DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: 08580 Datum uitspraak: 19 maart 2008 Plaats uitspraak: Zaandam Bindend Advies in het geschil tussen: Ed Stiekema te Den Burg (Texel) verder te noemen: Stiekema, tegen: Frits Langeveld te Den Burg (Texel) verder te noemen Langeveld, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie september 2003 te laten beslechten. De vordering van Stiekema is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 19 december 2007, welke is gehouden te Den Burg (Texel). Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Als deskundige is gehoord de heer Martin van Dijk, die mondeling verslag heeft uitgebracht. Als informanten zijn gehoord de heer Harry de Graaf, alsmede de heer en mevrouw Eshuys. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich met partijen begeven naar de plaatsen waar de in deze procedure bedoelde concertvleugel verborgen is geweest. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze zaak gaat het kort samengevat en voor zover thans van belang om het volgende. In 1995 heeft de Texelse bevolking (particulieren en bedrijfsleven) op instigatie van journalist Harry de Graaf een bedrag van (ongeveer) ƒ 20.000,-- ingezameld voor de aanschaf van een concertvleugel, die in Hotel-Restaurant “De Lindeboom” werd geplaatst. Van daaruit werd deze vleugel geregeld door De Graaf uitgeleend voor culturele activiteiten elders op het eiland. In het jaar 2000 heeft De Graaf, die juridisch eigenaar was van de vleugel, deze geschonken aan de Welzijnsstichting Texel (WST), onder de voorwaarde dat de stichting het instrument ten dienste zou laten komen van het Texelse sociaal-cultureel verenigingsleven, in het bijzonder voor zover deze activiteiten zich afspelen in het zalencomplex van Hotel-Restaurant De Lindeboom. WST was voor haar financiële voortbestaan geheel afhankelijk van (gemeentelijke) subsidies en is op 14 april 2005 in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. A.J.S. Sweens tot curator. Nadat de curator had laten blijken niet van plan te zijn de vleugel buiten het faillissement te houden en slechts bereid was om deze tegen betaling van een substantieel bedrag aan de Texelse bevolking af te staan, heeft Stiekema, na voorafgaand overleg met Langeveld en een of meer anderen, bedoelde vleugel buiten medeweten van de curator ‘ontvoerd’ uit Hotel Den Burg, waar deze toen tijdelijk stond en heimelijk ondergebracht bij Langeveld in een schuur. Nadat de curator had laten weten de heer en mevrouw Eshuys, uitbaters van Hotel Den Burg, aansprakelijk te houden voor de vermissing heeft Stiekema zich bij de politie als dader gemeld. Na enige tijd heeft de curator met een andere stichting, te weten de Stichting Gemeenschapsfonds Texel (SGT) alsnog overeenstemming had bereikt over de aankoop van de vleugel door laatstgenoemde voor een bedrag groot € 4.500,--. Daardoor zou de vleugel voor de Texelse gemeenschap behouden blijven. Stiekema wilde daaraan meewerken en de vleugel weer teruggeven, waarvan Langeveld op de hoogte werd gesteld. Toen Stiekema en de zijnen de vleugel daarop bij Langeveld kwamen ophalen, bleek deze kort daarvoor te zijn weggehaald. Langeveld, die het niet eens was met teruggave van de vleugel, had daartoe bewust de gelegenheid gegeven, door de schuurdeur open te zetten, het alarm af te schakelen en zelf bij wijze van alibi in een café te gaan zitten. De vleugel werd deze keer verborgen in de stolpboerderij van de familie Zoetelief. Omdat Stiekema, die niet wist waar de vleugel was gebleven, daardoor uiteraard niet kon voldoen aan de eis van de curator om deze terug te geven, werd hij in kort geding gedagvaard voor de rechtbank te Alkmaar. Bij vonnis van 2 februari 2006 van de voorzieningenrechter aldaar werd Stiekema veroordeeld om € 4.500,-- aan de curator te voldoen, zijnde het bedrag dat SGT bereid was geweest voor die vleugel te betalen. Daarnaast werd Stiekema veroordeeld in de proceskosten. Stiekema heeft bedoelde € 4.500,-- inderdaad voldaan, in ruil waarvoor hij de eigendom van de vleugel van de curator kreeg overgedragen. Onmiddellijk nadat bekend werd dat de zaak was ‘opgelost’ kwam de vleugel weer boven water, zij het helaas zwaar beschadigd, waarna deze kon terugkeren naar zijn oude plek, te weten Hotel Restaurant “De Lindeboom”. Stiekema heeft de vleugel uiteindelijk geschonken aan de nieuw opgerichte Stichting Concertvleugel Texel (SCT), die deze zoals voorheen ter beschikking houdt voor culturele evenementen op het eiland. Aan proces- en bijkomende kosten heeft Stiekema daarnaast een bedrag groot € 1.786,62 moeten betalen. Langeveld is desgevraagd niet bereid gebleken deze laatste kosten aan Stiekema te vergoeden. De vordering van Stiekema. Stiekema vordert kort gezegd dat Langeveld wordt verplicht alsnog de hiervoor bedoelde kosten ad € 1.768,62 aan hem te vergoeden. Bij gelegenheid van de hoorzitting heeft hij laten weten dat Langeveld ook de schade aan de vleugel moet betalen, maar deze vermeerdering van eis kan niet worden behandeld, omdat deze geen onderdeel uitmaakt van de tussen partijen gesloten bindend adviesovereenkomst. Standpunten van partijen. Het standpunt van Stiekema komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Stiekema, die bang was dat de vleugel vanwege het faillissement van WST verloren zou gaan voor de Texelse bevolking, benadrukt dat hij het zijn maatschappelijke plicht achtte om de vleugel te ‘ontvoeren’, totdat zekerheid zou zijn verkregen over het behoud daarvan voor Texel. Toen hem duidelijk werd dat de vleugel voor een bedrag van € 4.500,-- aangekocht zou worden door de SGT heeft hij besloten de vleugel terug te geven, hetgeen hem echter onmogelijk is gemaakt door de tweede ‘ontvoering’ van de vleugel, waarvoor hij Langeveld verantwoordelijk houdt. Daardoor moest hij voor de rechter komen en werd hij veroordeeld. Stiekema vindt het niet redelijk dat Langeveld weigert de daardoor veroorzaakte bijkomende kosten te vergoeden. Bovendien heeft Langeveld beloofd die te betalen, aan welke belofte Stiekema hem wil houden. Het standpunt van Langeveld komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Langeveld benadrukt op zijn beurt dat ook de tweede ‘ontvoering’ van de vleugel nodig was om deze voor het eiland te behouden. Weliswaar heeft hij de vleugel niet zelf weggehaald en verborgen, maar hij erkent wel daarvoor verantwoordelijk te zijn. Hij kon en wilde zich niet neerleggen bij het aankopen door SGT van de vleugel, omdat dit neer zou komen op het opnieuw laten betalen door de Texelaars voor de reeds door hen betaalde vleugel. Dit was naar zijn oordeel volledig in strijd met het op het eiland Texel levende rechtsgevoel. Daarbij ergerde het Langeveld dat Stiekema het samen gesmede plan, om de vleugel te laten verdwijnen totdat het faillissement wegens gebrek aan baten zou worden opgeheven, feitelijk had doen mislukken, door zich vrijwel direct na de eerste ‘ontvoering’ bij de politie te melden. Kortom: dat de curator toch heeft ‘gewonnen’ is geheel en al de schuld van Stiekema en Langeveld ziet dan ook niet in waarom hij zou moeten meebetalen aan de door Stiekema zelf veroorzaakte schade. Hij betwist dat hij beloofd zou hebben de bijkomende kosten te betalen. Volgens hem heeft hij alleen toegezegd de mogelijkheden daarvoor te gaan onderzoeken. Beoordeling van het geschil. Het zal eenieder duidelijk zijn dat zowel de eerste als de tweede ‘ontvoering’ van de vleugel een flagrante strijd opleverden met de ook op Texel geldende Nederlandse wet. Meer in het bijzonder moet worden gewezen op het bepaalde in artikel 344 lid 1 van het Wetboek van strafrecht, dat kort samengevat het onttrekken van enig goed aan een failliete boedel ‘ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers’ bedreigt met een gevangenisstraf van vier jaren en een geldboete van € 45.000,--; een misdrijf derhalve. De rijdende rechter vindt het jammer dat partijen, die ieder toch een redelijk vooraanstaande positie innemen binnen de Texelse gemeenschap, op deze wijze invulling hebben gegeven aan hun voorbeeldfunctie. Waar zij toch geen van beiden armlastig zijn te noemen hadden zij gemakkelijk samen de portemonnee kunnen trekken om de concertvleugel voor Texel te behouden. Door in plaats daarvan te kiezen voor het onttrekken van de vleugel aan de failliete boedel hebben zij een volstrekt verkeerd signaal afgegeven aan de gewone man, te weten dat het helemaal niet zo slecht is om faillissementsfraude te plegen. Nu zal het in een zaak als deze, waarin niet zozeer sprake was van winstbejag maar van een uiting van burgerlijke ongehoorzaamheid, gegeven het in ons land heersende milde strafrechtsklimaat, wel loslopen met strafrechtelijke vervolging en bestraffing, maar civielrechtelijk is en blijft een dergelijke actie apert onrechtmatig. Dat het onttrekken van de vleugel aan het faillissement van WST een onrechtmatige daad opleverde jegens de curator staat in elk geval wel vast. De voorzieningenrechter is daarvan in zijn vonnis van 2 februari 2006 dan ook terecht uitgegaan. Het stond de curator ingevolge het bepaalde in artikel 6.166 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (groepsaansprakelijkheid) vervolgens vrij om de enige hem bekende ‘ontvoerder’, te weten Stiekema, aan te spreken voor de volledige schade (hoofdelijke aansprakelijkheid). Ingevolge het bepaalde in lid 2 van laatstgenoemd wetsartikel mocht Stiekema op zijn beurt weer verhaal nemen op zijn ‘mededaders’, waaronder Langeveld. Zo bezien zou Langeveld dus op zijn minst al moeten meebetalen aan de door de curator op Stiekema verhaalde schade van € 4.500,-- plus bijkomende kosten. Daarnaast moet echter worden vastgesteld dat Langeveld zich, door actief mee te werken aan de tweede ‘ontvoering’, ook jegens Stiekema persoonlijk heeft schuldig gemaakt aan een zelfstandige onrechtmatige daad. Zoals Langeveld wist, althans in redelijkheid kón weten, zou Stiekema daarna door de curator aansprakelijk gesteld worden voor de schade, zoals ook is gebeurd. Als Langeveld, die naar mijn oordeel de feitelijke leiding had bij deze tweede ‘ontvoering’, daarvan had afgezien, dan had de SGT de vleugel gekocht, was er geen proces geweest en had Stiekema helemaal niets hoeven te betalen. Zo bezien is Langeveld dus zelfs aansprakelijk te houden voor de gehele door Stiekema betaalde schade, inclusief de bijkomende kosten. Het siert Stiekema dat hij er uiteindelijk voor heeft gekozen zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid in deze niet langer te ontlopen, door de € 4.500,-- voor de vleugel voor eigen rekening te nemen en de vleugel vervolgens aan SCT te schenken. Langeveld, die dit bedrag eigenlijk zelf had moeten betalen, mag hem daarvoor dankbaar zijn. Het verbaast mij dan ook dat Langeveld onder de gegeven omstandigheden niet het fatsoen kon opbrengen om in elk geval de bijkomende kosten te vergoeden. Welnu, die kosten komen naar mijn oordeel ook juridisch voor zijn rekening, zodat de vordering van Stiekema gegrond is. Deze uitkomst komt, los van de hiervoor gegeven juridische redenering, ook overigens redelijk en billijk voor. Partijen zijn immers samen aan het avontuur van de burgerlijke ongehoorzaamheid begonnen en moeten de financiële gevolgen daarvan samen dragen. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist. BESLISSING Langeveld wordt verplicht om binnen veertien dagen na vandaag aan Stiekema te betalen de somma van € 1.786,62. Indien hij dit niet doet gaat daarover zonder nadere aanmaning de wettelijke rente lopen vanaf heden. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 19 maart 2008. Bindend Adviseur Secretaris Mr. F.M. Visser Mr. S.T. Terstegge