Obductie Onderzoek na overlijden Inleiding Als iemand overlijdt kunnen artsen niet altijd verklaren wat er precies met hem of haar aan de hand was. Onderzoek van de overledene kan helpen om beter te begrijpen wat er is gebeurd. Voor veel nabestaanden is het zwaar om in zo’n verdrietige tijd goed te overzien wat een dergelijk onderzoek inhoudt. In deze brochure proberen wij u uitleg te geven over obductie. Er bestaan verschillende namen voor onderzoek na overlijden: autopsie, lijkschouwing, obductie, postmortaal onderzoek. In deze brochure hanteren wij de term obductie. Wat is een obductie? Een obductie is een uitgebreid onderzoek van een overledene. Zowel de buitenkant als de binnenkant van het lichaam worden hieraan onderworpen. Er is bij het overlijden van een patiënt niet altijd een juiste doodsoorzaak aan te geven. Er blijven vaak onzekerheden bestaan, die alleen door middel van zo’n uitgebreid onderzoek kunnen worden opgehelderd. Hoe een obductie precies in zijn werk gaat, wordt verderop in deze brochure beschreven. Voor wie kan onderzoek na overlijden belangrijk zijn? Voor de nabestaanden Wanneer de oorzaak van overlijden niet duidelijk is, kan dit bij nabestaanden leiden tot gevoelens van onzekerheid. Ze hebben veel vragen: ‘Wat is er gebeurd? Was hij of zij ziek en om welke ziekte ging het? Hebben andere familieleden mogelijk ook de ziekte? Is de behandeling wel goed geweest? Zijn er onverwachte complicaties opgetreden?’. Een onderzoek na overlijden kan een antwoord geven op deze vragen. Heel af en toe blijkt dat de overledene een erfelijke aandoening had. Voor ouders kan die informatie over erfelijkheid meespelen bij het krijgen van meer kinderen. Daarnaast kan de informatie die een obductie oplevert een zinvolle bijdrage leveren aan de verwerking van het verlies van iemand die zeer plotseling is overleden. Bij ieder overlijden wordt vooraf aan de familie toestemming voor obductie gevraagd. Daarop zijn een aantal uitzonderingen. Bijvoorbeeld een niet-natuurlijke dood. In zo’n geval bepaalt de officier van justitie of er een obductie wordt verricht. In het hoofdstuk ‘Wel of geen toestemming?’ wordt hierop verder ingegaan. | patiënteninformatie 2 Voor de behandelend arts Een obductie is de laatste en zeer belangrijke mogelijkheid om te achterhalen aan welke ziekte iemand leed en wat de echte doodsoorzaak was. Voor de arts die een dergelijk onderzoek aanvraagt is het belangrijk te weten of zijn diagnose en behandeling goed waren en/of er nog onverwachte complicaties zijn opgetreden. Het verrichten van obducties is tevens een belangrijke methode voor arts en ziekenhuis om de kwaliteit van de behandeling te toetsen. Dit kan verandering van beleid tot gevolg hebben. Zijn er nadelen verbonden aan een obductie? Een obductie heeft tot gevolg dat de overledene doorgaans een halve dag later naar huis of naar het rouwcentrum komt. De familie of de begrafenisondernemer kan hierover het best contact opnemen met het mortuarium van het ziekenhuis. De procedure vertraagt de begrafenis of crematie echter niet! Nabestaanden zijn vaak bang dat het lichaam door het onderzoek beschadigd wordt. Deze angst is ongegrond. Als de overledene na obductie is opgebaard, zijn de sporen van het onderzoek niet zichtbaar. Wie doet een obductie? Een obductie wordt verricht door een patholoog. Een patholoog is evenals een internist of chirurg een medisch specialist. Hij wordt door de behandelend specialist of de huisarts ingeschakeld en rapporteert aan hen zijn bevindingen. Wel of geen toestemming? Toestemming Een obductie gebeurt uitsluitend met toestemming van de nabestaanden van de overleden patiënt. Onder nabestaanden wordt verstaan: de echtgeno(o)t(e) van de overledene; de levensgezel van de overledene; de naaste aanwezige bloedverwanten; de aanwezige meerderjarige erfgenamen; personen die op een andere manier verantwoordelijk zijn. De behandelend specialist vraagt de nabestaanden dus om toestemming voor zo’n onderzoek. Dit gebeurt tijdens een gesprek. Een verzoek voor weefsel- en/of orgaandonatie kan eveneens worden gedaan door de behandelend arts. | patiënteninformatie 3 Voor onderzoek van de hersenen wordt apart toestemming gevraagd. Het onderzoek van de hersenen kan niet worden afgerond tijdens de obductie. Incidenteel kan het voorkomen dat ook andere organen in hun geheel aanvullend moeten worden onderzocht. Bij toestemming voor obductie stemt u hiermee in. Omdat er met een obductie altijd enige haast geboden is, kan er helaas niet lang bedenktijd gegeven worden. Hoe nemen nabestaanden een goede beslissing? Veel nabestaanden vinden het moeilijk om toestemming te geven voor obductie. Zij beseffen dat onderzoek belangrijk kan zijn, maar zien er tegenop dat daarvoor nog een onderzoek of operatie van de overledene moet plaatsvinden. Voor anderen is het belangrijk wat hun geloof zegt over het schenden van het lichaam en het voortbestaan na de dood. Vaak wordt de beslissing voor de nabestaanden vergemakkelijkt indien de overledene reeds tijdens zijn leven zijn standpunt ten aanzien van obductie kenbaar heeft gemaakt. Wanneer is er geen toestemming nodig? Als de patiënt (zestien jaar of ouder) een verklaring heeft ondertekend, waarin hij/zij om obductie vraagt of hiervoor toestemming geeft, is er geen toestemming van de nabestaanden nodig. Dit geldt ook in geval van een gerechtelijke sectie, omdat deze plaatsvindt op last van de officier van justitie. In die gevallen waarin geen toestemming van de nabestaanden wordt vereist, legt de arts uit waarom dit niet het geval is. Hoe verloopt een obductie? Een obductie duurt één à twee uur. De behandelend arts is hierbij meestal aanwezig. Eerst bekijkt de patholoog het lichaam zorgvuldig. Eventueel maakt hij foto’s. Vervolgens maakt hij het lichaam open. Dit is te vergelijken met een operatie. Sommige organen worden uit het lichaam genomen en hiervan worden stukjes (biopten) genomen. Deze worden later onderzocht onder de microscoop. Ziekten of afwijkingen worden zo vastgesteld. De organen worden uiteraard weer in het lichaam teruggeplaatst. Gezicht, armen en benen blijven volledig intact. Na het uitnemen van de organen zorgt de patholoog ervoor dat nauwelijks zichtbaar is dat het lichaam geopend is geweest. Wat gebeurt er na de obductie? De overledene wordt na de obductie naar het mortuarium van het ziekenhuis gebracht. De begrafenisondernemer kan de overledene naar een mortuarium elders of naar het huis van de nabestaanden brengen. De nabestaanden kunnen dan op hun manier afscheid nemen van de overledene. | patiënteninformatie 4 Uitslag Het obductieverslag van de patholoog is doorgaans zes weken na het overlijden van patiënt volledig. De behandelend arts bespreekt met de nabestaanden de resultaten van het onderzoek. De nabestaanden maken hiervoor zelf een afspraak. Vragen Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen over obductie, dan kunt u contact opnemen met de behandelend arts. Wilt u meer Informatie over erfelijkheid dan kunt u terecht bij het klinisch genetisch centrum van het Academisch ziekenhuis Maastricht (AzM). | patiënteninformatie 5 Zuyderland Medisch Centrum Locatie Brunssum (045) 527 99 99 Locatie Heerlen 576 66 66 Locatie Kerkrade 545 09 11 Mortuariumbeheerder (CMO) (015) 219 88 24 (24 uur per dag) 102663 Centrum voor erfelijkheidsvoorlichting Academisch ziekenhuis Maastricht (043) 387 58 55 © 02-2016 www.zuyderland.nl