Hoe leuk is dat ! ?

advertisement
Micropaleontologie
Hoe leuk is dat ! ?
Shirley van Heck
Wat is micropaleontologie?
De studie van hele kleine fossielen
(microfossielen), die met de microscoop
bekeken worden.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
waarom microfossielen?







Komen voor in heel veel sedimenten
Komen voor in grote hoeveelheden
Makkelijk te verzamelen (weinig ruimte)
Vaak makkelijk te prepareren
Variabiliteit goed zichtbaar
Snelle evolutie: goed voor biostratigrafie
Industriele toepassingen voor biostratigrafie en
(paleo)ecologie
 Veel over bekend
 Vaak heel mooi!
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Proterozoicum
Paleozoicum
Mesozoicum
Acritarchen
Chitinozoa
Sporomorphen
Dinoflagellaten
Foraminifera
Ostracoda
Nannoplankton
Radiolaria
Diatomeën
Silicoflagellaten
Vertebraten
Conodonten
Bryozoa
Tintiniden
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Caenozoicum
PALYNOLOGIE
Het vakgebied dat zich bezighoudt met zowel recente als
fossiele deeltjes van organisch materiaal. Vooral stuifmeel,
sporen en algen zoals dinoflagellaten worden bestudeerd
•
•
•
•
Zowel op land als in water
Niet oplosbaar in zuur (HF, HCl)
Zolang het niet geoxideerd is (niet in rode gesteenten)
Kent zeer veel toepassingen :
- stratigrafie
- (paleo)climatologie
- ecologie
- archeologie
- testen van waren zoals honing
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
PALYNOLOGIE
Acritarchen (Precambrium – recent)
Cymathiosphaera octoplana
Veryhachium cf lairdii
Veryhachium trispinosum
Chitinozoa (Cambrium – Carboon)
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Multiplicisphaeridium sp
PALYNOLOGIE – sporen
Sporen worden geproduceerd door niet-bloeiende planten
zoals varens, paardestaarten, schimmels en mossen. Ze
komen voor vanaf het Siluur.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
PALYNOLOGIE – sporen
Sporen worden geproduceerd door niet-bloeiende planten
zoals varens, paardestaarten en mossen. Ze komen voor
vanaf het Siluur.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
PALYNOLOGIE - stuifmeel
Stuifmeel (ook wel genoemd pollen) wordt geproduceerd door
bloeiende planten. Ze komen voor vanaf het Krijt.
Zonocostites ramonae
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Pinus
PALYNOLOGIE - dinoflagellaten
Dinoflagellaten zijn eencellige algen die voorkomen vanaf
de Trias. Ze leven vaak in zee, maar sommige soorten leven
als symbionten in andere organismen.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Proterozoicum
Paleozoicum
Mesozoicum
Acritarchen
Chitinozoa
Sporomorphen
Dinoflagellaten
Foraminifera
Ostracoda
Nannoplankton
Radiolaria
Diatomeën
Silicoflagellaten
Vertebraten
Conodonten
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Caenozoicum
Foraminiferen
Een groep van eencellige organismen die meestal een skelet van kalk hebben,
maar sommige groepen bouwen hun schaal van sedimentkorrels. Ze komen
voornamelijk in zee voor, kunnen planktonisch zijn of op planten leven of in het
sediment. Ze komen voor vanaf het Precambrium. Omdat ze zeer algemeen zijn
en makkelijk te bestuderen wordt deze groep het meest gebruikt in de olieindustrie
voor ouderdomsbepalingen.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Planktonische foraminiferen
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Benthonische foraminiferen
zandschalig
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Benthonische foraminiferen
kalkschalig
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Ostracoden
Ostracoden heten in het Nederlands mosselkreeftjes. Het zijn kleine
tweekleppige kreeftachtigen die van zoetwater tot in de diepzee voorkomen. Ze
zijn vooral nuttig voor het herkennen van het milieu, ook wel voor biostratigrafie.
Ze komen voor vanaf het Cambrium.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Bryozoa (mosdiertjes)
Zijn het meest verwant aan brachiopoda, dus meercellig
Vormen kolonies
Voornamelijk in zee
Komen voor vanaf het Cambrium
Zeer algemeen
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
(kalkig) Nannoplankton
Verzamelnaam voor resten < 60 van bepaalde mariene algen. De voornaamste
zijn de Coccolithophoriden. Hun skelet bestaat uit kalkplaatjes die coccolieten
genoemd worden. Fossiel komen ook andere vormen voor, zoals de Discoasters.
Ze kunnen gesteentevormend zijn: krijt zoals in Limburg of zuid Engeland bestaat
voornamelijk uit nannoplankton. Ze komen voor vanaf de Trias.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Dennis Greig
Chevron
Proterozoicum
Paleozoicum
Mesozoicum
Acritarchen
Chitinozoa
Sporomorphen
Dinoflagellaten
Foraminifera
Ostracoda
Nannoplankton
Radiolaria
Diatomeën
Silicoflagellaten
Vertebraten
Conodonten
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Caenozoicum
Radiolaria
De Nederlandse naam voor Radiolaria is stralendiertjes. Het zijn eencellige
planktonische organismen met een skelet van kiezel. Ze komen voor vanaf het
Cambrium in alle zeeën.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Diatomeeën
Diatomeeën of kiezelwieren zijn eencellige wieren met een extern skelet van
kiezel. Ze komen voor vanaf het Krijt en zijn recent zeer algemeen. Ze kunnen
zowel in zoet als zout water voorkomen.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Silicoflagellaten
Silicoflagellaten zijn eencellige planktonische organismen met een skelet van
silica. Ze zijn veel opener dan diatomeeën en simpeler dan radiolariën. Ze kunnen
photosynthese hebben of heterotroof zijn. Ze komen voor vanaf het Krijt.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Proterozoicum
Paleozoicum
Mesozoicum
Acritarchen
Chitinozoa
Sporomorphen
Dinoflagellaten
Foraminifera
Ostracoda
Nannoplankton
Radiolaria
Diatomeën
Silicoflagellaten
Vertebraten
Conodonten
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Caenozoicum
Vertebraten (gewervelde dieren)
Kleine vertebraten zoals vissen, reptielen en zoogdieren leveren ook
vaak kleine fossielen op, zoals
Otolieten (gehoorbeentjes)
- Tanden en kiezen
Deze worden vaak aangetroffen samen met ander materiaal zoals
foraminiferen, of in landafzettingen.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Conodonten
Conodonten zijn uitgestorven aal-achtige diertjes die wel een
ruggegraat hadden (chordaten) maar niet echt een
wervelkolom (vertebraten). Ze zijn voornamelijk bekend
van hun kaakjes.
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
MICROPALEONTOLOGIE
Volgende sprekers:
Bas van Geel: palynologie
Els Ufkes: foraminiferen
Annelies Kleijne: Nannoplankton
23-11-13
NGV - Micropalaeontologie
Download