PowerPoint-presentatie

advertisement
Presentatie
Inhouden en
vergrotingen.
Inhoudsopgave
• Overzicht inhoudseenheden.
• Inhoud van een prisma.
TIP: Pak
ook je
boek er
even bij!!
• Inhoud van een cilinder.
• Inhoud van een piramide.
• Vergroten en vergrotingsfactor.
• Vergroten en oppervlakte.
• Formule overzicht vergroten.
• Formule overzicht ruimtefiguren.
• Kennen & Kunnen.
• Einde presentatie
Als je mij ziet kun
je op mij klikken
om terug te keren
naar de
inhoudsopgave!
Overzicht en omrekentabellen meest gebruikte eenheden.
Lengte
Afstand
Omtrek
Km
Hm
Dam
x 10 of 1 nul erbij
x 10 of 1 nul erbij
m
: 10 of 1 nul eraf
Oppervlakte
Km2
Hm2 ha
Km3
Hm3
Dam2 are
m2
Dam3
m3
: 1000 of 3 nullen eraf
Inhoud
Kl
Hl
Dal
: 10 of 1 nul eraf
1
cm
x 100 of 2 nullen erbij
: 100 of 2 nullen eraf
Inhoud
dm
dm3
= 1 l.
dm2
cm2
mm
mm2
x 1000 of 3 nullen erbij
dm3
l
Cm3 cc
mm3
x 10 of 1 nul erbij
dl
cl
ml
Inhoud van een prisma.
Er bestaan veel soorten prisma’s:
Bij dit prisma
heeft het
grondvlak de
vorm van een
driehoek.
Bij dit prisma
heeft het
grondvlak de
vorm van een
vierhoek. Het
vierhoekige
grondvlak heeft de
vorm van een
trapezium.
Bij deze 2 prisma’s
heeft het grondvlak
de vorm van een
vijfhoek.
Inhoud van een prisma.
•
Het grondvlak is één van de
twee vlakken, die evenwijdig
aan elkaar lopen.
•
In dit geval is het grondvlak de
onderste driehoek.
•
Het grondvlak en het bovenvlak
hebben bij een prisma altijd
precies dezelfde vorm.
Inhoud van een prisma.
•
Het grondvlak is één van de
twee vlakken, die evenwijdig
aan elkaar lopen.
•
In dit geval is het grondvlak de
voorste vierhoek.
•
Het grondvlak en het bovenvlak
liggen niet altijd onderin of
bovenin.
•
Het grondvlak en het
bovenvlak, hier de voor- en
achterkant, hebben bij een
prisma altijd precies dezelfde
vorm.
Inhoud van een prisma.
•
Het grondvlak is één van de
twee vlakken, die evenwijdig
aan elkaar lopen.
•
In dit geval is het grondvlak de
onderste vijfhoek.
•
Het grondvlak en het bovenvlak
hebben bij een prisma altijd
precies dezelfde vorm.
Inhoud van een prisma.
•
Het grondvlak is één van de
twee vlakken, die evenwijdig
aan elkaar lopen.
•
In dit geval is het grondvlak de
voorste vijfhoek.
•
Het grondvlak en het bovenvlak
liggen niet altijd onderin of
bovenin.
•
Het grondvlak en het
bovenvlak, hier de voor- en
achterkant, hebben bij een
prisma altijd precies dezelfde
vorm.
Inhoud van een prisma.
Om de inhoud van een prisma te berekenen moet je
twee dingen weten:
1.
De oppervlakte van het grondvlak.
2.
De hoogte van het prisma.
Inhoud prisma = opp. grondvlak
x
hoogte
Inhoud van een prisma.
Bereken dus eerst de oppervlakte van
het grondvlak.
1. Bij dit prisma is het grondvlak
een driehoek.
Bijvoorbeeld:
Zijde = 8 cm.
Hoogte = 5 cm.
90o
2. Zoek in deze driehoek een
zijde met daarop de
bijbehorende loodrechte
hoogte van deze driehoek.
Opp. Grondvlak = ½ · zijde(b) · hoogte
Opp. Grondvlak = ½ · 8
Opp. Grondvlak = 20 cm2
·
5
Inhoud van een prisma.
Zoek nu de hoogte van het prisma!
Bereken dan de inhoud.
Bijvoorbeeld:
Hoogte = 7 cm.
Bijvoorbeeld:
Zijde = 8 cm.
Hoogte = 5 cm.
90o
1. Een van de ribben die het
grondvlak en bovenvlak
verbinden is de hoogte van het
prisma.
2. De hoogte van het prisma
staat altijd loodrecht op het
grondvlak.
Inhoud prisma = opp. grondvlak
Inhoud prisma =
20
Inhoud prisma = 140 cm3
Opp. Grondvlak = 20 cm2
x
x
hoogte
7
Inhoud van een prisma.
Om de inhoud van een prisma te berekenen moet je
twee dingen weten:
1.
De oppervlakte van het grondvlak.
2.
De hoogte van het prisma.
Inhoud prisma = opp. grondvlak
x
hoogte
Inhoud van een prisma.
•
•
De oppervlakte van dit grondvlak vind
je door de vorm met hulplijntjes te
verdelen in een rechthoek en driehoek.
•
Tel dan deze twee oppervlaktes bij
elkaar op.
•
De hoogte van dit prisma is een van
de ribben die de voorkant en
achterkant met elkaar verbindt.
Inhoud prisma = Opp. Grondvlak · hoogte
Inhoud van een cilinder.
Hoogte
Hoogte
straal
straal
straal
straal
Om de inhoud van een cilinder te berekenen moet je
twee dingen weten:
1.
De oppervlakte van het cirkelvormige grondvlak.
2.
De hoogte van de cilinder.
Inhoud cilinder = opp. grondvlak
Inhoud cilinder =
hoogte
straal2 · π(pi)
hoogte
x
x
Inhoud van een piramide.
Om de inhoud van een piramide te berekenen moet je twee
dingen weten:
1.
De oppervlakte van het grondvlak. (In dit voorbeeld een rechthoek.)
2.
De hoogte van de piramide.
Inhoud piramide =
⅓
Inhoud cilinder =
⅓
x
opp. grondvlak
x
lengte·breedte
hoogte
x
x
hoogte
Hoogte
Let op:
Bij een piramide
moet je óók
vermenigvuldigen
met
lengte
⅓
Vergroten en Vergrotingsfactor.
Ik word het
ORIGINEEL
genoemd,
Je
kunt mijwant met
mij was je
gaan vergroten.
begonnen.
Ik word het BEELD
genoemd,
ik ben
Mijn
vormwant
is vergroot
hetniet
resultaat
na
maar
veranderd!!
vergroten.
De vergrotingsfactor (een getalletje) kun je nu berekenen als volgt:
Factor = Lengte van het beeld / Lengte van het origineel
Vergroten en Vergrotingsfactor.
Het ORIGINEEL
kan ook een
rechthoek zijn.
Het BEELD kan ook de
vergrote rechthoek zijn.
Deze 2
uitkomsten
zijn
hetzelfde!!
De vergrotingsfactor (een getalletje) kun je nu berekenen als volgt:
Factor = breedte van het beeld / breedte van het origineel
Of:
Factor = Lengte van het beeld / Lengte van het origineel
Vergroten en Vergrotingsfactor.
Het BEELD kan ook de
vergrote driehoek zijn.
Het ORIGINEEL
kan ook een
driehoek zijn.
Deze 2
uitkomsten
zijn
hetzelfde!!
De vergrotingsfactor (een getalletje) kun je nu berekenen als volgt:
Factor = hoogte van het beeld / hoogte van het origineel
Of:
Factor = zijde van het beeld / zijde van het origineel
Vergroten en Vergrotingsfactor.
Het BEELD kan ook de
vergrote cirkel zijn.
Het ORIGINEEL
kan ook een cirkel
zijn.
Deze 2
uitkomsten
zijn
hetzelfde!!
De vergrotingsfactor (een getalletje) kun je nu berekenen als volgt:
Factor
Of:
=
straal van het beeld
/ straal van het origineel
Factor = diameter van het beeld / diameter van het origineel
Vergroten en Oppervlakte
Origineel
Beeld
Vergroten met factor 2
Oppervlakte 4 keer
zo groot!!
Vergroten met factor 3
Oppervlakte 9 keer
zo groot!!
Vergroten met factor 4
Oppervlakte 16 keer zo groot!!
Vergroten en Oppervlakte
Origineel
Beeld
Vergroten met factor 2
…dan wordt de oppervlakte 4
keer zo groot!!
Vergroten met factor 3
…dan wordt de oppervlakte 9
keer zo groot!!
Vergroten met factor 4
…dan wordt de oppervlakte 16
Zo óók:
Vergrotings
factor
Oppervlakte
vergroting
5
25 keer
6
36 keer
10
100 keer
k
k2 keer
keer zo groot!!
De vergrotingsfactor wordt
vaak met de
letter k
afgekort!
Formule overzicht vergroten:
Hoofdstuk 9 Formule-overzicht
Oppervlakte
&
Rechthoeken/ Vierkant:
Algemeen:
Inhoud Ruimtefiguur = Opp. Grondvlak · hoogte
Opp. = b . h
Balk / Kubus:
Driehoeken:
Inhoud = lengte x breedte x hoogte
Opp. = ½ · b· h
Prisma:
Hoogte
Inhoud
Hoogte
Hoogte
LOODRECHT
Parallellogram:
= opp. Grondvlak x hoogte
= ½ · zijde · hoogte x hoogte
zijde  hoogte
Hoogte
Zijde
Inhoud
Zijde
Opp. =b · h
Cilinder:
Inhoud:
= opp. Grondvlak x hoogte
= ¶ · straal2 x hoogte
Straal
Cirkel:
Opp. = straal2 . π
Piramide:
Inhoud:
= ⅓ x opp. Grondvlak x hoogte
Hoofdstuk 9
Kennen !
Kunnen !
&
1.
Inhoudseenheden met behulp van de
overzichten inhoudseenheden omrekenen.
2.
De oppervlakte van vlakke figuren zoals:
Rechthoeken, driehoeken en cirkels berekenen.
3.
Bij ruimtefiguren het grondvlak herkennen, ook
al is het ruimtefiguur in een andere stand
getekend.
4.
De inhoud van ruimtefiguren zoals: Balk,
kubus, prisma, cilinder en piramide.
5.
Bij vergrotingen of verkleiningen de factor van
vergroting of verkleining berekenen.
4. Het begrip origineel en beeld bij
vergroten en verkleinen.
6.
Bij oppervlakteberekeningen de juiste
vergrotingsfactor gebruiken.
5. Het begrip: vergrotingsfactor.
7.
Bij oppervlakteberekeningen de juiste
vergrotingsfactor kunnen berekenen.
1. De overzichten, omrekentabellen, meestgebruikte
eenheden.
2. De oppervlakte formules van
rechthoeken, driehoeken en
cirkels.
3. De inhouds-formules van
ruimtefiguren zoals: Balk en
kubus, prisma’s, cilinders en
piramides.
6. De drie formules bij vergroten en
verkleinen.
Wiskunde leer je óók door veel te oefenen met sommen.
Download