niet langer met verschillende opvattingen worden geconfronteerd. In de beleidsnotitie zijn de volgende onderwerpen uitgewerkt: 1 een visie op samenwerking in het stedelijk waterbeheer; 2 de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van (stedelijk) oppervlaktewater; 3 bescherming van inwoners tegen overstromingen; 4 de wijze waarop geanticipeerd kan worden op klimaatverandering; 5 de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van (stedelijk) oppervlaktewater; BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 12 - Definitief rapport 6 7 8 9 optimalisatie van de afvalwaterketen; grondwaterbeheer in stedelijk gebied; beïnvloeding van de beleving van de openbare door de betekenis van water te benadrukken; financiering. Specifiek beleid waterschap Vechtstromen Waterschap Vechtstromen heeft nog geen officieel document waarin het beleid ten aanzien van riolering en de drie zorgplichten van de gemeenten is verwoord. In het kader van de harmonisatie van de twee waterschappen heeft het waterschap een intern document opgesteld met daarin de uitgangspunten voor het rioleringsbeleid, of beter gezegd de afvalwaterketen. Specifiek beleid Waterschap Groot Salland Het actuele beleid van waterschap Groot Salland in relatie tot riolering is vastgelegd in de strategische nota rioleringsbeleid 2007. Waterkwaliteitsspoor De vijf waterschappen in Rijn-Oost hebben een concept document opgesteld over men in de toekomst om wil gaan met het waterkwaliteitsspoor. Uitgangspunt is een gezamenlijke visie op het waterkwaliteitsspoor. In de gezamenlijke visie voor het waterkwaliteitsspoor is de kern het ‘op orde’ krijgen van de waterkwaliteit in het stedelijk gebied. Met ‘op orde’ wordt bedoeld dat door het waterschap en de gemeente gezamenlijk geconstateerde knelpunten in het oppervlaktewater zijn opgelost. Uitgangspunten daarbij zijn: de stedelijke oppervlaktewaterkwaliteit is in 2027 ‘op orde’; gemeenten en waterschappen trekken in de aanpak gezamenlijk op; relevante invloeden worden meegenomen, alle emissies op het stedelijke oppervlaktewater (afvalwaterketen en andere emissies) gebruik, inrichting, beheer en onderhoud; de doelen uit de visie voor 2027 betreffende de chemische waterkwaliteit en gezamenlijke streefbeelden ten aanzien van beleving en/of gebruik van water worden meegenomen in de afwegingen voor een maatregelenpakket; maatregelen zijn haalbaar en betaalbaar. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 13 - 4 november 2015 3 EVALUATIE VGRP 2009-2015 3.1 Terugblik In de afgelopen jaren hebben we invulling gegeven aan onze ambitie om in het kader van het hemelwaterbeleid schoon hemelwater los te koppelen van afvalwater. Dit hebben we gedaan door aanleg van ‘blauwe aders’ in Nijverdal en lokale afkoppelprojecten in andere kernen. Hiermee spelen we ook in op het veranderende klimaat. Door een integrale aanpak is verder bij in- en uitbreidingsplannen, rioolvervangingsprojecten, wegreconstructies en andere werkzaamheden in de openbare ruimte, hemelwater gescheiden van afvalwater. In het geval van ruimtelijke plannen zetten we het instrument van de watertoets in, waarmee een duurzame inrichting van de hemelwaterafvoer wordt nagestreefd. Om dit proces te waarborgen bij projecten en eenduidig op te treden als overheid zorgen we voor een goede afstemming met de betrokken waterschappen. Op basis van uitgevoerde rioolinspecties concluderen we steeds vaker dat de kwalitatieve toestand van riolen beter is dan verwacht. Het vervangen (inclusief reparaties en renovaties) van riolen baseren we daarom ook niet meer alleen op basis van leeftijd van de riolen, maar op basis van toestandsinspecties. We zetten hierbij steeds meer in op innovatieve reparatiemethodes. De kwaliteitstoestand van alle cruciale hoofdrioolgemalen en spoel en ledigingsinstallaties in het rioleringssysteem is in 2012 in beeld gebracht en verwerkt tot een maatregelenplan voor de periode tot 2020. In de jaren 2000-2010 hebben we veel geïnvesteerd in maatregelen om aan de milieuwetgeving te gaan voldoen (basisinspanning en saneren buitengebied). Om meer inzicht te krijgen in het daadwerkelijk functioneren en de geleverde prestatie van onze installaties en systemen, is een meetnet riolering en een grondwatermeetnet ingericht. Tevens is een eerste stap gezet in het gestructureerd verwerken van meetdata voor de kern Nijverdal. Op het gebied van gegevensbeheer heeft de focus gelegen op het verzamelen van bruikbare gegevens om beheer en onderhoud te optimaliseren. Om de toestand van ons areaal te beoordelen en het functioneren te begrijpen, staan we nu voor de opgave om deze gegevens actueel te houden en voor iedereen goed toegankelijk te maken. 3.2 Voornemens vGRP 2009-2015 vGRP 2009-2015 Dit GRP 4 is de opvolger van het vGRP 2009-2015. Het GRP4 is in veel opzichten een doorlopend vervolg op het vigerende vGRP. In het beleidshoofdstuk van het vGRP 2009-2015 zijn, naast de reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden, investeringsprojecten en nieuwe beheeraciviteiten benoemd die in de afgelopen planperiode waren voorzien. De tabel 1a tot en met 1e geven een beeld van de stand van zaken voor de volgende hoofdactiviteiten: Beleid riolen en water (tabel 1a); Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht (tabel 1b); Investeringen Grondwaterzorgplicht (tabel 1c); GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 15 - 4 november 2015 Investeringen installaties, (tabel 1d); Beheer riolering (tabel 1e); Onderhoud riolering (tabel 1f). Voor alle activiteiten is de status aangegeven, waar nodig voorzien van een toelichting. Hierbij zijn de onderstaande symbolen gebruikt. Uitgevoerd In uitvoering/continu proces In voorbereiding Niet meer van toepassing of achterhaald. Uitgesteld Waterplan gemeente Hellendoorn Het gemeentelijk waterplan is in 2007 vastgesteld, vooruitlopend op het vGRP 20092015. In het waterplan zijn veel maatregelen voorgesteld met een lange tijdshorizon. Een aantal maatregelen is opgenomen in het vGRP 2009-2015 en inmiddels ook uitgevoerd. De gemeenteraad ziet het waterplan als een visie voor de toekomst waarmee bij projectinitiatieven rekening kan worden gehouden. De raad van Hellendoorn beschouwt het waterplan als onderlegger voor andere plannen en projecten. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 16 - Definitief rapport Tabel 1a: Beleid riolen en water Nr. Onderwerp Maatregel Status 1 Algemeen Waterloket 2 Incidentenplan Riolering 3 Meetnet grondwater 4 Meetnet riooloverstorten 5 Gebied 1 Notter/bedrijventerrein 6 Gebied 2 Groot Lochter 7 Gebied 3 Konijnenberg 8 Gebied 5 Nijverdal Centrum/Zuid 9 Nijverdal Centrum/Zuid 10 Grondwaterbeschermingsgebied 11 Gebied 6 Kruidenwijk/Hulsen 12 Gebied 7 Nijverdal Noord 13 Gebied 8 Hellendoorn Krönnenzommer 14 15 Gebied 9 Haarle 16 Gebied 11 Buitengebied 17 Gebied 12 Daarle/Daarlerveen GRP Hellendoorn Definitief rapport Toelichting Het waterloket is tot stand gekomen i.s.m. de werkplaats (Twents Waternet). Het incidentenplan riolering heeft zijn intrede gedaan, voor een zestal incidentenscenario’s is een “wat te doen lijst” opgesteld. In het kader van de grondwaterzorgplicht is een grondwatermeetnet ingericht. Er wordt informatie verzameld vanuit het meetnet van Vitens en het meetnet van de gemeente. Het verkrijgen van meer inzicht in het functioneren van rioolstelsels door metingen te verrichten bij riooloverstorten. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Modeloptimalisatie: vergelijking meetgegevens in relatie tot modelberekeningen. Risicoanalyse afkoppelen in grondwaterbeschermingsgebied. Uitstel herberekening en het opstellen van een basisrioleringsplan, onvoldoende urgent gebleken. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Analyse rioolstelsel in samenwerking met ZorgAccent. Herberekening rioolstelsel en het opstellen van een basisrioleringsplan. Analyse werking drukriolering cluster Meester Werkmanstraat. Uitstel herberekening en het opstellen van een basisrioleringsplan wegens recente uitvoering van maatregelen. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 17 - 4 november 2015 Tabel 1b: Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht Nr. Onderwerp Maatregel Gebied 4 Transportriool 1 Ontvangstput aangepast nabij gemaal De Brake Gebied 5 Status Uit metingen is vastgesteld dat veelvuldig rechtstreekst is geloosd op de Regge op deze locatie, om deze reden is deze put aangepast. Nijverdal Centrum/zuid 2 Rijssensestraat/Schansertweg 3 Bergleidingweg/Da Costastraat 4 Grotestraat/ Meijboomstraat/ Transportriool/ Weversstraat/ Smidsweg/ Constantijnstraat 5 WOP De Blokken 6 Tollenstraat 7 Salomonsonstraat/ Prinsessewijk 8 Salomonsonstraat 9 Omgeving Hendrik Wormserstraat 10 Smidsweg/De Joncheerelaan 11 Constantijnstraat/ Spoelerstraat 12 Omgeving Hartholstraat/ Duivenbreeweg 13 Omgeving Bonteweg Uitstel investering van vervanging riolering i.c.m. herinrichting. Uitstel investering vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen met afvoer naar berging (Wadi nabij De Regge). Renovatie riolering. Herinrichting i.c.m. vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen met afvoer naar berging (wadi wijkpark De Blokken). Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen met afvoer naar berging (wadi wijkpark De Blokken). Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen. Uitstel investering aanleg hemelwaterafvoer naar De Regge. Uitstel investering vervanging riolering en afkoppelen hemelwaterafvoer. Wateroverlast situatie is als gevolg van aanleg Combiplan verslechtert. In 2015 zal een ontwerp worden opgesteld om wateroverlast tegen te gaan. Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen. Vervanging riolering. Vervanging riolering. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 Toelichting GRP Hellendoorn - 18 - Definitief rapport Tabel 1b vervolg: Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht Nr. Onderwerp 14 Maatregel Johan Frisostraat Gebied 7 15 Koetshuisstraat/Ninaberlaa n 17 Omgeving Kluversweg 18 Omgeving Raadhuisstraat 19 Drosteweg Stationsweg 21 Kerkweg/Poggenbeltweg 22 Omgeving ATL Hasselbachweg Gebied 11 Uitstel investering aanleg hemelwaterafvoer naar wadi Koemaste. Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen. Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen. Aanpak wateroverlast door afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen met afvoer naar lava berging. Renovatie riolering. Vervanging riolering i.c.m. herinrichting kerngebied. Vervanging riolering. Buitengebied Drukriolering Gebied 12 Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied i.c.m. aanleg Combiplan. Haarle 20 23 Herinrichting Nijverdal Centrum i.c.m. vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied. Hellendoorn 16 Gebied 9 Toelichting Nijverdal Noord Bouwmeesterstraat/ v.d. Steen van Ommerenstraat Gebied 8 Status Aanleg drukriolering in het kader van Rood voor Rood regeling. Daarlerveen 24 Omgeving Zwanenweg 25 Nieuwstraat Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen. Vervanging riolering en afkoppelen hemelwater openbaar gebied +voorzijde woningen. Tabel 1c: Investeringen grondwaterzorgplicht Nr. Onderwerp Maatregel 1 Grondwater meetnet Inrichten meetnet Status GRP Hellendoorn Definitief rapport Toelichting Het grondwatermeetnet is operationeel, dit houdt in dat jaarlijks de meetgegevens worden getoetst aan de uitgangspunten voor grondwateroverlast. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 19 - 4 november 2015 Tabel 1d: Investeringen installaties Nr. Onderwerp Maatregel 1 Algemeen Onderhoudsmanagementsysteem 2 Gebied 1 Notter/bedrijventerrein 3 Gebied 2 Groot Lochter 4 Gebied 5 Nijverdal Centrum/Zuid 5 Combiplan 6 Bergbezinkbassin Grotestraat Status Buitengebied 10 Meester Werkmanstraat 11 Hammerweg 12 Drukriolering 7 Gebied 8 8 9 13 Hellendoorn Krönnenzommer Gebied 11 Gebied 12 Daarle/Daarlerveen BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 Toelichting Het Onderhoudsmanagementsysteem (OMS) is operationeel, dit houdt in dat jaarlijks de onderhoudsstatus van alle objecten worden getoetst. Deze toets wordt als basis gebruikt voor het investeringsprogramma. Gemaal Industrieweg: Afvoerzekerheid verbetert door aanpassing sturing. Gemaal Boomcateweg: revisie installatie. Gemaal De Brake: revisie gemaal. Na overdracht tunnelgemalen Combiplan zijn deze voorzien van telemetrie. Revisie installatie. Analyse bergbezinkbassin Kasteelstraat. Gemaal sanatoriumlaan: revisie installatie. Tunnel/minigemalen voorzien van telemetrie. Clusteroptimalisatie door plaatsing nieuwe gemalen. Gemaal Hammerweg: revisie installatie. Vervanging minigemalen. Opheffing gemaal Smidsstraat door nieuw gemaal Nieuwstraat. Gemaal Brugstraat: revisie gemaal. GRP Hellendoorn - 20 - Definitief rapport Tabel 1e: Beheer riolering (exploitatie) Nr. Onderwerp Maatregel 1 Algemeen Rioolbeheer Status 2 3 4 5 Drukriool/ge malen/ bergbezinkb assins Analyse maatregelen 6 Drukriool/ge malen/ bergbezinkb assins Telemetrie 7 Installatiebe heer Gemalen/bergbezinkbassins/ drukriool units GRP Hellendoorn Definitief rapport Toelichting Inspectie en reiniging rioolstelsels wordt uitgevoerd in WT4 verband. Meetdata: verwerken basisinformatie van het grondwatermeetnet en riooloverstorten. Gegevensbeheer: verwerken mutaties in het beheerprogramma. Energie installaties: 10% besparingsopgave bij aanpassing installaties. Maatregelen zijn verwerkt in het investeringsprogramma. Update van een lokaal systeem naar een breder multiplatvorm toegankelijk telemetriesysteem. In dit systeem is ondergebracht: Meetnet afvalwater/meetnet overstorten/meetnet grondwater/ neerslag/drukriool/constructies en het onderhoudsmanagementsysteem (OMS). De installaties worden geïnspecteerd conform de NEN 3140 en de BRL 14020. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 21 - 4 november 2015 Tabel 1f: Onderhoud riolering (exploitatie) Nr. Onderwerp Maatregel 1 Riolering Reinigen kolken/lijngoten Huis- kolkaansluitingen Doorspoelen doodlopende strengen Herstel/reparaties hoofdriool In- Externe stuwconstructies Infiltratie voorzieningen 3.3 Status 2 Drukriolering Verhelpen van storingen aan leidingen 3 Gemalen Reiniging 4 Bergbezinkb assins Reiniging Toelichting Op basis van een praktische insteek wordt de frequentie, 1 of 2 maal reinigen bepaald. Op basis van meldingen wordt de aansluiting gerepareerd/vernieuwd. De matige afvoer zorgt voor verstoppingen die door te weinig spoeling/te veel papier wordt veroorzaakt. Deze strengen worden periodiek gespoeld. Een enkele keer komt het voor dat er een verzakking/instorting plaatsvindt. Allereest wordt de veiligheid voor weggebruikers gewaarborgd en daarna wordt de verzakking/ instorting gerepareerd. In de zomermaanden, indien nodig vaker, worden de roosters/ sloten/bergingen gereinigd. De wadi’s in de Heemtuin worden intensief (26 maal) gemaaid. De overige wadi’s worden extensief (2 maal) gemaaid. De leidingen worden gecontroleerd door reiniging van de zandvang. Door onrechtmatig lozingen wordt de werking verhinderd. Door aanscherping van de gebruiksregels zullen de gebruikers worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. In de planperiode is een doorontwikkeling gemaakt van alles zelf doen naar beheersmatige aanpak. Op initiatief van de rioolbeheerder wordt ondersteuning verleend door de buitendienst. In de planperiode is een doorontwikkeling gemaakt van alles zelf doen naar beheersmatige aanpak. Op initiatief van de rioolbeheerder wordt ondersteuning verleend door de buitendienst. Benchmark rioleringszorg 2013 De landelijke prestaties in de rioleringszorg worden eens per drie jaar in de benchmark rioleringszorg gepresenteerd. Met de benchmark wordt inzicht verkregen in de kenmerken en prestaties van de rioleringszorg. In 2013 deed Hellendoorn mee met de laatste landelijke prestatievergelijking. De gemeente Hellendoorn is vergeleken op gemeentegrootte, mate van stedelijkheid en binnen de regio. De hoofdlijnen zijn in onderstaande tabel 2 samengevat. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 22 - Definitief rapport Tabel 2: Hoofdlijnen benchmark rioleringszorg 2013 Personeel binnen- en buitendienst De formatie binnendienst is afgenomen sinds 2009 en komt redelijk goed overeen met het landelijk gemiddelde. De formatie bij de buitendienst is relatief hoog vergeleken met de landelijke en regionale gemiddelden, dit wordt veroorzaakt door het feit dat de gemeente Hellendoorn veel werkzaamheden in eigen beheer uitvoert (onder andere kolkenzuigen en het beheer van een groot areaal gemalen). Reiniging en inspectie Percentages voor rioolreiniging en –inspectie zijn relatief laag (bijna 6% per jaar) landelijk vergeleken. Hellendoorn voert inspecties en reiniging tegelijkertijd uit. Functioneren Het hydraulisch functioneren is beter dan het landelijk gemiddelde. Het stelsel verwerkt buien gemiddeld met minder water op straat dan landelijk het geval is. Mensen worden niet ziek door het (niet) functioneren van de riolering in Hellendoorn. Uitvalsduur De afvoer van afvalwater werkt in Nederland vrijwel probleemloos, zo ook in Hellendoorn. Technisch functioneren Het aantal gemaalstoringen in Hellendoorn is erg laag, evenals het aantal verstoppingen. Het aantal instortingen is wel hoger dan gemiddeld (dit geldt overigens ook voor de regio). Waterkwaliteit Het aantal waterkwaliteitsknelpunten in Hellendoorn is laag. Om knelpunten te verhelpen heeft Hellendoorn extra berging (bergbezinkvoorzieningen) aangelegd. Zuiveringsprestaties Indicator die gericht is op presentaties van het Waterschap. Waterschap, Regge en Dinkel (momenteel Vechtstromen) loopt landelijk voorop in de prestaties voor het zuiveren van afvalwater. Afkoppelen / scheiden waterstromen In recente jaren heeft Hellendoorn veel oppervlak afgekoppeld van de riolering. Meldingen en claims Het aantal meldingen is de afgelopen jaren (vergeleken met 2009) gedaald. Schadeclaims komen niet of nauwelijks voor. Vervanging en renovatie In de afgelopen jaren is relatief veel geïnvesteerd in vervanging en renovatie van verouderde riolering. Daarmee is het stelsel, landelijk gezien, jonger dan gemiddeld. Reparaties Het aantal reparaties is in Hellendoorn ten opzichte van 2009/2010 gestegen, maar landelijk gezien zeer laag. Toekomstige vervanging en renovatie Vervanging van verouderende stelsels is in de aankomende jaren vergelijkbaar met de gemiddelden. Renovatie staat niet expliciet op de planning, maar zal in toenemende mate een rol gaan spelen. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 23 - 4 november 2015 Tabel 2: Vervolg, hoofdlijnen benchmark rioleringszorg 2013 Rioolheffing De rioolheffing is in Hellendoorn relatief hoog. Dit komt door de omvang van het rioolstelsels in het buitengebied, en de verhoudingsgewijs lage mate van stedelijkheid. Hierdoor worden meer kilometers en dus meer beheerkosten gedeeld door minder inwoners. Daarnaast is al een bovengemiddeld aandeel van de riolering vervangen. Ontwikkeling rioolheffing De voorziene ontwikkeling van de rioolheffing is in de pas met de landelijke ontwikkelingen. Jaarlijkse investeringen De voorziene investeringen om riolen te vervangen (situatie 2013), in de toekomst, zijn de eerste jaren lager dan gemiddeld, daarna iets hoger. Jaarlijkse beheerkosten De totale jaarlijkse beheerkosten zijn lager dan gemiddeld. Dit komt doordat reparaties, reiniging en overige toegerekende kosten lager zijn dan de landelijke en regionale gemiddelden. De optelling van kosten voor vervangingen en renovatie (investeringen) en kosten voor het dagelijks beheer vallen jaarlijks lager uit dan regionaal en landelijk gemiddeld. Jaarlijkse totale kosten 3.4 Benchmark aanpak regenwateroverlast 2015 Water op straat hoort bij het reguliere functioneren van een rioolstelsel. De riolering is namelijk ontworpen op een optimum van aanvaardbare maatschappelijke kosten en aanvaardbare maatschappelijke overlast. Ook zijn er steeds meer wijken waar hemelwater niet in een riool wordt ingezameld, maar in een goot of in het straatprofiel (bijvoorbeeld De Heemtuin). Als het hard regent, komt het water op straat te staan. Dat is soms hinderlijk, maar noodzakelijk en efficiënt als het niet te vaak gebeurt. Als het extreem hard regent, kan water op straat overgaan in wateroverlast. De Stichting Rioned heeft in 2015 een Benchmark regenwateroverlast uitgevoerd. Dit rapport bundelt de resultaten van de inventarisatie naar de prestatie van rioolstelsels in relatie tot regenwateroverlast. Naast een overkoepelend rapport is er een rapport opgesteld voor elk samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband zullen de resultaten worden vergeleken en besproken gericht op het leren van elkaar. 3.5 Samenwerking met waterbeheerders en Twents Waternet De gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater heeft meerdere raakvlakken met de taken van de waterbeheerders. Samenwerking tussen rioolbeheerders en waterbeheerders is daarom van groot belang en zelfs verwoord in de Waterwet (artikel 3.8). In de samenwerking met waterbeheerders en omliggende gemeenten speelt het Twents Waternet een belangrijke rol. Het Twents Waternet is een netwerkorganisatie waarin (beleids)medewerkers van de Twentse gemeenten en waterschap Vechtstromen kennis en ervaring delen op het gebied van riolering en waterbeheer. Regelmatig worden bijeenkomsten georganiseerd waar ervaringen rond een bepaald onderwerp wordt gedeeld. Daarnaast wordt in zogenaamde werkplaatsen gezocht naar oplossingen voor problemen waar meerdere partners tegenaan lopen. Via het Twents Waternet, wordt invulling gegeven aan het BestuurAkkoord Water (BAW, zie uitsnede). BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 24 - Definitief rapport Kerngedachten BAW Gemeenten en waterschappen hebben in het kader van het BestuursAkkoord Water afspraken gemaakt om ten opzichte van het peiljaar 2010 besparingen in de afvalwaterketen te realiseren die oplopen tot € 380 miljoen in 2020. De kern van de gekozen aanpak is om kostenbeheersing, kwaliteitsverbetering en kwetsbaarheidsvermindering te realiseren door het versterken van de regionale samenwerking in de (afval)waterketen. In het BAW is ook afgesproken dat betrokken partijen initiatieven nemen gericht op innovatie en duurzaamheid van de waterketen. De basisgedachte in het BAW is dat de regionale partijen zelf het beste in staat zijn te bepalen hoe deze afspraken worden ingevuld. Naast de versterking van de regionale samenwerking moet een deel van de beoogde doelmatigheidswinst ook komen van maatregelen die door individuele gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven zelf worden genomen. Sinds 2011 worden onderzoeken gezamenlijk aangepakt zoals verwoord in “Waterwinst, Taak 2.0”. Naast het beperken van investeringen zal een aanzienlijk deel van de besparingen door samenwerken kunnen en moeten worden bereikt. Daarom hebben de 14 Twentse gemeenten en waterschap Vechtstromen ervoor gekozen om de samenwerking verder te intensiveren. Deze samenwerking is beschreven in het rapport Waterwinst TAAK 2.0. De nieuwe afspraken zijn bestuurlijk bekrachtigd op 9 mei 2012. Waterwinst TAAK 2.0 heeft tot doel om voor burgers en bedrijven meer te bereiken met hetzelfde geld of hetzelfde bereiken met minder geld. Ofwel: het realiseren van "Waterwinst", mede door samenwerking. Visitatiecommissie BAW De visitatiecommissie BAW heeft in 2014 alle landelijke samenwerkingsverbanden bezocht. De commissie is over het algemeen positief over de ontwikkelingen in de regio en hoopt dat de ingeslagen weg een goed vervolg krijgt, waarbij besparingen op investeringskosten hand in hand gaan met een verbetering van de kwaliteit en een vermindering van de kwetsbaarheid. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 25 - 4 november 2015 3.6 Aandachtspunten voor de planperiode In de gesprekken die in de loop van het planproces zijn gevoerd is een aantal aandachtspunten over het gevoerde rioleringsbeleid in de afgelopen planperiode benoemd. Tabel 3 geeft een overzicht van deze aandachtspunten. Tabel 3: Aandachtspunten Aandachtspunten Toelichting Grip op de begrotingssytematiek. Vanuit het team WRV is er behoefte om meer inzicht te ontwikkelen in de wijze waarop het product riolering is verankerd in de begrotingssytematiek van de gemeente door het beter volgen van uitgaven in relatie tot de kostenplaatsen in de begroting. In overleg met het team Financiën en Control kunnen vervolgens verbeteringen worden afgewogen. Grip op toerekening van de “overhead” Dit aspect hangt samen met het voorgaande punt, vanuit het cluster beheer en andere clusters worden er kosten toegerekend aan het product riolering. Er is vanuit het team WRV behoefte meer inzicht te ontwikkelen in deze toerekeningen. Er is behoefte een kwartaaloverleg in te richten tussen de bij het product riolering betrokken budgethouders van het team WRV en medewerkers van het team Financiën en Control gericht op het monitoren van begrote uitgaven en inkomsten met werkelijke uitgaven en inkomsten mede op basis van jaarplannen. Vanuit het team WRV is er behoefte te gaan werken met jaarplannen voor het nieuwe GRP waarin het planmatig en dagelijks beheer en de investeringen en de onderzoeken voor het betreffende jaar worden uitgewerkt. Afstemming tussen het cluster beheer en het cluster financiën. Opstellen jaarplannen BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 26 - Definitief rapport 4 TOETSINGSKADER 4.1 Algemene ontwikkelingen 4.1.1 Van normen naar effecten De waterketen infrastructuur in Nederland is goed op orde. De aansluitingsgraad op de drinkwater- en afvalwaterinfrastructuur ligt boven de 99 %, al het ingezamelde afvalwater en regenwater wordt grotendeels gezuiverd via afvalwaterzuiveringen. De afgelopen decennia heeft riolerend Nederland de nadruk gelegd op het realiseren van een hoge aansluitingsgraad binnen en buiten de bebouwde kom, het verminderen van emissies naar oppervlaktewater en het hydraulisch zoveel mogelijk op orde brengen van de systemen. Deze prestatie was mogelijk doordat een duidelijke focus lag op het efficiënt organiseren van de te leveren inspanning vanuit normen. Nu de infrastructuur nagenoeg compleet is, staat de sector voor de uitdaging om de investeringen zo lang mogelijk te laten renderen. Dit vraagt om een aanpak waarbij de met de infrastructuur te leveren prestaties, met bijbehorende risico’s, centraal staan in plaats van het bouwen en ‘meters’ maken. De snelle ontwikkeling van meetapparatuur en informatie- en communicatietechnologie maken het mogelijk om de geleverde prestatie inzichtelijk te krijgen. Mede hierdoor kunnen beheerders de praktische werking van de aangelegde systeem goed leren kennen en kan het effect van (beheer-)maatregelen beter worden bepaald. Dit maakt beter onderbouwde keuzes in beheer en investeringen voor de toekomst mogelijk. In de toekomst zal er vanuit bovenstaande gedachte een beweging zijn van focus op inspanning naar focus op resultaat (effecten). In navolgende uitsnede is bovenstaande gedachte aan de hand van een voorbeeld toegelicht. In figuur 2 is de nieuwe gedachte verbeeld. Voorbeeld Tot op heden wordt bij de toetsing van een gemaal gekeken of de geïnstalleerde capaciteit van het gemaal voldoet aan de afname-eis. Zodra dit het geval is, voldoet het gemaal aan de prestatie-eisen. Wat in de praktijk nog nauwelijks gebeurt, is toetsen of het gemaal de gewenste capaciteit heeft geleverd op het moment dat het nodig was. Ofwel: leverde de pomp het gewenste debiet bij een waterstand boven het inslagpunt. De gegevens die nodig zijn om dit laatste te toetsen zijn tegenwoordig bij vrijwel elk gemaal beschikbaar, zodat het nu ook praktisch haalbaar is om te toetsen of een gemaal (voortdurend) voldoet. Figuur 2 GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 27 - 4 november 2015 4.1.2 Van afvoeren naar bergen en van mengen naar scheiden Het nieuwe waterbeleid in de 21e eeuw breekt met een lange traditie. Een traditie van het zo snel mogelijk gezamenlijk afvoeren van afvalwater en hemelwater. Het nieuwe waterbeleid is er op gericht schoon hemelwater te scheiden van afvalwater waarbij hemelwater lokaal zo lang mogelijk wordt vastgehouden. Het water wordt voor langere tijd in het oppervlaktewater opgeslagen of geïnfiltreerd in de bodem. Indien nodig wordt water in daarvoor bestemde gebieden en plekken geborgen. Pas als dat niet kan wordt het water afgevoerd. In plaats van al het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren zet de gemeente Hellendoorn in op het vasthouden en benutten van water zonder dat daarbij wateroverlastproblemen ontstaan. 4.1.3 Klimaatontwikkelingen De ontwikkeling van het klimaat staat de laatste jaren nadrukkelijk in de belangstelling. Met name extremen zoals wateroverlast door hevige regenbuien en hittestress* in stedelijk gebied tijdens langdurige droogte worden daarbij belicht. Deze aspecten worden navolgend behandeld. Wateroverlast Landelijk wordt onderkend dat de neerslagsituatie door klimaatverandering aan het veranderen is wat zich onder andere uit in intensievere en vaker optredende zomerse regenbuien. Rioolstelsels kunnen deze grote hoeveelheden neerslag niet verwerken. Daarop zijn ze niet ontworpen. Riolering is in de huidige situatie gedimensioneerd om bij normale regen (gangbare regenbui die een keer per 2 jaar voorkomt) het water van wegen en daken af te voeren zonder dat water op straat ontstaat. De gemeente Hellendoorn heeft in 2014 de overlastgevoeligheid van de rioolstelsels bij intensieve regenbuien geanalyseerd en vastgelegd in kaartbeelden, in hoofdstuk 5 wordt hierop nader ingegaan. In de brochure ‘Klimaatverandering, hevige buien en riolering’ heeft de Stichting RIONED haar visie op de problematiek van zwaardere regenbuien beschreven. Onderstaande uitsnede geeft een beeld van deze visie. Het is zaak voor gemeenten te leren omgaan met de risico’s die kunnen optreden. Hierbij is het uiteraard niet de bedoeling risicovolle wateroverlastsituaties te laten voortbestaan. * Tijdens langdurige droogte vindt er opwarming plaats van landelijk en stedelijk gebied, in stedelijk gebied is deze opwarming door de grote concentratie van verhardingen vaak veel groter dan in landelijke gebieden, dit kan leiden tot hittestress voor bewoners in stedelijk gebied. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 28 - Definitief rapport Klimaatverandering, hevige buien en riolering ‘In het algemeen is het acceptabel als water bij hevige buien enkele uren op straat staat. De hinder is vergelijkbaar met sneeuwval: de begaanbaarheid van de weg neemt af. Een keer water tussen de stoepen is lastig, maar kan geen kwaad. Er zijn echter ook situaties die vragen om een afweging tussen het treffen van (vaak dure) riolerings-technische maatregelen en de hinder in relatie tot specifieke belangen zoals toegankelijkheid en begaanbaarheid voor iedereen. Voorbeelden van situaties die maatschappelijk gezien moeilijk te accepteren zijn, zijn: regenwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt en grote materiële schade oplevert; afvalwater dat in grote mate uit de riolering op straat stroomt (risico’s voor de volksgezondheid); water op straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert (belemmering voor hulpdiensten en economische schade). De gemeente stelt vast wanneer de grens tussen hinder en schade wordt overschreden en bepaalt de maatregelen. Via een risicoscan worden potentiële wateroverlastlokaties in beeld gebracht en wordt bepaald of (lokale) ingrepen nodig zijn(zie paragraaf 5.4.4). De klimaatontwikkeling heeft een duidelijk verband met het landelijke hemelwaterbeleid dat gericht is op ontvlechten van waterstromen. Het ontvlechten van waterstromen kan een bijdrage leveren aan de aanpak van wateroverlastknelpunten door zware regenbuien. Watertekorten Naast hevige neerslag, eist ook een tekort aan water een prominente rol op. Door in tijden van hemelwateroverschotten een eventueel tekort aan te vullen blijft schade aan het groen geminimaliseerd. Groen levert een positieve bijdrage aan het lokale klimaat (voorkomen van hittestress). Gezamenlijk bezig zijn met groen in de buurt zorgt voor meer betrokkenheid en bijzonder en structureel contact tussen mensen. Daarnaast toont onderzoek aan dat er minder conflicten en spanningen zijn in groenere wijken en nemen de speel- en ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen toe. Klimaatactieve stad De komende jaren is het gewenst de ontwikkelingen vanuit andere overheden in relatie tot het klimaat te volgen en waar nodig het beleid verder bij te stellen. 4.2 Maatschappelijk belang en doelstellingen Historisch gezien wordt riolering aangelegd vanuit de volgende maatschappelijke doelstellingen: 1. Beschermen van de volksgezondheid; 2. Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving, in relatie tot het rioolstelsel met name het voorkomen van wateroverlast; 3. Beschermen van natuur en milieu (kwaliteit bodem, grond- en oppervlaktewater). Voor de specifieke zorgplichten die bij de gemeente liggen, vertaalt de gemeente Hellendoorn bovenstaande maatschappelijke doelstellingen naar de gemeentelijke zorgplichten. Hierdoor komt ze tot de volgende doelstellingen voor de komende planperiode: GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 29 - 4 november 2015 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater; 2. Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater; 3. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloedt. De Wet gemeentelijke watertaken verplicht gemeenten niet tot het inzamelen en transporteren van al het afvalwater, het inzamelen en verwerken van ál het hemelwater en het voorkomen en beperken van álle problemen door grondwaterstanden. In de navolgende paragrafen worden de zorgplichten, de missie en de visie daarop, en de taakafbakening verder toegelicht. 4.3 Afvalwaterzorgplicht 4.3.1 Visie De gemeentelijke zorgplicht voor inzameling van stedelijk afvalwater beperkt zich overwegend tot huishoudelijk afvalwater en afvalwater dat qua samenstelling daarmee overeen komt. Dit houdt in dat bedrijfsafvalwater, waarbij geen sprake is van bovengenoemde herkomst, in beginsel niet door de gemeente ingezameld en getransporteerd behoeft te worden. In de praktijk zal de gemeente overigens het bedrijfsafvalwater dat al is aangesloten op een openbaar vuilwaterriool blijven inzamelen en transporteren mist de samenstelling van dit afvalwater voldoet aan wettelijke eisen en de goede werking van het rioolstelsel en rioolwaterzuivering niet belemmert. 4.3.2 Missie De Gemeente Hellendoorn rekent tot haar zorgplicht voor stedelijk afvalwater: 1. Inzameling en transport van afvalwater van alle huishoudens. 2. Inzameling en transport van bedrijfsafvalwater voor zover dat qua omvang en samenstelling overeenkomt met huishoudelijk afvalwater. 3. Inzameling en transport van bedrijfsafvalwater, anders dan genoemd bij punt 2 voor zover afvoer naar openbare riolering plaats vindt binnen wettelijke kaders. Er zal gewerkt worden aan het optimaliseren van in te zetten middelen, zodat het beheer en de noodzakelijke investeringen op efficiënte en effectieve wijze worden gedaan. Middels jaarplannen, waarin alle zorgplichten zijn opgenomen, zal een afweging gemaakt worden van de in te zetten middelen. De afvalwaterketen staat in de toekomst een fundamentele verandering te wachten. Op diverse plaatsen in Nederland zijn de eerste tekeningen van die verandering al duidelijk zichtbaar. In de routekaart afvalwaterketen zijn de toekomstige veranderingen verkend. Gemeente zal de ontwikkelingen in de komende planperiode nauwgezet volgen en indien nodig voorstellen doen om het beleid tijdig bij te sturen. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 30 - Definitief rapport Recent is bekend geworden dat de planverplichting voor het GRP vanaf 2020 komt te vervallen, de gevolgen hiervan voor het te voeren beleid na 2020 zullen de komende jaren worden gevolgd. 4.4 Hemelwaterzorgplicht 4.4.1 Visie De gemeente Hellendoorn streeft naar een zo duurzaam mogelijke en doelmatige inzameling en afvoer van hemelwater waarbij hemelwater op een zo natuurlijk mogelijke manier wordt verwerkt. Gestreefd wordt dit te doen tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten waarbij het hemelwater vanuit hygiënisch oogpunt (volksgezondheid) adequaat wordt ingezameld en afgevoerd. Verontreiniging van bodem, lucht en oppervlaktewater worden zoveel mogelijk voorkomen en wateroverlast voor burgers zoveel mogelijk beperkt. De gemeente tracht, conform de opzet van de wetgeving, het initiatief voor de verwerking van hemelwater dat afkomstig is van particuliere terreinen zoveel mogelijk bij de burgers neer te leggen binnen de grenzen van redelijkheid en doelmatigheid. 4.4.2 Missie Voor de uitwerking van de hemelwaterzorgplicht is het van belang te onderkennen dat de beleidsvrijheid die in de wetgeving voor de hemelwaterzorgplicht wordt geboden groot is. Hierbij zijn doelmatigheid en redelijkheid de criteria. In de uitwerking is onderscheid gemaakt naar nieuw te ontwikkelen gebied en bestaand gebied. Uitbreidingen woongebied Onder een uitbreiding wordt verstaan een ruimtelijke ontwikkeling waarbij woningen worden gebouwd aan de grenzen van bestaande bebouwing (direct langs de bebouwde kom). Bij woninguitbreidingen wordt gekozen voor het afvoeren van het huishoudelijk afvalwater in een DWA-stelsel (Droog Weer Afvoer-stelsel: rioolstelsel waarmee geen regenwater wordt afgevoerd maar alleen huishoudelijk en/of bedrijfsafvalwater) en het apart inzamelen, afvoeren en verwerken van hemelwater via bovengrondse of ondergrondse hemelwatervoorzieningen. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 31 - 4 november 2015 Uitbreidingen bedrijventerrein Bij een nieuw bedrijventerrein gaat de voorkeur uit naar een systeem met drie typen afvoeren: huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, licht vervuild hemelwater en schoon hemelwater. Bebouwing buiten de bebouwde kom Voor afvalwater van nieuwbouw van een of enkele woningen en bestaande bebouwingen buiten de bebouwde kom geldt meestal dat deze worden aangesloten op drukriolering. Voor nieuwe aansluitingen op drukriolering wordt gewerkt met het ‘Aanvraagformulier aansluiting drukriolering’, via dit formulier worden de aansluitkosten en de voorwaarden waaronder kan worden aangesloten geregeld. Hemelwater van deze woningen mag niet op drukriolering worden geloosd. Hemelwater dient lokaal te worden verwerkt. Het hemelwater van openbare verhardingen buiten de bebouwde kom (die in beheer zijn bij de gemeente) wordt eveneens lokaal verwerkt, hoofdzakelijk door het water af te voeren naar naastliggende bermen en sloten. Inbreidingen woongebied en wijziging van verhard oppervlak Inbreidingen Onder een inbreiding wordt verstaan een ruimtelijke ontwikkeling waarbij woningen worden gebouwd binnen bestaande bebouwing (in de bebouwde kom). Bij woninginbreidingen wordt gekozen voor het afvoeren van het huishoudelijk afvalwater in een DWA-stelsel (Droog Weer Afvoer-stelsel: rioolstelsel waarmee geen regenwater wordt afgevoerd maar alleen huishoudelijk en/of bedrijfsafvalwater) of gemengd rioolstelsel. De keuze hangt af van het rioolstelsel waarop aangesloten moet worden in de omgeving van de inbreiding. Wijziging van verhard oppervlak Regelmatig komt het voor dat wijzigingen worden aangebracht in het verhard oppervlak van particulieren (dakvlakken en inritten) en openbare verhardingen, bijvoorbeeld wanneer een school wordt gesloopt en vervangen of wanneer een parkeerplaats wordt verkleind of vergroot. Voor de afvoer en verwerking van hemelwater als gevolg van wijziging van verhard oppervlak gelden dezelfde beleidsuitgangspunten als voor inbreidingen. Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom Het grootste deel van de bouwvergunningaanvragen betreft kleine aanbouwtjes aan bestaande woningen. Voor aanbouwen met een toename van het verhard oppervlak kleiner dan 50 m2 wordt scheiding van hemelwater en afvalwater niet verplicht gesteld. Voor uitbouwen van woningen boven 50 m2 wordt scheiding van afvalwater en hemelwater wel verplicht gesteld. Rioolvervanging, herinrichting openbare ruimte Bij herinrichting van de openbare ruimte, wegrenovatieprojecten, groenprojecten of rioolvervangingsprojecten zoekt de gemeente actief naar mogelijkheden om verhard oppervlak af te koppelen indien dit op doelmatige en duurzame wijze mogelijk is. De gemeente vervangt gemengde stelsels alleen door gescheiden stelsels als dit doelmatig is waarbij zoveel mogelijk werk met werk wordt gemaakt. De gemeente streeft er bij deze projecten naar de particuliere terreinen bij rioolvervangingen zoveel mogelijk af te koppelen. Via de hemelwaterverordening kunnen particulieren worden verplicht hieraan mee te werken. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 32 - Definitief rapport Bestaand woongebied, bestaand bedrijventerrein, geen projecten In bestaand woongebied of bestaande bedrijventerreinen waar geen projecten plaats vinden gaat de gemeente niet over tot het actief ontvlechten van hemelwater en afvalwater. Het op grote schaal ontvlechten van hemelwater in woongebieden waar de komende tijd geen projecten plaatsvinden en waar het afvalwaterstelsel vanwege de goede kwaliteitstoestand nog niet aan vervanging toe is, acht de gemeente vanuit kostenoogpunt niet doelmatig. Informeren burgers en bedrijven De gemeente is van mening dat communicatie een belangrijk middel is om de bewustwording bij burgers bij het veranderende hemelwaterbeleid verder in gang te zetten. Vooral is er aandacht nodig voor de doorvertaling van het landelijke beleid naar de gemeentelijke praktijk (waarom wil de maatschappij hemelwater en afvalwater scheiden) en voor het ontwikkelen van het begrip bij burgers dat burgers zelf een verantwoordelijkheid hebben en dat hemelwaterstelsels niet zijn ontworpen op (zeer) extreme regengebeurtenissen en dat er dus altijd een kans is op wateroverlast. 4.5 Grondwaterzorgplicht 4.5.1 Visie De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van de particulier, het waterschap of de provincie behoren. 4.5.2 Missie Grondwater en grondwaterstanden mogen geen aanleiding zijn tot overlast voor de aan de grond gegeven bestemming. De gemeente wil gehoor geven aan de verbrede zorgplicht, door binnen de grenzen van doelmatigheid en financiële en technische haalbaarheid maatregelen te treffen om structurele grondwateroverlast te voorkomen of te beperken in het openbaar gebied. Perceeleigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor eventuele nadelige gevolgen op eigen perceel, voor zover zij daar redelijkerwijs zelf in kunnen voorzien. De gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor maatregelen die niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap en de provincie behoren. Als de oplossing van structurele problemen doelmatiger is via maatregelen van andere overheden dan zijn gemeentelijke maatregelen in het kader van de grondwaterzorgplicht niet aan de orde. De gemeentelijke taakopvatting ten aanzien van de drie centrale begrippen in de grondwaterzorgplicht structureel, nadelig en doelmatig is navolgend verwoord. Tevens zijn enkele situaties aangegeven die door de gemeente worden uitgesloten. Structurele grondwateroverlast dient: wederkerend te zijn en gemeld (tenminste jaarlijks geregistreerd); én gedurende langere tijd voor te komen (tenminste 1 maand continu); én niet tijdelijk te zijn (tenminste 2 jaar); én stabiel of toenemend te zijn. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 33 - 4 november 2015 Nadelige gevolgen zijn: gezondheidsklachten door vocht in de woning; óf schade aan gebouwen of infrastructuur; aantasting van de primaire functie op basis van het bestemmingsplan. Doelmatigheid: maatregelen dienen effectief te zijn (met de maatregelen worden de problemen voorkomen of aanzienlijk beperkt); én maatregelen dienen efficiënt te zijn (geen alternatieven op de probleemlocatie die goedkoper of effectiever zijn); én de kosten van de maatregelen dienen in verhouding te staan tot de nadelige gevolgen. Per locatie wordt door de gemeente een afweging gemaakt op basis van het karakter van de overlast, de mogelijke gevolgen en de doelmatigheidscriteria. Onderstaande gevallen worden uitgesloten. Uitgesloten zijn: situaties waarbij het de bouwkundige of waterhuishoudkundige verantwoordelijkheid betreft van de eigenaar (bijvoorbeeld diepe kelders en kruipruimtes); gebeurtenissen van regionale en boven regionale oorsprong (bijvoorbeeld hoge waterstanden in watergangen); situaties die het gevolg zijn van de wijze van bouwrijp maken van de wijken die in het verleden (voor 2008) zijn aangelegd; situaties waarbij het incidentele overlast door bijvoorbeeld zware regenval betreft. Aansprakelijkheid De gemeente is lang niet altijd verantwoordelijk te stellen voor geleden schade door grondwateroverlast. Alleen als de gemeente aantoonbaar haar taak heeft verwaarloosd, dan kan zij aansprakelijk gesteld worden voor de ontstane schade. Dit is conform het Burgerlijk Wetboek (art 6:162). Schade die in het verleden is ontstaan (vóór de inwerkingtreding van de Waterwet d.d. 22 december 2009) door grondwateroverlast is niet met terugwerkende kracht te verhalen. Waterloket De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de goede staat van zijn eigendom. Hij zorgt voor bouwkundige of waterhuishoudkundige voorzieningen op het eigen terrein en voor de eigen woning (zoals een vochtdichte vloer). De perceel eigenaar kan echter wel voor grondwateroverlast terecht bij de gemeente. De gemeente geldt als eerste aanspreekpunt (loketfunctie). De gemeente registreert de meldingen en voert de regie over de doelmatige aanpak van grondwaterproblemen. Waterschap Bij het oplossen van grondwaterproblemen zal uitdrukkelijk rekening worden gehouden met de doelstellingen van de waterkwaliteit en kwantiteit. In overleg met het waterschap zal in voorkomende gevallen gezocht worden naar de meest doelmatige oplossingen. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 34 - Definitief rapport 5 HUIDIGE SITUATIE EN BELEID PLANPERIODE 5.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft aan de hand van een beschrijving van de huidige situatie en een beschrijving van het toekomstige beleid inzicht in de vragen “Wat hebben we ?”, en “Wat gaan we doen ?”. De eerste vraag vormt samen met het toetsingskader (hoofdstuk 4) het vertrekpunt voor beantwoording van de tweede vraag. Het beleid is een samenstel van beheeractiviteiten, maatregelen (investeringen) en onderzoek. Dit hoofdstuk is ingedeeld naar de drie zorgplichten. Een samenvatting van de financiële gevolgen is opgenomen in paragraaf 5.8. De lasten die in paragraaf 5.8 zijn opgenomen zijn op prijspeil 2016. 5.2 Afvalwaterzorgplicht, wat hebben we? 5.2.1 Inzameling van afvalwater Binnen en buiten de woonkernen van de gemeente Hellendoorn is het afvalwater van alle woningen en bedrijven voor zover bekend aangesloten op de riolering. Incidenteel is het mogelijk dat een woning niet aangesloten is omdat bijvoorbeeld oude aansluitingen op septic tanks niet zijn overgezet op openbare rioleringsvoorzieningen. Als de gemeente dit signaleert neemt zij actie om de betreffende woning alsnog aan te sluiten op een voorziening. 5.2.2 Infrastructuur De meeste rioleringsgebieden zijn voorzien van een gemengd, gescheiden of verbeterd gescheiden rioolstelsel. Bij een gemengd stelsel wordt afvalwater en hemelwater gezamenlijk ingezameld en afgevoerd, bij een gescheiden of verbeterd gescheiden rioolstelsel is de inzameling en afvoer van hemelwater en afvalwater gescheiden. Tabel 4 geeft een overzicht van de voorzieningen die in de loop der jaren zijn aangelegd. De kaart “Rioolstructuur” in bijlage 2 geeft een beeld van de opbouw van het Hellendoornse rioolstelsel. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 35 - 4 november 2015 Tabel 4: Omvang rioolstelsel Omschrijving Omvang Riolering Eenheid 215 Km. 145 Km. Dwa 37 Km. RWA 21 Km. IT 12 Km. 10 Km. Drukriolering 209 Km. Pompputten 765 Stuks 24 stuks Gemengd Persleiding Rioolgemalen Bergbezinkbassins Controleputten Overstortputten (DWA) Overstortputten (RWA) Kolken Ondergrondse infiltratievoorzieningen 7 stuks 6665 stuks 37 stuks 55 stuks 15392 stuks 6 Stuks Het rioolstelsel van de gemeente Hellendoorn is hoofdzakelijk na 1950 aangelegd, vooral in de jaren zestig en zeventig is er veel riolering aangelegd. Figuur 3 geeft een overzicht van de leeftijdsopbouw van de riolering. De kaart “Levensduur” in bijlage 2 geeft een beeld van de leeftijdsopbouw van het Hellendoornse rioolstelsel. Totaal 100000 80000 60000 Totaal 40000 20000 1940 1951 1954 1959 1962 1965 1968 1971 1974 1977 1980 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007 2010 2013 0 Figuur 3: Leeftijdsopbouw riolering 5.2.3 Kwaliteitstoestand vrijvervalriolering Gemeente is in 2006 gestart met een nieuwe cyclus waarbij het rioolstelsel in 10 jaar volledig wordt gereinigd en geïnspecteerd. In de afgelopen planperiode is circa 100 % van het gehele stelsel geïnspecteerd. Inspectieresultaten worden aansluitend aan de inspecties in detail beoordeeld en vertaald naar reparatie, renovatie en vervangingsmaatregelen. Het algemene beeld dat naar voren komt uit de beoordeling van de inspecties is dat de rioolstelsels in relatief goede staat verkeren. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 36 - Definitief rapport 5.2.4 Kwaliteitstoestand installaties Alle riool-, spoel- en ledigingsgemalen zijn in de afgelopen planperiode regelmatig gereinigd en in detail geïnspecteerd. De resultaten van de inspecties zijn beoordeeld waarna onderhoudsmaatregelen voor de periode tot 2020 zijn bepaald. De afgelopen jaren zijn de meest urgente gebreken als eerste aangepakt alsmede de renovatie van de gemalen Kerkstraat en Boomcateweg. De komende jaren worden de overige gebreken aangepakt, hiervoor is een meerjarenplan opgesteld. Reiniging en inspectie en eenvoudig te verhelpen storingen bij drukrioolunits, gebeurd door de eigen storingsdienst. Kleine gebreken worden daarbij meteen door de storingsdienst verholpen. Grotere gebreken worden door de rioolbeheerder beoordeeld en vervolgens, bij voorkeur geclusterd uitbesteed. Er zijn regelmatig onderhoudsproblemen bij drukrioolunits die samenhangen met het lozingsgedrag van de gebruikers. De kwaliteit van drukriolen en persleidingen is momenteel niet bekend omdat deze leidingen niet geïnspecteerd zijn. In de praktijk zijn er geen problemen bekend. Het is gewenst de komende planperiode meer inzicht te krijgen in de leeftijdsopbouw en verwachtte levensduur van deze leidingen. 5.2.5 Organisatie rioleringsbeheer Figuur 4 geeft een beeld van de wijze waarop het rioleringsbeheer in de gemeente Hellendoorn momenteel via uitvoeringsprogramma’s is georganiseerd. In de komende planperiode zal de organisatie op een aantal punten worden gewijzigd, dit komt aan de orde in paragraaf 5.3.1. 5.2.6 Dagelijks en planmatig beheer Het dagelijks en planmatig beheer en onderhoud van de riolering is onderverdeeld naar de volgende hoofdposten: Beleid riolen en water; Beheer riolering; Onderhoud riolering; Riolering algemeen. Onder de post beleid riolen en water vallen de activiteiten die samenhangen met het uitvoeren van onderzoeken en het opstellen van plannen zoals dit GRP4, basisrioleringsplannen en modelkalibraties. De taken in deze post worden door de beleidsmedewerker in samenspraak met de rioolbeheerder uitgevoerd. Het dagelijkse en planmatige beheer van de vrijvervalriolering zoals reiniging en inspectie van riolen gebeurd vanuit de binnendienst door de rioolbeheerder en is ondergebracht in de post beheer riolering. Ook het beheer van de mechanische riolering (reiniging en inspectie) en meetapparatuur en onderhoudscontracten met derden vallen in deze post. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 37 - 4 november 2015 Figuur 4: Organisatie rioleringsbeheer Het onderhoud van de vrijvervalriolering en de mechanische riolering gebeurd vanuit de buitendienst en is ondergebracht in de post onderhoud riolering. Onder deze post vallen activiteiten als het herstellen van putranden, herstellen en schoonmaken van kolken, het oplossen van calamiteiten en het onderhoud aan drukriolering en persleidingen en bergbezinkbassins. Onder de post riolering algemeen vallen kapitaallasten van investeringen uit het verleden, toerekening voor interne en externe personele uren, toerekening ten behoeve van activiteiten van andere afdelingen (zoals straatvegen, bijdrage voor het maaien van bermen en sloten en perceptiekosten) en kwijtschelding. 5.2.7 Hydraulisch en milieutechnisch functioneren rioolstelsels Het hydraulisch functioneren van de rioolstelsels in de kernen Konijnenberg, ’t Lochter & Groot Lochter en Hellendoorn is in de afgelopen planperiode op basis van een theoretisch model getoetst via een herberekening. Deze herberekeningen zijn vastgelegd in basisrioleringsplannen. Voor de kernen Nijverdal Centrum, Daarle en Daarlerveen zijn soortgelijke plannen al eerder opgesteld. Bijlage 2 geeft een overzicht van alle externe overstorten in de rioolstelsels van de gemeente en de kenmerken van deze overstorten. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 38 - Definitief rapport In 2012 heeft de gemeente een afvalwatermeetnet geïnstalleerd. Op basis van dit meetnet is voor de kern Nijverdal centrum een geoptimaliseerd rioleringsmodel opgesteld. Hierbij wordt het theoretische rioleringsmodel bijgesteld via een analyse van meetgegevens vanuit het afvalwatermeetnet en ontstaat een betere basis voor het bepalen van toekomstige aanpassingen aan het systeem. Het hydraulisch functioneren van de gemalen Industrieweg, Boomcateweg, Sanatoriumlaan, Kerkstraat en Kasteelstraat is de afgelopen jaren in detail onderzocht. In het kader van de voorziene renovatie van deze gemalen zijn voorstellen gedaan om het hydraulisch functioneren van deze gemalen te verbeteren. De verbetermaatregelen zijn inmiddels voor de gemalen Industrieweg, Boomcateweg, Sanatoriumlaan en Kerkstraat uitgevoerd. Het grote aantal storingen van het drukrioolsysteem Meester Werkmanstraat is aanleiding geweest tot een nader onderzoek. Op basis van dit onderzoek zijn er maatregelen uitgevoerd (aanpassen/verplaatsen van een tweetal gemalen). 5.2.8 Incidentenplan De gemeente heeft de zorgplicht voor het afval-, hemel- en grondwater en soms voor delen van het oppervlaktewater. Dit betekent dat de gemeente voorbereidt moet zijn op eventuele (milieu-)incidenten en calamiteiten die te maken hebben met riolering én op de bestrijding daarvan. Een incidentenplan voor de riolering brengt hierin structuur, zodat er tijdens een incident adequaat kan worden opgetreden. Het incidentenplan riolering, dat alleen betrekking heeft op de openbare ruimte, heeft tot doel als leidraad te dienen bij de afhandeling van rioleringsincidenten binnen gemeente Hellendoorn. Het plan geeft inzicht in de volgende zaken: hoe adequaat en doelgericht te handelen tijdens een incident; geven van duidelijkheid over bevoegdheden en coördinatie; geven van een compleet en helder overzicht van (mogelijk) uit te voeren maatregelen; hoe incidenten vast te leggen, te evalueren en ervan te leren. Het plan is daarbij vooral gericht op de eigen gemeentelijke organisatie. Het is niet zozeer een juridisch document, maar moet handvatten geven voor de eigen organisatie, gericht op taken en verantwoordelijkheden. Op basis van evaluatie wordt het plan zo nodig uitgebreid / aangepast. Na incidenten of oefeningen worden evaluaties uitgevoerd zodat: de taken en verantwoordelijkheden in de organisatie meer bewust worden gemaakt; duidelijkheid is welk team, en het moment van de dag welk persoon, het aanspreekpunt binnen de gemeente is. Het hoofd team WRV fungeert als eerste overall aanspreekpunt; ervaringen en de wijze waarop afstemming van het bestrijden van een incident tussen waterschap(pen) en gemeente plaatsvindt worden vastgelegd; kennis wordt opgedaan over in te zetten materieel en andere processen (preventief, actief en tijdens de nazorgperiode). Mogelijk worden de oefeningen van de gemeente gecombineerd met die van de waterschappen/buurgemeenten. Dit bevordert tevens de onderlinge samenwerking. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 39 - 4 november 2015 5.3 Afvalwaterzorgplicht, wat gaan we doen? 5.3.1 Hoe gaan we het rioleringsbeheer organiseren Figuur 5 geeft een beeld van de wijze waarop het rioleringsbeheer in de gemeente Hellendoorn in de toekomst zal worden georganiseerd. Er zal een rioolbedrijf worden ingericht van waaruit alle taken worden gecoördineerd. Het eerste aanspreekpunt voor het rioolbedrijf is de beleidsmedewerker Riolen en Water. In de werkgroep GRP4 zijn de volgende personen vertegenwoordigd: Opzichter riolen; Rioolbeheerder; Hoofd team WRV / Projectleider; Beleidsmedewerker; Medewerker van financiën en control. Hoofd team WRV Rioolbedrijf Parkeerbedrijf Team WRV Werkgroep GRP4: Beleid-, Onderhoud Riolen-, Beheer Riolering,Investeringen Riolen, F&C Jaar programma/planning (0,2 Fte) Onderhoud Riolen (buitendienst WRV) (4 Fte) 5.3.2 Beheer Riolering +investering installaties (0,8 Fte) Investeringen afval/hemelwater+re novatie riolen (2,5Fte V&T) Beleid (0,8 Fte) Begroting-, Burap's-, Jaarrekening-, Budgetbewaking Dagelijks en planmatig beheer Het planmatig en dagelijks beheer is (financieel en operationeel) verdeeld over de volgende onderdelen: BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 40 - Definitief rapport Onderhoud riolering; Beheer riolering; Beleid; Riolering algemeen en budgetbewaking. Deze paragraaf gaat in op de hoofdposten, onderhoud riolering, beheer riolering en budgetbewaking. Beleid riolen en water wordt behandeld in paragraaf 5.3.2. Daarnaast is er een paragraaf gewijd aan contracten met derden en gaat (paragraaf 5.3.3). Paragraaf 5.3.4 gaat tot slot in op een speerpunt in dit GRP4 namelijk assetmanagement. Onderhoud riolering Onder de post onderhoud riolering vallen alle activiteiten die samenhangen met het onderhoud van de vrijverval- en drukriolering. Deze activiteiten worden door de buitendienst uitgevoerd of aangestuurd. Tabel 5: Activiteiten onderhoud riolering Activiteit / kostensoort Opmerking Storten rioolslib Storten slib dat vrijkomt bij reiniging van riolering, kolken, gemalen en drukrioolunits. Putranden (deksels) Kolkenplan Uitvoeren van reparaties aan putranden. Opstellen kolkenplan en repareren of vervangen van kolken. Hoofdriool (calamiteiten) Herstellen van onvoorziene schades in de hoofdriolering. Onderhoud aan hoofdpersleidingen, ontstopping verstopte leidingen en reiniging. Reinigen van kolken/lijngoten 2 keer per jaar. Hoofdpersleidingen Reinigen van kolken Huisaansluitingen en kolken Externe riooloverstorten Installaties Verhelpen van klachten/aanvragen en meldingen 1 maal per jaar uitmaaien van de watergangen/groene bergingen achter rioolovestorten. Verwijderen van vuil van overstort roosters. e Verhelpen 1 lijn storingen. Opname meterstanden minigemalen. Beheer riolering Onder de post beheer riolering vallen alle activiteiten die samenhangen met het dagelijkse en planmatige beheer van de vrijvervalriolering zoals reiniging en inspectie van riolen en kolken en preventief en correctief onderhoud van de vrijvervalriolering. Zie tabel 5. Deze activiteiten worden door de rioolbeheerder uitgevoerd of aangestuurd. Het beheer van de mechanische riolering is in Hellendoorn administratief gezien geïntegreerd met de investeringen voor de mechanische riolering. Onder het dagelijkse en planmatige beheer van mechanische riolering en meetapparatuur vallen onder andere de activiteiten reiniging, inspectie, correctief en preventief onderhoud, elektriciteit en kosten voor datacommunicatie. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 41 - 4 november 2015 Tabel 6: Activiteiten beheer riolering Activiteit / kostensoort Opmerking Reiniging en inspectie Betreft reiniging en inspectie van vrijvervalleidingen en kolken. Deelreparaties leidingen Uitvoeren van reparaties zoals het herstellen van scheuren, aansluiting op riolering en het verwijderen van wortels. Interne constructies Betreft reiniging en inspectie van speciale voorzieningen in het rioolstelsel zoals stuwputten. Onderhoud infiltratie voorzieningen H2s maatregelen Energie/stroomkosten Abonnementen Betreft reiniging en inspectie en klein onderhoud van infiltratievoorzieningen.. Herstel van riolering als gevolg van aantasting door H2S of maatregelen om aantasting te voorkomen. Abonnementskosten voor onder andere Rioned, beheerpakketten etc. Riolering algemeen en budgetbewaking Riolering algemeen en budgetbewaking betreft bijdragen aan in- en externe diensten, inhuur en kapitaallasten. Zie tabel 7. Tabel 7: Activiteiten beheer riolering Activiteit / kostensoort Opmerking Geo-informatie Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster grondgebied. Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster Geoinformatie. Informatie en faciliteiten Betreft kosten voor informatievoorziening en bijbehorende faciliteiten Bouwkundig beheer Betreft kosten voor bouwkundig beheer (gebruik van gebouwen) Cluster Grondgebied Cluster Samenleving Kosten voor apparatuur (bijvoorbeeld gebruik en beheer eigen vrachtwagen) Bijdrage vanuit het product riolering voor reiniging van straten. Bijdrage vanuit het product riolering voor het maaien van bermen en sloten. Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster Samenleving. Heffing&Inning Betreft toerekeningen van kosten voor heffing en inning van de rioolheffing. Kapitaalslasten Kwijtschelding Rente- en afschrijvingslasten van investeringen. Bijdrage vanuit het product riolering voor kwijtschelding. Naleving regelgeving drukriolering Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster Handhaving. Tractie en garage Straatreiniging Maaien Bermen en sloten BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 42 - Definitief rapport 5.3.3 Beleid en planvorming In de planperiode van dit GRP4 zijn de volgende onderzoeken en plannen voorzien. Actualiseren basisrioleringsplannen; Risico gestuurd beheer; Beheerplan vrijvervalriolering en mechanische riolering; Rioolbeheer GRP5; Actualiseren hemelwaterbeleid; Waterkansenkaart; Riolering buitengebied; Communicatiemateriaal; Benchmark; Samenwerking buurgemeenten, samenwerkingsverband Twents Waternet; Afvalwaterakkoord; Opstellen jaarprogramma’s. Actualiseren basisrioleringsplannen In de te actualiseren BRP’s zullen, naast de theoretische inzichten, ook de meetdata worden geïntegreerd om zo het theoretisch functioneren te toetsen aan de werkelijkheid. De modellen worden zo verder geoptimaliseerd en afgestemd op de praktijk. Ook de klimaatanalyse die in 2015 is uitgevoerd zal worden geïntegreerd in de BRP’s. Gestreefd wordt te komen tot een overkoepelend BRP voor het gehele rioolstelsel aan het einde van de planperiode van het GRP4. Risico gestuurd beheer Assetmanagement omvat de uitdaging om investeringen zo lang mogelijk te laten renderen. Daarbij worden prestaties, risico’s en kosten gewogen waarna afgewogen beheers- en investeringsbeslissingen gemaakt kunnen worden. Een stapsgewijze uitwerking van hoe we in Hellendoorn risico gestuurd beheer zullen opzetten is opgenomen in paragraaf 5.3.3. Beheerplan vrijvervalriolering en mechanische riolering Het GRP4 verwoordt het beleid voor de rioleringszorg en beschrijft op hoofdlijnen welke activiteiten we gaan doen en de gevolgen voor personeel en financiën. De verdere uitwerking van het beleid vindt plaats in beheerplannen en operationele jaarplannen. In 2018 worden beheerplannen opgesteld voor de vrijvervalriolering en mechanische riolering ten behoeve van het volgende GRP. De beheerplannen bevatten een beschrijving van het beheerproces, een evaluatie van de beheerervaringen en een uitwerking van de beheeractiviteiten en noodzakelijke investeringen voor het op peil houden van de rioleringsvoorzieningen op basis van actuele inspecties. GRP5 Na een periode van 5 jaar eindigt de looptijd van dit GRP4. Daarom zal in 2020 een nieuw GRP worden opgesteld. Actualiseren hemelwaterbeleid Het hemelwaterbeleid zoals verwoord in dit GRP4 wordt aan de hand van de ervaringen de komende jaren en de ontwikkelingen regelmatig tegen het licht gehouden. Op basis van deze inzichten wordt het beleid waar nodig gewijzigd of aangescherpt. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 43 - 4 november 2015 Waterkansenkaart/klimaatmaatregelen Door het opstellen van een ‘waterkansenkaart per woonkern, wordt optimaal gebruik gemaakt van lokale mogelijkheden om hemelwater af te voeren en te verwerken. Met deze ‘waterkansenkaarten’ leggen we vast wat er op het gebied van water moet gebeuren bij werkzaamheden in de openbare ruimte. Riolering buitengebied Inventariseren lozingspunten persleidingen, uitvoeren verbetermaatregelen Op locaties waar persleidingen of drukriolering zijn aangesloten op de vrijvervalriolering komt regelmatig aantasting voor van beton door H2S. In de komende planperiode zullen we deze punten inventariseren en waar nodig verbetermaatregelen bepalen en uitvoeren. Controle lozingsgedrag Gebreken in drukrioolunits hangen samen met het lozingsgedrag. In overleg met het team VTM is in 2015 een traject ingezet om extra aandacht te geven aan het controleren van het lozingsgedrag mede op basis van klachten vanuit de meldlijn. Met name bedrijfsafvalwaterlozingen krijgen bij de controle aandacht. Nagegaan zal worden of de afvalwaterlozingen in overeenstemming zijn met de regelgeving in het activiteitenbesluit. Via een extra handhavingsinspanning worden vooral grotere niet huishoudelijke afvalwaterlozingen op drukriolering gecontroleerd. Mocht blijken dat de afvalwaterlozing niet overeenstemming met de regelgeving of dat storingen worden veroorzaakt door slecht lozingsgedrag dan zullen de kosten van herstel worden verhaald op de lozer. Nieuwe aansluitingen op drukriolering Voor nieuwe aansluitingen op drukriolering wordt via de omgevingsvergunning gewerkt met het ‘Aanvraagformulier aansluiting drukriolering’, via dit formulier worden de aansluitkosten en de voorwaarden waaronder kan worden aangesloten geregeld. Communicatiemateriaal De gemeente haakt voor communicatie over het gebruik van de riolering zoveel mogelijk aan bij landelijke brochures die vanuit de stichting RIONED beschikbaar zijn. Ook zal de gemeente meeliften met communicatiecampagnes die door deze stichting regelmatig worden opgezet. Daarnaast wordt er aandacht gegeven aan communicatiemateriaal dat specifiek voor Hellendoorn is bedoeld. De communicatievoorziening via de gemeentelijke website wordt jaarlijks bijgewerkt. Benchmark In 2016 wordt een nieuwe landelijke benchmark rioleringszorg uitgevoerd waaraan Hellendoorn zal deelnemen. De prestaties in de rioleringszorg tussen gemeenten onderling worden in deze benchmark vergeleken. Afvalwaterakkoord Zowel de waterschappen als de gemeente Hellendoorn streven ernaar samen te werken in de afvalwater- en waterketen. In het verleden zijn de mogelijkheden hiervoor al eens onderzocht. Gestreefd wordt in de planperiode te tot een concreet afvalwaterakkoord met de waterschappen te komen waarin op een modulaire wijze de samenwerkingsafspraken worden verwoord. Onder andere aspecten als meten en monitoren, onderzoek naar vreemd water, beleid voor ongewenst lozingsgedrag, BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 44 - Definitief rapport optimalisering van gescheiden systemen in relatie tot foutaansluitingen en de vorm waarin ambtelijk en bestuurlijk overleg plaatsvind kunnen een plek krijgen in dit akkoord. Samenwerking Naast de samenwerking in het Twents Waternet werkt Hellendoorn intensief samen met de buurgemeenten, in de komende planperiode wordt de samenwerking met het Twents Waternet en de samenwerking met de buurgemeenten voortgezet. Om de samenwerkingsprojecten in het Twents Waternet te kunnen laten plaatsvinden, wordt jaarlijks een vast budget gereserveerd. Jaarprogramma In de planperiode van het GRP4 wordt het beleid via operationele jaarprogramma’s gevolgd. Het operationele jaarprogramma kunnen tevens kan worden gebruikt als afstemmingsdocument tussen de diverse afdelingen en teams en als hulpmiddel bij de periodieke rapportages aan management en gemeentebestuur. 5.3.4 Actualiseren beheer-en onderhoudscontracten In de looptijd van dit GRP4 zullen enkele beheer- en onderhoudscontracten verlopen. Het gaat hierbij om de volgende contracten: Reiniging en inspectie vrijvervalriolen; Correctief onderhoud installaties. In de komende jaren worden de ervaringen met deze contracten geëvalueerd en worden op basis van deze evaluatie nieuwe contracten opgezet zodat deze een degelijke meerwaarde geven bij de het uitvoeren van de taken. 5.3.5 Risico gestuurd beheer Nu de infrastructuur nagenoeg compleet is, staan we voor de uitdaging om de investeringen zo lang mogelijk te laten renderen. Dit vraagt om een aanpak waarbij de met de infrastructuur te leveren prestaties, met bijbehorende risico’s centraal staan in plaats van het bouwen en ‘meters’ maken. Zoals aangegeven in hoofdstuk 4 gaan we een eerste aanzet maken naar meer inzicht krijgen in de toestand en het functioneren van het afvalwatersysteem en individuele objecten. Ook individuele objecten, omdat deze het systeempresteren beïnvloeden. We willen gaan leren van de geleverde prestatie en de daarbij behorende risico’s, en vervolgens op basis daarvan beheer en onderhoud optimaliseren. We gaan meer sturen op te bereiken effecten (bijvoorbeeld aantal meldingen van burgers en bedrijfsleven ). De basis voor dit alles wordt gevormd door een goed gegevensbeheer. We gaan dit stapsgewijs verder inrichten en actueel houden en sluiten hierbij aan bij de landelijke ontwikkelingen (o.a. Stichting RIONED). De focus wat betreft het vergroten van inzicht in toestand en functioneren, leggen we de komende jaren op meldingen, het afvalwateren het grondwatermeetnet en gemalenbeheer. Voor het registreren en afhandelen van meldingen maken we in Hellendoorn gebruik van het digitaal burgerloket van de gemeente Hellendoorn. Op het gebied van stedelijk waterbeheer hebben we de behoefte aan meer inzicht in de aard van de meldingen, de achterliggende oorzaken en de getroffen acties. Door gebrek aan eenduidigheid en onvolledige registratie is het soms lastig te leren van de eigen meldingen en te profiteren van leerpunten uit meldingen van andere gemeenten. We willen meer te GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 45 - 4 november 2015 weten komen over de relatie tussen ontwerp, beheer en gebruik van de stelsels en het aantal en de aard van de meldingen. Om dit te bewerkstelligen heeft de Stichting RIONED in samenwerking met een aantal partijen het standaard-uitwisselingsformat voor meldingen (SUF-MELD) ontwikkeld. We gaan deze systematiek toepassen binnen Hellendoorn. Meer kennis over het daadwerkelijke functioneren van het afvalwater-, hemelwater- en grondwatersysteem, de invloeden daarop en over de effecten voor de omgeving verzamelen we met het afvalwatermeetnet en grondwatermeetnet. In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan het opzetten van een afvalwatermeetnet en grondwatermeetnet. In de komende planperiode plukken we hier de vruchten van. We beschikken over een gemalenbesturingssysteem (telemetrie), waarmee we centraal informatie verzamelen met betrekking tot het aantal en type storingen. We gaan deze analyseren om de relatie tussen preventief (gepland) en correctief (oplossen van gebreken naar aanleiding van storingen) onderhoud te onderzoeken, met als doel dit onderhoud te optimaliseren. Daarnaast willen we veelvoorkomende oorzaken van problemen per type gemaal analyseren en waar nodig aanpakken. In de afgelopen jaren is gebleken uit rioolinspecties, dat de actuele toestand van riolen beter is dan verwacht. We continueren daarom de ingezette strategie waarbij voor de korte termijn meer reparaties en renovaties nodig zijn dan rioolvervangingen. Deze maatregelen blijven we baseren op actuele toestandsinspecties waarbij we nieuwe inspectie- en beoordelingstechnieken zoals wanddiktemeting via lasertechnieken waar mogelijk zullen gebruiken. Voor het behalen van de hiervoor aangegeven voornemens is een goed ingericht gegevensbeheer noodzakelijk. We gaan dit verder inrichten en actueel houden, waarbij het accent ligt op het ontsluiten en analyseren van data vanuit het afvalwater- en grondwatermeetnet, meldingen, reinigings- en inspectieresultaten en berekeningsrekenresultaten uit theoretische modellen. Doelstelling is met kleine stappen continu te blijven verbeteren in de komende jaren. We streven er ook naar om de vaste gegevens van alle voorzieningen die we in beheer hebben actueel te houden in de verschillende beheersystemen. Wat betreft infiltratievoorzieningen hebben we hier nog een stap te zetten in deze planperiode. 5.3.6 Investeringen riolering Vervanging Voor de planperiode zijn voor de in tabel 8 opgenomen locaties vervangings- en verbeteringsinvesteringen voorzien in de verschillende rioleringsgebieden. De kaart “vervanging riolering” in bijlage 2 geeft een beeld van de vervangingen voor de komende planperiode. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 46 - Definitief rapport Tabel 8: Overzicht vervangings- en verbeteringsinvesteringen Gebied 2016 2017 2018 2019 Gebied 4: Transportriool Gebied 5: Nijverdalcentrum/zuid Gebied 8: Hellendoorn Meijboomstraat / Grotestraat Gebied 12: Daarlerveen Rijssensestraat/ Schansertweg: Maasstraat: verbetering riolering tussen gemaal de Brake en de overstort ReggewegKasteelstraat (aanpassingen als gevolg van reconstructie) Zandkuilenweg: vervanging Gebied 10: Daarle Gebied 11: Buitengebied 2020 Kerkstraat: vervanging zinker onder de Regge (gemaal De Brake) Vervanging drukriolering Smidsstraat: gedeelte Zinker gemeente grens Vervanging drukriolering Vervanging drukriolering Nieuwstraat: aansluiting op persleiding Vechtstromen Renovatie Riolen De rioolrenovatielocaties die vanuit de rioolinspectieprogramma’s naar voren zijn gekomen zullen worden gebundeld in een jaarlijks renovatieproject. Tabel 9 geeft een beeld van deze projecten waarbij onderscheid is gemaakt tussen renovatieprojecten op straatniveau en renovatieprojecten op strengniveau. De kaart “Renovatie” in bijlage 2 geeft een beeld van de renovaties voor de komende planperiode. Naast renovaties zijn er lokaal schades geconstateerd die dienen te worden gerepareerd (bijvoorbeeld door middel van een lokale relining). De riolen waar schades zijn geconstateerd zijn afgebeeld op de kaart “Beheerbehoeftig” in bijlage 2. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 47 - 4 november 2015 Tabel 9: Renovatie riolering 2016-2020 Gebied Gebied 3: Konijnenberg 2016 2017 2018 2019 2020 Merelweg Wierdensestraat Sanatoriumlaan Looweg Veldhuizenweg Nieuwstadweg Gebied 4: Transportriool Nieuwe Twentseweg Nieuwe Twentseweg Noetselerweg Bentertsweg Gebied 5: Nijverdalcentrum/zuid Holterweg Korenweg Kerkstraat Veldkampsweg NicolaasBeetsstraat Veldsweg Portlandweg Scheldestraat Waalstraat Van Ittersumweg Gebied 6: Kruidenwijk Hulsen Collenstaartweg Jacob van Heemskercklaan Gebied 7: Nijverdal-Noord Witte de Withlaan Johanna van Burenstraat Gebied 8: Hellendoorn Gebied 9: Haarle Gebied 10: Daarle Gebied 12: Daarlerveen 5.3.7 Ninaberlaan Pastoor Rientjesstraat Ommerweg Koemaste Wiegersstraat Molenweg Wierdense-weg Groeneweg Dalvoordeweg Gerhard Nijlandstraat Investeringen installaties De hoofdrioolgemalen en ledigings- en spoelvoorzieningen zijn over het algemeen genomen in goede staat mede dankzij een aantal renovatieprojecten in de laatste jaren. Alle kleinere gebreken voor de overige hoofdrioolgemalen en ledigings- en spoelvoorzieningen worden in de planperiode op basis van het renovatieplan BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 48 - Definitief rapport aangepakt. In 2016 wordt het laatste grotere gemaal, gemaal Kasteelstraat, gerenoveerd. Kleinere gebreken aan de drukrioolunits worden in het kader van de onderhoudsrondes, waarbij de units worden gereinigd en geïnspecteerd, door de 1e lijn opgelost. Bij ernstige gebreken, bijvoorbeeld het vervangen van een complete unit, is de rioolbeheerder betrokken bij beoordeling van de inspectie en vervolgens het bepalen van de noodzakelijke ingreep. Navolgende figuur geeft inzicht in de wijze waarop storingen worden afgehandeld. Ernstige gebreken worden via een onderhoudscontract met een externe partij aangepakt. Een soortgelijke benadering wordt gevolgd bij gebreken aan overige bijzondere constructies zoals stuwputten. 5.4 Hemelwaterzorgplicht, wat hebben we? 5.4.1 Ontvlechten hemel- en afvalwater Bij infrastructuurprojecten in bestaand stedelijk gebied en bij nieuwe in- en uitbreidingen van woongebied is in de afgelopen 15 jaar veel aandacht geschonken aan het scheiden van hemel- en afvalwater. Circa 25 tot 30 hectare verharding is daarbij niet aangesloten op de afvalwaterriolering of afgekoppeld van het gemengde rioolstelsel. De ervaringen die bij deze projecten zijn opgedaan komen van pas bij nieuwe projecten. 5.4.2 Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen De watertoets is het proces van vroegtijdig beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten via informeren, adviseren en samen GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 49 - 4 november 2015 afwegen. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen bij de totstandkoming van een bestemmingsplan. De watertoets wordt via een waterparagraaf opgenomen in het bestemmingsplan. De waterparagraaf beschrijft de waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater) in de huidige en toekomstige situatie en de wijzigingen die optreden en hoe hiermee wordt omgegaan. De afgelopen planperiode is de watertoets bij alle ruimtelijke ontwikkelingen toegepast in goed overleg met de waterbeheerders die uiteindelijk formeel goedkeuring geven. In de praktijk komt het voor dat de waterbelangen te laat in planprocessen aan de orde worden gesteld. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst. Ook de doorvertaling van de watertoets in het vervolgtraject (waterhuishoudkundig plan, definitief ontwerp en bestek) verdient nog de nodige aandacht. Dit geldt ook voor de doorvertaling van de watertoets naar bouwvergunningen (scheiding van hemelwater en afvalwater en lokale verwerking van hemelwater). 5.4.3 Beheer van hemelwatervoorzieningen Het beheer van openbare voorzieningen voor de inzameling, berging en het transport van hemelwater zal extra aandacht vergen omdat de systemen die worden aangelegd ten opzichte van het verleden complexer van karakter kunnen worden. Het is daarom wenselijk in de komende planperiode richtlijnen te ontwikkelen voor ontwerp, uitvoering en beheer van hemelwatervoorzieningen en deze in te bedden in de werkmethodes van de gemeente zodat beheerproblemen in de toekomst worden voorkomen. Ook is het nodig de basisinformatie van al aangelegde voorzieningen gestructureerd vast te leggen in beheersystemen. 5.4.4 Klimaatscan In 2014 is een verkenning uitgevoerd van de problematiek van (zware) overbelasting van rioolstelsels door zeer intensieve regenbuien. Met deze verkenning is inzicht ontstaan in mogelijke toekomstige wateroverlastlokaties in een deel van de gemeente (kernen Nijverdal en Hellendoorn). Hiertoe zijn hydraulische berekeningen uitgevoerd waarbij stroming over verhard oppervlak op basis van de Algemene Hoogtekaart Nederland (AHN 2) is meegenomen in de berekeningen (zogenaamde 2dberekeningen). Via kaartmateriaal zijn, voor een aantal regenbuien met toenemende zwaarte, de locaties in beeld gebracht waar water zich in de openbare ruimte kan verzamelen. Het resultaat van dit project is opgenomen in bijlage 1. De kaarten bieden een basis voor toekomstige toetsing van projecten vanuit verschillende vakdisciplines in de openbare ruimte. 5.5 Hemelwaterzorgplicht, wat gaan we doen? 5.5.1 Uitwerking missie en visie hemelwaterzorgplicht Bij de missie en visie op de hemelwaterzorgplicht (zie paragraaf 4.4) hebben we onderscheid gemaakt in bestaand gebied en nieuw te ontwikkelen gebied. In deze paragraaf is de missie en visie zoals verwoord in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt voor de volgende veelvoorkomende soorten projecten: Uitbreiding woongebied; Uitbreiding bedrijventerrein; Nieuwbouw en bestaande bebouwing buiten de bebouwde kom; BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 50 - Definitief rapport Inbreidingen woongebied; Wijziging van verhard oppervlak; Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom; Rioolvervanging, herstructurering, wegrenovatie. Naast een uitwerking naar soorten projecten is aandacht gegeven aan het beleid voor het informeren van burgers en bedrijven en flankerend beleid (samenhang met onkruidbestrijding, strooizouten, bestrijding van hondenpoep). Uitbreiding woongebied Voor de hemelwaterafvoer van particuliere verhardingen gaat de gemeente uit van afvoer bovengronds (via goten) naar de openbare ruimte of ondergronds (via een leidingsysteem) met een overloop op de erfgrens naar de openbare ruimte. Voor de hemelwaterafvoer van de openbare verhardingen gaat de gemeente uit van afvoer bovengronds of ondergronds en centrale verwerking van het hemelwater via een bergingsvoorziening met aansluiting op oppervlaktewater of een combinatie van een bergingsvoorziening en infiltratievoorziening. Als alternatief kan een projectontwikkelaar of particulier ook kiezen voor afvoer en verwerking van hemelwater van particuliere verhardingen op eigen terrein. Bij nieuwe uitbreidingen wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van gemeente en waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede. Dimensioneringsgrondslagen uitbreidingen woongebied Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 40 mm , zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. Uitbreiding bedrijventerrein Het huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater en het licht verontreinigde hemelwater van wegen en parkeerterreinen wordt ondergronds afgevoerd en verwerkt middels een verbeterd gescheiden stelsel. Het afvalwater wordt daarbij naar het DWA-stelsel afgevoerd en het licht verontreinigde hemelwater naar een hemelwaterstelsel. Als alternatief voor een verbeterd gescheiden rioolstelsel mag ook een duurzaam verbeterd gescheiden stelsel worden aangebracht gebaseerd op een verminderde hemelwaterafvoer via het gemaal al dan niet in combinatie met een reiniging van het overstortwater. De capaciteit van het regenwatergemaal wordt hierbij teruggebracht. Voor het schone hemelwater gaat de voorkeur uit naar directe ondergrondse afvoer waarbij zware regenbuien via een bergingsvoorziening vertraagd worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Voor de definitieve vormgeving van het rioolstelsel zal per locatie vooraf een afweging worden gemaakt op basis van doelmatigheid en de landelijke indeling in bedrijfscategorieën (in deze categorisering is op basis van milieutechnisch overwegingen een classificering aangebracht tussen bedrijven met een licht karakter GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 51 - 4 november 2015 zoals kantoren en bedrijven met een zwaar karakter zoals bijvoorbeeld een autosloperij). Bij uitbreidingen van bedrijventerreinen wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van gemeente en waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede. Dimensioneringsgrondslagen uitbreidingen bedrijventerrein Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 40 mm, zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. Nieuwbouw en uitbouw bebouwing buiten de bebouwde kom Voor nieuwbouw van een of enkele woningen en uitbouw van bestaande bebouwingen buiten de bebouwde kom gelden de volgende dimensioneringsgrondslagen. Dimensioneringsgrondslagennieuwbouw en uitbouw bebouwing buiten de bebouwde kom Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm); Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 40 mm , zorgdragen voor lediging van de voorziening in circa 24 uur. Inbreidingen woongebied Voor de hemelwaterafvoer van particuliere verhardingen is uitgangspunt dat deze op eigen terrein wordt verwerkt, met afhankelijk van de situatie, een mogelijkheid tot overloop naar een laagte, een gemengd riool, een regenwaterriool of een watergang zodat er bij overbelasting geen problemen ontstaan. Ook voor verhardingen in de openbare ruimte wordt uitgegaan van verwerking binnen de inbreiding, met afhankelijk van de situatie, een mogelijkheid tot overloop naar een laagte, een gemengd riool, een regenwaterriool of een watergang zodat er bij overbelasting geen problemen ontstaan. Bij nieuwe inbreidingen wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van gemeente en waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede. Wanneer de berging vanwege ruimtegebrek niet kan worden gerealiseerd in de inbreiding dan kan deze in overleg met de gemeente op een andere locatie worden gerealiseerd. Gemeente zal hiervoor een regeling uitwerken gebaseerd op een betaling van een bedrag van de initiatiefnemer aan de gemeente. Gedacht wordt daarbij aan een bedrag van 400 euro per m3. Dimensioneringsgrondslagen inbreidingen Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 20 mm, zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een gemengd riool, een laagte, watergang of regenwaterriool. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 52 - Definitief rapport Wijziging van verhard oppervlak Voor verwerking van hemelwater als gevolg van wijziging van verhard oppervlak wordt hetzelfde beleid gevoerd als voor inbreidingen. Praktisch probleem hierbij is wel dat wijzigingen in verhard oppervlak die niet samenhangen met bouwvergunningen niet altijd bekend zijn bij de gemeente. Op basis van ervaringen de komende jaren zal dit onderdeel van de uitwerking daarom mogelijk nog worden bijgesteld. Bij wijziging van verhard oppervlak wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van gemeente en waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede. Dimensioneringsgrondslagen inbreidingen en wijzigingen van verhard oppervlak Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 20 mm, zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een gemengd riool, een laagte, watergang of regenwaterriool. Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom Het grootste deel van de bouwvergunningaanvragen betreft kleine aanbouwtjes aan bestaande woningen. Voor aanbouwen met een toename van het verhard oppervlak kleiner dan 50 m2 wordt scheiding van hemelwater en afvalwater niet verplicht gesteld, voor deze aanbouwen behoeft geen compensatieberging te worden aangelegd. Voor uitbouwen van woningen boven 50 m2 wordt scheiding van afvalwater en hemelwater wel verplicht gesteld en dient de vergunningaanvrager rekening te houden met compensatieberging. Dimensioneringsgrondslagen uitbouw van woningen boven 50 m2 Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm); Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 20 mm, zorgdragen voor een noodoverloop van de compensatieberging naar een gemengd riool, een laagte, watergang of regenwaterriool. Rioolvervanging, herstructurering, wegrenovatie Bij uitvoering van, herstructureringen, wegrenovatieprojecten of rioolvervangingsprojecten zoekt de gemeente actief naar mogelijkheden om verhard oppervlak af te koppelen indien dit op doelmatige en duurzame wijze mogelijk is. Voor deze projecten gelden de volgende dimensioneringsgrondslagen. Dimensioneringsgrondslagen rioolvervanging, herinrichting en wegrenovatie Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen; Ontwerp compensatieberging: afhankelijk van de gekozen oplossing wordt in overleg met het waterschap gezocht naar maatwerkoplossingen voor lokale berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien of berging aan de rand van de woonkernen, gestreefd wordt minimaal 20 mm berging aan te brengen. Samenvatting uitwerking missie hemelwaterzorgplicht Tabel 10 geeft een samenvatting van de uitwerking van het beleid. Aan de hand van deze samenvatting kan worden bepaald welke dimensioneringsgrondslagen van GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 53 - 4 november 2015 toepassing zijn bij verschillende activiteiten in de gemeente. In de praktijk zullen deze grondslagen het vaakst worden gebruikt bij het proces van de watertoets (zie paragraaf 5.4.2). Tabel 10: Samenvatting dimensioneringsgrondslagen Activiteit Ontwerp afvoercapaciteit Uitbreiding woongebied Bui 8 leidraad riolering Ontwerp berging ten behoeve van vertraagde afvoer van hemelwater 40 mm Uitbreiding bedrijventerrein Nieuwbouw en bestaande bebouwing buiten de bebouwde kom Inbreidingen woongebied Bui 8 leidraad riolering Bui 8 leidraad riolering 40 mm 40 mm Bui 8 leidraad riolering 20 mm Wijziging van verhard oppervlak Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom Rioolvervanging, herstructurering, wegrenovatie Bui 8 leidraad riolering Bui 8 leidraad riolering 20 mm 20 mm Bui 8 leidraad riolering 20 mm Hemelwaterverordening In de planperiode zal een hemelwaterverordening worden opgesteld. De hemelwaterverordening is, in combinatie met bijbehorende aanwijsbesluiten, een instrument waarmee een zorgvuldige verwerking van hemelwater kan worden geregeld. De hemelwaterverordening kan bijvoorbeeld worden ingezet bij het afkoppelen van hemelwater in het kader van rioolvervangingsprojecten of herstructureringsprojecten in bestaand gebied of voor handhaving van de scheiding van hemelwater en afvalwater in nieuwbouwgebieden. 5.5.2 Beheer hemelwatervoorzieningen De gemeente streeft een adequaat preventief beheer van openbare hemelwatervoorzieningen na. Het beheer van hemelwatervoorzieningen op eigen terrein is de verantwoordelijkheid van de burgers. Het beheer van hemelwatervoorzieningen betreft hoofdzakelijk reiniging, inspectie en onderhoud van hemelwaterriolering, wadi’s, open verharding en infiltratievoorzieningen. Het beheer van hemelwatervoorzieningen gebeurt samen met het beheer van afvalwatervoorzieningen (zie paragraaf 5.3.1). 5.5.3 Investeringen In dit GRP4 zijn middelen voorzien voor de aanpak van wateroverlast bij extreme regenbuien. Vanuit de klimaatscan die voor de kernen Nijverdal, Hellendoorn en ’t Lochter is uitgevoerd zal, worden bepaald hoe deze middelen het best kunnen worden ingezet. De klimaatscan is opgenomen in bijlage 1 en geeft weer waar water zich zal verzamelen bij een extreme bui, waarbij in één uur tijd 50 mm neerslag valt. Met collega’s van groenbeheer, wegbeheer, verkeer en integrale herinrichtingsprojecten, worden projecten afgestemd. In deze afstemming van projecten staat de aanpassing van de openbare ruimte zodanig dat wateroverlast zoveel mogelijk wordt vermeden BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 54 - Definitief rapport mede centraal. De klimaatscan waarop mogelijke overlastlokaties zijn afgebeeld en meldingen van wateroverlast zijn daarbij het vertrekpunt voor het toekennen van een bijdrage aan projecten in openbaar gebied. Zoekgebieden voor het toekennen van een bijdrage zijn opgenomen in bijlage 2 in de kaart “Hemelwater aanleg regenwatervoorziening”. 5.6 Grondwaterzorgplicht, wat hebben we? Grondwatermeetnet Met de komst van de Waterwet in 2010 (waarin de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken is opgenomen) is een wettelijke zorgplicht voor grondwateroverlastproblemen geïntroduceerd voor de gemeentes. De zorgplicht heeft betrekking op het oplossen van structurele grondwateroverlastproblemen. Een maat hiervoor is de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Om vast te stellen of er sprake is van een structureel grondwateroverlastprobleem zijn langjarige grondwaterstandsmetingen noodzakelijk. Figuur 6 geeft een beeld van het grondwatermeetnet. Figuur 6: Grondwatermeetnet Hellendoorn Drainagevoorzieningen In het verleden zijn slechts op beperkte schaal drainagevoorzieningen aangelegd binnen de gemeente Hellendoorn, vooral op locaties in de wijk De Brake langs de Regge. Grondwatermeetnet en grondwatermeetplan De gemeente heeft in de afgelopen jaren het grondwatermeetnet verder vormgegeven en het beheer daarvan is beschreven in het grondwatermeetplan. Het grondwatermeetnet is een belangrijk hulpmiddel voor de grondwaterzorgplicht. De meetresultaten zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de grondwatersituatie (freatische GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 55 - 4 november 2015 grondwaterstand) en infiltratiemogelijkheden bij afkoppelprojecten. Tevens zijn de meetresultaten gebruikt voor beoordeling van klachten vanuit het grondwaterloket. Grote onttrekkingen Binnen de gemeentegrenzen vindt een aantal forse grondwateronttrekkingen plaats ten behoeve van industrie en drinkwater. Bekend is dat dit een verlaging van het ondiepe grondwater tot gevolg heeft en dat een eventuele stopzetting of vermindering ervan structurele problemen zou kunnen veroorzaken. 5.7 Grondwaterzorgplicht wat gaan we doen? Inzicht in grondwaterstanden en grondwaterstroming Het verkrijgen van inzicht in het functioneren van het freatische grondwatersysteem en daarin optredende fluctuaties is een van de belangrijke doelstellingen in het grondwatermeetplan. Op basis van de metingen kunnen eventuele (potentiële) overlastlocaties in beeld worden gebracht. In de planperiode zullen de meetgegevens systematisch worden verwerkt zodat een nog duidelijker beeld ontstaat van de grondwatersituatie in de gemeente. Speciale aandacht zal worden gegeven aan locaties waar grondwateronttrekkingen van derde partijen zijn of worden stopgezet. Op basis van inzicht in het grondwatersysteem kunnen eventuele (toekomstige) problemen met deze grote onttrekkingen in beeld worden gebracht en worden geanalyseerd zodat een basis ontstaat voor het voorkomen, dan wel het oplossen ervan. Regierol De gemeente neemt de regierol op zich als het gaat om grondwatergerelateerde klachten in stedelijk gebied. Klachten worden daarbij mede op basis van de kwantitatieve meetresultaten vanuit het grondwatermeetnet getoetst aan het kader dat in hoofdstuk 4 is opgesteld. Grondwatermeldingen die bij de gemeente binnen komen worden op kaart vastgelegd zodat deze in de toekomst bij het analyseren van grondwateroverlast kunnen worden gebruikt. Nieuwbouw Bij het realiseren van nieuwbouw dient een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd te worden en een waterhuishoudingsplan te worden opgesteld. Daarbij wordt ten aanzien van grondater als uitgangspunt voor het ontwerp een eis voor voldoende drooglegging gesteld (dat wil zeggen geen natte voeten in de tuin, geen water in kruipruimtes, etc.). Per gebied gaan we minimum bouwpeilen instellen die grondwateroverlast in de toekomst moeten voorkomen. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 56 - Definitief rapport 5.8 Samenvatting exploitatielasten en investeringen Een samenvatting van de exploitatielasten en investeringen die in dit hoofdstuk zijn beschreven is opgenomen in tabel 11. Tabel 11: Exploitatielasten en investeringen planperiode, exclusief BTW Activiteit 2016 2017 Exploitatielasten 2018 2019 2020 € 64.000 € 305.500 € 64.000 € 301.000 € 56.500 € 310.500 € 61.500 € 308.000 € 91.500 € 315.500 € 92.873 € 92.873 € 92.873 € 92.873 € 92.873 € 25.000 € 42.445 € 25.000 € 42.445 € 12.500 € 42.445 € 12.500 € 42.445 € 12.500 € 42.445 Doorberekening kostenplaatsen € 1.025.245 € 1.019.684 € 1.018.080 € 1.030.409 € 994.887 Totaal exploitaties € 1.555.063 € 1.545.002 € 1.532.898 Investeringen € 1.547.727 € 1.549.705 Beleid riolen Beheer riolering Onderhoud riolen Naleving regelgeving drukriolering Kwijtschelding Afvalwaterzorgplicht Riolen Hemelwaterzorgplicht Riolen Renovatie Riolen Investering Installaties Totaal investeringen € 585.000 € 420.000 € 575.000 € 465.000 € 437.500 € 250.000 € 350.000 € 350.000 € 250.000 € 350.000 € 342.000 € 332.000 € 317.000 € 316.000 € 320.000 € 230.000 € 1.407.000 € 230.000 € 1.332.000 € 135.000 € 1.377.000 € 170.000 € 1.201.000 € 135.000 € 1.242.500 GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm - 57 - 4 november 2015 6 MIDDELEN 6.1 Personele middelen De taken die samenhangen met de uitvoering van dit GRP4 zijn geïnventariseerd en gebruikt als onderlegger in het kostendekkingsplan (kosten eigen personeel). Voor elke taak is een inschatting gemaakt van de tijdsbesteding. De taken zijn als volgt ingedeeld: Beleid; o O.a. VBRP + modelkalibratie, grondwater, duurzaamheid, samenwerking, etc. Investeringen riolen; o Investeringen in de afvalwater-, rioolrenovatie en hemelwaterzorgplicht. Investeringen installaties; o Uren voor investeringen binnen-, en buitendienst gemalen en drukriolering en speciale constructies; Exploitatie beheer o O.a. reiniging en inspectie leidingen, deelreparaties, interne constructies, de diverse meetnetten, WION-verplichtingen, etc.; Exploitatie onderhoud; o O.a. Reiniging kolken, calamiteiten aan het hoofdriool, vervanging van kolken en putdeksels, drukrioolleidingen, klachten en meldingen, interne ondersteuning, etc. Bijdragen aan overige kostenplaatsen; o O.a. Informatie, belastingen, geo-informatie, straatreiniging, maaien, heffing & inning, etc. De taken zijn vervolgens aan functies (medewerkers) toegekend. De uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden vindt plaats door: Beleidsmedewerker riolering en water; Beheerder riolering en water; Werkvoorbereider; Onderhoudsmedewerkers buitendienst; Overig personeel binnendienst. Jaarlijks komt de totale besteding op bijna 15750 uren per jaar. De benodigde bezetting komt daarmee op circa 9,85FTE per jaar. Dit is als volgt verdeeld. Beleidsmedewerker riolering en water 1 fte; Beheerder riolering en water 1,25 fte; Werkvoorbereider (investeringen) 1,75 fte; Onderhoudsmedewerkers buitendienst 4,35 fte; Overig personeel binnendienst 1,5 fte. De huidige toerekening van personele lasten aan het product riolering, op basis van een in het verleden bepaalde verdeelsleutel, is ruim € 580.000,- (voor de beleidsmedewerker riolering en water, de beheerder riolering en water en de onderhoudsmedewerkers in de buitendienst). Op basis van de nieuwe inschatting, en de uurtarieven van de gemeente GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 worden de personele lasten berekend op circa € 510.000,-. In dit GRP4 is voor de onderbouwing van de rioolheffing gerekend met de oude verdeelsleutel. De hiervoor berekende bezetting is in landelijk perspectief geplaatst. Op basis van gemeentegrootte, areaalgegevens, mate van uitbesteden en investeringsvooruitzicht is volgens de rekensystematiek van de Stichting RIONED (Leidraad module D2000, Excel rekenmodule) een inschatting gemaakt van de benodigde personele bezetting. Het benodigde aantal uren is, bij het grotendeels zelf uitvoeren van de taken, volgens RIONED 9,5 fte. De huidige personele bezetting komt goed overeen met de raming van de personele inzet die nodig is voor de taken in dit GRP4. De bezetting is ook goed in de pas met landelijke richtlijnen. 6.2 Kostendekkingsberekeningen 6.2.1 Inleiding Deze paragraaf gaat in op de kostendekkingsberekening die ten behoeve van dit GRP4 is uitgevoerd. Het doel van deze berekening is de ontwikkeling van de rioolheffing voor de planperiode van dit GRP4 inzichtelijk te maken en tevens een doorkijk te geven naar de (middel)lange termijn. Allereerst worden de lasten en baten behandeld, vervolgens de uitgangspunten voor de kostendekkingsberekeningen en tot slot komen de resultaten aan de orde. 6.2.2 Lasten De verschillende lasten ten behoeve van het kostendekkingsplan voor dit GRP4 zijn in paragraaf 5.8 beschreven. Er is tevens een doorkijk gemaakt tot 2075. De volgende lastensoorten worden onderscheiden: Kapitaallasten die samenhangen met verbeterings- en vervangingsinvesteringen die in het verleden zijn gedaan (voor 2016); Kapitaallasten die samenhangen met nieuwe investeringen (vervanging en verbetering van het rioolstelsel); Jaarlijkse exploitatielasten in verband met het beheer en onderhoud van het rioolstelsel, deze lasten zijn ingedeeld naar beleid en planvorming, beheer, onderhoud en naar lasten voor diverse interne toerekeningen; BTW. Alle lasten zijn op prijspeil 2016, exclusief BTW. Tabel 12 en figuur 7 geven een overzicht van de lasten voor de planperiode waarbij onderscheid is gemaakt naar bovenstaande lastensoorten. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 60 - Definitief rapport Tabel 12: Overzicht lasten planperiode (scenario 2) Jaar 2016 2017 2018 2019 2020 Kapitaallasten Kapitaallasten oud nieuw Exploitatielasten BTW € 1.948.968 €0 € 1.555.063 € 553.457 € 1.994.163 € 92.467 € 1.545.002 € 580.253 € 1.871.384 € 177.700 € 1.532.898 € 569.827 € 1.729.306 € 260.616 € 1.547.727 € 560.517 € 1.632.900 € 330.388 € 1.549.705 € 555.339 € 4.500.000 € 4.000.000 € 3.500.000 € 3.000.000 BTW € 2.500.000 Exploitatielasten € 2.000.000 Kapitaallasten nieuw € 1.500.000 Kapitaallasten oud € 1.000.000 € 500.000 €0 2016 2017 2018 2019 2020 Jaar Figuur 7: Overzicht lasten planperiode (scenario 2) 6.2.3 Baten De kosten gemoeid met de rioleringszorg dekt de gemeente Hellendoorn uit de rioolheffing. Op basis van de Gemeentewet artikel 228a heeft de gemeente in 2015 de “Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015” vastgesteld. Met de verordening kan de gemeente Hellendoorn kosten verhalen die verbonden zijn aan de afvalwater-, de hemelwater- en de grondwaterzorgplicht. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De maatstaf voor de heffing is drinkwaterverbruik. Voor 2015 is door de gemeente een prognose van de opbrengst gemaakt gebaseerd op de volgende tarieven: € 169,59 (drinkwaterverbuik tot 50 m3); € 32,80 (per 50 m3 extra verbruik). Tevens is in de verordening een heffing opgenomen voor lozing van grondwater op de gemeentelijke riolering. De opbrengst uit dit deel van de heffing is ingeschat op € 116.112,--. De totaal geschatte opbrengst voor 2015 is € 3.693.860,--. Voor 2016 is een stijging van de tarieven voorzien van 2 %. GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 6.2.4 Overige uitgangspunten kostendekkingsberekeningen De volgende overige uitgangspunten zijn van belang voor interpretatie van de kostendekkingsberekening: Om de verschillen tussen de scenario’s op lange termijn tot uitdrukking te brengen zijn de berekeningen over een lange periode uitgevoerd; In de berekeningen is uitgegaan van een voorziening riolering, deze is recent ingericht in verband met nieuwe regelgeving vanuit het besluit begroting en verantwoording, jaarlijkse tekorten of overschotten komen ten goede of ten laste van deze voorziening, de stand van de voorziening is per 01-01-2016 ingeschat op € 824.899,--; Gemeente streeft naar een kostendekkend tarief waarbij de voorziening aan het einde van de rekenperiode ongeveer op 0 uitkomt; BTW is toegerekend conform de huidige systematiek in de gemeente (11 % over alle exploitatiekosten, 11 % over alle kapitaallasten); Voor de berekening van de kapitaallasten van nieuwe investeringen is gerekend met een rentepercentage van 3,7 % en een inflatiepercentage van 1,25 %; In de berekeningen is als uitgangspunt gekozen dat de rioolheffing in 2016 niet wordt verhoogd ten opzichte van 2015, stijgingen of dalingen van de rioolheffing na 2016 zijn procentueel gezien doorgevoerd voor alle tariefcategorieën; In de berekeningen is als uitgangspunt gekozen dat het aantal heffingsplichtigen voor de tariefcategorieën tot 150 m3 stijgen met 0,2 % per jaar tot 2026; Ten aanzien van afschrijvingstermijnen is er voor gekozen de huidige praktijk in de gemeente zoveel mogelijk te volgen: o afschrijving van rioolvervangingen (vrijvervalriolering), rioolrenovaties en nieuwe investeringen lineair in 40 jaar, drukriolering lineair 60 jaar; o afschrijving van elektromechanische van gemalen lineair in 15 jaar; o afschrijving van bouwkundige onderdelen van gemalen lineair in 40 jaar (ten opzichte van de nota afschrijvingen van de gemeente is deze termijn verhoogd van 20 jaar naar 40 jaar). Berekeningen zijn uitgevoerd op prijspeil 2016 exclusief correctie voor inflatie. 6.2.5 Scenario’s en berekeningsresultaten Er zijn drie scenario’s doorgerekend. Scenario 1 is gebaseerd op de hierboven beschreven uitgangspunten uitgaande van het afschrijvingsbeleid zoals opgenomen in de nota afschrijvingen van de gemeente en de huidige methode van BTW toerekening. In scenario 2 is het effect in beeld gebracht van een andere wijze van toerekening van de BTW (21 % over alle lasten met uitzondering van de gemeentelijke personele lasten). Scenario 3 geeft de ontwikkeling aan van de rioolheffing als het afschrijvingsbeleid geleidelijk wordt gewijzigd. Vervangingsinvesteringen en investeringen voor renovaties worden in dit scenario vanaf 2030 direct afgeschreven. De resultaten van de berekeningen zijn voor de planperiode opgenomen in tabel 13 en de figuren 8 en 9. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 62 - Definitief rapport Tabel 13: Ontwikkeling rioolheffing planperiode (afgerond op hel euro’s) Jaar Ontwikkeling rioolheffing scenario 1 (categorie tot 50 m3) Ontwikkeling rioolheffing scenario 2 (categorie tot 50 m3) Ontwikkeling rioolheffing scenario 3 (categorie tot 50 m3) 2016 € 173 € 173 € 173 2017 € 176 € 176 € 179 2018 € 179 € 180 € 185 2019 € 182 € 184 € 191 2020 € 185 € 187 € 197 € 200 € 195 € 190 Ontwikkeling rioolheffing scenario 1 (categorie tot 50 m3) € 185 Rioolheffing € 180 euro € 175 Ontwikkeling rioolheffing scenario 2 (categorie tot 50 m3) € 170 Ontwikkeling rioolheffing scenario 3 (categorie tot 50 m3) € 165 € 160 2016 2017 2018 2019 2020 Jaar Figuur 8: Ontwikkeling rioolheffing planperiode GRP4 € 300 € 250 Ontwikkeling rioolheffing scenario 1 (categorie tot 50 m3) € 200 Rioolheffing € 150 euro € 100 Ontwikkeling rioolheffing scenario 2 (categorie tot 50 m3) € 50 2016 2021 2026 2031 2036 2041 2046 2051 2056 2061 2066 2071 €0 Ontwikkeling rioolheffing scenario 3 (categorie tot 50 m3) Jaar Figuur 9: Ontwikkeling rioolheffing lange termijn GRP Hellendoorn Definitief rapport BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 6.2.6 Advies Geadviseerd wordt de ontwikkeling van de rioolheffing in de planperiode van het GRP4 te baseren op de resultaten van scenario 2. Hierbij stijft de rioolheffing in de planperiode met 2% per jaar. Op basis van de voortgang van de uitvoering van het GRP4 in combinatie met een jaarlijkse actualisatie van alle lasten en baten zal de rioolheffing jaarlijks definitief worden vastgesteld bij de behandeling van de heffingsverordening. BD3804/R001/903690/EJA/Nijm 4 november 2015 GRP Hellendoorn - 64 - Definitief rapport BIJLAGE 1 analyse wateroverlast bij extreme regenbuien, kernen Nijverdal, Hellendoorn en ’t Lochter. BIJLAGE 2 kaartmateriaal.