Breuken. Welk deel is op? Welk deel is over?

advertisement
Breuken.
Welk deel is op?
Welk deel is over?
Breuken: welk deel van het geheel.
2 van de 4 schrijf je als:
Dit kun en moet je kleiner maken.
Hoe?
Verhoudingstabel:
Wat nog wit is, is op. Wat zwart is, is over.
Welk deel van de chocolade is over?
Oftewel
Welk deel van de chocolade is op?
Oftewel (door welk getal kun je beide getallen delen?)
Wat nog wit is, is op. Wat zwart is, is over.
Welk deel van de chocolade is over?
Oftewel
Welk deel van de chocolade is op?
Oftewel (door welk getal kun je beide getallen delen?)
Welk deel is over? Welk deel is op?
Nog één keertje:
Download