dure, de GOO-behandeling

advertisement
86. Rechtbank Amsterdam heeft
een nieuwe kortlopende procedure, de GOO-behandeling
MR. N.C. HAAse eN MR. dRs. e.C. HuijsMANs
sinds begin dit jaar loopt er bij de Rechtbank Amsterdam een pilot, de Gericht Op Oplossing-behandeling
oftewel de GOO-behandeling. Met deze nieuwe zittingsvorm wordt met partijen gezocht naar een oplossing
die zoveel mogelijk recht doet aan alle belangen van partijen, ook en vooral de belangen die achter het
juridische geschil schuilgaan. in het kader van dit themanummer van TLP spraken Nadia Haase en elisabeth
Huijsmans met Miranda Korsten-Krijnen, rechter, en jolien Boeding-Polee, mediationfunctionaris, beiden
nauw betrokken bij de GOO-behandeling bij de Rechtbank Amsterdam.
inleiding
•
Welke mogelijkheden ziet uw cliënt om tot een finale oplossing
te komen van het geschil, waarbij óók recht wordt gedaan aan
de belangen van de wederpartij? Hoe zouden mogelijke oplos­
singen eruit kunnen zien?
•
Zijn er deelgeschillen die via een voorlopig oordeel van de rech­
ter beslecht kunnen worden tijdens de behandeling om een op­
lossing dichterbij te brengen? Welke zijn dat?
•
Als er belangen van derden zijn die een zwaarwegende rol
spelen, delen deze derden het standpunt van uw cliënt? Is het
wenselijk dat u deze betrokkenen uitnodigt vrijwillig ter zitting
te verschijnen? Of kunt u een toereikende volmacht van hen ver­
krijgen? Let op: dit geldt niet voor Familie‐ en Jeugdzaken.”
P
artijen bij de Amsterdamse handelsrechter, familierechter en kantonrechter kunnen voortaan kiezen voor
een zogeheten GOO-behandeling. Daarin ondersteunt de
rechter actiever het gezamenlijke doel van partijen om tot
een oplossing te komen. De deelnemende Amsterdamse
rechters zullen meer doorvragen naar de achterliggende
belangen in het conflict. Belangrijk is dat de betrokken partijen bereid zijn een oplossing te vinden.
Op www.rechtspraak.nl staat een handleiding voor de
GOO-behandeling en die luidt als volgt:
“U wordt aangeraden om, met uw cliënt, te onderzoeken of er aan
de kant van uw cliënt onderhandelingsbereidheid en onderhande­
lingsruimte is.
Als deze bereidheid en ruimte er niet is, verdient het aanbeveling
niet voor een Gericht Op Oplossing (GOO)‐behandeling te kiezen.
Als deze bereidheid en ruimte er wel is – én u voor een GOO‐be­
handeling kiest – wordt van u verwacht dat u ten behoeve van de
voorbereiding van de GOO‐behandeling, met uw cliënt, de hierna
beschreven aspecten onderzoekt:
•
Wat is voor uw cliënt het meest knellende probleem? Welke ach­
terliggende geschilpunten zijn er? Welke belangen staan er voor
uw cliënt op het spel?
•
Wat zal voor de wederpartij het meest knellende probleem zijn?
Welke belangen staan er voor haar op het spel? Probeer u met
uw cliënt te verplaatsen in de wederpartij.
38
interview
De GOO-behandeling is een nieuwe zittingsvorm, hoe is
die tot stand gekomen?
Al weer enige tijd geleden is het idee ontstaan voor deze
zittingsvorm. Wij dachten dat het in een behoefte van
partijen zou voorzien. Voordat de rechtbank daarin zou
gaan investeren, hebben we een draagvlakbijeenkomst
georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst in december 2013
hebben we met zeventien mensen gesproken. Er waren
advocaten, vertegenwoordigers van rechtsbijstandsverzekeraars en mediators aanwezig. Het was een brede groep.
Daar hebben we de vraag gesteld of er behoefte zou zijn
aan een de-escalerende procedure en gesproken over de rol
van de rechter in zo’n procedure. Tijdens die bijeenkomst
bleek dat men positief over een dergelijke procedure dacht.
In deze bijeenkomst zei overigens een aantal advocaten
SDU / NUMMER 4, AUGUSTUS 2015 TIJDSCHRIFT LETSELSCHADE IN DE RECHTSPRAKTIJK
DE GOO-BEHANDELING
dat zij standaard al naar de positie van andere partijen
kijken. Maar onze ervaring is dat dit niet gangbaar is. In
maart 2014 hebben we een gesprek gehad met de Deken
en ook hij was positief. Hij achtte het bijvoorbeeld goed
dat het tijdsbestek duidelijk is waarin je tot een oplossing
kunt komen. Het bestuur van de Rechtbank Amsterdam
heeft de beslissing genomen om een aantal rechters voor
een dergelijke de-escalerende zitting op te gaan leiden.
In het voorjaar van 2014 is de opleiding van de rechters
begonnen.
Is deze opleiding voor de rechters specifiek voor de GOOprocedure ontwikkeld?
Er was veel animo onder de rechters van de Rechtbank
Amsterdam om een opleiding voor deze GOO-behandeling te mogen volgen. Er heeft een selectie van
rechters plaatsgevonden en daar zijn uiteindelijk acht
rechters uitgekomen, waarvan vier handelsrechters, twee
kantonrechters en twee familie- en jeugdrechters.
Het Amsterdams ADR Instituut heeft het opleidingstraject
begeleid. Maarten Bakker, directeur van het ADR Instituut,
is vanaf het begin bij de opleiding voor de GOO-procedure
betrokken geweest. De opleiding die de rechters hebben
gevolgd, is speciaal voor deze procedure ontwikkeld, maar
er is ook ten dele aangeknoopt bij de bestaande mediationopleiding.
In deze opleiding zaten basisvaardigheden ADR (Alternative
Dispute Resolution), onderhandelen, de Harvardmethode
en mediationvaardigheden. De opleiding was er vooral
op gericht om oplossingsgericht op een zitting te werk
te kunnen gaan, met inachtneming van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het bijzondere aan de
GOO-procedure is immers dat de rechter een andere rol
heeft dan een mediator die géén rechter is. De rechters
moeten rekening houden met aspecten als de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter, de openbaarheid
en het beginsel van hoor- en wederhoor. De rechter kan
niet apart met een van de partijen praten. Ook voor deze
aspecten is aandacht geweest in de opleiding.
Wat is het belangrijkste aspect bij een GOO-behandeling?
Het belangrijkste is dat partijen er met elkaar uit willen
komen en dat tijdens de zitting de belangen van partijen
duidelijk worden, omdat dat kan helpen bij het vinden
van een oplossing. Een GOO-behandeling vraagt een
andere instelling van alle betrokkenen, ook van de rechter.
Partijen moeten voor de zitting actief nadenken over
mogelijke oplossingen. Die andere instelling maakt dat
het werkt. Want als partij ga je anders naar de zitting.
De advocaat heeft een andere rol tijdens de zitting.
Ik [mk]1 merk dat advocaten een belangrijke bijdrage
leveren, zowel in de voorbereiding als ter zitting. Tijdens
de schorsingen kunnen ze aan de cliënt uitleggen wat er
gebeurt en ze kunnen de cliënt bijstaan in het maken van
1
[mk] Miranda Korsten­Krijnen, rechter. Daar waar in het verdere artikel
wordt gesproken over ‘ik’ of ‘mijn’ zonder nadere aanduiding wordt
gedoeld op Miranda Korsten­Krijnen.
TIJDSCHRIFT LETSELSCHADE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 4, AUGUSTUS 2015 / SDU
keuzes. De hele procedure vindt daardoor in een andere
setting plaats.
De GOO-behandeling is een nieuwe zittingsvorm. Zijn er
concrete criteria waaraan getoetst wordt of een zaak wel of
niet geschikt is voor een GOO-behandeling of is het meer
een soort ‘fingerspitzengefühl’?
Bij handel gaat het in grote lijnen als volgt. De selectie voor
de GOO-behandeling vindt plaats na het indienen van de
dagvaarding en de conclusie van antwoord. Daar is, in
verband met het beginsel van hoor- en wederhoor, bewust
voor gekozen. Bovendien zijn de vordering en het verweer
Voordat de rechtbank in een nieuwe behandeling
wilde investeren, hebben we een draagvlak­
bijeenkomst georganiseerd.
dan duidelijk. Dat is nodig om als rechter binnen de kaders
te kunnen blijven bij het aanvullen van rechtsgronden en
het niet aanvullen van feiten.
Nadat de conclusie van antwoord is ingediend, wordt
normaal gesproken beoordeeld of de zaak voor comparitie
komt of dat er gere- en gedupliceerd moet worden. Nu
wordt tevens globaal gekeken of de zaak geschikt is
voor een GOO-behandeling. Als de zaak dan niet wordt
afgekeurd voor een GOO-behandeling, gaat de zaak
naar een zeer ervaren secretaris. Deze secretaris is vanaf
het begin betrokken geweest bij de ontwikkeling van
deze nieuwe zittingsvorm, dus hij weet wat de bedoeling
is. Hij onderzoekt of de zaak wel of niet geschikt is voor
de GOO-behandeling. Als hij twijfelt, komt hij bij mij en
bespreken we het. Op het moment dat de zaak geschikt
wordt bevonden voor een GOO-behandeling, gaat de zaak
een andere route volgen dan de overige zaken. Als hij niet
geschikt wordt geacht, gaat hij terug naar het reguliere
traject van een comparitie of re- en dupliek.
Of een zaak geschikt is voor een GOO-behandeling is
vooral een soort ‘fingerspitzengefühl’. Je leest het, je voelt
het. Ik vroeg het gisteren nog aan de secretaris en hij zei:
“Waar ik vooral op let, is of partijen na dit geschil nog enige
relatie met elkaar hebben.” Dit begrip ‘relatie’ is een ruim
begrip. Enige relatie wil ook zeggen dat je elkaar nog in het
circuit tegenkomt of dat het voor jouw eer en goede naam
goed is om het dispuut goed af te wikkelen. De secretaris let
op mogelijke belangen achter het juridische dispuut. Waar
hij ook op let, is hoe het petitum geformuleerd is. Als er
bijvoorbeeld een verbod voor de toekomst wordt gevraagd
met een dwangsom, dan blijft die relatie tussen partijen
bestaan. Maar ook als er alleen een geldbedrag wordt
gevorderd, blijkt uit de stukken soms dat met een beslissing
op het juridische punt misschien nog geen einde zou komen
aan het conflict en is de zaak dus geschikt voor een GOObehandeling. Je hebt ook contra-indicaties. Een contra-indicatie kan zijn dat er derden bij het dispuut betrokken
zijn, die geen partij zijn in het geschil, bijvoorbeeld een
39
bank. Ook als er nog veel informatie ontbreekt, kan dat
een contra-indicatie zijn voor een GOO-behandeling.
Nadat een zaak in principe geschikt is bevonden, stuurt de
griffie een brief aan partijen waarin staat dat de zaak in
aanmerking komt voor een GOO-behandeling. In deze brief
wordt aan partijen gevraagd of ze een GOO-behandeling
willen en of ze verhinderdata willen opgeven. Alleen als alle
partijen akkoord gaan met een GOO-behandeling, kan er
Door de rechter worden oplossingsgerichte
vaardigheden ingezet, maar de rechter is geen
mediator. Je blijft de rechter die de knoop doorhakt
als er geen schikking wordt bereikt.
een GOO-behandeling komen. Dan komt de zaak bij mij
of bij een andere rechter en wordt er een zitting gepland.
Ook gaat er een comparitie-vonnis uit. Dat vonnis wijkt af
van een gewoon comparitie-vonnis, omdat het een vonnis
in een GOO-behandelingszaak is. Er staat in dat er een
GOO-behandeling zal plaatsvinden en de gang van zaken
bij een GOO-behandeling wordt kort toegelicht, zoals dat
er tien minuten gepleit mag worden en dat de comparitie
is bedoeld om een oplossing te bereiken. In dit vonnis
wordt ook verwezen naar www.rechtspraak.nl, waar een
handleiding voor de GOO-behandeling te vinden is.2
Worden er in het vonnis ook stukken vermeld die partijen
voor de zitting moeten overleggen, zoals dit bij de Rechtbank Den Haag bij comparities in letselzaken wordt gedaan?
Wij doen dat in beginsel niet. Alleen als opvalt dat er
bijvoorbeeld een bijlage ontbreekt, dan zet ik dat wel in
het vonnis.
Kan een zaak tijdens een comparitie of na re- en dupliek
alsnog geselecteerd worden voor een GOO-behandeling?
Op dit moment nog niet. Tegelijkertijd hebben wij ons
ook al wel eens afgevraagd of wij, in overleg met partijen,
de zaak naar een GOO-behandeling zouden kunnen
verwijzen als tijdens een gewone comparitie blijkt dat de
zaak daarvoor heel geschikt is. Een complicerende factor
daarbij is dat partijen zich op zo’n zitting moeten kunnen
voorbereiden. Een gewone comparitie kan daardoor vaak
niet zomaar een GOO-behandeling worden.
Wat wij het liefst zouden hebben, is dat partijen zelf melden
dat zij een GOO-behandeling willen.
De eisende partij kan bijvoorbeeld bij dagvaarding
aangeven dat een GOO-behandeling gewenst is en de
gedaagde partij kan daar dan in de conclusie van antwoord
op reageren. Wij realiseren ons wel dat de GOO-procedure
op dit moment nog niet zo bekend is. We zullen binnenkort
meer bekendheid aan de GOO-behandeling geven.
2
40
http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Amsterdam/Over­
DeRechtbank/Pages/Procedure­Gericht­Op­Oplossing­(GOO).aspx.
Terug naar de praktische gang van zaken: een zaak wordt
voor een GOO-behandeling geselecteerd. Wat gebeurt er
daarna?
Na het comparitie-vonnis neemt het enige tijd in beslag
voordat de zitting echt plaatsvindt. De griffie geeft dan
aan Jolien Boeding door dat er een GOO-zitting is
gepland. Jolien Boeding belt twee weken van tevoren naar
de advocaten. Jolien Boeding kent de zaak niet en heeft
inhoudelijk geen bemoeienis met de zaak, zij heeft de
dagvaarding en conclusie van antwoord ook niet gelezen.
Zij vraagt aan de advocaten of zij voldoende informatie
hebben over de GOO-behandeling om de zitting met hun
cliënten voor te bereiden. De advocaten vinden het plezierig
om het verloop van de zitting door te spreken, en ook wat
hun rol daarin is. Ook vraagt zij wat voor type geschil het
is en wat de reden is dat partijen er eerder niet uitgekomen
zijn. Het maakt verschil uit of je naar een zitting gaat om
puur je gelijk te halen of dat je een oplossing wilt en bereid
bent te kijken naar hoe de andere partij in het geschil staat.
Het is belangrijk dat dat van tevoren door de advocaat
en de cliënt wordt doorgesproken. Partijen gaan zo voor
de zitting al met elkaar een commitment aan om naar een
oplossing te zoeken. Belangrijk doel van dit telefoongesprek is dus om de advocaten ervan te doordringen dat er
aan de kant van hun cliënten onderhandelingsbereidheid
en onderhandelingsruimte moet zijn.
Waarin wijkt de GOO-behandeling af van een gewone
comparitie?
Het begint ermee dat voor de zitting in handelszaken drie
uur wordt uitgetrokken. De opening van de zitting wijkt af
van de opening bij een gewone comparitie. Bij de opening
refereer ik aan de keuze die partijen gemaakt hebben. Ik
vraag aan partijen of ze weten wat het doel is van de GOObehandeling. Bij een bevestigend antwoord, vraag ik hen
ook om dat doel te verwoorden. Tot nu toe wisten partijen
goed dat zij in een zitting terecht waren gekomen waarin
wordt gestreefd naar het bereiken van een minnelijke
regeling.
Daarna mogen de advocaten ieder tien minuten pleiten.
Vervolgens stel je als rechter de vragen die je moet stellen
om te zijner tijd een uitspraak te kunnen doen. Dat is best
pittig. Want je trekt partijen dan weer in hun dispuut met
elkaar. Maar dat moet wel, want als partijen geen schikking
bereiken, moet er wel een uitspraak kunnen komen.
Dan schors ik de zitting. Ik zeg heel duidelijk tegen partijen
dat er nu een ander gedeelte van de zitting komt en dat ze
even stoom kunnen afblazen. Ik vraag dan of ze zich op de
gang willen voorbereiden op het feit dat we nu met elkaar
een andere weg gaan bewandelen. Als partijen terugkomen,
zet ik de partijen ook anders neer, namelijk op de plaats
van hun advocaten. Daardoor zitten de partijen dichter
bij elkaar. Dan vraag ik hoe ze het beleefd hebben om de
stellingen van de andere partij te horen. Dit doe ik om heel
duidelijk aan te geven dat we iets anders gaan doen. Dan
gaan we proberen te achterhalen wat de daadwerkelijke
belangen van de partijen zijn. Daarbij gebruiken de rechters
SDU / NUMMER 4, AUGUSTUS 2015 TIJDSCHRIFT LETSELSCHADE IN DE RECHTSPRAKTIJK
DE GOO-BEHANDELING
onder meer de vaardigheden die we hebben opgedaan
tijdens de opleiding.
Partijen hoeven in dit stadium niet op hun beurt te wachten
om wat te zeggen, ik zeg soms ‘Wie er iets voelt, mag iets
zeggen’. Ik vraag partijen om niet op elkaar te reageren
maar om bij hun eigen verhaal te blijven, en dat is heel
lastig voor de partijen. Dat is niet wat je gewend bent in
een strijd.
Vervolgens probeer ik de belangen van partijen samen te
vatten en, als partijen bevestigen dat hun belangen juist zijn
benoemd, zet de griffier die belangen op een flip-over.
Het is heel verassend wat er uitkomt. Dan blijkt veelal dat
er hele andere dingen spelen, die je niet van tevoren had
kunnen bedenken en die ook niet uit het dossier blijken. Ik
schors overigens wel vaak. Ik zie namelijk dat het partijen
heel veel energie kost.
Daarna vraag ik aan partijen of ze zover zijn om naar de
volgende fase te gaan, de onderhandelingsfase. De ene keer
gaan partijen dan naar de gang en komen zij er samen uit.
De andere keer onderhandelen partijen in het bijzijn van
de rechter. In die laatste situatie moet je als rechter wel in
je rol blijven. Het gebeurt dat partijen in dat stadium om
een voorlopig oordeel vragen. Dat is de meerwaarde van de
rechter. Ik denk zeker dat het feit dat de rechter uiteindelijk
de knoop kan doorhakken helpt bij het bereiken van een
schikking.
Als partijen er uiteindelijk toch niet uitkomen, dan wordt
er een proces-verbaal opgesteld met daarin opgenomen wat
tijdens de eerste fase, het pleiten en het stellen van vragen,
is gezegd. Wat in de fase met betrekking tot het kenbaar
maken van de belangen was besproken, wordt in beginsel
niet in het proces-verbaal opgenomen. De zaak wordt dan
voor (tussen)vonnis naar de rol verwezen.
In principe blijft dezelfde rechter de zaak behandelen. Uit
mijn ervaringen tot nu toe heb ik nog bij geen een zaak
het gevoel gekregen dat ik te veel weet. Partijen houden
altijd zelf de keuze ten aanzien van wat zij wel en niet
vertellen. Wat bij de inventarisering van de belangen naar
boven komt, is meestal niet juridisch doorslaggevend.
Ook op een gewone comparitie delen partijen soms dat
soort informatie. Als ik wel een keer in die fase iets zou
horen dat voor de beslissing relevant zou zijn, dan zou ik
dat bespreken als er geen regeling wordt bereikt en er een
proces-verbaal wordt opgemaakt. Dan heeft de wederpartij
de kans om er een reactie op te geven.
Bij zakelijke partijen zoals een verzekeraar komt de schadebehandelaar, of bij een ziekenhuis, een medewerker van de
afdeling juridische zaken naar de zitting. Dat zijn mensen
die zelf niet of nauwelijks bij de zaak betrokken zijn. Hoe
gaan jullie hiermee om bij de GOO-behandeling?
Het is belangrijk wie er naar de zitting komt en ook hoe
het mandaat geregeld is. Desnoods moet diegene tijdens
de zitting kunnen bellen als er iemand anders beslissingsbevoegd is. De desbetreffende persoon moet goed van de
bedoeling van de zitting doordrongen zijn. Een dagvaarding
kan bijvoorbeeld ervaren worden als een aantasting van de
TIJDSCHRIFT LETSELSCHADE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 4, AUGUSTUS 2015 / SDU
goede naam van een ziekenhuis, arts of verzekeraar. Het
kan voor een oplossing heel behulpzaam zijn om ook voor
dat soort belangen aandacht te hebben op zitting, als de
persoon die er is voldoende bevoegdheid heeft om mee te
denken over mogelijke oplossingen. Een vertegenwoordiger die niet betrokken is bij het geschil en alleen maar
meekomt naar de zitting, zou voor de GOO-behandeling
niet de voorkeur hebben.
Waarom kiezen voor een GOO-behandeling in plaats van
een deelgeschilprocedure?
Eerder gaven wij al aan dat het de voorkeur van de
rechtbank heeft dat partijen zelf voor een GOO-behandeling kiezen door een mededeling in de dagvaarding en/of
de conclusie van antwoord. Tijdens een deelgeschilprocedure kan in de processtukken niet het volledige geschil ter
beslechting worden voorgelegd en dat kan in een GOO-behandeling wel. Je kan je wel goed voorstellen dat tijdens de
mondelinge behandeling blijkt dat de zaak geschikt is voor
een GOO-behandeling. Dan heeft de voorbereiding op de
GOO-behandeling echter nog niet plaatsgevonden.
Is de GOO-behandeling te beschouwen als een mediation
binnen de rechterlijke procedure?
Nee. De rechter is aan de bepalingen uit het Rv gebonden.
Door de rechter worden oplossingsgerichte vaardigheden
ingezet, maar de rechter is geen mediator. Je blijft de rechter
die de knoop doorhakt als er geen schikking wordt bereikt.
Soms red je het niet met een mediation en dat is de reden
waarom wij bij de Rechtbank Amsterdam menen dat zo’n
procedure in een bepaalde behoefte kan voorzien.
Hoe ervaren de rechters en partijen deze zittingsvorm?
Zij vinden het enorm zinvol. Ik ben ook heel blij dat we
de mogelijkheid hebben om te proberen zaken op een
de-escalerende manier op te lossen. Het is hard werken
voor iedereen en dan is het een fijn gevoel als er in een zaak
een schikking wordt bereikt.
We zijn nog niet zolang bezig. Tot nu toe zijn alle zittingen
goed verlopen. De meeste zaken zijn beëindigd, afgesloten
Dan gaan we proberen te achterhalen wat de daad­
werkelijke belangen van de partijen zijn. Daarbij
gebruiken de rechters onder meer de vaardigheden
die we hebben opgedaan tijdens de opleiding.
met een vaststellingsovereenkomst, terwijl dit eerst
onmogelijk leek. Door deze procedure hebben mensen
een andere houding aangenomen en waren zij bereid toe
te werken naar een oplossing. Onze ervaringen zijn dus
positief en ook partijen zijn enthousiast. Onlangs heeft
Jolien Boeding contact gehad met twee rechtsbijstandsverzekeraars. Ook zij staan positief tegenover de GOO-behandeling en hopen dat de GOO-behandeling leidt tot meer
minnelijke regelingen in procedures.
41
Gaan andere gerechten de GOO-behandeling ook invoeren?
Er wordt wel meegekeken. Men is benieuwd naar de eerste
resultaten. We hebben nu wel goede voorbeelden, maar
daarover is op dit moment nog niet veel gecommuniceerd.
Maar die interesse is er.
deling dan een welkom instrument zijn om deze zaken snel
tot een goed einde te brengen. De pilot wordt volgend jaar
geëvalueerd en TLP zal dan opnieuw aandacht schenken
aan de GOO-behandeling.
Conclusie van de interviewers
Er zijn veel letselschadezaken die zich niet lenen voor
de deelgeschilprocedure omdat er bijvoorbeeld te veel
geschilpunten zijn of dat er een beslissing moet komen over
het hele geschil. In deze gevallen zal een bodemprocedure
moeten worden gestart. In onze optiek kan de GOO-behan-
42
Over de auteurs
Mr. Nadia Haase is advocaat bij Rutgers & Posch.
Mr. drs. Elisabeth Huijsmans is stafjurist bij het Kenniscentrum Milieu en
Gezondheid, Gerechtshof ’s­Hertogenbosch.
SDU / NUMMER 4, AUGUSTUS 2015 TIJDSCHRIFT LETSELSCHADE IN DE RECHTSPRAKTIJK
Download