grp4 - gemeente Hellendoorn

advertisement
GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN (GRP4)
2016 - 202 0 H e l l e n d o o rn
HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.
WATER TECHNOLOGY
Jonkerbosplein 52
Postbus 151
6500 AD Nijmegen
+31 88 348 70 00
Telefoon
+31 88 348 71 00
Fax
[email protected]
www.royalhaskoningdhv.com
Amersfoort 56515154
Documenttitel
E-mail
Internet
KvK
Gemeentelijk Rioleringsplan
2016-2020 Hellendoorn
Verkorte documenttitel
GRP Hellendoorn (GRP4)
Status
Definitief rapport
Datum
4 november 2015
Projectnaam
GRP Hellendoorn
Projectnummer
BD3804-101-100
Opdrachtgever
Gemeente Hellendoorn
Referentie
Auteur(s)
Collegiale toets
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
K. Vleeshouwers, H. J. Bergboer
T. Dijkstra / R.C. Mennegat
Datum/paraaf
4 november 2015
Vrijgegeven door
K. Vleeshouwers
Datum/paraaf
4 november 2015
………………….
………………….
A company of Royal HaskoningDHV
VOORWOORD
Geachte lezer, het lijkt zo vanzelfsprekend: je zet de wasmachine aan en het water
stroomt weg, het riool in. Het toilet, de douche, de gootsteen: we staan er eigenlijk niet
bij stil waar al dat afvalwater blijft. Totdat er iets verstopt raakt.
En zo hoort het natuurlijk ook: het riool moet zo goed functioneren dat we daar als
gebruiker niet bij stil hoeven te staan. Als gemeente werken we er hard aan, iedere dag
weer.
Voor u ligt het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP4) van de gemeente
Hellendoorn. Hierin beschrijven we ons beleid voor aanleg, verbetering en beheer van
afvalwater-, hemelwater- en grondwatervoorzieningen in onze gemeente.
Riolering leggen we sinds het midden van de vorige eeuw aan om ervoor te zorgen dat
er geen mensen ziek worden van afvalwater. Langzaam maar zeker is de bebouwde
kom in Hellendoorn voorzien van een rioolstelsel waarbij het afvalwater en regenwater
wordt ingezameld en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
Aan het einde van de vorige eeuw stond het schoon houden van oppervlaktewater
centraal, het waterschap formuleerde de zogenoemde basisinspanning. Uitstoot van
vervuilende stoffen naar oppervlaktewater is door de aanleg van bergingskelders
inmiddels teruggedrongen met meer dan 50%. Ook stond de gemeente einde vorige
eeuw voor de uitdaging om panden in het buitengebied die nog niet waren voorzien van
riolering aan te sluiten op het stelsel. Ook deze taak is inmiddels volbracht, alles wordt
inmiddels ingezameld en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
Vanaf het begin van deze eeuw streeft de gemeente er ook naar duurzamer om te gaan
met afvoer van schoon hemelwater.
De rioolstelsels in de gemeente zijn in de loop der tijd zodanig ontworpen dat er in de
praktijk bij normale regenval nauwelijks sprake is van wateroverlast. Door
klimaatontwikkelingen bestaat de kans dat in de toekomst op lokaal niveau extra
maatregelen nodig zijn, een eerste verkenning van de gevolgen van zware regenbuien
voor de gemeente Hellendoorn is in het kader van dit GRP4 uitgevoerd. Samen met
regionale partners neemt het Twents waternet initiatieven gericht op innovatie en
verduurzaming van de waterketen.
De komende jaren richt Hellendoorn zich vooral op een deugdelijk en betaalbaar beheer
van de rioleringsvoorzieningen, het zoveel mogelijk voorkomen van vermenging van
schoon hemelwater met afvalwater en het waar nodig aanpakken van wateroverlast
door klimaatontwikkelingen.
Om dit allemaal goed te kunnen uitvoeren, richten we als gemeente een
rioolbedrijf in, ook daar leest u meer over in dit beleidsplan. Zo zorgen
we ervoor dat we ook in de toekomst onze voorzieningen en de
financiering ervan goed op orde hebben. Zodat we met zijn allen het
vlekkeloos wegstromen van water blijven ervaren als iets heel
vanzelfsprekends.
Jelle Beintema,
Wethouder Mobiliteit, financiën en milieu
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-i-
4 november 2015
SAMENVATTING GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN
Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan van de gemeente Hellendoorn (GRP4) voor
de periode 2016 t/m 2020. Hierin geven we aan op welke wijze we de komende jaren,
met een doorkijk naar de toekomst, invulling gaan geven aan de zorgplichten rondom
afval-, hemel- en grondwater. Vanuit de Wet milieubeheer zijn we als gemeente
verplicht een GRP4 voor deze zorgplichten op te stellen. Het GRP4 geeft antwoord op
de wijze waarop we de aankomende jaren omgaan met het beheer en onderhoud van
de rioleringsvoorzieningen en welke investeringen we gaan doen in het kader van de
zorgplichten. Het GRP4 laat ook zien hoe we inspelen op een veranderend klimaat en
hoe we inzetten op een verdere professionalisering van het rioolbeheer.
EVALUATIE VORIGE PLANPERIODE (vGRP)
In het vGRP 2009-2015 zijn, naast de reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden,
investeringsprojecten en nieuwe beheeraciviteiten benoemd die in de afgelopen
planperiode waren voorzien. In dit GRP4 is het beleid van het vGRP 2009-2015
geëvalueerd waarbij een indeling is gemaakt naar de volgende hoofdactiviteiten:

Beleid riolen en water;

Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht;

Investeringen Grondwaterzorgplicht;

Investeringen installaties;

Beheer riolering;

Onderhoud riolering.
Voor alle activiteiten is de status aangegeven, waar nodig voorzien van een toelichting.
In het algemeen kan worden gesteld dat de meeste activiteiten vanuit het programma
uitgevoerd zijn.
SAMENWERKING IN DE AFVALWATERKETEN
In 2011 is in het Bestuursakkoord Water afgesproken om vanaf 2020 landelijk jaarlijks
380 miljoen te besparen in de afvalwaterketen. Waterschap Vechtstromen en 14
gemeenten in Twente werken al jaren samen binnen het Twents waternet. In 2012 heeft
deze samenwerking geresulteerd in het bestuurlijk akkoord Waterwinst TAAK 2.0 met
als doel kosten te besparen, kwaliteit te verbeteren en kwetsbaarheid te verminderen.
De samenwerking tussen gemeente en waterschappen Vechtstromen en Groot Salland
verloopt goed. Er vindt regelmatig overleg plaats over de voortgang van projecten en
ontwikkelingen.
De visitatiecommissie heeft in haar onderzoek geconstateerd dat de sector goed gebruik
heeft gemaakt van haar opzet om te komen tot een kostenbesparing door het
aanscherpen van de eigen ambities en plannen.
AFVALWATERZORGPLICHT
We streven een duurzame en doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater na tegen
zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Adequaat beheer en onderhoud is daarbij ons uitgangspunt, waarbij we meer gaan
sturen op geleverde prestaties. Hierbij maken we gebruik van metingen vanuit het
afvalwatermeetnet, geregistreerde meldingen van burgers en bedrijfsleven en
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- ii -
Definitief rapport
praktijkinformatie met betrekking tot gemaalstoringen. De basis daarvoor is een goed
ingericht gegevensbeheer. De eerste aanzet hiertoe hebben we al gemaakt in het vorige
vGRP.
Op basis van de huidige kennis van de kwaliteitstoestand van het vrijvervalrioolstelsel,
gaan we minder riolen vervangen en meer renoveren. We vervangen riolen op
beperktere schaal en vooral daar waar werk met werk kan worden gemaakt. Voor
mechanische riolering voorzien we een inspanning de komende planperiode voor
vervanging van onderdelen op basis van het plan dat in 2012 is opgesteld. Naast
investeringen voor renovatie van riolen zijn er in beperktere mate dan voorheen
investeringen voorzien voor vervanging en investeringen voor verbetering van het
rioolstelsel.
HEMELWATERZORGPLICHT
Ook hier staat een zo duurzaam mogelijke en doelmatige inzameling en afvoer van
hemelwater voorop. Het proces van de watertoets zullen we in dit GRP4 verder gaan
optimaliseren. In dit GRP4 zijn richtlijnen opgenomen voor verwerking van hemelwater
bij veel voorkomende projecten zowel in de openbare ruimte als bij ruimtelijke
ontwikkelingen.
Nieuwe hemelwatervoorzieningen (bijvoorbeeld wadi’s) vragen een ander type beheer
dan de gangbare stelsels. Dit stemmen we af met disciplines waar het beheer plaats zal
vinden (wegen, groen). De overige voorzieningen beheren we samen met voorzieningen
voor afvalwater. Ook zijn investeringen voorzien voor de aanpak van wateroverlast bij
extreme regenbuien.
Begin 2015 is een klimaatscan gemaakt van mogelijke wateroverlast bij extreme
regenbuien. De klimaatscan geeft weer waar water zich zal verzamelen bij een extreme
bui waarbij in één uur tijd 50 mm neerslag valt. Voor de aanpak van wateroverlast in de
komende planperiode zijn investeringen voorzien die in overleg met collega’s van
groenbeheer, wegbeheer, verkeer en integrale herinrichtingsprojecten worden ingezet.
De aanpassing van de openbare ruimte in projecten, zodanig dat wateroverlast zoveel
mogelijk wordt vermeden, staat daarbij centraal.
GRONDWATERZORGPLICHT
We dragen zorg voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen, zodat
structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor burgers worden beperkt.
Om beter inzicht te krijgen in de gemeentelijke grondwatersituatie gaan we meetdata
analyseren vanuit het grondwatermeetnet. Als zich grondwateroverlast voordoet treden
we op als regisseur en beoordelen we de overlast op basis van meldingen en meetdata.
Daar waar mogelijk en doelmatig verhelpen we problemen. Voor de planperiode zijn
voor de invulling van de grondwaterzorgplicht geen investeringen voorzien.
PERSONELE MIDDELEN
De gevolgen van het voorgestelde beleid, voor de benodigde personele bezetting is in
beeld gebracht aan de hand van een taken- en functielijst en een urenraming.
Uitgangspunt hierbij is dat de taken hoofdzakelijk door de gemeente zelf worden
uitgevoerd. Uit de analyse (die is vergeleken met landelijke kentallen van de Stichting
RIONED) blijkt dat de huidige bezetting voldoende is om de taken te kunnen uitvoeren.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- iii -
4 november 2015
FINANCIËLE MIDDELEN
De ontwikkeling van de rioolheffing voor de periode 2016-2020 is op basis van een
kostendekkingsberekening voor drie scenario’s in beeld gebracht met een doorkijk naar
de lange termijn. Scenario 1 is gebaseerd op het afschrijvingsbeleid zoals opgenomen
in de nota afschrijvingen van de gemeente en de huidige methode van BTW
toerekening. In scenario 2 is het effect in beeld gebracht van een andere wijze van
toerekening van de BTW. Scenario 3 geeft de ontwikkeling aan van de rioolheffing als
het afschrijvingsbeleid geleidelijk wordt gewijzigd. Vervangingsinvesteringen en
investeringen voor renovaties worden in dit scenario na 2030 direct afgeschreven. De
navolgende figuur geeft de ontwikkeling van de rioolheffing voor de planperiode van dit
GRP4 voor de 3 scenario’s.
€ 200
€ 195
€ 190
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 1 (categorie tot
50 m3)
€ 185
Rioolheffing € 180
euro
€ 175
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 2 (categorie tot
50 m3)
€ 170
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 3 (categorie tot
50 m3)
€ 165
€ 160
2016
2017
2018
2019
2020
Jaar
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- iv -
Definitief rapport
INHOUDSOPGAVE
Blz.
1
INLEIDING
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Algemeen
Gemeentelijke zorgplichten
Aanleiding en geldigheidsduur
Procedure
Leeswijzer
1
1
1
2
2
3
2
WETTELIJK- EN BELEIDSKADER
2.1
Algemeen
2.2
Europa
2.3
Het Rijk
2.3.1
Wetten en besluiten
2.3.2
De gemeentelijke zorgplichten
2.4
Regionaal beleid
2.4.1
Samenwerkingsdossiers
2.4.2
Rolverdeling
2.4.3
Beleid provincie
2.4.4
Beleid waterschappen
5
5
6
6
6
7
10
10
11
11
12
3
EVALUATIE VGRP 2009-2015
3.1
Terugblik
3.2
Voornemens vGRP 2009-2015
3.3
Benchmark rioleringszorg 2013
3.4
Benchmark aanpak regenwateroverlast 2015
3.5
Samenwerking met waterbeheerders en Twents Waternet
3.6
Aandachtspunten voor de planperiode
15
15
15
22
24
24
26
4
TOETSINGSKADER
4.1
Algemene ontwikkelingen
4.1.1
Van normen naar effecten
4.1.2
Van afvoeren naar bergen en van mengen naar scheiden
4.1.3
Klimaatontwikkelingen
4.2
Maatschappelijk belang en doelstellingen
4.3
Afvalwaterzorgplicht
4.3.1
Visie
4.3.2
Missie
4.4
Hemelwaterzorgplicht
4.4.1
Visie
4.4.2
Missie
4.5
Grondwaterzorgplicht
4.5.1
Visie
4.5.2
Missie
27
27
27
28
28
29
30
30
30
31
31
31
33
33
33
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-v-
4 november 2015
5
HUIDIGE SITUATIE EN BELEID PLANPERIODE
5.1
Inleiding
5.2
Afvalwaterzorgplicht, wat hebben we?
5.2.1
Inzameling van afvalwater
5.2.2
Infrastructuur
5.2.3
Kwaliteitstoestand vrijvervalriolering
5.2.4
Kwaliteitstoestand installaties
5.2.5
Organisatie rioleringsbeheer
5.2.6
Dagelijks en planmatig beheer
5.2.7
Hydraulisch en milieutechnisch functioneren rioolstelsels
5.2.8
Incidentenplan
5.3
Afvalwaterzorgplicht, wat gaan we doen?
5.3.1
Hoe gaan we het rioleringsbeheer organiseren
5.3.2
Dagelijks en planmatig beheer
5.3.3
Beleid en planvorming
5.3.4
Actualiseren beheer-en onderhoudscontracten
5.3.5
Risico gestuurd beheer
5.3.6
Investeringen riolering
5.3.7
Investeringen installaties
5.4
Hemelwaterzorgplicht, wat hebben we?
5.4.1
Ontvlechten hemel- en afvalwater
5.4.2
Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen
5.4.3
Beheer van hemelwatervoorzieningen
5.4.4
Klimaatscan
5.5
Hemelwaterzorgplicht, wat gaan we doen?
5.5.1
Uitwerking missie en visie hemelwaterzorgplicht
5.5.2
Beheer hemelwatervoorzieningen
5.5.3
Investeringen
5.6
Grondwaterzorgplicht, wat hebben we?
5.7
Grondwaterzorgplicht wat gaan we doen?
5.8
Samenvatting exploitatielasten en investeringen
35
35
35
35
35
36
37
37
37
38
39
40
40
40
43
45
45
46
48
49
49
49
50
50
50
50
54
54
55
56
57
6
MIDDELEN
6.1
6.2
6.2.1
6.2.2
6.2.3
6.2.4
6.2.5
6.2.6
59
59
60
60
60
61
62
62
64
Personele middelen
Kostendekkingsberekeningen
Inleiding
Lasten
Baten
Overige uitgangspunten kostendekkingsberekeningen
Scenario’s en berekeningsresultaten
Advies
Bijlagen
Bijlage 1:
Bijlage 2:
Analyse wateroverlast bij extreme regenbuien, kernen Nijverdal,
Hellendoorn en ’t Lochter;
Kaartmateriaal.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- vi -
Definitief rapport
1
INLEIDING
1.1
Algemeen
Rioolstelsels zijn van oudsher primair aangelegd vanuit het maatschappelijk belang van
de volksgezondheid. Afvalwater wordt via rioolstelsels op een hygiënische manier uit
woonkernen afgevoerd. Daarnaast draagt het bij aan een aantrekkelijke woon- en
recreatie omgeving. In de loop der tijd zijn het beheersen van wateroverlast in
woonkernen en het beheersen van emissies naar het milieu bij het beheer van
rioolstelsels als maatschappelijke belangen toegevoegd.
De laatste jaren staat door klimaatontwikkelingen het beheersen van wateroverlast vaak
in de belangstelling. Regelmatig worden gemeentes in zomerse perioden getroffen door
zeer zware regenbuien die veel wateroverlast en maatschappelijke overlast
veroorzaken.
Het beleid voor beheer en aanleg van rioolstelsels wordt in een Gemeentelijk
RioleringsPlan (GRP4) uitgewerkt. In het GRP4 wordt aandacht gegeven aan thema’s
als wateroverlast als gevolg van klimaatverandering, grondwateroverlast, ontvlechting
van schone en verontreinigde waterstromen zodanig dat een gezond en duurzaam
watersysteem niet onder druk komt te staan, professioneel rioolbeheer, samenwerking in
de waterketen en gezonde financieringsvormen. Afvalwater-, hemelwater- en
ontwateringstelsels in de gemeente Hellendoorn zijn daarbij middelen in de
voortdurende opgave om het bebouwde stedelijke gebied en de natuurlijke omgeving op
elkaar af te stemmen.
Het voorliggende GRP4 beschrijft het beleid van de gemeente Hellendoorn, voor de
periode 2016 tot en met 2020, ten aanzien van het stedelijk afvalwater, het afvloeiende
hemelwater en het grondwater, en draagt als zodanig, bij aan de opgaven waar de
gemeente voor staat.
1.2
Gemeentelijke zorgplichten
In de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (Wet gemeentelijke
watertaken; Wgw) die per 1 januari 2008 van kracht is worden drie zorgplichten
beschreven:
1. Zorgplicht (stedelijk) afvalwater;
2. Zorgplicht hemelwater (nieuw);
3. Zorgplicht grondwater (nieuw).
De oude gemeentelijke zorgplicht voor de doelmatige inzameling en het transport van
afvalwater zoals wettelijk vastgelegd in 1993 is met de komst van de nieuwe
zorgplichten komen te vervallen.
Dit Gemeentelijk Rioleringsplan legt vast hoe de gemeente invulling geeft aan deze drie
zorgplichten. De zorgplicht afvalwater is in wezen een voortzetting van de oude
zorgplicht. De hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht zijn relatief nieuw. De
zorgplichten zijn verankerd in de Wet Milieubeheer en de Waterwet. Het wettelijk en
beleidskader komen in hoofdstuk 2 uitgebreider aan bod.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-1-
4 november 2015
Vuilwaterstelsels
Een openbaar vuilwaterriool is een voorziening in beheer bij de gemeente voor het
inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater; dat wil zeggen het afvalwater
geproduceerd door huishoudens en al het water dat hier mee gemengd is zoals
bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater en/of grondwater.
Onder het openbare vuilwaterstelsel vallen gemengde riolen, dwa-riolen, drukriolering en
(vrijwel) alle afvalwatertransportleidingen naar de rioolwaterzuivering.
Hemelwaterstelsels
Openbare (gemeentelijke) hemelwaterstelsels zijn voorzieningen voor de inzameling,
transport en verwerking van uitsluitend afvloeiend hemelwater. Daaronder vallen de
regenwaterriolen van (verbeterd) gescheiden stelsels, infiltratievoorzieningen,
doorlatende verharding, retentievijvers en IT-riolen (infiltratie- en transport van
hemelwater) waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor het beheer.
Ontwateringsvoorzieningen
Ontwateringstelsels (voor grondwater) zijn voorzieningen waarmee structurele
grondwateroverlast wordt voorkomen. Onder openbare ontwateringsvoorzieningen
vallen onder andere: oppervlaktewateren (zoals greppels, sloten, kanalen en vijvers), en
drainagenetwerken. Ontwateringsvoorzieningen kunnen ook omgekeerd werken en in
droge tijden water aanvoeren om grondwaterstanden op peil te houden.
1.3
Aanleiding en geldigheidsduur
De wet Milieubeheer verplicht iedere gemeente een door het gemeentebestuur
vastgesteld GRP te hebben. De wijze van financiering dient vastgelegd te worden in een
heffingsverordening.
Het eerste verbrede GRP van Hellendoorn, waarin voor het eerst de drie gemeentelijke
zorgplichten werden verwoord, had een looptijd van 2009 tot en met 2015. Het
verstrijken van deze planperiode is de aanleiding om een nieuw GRP op te stellen. Dit
gemeentelijke rioleringsplan heeft een looptijd van 2016 tot en met 2020.
1.4
Procedure
Volgens de Wet Milieubeheer wordt het GRP opgesteld door Burgemeester en
Wethouders van een gemeente. Het GRP4 is opgesteld door RoyalHaskoningDHV, in
nauwe samenwerking met de beleidsmedewerker Riolen en Water en de rioolbeheerder.
Provincie, waterbeheerder(s) en de inspectie van de volksgezondheid zijn betrokken bij
het plan.
Het beleid dat in dit GRP4 is uitgewerkt is gebaseerd op de uitgangspunten van het
beleid in de afgelopen planperiode. Daarnaast zijn diverse documenten verder
vormgegeven in de afgelopen beleidsperiode. Inzichten die daaruit voortvloeien zijn
opgenomen in dit nieuwe GRP4. Tevens heeft de financiële positie van de gemeente en
de besluitvorming hierover door de gemeenteraad als richtsnoer gediend voor het
opstellen van dit GRP4.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
-2-
Definitief rapport
Gedurende het planproces is er overleg gevoerd met de waterschappen (Groot Salland
en Vechtstromen) en met de provincie Overijssel. Het GRP4 is in concept voorgelegd
aan de waterschappen en besproken.
Het planproces voor dit GRP is opgestart in 2014 met een verkenning op hoofdlijnen van
de belangrijkste keuzes die voor dit GRP van belang waren. De resultaten van deze
verkenning zijn in maart 2015 gepresenteerd in de commissie grondgebied. Vervolgens
is het GRP in de periode tot september uitgewerkt tot een concept plan. In oktober 2015
is het concept plan gepresenteerd aan het college van B & W en in november aan de
commissie grondgebied.
Na besluitvorming in de raad wordt het GRP volgt kennisgeving via lokale media.
1.5
Leeswijzer
De opbouw van dit GRP4 volgt de adviezen van de Stichting RIONED, zoals
beschreven in de Leidraad module A1050. Na deze inleiding bevat het GRP4 de
volgende hoofdstukken.
Hoofdstuk 2, Wettelijk- en beleidskader. Dit hoofdstuk gaat in op de wetten en kaders
die gesteld worden door het Rijk en andere overheden.
Hoofdstuk 3, Evaluatie vGRP 2010-2015. Hier wordt het programma van het vorige
vGRP geëvalueerd, en komen de resultaten van de Benchmark Rioleringszorg en
activiteiten in het samenwerkingsverband Twents Waternet aan de orde.
Hoofdstuk 4, Toetsingskader. Hoofdstuk 4 zet de doelstellingen, onze missie en visie
voor de zorgplichten, en enkele nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied uiteen.
Hoofdstuk 5, Huidige situatie en beleid. De huidige situatie en het beleid voor deze
planperiode worden beschreven. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste vragen die
beantwoord worden: Wat hebben we ? en Wat gaan we doen ?
Hoofdstuk 6, Personele en financiële middelen. In het afsluitende hoofdstuk gaan we in
op de benodigde personele en financiële inspanning om het beschreven beleid te
kunnen uitvoeren.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-3-
4 november 2015
2
WETTELIJK- EN BELEIDSKADER
2.1
Algemeen
Het nieuwe waterbeleid in de 21e eeuw breekt met een eeuwenoude traditie. Een
traditie van zo snel mogelijk afvoeren van afvalwater en hemelwater. Volgens het
nieuwe rijksbeleid moet met name het hemelwater lokaal zo lang mogelijk worden
vastgehouden. Het water wordt voor langere tijd in het oppervlaktewater opgeslagen of
geïnfiltreerd in de bodem. Indien nodig wordt water in daarvoor bestemde gebieden en
plekken geborgen. Pas als dat niet kan, dient het water te worden afgevoerd. In
datzelfde rijksbeleid staat ook een voorkeursvolgorde (zie uitsnede) voor het omgaan
met waterstromen. Het beleid is erop gericht schone waterstromen te scheiden van
verontreinigde waterstromen.
Voorkeursvolgorde
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Ontstaan van afvalwater voorkomen of beperken;
Verontreiniging van water voorkomen of beperken;
Waterstromen gescheiden houden, tenzij niet scheiden geen nadelige gevolgen heeft;
Huishoudelijk afvalwater en vergelijkbaar afvalwater gaat naar de RWZI;
Andere waterstromen zoals schoon hemelwater na retentie en zuivering bij de bron
hergebruiken;
Ander waterstromen zoals schoon hemelwaterafvalwater na retentie en zuivering lokaal in
het milieu brengen.
Een belangrijk uitgangspunt bij de toekomstige uitwerking van de voorkeursvolgorde is
het aanbrengen van een scheiding tussen afvalwater (huishoudelijk afvalwater of
verontreinigd hemelwater) en andere waterstromen (vooral) schoon hemelwater en
schoon grondwater. Scheiding van afvalwater en schoon hemelwater gebeurt via
afkoppelen van verhard oppervlak bij bestaande gemengde rioolstelsels. Bij nieuwbouw
is de laatste 10 tot 15 jaar sprake van een bewuste scheiding van afvalwater en schoon
hemelwater.
Het gemeentelijk riolerings- en waterbeleid heeft relaties met wetgeving en beleid van
andere overheden, in figuur 1 is dit gevisualiseerd. De belangrijkste kaders die vanuit
Europese, nationale en regionale wetten en beleid worden gesteld aan de wijze waarop
de gemeente invulling geeft aan de gemeentelijke zorgplichten worden in dit hoofdstuk
nader beschreven.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-5-
4 november 2015
Figuur 1: Relaties met wetgeving en beleid van andere overheden
2.2
Europa
De Europese Kaderrichtlijn Water is vastgesteld in december 2000 en heeft tot doel,
uitgaande van een stroomgebiedsbenadering, oppervlaktewater en grondwater in zowel
kwalitatief als kwantitatief opzicht te beschermen en te verbeteren. De waterschappen
implementeren de Kaderrichtlijn Water in hun beheersplannen op basis van het beleid
dat wordt geschetst in de provinciale waterhuishoudingsplannen.
De Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater heeft ten doel het milieu te beschermen tegen
de nadelige gevolgen van de lozing van stedelijk afvalwater en van het afvalwater van
bepaalde bedrijfstakken.
2.3
Het Rijk
2.3.1
Wetten en besluiten
In de Wet Milieubeheer staat dat de gemeente een GRP dient op te stellen. Daarnaast
is in artikel 10 van de Wet milieubeheer (artikel 10.33, lid 1) de gemeentelijke zorgplicht
voor het doelmatig inzamelen en transport van afvalwater dat vrijkomt binnen de
gemeentegrenzen opgenomen. Op verzoek van de gemeente kan de provincie
ontheffing van deze zorgplicht verlenen in die situaties waar geen sprake is van
doelmatig inzamelen van afvalwater. Dit heeft alleen betrekking op percelen buiten de
bebouwde kom. Een en ander dient in overleg met de waterschappen te worden
opgesteld. Uitgangspunten bij de afweging voor aanleg van riolering of aanleg van
alternatieve systemen zijn:

De kwetsbaarheid en grondsoort van het gebied of oppervlaktewater.

De in dat gebied te bereiken doelstellingen voor de emissiereductie.

De kosten van de systemen.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
-6-
Definitief rapport
Met de wetswijziging ‘verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken’ (Stb.
2007, 278), ook wel de Wet gemeentelijke watertaken genoemd, zijn de Gemeentewet,
de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer op 1 januari 2008 aangepast.
Het hemelwaterbeleid is met deze wetswijziging verankerd in de regelgeving. Met de
wet gemeentelijke watertaken is de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling en
transport van afvalwater volgens artikel 10.33 Wet Milieubeheer toegespitst op de
inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.
De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook
de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de
Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels,
vergunningstelsels en administratieve lasten.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een belangrijke wet in de ruimtelijke besluitvorming
van Nederland. De Wro is het instrument om ruimtelijke behoeften als wonen, werken,
recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de basis voor een groot deel
van de vergunningen in het domein van de fysieke leefomgeving. Met de Wabo wordt
mogelijk gemaakt dat voor een project dat bestaat uit verschillende activiteiten (bouw,
aanleg, oprichten, gebruik) met één omgevingsvergunning toestemming kan worden
verkregen voor realisatie.
Per 1 januari 2008 hebben twaalf algemene maatregelen van bestuur (amvb’s)
plaatsgemaakt voor één nieuwe algemene maatregel van bestuur: het Besluit algemene
regels voor inrichtingen milieubeheer, beter bekend als het Activiteitenbesluit.
Alle lozingen vanuit particuliere huishoudens worden geregeld op grond van het Besluit
Lozing afvalwater huishoudens. Er is dus geen individuele vergunning of ontheffing
meer nodig. Over het algemeen zullen lozingen vanuit particuliere huishoudens voldoen
aan de algemene regels van het besluit. Slechts in bijzondere situaties zal individueel
maatwerk nodig zijn. Het besluit regelt zowel indirecte als directe lozingen vanuit
huishoudens. Het Besluit Lozing afvalwater buiten inrichtingen bevat regels voor een
groot aantal categorieën van lozingen die het gevolg zijn van activiteiten die
plaatsvinden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Lozingen vanuit
inrichtingen vallen onder het Activiteitenbesluit en het lozen vanuit particuliere
huishoudens is geregeld met het Besluit Lozing afvalwater huishoudens. In tegenstelling
tot het Activiteitenbesluit stelt het Besluit Lozing afvalwater buiten inrichtingen slechts
regels voor het lozen van afvalwater.
Vanuit de Woningwet (Bouwbesluit) wordt de aansluiting op aanwezige
rioolvoorzieningen geregeld.
2.3.2
De gemeentelijke zorgplichten
Deze paragraaf beschrijft de gemeentelijke zorgplichten verder in detail. In de oude
wetgeving bestond de gemeentelijke zorgplicht uit een duurzame en doelmatige
inzameling en transport van afvalwater (inclusief hemelwater).
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-7-
4 november 2015
De wetgeving van 2008 vervangt deze zorgplicht door bij het afvalwater onderscheid te
maken in afvalwater en afvloeiend hemelwater. Door dit onderscheid te maken kan
beter ingespeeld worden op tal van recente beleidsontwikkelingen waaronder het
ontvlechten van de rioleringssystemen (scheiden van afvalwater en hemelwater). De
oude zorgplicht is daarom gesplitst in twee zorgplichten te weten:

Een zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater.

Een zorgplicht voor het doelmatig verwerken van ingezameld hemelwater.
Afvalwater is in de nieuwe terminologie huishoudelijk afvalwater en al het andere water
wat daarmee eventueel gemengd wordt. Dit kan bijvoorbeeld ook bedrijfsafvalwater en
verontreinigd hemelwater zijn.
Artikel 10.33 Wet Milieubeheer
De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport
van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen,
door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de
Waterwet.
De wetgeving geeft gemeenten nu ook een zorgplicht voor duurzame en doelmatige
inzameling en verwerking van hemelwater. Het gaat hierbij om hemelwater dat
perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf op eigen terrein kunnen verwerken. De
zorgplicht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om het
hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken. De wetgeving en zorgplichtformulering
geven aan dat de uitwerking uit twee stappen bestaat:
1
Gemeente beoordeelt in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan
vragen om zelf het hemelwater aan de bron te verwerken, hiervoor kunnen
hulpmiddelen worden ontwikkeld zoals bijvoorbeeld verordeningen en
maatwerkvoorschriften of het waterhuishoudkundige programma van eisen of een
handboek hemelwaterverwerking.
2
Indien verwerking van het hemelwater aan de bron redelijkerwijs niet mogelijk is
treft de gemeente voorzieningen om het overtollige hemelwater af te voeren via een
gemeentelijk systeem. Als het redelijkerwijs niet mogelijk is voor de
perceelseigenaar om het hemelwater zelf te verwerken, treedt de gemeentelijke
zorgplicht in werking. Hierbij gaat het dus om het aanbieden van een voorziening
die op basis van lokale afwegingen bekostigd kan worden vanuit de rioolheffing.
De gemeente kan haar zorgplicht zowel invullen via een gemengd systeem als via een
gescheiden systeem. De wetgeving en het rijksbeleid verplichten de gemeente niet tot
gescheiden inzameling. Doelmatigheid is het centrale criterium bij de gemeentelijke
keuzes (beleidsvrijheid).
Er zijn belangrijke verschillen met de oude wetgeving. De wetgeving:
 gaat uit van het principe dat de perceelseigenaar zoveel mogelijk zelf het
hemelwater verwerkt bij de bron;
 geeft gemeenten verantwoordelijkheid om te bepalen wanneer dit redelijkerwijs van
de perceelseigenaar gevraagd mag worden;
 gaat er vanuit dat hemelwater (tenzij het tegendeel is aangetoond) schoon genoeg
is om zonder behandeling in het milieu terug te vloeien;
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
-8-
Definitief rapport

maakt het gemeenten mogelijk om per verordening regels te stellen aan de
aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren, hiervoor is door de VNG een
modelverordening opgesteld.
Artikel 3.5 Waterwet
1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een
doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan
ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden
gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.
2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een
doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater
kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de
nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het
oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
Het waterschap wordt als zuiveringsplichtige en waterkwaliteitsbeheerder genoemd.
Artikel 3.4 Waterwet
Zuivering van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool geschiedt in een daartoe
bestemde inrichting onder de zorg van een waterschap. Een zodanige inrichting kan worden
geëxploiteerd door het waterschap zelf dan wel door een rechtspersoon die door het bestuur van het
waterschap met die zuivering is belast.
Het is wenselijk het gemeentelijke afvalwater- en hemelwaterstelsel integraal en
doelmatig in te richten tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Doelmatigheid
in relatie tot hemelwater gaat verder dan alleen inzameling. Het kost namelijk ook een
behoorlijke inspanning om het schone hemelwater na menging met afvalwater te
zuiveren. Dat zijn ook kosten die moeten worden meegewogen. Daarnaast leidt het
mengen van schoon hemelwater met afvalwater in de riolering tot
waterkwaliteitsknelpunten (via gemengde overstorten en de effluent lozing van de
RWZI). Hier ligt een belangrijke relatie met milieu en de Kaderrichtlijn Water. Dit zijn
onderwerpen die in de uitwerking meegenomen moeten worden. Zij kunnen ook een rol
spelen bij de onderbouwing van de nut en noodzaak van afkoppelen.
In de wetgeving heeft de gemeente Hellendoorn, naast de zorg voor hemel- en
afvalwater, een zorgplicht voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van
maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de
grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De wetgeving
geeft ook aan dat de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem
terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt ((water)loket) voor de
burger.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
-9-
4 november 2015
Artikel 3.6 Waterwet
1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor in het
openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van
de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of
te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het
waterschap of de provincie behoort.
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde
grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige
toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen
van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
2.4
Regionaal beleid
2.4.1
Samenwerkingsdossiers
De klimaatontwikkelingen hebben gevolgen voor de landbouw, natuur, stedelijk gebied,
recreatie scheepvaart en drinkwatervoorziening. Vanuit het deelstroomgebied Rijn-Oost
hebben de waterpartners, in het kader van het landelijke Deltaprogramma, een aanpak
geformuleerd in de uitdagingen in de toekomstige zoetwatervoorziening. In het project
Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is de volgende doelstelling geformuleerd: :
“Een maatschappelijk gewenst voorzieningenniveau voor voldoende schoon water voor
een - ook op de lange termijn klimaatbestendig - economisch vitaal en ecologisch
leefbaar gebied, en een brede maatschappelijke coalitie om dit duurzaam te realiseren”.
Zowel Rijk, provincies, waterschappen als gemeenten hebben een duidelijke rol in het
bereiken van deze doelstelling. De gemeenten zijn nodig voor:

Kennis van problematiek en toepasbaarheid van maatregelen;

Doorwerking en uitvoering van maatregelen stedelijk gebied;

Benutten van de kansen;

Synergie (in de openbare ruimte).
De maatregelen die gemeenten (kunnen) treffen, zijn:

Afkoppelen;

Aanleggen gescheiden stelsels bij nieuwe ontwikkelingen;

Groenblauwe structuren aanleggen in bestaand gebied;

Beleidskaders aanpassen;

Themakaarten stedelijk gebied met knelpunten opstellen;

Communicatie en educatie.
De Unie van Waterschappen (UvW) en Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer
(STOWA) pleiten in de Whitepaper “KAS (Klimaat Actieve Stad)” voor het omarmen,
stimuleren en de samenwerking in de stad te bevorderen van lokale initiatieven. KAS is
een beweging die een bijdrage gaat leveren in het goed omgaan met water in de stad.
Het programma speelt in op snelle, effectieve samenwerking tussen waterschappen en
andere waterpartners in een beweging naar een klimaatbestendige stad. Daarin zijn
innovaties, nieuwe kennis, nieuwe werkvormen, nieuwe bestuurlijke arrangementen en
nieuwe competenties nodig.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 10 -
Definitief rapport
2.4.2
Rolverdeling
De provincie is beheerder van het diepe grondwater. Naast de zorg voor het diepe
grondwater stelt de provincie via de Provinciale Milieu Verordening (PMV) regels voor
verwerking van hemelwater in grondwaterbeschermingsgebieden.
De Waterwet bepaalt dat het waterschap de beheerder is voor regionale watersystemen
(de rijksoverheid is de beheerder voor het landelijke hoofdwatersysteem). Het
waterschap is verantwoordelijk voor het operationele regionale waterbeheer. Het
waterschap legt de condities vast voor een goede ont- en afwatering, bepaalt de
concrete maatregelen en voert deze uit en is belast met de zuivering van stedelijk
afvalwater.
De rol van het waterschap en de provincie zijn in de volgende twee paragrafen verder
uitgewerkt.
De gemeente is belast met de zorg voor de inzameling en afvoer van stedelijk
afvalwater en de zorg voor overtollig grondwater en afvloeiend hemelwater in het
stedelijke gebied.
De wetgeving geeft de gemeente Hellendoorn een zorgplicht voor duurzame en
doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. Het gaat hierbij om hemelwater
dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf op eigen terrein kunnen verwerken. De
zorgplicht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om het
hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken.
2.4.3
Beleid provincie
De provincie Overijssel omschrijft de ambitie op het gebied van haar waterbeleid in de
komende jaren op de volgende manier:
“We willen onze watersystemen zo inrichten dat ze voldoende en goed water bevatten
en dat ze voor lange tijd veilig zijn en bestand tegen klimaatverandering”.
Water is op vijf manieren verankerd in de omgevingsvisie:

Veiligheid. Samen met rijk, waterschappen en gemeenten zorgt de provincie voor
een veilige omgeving om te wonen en te werken door voldoende bescherming
tegen het water te bieden.

Schoon en gezond water. De provincie is verantwoordelijk voor voldoende gronden oppervlaktewater als bron voor schoon drinkwater. De provincie beschermt de
gebieden waar drinkwater gewonnen wordt. De Europese Kaderrichtlijn Water zorgt
ervoor dat alle betrokken partijen toewerken naar goed functionerende
watersystemen, van een goede chemische en ecologische kwaliteit. Dus vrij van
verontreinigingen en goede omstandigheden voor planten en dieren. En daarmee
ook voor de bronnen voor ons drinkwater. Dat doel dient uiterlijk in 2027 te zijn
gehaald.

Gebruik van water. Water is een belangrijke productiefactor. Denk bijvoorbeeld aan
een goed waterpeil voor de landbouw of beregening tijdens een periode van
droogte. Ook wordt water gebruikt in allerlei industriële productieprocessen.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 11 -
4 november 2015


2.4.4
Water als waardevol element. Water heeft behalve praktisch nut ook een
belevingswaarde. Water is een waardevol element in de woon- en werkomgeving
en in het buitengebied. Vanuit de Kaderrichtlijn Water werken de waterschappen in
Overijssel aan de herinrichting van ca. 600 km. waterlopen. Daarbij worden ook de
verbetering van landschappelijke inrichting en recreatiemogelijkheden
meegenomen. Ook hier is de drijvende kracht. Deze herinrichting geeft een
positieve impuls aan de kwaliteit en de beleving van het Overijsselse landschap.
Sturing waterbeleid. In de Omgevingsvisie geeft de provincie aan welke rol ze in het
waterbeleid wil spelen.
Beleid waterschappen
Het waterschap Vechtstromen en waterschap Groot Salland hebben samen met de
waterschappen Rijn en IJssel en Reest en Wieden een gezamenlijk beleid op
hoofdlijnen opgesteld voor stedelijk waterbeheer onder de titel “Water raakt”.
Water is een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van de leefomgeving in stedelijk
gebied. Het is een maatschappelijk belang dat water in stedelijk gebied op orde is en
blijft, dat inwoners het water kunnen beleven en ervan kunnen genieten en dat we nu en
in de toekomst droge voeten houden- door te anticiperen op klimaatverandering.
De stedelijke wateropgaven zijn maatschappelijke opgaven waarvoor niet één partij de
sleutel in handen heeft. De waterschappen hebben hier een rol in, maar doen dit in
nauwe samenspraak met gemeenten, corporaties, belangengroepen, private partijen,
inwoners en andere betrokkenen. Samenwerken is een voorwaarde om ambities te
realiseren. Dat vraagt eigenaarschap, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Dit betekent
voor de waterschappen dat we maatschappelijke doelen centraal stellen in plaats van
technische normen. “Water Raakt” is een uitnodiging om samen met de waterschappen
te werken aan water.
De waterschappen richten zich hierbij primair op de gemeente omdat de gemeente de
natuurlijke partner is in het stedelijk gebied en bovendien het meest logische
aanspreekpunt voor inwoners. Samen met de gemeente zijn de waterschappen
verantwoordelijk voor een goed stedelijk waterbeheer, nu en in de toekomst. De
beleidsnotitie biedt aanknopingspunten om deze samenwerking met de gemeente in te
vullen, zowel op visie- als op beleids- en maatregelenniveau.
In “Water raakt” wordt de rol-en taakopvatting in het stedelijk waterbeheer van de
waterschappen in Rijn-Oost verhelderd. De beleidsnotitie is ook het resultaat van
samenwerking van vier waterschappen om meer eenduidigheid op de inhoud te krijgen.
Deze beleidsafstemming zorgt ervoor dat (inwoners van) gemeenten die nu met
meerdere waterschappen te maken hebben, niet langer met verschillende opvattingen
worden geconfronteerd.
In de beleidsnotitie zijn de volgende onderwerpen uitgewerkt:
1
een visie op samenwerking in het stedelijk waterbeheer;
2
de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van (stedelijk)
oppervlaktewater;
3
bescherming van inwoners tegen overstromingen;
4
de wijze waarop geanticipeerd kan worden op klimaatverandering;
5
de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van (stedelijk) oppervlaktewater;
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 12 -
Definitief rapport
6
7
8
9
optimalisatie van de afvalwaterketen;
grondwaterbeheer in stedelijk gebied;
beïnvloeding van de beleving van de openbare door de betekenis van water te
benadrukken;
financiering.
Specifiek beleid waterschap Vechtstromen
Waterschap Vechtstromen heeft nog geen officieel document waarin het beleid ten
aanzien van riolering en de drie zorgplichten van de gemeenten is verwoord.
In het kader van de harmonisatie van de twee waterschappen heeft het waterschap een
intern document opgesteld met daarin de uitgangspunten voor het rioleringsbeleid, of
beter gezegd de afvalwaterketen.
Specifiek beleid Waterschap Groot Salland
Het actuele beleid van waterschap Groot Salland in relatie tot riolering is vastgelegd in
de strategische nota rioleringsbeleid 2007.
Waterkwaliteitsspoor
De vijf waterschappen in Rijn-Oost hebben een concept document opgesteld over men
in de toekomst om wil gaan met het waterkwaliteitsspoor. Uitgangspunt is een
gezamenlijke visie op het waterkwaliteitsspoor.
In de gezamenlijke visie voor het waterkwaliteitsspoor is de kern het ‘op orde’ krijgen
van de waterkwaliteit in het stedelijk gebied. Met ‘op orde’ wordt bedoeld dat door het
waterschap en de gemeente gezamenlijk geconstateerde knelpunten in het
oppervlaktewater zijn opgelost. Uitgangspunten daarbij zijn:

de stedelijke oppervlaktewaterkwaliteit is in 2027 ‘op orde’;

gemeenten en waterschappen trekken in de aanpak gezamenlijk op;

relevante invloeden worden meegenomen, alle emissies op het stedelijke
oppervlaktewater (afvalwaterketen en andere emissies) gebruik, inrichting, beheer
en onderhoud;

de doelen uit de visie voor 2027 betreffende de chemische waterkwaliteit en
gezamenlijke streefbeelden ten aanzien van beleving en/of gebruik van water
worden meegenomen in de afwegingen voor een maatregelenpakket;

maatregelen zijn haalbaar en betaalbaar.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 13 -
4 november 2015
3
EVALUATIE VGRP 2009-2015
3.1
Terugblik
In de afgelopen jaren hebben we invulling gegeven aan onze ambitie om in het kader
van het hemelwaterbeleid schoon hemelwater los te koppelen van afvalwater. Dit
hebben we gedaan door aanleg van ‘blauwe aders’ in Nijverdal en lokale
afkoppelprojecten in andere kernen. Hiermee spelen we ook in op het veranderende
klimaat. Door een integrale aanpak is verder bij in- en uitbreidingsplannen,
rioolvervangingsprojecten, wegreconstructies en andere werkzaamheden in de
openbare ruimte, hemelwater gescheiden van afvalwater. In het geval van ruimtelijke
plannen zetten we het instrument van de watertoets in, waarmee een duurzame
inrichting van de hemelwaterafvoer wordt nagestreefd. Om dit proces te waarborgen bij
projecten en eenduidig op te treden als overheid zorgen we voor een goede afstemming
met de betrokken waterschappen.
Op basis van uitgevoerde rioolinspecties concluderen we steeds vaker dat de
kwalitatieve toestand van riolen beter is dan verwacht. Het vervangen (inclusief
reparaties en renovaties) van riolen baseren we daarom ook niet meer alleen op basis
van leeftijd van de riolen, maar op basis van toestandsinspecties. We zetten hierbij
steeds meer in op innovatieve reparatiemethodes.
De kwaliteitstoestand van alle cruciale hoofdrioolgemalen en spoel en
ledigingsinstallaties in het rioleringssysteem is in 2012 in beeld gebracht en verwerkt tot
een maatregelenplan voor de periode tot 2020.
In de jaren 2000-2010 hebben we veel geïnvesteerd in maatregelen om aan de
milieuwetgeving te gaan voldoen (basisinspanning en saneren buitengebied). Om meer
inzicht te krijgen in het daadwerkelijk functioneren en de geleverde prestatie van onze
installaties en systemen, is een meetnet riolering en een grondwatermeetnet ingericht.
Tevens is een eerste stap gezet in het gestructureerd verwerken van meetdata voor de
kern Nijverdal.
Op het gebied van gegevensbeheer heeft de focus gelegen op het verzamelen van
bruikbare gegevens om beheer en onderhoud te optimaliseren. Om de toestand van ons
areaal te beoordelen en het functioneren te begrijpen, staan we nu voor de opgave om
deze gegevens actueel te houden en voor iedereen goed toegankelijk te maken.
3.2
Voornemens vGRP 2009-2015
vGRP 2009-2015
Dit GRP 4 is de opvolger van het vGRP 2009-2015. Het GRP4 is in veel opzichten een
doorlopend vervolg op het vigerende vGRP. In het beleidshoofdstuk van het vGRP
2009-2015 zijn, naast de reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden,
investeringsprojecten en nieuwe beheeraciviteiten benoemd die in de afgelopen
planperiode waren voorzien. De tabel 1a tot en met 1e geven een beeld van de stand
van zaken voor de volgende hoofdactiviteiten:

Beleid riolen en water (tabel 1a);

Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht (tabel 1b);

Investeringen Grondwaterzorgplicht (tabel 1c);
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 15 -
4 november 2015

Investeringen installaties, (tabel 1d);

Beheer riolering (tabel 1e);

Onderhoud riolering (tabel 1f).
Voor alle activiteiten is de status aangegeven, waar nodig voorzien van een toelichting.
Hierbij zijn de onderstaande symbolen gebruikt.





Uitgevoerd
In uitvoering/continu proces
In voorbereiding
Niet meer van toepassing of achterhaald.
Uitgesteld
Waterplan gemeente Hellendoorn
Het gemeentelijk waterplan is in 2007 vastgesteld, vooruitlopend op het vGRP 20092015. In het waterplan zijn veel maatregelen voorgesteld met een lange tijdshorizon.
Een aantal maatregelen is opgenomen in het vGRP 2009-2015 en inmiddels ook
uitgevoerd. De gemeenteraad ziet het waterplan als een visie voor de toekomst
waarmee bij projectinitiatieven rekening kan worden gehouden. De raad van
Hellendoorn beschouwt het waterplan als onderlegger voor andere plannen en
projecten.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 16 -
Definitief rapport
Tabel 1a: Beleid riolen en water
Nr.
Onderwerp
Maatregel
Status
1
Algemeen
Waterloket

2
Incidentenplan Riolering

3
Meetnet grondwater

4
Meetnet riooloverstorten

5
Gebied 1
Notter/bedrijventerrein

6
Gebied 2
Groot Lochter

7
Gebied 3
Konijnenberg

8
Gebied 5
Nijverdal Centrum/Zuid

9
Nijverdal Centrum/Zuid

10
Grondwaterbeschermingsgebied


11
Gebied 6
Kruidenwijk/Hulsen
12
Gebied 7
Nijverdal Noord

13
Gebied 8
Hellendoorn

Krönnenzommer

14
15
Gebied 9
Haarle

16
Gebied 11
Buitengebied

17
Gebied 12
Daarle/Daarlerveen

GRP Hellendoorn
Definitief rapport
Toelichting
Het waterloket is tot stand gekomen
i.s.m. de werkplaats (Twents Waternet).
Het incidentenplan riolering heeft zijn
intrede gedaan, voor een zestal
incidentenscenario’s is een “wat te
doen lijst” opgesteld.
In het kader van de
grondwaterzorgplicht is een
grondwatermeetnet ingericht. Er wordt
informatie verzameld vanuit het
meetnet van Vitens en het meetnet van
de gemeente.
Het verkrijgen van meer inzicht in het
functioneren van rioolstelsels door
metingen te verrichten bij
riooloverstorten.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Modeloptimalisatie: vergelijking
meetgegevens in relatie tot
modelberekeningen.
Risicoanalyse afkoppelen in
grondwaterbeschermingsgebied.
Uitstel herberekening en het opstellen
van een basisrioleringsplan,
onvoldoende urgent gebleken.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Analyse rioolstelsel in samenwerking
met ZorgAccent.
Herberekening rioolstelsel en het
opstellen van een basisrioleringsplan.
Analyse werking drukriolering cluster
Meester Werkmanstraat.
Uitstel herberekening en het opstellen
van een basisrioleringsplan wegens
recente uitvoering van maatregelen.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 17 -
4 november 2015
Tabel 1b: Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht
Nr.
Onderwerp
Maatregel
Gebied 4
Transportriool
1
Ontvangstput aangepast
nabij gemaal De Brake
Gebied 5
Status

Uit metingen is vastgesteld dat veelvuldig
rechtstreekst is geloosd op de Regge op
deze locatie, om deze reden is deze put
aangepast.
Nijverdal Centrum/zuid

2
Rijssensestraat/Schansertweg
3
Bergleidingweg/Da
Costastraat
4
Grotestraat/
Meijboomstraat/
Transportriool/ Weversstraat/
Smidsweg/
Constantijnstraat
5
WOP De Blokken

6
Tollenstraat

7
Salomonsonstraat/
Prinsessewijk
8
Salomonsonstraat
9
Omgeving Hendrik
Wormserstraat
10
Smidsweg/De
Joncheerelaan
11
Constantijnstraat/
Spoelerstraat
12
Omgeving Hartholstraat/
Duivenbreeweg
13
Omgeving Bonteweg







Uitstel investering van vervanging
riolering i.c.m. herinrichting.
Uitstel investering vervanging riolering en
afkoppelen hemelwater openbaar gebied
+voorzijde woningen met afvoer naar
berging (Wadi nabij De Regge).
Renovatie riolering.
Herinrichting i.c.m. vervanging riolering
en afkoppelen hemelwater openbaar
gebied +voorzijde woningen met afvoer
naar berging (wadi wijkpark De Blokken).
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen met afvoer naar berging (wadi
wijkpark De Blokken).
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen.
Uitstel investering aanleg
hemelwaterafvoer naar De Regge.
Uitstel investering vervanging riolering en
afkoppelen hemelwaterafvoer.
Wateroverlast situatie is als gevolg van
aanleg Combiplan verslechtert. In 2015
zal een ontwerp worden opgesteld om
wateroverlast tegen te gaan.
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen.

Vervanging riolering.

Vervanging riolering.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
Toelichting
GRP Hellendoorn
- 18 -
Definitief rapport
Tabel 1b vervolg: Investeringen afvalwater- en hemelwaterzorgplicht
Nr.
Onderwerp
14
Maatregel
Johan Frisostraat
Gebied 7
15



Koetshuisstraat/Ninaberlaa
n
17
Omgeving Kluversweg

18
Omgeving Raadhuisstraat

19
Drosteweg

Stationsweg
21
Kerkweg/Poggenbeltweg
22
Omgeving ATL
Hasselbachweg
Gebied 11
Uitstel investering aanleg
hemelwaterafvoer naar wadi Koemaste.
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen.
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen.
Aanpak wateroverlast door afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen met afvoer naar lava berging.



Renovatie riolering.
Vervanging riolering i.c.m. herinrichting
kerngebied.
Vervanging riolering.
Buitengebied
Drukriolering
Gebied 12
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied i.c.m.
aanleg Combiplan.
Haarle
20
23
Herinrichting Nijverdal Centrum i.c.m.
vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied.
Hellendoorn
16
Gebied 9
Toelichting
Nijverdal Noord
Bouwmeesterstraat/ v.d.
Steen van Ommerenstraat
Gebied 8
Status

Aanleg drukriolering in het kader van
Rood voor Rood regeling.
Daarlerveen
24
Omgeving Zwanenweg

25
Nieuwstraat

Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen.
Vervanging riolering en afkoppelen
hemelwater openbaar gebied +voorzijde
woningen.
Tabel 1c: Investeringen grondwaterzorgplicht
Nr.
Onderwerp
Maatregel
1
Grondwater
meetnet
Inrichten meetnet
Status

GRP Hellendoorn
Definitief rapport
Toelichting
Het grondwatermeetnet is operationeel,
dit houdt in dat jaarlijks de meetgegevens
worden getoetst aan de uitgangspunten
voor grondwateroverlast.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 19 -
4 november 2015
Tabel 1d: Investeringen installaties
Nr.
Onderwerp
Maatregel
1
Algemeen
Onderhoudsmanagementsysteem
2
Gebied 1
Notter/bedrijventerrein
3
Gebied 2
Groot Lochter
4
Gebied 5
Nijverdal Centrum/Zuid
5
Combiplan
6
Bergbezinkbassin
Grotestraat
Status






Buitengebied



10
Meester Werkmanstraat

11
Hammerweg
12
Drukriolering
7
Gebied 8
8
9
13
Hellendoorn
Krönnenzommer
Gebied 11
Gebied 12
Daarle/Daarlerveen



BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
Toelichting
Het Onderhoudsmanagementsysteem
(OMS) is operationeel, dit houdt in dat
jaarlijks de onderhoudsstatus van alle
objecten worden getoetst. Deze toets wordt
als basis gebruikt voor het
investeringsprogramma.
Gemaal Industrieweg: Afvoerzekerheid
verbetert door aanpassing sturing.
Gemaal Boomcateweg: revisie installatie.
Gemaal De Brake: revisie gemaal.
Na overdracht tunnelgemalen Combiplan
zijn deze voorzien van telemetrie.
Revisie installatie.
Analyse bergbezinkbassin Kasteelstraat.
Gemaal sanatoriumlaan: revisie installatie.
Tunnel/minigemalen voorzien van
telemetrie.
Clusteroptimalisatie door plaatsing nieuwe
gemalen.
Gemaal Hammerweg: revisie installatie.
Vervanging minigemalen.
Opheffing gemaal Smidsstraat door nieuw
gemaal Nieuwstraat. Gemaal Brugstraat:
revisie gemaal.
GRP Hellendoorn
- 20 -
Definitief rapport
Tabel 1e: Beheer riolering (exploitatie)
Nr.
Onderwerp
Maatregel
1
Algemeen
Rioolbeheer
Status

2

3

4

5
Drukriool/ge
malen/
bergbezinkb
assins
Analyse maatregelen

6
Drukriool/ge
malen/
bergbezinkb
assins
Telemetrie

7
Installatiebe
heer
Gemalen/bergbezinkbassins/
drukriool units

GRP Hellendoorn
Definitief rapport
Toelichting
Inspectie en reiniging rioolstelsels wordt
uitgevoerd in WT4 verband.
Meetdata: verwerken basisinformatie van
het grondwatermeetnet en
riooloverstorten.
Gegevensbeheer: verwerken mutaties in
het beheerprogramma.
Energie installaties: 10%
besparingsopgave bij aanpassing
installaties.
Maatregelen zijn verwerkt in het
investeringsprogramma.
Update van een lokaal systeem naar een
breder multiplatvorm toegankelijk
telemetriesysteem. In dit systeem is
ondergebracht: Meetnet
afvalwater/meetnet overstorten/meetnet
grondwater/
neerslag/drukriool/constructies en het
onderhoudsmanagementsysteem (OMS).
De installaties worden geïnspecteerd
conform de NEN 3140 en de BRL 14020.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 21 -
4 november 2015
Tabel 1f: Onderhoud riolering (exploitatie)
Nr.
Onderwerp
Maatregel
1
Riolering
Reinigen kolken/lijngoten

Huis- kolkaansluitingen

Doorspoelen
doodlopende strengen
Herstel/reparaties
hoofdriool
In- Externe
stuwconstructies
Infiltratie voorzieningen
3.3
Status





2
Drukriolering
Verhelpen van storingen
aan leidingen
3
Gemalen
Reiniging

4
Bergbezinkb
assins
Reiniging

Toelichting
Op basis van een praktische insteek wordt
de frequentie, 1 of 2 maal reinigen
bepaald.
Op basis van meldingen wordt de
aansluiting gerepareerd/vernieuwd.
De matige afvoer zorgt voor verstoppingen
die door te weinig spoeling/te veel papier
wordt veroorzaakt. Deze strengen worden
periodiek gespoeld.
Een enkele keer komt het voor dat er een
verzakking/instorting plaatsvindt. Allereest
wordt de veiligheid voor weggebruikers
gewaarborgd en daarna wordt de
verzakking/ instorting gerepareerd.
In de zomermaanden, indien nodig vaker,
worden de roosters/ sloten/bergingen
gereinigd.
De wadi’s in de Heemtuin worden intensief
(26 maal) gemaaid. De overige wadi’s
worden extensief (2 maal) gemaaid.
De leidingen worden gecontroleerd door
reiniging van de zandvang.
Door onrechtmatig lozingen wordt de
werking verhinderd. Door aanscherping
van de gebruiksregels zullen de gebruikers
worden aangesproken op hun
verantwoordelijkheden.
In de planperiode is een doorontwikkeling
gemaakt van alles zelf doen naar
beheersmatige aanpak. Op initiatief van de
rioolbeheerder wordt ondersteuning
verleend door de buitendienst.
In de planperiode is een doorontwikkeling
gemaakt van alles zelf doen naar
beheersmatige aanpak. Op initiatief van de
rioolbeheerder wordt ondersteuning
verleend door de buitendienst.
Benchmark rioleringszorg 2013
De landelijke prestaties in de rioleringszorg worden eens per drie jaar in de benchmark
rioleringszorg gepresenteerd. Met de benchmark wordt inzicht verkregen in de
kenmerken en prestaties van de rioleringszorg. In 2013 deed Hellendoorn mee met de
laatste landelijke prestatievergelijking. De gemeente Hellendoorn is vergeleken op
gemeentegrootte, mate van stedelijkheid en binnen de regio. De hoofdlijnen zijn in
onderstaande tabel 2 samengevat.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 22 -
Definitief rapport
Tabel 2: Hoofdlijnen benchmark rioleringszorg 2013
Personeel binnen- en
buitendienst
De formatie binnendienst is afgenomen sinds 2009 en komt redelijk goed
overeen met het landelijk gemiddelde. De formatie bij de buitendienst is
relatief hoog vergeleken met de landelijke en regionale gemiddelden, dit
wordt veroorzaakt door het feit dat de gemeente Hellendoorn veel
werkzaamheden in eigen beheer uitvoert (onder andere kolkenzuigen en
het beheer van een groot areaal gemalen).
Reiniging en inspectie
Percentages voor rioolreiniging en –inspectie zijn relatief laag (bijna 6%
per jaar) landelijk vergeleken. Hellendoorn voert inspecties en reiniging
tegelijkertijd uit.
Functioneren
Het hydraulisch functioneren is beter dan het landelijk gemiddelde. Het
stelsel verwerkt buien gemiddeld met minder water op straat dan landelijk
het geval is. Mensen worden niet ziek door het (niet) functioneren van de
riolering in Hellendoorn.
Uitvalsduur
De afvoer van afvalwater werkt in Nederland vrijwel probleemloos, zo ook
in Hellendoorn.
Technisch functioneren
Het aantal gemaalstoringen in Hellendoorn is erg laag, evenals het aantal
verstoppingen. Het aantal instortingen is wel hoger dan gemiddeld (dit
geldt overigens ook voor de regio).
Waterkwaliteit
Het aantal waterkwaliteitsknelpunten in Hellendoorn is laag. Om
knelpunten te verhelpen heeft Hellendoorn extra berging
(bergbezinkvoorzieningen) aangelegd.
Zuiveringsprestaties
Indicator die gericht is op presentaties van het Waterschap. Waterschap,
Regge en Dinkel (momenteel Vechtstromen) loopt landelijk voorop in de
prestaties voor het zuiveren van afvalwater.
Afkoppelen / scheiden
waterstromen
In recente jaren heeft Hellendoorn veel oppervlak afgekoppeld van de
riolering.
Meldingen en claims
Het aantal meldingen is de afgelopen jaren (vergeleken met 2009)
gedaald. Schadeclaims komen niet of nauwelijks voor.
Vervanging en
renovatie
In de afgelopen jaren is relatief veel geïnvesteerd in vervanging en
renovatie van verouderde riolering. Daarmee is het stelsel, landelijk
gezien, jonger dan gemiddeld.
Reparaties
Het aantal reparaties is in Hellendoorn ten opzichte van 2009/2010
gestegen, maar landelijk gezien zeer laag.
Toekomstige
vervanging en
renovatie
Vervanging van verouderende stelsels is in de aankomende jaren
vergelijkbaar met de gemiddelden. Renovatie staat niet expliciet op de
planning, maar zal in toenemende mate een rol gaan spelen.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 23 -
4 november 2015
Tabel 2: Vervolg, hoofdlijnen benchmark rioleringszorg 2013
Rioolheffing
De rioolheffing is in Hellendoorn relatief hoog. Dit komt door de omvang
van het rioolstelsels in het buitengebied, en de verhoudingsgewijs lage
mate van stedelijkheid. Hierdoor worden meer kilometers en dus meer
beheerkosten gedeeld door minder inwoners. Daarnaast is al een
bovengemiddeld aandeel van de riolering vervangen.
Ontwikkeling
rioolheffing
De voorziene ontwikkeling van de rioolheffing is in de pas met de
landelijke ontwikkelingen.
Jaarlijkse investeringen
De voorziene investeringen om riolen te vervangen (situatie 2013), in de
toekomst, zijn de eerste jaren lager dan gemiddeld, daarna iets hoger.
Jaarlijkse beheerkosten
De totale jaarlijkse beheerkosten zijn lager dan gemiddeld. Dit komt
doordat reparaties, reiniging en overige toegerekende kosten lager zijn
dan de landelijke en regionale gemiddelden.
De optelling van kosten voor vervangingen en renovatie (investeringen)
en kosten voor het dagelijks beheer vallen jaarlijks lager uit dan regionaal
en landelijk gemiddeld.
Jaarlijkse totale kosten
3.4
Benchmark aanpak regenwateroverlast 2015
Water op straat hoort bij het reguliere functioneren van een rioolstelsel. De riolering is
namelijk ontworpen op een optimum van aanvaardbare maatschappelijke kosten en
aanvaardbare maatschappelijke overlast. Ook zijn er steeds meer wijken waar
hemelwater niet in een riool wordt ingezameld, maar in een goot of in het straatprofiel
(bijvoorbeeld De Heemtuin). Als het hard regent, komt het water op straat te staan. Dat
is soms hinderlijk, maar noodzakelijk en efficiënt als het niet te vaak gebeurt. Als het
extreem hard regent, kan water op straat overgaan in wateroverlast. De Stichting
Rioned heeft in 2015 een Benchmark regenwateroverlast uitgevoerd. Dit rapport bundelt
de resultaten van de inventarisatie naar de prestatie van rioolstelsels in relatie tot
regenwateroverlast. Naast een overkoepelend rapport is er een rapport opgesteld voor
elk samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband zullen de resultaten worden
vergeleken en besproken gericht op het leren van elkaar.
3.5
Samenwerking met waterbeheerders en Twents Waternet
De gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater heeft meerdere
raakvlakken met de taken van de waterbeheerders. Samenwerking tussen
rioolbeheerders en waterbeheerders is daarom van groot belang en zelfs verwoord in de
Waterwet (artikel 3.8). In de samenwerking met waterbeheerders en omliggende
gemeenten speelt het Twents Waternet een belangrijke rol. Het Twents Waternet is een
netwerkorganisatie waarin (beleids)medewerkers van de Twentse gemeenten en
waterschap Vechtstromen kennis en ervaring delen op het gebied van riolering en
waterbeheer. Regelmatig worden bijeenkomsten georganiseerd waar ervaringen rond
een bepaald onderwerp wordt gedeeld. Daarnaast wordt in zogenaamde werkplaatsen
gezocht naar oplossingen voor problemen waar meerdere partners tegenaan lopen. Via
het Twents Waternet, wordt invulling gegeven aan het BestuurAkkoord Water (BAW, zie
uitsnede).
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 24 -
Definitief rapport
Kerngedachten BAW
Gemeenten en waterschappen hebben in het kader van het BestuursAkkoord Water afspraken
gemaakt om ten opzichte van het peiljaar 2010 besparingen in de afvalwaterketen te realiseren die
oplopen tot € 380 miljoen in 2020. De kern van de gekozen aanpak is om kostenbeheersing,
kwaliteitsverbetering en kwetsbaarheidsvermindering te realiseren door het versterken van de
regionale samenwerking in de (afval)waterketen. In het BAW is ook afgesproken dat betrokken partijen
initiatieven nemen gericht op innovatie en duurzaamheid van de waterketen. De basisgedachte in het
BAW is dat de regionale partijen zelf het beste in staat zijn te bepalen hoe deze afspraken worden
ingevuld. Naast de versterking van de regionale samenwerking moet een deel van de beoogde
doelmatigheidswinst ook komen van maatregelen die door individuele gemeenten, waterschappen en
drinkwaterbedrijven zelf worden genomen.
Sinds 2011 worden onderzoeken gezamenlijk aangepakt zoals verwoord in “Waterwinst,
Taak 2.0”. Naast het beperken van investeringen zal een aanzienlijk deel van de
besparingen door samenwerken kunnen en moeten worden bereikt. Daarom hebben de
14 Twentse gemeenten en waterschap Vechtstromen ervoor gekozen om de
samenwerking verder te intensiveren. Deze samenwerking is beschreven in het rapport
Waterwinst TAAK 2.0. De nieuwe afspraken zijn bestuurlijk bekrachtigd op 9 mei 2012.
Waterwinst TAAK 2.0 heeft tot doel om voor burgers en bedrijven meer te bereiken met
hetzelfde geld of hetzelfde bereiken met minder geld. Ofwel: het realiseren van
"Waterwinst", mede door samenwerking.
Visitatiecommissie BAW
De visitatiecommissie BAW heeft in 2014 alle landelijke samenwerkingsverbanden
bezocht. De commissie is over het algemeen positief over de ontwikkelingen in de regio
en hoopt dat de ingeslagen weg een goed vervolg krijgt, waarbij besparingen op
investeringskosten hand in hand gaan met een verbetering van de kwaliteit en een
vermindering van de kwetsbaarheid.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 25 -
4 november 2015
3.6
Aandachtspunten voor de planperiode
In de gesprekken die in de loop van het planproces zijn gevoerd is een aantal
aandachtspunten over het gevoerde rioleringsbeleid in de afgelopen planperiode
benoemd. Tabel 3 geeft een overzicht van deze aandachtspunten.
Tabel 3: Aandachtspunten
Aandachtspunten
Toelichting
Grip op de
begrotingssytematiek.
Vanuit het team WRV is er behoefte om meer inzicht te
ontwikkelen in de wijze waarop het product riolering is verankerd
in de begrotingssytematiek van de gemeente door het beter
volgen van uitgaven in relatie tot de kostenplaatsen in de
begroting. In overleg met het team Financiën en Control kunnen
vervolgens verbeteringen worden afgewogen.
Grip op toerekening van de
“overhead”
Dit aspect hangt samen met het voorgaande punt, vanuit het
cluster beheer en andere clusters worden er kosten toegerekend
aan het product riolering. Er is vanuit het team WRV behoefte
meer inzicht te ontwikkelen in deze toerekeningen.
Er is behoefte een kwartaaloverleg in te richten tussen de bij het
product riolering betrokken budgethouders van het team WRV en
medewerkers van het team Financiën en Control gericht op het
monitoren van begrote uitgaven en inkomsten met werkelijke
uitgaven en inkomsten mede op basis van jaarplannen.
Vanuit het team WRV is er behoefte te gaan werken met
jaarplannen voor het nieuwe GRP waarin het planmatig en
dagelijks beheer en de investeringen en de onderzoeken voor het
betreffende jaar worden uitgewerkt.
Afstemming tussen het
cluster beheer en het cluster
financiën.
Opstellen jaarplannen
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 26 -
Definitief rapport
4
TOETSINGSKADER
4.1
Algemene ontwikkelingen
4.1.1
Van normen naar effecten
De waterketen infrastructuur in Nederland is goed op orde. De aansluitingsgraad op
de drinkwater- en afvalwaterinfrastructuur ligt boven de 99 %, al het ingezamelde
afvalwater en regenwater wordt grotendeels gezuiverd via afvalwaterzuiveringen. De
afgelopen decennia heeft riolerend Nederland de nadruk gelegd op het realiseren van
een hoge aansluitingsgraad binnen en buiten de bebouwde kom, het verminderen van
emissies naar oppervlaktewater en het hydraulisch zoveel mogelijk op orde brengen van
de systemen. Deze prestatie was mogelijk doordat een duidelijke focus lag op het
efficiënt organiseren van de te leveren inspanning vanuit normen. Nu de infrastructuur
nagenoeg compleet is, staat de sector voor de uitdaging om de investeringen zo lang
mogelijk te laten renderen. Dit vraagt om een aanpak waarbij de met de infrastructuur te
leveren prestaties, met bijbehorende risico’s, centraal staan in plaats van het bouwen en
‘meters’ maken.
De snelle ontwikkeling van meetapparatuur en informatie- en communicatietechnologie
maken het mogelijk om de geleverde prestatie inzichtelijk te krijgen. Mede hierdoor
kunnen beheerders de praktische werking van de aangelegde systeem goed leren
kennen en kan het effect van (beheer-)maatregelen beter worden bepaald. Dit maakt
beter onderbouwde keuzes in beheer en investeringen voor de toekomst mogelijk. In de
toekomst zal er vanuit bovenstaande gedachte een beweging zijn van focus op
inspanning naar focus op resultaat (effecten).
In navolgende uitsnede is bovenstaande gedachte aan de hand van een voorbeeld
toegelicht. In figuur 2 is de nieuwe gedachte verbeeld.
Voorbeeld
Tot op heden wordt bij de toetsing van een gemaal gekeken of de geïnstalleerde capaciteit van het
gemaal voldoet aan de afname-eis. Zodra dit het geval is, voldoet het gemaal aan de prestatie-eisen.
Wat in de praktijk nog nauwelijks gebeurt, is toetsen of het gemaal de gewenste capaciteit heeft
geleverd op het moment dat het nodig was. Ofwel: leverde de pomp het gewenste debiet bij een
waterstand boven het inslagpunt. De gegevens die nodig zijn om dit laatste te toetsen zijn
tegenwoordig bij vrijwel elk gemaal beschikbaar, zodat het nu ook praktisch haalbaar is om te toetsen
of een gemaal (voortdurend) voldoet.
Figuur 2
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 27 -
4 november 2015
4.1.2
Van afvoeren naar bergen en van mengen naar scheiden
Het nieuwe waterbeleid in de 21e eeuw breekt met een lange traditie. Een traditie van
het zo snel mogelijk gezamenlijk afvoeren van afvalwater en hemelwater. Het nieuwe
waterbeleid is er op gericht schoon hemelwater te scheiden van afvalwater waarbij
hemelwater lokaal zo lang mogelijk wordt vastgehouden. Het water wordt voor langere
tijd in het oppervlaktewater opgeslagen of geïnfiltreerd in de bodem. Indien nodig wordt
water in daarvoor bestemde gebieden en plekken geborgen. Pas als dat niet kan wordt
het water afgevoerd. In plaats van al het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren
zet de gemeente Hellendoorn in op het vasthouden en benutten van water zonder dat
daarbij wateroverlastproblemen ontstaan.
4.1.3
Klimaatontwikkelingen
De ontwikkeling van het klimaat staat de laatste jaren nadrukkelijk in de belangstelling.
Met name extremen zoals wateroverlast door hevige regenbuien en hittestress* in
stedelijk gebied tijdens langdurige droogte worden daarbij belicht. Deze aspecten
worden navolgend behandeld.
Wateroverlast
Landelijk wordt onderkend dat de neerslagsituatie door klimaatverandering aan het
veranderen is wat zich onder andere uit in intensievere en vaker optredende zomerse
regenbuien. Rioolstelsels kunnen deze grote hoeveelheden neerslag niet verwerken.
Daarop zijn ze niet ontworpen. Riolering is in de huidige situatie gedimensioneerd om bij
normale regen (gangbare regenbui die een keer per 2 jaar voorkomt) het water van
wegen en daken af te voeren zonder dat water op straat ontstaat. De gemeente
Hellendoorn heeft in 2014 de overlastgevoeligheid van de rioolstelsels bij intensieve
regenbuien geanalyseerd en vastgelegd in kaartbeelden, in hoofdstuk 5 wordt hierop
nader ingegaan.
In de brochure ‘Klimaatverandering, hevige buien en riolering’ heeft de Stichting
RIONED haar visie op de problematiek van zwaardere regenbuien beschreven.
Onderstaande uitsnede geeft een beeld van deze visie. Het is zaak voor gemeenten te
leren omgaan met de risico’s die kunnen optreden. Hierbij is het uiteraard niet de
bedoeling risicovolle wateroverlastsituaties te laten voortbestaan.
* Tijdens langdurige droogte vindt er opwarming plaats van landelijk en stedelijk gebied, in stedelijk
gebied is deze opwarming door de grote concentratie van verhardingen vaak veel groter dan in
landelijke gebieden, dit kan leiden tot hittestress voor bewoners in stedelijk gebied.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 28 -
Definitief rapport
Klimaatverandering, hevige buien en riolering
‘In het algemeen is het acceptabel als water bij hevige buien enkele uren op straat staat. De hinder is
vergelijkbaar met sneeuwval: de begaanbaarheid van de weg neemt af. Een keer water tussen de
stoepen is lastig, maar kan geen kwaad. Er zijn echter ook situaties die vragen om een afweging
tussen het treffen van (vaak dure) riolerings-technische maatregelen en de hinder in relatie tot
specifieke belangen zoals toegankelijkheid en begaanbaarheid voor iedereen. Voorbeelden van
situaties die maatschappelijk gezien moeilijk te accepteren zijn, zijn:

regenwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt en grote materiële schade oplevert;

afvalwater dat in grote mate uit de riolering op straat stroomt (risico’s voor de volksgezondheid);

water op straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert (belemmering voor hulpdiensten en
economische schade).
De gemeente stelt vast wanneer de grens tussen hinder en schade wordt overschreden en bepaalt de
maatregelen. Via een risicoscan worden potentiële wateroverlastlokaties in beeld gebracht en wordt
bepaald of (lokale) ingrepen nodig zijn(zie paragraaf 5.4.4).
De klimaatontwikkeling heeft een duidelijk verband met het landelijke hemelwaterbeleid
dat gericht is op ontvlechten van waterstromen. Het ontvlechten van waterstromen kan
een bijdrage leveren aan de aanpak van wateroverlastknelpunten door zware
regenbuien.
Watertekorten
Naast hevige neerslag, eist ook een tekort aan water een prominente rol op. Door in
tijden van hemelwateroverschotten een eventueel tekort aan te vullen blijft schade
aan het groen geminimaliseerd. Groen levert een positieve bijdrage aan het lokale
klimaat (voorkomen van hittestress). Gezamenlijk bezig zijn met groen in de buurt
zorgt voor meer betrokkenheid en bijzonder en structureel contact tussen mensen.
Daarnaast toont onderzoek aan dat er minder conflicten en spanningen zijn in
groenere wijken en nemen de speel- en ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen
toe.
Klimaatactieve stad
De komende jaren is het gewenst de ontwikkelingen vanuit andere overheden in
relatie tot het klimaat te volgen en waar nodig het beleid verder bij te stellen.
4.2
Maatschappelijk belang en doelstellingen
Historisch gezien wordt riolering aangelegd vanuit de volgende maatschappelijke
doelstellingen:
1. Beschermen van de volksgezondheid;
2. Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving, in relatie tot het
rioolstelsel met name het voorkomen van wateroverlast;
3. Beschermen van natuur en milieu (kwaliteit bodem, grond- en oppervlaktewater).
Voor de specifieke zorgplichten die bij de gemeente liggen, vertaalt de gemeente
Hellendoorn bovenstaande maatschappelijke doelstellingen naar de gemeentelijke
zorgplichten. Hierdoor komt ze tot de volgende doelstellingen voor de komende
planperiode:
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 29 -
4 november 2015
1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater;
2. Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater;
3. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig
beïnvloedt.
De Wet gemeentelijke watertaken verplicht gemeenten niet tot het inzamelen en
transporteren van al het afvalwater, het inzamelen en verwerken van ál het hemelwater
en het voorkomen en beperken van álle problemen door grondwaterstanden.
In de navolgende paragrafen worden de zorgplichten, de missie en de visie daarop, en
de taakafbakening verder toegelicht.
4.3
Afvalwaterzorgplicht
4.3.1
Visie
De gemeentelijke zorgplicht voor inzameling van stedelijk afvalwater beperkt zich
overwegend tot huishoudelijk afvalwater en afvalwater dat qua samenstelling daarmee
overeen komt. Dit houdt in dat bedrijfsafvalwater, waarbij geen sprake is van
bovengenoemde herkomst, in beginsel niet door de gemeente ingezameld en
getransporteerd behoeft te worden. In de praktijk zal de gemeente overigens het
bedrijfsafvalwater dat al is aangesloten op een openbaar vuilwaterriool blijven inzamelen
en transporteren mist de samenstelling van dit afvalwater voldoet aan wettelijke eisen
en de goede werking van het rioolstelsel en rioolwaterzuivering niet belemmert.
4.3.2
Missie
De Gemeente Hellendoorn rekent tot haar zorgplicht voor stedelijk afvalwater:
1. Inzameling en transport van afvalwater van alle huishoudens.
2. Inzameling en transport van bedrijfsafvalwater voor zover dat qua omvang en
samenstelling overeenkomt met huishoudelijk afvalwater.
3. Inzameling en transport van bedrijfsafvalwater, anders dan genoemd bij punt 2 voor
zover afvoer naar openbare riolering plaats vindt binnen wettelijke kaders.
Er zal gewerkt worden aan het optimaliseren van in te zetten middelen, zodat het
beheer en de noodzakelijke investeringen op efficiënte en effectieve wijze worden
gedaan. Middels jaarplannen, waarin alle zorgplichten zijn opgenomen, zal een
afweging gemaakt worden van de in te zetten middelen.
De afvalwaterketen staat in de toekomst een fundamentele verandering te wachten. Op
diverse plaatsen in Nederland zijn de eerste tekeningen van die verandering al duidelijk
zichtbaar. In de routekaart afvalwaterketen zijn de toekomstige veranderingen verkend.
Gemeente zal de ontwikkelingen in de komende planperiode nauwgezet volgen en
indien nodig voorstellen doen om het beleid tijdig bij te sturen.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 30 -
Definitief rapport
Recent is bekend geworden dat de planverplichting voor het GRP vanaf 2020 komt te
vervallen, de gevolgen hiervan voor het te voeren beleid na 2020 zullen de komende
jaren worden gevolgd.
4.4
Hemelwaterzorgplicht
4.4.1
Visie
De gemeente Hellendoorn streeft naar een zo duurzaam mogelijke en doelmatige
inzameling en afvoer van hemelwater waarbij hemelwater op een zo natuurlijk mogelijke
manier wordt verwerkt. Gestreefd wordt dit te doen tegen zo laag mogelijke
maatschappelijke kosten waarbij het hemelwater vanuit hygiënisch oogpunt
(volksgezondheid) adequaat wordt ingezameld en afgevoerd. Verontreiniging van
bodem, lucht en oppervlaktewater worden zoveel mogelijk voorkomen en wateroverlast
voor burgers zoveel mogelijk beperkt. De gemeente tracht, conform de opzet van de
wetgeving, het initiatief voor de verwerking van hemelwater dat afkomstig is van
particuliere terreinen zoveel mogelijk bij de burgers neer te leggen binnen de grenzen
van redelijkheid en doelmatigheid.
4.4.2
Missie
Voor de uitwerking van de hemelwaterzorgplicht is het van belang te onderkennen dat
de beleidsvrijheid die in de wetgeving voor de hemelwaterzorgplicht wordt geboden
groot is. Hierbij zijn doelmatigheid en redelijkheid de criteria. In de uitwerking is
onderscheid gemaakt naar nieuw te ontwikkelen gebied en bestaand gebied.
Uitbreidingen woongebied
Onder een uitbreiding wordt verstaan een ruimtelijke ontwikkeling waarbij woningen
worden gebouwd aan de grenzen van bestaande bebouwing (direct langs de bebouwde
kom). Bij woninguitbreidingen wordt gekozen voor het afvoeren van het huishoudelijk
afvalwater in een DWA-stelsel (Droog Weer Afvoer-stelsel: rioolstelsel waarmee geen
regenwater wordt afgevoerd maar alleen huishoudelijk en/of bedrijfsafvalwater) en het
apart inzamelen, afvoeren en verwerken van hemelwater via bovengrondse of
ondergrondse hemelwatervoorzieningen.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 31 -
4 november 2015
Uitbreidingen bedrijventerrein
Bij een nieuw bedrijventerrein gaat de voorkeur uit naar een systeem met drie typen
afvoeren: huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, licht vervuild hemelwater en schoon
hemelwater.
Bebouwing buiten de bebouwde kom
Voor afvalwater van nieuwbouw van een of enkele woningen en bestaande
bebouwingen buiten de bebouwde kom geldt meestal dat deze worden aangesloten op
drukriolering. Voor nieuwe aansluitingen op drukriolering wordt gewerkt met het
‘Aanvraagformulier aansluiting drukriolering’, via dit formulier worden de aansluitkosten
en de voorwaarden waaronder kan worden aangesloten geregeld. Hemelwater van deze
woningen mag niet op drukriolering worden geloosd. Hemelwater dient lokaal te worden
verwerkt. Het hemelwater van openbare verhardingen buiten de bebouwde kom (die in
beheer zijn bij de gemeente) wordt eveneens lokaal verwerkt, hoofdzakelijk door het
water af te voeren naar naastliggende bermen en sloten.
Inbreidingen woongebied en wijziging van verhard oppervlak
Inbreidingen
Onder een inbreiding wordt verstaan een ruimtelijke ontwikkeling waarbij woningen
worden gebouwd binnen bestaande bebouwing (in de bebouwde kom). Bij
woninginbreidingen wordt gekozen voor het afvoeren van het huishoudelijk afvalwater in
een DWA-stelsel (Droog Weer Afvoer-stelsel: rioolstelsel waarmee geen regenwater
wordt afgevoerd maar alleen huishoudelijk en/of bedrijfsafvalwater) of gemengd
rioolstelsel. De keuze hangt af van het rioolstelsel waarop aangesloten moet worden in
de omgeving van de inbreiding.
Wijziging van verhard oppervlak
Regelmatig komt het voor dat wijzigingen worden aangebracht in het verhard oppervlak
van particulieren (dakvlakken en inritten) en openbare verhardingen, bijvoorbeeld
wanneer een school wordt gesloopt en vervangen of wanneer een parkeerplaats wordt
verkleind of vergroot. Voor de afvoer en verwerking van hemelwater als gevolg van
wijziging van verhard oppervlak gelden dezelfde beleidsuitgangspunten als voor
inbreidingen.
Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom
Het grootste deel van de bouwvergunningaanvragen betreft kleine aanbouwtjes aan
bestaande woningen. Voor aanbouwen met een toename van het verhard oppervlak
kleiner dan 50 m2 wordt scheiding van hemelwater en afvalwater niet verplicht gesteld.
Voor uitbouwen van woningen boven 50 m2 wordt scheiding van afvalwater en
hemelwater wel verplicht gesteld.
Rioolvervanging, herinrichting openbare ruimte
Bij herinrichting van de openbare ruimte, wegrenovatieprojecten, groenprojecten of
rioolvervangingsprojecten zoekt de gemeente actief naar mogelijkheden om verhard
oppervlak af te koppelen indien dit op doelmatige en duurzame wijze mogelijk is.
De gemeente vervangt gemengde stelsels alleen door gescheiden stelsels als dit
doelmatig is waarbij zoveel mogelijk werk met werk wordt gemaakt. De gemeente streeft
er bij deze projecten naar de particuliere terreinen bij rioolvervangingen zoveel mogelijk
af te koppelen. Via de hemelwaterverordening kunnen particulieren worden verplicht
hieraan mee te werken.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 32 -
Definitief rapport
Bestaand woongebied, bestaand bedrijventerrein, geen projecten
In bestaand woongebied of bestaande bedrijventerreinen waar geen projecten plaats
vinden gaat de gemeente niet over tot het actief ontvlechten van hemelwater en
afvalwater. Het op grote schaal ontvlechten van hemelwater in woongebieden waar de
komende tijd geen projecten plaatsvinden en waar het afvalwaterstelsel vanwege de
goede kwaliteitstoestand nog niet aan vervanging toe is, acht de gemeente vanuit
kostenoogpunt niet doelmatig.
Informeren burgers en bedrijven
De gemeente is van mening dat communicatie een belangrijk middel is om de
bewustwording bij burgers bij het veranderende hemelwaterbeleid verder in gang te
zetten. Vooral is er aandacht nodig voor de doorvertaling van het landelijke beleid naar
de gemeentelijke praktijk (waarom wil de maatschappij hemelwater en afvalwater
scheiden) en voor het ontwikkelen van het begrip bij burgers dat burgers zelf een
verantwoordelijkheid hebben en dat hemelwaterstelsels niet zijn ontworpen op (zeer)
extreme regengebeurtenissen en dat er dus altijd een kans is op wateroverlast.
4.5
Grondwaterzorgplicht
4.5.1
Visie
De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen
teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond
gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit voor zover het
treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van de particulier, het
waterschap of de provincie behoren.
4.5.2
Missie
Grondwater en grondwaterstanden mogen geen aanleiding zijn tot overlast voor de aan
de grond gegeven bestemming. De gemeente wil gehoor geven aan de verbrede
zorgplicht, door binnen de grenzen van doelmatigheid en financiële en technische
haalbaarheid maatregelen te treffen om structurele grondwateroverlast te voorkomen of
te beperken in het openbaar gebied.
Perceeleigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor eventuele nadelige gevolgen op eigen
perceel, voor zover zij daar redelijkerwijs zelf in kunnen voorzien. De gemeentelijke
zorgplicht geldt alleen voor maatregelen die niet tot de verantwoordelijkheid van het
waterschap en de provincie behoren. Als de oplossing van structurele problemen
doelmatiger is via maatregelen van andere overheden dan zijn gemeentelijke
maatregelen in het kader van de grondwaterzorgplicht niet aan de orde.
De gemeentelijke taakopvatting ten aanzien van de drie centrale begrippen in de
grondwaterzorgplicht structureel, nadelig en doelmatig is navolgend verwoord. Tevens
zijn enkele situaties aangegeven die door de gemeente worden uitgesloten.
Structurele grondwateroverlast dient:
 wederkerend te zijn en gemeld (tenminste jaarlijks geregistreerd);
 én gedurende langere tijd voor te komen (tenminste 1 maand continu);
 én niet tijdelijk te zijn (tenminste 2 jaar);
 én stabiel of toenemend te zijn.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 33 -
4 november 2015
Nadelige gevolgen zijn:
 gezondheidsklachten door vocht in de woning;
 óf schade aan gebouwen of infrastructuur;
 aantasting van de primaire functie op basis van het bestemmingsplan.
Doelmatigheid:
 maatregelen dienen effectief te zijn (met de maatregelen worden de problemen
voorkomen of aanzienlijk beperkt);
 én maatregelen dienen efficiënt te zijn (geen alternatieven op de probleemlocatie
die goedkoper of effectiever zijn);
 én de kosten van de maatregelen dienen in verhouding te staan tot de nadelige
gevolgen.
Per locatie wordt door de gemeente een afweging gemaakt op basis van het karakter
van de overlast, de mogelijke gevolgen en de doelmatigheidscriteria. Onderstaande
gevallen worden uitgesloten.
Uitgesloten zijn:
 situaties waarbij het de bouwkundige of waterhuishoudkundige
verantwoordelijkheid betreft van de eigenaar (bijvoorbeeld diepe kelders en
kruipruimtes);
 gebeurtenissen van regionale en boven regionale oorsprong (bijvoorbeeld hoge
waterstanden in watergangen);
 situaties die het gevolg zijn van de wijze van bouwrijp maken van de wijken die in
het verleden (voor 2008) zijn aangelegd;
 situaties waarbij het incidentele overlast door bijvoorbeeld zware regenval betreft.
Aansprakelijkheid
De gemeente is lang niet altijd verantwoordelijk te stellen voor geleden schade door
grondwateroverlast. Alleen als de gemeente aantoonbaar haar taak heeft verwaarloosd,
dan kan zij aansprakelijk gesteld worden voor de ontstane schade. Dit is conform het
Burgerlijk Wetboek (art 6:162). Schade die in het verleden is ontstaan (vóór de
inwerkingtreding van de Waterwet d.d. 22 december 2009) door grondwateroverlast is
niet met terugwerkende kracht te verhalen.
Waterloket
De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de goede staat van zijn eigendom. Hij
zorgt voor bouwkundige of waterhuishoudkundige voorzieningen op het eigen terrein en
voor de eigen woning (zoals een vochtdichte vloer). De perceel eigenaar kan echter wel
voor grondwateroverlast terecht bij de gemeente. De gemeente geldt als eerste
aanspreekpunt (loketfunctie). De gemeente registreert de meldingen en voert de regie
over de doelmatige aanpak van grondwaterproblemen.
Waterschap
Bij het oplossen van grondwaterproblemen zal uitdrukkelijk rekening worden gehouden
met de doelstellingen van de waterkwaliteit en kwantiteit. In overleg met het waterschap
zal in voorkomende gevallen gezocht worden naar de meest doelmatige oplossingen.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 34 -
Definitief rapport
5
HUIDIGE SITUATIE EN BELEID PLANPERIODE
5.1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft aan de hand van een beschrijving van de huidige situatie en een
beschrijving van het toekomstige beleid inzicht in de vragen “Wat hebben we ?”, en “Wat
gaan we doen ?”. De eerste vraag vormt samen met het toetsingskader (hoofdstuk 4)
het vertrekpunt voor beantwoording van de tweede vraag. Het beleid is een samenstel
van beheeractiviteiten, maatregelen (investeringen) en onderzoek.
Dit hoofdstuk is ingedeeld naar de drie zorgplichten. Een samenvatting van de financiële
gevolgen is opgenomen in paragraaf 5.8. De lasten die in paragraaf 5.8 zijn opgenomen
zijn op prijspeil 2016.
5.2
Afvalwaterzorgplicht, wat hebben we?
5.2.1
Inzameling van afvalwater
Binnen en buiten de woonkernen van de gemeente Hellendoorn is het afvalwater van
alle woningen en bedrijven voor zover bekend aangesloten op de riolering. Incidenteel is
het mogelijk dat een woning niet aangesloten is omdat bijvoorbeeld oude aansluitingen
op septic tanks niet zijn overgezet op openbare rioleringsvoorzieningen. Als de
gemeente dit signaleert neemt zij actie om de betreffende woning alsnog aan te sluiten
op een voorziening.
5.2.2
Infrastructuur
De meeste rioleringsgebieden zijn voorzien van een gemengd, gescheiden of verbeterd
gescheiden rioolstelsel. Bij een gemengd stelsel wordt afvalwater en hemelwater
gezamenlijk ingezameld en afgevoerd, bij een gescheiden of verbeterd gescheiden
rioolstelsel is de inzameling en afvoer van hemelwater en afvalwater gescheiden. Tabel
4 geeft een overzicht van de voorzieningen die in de loop der jaren zijn aangelegd. De
kaart “Rioolstructuur” in bijlage 2 geeft een beeld van de opbouw van het Hellendoornse
rioolstelsel.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 35 -
4 november 2015
Tabel 4: Omvang rioolstelsel
Omschrijving
Omvang
Riolering
Eenheid
215
Km.
145
Km.
Dwa
37
Km.
RWA
21
Km.
IT
12
Km.
10
Km.
Drukriolering
209
Km.
Pompputten
765
Stuks
24
stuks
Gemengd
Persleiding
Rioolgemalen
Bergbezinkbassins
Controleputten
Overstortputten (DWA)
Overstortputten (RWA)
Kolken
Ondergrondse infiltratievoorzieningen
7
stuks
6665
stuks
37
stuks
55
stuks
15392
stuks
6
Stuks
Het rioolstelsel van de gemeente Hellendoorn is hoofdzakelijk na 1950 aangelegd,
vooral in de jaren zestig en zeventig is er veel riolering aangelegd. Figuur 3 geeft een
overzicht van de leeftijdsopbouw van de riolering. De kaart “Levensduur” in bijlage 2
geeft een beeld van de leeftijdsopbouw van het Hellendoornse rioolstelsel.
Totaal
100000
80000
60000
Totaal
40000
20000
1940
1951
1954
1959
1962
1965
1968
1971
1974
1977
1980
1983
1986
1989
1992
1995
1998
2001
2004
2007
2010
2013
0
Figuur 3: Leeftijdsopbouw riolering
5.2.3
Kwaliteitstoestand vrijvervalriolering
Gemeente is in 2006 gestart met een nieuwe cyclus waarbij het rioolstelsel in 10 jaar
volledig wordt gereinigd en geïnspecteerd. In de afgelopen planperiode is circa 100 %
van het gehele stelsel geïnspecteerd. Inspectieresultaten worden aansluitend aan de
inspecties in detail beoordeeld en vertaald naar reparatie, renovatie en
vervangingsmaatregelen. Het algemene beeld dat naar voren komt uit de beoordeling
van de inspecties is dat de rioolstelsels in relatief goede staat verkeren.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 36 -
Definitief rapport
5.2.4
Kwaliteitstoestand installaties
Alle riool-, spoel- en ledigingsgemalen zijn in de afgelopen planperiode regelmatig
gereinigd en in detail geïnspecteerd. De resultaten van de inspecties zijn beoordeeld
waarna onderhoudsmaatregelen voor de periode tot 2020 zijn bepaald. De afgelopen
jaren zijn de meest urgente gebreken als eerste aangepakt alsmede de renovatie van
de gemalen Kerkstraat en Boomcateweg. De komende jaren worden de overige
gebreken aangepakt, hiervoor is een meerjarenplan opgesteld. Reiniging en inspectie
en eenvoudig te verhelpen storingen bij drukrioolunits, gebeurd door de eigen
storingsdienst. Kleine gebreken worden daarbij meteen door de storingsdienst
verholpen. Grotere gebreken worden door de rioolbeheerder beoordeeld en vervolgens,
bij voorkeur geclusterd uitbesteed.
Er zijn regelmatig onderhoudsproblemen bij drukrioolunits die samenhangen met het
lozingsgedrag van de gebruikers. De kwaliteit van drukriolen en persleidingen is
momenteel niet bekend omdat deze leidingen niet geïnspecteerd zijn. In de praktijk zijn
er geen problemen bekend. Het is gewenst de komende planperiode meer inzicht te
krijgen in de leeftijdsopbouw en verwachtte levensduur van deze leidingen.
5.2.5
Organisatie rioleringsbeheer
Figuur 4 geeft een beeld van de wijze waarop het rioleringsbeheer in de gemeente
Hellendoorn momenteel via uitvoeringsprogramma’s is georganiseerd. In de komende
planperiode zal de organisatie op een aantal punten worden gewijzigd, dit komt aan de
orde in paragraaf 5.3.1.
5.2.6
Dagelijks en planmatig beheer
Het dagelijks en planmatig beheer en onderhoud van de riolering is onderverdeeld naar
de volgende hoofdposten:
 Beleid riolen en water;
 Beheer riolering;
 Onderhoud riolering;
 Riolering algemeen.
Onder de post beleid riolen en water vallen de activiteiten die samenhangen met het
uitvoeren van onderzoeken en het opstellen van plannen zoals dit GRP4,
basisrioleringsplannen en modelkalibraties. De taken in deze post worden door de
beleidsmedewerker in samenspraak met de rioolbeheerder uitgevoerd.
Het dagelijkse en planmatige beheer van de vrijvervalriolering zoals reiniging en
inspectie van riolen gebeurd vanuit de binnendienst door de rioolbeheerder en is
ondergebracht in de post beheer riolering. Ook het beheer van de mechanische riolering
(reiniging en inspectie) en meetapparatuur en onderhoudscontracten met derden vallen
in deze post.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 37 -
4 november 2015
Figuur 4: Organisatie rioleringsbeheer
Het onderhoud van de vrijvervalriolering en de mechanische riolering gebeurd vanuit de
buitendienst en is ondergebracht in de post onderhoud riolering. Onder deze post vallen
activiteiten als het herstellen van putranden, herstellen en schoonmaken van kolken, het
oplossen van calamiteiten en het onderhoud aan drukriolering en persleidingen en
bergbezinkbassins.
Onder de post riolering algemeen vallen kapitaallasten van investeringen uit het
verleden, toerekening voor interne en externe personele uren, toerekening ten behoeve
van activiteiten van andere afdelingen (zoals straatvegen, bijdrage voor het maaien van
bermen en sloten en perceptiekosten) en kwijtschelding.
5.2.7
Hydraulisch en milieutechnisch functioneren rioolstelsels
Het hydraulisch functioneren van de rioolstelsels in de kernen Konijnenberg, ’t Lochter &
Groot Lochter en Hellendoorn is in de afgelopen planperiode op basis van een
theoretisch model getoetst via een herberekening. Deze herberekeningen zijn
vastgelegd in basisrioleringsplannen. Voor de kernen Nijverdal Centrum, Daarle en
Daarlerveen zijn soortgelijke plannen al eerder opgesteld. Bijlage 2 geeft een overzicht
van alle externe overstorten in de rioolstelsels van de gemeente en de kenmerken van
deze overstorten.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 38 -
Definitief rapport
In 2012 heeft de gemeente een afvalwatermeetnet geïnstalleerd. Op basis van dit
meetnet is voor de kern Nijverdal centrum een geoptimaliseerd rioleringsmodel
opgesteld. Hierbij wordt het theoretische rioleringsmodel bijgesteld via een analyse van
meetgegevens vanuit het afvalwatermeetnet en ontstaat een betere basis voor het
bepalen van toekomstige aanpassingen aan het systeem.
Het hydraulisch functioneren van de gemalen Industrieweg, Boomcateweg,
Sanatoriumlaan, Kerkstraat en Kasteelstraat is de afgelopen jaren in detail onderzocht.
In het kader van de voorziene renovatie van deze gemalen zijn voorstellen gedaan om
het hydraulisch functioneren van deze gemalen te verbeteren. De verbetermaatregelen
zijn inmiddels voor de gemalen Industrieweg, Boomcateweg, Sanatoriumlaan en
Kerkstraat uitgevoerd. Het grote aantal storingen van het drukrioolsysteem Meester
Werkmanstraat is aanleiding geweest tot een nader onderzoek. Op basis van dit
onderzoek zijn er maatregelen uitgevoerd (aanpassen/verplaatsen van een tweetal
gemalen).
5.2.8
Incidentenplan
De gemeente heeft de zorgplicht voor het afval-, hemel- en grondwater en soms voor
delen van het oppervlaktewater. Dit betekent dat de gemeente voorbereidt moet zijn op
eventuele (milieu-)incidenten en calamiteiten die te maken hebben met riolering én op
de bestrijding daarvan. Een incidentenplan voor de riolering brengt hierin structuur,
zodat er tijdens een incident adequaat kan worden opgetreden.
Het incidentenplan riolering, dat alleen betrekking heeft op de openbare ruimte, heeft tot
doel als leidraad te dienen bij de afhandeling van rioleringsincidenten binnen gemeente
Hellendoorn. Het plan geeft inzicht in de volgende zaken:
 hoe adequaat en doelgericht te handelen tijdens een incident;
 geven van duidelijkheid over bevoegdheden en coördinatie;
 geven van een compleet en helder overzicht van (mogelijk) uit te voeren
maatregelen;
 hoe incidenten vast te leggen, te evalueren en ervan te leren.
Het plan is daarbij vooral gericht op de eigen gemeentelijke organisatie. Het is niet
zozeer een juridisch document, maar moet handvatten geven voor de eigen organisatie,
gericht op taken en verantwoordelijkheden. Op basis van evaluatie wordt het plan zo
nodig uitgebreid / aangepast.
Na incidenten of oefeningen worden evaluaties uitgevoerd zodat:
 de taken en verantwoordelijkheden in de organisatie meer bewust worden gemaakt;
 duidelijkheid is welk team, en het moment van de dag welk persoon, het
aanspreekpunt binnen de gemeente is. Het hoofd team WRV fungeert als eerste
overall aanspreekpunt;
 ervaringen en de wijze waarop afstemming van het bestrijden van een incident
tussen waterschap(pen) en gemeente plaatsvindt worden vastgelegd;
 kennis wordt opgedaan over in te zetten materieel en andere processen (preventief,
actief en tijdens de nazorgperiode).
Mogelijk worden de oefeningen van de gemeente gecombineerd met die van de
waterschappen/buurgemeenten. Dit bevordert tevens de onderlinge samenwerking.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 39 -
4 november 2015
5.3
Afvalwaterzorgplicht, wat gaan we doen?
5.3.1
Hoe gaan we het rioleringsbeheer organiseren
Figuur 5 geeft een beeld van de wijze waarop het rioleringsbeheer in de gemeente
Hellendoorn in de toekomst zal worden georganiseerd. Er zal een rioolbedrijf worden
ingericht van waaruit alle taken worden gecoördineerd. Het eerste aanspreekpunt voor
het rioolbedrijf is de beleidsmedewerker Riolen en Water. In de werkgroep GRP4 zijn de
volgende personen vertegenwoordigd:

Opzichter riolen;

Rioolbeheerder;

Hoofd team WRV / Projectleider;

Beleidsmedewerker;

Medewerker van financiën en control.
Hoofd team WRV
Rioolbedrijf
Parkeerbedrijf
Team WRV
Werkgroep GRP4:
Beleid-, Onderhoud
Riolen-, Beheer
Riolering,Investeringen Riolen, F&C
Jaar
programma/planning
(0,2 Fte)
Onderhoud Riolen
(buitendienst WRV) (4
Fte)
5.3.2
Beheer Riolering
+investering
installaties (0,8 Fte)
Investeringen
afval/hemelwater+re
novatie riolen (2,5Fte
V&T)
Beleid (0,8 Fte)
Begroting-, Burap's-,
Jaarrekening-,
Budgetbewaking
Dagelijks en planmatig beheer
Het planmatig en dagelijks beheer is (financieel en operationeel) verdeeld over de
volgende onderdelen:
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 40 -
Definitief rapport




Onderhoud riolering;
Beheer riolering;
Beleid;
Riolering algemeen en budgetbewaking.
Deze paragraaf gaat in op de hoofdposten, onderhoud riolering, beheer riolering en
budgetbewaking. Beleid riolen en water wordt behandeld in paragraaf 5.3.2. Daarnaast
is er een paragraaf gewijd aan contracten met derden en gaat (paragraaf 5.3.3).
Paragraaf 5.3.4 gaat tot slot in op een speerpunt in dit GRP4 namelijk
assetmanagement.
Onderhoud riolering
Onder de post onderhoud riolering vallen alle activiteiten die samenhangen met het
onderhoud van de vrijverval- en drukriolering. Deze activiteiten worden door de
buitendienst uitgevoerd of aangestuurd.
Tabel 5: Activiteiten onderhoud riolering
Activiteit / kostensoort
Opmerking
Storten rioolslib
Storten slib dat vrijkomt bij reiniging van riolering, kolken,
gemalen en drukrioolunits.
Putranden (deksels)
Kolkenplan
Uitvoeren van reparaties aan putranden.
Opstellen kolkenplan en repareren of vervangen van
kolken.
Hoofdriool (calamiteiten)
Herstellen van onvoorziene schades in de hoofdriolering.
Onderhoud aan hoofdpersleidingen, ontstopping verstopte
leidingen en reiniging.
Reinigen van kolken/lijngoten 2 keer per jaar.
Hoofdpersleidingen
Reinigen van kolken
Huisaansluitingen en kolken
Externe riooloverstorten
Installaties
Verhelpen van klachten/aanvragen en meldingen
1 maal per jaar uitmaaien van de watergangen/groene
bergingen achter rioolovestorten. Verwijderen van vuil van
overstort roosters.
e
Verhelpen 1 lijn storingen. Opname meterstanden
minigemalen.
Beheer riolering
Onder de post beheer riolering vallen alle activiteiten die samenhangen met het
dagelijkse en planmatige beheer van de vrijvervalriolering zoals reiniging en inspectie
van riolen en kolken en preventief en correctief onderhoud van de vrijvervalriolering. Zie
tabel 5. Deze activiteiten worden door de rioolbeheerder uitgevoerd of aangestuurd. Het
beheer van de mechanische riolering is in Hellendoorn administratief gezien
geïntegreerd met de investeringen voor de mechanische riolering. Onder het dagelijkse
en planmatige beheer van mechanische riolering en meetapparatuur vallen onder
andere de activiteiten reiniging, inspectie, correctief en preventief onderhoud, elektriciteit
en kosten voor datacommunicatie.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 41 -
4 november 2015
Tabel 6: Activiteiten beheer riolering
Activiteit / kostensoort
Opmerking
Reiniging en inspectie
Betreft reiniging en inspectie van vrijvervalleidingen en
kolken.
Deelreparaties leidingen
Uitvoeren van reparaties zoals het herstellen van scheuren,
aansluiting op riolering en het verwijderen van wortels.
Interne constructies
Betreft reiniging en inspectie van speciale voorzieningen in
het rioolstelsel zoals stuwputten.
Onderhoud infiltratie
voorzieningen
H2s maatregelen
Energie/stroomkosten
Abonnementen
Betreft reiniging en inspectie en klein onderhoud van
infiltratievoorzieningen..
Herstel van riolering als gevolg van aantasting door H2S of
maatregelen om aantasting te voorkomen.
Abonnementskosten voor onder andere Rioned,
beheerpakketten etc.
Riolering algemeen en budgetbewaking
Riolering algemeen en budgetbewaking betreft bijdragen aan in- en externe diensten,
inhuur en kapitaallasten. Zie tabel 7.
Tabel 7: Activiteiten beheer riolering
Activiteit / kostensoort
Opmerking
Geo-informatie
Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster
grondgebied.
Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster Geoinformatie.
Informatie en faciliteiten
Betreft kosten voor informatievoorziening en bijbehorende
faciliteiten
Bouwkundig beheer
Betreft kosten voor bouwkundig beheer (gebruik van
gebouwen)
Cluster Grondgebied
Cluster Samenleving
Kosten voor apparatuur (bijvoorbeeld gebruik en beheer
eigen vrachtwagen)
Bijdrage vanuit het product riolering voor reiniging van
straten.
Bijdrage vanuit het product riolering voor het maaien van
bermen en sloten.
Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster
Samenleving.
Heffing&Inning
Betreft toerekeningen van kosten voor heffing en inning van
de rioolheffing.
Kapitaalslasten
Kwijtschelding
Rente- en afschrijvingslasten van investeringen.
Bijdrage vanuit het product riolering voor kwijtschelding.
Naleving regelgeving drukriolering
Betreft urentoerekening ten behoeve van het cluster
Handhaving.
Tractie en garage
Straatreiniging
Maaien Bermen en sloten
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 42 -
Definitief rapport
5.3.3
Beleid en planvorming
In de planperiode van dit GRP4 zijn de volgende onderzoeken en plannen voorzien.
 Actualiseren basisrioleringsplannen;
 Risico gestuurd beheer;
 Beheerplan vrijvervalriolering en mechanische riolering; Rioolbeheer
 GRP5;
 Actualiseren hemelwaterbeleid;
 Waterkansenkaart;
 Riolering buitengebied;
 Communicatiemateriaal;
 Benchmark;
 Samenwerking buurgemeenten, samenwerkingsverband Twents Waternet;
 Afvalwaterakkoord;
 Opstellen jaarprogramma’s.
Actualiseren basisrioleringsplannen
In de te actualiseren BRP’s zullen, naast de theoretische inzichten, ook de meetdata
worden geïntegreerd om zo het theoretisch functioneren te toetsen aan de werkelijkheid.
De modellen worden zo verder geoptimaliseerd en afgestemd op de praktijk. Ook de
klimaatanalyse die in 2015 is uitgevoerd zal worden geïntegreerd in de BRP’s.
Gestreefd wordt te komen tot een overkoepelend BRP voor het gehele rioolstelsel aan
het einde van de planperiode van het GRP4.
Risico gestuurd beheer
Assetmanagement omvat de uitdaging om investeringen zo lang mogelijk te laten
renderen. Daarbij worden prestaties, risico’s en kosten gewogen waarna afgewogen
beheers- en investeringsbeslissingen gemaakt kunnen worden. Een stapsgewijze
uitwerking van hoe we in Hellendoorn risico gestuurd beheer zullen opzetten is
opgenomen in paragraaf 5.3.3.
Beheerplan vrijvervalriolering en mechanische riolering
Het GRP4 verwoordt het beleid voor de rioleringszorg en beschrijft op hoofdlijnen welke
activiteiten we gaan doen en de gevolgen voor personeel en financiën. De verdere
uitwerking van het beleid vindt plaats in beheerplannen en operationele jaarplannen. In
2018 worden beheerplannen opgesteld voor de vrijvervalriolering en mechanische
riolering ten behoeve van het volgende GRP. De beheerplannen bevatten een
beschrijving van het beheerproces, een evaluatie van de beheerervaringen en een
uitwerking van de beheeractiviteiten en noodzakelijke investeringen voor het op peil
houden van de rioleringsvoorzieningen op basis van actuele inspecties.
GRP5
Na een periode van 5 jaar eindigt de looptijd van dit GRP4. Daarom zal in 2020 een
nieuw GRP worden opgesteld.
Actualiseren hemelwaterbeleid
Het hemelwaterbeleid zoals verwoord in dit GRP4 wordt aan de hand van de ervaringen
de komende jaren en de ontwikkelingen regelmatig tegen het licht gehouden. Op basis
van deze inzichten wordt het beleid waar nodig gewijzigd of aangescherpt.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 43 -
4 november 2015
Waterkansenkaart/klimaatmaatregelen
Door het opstellen van een ‘waterkansenkaart per woonkern, wordt optimaal gebruik
gemaakt van lokale mogelijkheden om hemelwater af te voeren en te verwerken. Met
deze ‘waterkansenkaarten’ leggen we vast wat er op het gebied van water moet
gebeuren bij werkzaamheden in de openbare ruimte.
Riolering buitengebied
Inventariseren lozingspunten persleidingen, uitvoeren verbetermaatregelen
Op locaties waar persleidingen of drukriolering zijn aangesloten op de vrijvervalriolering
komt regelmatig aantasting voor van beton door H2S. In de komende planperiode zullen
we deze punten inventariseren en waar nodig verbetermaatregelen bepalen en
uitvoeren.
Controle lozingsgedrag
Gebreken in drukrioolunits hangen samen met het lozingsgedrag. In overleg met het
team VTM is in 2015 een traject ingezet om extra aandacht te geven aan het
controleren van het lozingsgedrag mede op basis van klachten vanuit de meldlijn. Met
name bedrijfsafvalwaterlozingen krijgen bij de controle aandacht. Nagegaan zal worden
of de afvalwaterlozingen in overeenstemming zijn met de regelgeving in het
activiteitenbesluit. Via een extra handhavingsinspanning worden vooral grotere niet
huishoudelijke afvalwaterlozingen op drukriolering gecontroleerd. Mocht blijken dat de
afvalwaterlozing niet overeenstemming met de regelgeving of dat storingen worden
veroorzaakt door slecht lozingsgedrag dan zullen de kosten van herstel worden
verhaald op de lozer.
Nieuwe aansluitingen op drukriolering
Voor nieuwe aansluitingen op drukriolering wordt via de omgevingsvergunning gewerkt
met het ‘Aanvraagformulier aansluiting drukriolering’, via dit formulier worden de
aansluitkosten en de voorwaarden waaronder kan worden aangesloten geregeld.
Communicatiemateriaal
De gemeente haakt voor communicatie over het gebruik van de riolering zoveel mogelijk
aan bij landelijke brochures die vanuit de stichting RIONED beschikbaar zijn. Ook zal de
gemeente meeliften met communicatiecampagnes die door deze stichting regelmatig
worden opgezet. Daarnaast wordt er aandacht gegeven aan communicatiemateriaal dat
specifiek voor Hellendoorn is bedoeld. De communicatievoorziening via de
gemeentelijke website wordt jaarlijks bijgewerkt.
Benchmark
In 2016 wordt een nieuwe landelijke benchmark rioleringszorg uitgevoerd waaraan
Hellendoorn zal deelnemen. De prestaties in de rioleringszorg tussen gemeenten
onderling worden in deze benchmark vergeleken.
Afvalwaterakkoord
Zowel de waterschappen als de gemeente Hellendoorn streven ernaar samen te werken
in de afvalwater- en waterketen. In het verleden zijn de mogelijkheden hiervoor al eens
onderzocht. Gestreefd wordt in de planperiode te tot een concreet afvalwaterakkoord
met de waterschappen te komen waarin op een modulaire wijze de
samenwerkingsafspraken worden verwoord. Onder andere aspecten als meten en
monitoren, onderzoek naar vreemd water, beleid voor ongewenst lozingsgedrag,
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 44 -
Definitief rapport
optimalisering van gescheiden systemen in relatie tot foutaansluitingen en de vorm
waarin ambtelijk en bestuurlijk overleg plaatsvind kunnen een plek krijgen in dit akkoord.
Samenwerking
Naast de samenwerking in het Twents Waternet werkt Hellendoorn intensief samen met
de buurgemeenten, in de komende planperiode wordt de samenwerking met het Twents
Waternet en de samenwerking met de buurgemeenten voortgezet. Om de
samenwerkingsprojecten in het Twents Waternet te kunnen laten plaatsvinden, wordt
jaarlijks een vast budget gereserveerd.
Jaarprogramma
In de planperiode van het GRP4 wordt het beleid via operationele jaarprogramma’s
gevolgd. Het operationele jaarprogramma kunnen tevens kan worden gebruikt als
afstemmingsdocument tussen de diverse afdelingen en teams en als hulpmiddel bij de
periodieke rapportages aan management en gemeentebestuur.
5.3.4
Actualiseren beheer-en onderhoudscontracten
In de looptijd van dit GRP4 zullen enkele beheer- en onderhoudscontracten verlopen.
Het gaat hierbij om de volgende contracten:
 Reiniging en inspectie vrijvervalriolen;
 Correctief onderhoud installaties.
In de komende jaren worden de ervaringen met deze contracten geëvalueerd en worden
op basis van deze evaluatie nieuwe contracten opgezet zodat deze een degelijke
meerwaarde geven bij de het uitvoeren van de taken.
5.3.5
Risico gestuurd beheer
Nu de infrastructuur nagenoeg compleet is, staan we voor de uitdaging om de
investeringen zo lang mogelijk te laten renderen. Dit vraagt om een aanpak waarbij de
met de infrastructuur te leveren prestaties, met bijbehorende risico’s centraal staan in
plaats van het bouwen en ‘meters’ maken. Zoals aangegeven in hoofdstuk 4 gaan we
een eerste aanzet maken naar meer inzicht krijgen in de toestand en het functioneren
van het afvalwatersysteem en individuele objecten. Ook individuele objecten, omdat
deze het systeempresteren beïnvloeden. We willen gaan leren van de geleverde
prestatie en de daarbij behorende risico’s, en vervolgens op basis daarvan beheer en
onderhoud optimaliseren. We gaan meer sturen op te bereiken effecten (bijvoorbeeld
aantal meldingen van burgers en bedrijfsleven ).
De basis voor dit alles wordt gevormd door een goed gegevensbeheer. We gaan dit
stapsgewijs verder inrichten en actueel houden en sluiten hierbij aan bij de landelijke
ontwikkelingen (o.a. Stichting RIONED). De focus wat betreft het vergroten van inzicht in
toestand en functioneren, leggen we de komende jaren op meldingen, het afvalwateren het grondwatermeetnet en gemalenbeheer.
Voor het registreren en afhandelen van meldingen maken we in Hellendoorn gebruik
van het digitaal burgerloket van de gemeente Hellendoorn. Op het gebied van stedelijk
waterbeheer hebben we de behoefte aan meer inzicht in de aard van de meldingen, de
achterliggende oorzaken en de getroffen acties. Door gebrek aan eenduidigheid en
onvolledige registratie is het soms lastig te leren van de eigen meldingen en te
profiteren van leerpunten uit meldingen van andere gemeenten. We willen meer te
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 45 -
4 november 2015
weten komen over de relatie tussen ontwerp, beheer en gebruik van de stelsels en het
aantal en de aard van de meldingen. Om dit te bewerkstelligen heeft de Stichting
RIONED in samenwerking met een aantal partijen het standaard-uitwisselingsformat
voor meldingen (SUF-MELD) ontwikkeld. We gaan deze systematiek toepassen binnen
Hellendoorn.
Meer kennis over het daadwerkelijke functioneren van het afvalwater-, hemelwater- en
grondwatersysteem, de invloeden daarop en over de effecten voor de omgeving
verzamelen we met het afvalwatermeetnet en grondwatermeetnet. In de afgelopen jaren
is hard gewerkt aan het opzetten van een afvalwatermeetnet en grondwatermeetnet. In
de komende planperiode plukken we hier de vruchten van.
We beschikken over een gemalenbesturingssysteem (telemetrie), waarmee we centraal
informatie verzamelen met betrekking tot het aantal en type storingen. We gaan deze
analyseren om de relatie tussen preventief (gepland) en correctief (oplossen van
gebreken naar aanleiding van storingen) onderhoud te onderzoeken, met als doel dit
onderhoud te optimaliseren. Daarnaast willen we veelvoorkomende oorzaken van
problemen per type gemaal analyseren en waar nodig aanpakken.
In de afgelopen jaren is gebleken uit rioolinspecties, dat de actuele toestand van riolen
beter is dan verwacht. We continueren daarom de ingezette strategie waarbij voor de
korte termijn meer reparaties en renovaties nodig zijn dan rioolvervangingen. Deze
maatregelen blijven we baseren op actuele toestandsinspecties waarbij we nieuwe
inspectie- en beoordelingstechnieken zoals wanddiktemeting via lasertechnieken waar
mogelijk zullen gebruiken.
Voor het behalen van de hiervoor aangegeven voornemens is een goed ingericht
gegevensbeheer noodzakelijk. We gaan dit verder inrichten en actueel houden, waarbij
het accent ligt op het ontsluiten en analyseren van data vanuit het afvalwater- en
grondwatermeetnet, meldingen, reinigings- en inspectieresultaten en
berekeningsrekenresultaten uit theoretische modellen. Doelstelling is met kleine stappen
continu te blijven verbeteren in de komende jaren.
We streven er ook naar om de vaste gegevens van alle voorzieningen die we in beheer
hebben actueel te houden in de verschillende beheersystemen. Wat betreft
infiltratievoorzieningen hebben we hier nog een stap te zetten in deze planperiode.
5.3.6
Investeringen riolering
Vervanging
Voor de planperiode zijn voor de in tabel 8 opgenomen locaties vervangings- en
verbeteringsinvesteringen voorzien in de verschillende rioleringsgebieden. De kaart
“vervanging riolering” in bijlage 2 geeft een beeld van de vervangingen voor de
komende planperiode.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 46 -
Definitief rapport
Tabel 8: Overzicht vervangings- en verbeteringsinvesteringen
Gebied
2016
2017
2018
2019
Gebied 4:
Transportriool
Gebied 5:
Nijverdalcentrum/zuid
Gebied 8:
Hellendoorn
Meijboomstraat /
Grotestraat
Gebied 12:
Daarlerveen
Rijssensestraat/
Schansertweg:
Maasstraat:
verbetering
riolering tussen
gemaal de
Brake en de
overstort
ReggewegKasteelstraat
(aanpassingen als gevolg
van
reconstructie)
Zandkuilenweg:
vervanging
Gebied 10:
Daarle
Gebied 11:
Buitengebied
2020
Kerkstraat:
vervanging
zinker onder de
Regge (gemaal
De Brake)
Vervanging
drukriolering
Smidsstraat:
gedeelte
Zinker gemeente
grens
Vervanging
drukriolering
Vervanging
drukriolering
Nieuwstraat:
aansluiting op
persleiding
Vechtstromen
Renovatie Riolen
De rioolrenovatielocaties die vanuit de rioolinspectieprogramma’s naar voren zijn
gekomen zullen worden gebundeld in een jaarlijks renovatieproject. Tabel 9 geeft een
beeld van deze projecten waarbij onderscheid is gemaakt tussen renovatieprojecten op
straatniveau en renovatieprojecten op strengniveau. De kaart “Renovatie” in bijlage 2
geeft een beeld van de renovaties voor de komende planperiode. Naast renovaties zijn
er lokaal schades geconstateerd die dienen te worden gerepareerd (bijvoorbeeld door
middel van een lokale relining). De riolen waar schades zijn geconstateerd zijn
afgebeeld op de kaart “Beheerbehoeftig” in bijlage 2.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 47 -
4 november 2015
Tabel 9: Renovatie riolering 2016-2020
Gebied
Gebied 3:
Konijnenberg
2016
2017
2018
2019
2020
Merelweg
Wierdensestraat
Sanatoriumlaan
Looweg
Veldhuizenweg
Nieuwstadweg
Gebied 4:
Transportriool
Nieuwe Twentseweg
Nieuwe Twentseweg
Noetselerweg
Bentertsweg
Gebied 5:
Nijverdalcentrum/zuid
Holterweg
Korenweg
Kerkstraat
Veldkampsweg
NicolaasBeetsstraat
Veldsweg
Portlandweg
Scheldestraat
Waalstraat
Van Ittersumweg
Gebied 6:
Kruidenwijk Hulsen
Collenstaartweg
Jacob van
Heemskercklaan
Gebied 7:
Nijverdal-Noord
Witte de Withlaan
Johanna van
Burenstraat
Gebied 8:
Hellendoorn
Gebied 9:
Haarle
Gebied 10:
Daarle
Gebied 12:
Daarlerveen
5.3.7
Ninaberlaan
Pastoor Rientjesstraat
Ommerweg
Koemaste
Wiegersstraat
Molenweg
Wierdense-weg
Groeneweg
Dalvoordeweg
Gerhard
Nijlandstraat
Investeringen installaties
De hoofdrioolgemalen en ledigings- en spoelvoorzieningen zijn over het algemeen
genomen in goede staat mede dankzij een aantal renovatieprojecten in de laatste jaren.
Alle kleinere gebreken voor de overige hoofdrioolgemalen en ledigings- en
spoelvoorzieningen worden in de planperiode op basis van het renovatieplan
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 48 -
Definitief rapport
aangepakt. In 2016 wordt het laatste grotere gemaal, gemaal Kasteelstraat,
gerenoveerd.
Kleinere gebreken aan de drukrioolunits worden in het kader van de onderhoudsrondes,
waarbij de units worden gereinigd en geïnspecteerd, door de 1e lijn opgelost. Bij
ernstige gebreken, bijvoorbeeld het vervangen van een complete unit, is de
rioolbeheerder betrokken bij beoordeling van de inspectie en vervolgens het bepalen
van de noodzakelijke ingreep. Navolgende figuur geeft inzicht in de wijze waarop
storingen worden afgehandeld. Ernstige gebreken worden via een onderhoudscontract
met een externe partij aangepakt. Een soortgelijke benadering wordt gevolgd bij
gebreken aan overige bijzondere constructies zoals stuwputten.
5.4
Hemelwaterzorgplicht, wat hebben we?
5.4.1
Ontvlechten hemel- en afvalwater
Bij infrastructuurprojecten in bestaand stedelijk gebied en bij nieuwe in- en uitbreidingen
van woongebied is in de afgelopen 15 jaar veel aandacht geschonken aan het scheiden
van hemel- en afvalwater. Circa 25 tot 30 hectare verharding is daarbij niet aangesloten
op de afvalwaterriolering of afgekoppeld van het gemengde rioolstelsel. De ervaringen
die bij deze projecten zijn opgedaan komen van pas bij nieuwe projecten.
5.4.2
Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen
De watertoets is het proces van vroegtijdig beoordelen van waterhuishoudkundige
aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten via informeren, adviseren en samen
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 49 -
4 november 2015
afwegen. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden
meegewogen bij de totstandkoming van een bestemmingsplan. De watertoets wordt via
een waterparagraaf opgenomen in het bestemmingsplan. De waterparagraaf beschrijft
de waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en
afvalwater) in de huidige en toekomstige situatie en de wijzigingen die optreden en hoe
hiermee wordt omgegaan. De afgelopen planperiode is de watertoets bij alle ruimtelijke
ontwikkelingen toegepast in goed overleg met de waterbeheerders die uiteindelijk
formeel goedkeuring geven. In de praktijk komt het voor dat de waterbelangen te laat in
planprocessen aan de orde worden gesteld. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst.
Ook de doorvertaling van de watertoets in het vervolgtraject (waterhuishoudkundig plan,
definitief ontwerp en bestek) verdient nog de nodige aandacht. Dit geldt ook voor de
doorvertaling van de watertoets naar bouwvergunningen (scheiding van hemelwater en
afvalwater en lokale verwerking van hemelwater).
5.4.3
Beheer van hemelwatervoorzieningen
Het beheer van openbare voorzieningen voor de inzameling, berging en het transport
van hemelwater zal extra aandacht vergen omdat de systemen die worden aangelegd
ten opzichte van het verleden complexer van karakter kunnen worden. Het is daarom
wenselijk in de komende planperiode richtlijnen te ontwikkelen voor ontwerp, uitvoering
en beheer van hemelwatervoorzieningen en deze in te bedden in de werkmethodes van
de gemeente zodat beheerproblemen in de toekomst worden voorkomen. Ook is het
nodig de basisinformatie van al aangelegde voorzieningen gestructureerd vast te leggen
in beheersystemen.
5.4.4
Klimaatscan
In 2014 is een verkenning uitgevoerd van de problematiek van (zware) overbelasting
van rioolstelsels door zeer intensieve regenbuien. Met deze verkenning is inzicht
ontstaan in mogelijke toekomstige wateroverlastlokaties in een deel van de gemeente
(kernen Nijverdal en Hellendoorn). Hiertoe zijn hydraulische berekeningen uitgevoerd
waarbij stroming over verhard oppervlak op basis van de Algemene Hoogtekaart
Nederland (AHN 2) is meegenomen in de berekeningen (zogenaamde 2dberekeningen). Via kaartmateriaal zijn, voor een aantal regenbuien met toenemende
zwaarte, de locaties in beeld gebracht waar water zich in de openbare ruimte kan
verzamelen. Het resultaat van dit project is opgenomen in bijlage 1. De kaarten bieden
een basis voor toekomstige toetsing van projecten vanuit verschillende vakdisciplines in
de openbare ruimte.
5.5
Hemelwaterzorgplicht, wat gaan we doen?
5.5.1
Uitwerking missie en visie hemelwaterzorgplicht
Bij de missie en visie op de hemelwaterzorgplicht (zie paragraaf 4.4) hebben we
onderscheid gemaakt in bestaand gebied en nieuw te ontwikkelen gebied. In deze
paragraaf is de missie en visie zoals verwoord in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt voor de
volgende veelvoorkomende soorten projecten:

Uitbreiding woongebied;

Uitbreiding bedrijventerrein;

Nieuwbouw en bestaande bebouwing buiten de bebouwde kom;
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 50 -
Definitief rapport




Inbreidingen woongebied;
Wijziging van verhard oppervlak;
Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom;
Rioolvervanging, herstructurering, wegrenovatie.
Naast een uitwerking naar soorten projecten is aandacht gegeven aan het beleid voor
het informeren van burgers en bedrijven en flankerend beleid (samenhang met
onkruidbestrijding, strooizouten, bestrijding van hondenpoep).
Uitbreiding woongebied
Voor de hemelwaterafvoer van particuliere verhardingen gaat de gemeente uit van
afvoer bovengronds (via goten) naar de openbare ruimte of ondergronds (via een
leidingsysteem) met een overloop op de erfgrens naar de openbare ruimte. Voor de
hemelwaterafvoer van de openbare verhardingen gaat de gemeente uit van afvoer
bovengronds of ondergronds en centrale verwerking van het hemelwater via een
bergingsvoorziening met aansluiting op oppervlaktewater of een combinatie van een
bergingsvoorziening en infiltratievoorziening.
Als alternatief kan een projectontwikkelaar of particulier ook kiezen voor afvoer en
verwerking van hemelwater van particuliere verhardingen op eigen terrein.
Bij nieuwe uitbreidingen wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van
dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van gemeente en
waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede.
Dimensioneringsgrondslagen uitbreidingen woongebied
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte
zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen;
Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 40 mm , zorgdragen voor
lediging van de voorziening in circa 24 uur.
Uitbreiding bedrijventerrein
Het huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater en het licht verontreinigde hemelwater van
wegen en parkeerterreinen wordt ondergronds afgevoerd en verwerkt middels een
verbeterd gescheiden stelsel. Het afvalwater wordt daarbij naar het DWA-stelsel
afgevoerd en het licht verontreinigde hemelwater naar een hemelwaterstelsel. Als
alternatief voor een verbeterd gescheiden rioolstelsel mag ook een duurzaam verbeterd
gescheiden stelsel worden aangebracht gebaseerd op een verminderde
hemelwaterafvoer via het gemaal al dan niet in combinatie met een reiniging van het
overstortwater. De capaciteit van het regenwatergemaal wordt hierbij teruggebracht.
Voor het schone hemelwater gaat de voorkeur uit naar directe ondergrondse afvoer
waarbij zware regenbuien via een bergingsvoorziening vertraagd worden afgevoerd
naar oppervlaktewater.
Voor de definitieve vormgeving van het rioolstelsel zal per locatie vooraf een afweging
worden gemaakt op basis van doelmatigheid en de landelijke indeling in
bedrijfscategorieën (in deze categorisering is op basis van milieutechnisch
overwegingen een classificering aangebracht tussen bedrijven met een licht karakter
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 51 -
4 november 2015
zoals kantoren en bedrijven met een zwaar karakter zoals bijvoorbeeld een
autosloperij).
Bij uitbreidingen van bedrijventerreinen wordt het proces van de watertoets gevolgd.
Ten aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van
gemeente en waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede.
Dimensioneringsgrondslagen uitbreidingen bedrijventerrein
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte
zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen;
Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 40 mm, zorgdragen voor
lediging van de voorziening in circa 24 uur.
Nieuwbouw en uitbouw bebouwing buiten de bebouwde kom
Voor nieuwbouw van een of enkele woningen en uitbouw van bestaande bebouwingen
buiten de bebouwde kom gelden de volgende dimensioneringsgrondslagen.
Dimensioneringsgrondslagennieuwbouw en uitbouw bebouwing buiten de bebouwde kom
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm);
Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 40 mm , zorgdragen voor
lediging van de voorziening in circa 24 uur.
Inbreidingen woongebied
Voor de hemelwaterafvoer van particuliere verhardingen is uitgangspunt dat deze op
eigen terrein wordt verwerkt, met afhankelijk van de situatie, een mogelijkheid tot
overloop naar een laagte, een gemengd riool, een regenwaterriool of een watergang
zodat er bij overbelasting geen problemen ontstaan.
Ook voor verhardingen in de openbare ruimte wordt uitgegaan van verwerking binnen
de inbreiding, met afhankelijk van de situatie, een mogelijkheid tot overloop naar een
laagte, een gemengd riool, een regenwaterriool of een watergang zodat er bij
overbelasting geen problemen ontstaan.
Bij nieuwe inbreidingen wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten aanzien van
dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van gemeente en
waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede. Wanneer de berging
vanwege ruimtegebrek niet kan worden gerealiseerd in de inbreiding dan kan deze in
overleg met de gemeente op een andere locatie worden gerealiseerd. Gemeente zal
hiervoor een regeling uitwerken gebaseerd op een betaling van een bedrag van de
initiatiefnemer aan de gemeente. Gedacht wordt daarbij aan een bedrag van 400 euro
per m3.
Dimensioneringsgrondslagen inbreidingen
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte
zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen;
Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 20 mm, zorgdragen voor
een noodoverloop van de compensatieberging naar een gemengd riool, een laagte, watergang of
regenwaterriool.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 52 -
Definitief rapport
Wijziging van verhard oppervlak
Voor verwerking van hemelwater als gevolg van wijziging van verhard oppervlak wordt
hetzelfde beleid gevoerd als voor inbreidingen. Praktisch probleem hierbij is wel dat
wijzigingen in verhard oppervlak die niet samenhangen met bouwvergunningen niet
altijd bekend zijn bij de gemeente. Op basis van ervaringen de komende jaren zal dit
onderdeel van de uitwerking daarom mogelijk nog worden bijgesteld.
Bij wijziging van verhard oppervlak wordt het proces van de watertoets gevolgd. Ten
aanzien van dimensionering van de hemelwatervoorzieningen worden de eisen van
gemeente en waterschap gevolgd, deze zijn verwoord in onderstaande uitsnede.
Dimensioneringsgrondslagen inbreidingen en wijzigingen van verhard oppervlak
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte
zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen;
Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 20 mm, zorgdragen voor
een noodoverloop van de compensatieberging naar een gemengd riool, een laagte, watergang of
regenwaterriool.
Uitbouw van woningen binnen de bebouwde kom
Het grootste deel van de bouwvergunningaanvragen betreft kleine aanbouwtjes aan
bestaande woningen. Voor aanbouwen met een toename van het verhard oppervlak
kleiner dan 50 m2 wordt scheiding van hemelwater en afvalwater niet verplicht gesteld,
voor deze aanbouwen behoeft geen compensatieberging te worden aangelegd. Voor
uitbouwen van woningen boven 50 m2 wordt scheiding van afvalwater en hemelwater
wel verplicht gesteld en dient de vergunningaanvrager rekening te houden met
compensatieberging.
Dimensioneringsgrondslagen uitbouw van woningen boven 50 m2
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm);
Ontwerp berging ten behoeve van het vertraagd afvoeren van regenbuien: 20 mm, zorgdragen voor
een noodoverloop van de compensatieberging naar een gemengd riool, een laagte, watergang of
regenwaterriool.
Rioolvervanging, herstructurering, wegrenovatie
Bij uitvoering van, herstructureringen, wegrenovatieprojecten of
rioolvervangingsprojecten zoekt de gemeente actief naar mogelijkheden om verhard
oppervlak af te koppelen indien dit op doelmatige en duurzame wijze mogelijk is. Voor
deze projecten gelden de volgende dimensioneringsgrondslagen.
Dimensioneringsgrondslagen rioolvervanging, herinrichting en wegrenovatie
Ontwerp hemelwaterafvoer: bui 8 (circa 20 mm), aandacht voor vormgeving van de openbare ruimte
zodanig dat zoveel mogelijk extra water bij zwaardere buien kan worden geborgen;
Ontwerp compensatieberging: afhankelijk van de gekozen oplossing wordt in overleg met het
waterschap gezocht naar maatwerkoplossingen voor lokale berging ten behoeve van het vertraagd
afvoeren van regenbuien of berging aan de rand van de woonkernen, gestreefd wordt minimaal 20
mm berging aan te brengen.
Samenvatting uitwerking missie hemelwaterzorgplicht
Tabel 10 geeft een samenvatting van de uitwerking van het beleid. Aan de hand van
deze samenvatting kan worden bepaald welke dimensioneringsgrondslagen van
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 53 -
4 november 2015
toepassing zijn bij verschillende activiteiten in de gemeente. In de praktijk zullen deze
grondslagen het vaakst worden gebruikt bij het proces van de watertoets (zie paragraaf
5.4.2).
Tabel 10: Samenvatting dimensioneringsgrondslagen
Activiteit
Ontwerp afvoercapaciteit
Uitbreiding woongebied
Bui 8 leidraad riolering
Ontwerp berging ten behoeve
van vertraagde afvoer van
hemelwater
40 mm
Uitbreiding bedrijventerrein
Nieuwbouw en bestaande
bebouwing buiten de bebouwde
kom
Inbreidingen woongebied
Bui 8 leidraad riolering
Bui 8 leidraad riolering
40 mm
40 mm
Bui 8 leidraad riolering
20 mm
Wijziging van verhard oppervlak
Uitbouw van woningen binnen
de bebouwde kom
Rioolvervanging,
herstructurering, wegrenovatie
Bui 8 leidraad riolering
Bui 8 leidraad riolering
20 mm
20 mm
Bui 8 leidraad riolering
20 mm
Hemelwaterverordening
In de planperiode zal een hemelwaterverordening worden opgesteld. De
hemelwaterverordening is, in combinatie met bijbehorende aanwijsbesluiten, een
instrument waarmee een zorgvuldige verwerking van hemelwater kan worden geregeld.
De hemelwaterverordening kan bijvoorbeeld worden ingezet bij het afkoppelen van
hemelwater in het kader van rioolvervangingsprojecten of herstructureringsprojecten in
bestaand gebied of voor handhaving van de scheiding van hemelwater en afvalwater in
nieuwbouwgebieden.
5.5.2
Beheer hemelwatervoorzieningen
De gemeente streeft een adequaat preventief beheer van openbare hemelwatervoorzieningen na. Het beheer van hemelwatervoorzieningen op eigen terrein is de
verantwoordelijkheid van de burgers. Het beheer van hemelwatervoorzieningen betreft
hoofdzakelijk reiniging, inspectie en onderhoud van hemelwaterriolering, wadi’s, open
verharding en infiltratievoorzieningen. Het beheer van hemelwatervoorzieningen gebeurt
samen met het beheer van afvalwatervoorzieningen (zie paragraaf 5.3.1).
5.5.3
Investeringen
In dit GRP4 zijn middelen voorzien voor de aanpak van wateroverlast bij extreme
regenbuien. Vanuit de klimaatscan die voor de kernen Nijverdal, Hellendoorn en ’t
Lochter is uitgevoerd zal, worden bepaald hoe deze middelen het best kunnen worden
ingezet. De klimaatscan is opgenomen in bijlage 1 en geeft weer waar water zich zal
verzamelen bij een extreme bui, waarbij in één uur tijd 50 mm neerslag valt. Met
collega’s van groenbeheer, wegbeheer, verkeer en integrale herinrichtingsprojecten,
worden projecten afgestemd. In deze afstemming van projecten staat de aanpassing
van de openbare ruimte zodanig dat wateroverlast zoveel mogelijk wordt vermeden
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 54 -
Definitief rapport
mede centraal. De klimaatscan waarop mogelijke overlastlokaties zijn afgebeeld en
meldingen van wateroverlast zijn daarbij het vertrekpunt voor het toekennen van een
bijdrage aan projecten in openbaar gebied. Zoekgebieden voor het toekennen van een
bijdrage zijn opgenomen in bijlage 2 in de kaart “Hemelwater aanleg
regenwatervoorziening”.
5.6
Grondwaterzorgplicht, wat hebben we?
Grondwatermeetnet
Met de komst van de Waterwet in 2010 (waarin de Wet verankering en bekostiging
gemeentelijke watertaken is opgenomen) is een wettelijke zorgplicht voor grondwateroverlastproblemen geïntroduceerd voor de gemeentes. De zorgplicht heeft betrekking
op het oplossen van structurele grondwateroverlastproblemen. Een maat hiervoor is de
gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Om vast te stellen of er sprake is van een
structureel grondwateroverlastprobleem zijn langjarige grondwaterstandsmetingen
noodzakelijk. Figuur 6 geeft een beeld van het grondwatermeetnet.
Figuur 6: Grondwatermeetnet Hellendoorn
Drainagevoorzieningen
In het verleden zijn slechts op beperkte schaal drainagevoorzieningen aangelegd binnen
de gemeente Hellendoorn, vooral op locaties in de wijk De Brake langs de Regge.
Grondwatermeetnet en grondwatermeetplan
De gemeente heeft in de afgelopen jaren het grondwatermeetnet verder vormgegeven
en het beheer daarvan is beschreven in het grondwatermeetplan. Het
grondwatermeetnet is een belangrijk hulpmiddel voor de grondwaterzorgplicht. De
meetresultaten zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de grondwatersituatie (freatische
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 55 -
4 november 2015
grondwaterstand) en infiltratiemogelijkheden bij afkoppelprojecten. Tevens zijn de
meetresultaten gebruikt voor beoordeling van klachten vanuit het grondwaterloket.
Grote onttrekkingen
Binnen de gemeentegrenzen vindt een aantal forse grondwateronttrekkingen plaats ten
behoeve van industrie en drinkwater. Bekend is dat dit een verlaging van het ondiepe
grondwater tot gevolg heeft en dat een eventuele stopzetting of vermindering ervan
structurele problemen zou kunnen veroorzaken.
5.7
Grondwaterzorgplicht wat gaan we doen?
Inzicht in grondwaterstanden en grondwaterstroming
Het verkrijgen van inzicht in het functioneren van het freatische grondwatersysteem en
daarin optredende fluctuaties is een van de belangrijke doelstellingen in het
grondwatermeetplan. Op basis van de metingen kunnen eventuele (potentiële)
overlastlocaties in beeld worden gebracht. In de planperiode zullen de meetgegevens
systematisch worden verwerkt zodat een nog duidelijker beeld ontstaat van de
grondwatersituatie in de gemeente. Speciale aandacht zal worden gegeven aan locaties
waar grondwateronttrekkingen van derde partijen zijn of worden stopgezet. Op basis
van inzicht in het grondwatersysteem kunnen eventuele (toekomstige) problemen met
deze grote onttrekkingen in beeld worden gebracht en worden geanalyseerd zodat een
basis ontstaat voor het voorkomen, dan wel het oplossen ervan.
Regierol
De gemeente neemt de regierol op zich als het gaat om grondwatergerelateerde
klachten in stedelijk gebied. Klachten worden daarbij mede op basis van de
kwantitatieve meetresultaten vanuit het grondwatermeetnet getoetst aan het kader dat in
hoofdstuk 4 is opgesteld. Grondwatermeldingen die bij de gemeente binnen komen
worden op kaart vastgelegd zodat deze in de toekomst bij het analyseren van
grondwateroverlast kunnen worden gebruikt.
Nieuwbouw
Bij het realiseren van nieuwbouw dient een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd te
worden en een waterhuishoudingsplan te worden opgesteld. Daarbij wordt ten aanzien
van grondater als uitgangspunt voor het ontwerp een eis voor voldoende drooglegging
gesteld (dat wil zeggen geen natte voeten in de tuin, geen water in kruipruimtes, etc.).
Per gebied gaan we minimum bouwpeilen instellen die grondwateroverlast in de
toekomst moeten voorkomen.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 56 -
Definitief rapport
5.8
Samenvatting exploitatielasten en investeringen
Een samenvatting van de exploitatielasten en investeringen die in dit hoofdstuk zijn
beschreven is opgenomen in tabel 11.
Tabel 11: Exploitatielasten en investeringen planperiode, exclusief BTW
Activiteit
2016
2017
Exploitatielasten
2018
2019
2020
€ 64.000
€ 305.500
€ 64.000
€ 301.000
€ 56.500
€ 310.500
€ 61.500
€ 308.000
€ 91.500
€ 315.500
€ 92.873
€ 92.873
€ 92.873
€ 92.873
€ 92.873
€ 25.000
€ 42.445
€ 25.000
€ 42.445
€ 12.500
€ 42.445
€ 12.500
€ 42.445
€ 12.500
€ 42.445
Doorberekening
kostenplaatsen
€ 1.025.245
€ 1.019.684
€ 1.018.080
€ 1.030.409
€ 994.887
Totaal exploitaties
€ 1.555.063
€ 1.545.002 € 1.532.898
Investeringen
€ 1.547.727
€ 1.549.705
Beleid riolen
Beheer riolering
Onderhoud riolen
Naleving regelgeving
drukriolering
Kwijtschelding
Afvalwaterzorgplicht
Riolen
Hemelwaterzorgplicht
Riolen
Renovatie Riolen
Investering Installaties
Totaal investeringen
€ 585.000
€ 420.000
€ 575.000
€ 465.000
€ 437.500
€ 250.000
€ 350.000
€ 350.000
€ 250.000
€ 350.000
€ 342.000
€ 332.000
€ 317.000
€ 316.000
€ 320.000
€ 230.000
€ 1.407.000
€ 230.000
€ 1.332.000
€ 135.000
€ 1.377.000
€ 170.000
€ 1.201.000
€ 135.000
€ 1.242.500
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
- 57 -
4 november 2015
6
MIDDELEN
6.1
Personele middelen
De taken die samenhangen met de uitvoering van dit GRP4 zijn geïnventariseerd en
gebruikt als onderlegger in het kostendekkingsplan (kosten eigen personeel). Voor elke
taak is een inschatting gemaakt van de tijdsbesteding.
De taken zijn als volgt ingedeeld:
 Beleid;
o O.a. VBRP + modelkalibratie, grondwater, duurzaamheid, samenwerking,
etc.
 Investeringen riolen;
o Investeringen in de afvalwater-, rioolrenovatie en hemelwaterzorgplicht.
 Investeringen installaties;
o Uren voor investeringen binnen-, en buitendienst gemalen en drukriolering
en speciale constructies;
 Exploitatie beheer
o O.a. reiniging en inspectie leidingen, deelreparaties, interne constructies, de
diverse meetnetten, WION-verplichtingen, etc.;
 Exploitatie onderhoud;
o O.a. Reiniging kolken, calamiteiten aan het hoofdriool, vervanging van
kolken en putdeksels, drukrioolleidingen, klachten en meldingen, interne
ondersteuning, etc.
 Bijdragen aan overige kostenplaatsen;
o O.a. Informatie, belastingen, geo-informatie, straatreiniging, maaien, heffing
& inning, etc.
De taken zijn vervolgens aan functies (medewerkers) toegekend. De uitvoering van
bovengenoemde werkzaamheden vindt plaats door:





Beleidsmedewerker riolering en water;
Beheerder riolering en water;
Werkvoorbereider;
Onderhoudsmedewerkers buitendienst;
Overig personeel binnendienst.
Jaarlijks komt de totale besteding op bijna 15750 uren per jaar. De benodigde bezetting
komt daarmee op circa 9,85FTE per jaar. Dit is als volgt verdeeld.





Beleidsmedewerker riolering en water 1 fte;
Beheerder riolering en water 1,25 fte;
Werkvoorbereider (investeringen) 1,75 fte;
Onderhoudsmedewerkers buitendienst 4,35 fte;
Overig personeel binnendienst 1,5 fte.
De huidige toerekening van personele lasten aan het product riolering, op basis van een
in het verleden bepaalde verdeelsleutel, is ruim € 580.000,- (voor de beleidsmedewerker
riolering en water, de beheerder riolering en water en de onderhoudsmedewerkers in de
buitendienst). Op basis van de nieuwe inschatting, en de uurtarieven van de gemeente
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
worden de personele lasten berekend op circa € 510.000,-. In dit GRP4 is voor de
onderbouwing van de rioolheffing gerekend met de oude verdeelsleutel.
De hiervoor berekende bezetting is in landelijk perspectief geplaatst.
Op basis van gemeentegrootte, areaalgegevens, mate van uitbesteden en
investeringsvooruitzicht is volgens de rekensystematiek van de Stichting RIONED
(Leidraad module D2000, Excel rekenmodule) een inschatting gemaakt van de
benodigde personele bezetting. Het benodigde aantal uren is, bij het grotendeels zelf
uitvoeren van de taken, volgens RIONED 9,5 fte.
De huidige personele bezetting komt goed overeen met de raming van de personele
inzet die nodig is voor de taken in dit GRP4. De bezetting is ook goed in de pas met
landelijke richtlijnen.
6.2
Kostendekkingsberekeningen
6.2.1
Inleiding
Deze paragraaf gaat in op de kostendekkingsberekening die ten behoeve van dit GRP4
is uitgevoerd. Het doel van deze berekening is de ontwikkeling van de rioolheffing voor
de planperiode van dit GRP4 inzichtelijk te maken en tevens een doorkijk te geven naar
de (middel)lange termijn. Allereerst worden de lasten en baten behandeld, vervolgens
de uitgangspunten voor de kostendekkingsberekeningen en tot slot komen de resultaten
aan de orde.
6.2.2
Lasten
De verschillende lasten ten behoeve van het kostendekkingsplan voor dit GRP4 zijn in
paragraaf 5.8 beschreven. Er is tevens een doorkijk gemaakt tot 2075. De volgende
lastensoorten worden onderscheiden:
 Kapitaallasten die samenhangen met verbeterings- en vervangingsinvesteringen die
in het verleden zijn gedaan (voor 2016);
 Kapitaallasten die samenhangen met nieuwe investeringen (vervanging en
verbetering van het rioolstelsel);
 Jaarlijkse exploitatielasten in verband met het beheer en onderhoud van het
rioolstelsel, deze lasten zijn ingedeeld naar beleid en planvorming, beheer,
onderhoud en naar lasten voor diverse interne toerekeningen;
 BTW.
Alle lasten zijn op prijspeil 2016, exclusief BTW.
Tabel 12 en figuur 7 geven een overzicht van de lasten voor de planperiode waarbij
onderscheid is gemaakt naar bovenstaande lastensoorten.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 60 -
Definitief rapport
Tabel 12: Overzicht lasten planperiode (scenario 2)
Jaar
2016
2017
2018
2019
2020
Kapitaallasten Kapitaallasten
oud
nieuw
Exploitatielasten
BTW
€ 1.948.968
€0
€ 1.555.063
€ 553.457
€ 1.994.163
€ 92.467
€ 1.545.002
€ 580.253
€ 1.871.384
€ 177.700
€ 1.532.898
€ 569.827
€ 1.729.306
€ 260.616
€ 1.547.727
€ 560.517
€ 1.632.900
€ 330.388
€ 1.549.705
€ 555.339
€ 4.500.000
€ 4.000.000
€ 3.500.000
€ 3.000.000
BTW
€ 2.500.000
Exploitatielasten
€ 2.000.000
Kapitaallasten nieuw
€ 1.500.000
Kapitaallasten oud
€ 1.000.000
€ 500.000
€0
2016
2017
2018
2019
2020
Jaar
Figuur 7: Overzicht lasten planperiode (scenario 2)
6.2.3
Baten
De kosten gemoeid met de rioleringszorg dekt de gemeente Hellendoorn uit de
rioolheffing. Op basis van de Gemeentewet artikel 228a heeft de gemeente in 2015 de
“Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015” vastgesteld. Met de
verordening kan de gemeente Hellendoorn kosten verhalen die verbonden zijn aan de
afvalwater-, de hemelwater- en de grondwaterzorgplicht. De belasting wordt geheven
van de gebruiker van een perceel van waaruit afvalwater direct of indirect op de
gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De maatstaf voor de heffing is
drinkwaterverbruik. Voor 2015 is door de gemeente een prognose van de opbrengst
gemaakt gebaseerd op de volgende tarieven:

€ 169,59 (drinkwaterverbuik tot 50 m3);

€ 32,80 (per 50 m3 extra verbruik).
Tevens is in de verordening een heffing opgenomen voor lozing van grondwater op de
gemeentelijke riolering. De opbrengst uit dit deel van de heffing is ingeschat op
€ 116.112,--. De totaal geschatte opbrengst voor 2015 is € 3.693.860,--. Voor 2016 is
een stijging van de tarieven voorzien van 2 %.
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
6.2.4
Overige uitgangspunten kostendekkingsberekeningen
De volgende overige uitgangspunten zijn van belang voor interpretatie van de
kostendekkingsberekening:
 Om de verschillen tussen de scenario’s op lange termijn tot uitdrukking te brengen
zijn de berekeningen over een lange periode uitgevoerd;
 In de berekeningen is uitgegaan van een voorziening riolering, deze is recent
ingericht in verband met nieuwe regelgeving vanuit het besluit begroting en
verantwoording, jaarlijkse tekorten of overschotten komen ten goede of ten laste
van deze voorziening, de stand van de voorziening is per 01-01-2016 ingeschat op
€ 824.899,--;
 Gemeente streeft naar een kostendekkend tarief waarbij de voorziening aan het
einde van de rekenperiode ongeveer op 0 uitkomt;
 BTW is toegerekend conform de huidige systematiek in de gemeente (11 % over
alle exploitatiekosten, 11 % over alle kapitaallasten);
 Voor de berekening van de kapitaallasten van nieuwe investeringen is gerekend
met een rentepercentage van 3,7 % en een inflatiepercentage van 1,25 %;
 In de berekeningen is als uitgangspunt gekozen dat de rioolheffing in 2016 niet
wordt verhoogd ten opzichte van 2015, stijgingen of dalingen van de rioolheffing na
2016 zijn procentueel gezien doorgevoerd voor alle tariefcategorieën;
 In de berekeningen is als uitgangspunt gekozen dat het aantal heffingsplichtigen
voor de tariefcategorieën tot 150 m3 stijgen met 0,2 % per jaar tot 2026;
 Ten aanzien van afschrijvingstermijnen is er voor gekozen de huidige praktijk in de
gemeente zoveel mogelijk te volgen:
o afschrijving van rioolvervangingen (vrijvervalriolering), rioolrenovaties en
nieuwe investeringen lineair in 40 jaar, drukriolering lineair 60 jaar;
o afschrijving van elektromechanische van gemalen lineair in 15 jaar;
o afschrijving van bouwkundige onderdelen van gemalen lineair in 40 jaar (ten
opzichte van de nota afschrijvingen van de gemeente is deze termijn verhoogd
van 20 jaar naar 40 jaar).
 Berekeningen zijn uitgevoerd op prijspeil 2016 exclusief correctie voor inflatie.
6.2.5
Scenario’s en berekeningsresultaten
Er zijn drie scenario’s doorgerekend. Scenario 1 is gebaseerd op de hierboven
beschreven uitgangspunten uitgaande van het afschrijvingsbeleid zoals opgenomen in
de nota afschrijvingen van de gemeente en de huidige methode van BTW toerekening.
In scenario 2 is het effect in beeld gebracht van een andere wijze van toerekening van
de BTW (21 % over alle lasten met uitzondering van de gemeentelijke personele lasten).
Scenario 3 geeft de ontwikkeling aan van de rioolheffing als het afschrijvingsbeleid
geleidelijk wordt gewijzigd. Vervangingsinvesteringen en investeringen voor renovaties
worden in dit scenario vanaf 2030 direct afgeschreven. De resultaten van de
berekeningen zijn voor de planperiode opgenomen in tabel 13 en de figuren 8 en 9.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 62 -
Definitief rapport
Tabel 13: Ontwikkeling rioolheffing planperiode (afgerond op hel euro’s)
Jaar
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 1 (categorie tot
50 m3)
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 2 (categorie tot
50 m3)
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 3 (categorie tot
50 m3)
2016
€ 173
€ 173
€ 173
2017
€ 176
€ 176
€ 179
2018
€ 179
€ 180
€ 185
2019
€ 182
€ 184
€ 191
2020
€ 185
€ 187
€ 197
€ 200
€ 195
€ 190
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 1 (categorie tot
50 m3)
€ 185
Rioolheffing € 180
euro
€ 175
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 2 (categorie tot
50 m3)
€ 170
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 3 (categorie tot
50 m3)
€ 165
€ 160
2016
2017
2018
2019
2020
Jaar
Figuur 8: Ontwikkeling rioolheffing planperiode GRP4
€ 300
€ 250
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 1 (categorie tot
50 m3)
€ 200
Rioolheffing € 150
euro
€ 100
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 2 (categorie tot
50 m3)
€ 50
2016
2021
2026
2031
2036
2041
2046
2051
2056
2061
2066
2071
€0
Ontwikkeling rioolheffing
scenario 3 (categorie tot
50 m3)
Jaar
Figuur 9: Ontwikkeling rioolheffing lange termijn
GRP Hellendoorn
Definitief rapport
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
6.2.6
Advies
Geadviseerd wordt de ontwikkeling van de rioolheffing in de planperiode van het GRP4
te baseren op de resultaten van scenario 2. Hierbij stijft de rioolheffing in de planperiode
met 2% per jaar. Op basis van de voortgang van de uitvoering van het GRP4 in
combinatie met een jaarlijkse actualisatie van alle lasten en baten zal de rioolheffing
jaarlijks definitief worden vastgesteld bij de behandeling van de heffingsverordening.
BD3804/R001/903690/EJA/Nijm
4 november 2015
GRP Hellendoorn
- 64 -
Definitief rapport
BIJLAGE 1
analyse wateroverlast bij extreme regenbuien,
kernen Nijverdal, Hellendoorn en ’t Lochter.
BIJLAGE 2
kaartmateriaal.
Download